DE EEMLANDER"
1 li i
EERSTE BLAD
Onverdedigbare poging.
Langeötr. 26*104.
Tel. 3*ö.
18e Jaargang No. S5-
per post t 2-,a r" w«'K (met S«tU verzekering
le-«n ongelukken) f 0.15, alsonderlijke nummer»
0.05.
5)
HOOFDREDACTEUR: M„. D. J. VAN SCHAARDENBUR3
UITGEVERS; VALKHOFF S C»
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. ho«kurnecHTSonesrn.
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Zaterdag 4 October 1919
f« DES HM® r, L'hS
bewijsnuïntaer, elke regel meer 0.20, dicnstaanbic*
"'i" 1—5 iegcl« 0.50. Voor handel en bedrijf
voordcclige bepalingen lot het herhaald
adverteren. bij abonnement. Ecne circulaire, 3
bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag j
toegezonden- Bewijsnummers 5 cent.
Voor veertien dagen hebben wij terloops
'de weinig principieele houding gesignaleerd
'door de S t a n d a a r d ten aanzien van het
stelsel van invoerrechten ingenomen. Het
a r hoofdorgaan wij hebben er reeds
aon herinnerd - heeft tientallen jaren lang
de invoering van beschermende rechten
aangeprezen en op de verkiezingsprogram
ma's van Rechts kreeg dan ook de wensche-
'ijkheid van „bescherming" der Nederland
sche nijverheid regelmatig een eereplaats.
Intusschen heeft het verzet van de Neder-
Jandsehe industrie, die van bescherming
door invoerrechten uitgediend is, t den bei
den ministeries van Rechts, die een stelsel
van beschermende rechten wilden invoeren,
onmogeliik gemaakt, dit plan door te zetten.
Het kiezerscorps van 1905 en van 1915
toonde bij de stembus, dat het Nederland-
sche volk van hooge invoerrechten niet wil
weten.
Na de laatste uitspraak heeft toen de
Standaard het parool uitgegeven, het
protectionisme niet meer in de politieke pro-
- gramma's van Rechts op te nemen. Maar dit
zou niet beteekenen, dat men van dit kos
telijk middel tot verhooging van 's Rijks in
komsten en tot verheffing van onze indus
trie, af zou zien. Neen, men wilde niet meer
de kiezers kopschuw maken maar als Rechts
baas werd, zou men toch de protectees invoe
ren, bij stukjes en beetjes.
Dit kon, zou men zoo denken, geen ernst
rijn van de Standaard, een blad, dat
gaarne democratisch heet. Het ging toch
niet aan eene regeering te adviseeren, maat
regelen te nemen, waarvan de meerderheid
in het kiezerscorps afkeerig was. De bedoel
de uiting van de Standaard werd dan
ook beschouwd als een verguldsel voor de
Dittere pil. die de A. R. kiezer te slikken
kreeg, toen hij zoo plotseling moest hooren,
Jat het oude geliefde programpunt voortaan
diende los gelaten. Ern$t kèn het niet zijn.
Intusschen heeft het orgaan van Dr. Kuy-
per al vrij lang geleden in een driestar de
wenscheliikheid betoogd van een bescher
mend invoerrecht opgemaakte klee
ren. Blijkbaar was de leelijke raadgeving
van 1913 wel degelijk einstig gemeend! dit
nvoerrecht op kleeren zou dan het eerste
zijn van de serie, die ons bij brokjes den
zegen der protectie deelachtig zou doen
worden.
De pers heeft toen aan den wensch van
de Standaard niet veel aandacht ge
wijd en het enkele kleine vrijzinnig orgaan,
dat de onjuistheid van het betoog van Dr.
Kuyper s lijfblad dlirect heeft aangetoond,
werd naar gewoonte genegeerd door de
groote bladen, die nu wel zullen ingaan op
een hooldartikel in de Standaard van
-9 September, getiteld „Invoerrechten",
oarin het lieveiings-denkbeeld van den
grooten leider nog eens wotdt gelanceerd.
