l M.H.van Raaite
Kantoorboekhandel en Drukkerij
B. KRAMER, Langestraat 65 Amersfoort.
ZIE ONZE ETALAGE VAN KANTOORBOEKEN,
AFD. CONFECTIE.
Middenstand en zijn instituten.
Langestraat 37.
AFD. LlNfiwiL
COMPUTE HÜWELIJKS-UITZETTEH.
BABY-ARTIKELEN,
UITRUSTINGEN - PYAMA'S.
BLOUSES - PEIGNOIRS ROKKEN.
KAARTSYSTEMEN EN LOSBLADIGE BOEKEN.
De Banketbakkerij.
De Schoenmaker.
Veranderde tijden.
Nu in de laatste weken zoo dikwijls over
den Middenstand wordt gesproken, heb ik
gemeend, hierover ook een wqordje te moe-
'ten meepraten en zal ik aanvangen met te
verklaren, dat het een verblijderyl teeken is,
dat ook de Middenstand gaat inzien, dat hij
ziek moet aaneensluiten. De oorlog, die
^heel veel wee over Europa heeft gebracht,
i is gelukkig gedaan en alhoewel er veel leed
)is geleden, is er toch ook een lichtzijde en
wel deze, dat men door den oorlog meer tot
elkaar is ^gekomen doordat door verschil
lende maatregelen het vrije handelsverkeer
.geheel werd vastgelegd, waardoor het den
Middenstand niet gemakkelijker werd ge
maakt Gelukkig zijn verschillende instellin
gen tot stand gekomen door de organisatie
van den Middenstand en doet het mij een
genoegen, in de eerste plaats te kunnen
noemen de Middenstands Crediet-
•banken. Deze banken, het eerst ontstaan
in de Gemeente Groningen, waren opge
richt met het doel, den kleinen zakenman
1 te helpen en te steunen.
Bij de oprichting dezer banken dacht men,
dat het een philantropisch karakter had, het
geen niet goed zou zijn. De credieten, wel
ke werden gegeven waren te klein en be
droegen ten hoogste 1000.hetwelk al
spoedig werd veranderd in 5000.en la
ter in 25,000.terwijl de Middenstands
Credietbank te Amersfoort thans credieten
verstrekt tot onbeperkte bedragen.
Het middenstands-credietwezen heelt een
zeer groote vlucht genomen in ons land en
zijn vele middenstanders met al hun zaken
bij hun eigen credietbank aangesloten. Nu
ik toch spreek over de middenstands-crediet-
bank te Amersfoort, wil ik nog gaarne aan
stippen, dat juist deze dagen de koninklijke
bewilliging is verleend op hare statutenwij
ziging. Deze wijziging houdt o.m. in de ver
grooting van het maatschappelijk kapitaal
tot ƒ300,000.en de bepaling, dat aan
aandeelhouders, in plaats1 van 5 procent di
vidend, voor zooveel mogelijk 6 procent zal
worden uitgekeerd. Verder is bepaald, dat
deposanten en credïetnemers al of niet
aandeelhouders zijnde in de overwinst
deelen. Daar de Mddenstands Credietban-
ken geen credieten verleenen zonder zeker-
waren al'e grondstoffen van- prima kwaliteit
tegen zeer billijke prijzen te bekomen. Hoe
-geheel enders werd dit echter door de nij
pende oorlogstoestanden. Naarmate de oor-
logsdwir verlengde, werden ook de moeilijk
heden in dir vak steeds meer en meer ge
voeld.
Zoodra de brood-distributie in werking
trad, werd ook de banketbakkerij, ten op
zichte van de bloem aan banden gelegd,
ten gevolge van de zeer verminderde bui-
tenlandsche aanvoeren.
Langzamerhand had men zich tot het ver
krijgen der diverse ingren-enten tot de ver
schillende regeer ingslicl e men of tot de Ne-
derlandsche Overzee Tr.istmaatschappij te
wenden Deze grr r dsrrffen werden toege
wezen naar aanleiding van den aangetoon-
den omzet van vorige jaren. Niettegenstaan
de deze bureaux stagnaties veroorzaakten,
werd het bedrijf toch gaande gehouden.
Het Ministerie van Landbouw, Nijverheid
en Handel liet in 1917 door het geheele
land een onderzoek instellen naar de hoe
veelheid bloem, noodig voor de banketbak
kerijen en biscuitfabrieken. Naaj* aanleiding
van deze enquête, werd het bloemrantsoen
op 50 prcent van het verbruik in normale
tijden gesteld. Een geheel stopzetten van
de twee bovengenoemde bedrijven zou het
broodrantsoen niet beduidend kunnen ver-
hoogen, bovendien zouden daardoor dui4
zenden arbeiders plotseling broodeloos wor
den.
