J. J. POLDERMAN, BINNENLAND Uit de Pers iasch een voorwerp, dat het model van een £kapwagen bleek 'te zijn. Onmiddellijk zag .[Carnegie het belang der zaak in en verzocht W. Woodruff aldus heette de uitvinder i©n\ de volgende week bij zijn chef te komen. 'Ook deze begreep de waarde der uitvinding sloot eene overeenkomst, volgens welke |!twee wagens als proef op den spoorweg zou den loopen." ,,Mr. Woodruff vroeg mij, of ik geen aan deel in de zaak wilde nemen," aldus schrijft Carnegie. Niets liever, luidde het antwoord, maar.hoe aan de maandelijksche stor tingen van ƒ540 te komen? Ik bezat niets |en wist ook niet, hoe dat geld te verkrijgen. jQBindelijk besloot ik aan te kloppen bij den ;lb«nkier van ons stadje en vroeg hem die som te leen, met belofte van elke maand 40 af te betalen. Dadelijk stemde hij toe. Nooit £al ik vergeten, hoe hij zijn hand op mijn schouder legde en zeideO yes, Andry, you are all right l" Door deze speculaties werd Carnegie schatrijk. Hij stichtte met dat vermogen ijzer- en staalfabrieken, die zich ieder jaar uitbreidden en jarenlang als de grootste van de wereld gegolden hebben. Hij liet van zijn rijkdommen ook anderen profiteeren. Zijn filantropische neigingen zette hij om in daden door de stichting van verschillende arbeidersbibliotheken, o. a. in zijn geboorteplaats, in Pittsburg en in Edin- hurg. Toen hij in 1899 zijn zaak in een naamlooze vennootschap had omgezet, trok hij zich zelf uit het bedrijvige leven terug en wijdde zich geheel aan het beheer van zijn schatten, die hij aan tallooze instellin gen ten goede liet komen. De totale som, die hij voor sociale en liefdadige doeleinden heeft besteed, wordt geschat op 200 millï- oen dollar. Carnegie heeft ook verschillende geschriften gepubliceerd, o. a. „An Ameri can Four-in-hand in Britain", „Round the World", The empire of business". De mees te opgang hebben zijn artikelen gemaakt onder den titel „Het Evangelie van den Rijkdom." Carnegie dioeg ontelbare ordeteekenen, w.o. het Grootkruis van de Oranje-Nassau- orde. Van ruim. 50 steden in Engeland en Ierland was hij eere-burger. Van zijn stichting „Het Vredespaleis" heeft hij niet veel plezier beleefd. Het staat too goed als op non-actief. De Belgische qneg'fle. De Standaard bespreekt nog eens de Belgische quaestie, en wijst erop, dat in de Belgische pers niet zonder luidruchtigheid gepleit wordt voor een voldoening van de verstgnande wenschen van België, en met een theatraal gebaar gevraagd woTdt, 'dat 1de proote mogendheden gedenken zullen, wat België In den wereldoorlog heeft ver dicht. Van fllle^zifden, zoo vervolgt het blad, wordt ginds getracht invloed uit te oefenen op de te nemen besluiten en zelfs allerlei minder juiste voorstellingen doen dienst, om de balans naar de Belgische zijde te doen overhellen. Natuurlijk vraagt dit optreden van onze zuiderburen in hooge mate onze aandacht en 't moet erkend worden, dot het nu en dan prikkelend werkt. Er is zelfbeheersching noodig, om onzerzijds in volkomen kalmte de zaken te blijven beschouwen en zonder een worm hoofd telkens weer de scheef ge trokken verhoudingen recht te zetten. Geconstateerd mag worden, dat de zaak van Nederlondsche zijde op een rustige wijze wordt behandeld. We voelen zeer wel al het onaangename, dat in Belgïë's optre den schuilt en verbloemen niet, dot een betere verstandhouding met onze buren daardoor niet in de hand wordt gewerkt maar onzerzijds is er geen sproke van een prikkelende en onaangename houding. Bitse woorden over de onjuiste voorstellingen, die dag aan dag in allerlei Belgische stuk ken worden gegeven, worden ten onzent niet gebruiktmen bepaalt zich hier tot een te nemen, dat neemt niet weg, dat hier te gindsche zijde der Schelde met veel ver toon wordt opgedischt en uitgedacht. Doch, al