Het is wel merkwaardig, dat het a.
hoofdorgaan zelfs uit den oorlogsgruwel
niets heeft geleerd. Onder de vele oorzaken
i den wereldoorlog neemt de protectie,
Duitschland toegepast, niet de laatste
pk.ats in en de vredesviienden hebben dan
ook in hun minimum-program aan den
wensch naar alg'emeene handelsvrijheid een
plaats ingeruimd.
De Nederlandsche Anti-Oorlog-Raad,
rvan ook heeren van Rechts lid waren,
it te voor opheffing van alle beschermen
de rechten en de Standaard begint haar
artikel dan ook met de verklaring, dat
op zichzelf ook ons, Antirevolutio
nairen, niets liever (ware) dan de grerr-
zen wagewijd open te zetten en, zonder
Idem van invoerrecht, al wat daar -ónze
grenzen opschoof, over onze grenzen,
zonder heffing van rechten binnen te
laten".
Maar de wrange vrucht van onzen vrijhan
del betoogt het blad was dat „geheele
vertakkingen van onze nijverheid jaar in
jaar uit door de productie der Duitsche in
dustrie overtroefd worden."
Nu weet iedereen, dat in de laatste jaren
vóór den oorlog van werkloosheid in Neder
land nauwelijks sprake was. Integendeel.
Onze industrieelen klaagden over de moei
lijkheid, voldoende werkvolk te krijgen en in
(a! van takken van industrie heerschte een
Iruk bedrijfsleven. Reeds daarom ware „be
scherming" een dwaasheid.
D c Standaard weet intusschen beter.
Het blad wil nu eenmaal aansturen op pro-
ectie bii stukjes en beetjes en het ziet in
de kleeding-industrie in ons land een object,
nat „bescherming' verlangt. Gedachtig aan
de meening, dat de menschen iets, dat dik-
vijis wordt gezegd, .-eindelijk gaan gelooven,
verzekert het a. -h blad opnieuw, dat de
Duitsche kleeding-industrie de Nederland
sche geen plaatsje in de zon gunt.
•Het blad weet dit zoo zeker, dat het u dit
n het hoofdartikel van anderhalve kolom
fes maai, zegge zes maal tberoept.
En met welk een keur van wijze van zeg-
gen
Maar Duitschland bezorgde aan onze
kleine burgerij en ons werkvolk de
„kieeding van minder gehalte."
„De groote meerderheid van onze
mannelijke bevolking wandelde dan ook
in Engelsch costuum öf in Duitsche
kleeding."
„Do heeren loopen ten onzent in 't En-
gelsche, de burgerij en de lagere bevol-j
king in het Duitsche costuum en het
echt-Hollandsche product maakt geen
opgang."
„Omdet bijna heel Nederlancl's manne
lijke bevolking in vreemd gewaad rond
wandelt."
„Dot we zonder te groote inspanning de
plaats heroveren zullen, die we zoo on-
k nadenkend en onvoorzichtig voor de
Duitsche, en ten deele voor de Belgi
sche Trafiek, inruimden,
in zake onze mannelijke kleeding vooral
zijn .we sinds jaren geheel achteruit ge
raakt."
Nu zullen de kleine luiden het toch wel
gelooven I Op zes manieren wordt hun in
één artikel verzekerd, dat de Nederlandsche
confectie-industrie op apegapen ligt en dat
zij allen de de rijken kunnen loopen in
Engelsche costuumsin pakjes van
Duitsch fabrikaat rondwandelen.
De conclusie van de Standaard is
dan ook
„Zonder verhooging van ons invoer
recht kom we niet meer op onze in-
dustrieele dréef".
Le tour est fait I Onze kleeding-industire
moet er bovenop geholpen worden. Alleen
een.beschermend recht kan hier helpen.
De kleine luiden, herhalen we, zullen het
nu wel gelooven. Maar ze zullen dan in even
erge mate ongelijk hebben, als de S ta n-
d a a r d, die in deze wereldsche zaken al
heel slecht op de hoogte blijkt.
Wat toch is het geval Voor veertig jaren
ongeveer droegen onze burgers allen maat-
kleeren, gemaakt door hun Nederlandschen
kleermaker. In dien tijd ongeveer begon men
in Duitschland met de kleeren-confectie en
ook te onzent verrezen de magazijnen van
gemaakte kleeren, die dan ook producten
uit Duitschland aan den man brachten. Dit
confectie-werk was uiteraard belangrijk
goedkooper dan óns maatwerk en menig
kleermaker voelde in die dagen de concur
rentie van het groot-bedrijf.