De benoodigde bloem voor de banketbak
kers wordt momenteel nog steeds door de
regeering maandelijks verstrekt, toch wordt
alles weer geleidelijk in normale banen ge
leid, naarmate de aanvoer der buitenland-
sche grondstoffen weder toeneemt.
De prijzen van alle artikelen in de ban
ketbakkerij zijn reeds aanmerkelijk gedaald,
daarbij komt nog, dat tegenwoordig in de
betere soorten grondstoffen sneer te verkrij
gen is, en thans niet meer tegen -die absur
de prijzen, al^die in het laatste gedeelte
van den oorlog werden betaald.
Niettemin zijn er nog andere zeer belang
rijke factoren, die de prijzen niet zoo ge
stadig kunnen doen dalen ,om tot een toe
stand als voor vijf jaren terug te keeren. De
aardig werken. Hadden wij met de kennis
geving oen verklaring gegeven van de ook
in ons vak, veranderde omstandigheden,
hoe ingrijpend de tijdgeest huisgehouden
heeft in onze. innerlijke verhoudingen, dan
zouden wellicht de weidenkenden niet vij
andig staan tegenover hem die van deze din
gen kennis gaf, maar dit is niet het geval.
Toch is het publiek van één ding voldoen
de op de hoogte; van het zeer dure en moei
lijke leven* Vooral een zeker deel van het
publiek heeft het zwaar te verantwoorden.
Ambtenaren, gepensionneerden, de klei
ne rentenieren en allen die van een beperkt
Inkomen moeten leven, maken ontegenzeg
gelijk een zeer moeilijken tijd door. Hunne
inkomens zijn of in 't geheel niet, of niet in
verhouding tot de behoeften verhoogd. En
waar men nu gewend is aan ontzegging van
lusten en, hoe dwaas of het ook klinke, het
moet worden neergeschreven het schoen
makersvak als een noodzakelijk kwaad be
schouwende waar men veel gemakkelij
ker 25 uitgeeft voor een mooie hoed of
60 voor een costuum in den normalen tijd
dan 12 voor een paar schoenen of 2
voor het maken van een paar 1ste klas zoo
ien en hakken, voelt men nu aan- den lijve,
dat het zoogenaamde kwaad één van de eer
ste levensbehoeften is, die niet kan worden
ontbeerd, nu wordï nog met nog meer tegen
zin dan vroeger dat „weggesmeten geld"
neergeteld.
Waar men nu geneigd is zich (al is het
ook mopperend) te schikken in het onver
mijdelijke, in dit speciale geval wil men dat
niet, om de doodeenvoudige reden, dat men
gewend is geraakt den schoenmaker niet
mede te rekenen.
Dat bedrijf werd uitgeoefend door men-
schen die zich aan de Tafels van de samen
leving vasthielden, de een wat steviger dan
de ander, maar aan den buitenkant waren
zij toch allemaal, die bovendien er de eigen
aardige gewoonten op na hielden, tot voor
enkele jaren om elkander en daarom zich
zelf zooveel mogelijk de kans te ontnemen
op een dragelijk bestaan. Er is geeft vak
denkbaar waarin de wangunst en concurren-
tienijd, de onderlinge naijver en domme zelf
zucht grooter verwoesting hebben aange
richt, dan in het schoenmakersvak. De vak-
ÖYrYYYYYYYYYVYVYY^rnrvyyYY«
ontevredenheid neemt met den dag toe. De
leiders worden lijders, en het naar den
schijn overwinnende proletariaat heeft nog
nooit zoo'n nederlaag bevochten.
De eenïge die er bij wint, is het. „Groot
kapitaal", met dat al gaat dus ons vak mede
in dien wossenden vloed. De grondstoffen
duur leder 4 maal den prijs van voor den
oorlog arbeidsloon hoog, bedrijfskosten
stijgende, huishuur steeds hoog er, belasting
druk zwaarder, wettelijke bepalingen immer
knellender, dus wil de schoenmakerspatroon,
(verstaat wel, geen zelfstandige schoenma
ker) zijn zaak drijvende houden, moet hij bij
zijn prijsberekening voor zijn werk met al
deze dingen rekening houden. En doet hij
dat en gebruikt hij daarbij beste grondstof
fen, maakt hij zijn werk zooals dit voor een
goed vakman mag worden geëischt, dan zijn
de prijzen, die hij thans wel genoodzaakt is
te stellen, niet te hoog te noemen. Men
verwan n.aar al te vaak de begrpipen „duur"
en „veel geld."