is aan deze zijde der grens over het geval geen spoor van opwinding waar te enmen, dat neemt niet weg, dat hier te lande de oogen en ooren terdege worden opengehouden en we niet van plan zijn om ons te laten overbluffen. Trouwens, we hebben op deze moeilijk heid voldoende kunnen rekenen en waren reeds bij het uitbreken van den oorlog ei van op de hoogte, dat, als de finale afreke ning zou komen, het voor ons land zaak zou wezen op zijn tellen te passen. Men kan er verzekerd von zijn, dat dit voldoende gebeurt. Buitenlandsche Zaken heeft te Parijs reeds getoond, dat er niet mee te spotten is; het succes van onzen Minister was niet gering. Men kan het beleid in dezen veilig in zijn handen loten. Daarbij komt dat de Minister voor de behandeling der zaak over uitnemende krachten beschikt, zoodat v.re de afwikkeling van deze moeilijkheid in alle. kalmte tegemoet zien. We kunnen hier juist zoo kalm wezen, omdat we weten dat de zaak in zoo uit nemende handen is. Berichte* De Staatscourant van 12 Augustus be- zfat o. m. de volgende Koninklijke Besluiten: op verzoek eervol ontslagen met dank, J. f*I. Hendrix, lid van Gedeputeerde Staten pan Noord-Holland, als lid en onder-voorzit- j£er van de salaris-commissie voor burgerlijke (Rijksambtenaren; 5 benoemd als zoodanig mr. J. N. J. E. Heer- pens Thyssen, lid van de Provinciale Staten ,Van Noord-Holland, wethouder ven Halen; t benoemd tot opzichter bij het Rijksmu seum te Amsterdam J. C. Nicolal aldaar; yerzoek eeryol ontslagen de liut.-kolo- nel A. Dozy als militie-commissaris in Dren- the; benoemd tot directeur van de filiaal-in richting van het Koninklijk Meteriologisch Instituut te Amsterdam P. H. Gallee, ad junct-directeur bij het gemeld instituut te de Bilt. benoemd bij het Reserve-personeel der Landmacht, bij het Wapen der Infanterie, bij den Stal van het "Wapen, tot resêrvc-tweedc- hiitenant vgor Speciale Diensten de milicien- sergeant J. P. Aschofl, van het 11e regiment Infanterie benoemd bij het reserve-personeel dCr land macht, bij het dienstvak der Intendance, tot Reserve-Ecrste-Luitenant voor Speciale Dien sten a. gerekend van 28 Juni 1919, de Rcserve- Tweede-Luitcnant voor Speciale Diensten A- Peters, van dat dienstvak b. met ingang van 9 Augustus 1919, de Re serve-Tweede-Luitenant voor Speciale Dien sten P. H. Ottervanger, van dat dienstvak de Kapitein P. Wcijs van het 4de Regiment Infanterie, ter zake van tijdelijke ongesteld heid op non-activiteit gesteld met ingang van 16 Augustus 1919 aan den sedert tot Ritmeeser bevorderden, gepensio neerden Eersten Luitenant R- A. baron van Hardenbroek van Lookhorst van het Wapen der Cavalerie, en aan den sedert tot Kapitein bevorderden gepensioneerden Eersten-Luite nant C. A. van "Woeldcren, die bij Koninkl. Besl. op hun verzoek weder werden in dienst gesteld ter zake van ongeschiktheid voor de verdere waarneming van den militairen dienst fen gevolge van lichaamsgebreken, on der toO cnning van vernieuwd pensioen, op nieuw een eervol onslag uit den militairen dienst verkend met o wijking in z-overre van de bestaan de organisatie, in zijnen rang en ouderdom van rang overgeplaatst bij het Wapen der Koninklijke Marechaussee en wel bij dc 2de Divisie, de Eerste-Luitenant "W- van den Hoek van het le Regiment Veld-Artillerie is met ingang van 16 Augustus 1919, le. een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend aan de Reserve-Majoors der de Infanterie der Landweer B. Teensma en G. A. Vries, beiden als zoodanig tijdelijk be noemd 2e. zijn benoemd bij het reserve-personeel der landmacht, met bestemming voor den dienst bij de Landweer, tot Rcscrve-Majoor- Commandant onderscheidenlijk in het 24ste, het 35ste en het 48ste Landweerdistrict, de ge- pensionneerde kapiteins, met tilulairen rang van majoor der Infanterie, B. Teensma, G. A. Vries en de gepensionneerde kapitein der Infanterie F. Kilian, allen van het leger in Nederlandsch-Indië A. benoemd bij het Reserve-personeel der landmacht tot res.