Al spoedig gingen ook bij ons de fabri-
kanten-oogen open. In Groningen en in Am
sterdam, ook wel in Rotterdam, werden con-
fectie-fabrieken opgericht. Aanvankelijk
maakten ze kleeren, die in afwerking bij het
Duitsche fabrikaat achter stonden. Maar
gaandeweg verbeterde dit.
Twintig jaren geleden reeds kon men zeg
gen, dat onze Ne'derlandsche confectie-in
dustrie er bovenop was. De Duitsche con
currentie was nog niet verslagen, maar toch
een heel eind teruggedrongen. En reeds
tien jaar geleden leverden onze confectie-
makers meer dan de helft van de klèeding-
stukken, die onze arbeiders en kleine mid
denstanders dragen.
De modellen en de. afwerking werden
steeds beter, en ook vóór den oorlog zag
men den tijd reeds naderen, waarop buiten-
landsche concurrentie onmogelijk zou zijn
geworden. Door de oude relaties met gros
siers en winkeliers bleef Duitschland nog
wel leveren, maar het aandeel der Duitsche
fabrikanten in den totaal omzet ging aldoor
achteruit.
De oorlog heeft dit proces vervuld. Sinds
1915 of'16 leverden de Duitschers ons wel
haast geen pak kleeren meer en d e S t a n»
d a a r d zou de waarheid dichter hebben ge
naderd als in zijn artikel te lezen had ge
staan „de burgerij en de lagere bevolking
loopen dan ook, schier zonder uitzondering,
in kleedij van Nederlandsch maaksel. Zoo
gunstig heeft de Nederlandsche kleding
industrie zich ontwikkeld".
Al heeft de Standaard deze waarheid
niet geweten, ze blijft daarom waarheid' en
de Nederlandsche regeering mag geacht
worden beter op de hoogte te zijn dan het
orgaan van Dr. Kuyper.
Zoo is de nieuwe poging van de Anti-re
volutie, om ons aan „bescherming" te hel
pen wel heel droevig ingezet nu deze zich
richt op een object, dat zich onder het stel
sel van vrijhandel, na moeilijken strijd, een
eerste plaats in den handel heeft veroverd.
Zou het geen dwaasheid zijn den stevig
gebouwden jongeling in een couveuse te
plaatsen, den volgroeiden eik in een serre
Even dwaas zou het zijn, onze kleeding-in
dustrie te gaan „beschermen". Zij heeft
geen overheidszorg van noode.
In dezen armen tijd zou een beschermend
recht op gemaakte kleeren slechts dit ge
volg hebben, dat de Nederlandsche fabri
kanten den prijs van hunne artikelen met 'n
bedrag gelijk aan of hooger dan het invoer
recht zouden verhoogen. De middenstan
der en de arbeiders zouden, dank zij de wel
willendheid van de anti-revolutie jegens de
toch al in goeden doen verkeerende confec-
tie-fabrikanten, Kunne kleeren nog duurder
moeten koopen clan thans. Aan een derge
lijke poging tot „bescherming" kan geen de
mocraat mee doen.
"buitenland"
Politiek Overzicht
Bij de op 30 Sept. gehouden besprekin
gen tusschen de vertegenwoordigers van
Opper-Silezië in de Pruisische landsverga
dering zijn de verschillende partijen het
eens geworden. In verband met deze on
derhandelingen zal Opper-Silezië de provin
ciale autonomie in het kader der verstrek
kende bepalingen, die in de toekomst voor
de Pruisische provincies zullen gelden, ver
krijgen en wel zoo spoedig mogelijk en niet
eerste zooals men oorspronkelijk van plan
was, van 1 April af. De overeenstemming
Tm
Maisoo LH1R0NDELLE,
44 LASCESTRA.»
A M E R TOO R T.