De schoenmakerspatroon kan nog wei
niet verdienen wat éen opperman in een an
der vak verdient maar is in ieder geval veel
wordt daarvan een kleine ruimte afgestaan
voor woning, zelfs heeft dit ten gevolge, daL
menig winkelier zich genoodzaakt ziet bui
ten zijn zaak te gaan wonen.
Vroeger kon men volstaan met achter een
raam met 6 kleine ruitjes zijn artikelen ten
toon te stellen, thans étaleert men achter
groote spiegelruiten van meters oppervlakte
en de op handen zijnde étalage-weds" zal
duidelijk aantoonen, welke eischen aan den
modernen winkelier gesteld worden om zijn
waren onder de oogen van het publiek ie
brengen.
De onkosten en de risico van het bedrijf
werden hierdoor uit den aard der zaak aan
merkelijk vergroot en het is dus niet te ver
wonderen, dat de winkelier en de zakenman
in het algemeen er op uit waren hie; van een
behoorlijk overzicht te bekomen. Het zoo be
kende bord, waarop volgens de booze wereld'
met „dubbel krijt" werd geschreven, en de
lel van den winkelier hadden afgedaan en'
maakten plaats voor meer moderner gerief.
Hierover een korte uiteenzetting te geven
is het doel van dit artikel.
Iedere moderne zaak houdt rekening met
de vraag van z'n publiek en tracht zich aart
te passen aan de veranderde tijden. Zoo ging
het ook den kantoorboekhandelaar er. den
kantoorboekenfabrikant. Na het bord met het
krijt en de lei volgde eenvoudige administra-
tiën. Het kasboek, in- en verkoopboedebi
teuren- en crediteurenboek met enkele bij*-
boeken vormden de reeds zeer veel verbe-
beterde administratie, in de levering waar
van de kantoorboekhandelaar een behoorlijk
ke bron van inkomsten vond. He: was echter
maar een klein gedeelte der zaken dat hier-
toe overging, en velen bleven in de oude
sleur nog voortwerken. Van controle was in
de meeste zaken dan ook nog geen sprake
en het maken van fouten was aan de ordd
van den dag. De oorlog met z'n beruchte^
O. W .-belasting bracht hierin echter eeriQ
aanmerkelijke verbetering en menig zaken-,
man zag zich genoodzaakt, wilde hij zekefl
zijn van een juisien aanslag, een behoorlijke
administratie te gaan voeren.
Amerika, het land der vooruitgang en van
heid en door de banken inzage der boeken
kan worden geëischt, moet ik wijzen op het
nut en de groote noodzakelijkheid eener
boekhouding voor den middenstand. Is men
niet in staat zelf zijne boekhouding te voe
ren. of heeft men geen gelegenheid haar
geregeld bij te houden, zoo kan men zich
vervoegen tot het Bureau van Boek
houding, hetwelk te Amersfoort is ge
vestigd en een onderdeel uitmaakt van de
Middenstands Credietbank. Houdt men niet
goed boek, dan leert men zijn zaak niet ken
nen en zal hard werken ook niet baten. Het
is bij vele middenstanders treurig gesteld
mei de boekhouding, niet alleen bij de klei
nen, doch ook bij vele grooten. Het is niet
de bedoeling, dat iedereen op uitgebreide
wijze zijn boekhouding voert, doch naar om
vang zijner bekendheid alsmede omvang zij
ner zaak. Het genoemd bureau van boek
houding kan hier dus bemiddelend optre
den. Voorts kan ik nog wijzen op de
Algemeene Borg-Maatschappij
voor den Middenstand, welke is opgericht
om borg te blijven voor die credieten, wel
ke niet door persoonlijke of zakelijke zeker
heid zijn gedekt, daar de middenstands-
credietbanken, zooals hiervoor reeds ge
zegd, alsnog geen blanco credieten mogen
verleenen. Er moet bij het verleenen van
crediet niet alleen aan de belangen van den
credietnemer, doch zeer zeker ook aan die
van den deposant worden gedacht. Al de
hier genoemde instellingen laten U duide
lijk zien, wat een kracht er van organisatie
kan uitgaan en daarom wek ik alle niet-ge-
organiseerde middenstanders op, zoo spoe
dig mogelijk zich te organiseeren, opdat ook
de onderlinge verhoudingen beter worden,
die zeer noodzakelijk zijn.