-le luitenant bij hun tegen woordig korps I. Bij het "Wapen der Infanterie, a. met in gang van 9 Augustus 1919, de res.-2e luiten. M. A. J. H- Kruijtzer van het 13e, J. H. Stal- fogrt van het 17e, G. Kruijs van het 7e, A. v. Zoelen van het lc, A. te Velde van het 4e^ H. G. Hootsen van het 20e, A. G. J. y. Jngen van het 18e, A. B. A. van Heus den van^het 6e, E- G. Tobi van het 2e, J. J. Tenvminok van het 3e, "W. van "t Hoog van het 17e, G- v. <1. Held, van het 21e, J. H. Jonas van het 22e, W. R- Smits en J. II. B. Kernkamp beiden van het 21e, G. H. C. Hart van het 3e, M. J. Bos van het 21c, dr. A. A. J. Dirveu van het 17e, H. v. d. Bok en W. P. J. v. Oirschot,; beiden van het 3e, A. J. C. Nugteren van liet 17c gedeta cheerd bij het leger in Ned.-Indië, G. A. ten Hoopen, van het 3e, A. B- II. van Riemsdijk, van het 17e. A. J. Heken en E. H. Schippers beiden van het 3e, D. C. v. d. Waal van het 21e, J. Siebenga van het 22e, P. J. L. v. He men en H. R. Hoetink, beiden van het reg. jagers, R. B. de Boer van het 22e, A. S v. d. Zwan, van het reg. grenadiers, J. W. de Groot van het 21e, J. C. Versluys van het 3e, C. Maathuis van het le, H. J. J. M. Lips van het 3c, A. L. A. van Dimmelen \an het 22e, H. van Hoorn, van het 2e, E. R. Peters van het 3e, J. Anema, van het 2de, J. H. van der Bend van het 22c, J. Schol, J. Valle en F. C- W. Koker, allen van hl 21ste reg. b. mei ingang van 14 Augustus 1919 dc re- serve-tweede-luilenants I. Noteboom, van het 3e, K. W. Koop van het 1ste reg.; II. bij het wapen der artillerie a- met ingang van 9 Aug. 1919, de reserve- tweedc-luitenants J. J. Noest, van hel 3e reg. veld-artillerie, J. P. Slooft, van het 1ste reg. vesting-artillerie, J. H. Hoog van het 3e reg. vest-art.., S. L. Groenewoud, van het le reg. vest.-art., mr G. H. E. Nord Thomson, J. bi- Bijvoet en W. Vrijlandt, allen van het 2c reg. vest.-art- C. de Bouvrie, van het 3de reg. vest- art., J. W. van der Sande, C. J. de Gruyter H. R. Stoett, H. T. Asser, A. Tuytel, J. Jacobs, en L. Kloek, allen van het 2e reg. vest -art., H. J. Siegmund van het korps pontonniers, Accountant en Leeraar M. 0. Boekhouden; Anna Paulowiialaan l.[ Opmaken van Balansen en verdere AcconntantAwerkzaamliedei». H. U. S. "Weiland van het 2c reg. vest.-art., mr. S J. Pit, Jhr. J. F. van Benthem van den Bergh en J. C. van de Velde, allen van het le reg.-vest.-art, R P. Wccrsmn en P. M. van Sermondt. beiden van het 3e reg. vest.- art., B. A. Sanders, van het korps pontonniers; b. met ingang van 11 Augustus 1919, de re serve-tweede luitenant N. C. Visser van het 2e reg. vest.-mt.; III. bij de infanterie dor landweer o. met ingang van 11 Augustus 1919 de re- serve-tweedc-luitenants F. A. M. J. Bergman, van het 35ste bataljon, mr. J. G. Steneker, van het 22e bat-, II. Kingma, van het lc bat., C. Drinkwaard van het 35ste bat., J. L. Kuypers van het 14e bat., P. H. A. van Lis, van het 3-le bat., L. M. J. H. Ilollman, van het 4Se bat., J Offerhaus, van het 22e bat,; b. met iitgang van 1 Augustus 1919 dc re- serve-tweed-iuilenarit P. M. J. Daverveldt, van het 40e bat.; c. met ingang van 19 Augustus 1919, de re- serve-tweccle-luitenanls A. G. II. Nurks, van het 31e bot. N. Kapper, van het 27c bat..; B. lijdelijk benoemd bij het reserve-perso neel der landmacht, bij de artillerie der land weer met ingang van 26 Augustus 1919 tot re- servc-teersile-luilenant, de tijdelijk benoemde reserve-twecde-luitenanls J M. Linkstok, en C. J. B. Doude van Troostwijk, beiden van de artileric der Landweer. De minister van Koloniën, de heer Idenburg, zal dezer dagen met een