Het Bestuur van de Middenstandsvereeni-
ging „Handel en Nijverheid" geef ïk in
overweging de s.s. wintercampagne met fris-
schen moed aan te vangen en zich in ver
binding te stellen met de verschillende vak
organisaties. Ik twijfel niet, of deze samen
werking zal niet alleen in het belang zijn
van genoemde vereeniging, doch ook van
den geheelen Amersfoortschen Midden
stand.
A. H. MARTENS.
Onder de verschillende bedrijven, is het
ieer zeker ook de banketbakkerij, welke de
nadeelige gevolgen van denzen wereldoor
log ten zeerste heeft gevoeld.
Voor een vijftal jaren kocht elke banket
bakker voor geld en goede woorden, wat hij
wilde, bij ieder quantum en iederen leve
ringstermijn, zooals hem dat het voordee-
Ugst en gemakkelijkst voorkwam.
Doot de enorme wereldproductie en ge-
tegelde aanvoeren uit overzeesche landen,
steenkolenprijzen zijn momenteel nog ruim
vijf maal zoo hoog als vóór den oorlog.
Vroeger kocht men een waggon van 10,000
K.G. prima Duitsche kolen of briketten, in
clusief de vracht, voor circa 120, terwijl
thans voor industriekolen ƒ5.95 per 100
K.G. wordt betaald, d. i. dus voor 10,000
K.G. ƒ595 en nu nog niet eens rekening
houdend met de veel mindere kwaliteit der
Limburgsche kolen.
De verschillende grondstoffen zijn thans
nog varieerend van 100 tot 400 procent
duurder dan voorheen. Ook zijn, evenals in
alle bedrijven de loonen ook aanmerkelijk
verhoogd, in 't bijzonder die van het gehuw
de personeel, met het oog op den verhoog
den levensstandaard, terwijl de arbeidstij
den successievelijk zijn verkort.
Zeer velen, voornamelijk in regeerings-
kringen, houden zich bezig met het alge
meene duurte-vraagstuk, ongetwijfeld een
moeilijk probleem om in afzienbaren tijd op
te lossen.
Zoodra alle bedrijven weder intact zul
len zijn gekomen en de groote verscheiden
heid van handelsproducten meer en meer op
de markt verschijnt, dan zuTlen natuurlijk
de prijzen -daarvan grcotendeels gebaseerd
zijn op de wet van vraag en aanbod, die de
markt op peil houdt. Kunstmatige prijsop
drijving is en blijft altijd tijdelijk en staat
dus altijd wankelbaar. Voor alles is een ze
kere tijd noodig, evengoed als tijdens den
oorlog de prijzen van alle artikelen stegen,
naar gelang de vraag bet aanbod overtrof,
zal ook nu tijd noodig zijn om weder de pro
ductie hooger te kunnen opvoeren, en het
geen dan tot gevolg zal hebben dat ver
schillende artikelen, dus ook de lekkernijen,
weder onder ieders bereik komen.
A. J. v. Z.
Wanneer mij gevraagd wordt een over
zicht te geven van het verleden, heden en
de toekomst in het schoenen- en daarmede
in verband staande schoenenreparatievak, is
zulks voorwaar geen kleine zaak. Bang dat
ik de gemoederen nog meer als thans het
geval is in opstand breng, want de critiek
waar heden ons vak en de daarmede in ver-
Lt.nd staande reparatie-prijzen aan onder
worpen is, kan niet anders als afkeurens
waardig gekwalificeerd worden. En om het
laatste te bevestigen dient het volgende:
Toen het bekend werd, dat belanghebben
den in het schoenmakersvak rich organi
seerden en met het oog op de steeds stij
gende grondstoffenprijzen, de schoenen en
reparatiewerken verbooging moesten -onder
gaan, werd deze billijke verhooging door het
publiek als een oorlogsverklaring opgevat.
Wat dus op zich zelf onschuldig is, kan, ver
keerd toegepast of uitgevoerd, zeer kwaad
kennis nam gaandeweg af en hield gelijken
tred met het naar beneden gaan van den
prijs voor het werk. Over het geheele land
was het den domsten bcrer bekend dat een
paar manszolen en achterlappen 1.40 kost
ten en dat hij die 1.70 durfde rekenen een
zeeT dure schoenmaker werd genoemd.