buiten- landsch verlof voor den tijd van drie maan den de residentie verloten, gedurende dien tiid zal, van morgen af, het beheer van het departement van Kolo niën worden waargenomen door minister Ruys de Beerenbrouck. Minister Idenburg met ver- 1 o f. Naar wij vernemen, houdt het buiten- landsch verlof van den minister van Kolo niën verband met diens gezondheidstoe stand. Minister Idenburg moet zich name lijk reeds eenigen tijd ovenverkt gevoelen, zoodat rust gewenscht scheen. Vandaar dat de minister voor drie maanden naar het buitenland vertrekt. Reden tot eenige onge rustheid aangaande 's ministers gezondheid is er echter niet. Onz« gêiant te Braistl. Naar wij uit goede bron vernemen zijn alle berichten omtrent een plaats gehad heb bende benoeming van een gezant te Brussel ter vervanging van Jhr. mr. H. van Weede als voorbarig te beschouwen. Onze gezant bij het Vaticaan, jhr. mr. O. F. M. van Nispen tot Sevenaer is hier ter stede met verlof aangekomen om tot onge veer half September in ons land te veoeven. De consul der. Nederlanden in afge- meenen dienst, de heer Th. J. de Meester, is tijdelijk werkzaam gesteld aan de directie van Economische Zaken van het ministerie van Buitenlandsche Zaken. rir verband met de uitzending van den vice-consul der Nederlanden in algemeenen dienst de heer W. A. A. M. Daniels naar Smyrna, ten einde belast te worden met de tijdelijke waarneming van het consulaat-ge neraal aldaar, zal genoemde heer voor be langhebbenden te spreken zijn op Dinsdag 19 dezer, voormiddags tusschen 1012 en namiddags tusschen 2—4 uur aan de direc tie ven Economische Zaken van het ministe rie van Buitenlandsche Zaken. lVederland en België. De correspondent te Parijs van de N. R. Ct. seint: De Belgische delegaiie, die hier voor de commissie tot herziening van de tractaten van 1839 haar opvattingen uiteenzet, moet zich houden aan de grenzen, die er aan ge geven- zijn door de vredesconferentie in haar besluit van 4 Juni, waarin gezegd is, dat er bij de onderhandelingen van Neder land en België geen sprake kan zijn van gebiedsafstand, noch van internationale servituten en dat de kwestie van de water wegen tusschen Nederland en België afzon derlijk behandeld moet worden. De Belgische afvaardiging heeft verklaard overtuigd te zijn, dat zij in haar conclusies deze grenzen niet te buiten is gegaan. De conclusies, die zij thans voorstelt, komen op het volgende neer: Terwijl minister Hymans vroeger sprak van attributen van soevereiniteit op de Schelde en het kanaal Gent—Terneuzen, spreekt nu de Belgische afvaardiging van het beheer (maitrise) over die wateren, op dat België in staat gesteld zou worden alle werken uit te voeren, die door België op die wateren noodig geacht worden en zoo noo dig op het oevergebied. België zou zich dan belasten met de bebakening, de verlich ting, den loodsdienst, de draadlooze tele grafie, de afwatering van Zeeuwsch-Vlaan- deren, enz. Wat betreft de verbinding van België met het achterland en den Rijn, wenscht de Belgische delegatie uitbreiding van een kanaal door de zoogezegde enclave van Maastricht en beheer van dat gedeel te van het kanaal door België; vervolgens een door België beheerd Rijn-Maas-Schel- de-kanaal, beheerd door België en corres- pondeerende spoorwegverbindingen; een economische overeenkomst betreffende het vervoer door Limburg en ten slotte het aan leggen van een kanaal AntwerpenMoer dijk. De politieke en militaire verlangens ko men neer op een militaire conventie voor de gemeenschappelijke verdediging van Limburg en openstelling van de Schelde in tijd van oorlog voor de schepen van België en zijn bondgenooten. nister. De Standaard is dus blijkbaar ge heel verkeerd ingelicht." C. J. K. van Aalst. Naar wij ver nemen is de heer C. J. K. van Aalst, pre sident