Vooral in steden als Amersfoort was de
groote vijand van den schoenmaker: de
schoenmaker. Duizendvoudig heeft het zich
voorgedaan dat in een nieuw wijkgedeelte
van de stad een jonge nog energieke man
zich vestigde als schoenmaker en wanneer
na maanden van hongerlijden en zwaren
strijd tusschen. zijn moed en geldelijke nood
het hem gelukte zooveel werk tot zich te
trekken dat hij van 's morgens vroeg tot in
den nacht werkend den kost voor de zijnen
kon ophalen, dat een ander werd aangetrok
ken door dat late werken; een teeken dat
er veel werk was en alleen om veel werk
(verdienste kwam er niet op aan) was het te
doen. Die ander, die dan enkele huizen ver
der neerstreek en als uitgangspunt voor
prijsberekening de prijs van zijn buurman
nam (welke laatste bij zijn prijs van 1.50
voor zolen en achterlappen maar een
schraal loon had) en onverschillig voor
hooge winst om het werk was het be
gonnen, daarom bij strooibiljet door de ge
heele wijk bekend liet maken, dat hij voor
1.30 prima prima werk leverde. Dat hij de
leerhandelaars straks niet betalen kon, deer
de hem al evenmin, om de doodeenvoudige
reden, dat hij dit eerst te weten kwam als
het te laat was. Zoo werd die fatale prijs
berekening het moordtuig dat de levens
ader van het vak af of doorsneed. Zoo werd
de laatste 50 jaren de schoenmakerij gelijk
aan een zich zelf verslindend reptiel. Daar
om is het den buitenstaander niet kwalijk
te nemen, dat hij met een zekere laatdun
kendheid op ons „kunstvak" neerziet de oor
zaak ligt bij den schoenmaker zelf.
Het zal echter, den weidenkenden buiten
staander niet onverschillig zijn dat de tijds
omstandigheden aan dezen noodtoestand,
niettegenstaande de tegenwerking van d^n
schoenmaker (want zijn conservatisme is
zoo groot) voor een groot gedeelte een ein
de hebben gemaakt.
Ook voor de arbeiders in het schoenma
kersvak, is de verkorte arbeidsduur van
kracht en dit komt den kostprijs van 't werk
buiten den wil van den schoenmaker ver-
hoogen. De tijd is voorbij dat een schoen
makersgezel voor 7 per week óók als
meesterknecht van 's morgens 6 tot des
avonds 9 uur en 's Zaterdags tot 1 uur bleef
werken. Voor de helft van dien werktijd en
meer dan het viervoud van dat loon verleent
hij schoorvoetend zijn diensten. En nog
zijn we> niet aan het eind van zijn eischen.
Het al te lange verdrukte volk, raakt het
hoofd kwijt; zij zijn els de kinderen, grijpend
naar d* vinger*, nemen «Ij de hand en de
vooruit op voorheen. Waar wij nu te gelij
kertijd leven in den tijd van algemeene or-
genisatie heeft ook gelukkig de schoenma
ker zijn belang begrepen en heeft zich ge
organiseerd, moet nu trachten door onder
ling overleg en overeenstemming het door
de tijd. omstandigheden hem in den schoot
geworpene te behouden voor de toekomst.
Met dien verstande echter dat wanneer door
meer economische bedrijfsinrichting, het
dalen van lederprijzen, een .goedkooper
kostprijs kan worden bepaald, dit van zelf
wel merkbaar zal worden aan den prijs bij
het publiek.
De schoenmaker zal het wel leeren van
de zijde van het kapitaal dat zich op het eer
tijds niet loonende bedrijf werpen zal. Dit
alles wist het publiek niet, wèl, dat ook de
schoenmakers georganiseerd zijn en lezen
de de advertentie redeneert het publiek al
dus: „De schoenmakers verdienen veel geld,
zij zetten ons af en willen dat blijven doen,
door de macht hunner organisatielfTT
Ik heb getracht 'door bovenstaand aan te
toonen dat het publiek verkeerd oordeelt. En
ik begrijp dat volkomen, vooral waar er door
verschillende personen wordt beweerd dat
voor 1.40 a 1.50 een paar beste kern
zooien zijn te leveren. Dat geeft natuurlijk
groote ontstemming en werkt zeer verwar
rend.