der Nederlandsche Handel Maat schappij door de Fransche regeertng be noemd tot groot-officier in de Orde van het Legioen \an Eer. Hij heelt deze onderscheiding gistermid dag in het gebouw der Fransche legatie ont vangen uit de handen van den zaakgelas tigde den heer Prévost. De ei'kelier. Een Rëtïéberlcht meldt, dat Bonar Law in bet Lagerhuis in antwoord op een vraag betreffende het rechtsgeding tegen den er- keizer of stappen bij de Nederlandsche re geering gedaan zijn, heeft gezegd, dat hij- niets kan toevoegen aan hetgeen reeds gezegd was over dit onderwerp. Op het laatste ge deelte van de vraag was het antwoord ont- kennend. Jter. de SaTornla SLohsannea do activisten. Naar aanleiding van de bewering ven de (Belgische) „Standaard", als zouden de Sa- vornin Lohman en A. Kuyper op de hand der activisten zijn geraakt en zou door hun tus schenk om st de heer van Vollenhoven niet tot Nederlandsche gezant in Brussel zijn benoemd, schrijft jhr. mr. A. F. de Savornin Lohman het volgende in de „Nederlander „Het ligt natuurlijk niet op mijn weg dat gene wat het Belgische blad omtrent de uit geweken activisten meldt, met wier hande lingen ik totaal onbekend ben, te weerleg gen. Wel kan ik zoo beslist mogelijk tegen spreken, dat Minister van Karnebeek niet ongevoelig schijnt le zijn aan de tusschen- komst van mij over die van anderen Van ik mij niet uitloten, omdat ik daarvan abso luut niets weet of dat ik op de hand van de activisten zou zijn geraakt. Noch met de al- of niet benoeming van den heer Van Vollenhoven, noch met de activistische be weging in België heb ik mij ooit bemoeid, veel minder nog met het oog daarop, in vloed trachten uit te oefenen bij eenigen Mi- Sc'hatkistpapier. Bij Kon. Be sluit van 9 Augustus 1919 (Staatsblad no. 535) is de minister van Financiën gemach tigd tot de uitgifte van schatkistbiljetten en schatkistpromessen tot een gezamenlijk be drag van honderd twee en negentig millioen gulden 192.000.000), waarvan drie en zeventig millioen gulden 73.000.000) op de Middelenwet 1918, twee en zeventig mil lioen gulden 72.000.000) op de Midde lenwet 1919 en zeven en veertig millioen gulden 47.000.000) op de Wet voor het Indisch kastekort 1919 zjjn aan te wijzen. De rente der uit te geven schatkistbiljet ten wordt, zoolang daaromtrent niet anders is beschikt, bepaald op 4M pet. Raden van Arbeid. Dezer dagen is de Koninklijke goedkeuring aangevraagd op de statuten der „Vereeniging van Voor zitters van Raden van Arbeid", waartoe alle 39 voorzitters dier Raden zijn toegetreden. Volgens de statuten stelt de Vereeniging zich ten doel de behartiging van de gemeen schappelijke dienstbelangen en de bevorde ring van de richtige uitvoering van de wet ten, betreffende de sociale verzekering. De Vereeniging houdt hare vergaderingen te Utreoht. Het bestuur der Vereeniging is samenge steld uit de heeren mr. W. H. M. Werker, voorzitter; jhr. mr. E. B. F. F. Wittert van Hoogland, onder-voorzitter; C. J. van der Hegge Spies; I. G. Keesing en Th. W. teNuyl onderscheidenlijk voorzitters der Raden van Arbeid te Amsterdam, 's Gravenhage, Rot terdam, Zaandam en Deventer. Eedsaflegging in eigenlan den. De minister van Binnenlandsche Za ken heeft aan Ged. Staten van Gelderland meegedeeld, dat het oudste aanwezige lid in jaren bij ongesteldheid, afwezigheid of ont stentenis van den burgemeester, op 2 Sept. a.s. krachtens art, 77 tweede lid der Ge meentewet als voorzitter van den raad optre dende, en aldus het raadslidmaatschap aan vaardende, in eigen handen de voorgeschre ven eeden aflegt en vervolgens de overige raadsleden beëedigt Eedsaflegging door den voorzitter in eigen handen is voor de raadsvergadering geen in stituut, dat uitgesloten is te achten door art. 39 der Gemeentewet Zij vindt eveneens plaats, wanneer