Het is dus de taak van ieder goed onder
legd schoenmakers-patroon, zijn klanten te
overtuigen, van zijn goed recht, om voor
goed werk een goede winst te verlangen en
eerst wanneer ook de scho wmeker weer
dopr verheffing van zijn vak (niet het minst
door het toenemen van zijn vakkennis) zal
2ijn opgenomen in de rij der geëerde kunst
vakken; ga hij over tot besprekingen over
interne aangelegenheden ook met de ge
mengde commissie voor levensmiddelen.
Maar <be tijd is er nog niet.
Hij komt zekerl
R. H. K.
Wanneer we ons, onverschillig in welke
branche we werkzaam zijn, eens eenige jaren
terug denken, dan zullen we onwillekeurig
uitroepen„Wat leven we toch in een an
deren tijd"! Ik stel mij zoo voor, dat dit al
de eeuwen door zoo geweest is en dat ieder
geslacht een dergelijke veranderde v'erkwij-
ze in zijn leven heeft kunnen waarnemen.
Toch maken wij wel een zeer bijzonderen
tijd mee, een tijd waarin alles streeft naar
vlugheid. Ook het zaken-doen heeft zich in
dien geest gewijzigd, en de eischen daaraan
gesteld zijn veel hooger dan voor eenige
jaren terug. Kon vroeger een winkelier vol
staan met een klein deel van zijn huis als
winkel in te richten, 'thans is het juist anders
om en is het geheele huis winkel en noode
druk zakenleven, bracht ons voor de admini
stratie wel veel nieuwigheden. Een paar dep
voornaamsten, welke een geheele omkeer
in de administratie brachten en voor menig-h'
een nog zullen brengen, zijn wel het kaart
systeem met daaraan zoo nauwverwant
v er ti c a al-r an gs ch ik s y s t e e m cn
het losbladige boek.
Een ieder die een klein beetje met admi
nistratie op de hoogte is, zal wei eens het)
bezwaar hebben ondervonden, om in een re-,
gister diverse personen, plaatsnamen, artike
len, zoodanig onder te brengen, dat ze bi}
de eerste oogopslag weer te vinden zijn.
Steeds kwam alles kris-kras door ei-ander
te staan en een klapper bracht maar een hal
ve verbetering. i
Het losbladige boek heeft hierin afdoende
voorzien. Deze boeken, welke bes'aan in ver
schillende systemen, hebben a'.len dit ge
meen, dat men door een bepaald mechanis
me in staat wordt gesteld een blad op eert
willekeurige plaats in ot uit te nemen.
Nemen we als voorbeeld een Debiteuren-
boek, dan springt oogenblikkelijk in t oog
het groote voordeel, dat men in staat is alle
debiteuren zuiver alphabetisch te rangschik"'
ken. Een alphabeth, wat bij een groot aantal.,
namen nog weer voor iedere letter onder-'
verdeeld kan worden, b.v. A1"",. A"". enz.,
wijst oogenblikkelijk den weg. A. J dit voor
deel op zich zelf reeds zóó groot, dat menig,
een reeds daarom tot aanschaffing over zou
gaan, nog meer voordeelen brengen denk
vooruitstrevenden zakenman hier zeker toer
Het transporteeren van pag. 1 naar pag.,
20, van 20 naar 35 enz. vervalt geheel, daar
men naast een volgeschreven blad steeds
een tweede kan voegen, zoodat men van een
cliënt steeds de rekening bij. elkander heeft.)
Het bezwaar dat men tegen een dure uitgave
op zou zien, vervalt geheel wanneer men)
bedenkt, dat men ieder blad geheel vol kan
schrijven en dus in 't geheel geen papierver-,
lies heeft, iets wat uit den aard der zaak bij
gebonden boeken wèl het geval is. Het kaart-)
systeem berust feitelijk op precies dezelfde,
gronden els het losbladige boek, met dit on-j
derscheid, dat men de kaarten rangschikt,
madels losse alphabethkaarten. (z.g. tab-
kaarten) In kasten of kastjes.
De gedeeltelijk bedrukte kaarten worden
naar gelang van hun doel ingevuld en achter'
de bovengenoemde tab-kaarten geplaatst.
Deze tab-kaarten hebben, zooais hun naarrt)
reeds aanduidt, een uitstekende lip (tab), we)-)
ke telkens, voor iedere de breedte der vorigé t
tab, verspringen, zoodat men, wanneer meh
de lade met kaarten voor zich plaatst, eeijr
geheel overzicht krijgt der indeeling. Ook
hier valt oogenblikkelijk het groote voordeel
van overzichtelijk werk in 't -oog. i
Beide systemen eigenen zieh voor zoo ve-