de burgemeester voorzitter van den raad tot raadslid benoemd deze laatste functie aanvaardt. Een verboden I Mef-optocht. Antwoord van den Minister van Oorlog ten vervolge op de beantwoording van de vragen van den heer L. M. Hermans be treflende het weigeren van vergunning tot het houden van een optocht op 1 Mei j.l. aai* het afdeelingsbestuur van de S. D. A. P. te Arnhem. In aansluiting aan mijn brief van 4 Juli 1919, no. 227, deel ik u mede, dat neder bekomen inlichtingen mij dringen het laatste lid van mijn antwoord op de vragen van het lid Hermans te wijzigen als volgt De officier, op wien de uitoefening van het militair gezag te Arnhem sedert dien was overgegaan, heeft vergunning verleend voor .den optocht op Pinkstermaandag, na dat gebleken was, dat de burgemeester van Arnhem met het oog op de strekking van den optocht daartegen niet het minste be zwaar had, doch ter wille van een gelijke behandeling een afwijzende beschikking in overweging had gegeven. B. en W. van 's-Gravenhage, hebben thans den gemeenteraad aangeboden een ontwerp-verordening op de heffing en in vordering eener straatbelasting. Tegenover de goede redenen, welke plei ten voor de heffing van een bijdrage in de kosten voor verharding en verlichting van de straten en voor de rioleering en het voordeel om naaml. vennootschappen en daarmee gelijk te stellen rechtspersonen in meer beteekenende mate in de gemeentelij ke lasten te doen bijdragen, zien ook B. en W. de daaraan verbonden bezwaren niet over het hcofd. In het bijzonder erkennen zij de mogelijkheid, dat de straatbelasting door de eigenaren, van wie zij wordt geheven, wordt verhaald op de huurders door verhoo ging der huursom. B. en W. hebben in hun ontwerp getracht aan dit bezwaar zooveel doenlijk tegemoet te komen door perceelen, bewoond door de minder draogkrachtigen, niet of lager te belasten. De vermoedelijke opbrengst der straatbelasting zal ongeveer 575.ÖOO per jaar zijn. Voorts hebben B. en W. den raad aange boden een nieuwe verordening op de hef ing van leges en een daarbij behoorende invorderingsverordening, welke beoogt een betere regeling van bet voltrekken van huwelijken mogelijk te maken en verder de tarieven voor het verkrijgen van stukken en bescheiden ter gemeentesecre tarie meer in overeenstemming te brengen met den kostprijs. De gestadige aanwas van het getal der per jaar voltrokken hu-B .welijken (welke getal in 1878 was: 895, inten, waarvan de voorbereiding werd opge< 1888: 1159, in 1898: 1397 in 1908: 2058, in 1912: 2481 en in I9!8: 2335). Is het meest merkbaar op de Woensdagen en de Vrijdagen, als van des v.m. 10 uur tot des middags 12 uur gelegenheid wordt gegeven voor kostelooze huwelijksvoltrekking. Met het oog op deze toeneming stellen B. en W. thans in de ontwerp-verordening voor, één bepaalden dag aan te wijzen voor hu welijksvoltrekking onderscheidenlijk tegen een recht van 15.en van 30.Voor het eerste geval ware de Woensdag en voor het tweede de Vrijdag te bestemmen. Ver der is het wenschelijk gebleken voor perso nen, die ongaarne gebruik willen maken van de kostelooze huwelijksvoltrekking en, hoewel niet ongenegen tot betaling van eenig recht, bijv. 5.—, bezwaarlijk hel thans als minimum bepaalde recht voor bij zonder trouwen zouden kunnen voldoen, de gelegenheid open te stellen om te worden getrouwd in groepen van een beperkt aan tal bijv. ten hoogste zes paren. Ten slotte wordt voorgesteld het tarief voor der Donderdag (het hoogste tarief, dat thans 60.'is) te bepalen op 100. Leening gemeente Eindho ven. Bij de firma Arnold Gilissen Co., de Credietver. De Hanzebank (Centrale Bank) en de firma Lentjes Drossaerts, is op 19 Aug. o.s. de inschrijving opengesteld op de uitgifte van 1.650.000 5'-.' pet. obli- gatiën ten laste der gemeente Eindhoven, verdeeld in 1200 coupons van 1000 en 900 van 500, tegen den koers van 99 pet. De storting zal moeten plaats hebben op 1 Sept. 1919, ten kantore van inschrij ving. Bioscoop en onzedelijkheid. In de raadsvergadering te Monnikendam kwam aan de orde een adres van het raads lid Joh. Oosterbaan, houdende verzoek o het gedeelte gemeentegrond, waarop de barak van het Witte Kruis, in erfpacht te mogen hebben. De voorzitter deelde mede, dat de heer Oosterbaan, die eigenaar van de barak is geworden, dit gebouw wil inrichten voor bioscoop. De heer Oosterbaan deelde mede, dat hij tot dit plan was gekomen, om dat in de gemeente geen gelegenheid voor amusement is en op deze wijze daar nu in kan worden voorzien. Het is de bedoeling van adrssant om steeds goede films te veï- toonen en de burgerij in de gelegenheid te stellen, deze voor weinig geld te kunnen zien. Eenige raadsleden verklaarden ?;^h tegen het verzoek, omdat zij van me*- zijn, dat de bioscoop de onzedelijkheid zeer bevordert, waarvoor gewaakt dient te worden. Een der leden meende, dat, waar fn dit geval de bioscoop buiten de bebouwde kom van de gemeente kwam te staan, dit bij het uitgaan ook aanleiding tot onzede lijkheid zou geven. De voorzitter merkte nog op, dat de bios coop vaak nuttig werk doet en dat toch op de te vertoonen films toezicht kan worden gehouden, ook bij het uitgaan van de bios coop. De gemeenteraad besloot echter bij meer derheid van stemmen, afwijzend op het ver zoek te beschikken, op grond dat de bios coop de onzedelijkheid in het Zuiderzee stadje zou bevorderen. De S. D. A. P. en de Wethou derszetels. Men meldt uit Rotterdam aan het Hbld.: Wij vernemen, dat de drie partijen ter rechterzijde in onzen gemeenteraad afwij zend hebben beslist op het verzoek, tot haar door de S. D. A. P. gericht tot samenwer king in de wethouderskeuze op een door d< S. D. A. P. te ontwerpen program. Congres tb» de S. F, Onder voorzitterschap van den heer H. Kolthek, lid van de Tweede Kamer, hield de Socialistische Partij j.l. Zondag een huishou delijk congres in een der zalen van „De Kroon" te Amsterdam. Van de 17 afdeelingen der partij waren er 10 vertegenwoordigd door 23 afgevaardig den. Het partijbestuur van de S. P. was geheel aanwezig op één lid na. Van de ofdeeling Amsterdam waren ver schillende leden als belangstellenden in de al. Als gast was voorts aanwezig de heer J. de Veen, lid van den gemeenteraad te Enk huizen, die vrijwel op hetzelfde standpunt staat als de S. P. Het voornaamie doel van dit congres was de vaststelling van het gemeente-program, nu de S. P. aanstonds door een 20-tal afge vaardigden in een 12-tal gemeenteraden zal zijn vertegenwoordigd. Een door een voor dat doel benoemde commissie had een ont- werp-program ontworpen, dat na uitverige besprekingen met enkele kleine wijzigingen met algemeene stemmen werd goedge keurd. Buiten het gemeente-program om werd de tactiek ten opzichte van de aanvaarding van directe en indirecte verantwoordelijkheid or dit oogenblik besproken. Na uitgebreide discussie, meende de over- groote meerderheid, dat de partij in het hui dige tijdsgewricht geen verantwoordelijk heid kan aanvaarden en dus noch wethou* derszetcls zal aanvaarden, noch medewer ken aan de verkiezing van wethouders. De afgevaardigden zullen daarentegen wel deelnemen aan de Raadscommissies, be doeld in art. 54 van de Gemeentewet en daarin ook zitting nemen. Het aanbod van de Communistische Partij, om samen één Nationaal Adviesbureau voot Kamer-, Raad- en Statenleden te vormen^ door het toevoegen van een paar vertegen* woordigers van de S. P. aan een bereids door de C. P. gesticht Adviesbureau, werd door het congres niet aanvaard. De S. P. zal een zelfstandig Bureau stich*

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 2