Regen
Hoeden
Capes
MANTELS
TBS
I
herren rcsedt-
mag^zijn
thans algemeen eens, maar men wil, als
het blad schrijft, zoo spoedig mogelijk door
een interpellatie over de algemeene poli
tiek der regeering den val van Clemenceou
en de vorming van een ministerie der
„groote republikeinsche concentratie ver
haasten. Léon Bourgeois wordt genoemd
als een president, die alleszins/in staat is
een reeks van persoonlijkheden van ver
schillende. richting, als Bnrthou, Viviani,
Briand, Doumergue, enz. rondom zich te
vereenigen, natuurlijk met deelneming der
geünificeerde socialisten, zonder, zooals de
Liberté schrijft, „de vertegenwoordigers van
het Caillaux-Malvinismus, noch natuurlijk
Franklin Bouillon te vergeten." Ook wordt,
volgens hetzelfde Geneefsche telegram, in
de wandelgangen der Kamer druk over het
aanstaande aftreden van Clemenceou ge
sproken, maar men vermoedt, dot Clemen-
ceau spoedig na de verkiezingen vrijwillig
zal aftreden. Dit is reeds vaker verteld
maar men voegt er thans aan toe, dat Cle-
mencëau, zoools Woldeck-Rousseau het
reeds vóór hem deed, zelf zijn opvolger zou
willen aanwijzen. Die opvolger zou dan nie
mand anders zijn dan Viviani. Na zijn af
treden zou. Clemenceou met maarschalk
Foch een reis naar de Vereenigdc Stater»
ondernemen.
Ook- aan de Frankfurter Zeitung werd uit
Genève in gelijken zin geseind; in dit tele
gram werd eveneens de verwachting uitge
sproken, dat na de -ratificatie Clemenceou
zal aftreden en zoo Clemenceau hiertoe
niet mocht besluiten, zou de oppositie on
middellijk interpelleeren over de algemeene
politiek .der regeering.
Wij zijn benieuwd of de Geneefsche pro
feten eerstdaags inderdaad in het gelijk zul
len worden gestald.
tusschen de partijen is van des te meer be-
teekenis, daar tot dusver alle pogingen om
centrum en sociaal-democratie met elkan
der te verzoenen, schipbreuk hadden gele
den. Bij de onderhandelingen waren ook
enkele vertegenwoordigers van Opper-Si
lezië in de Nationale Vergadering tegen
woordig.
Over de besprekingen deelt Wolff's Tele
graaf Agentschap enkele bizonderheden
mede: Voorzitter was minister-president
Hirsch. De minister van binnenlandsche za
ken Heine verklaarde er zich in naam der
Pruisische staatsregeering mee ie kunnen
vereenigen, dat aan den regecringspresident
van het regeerinesdist/ict Oppeln, Geh.
Justizrat Bitte, dodelijk de functies van den
eersten president der te vormen provincie
Opper-Silezië overgedragen worden. Het
BultenlanöschR Berichtiti
Brussel, 3 Oct. (H. R.). Officieel.
Door het referendum van 28 September
heeft ongeveer de helft der Luxemburgsche
kiezers den wensch. te kennen gegeven de
voorwaarden te kennen, die Frankrijk voor
een Fransch-Luxemburgsche tolunie zou
stellendit is de beteekenis die men aan
den uitslag van de volksstemming moet
hechten. Volgens de verklaringen, die de
Luxemburgsche minister van staat in de Ka
mer afgelegd heeft, weet men niet of Frank
rijk bereid is onderhandelingen met de
Luxemburgsche regeering te openen, maar
in elk geval zijn de onderhandelingen, die
de Belgische regeer.ing met de Luxemburg
sche, op uitnoodiging van deze laatste, ge
voerd heeft, ofgeloopen.
Dc Belgische regeering heeft aan de
LAAT UW HUIS MEUBiLEEREN DOOR
M. VLEESCHHQUWER H<?F 46 AMERSFOORT
HET GESCHIEDT DAN GOED EN NIETTEMIN ZEER BILLIJK.
gemeentelijk beheer der nieuwe provincie
zal pas vanaf 1 April 1920 zelfstandig ge
voerd kunnen worden.
Uit naam van de cenlrumfractie der Prui
sische landsregeering legde de vice-presi
dent dr. Porsch de volgende verklaring af:
„Tot over het lot van Opper-Silezië door
de volksstemming definitief wordt beslist,
stelt zich de centrumfractie der Pruisische
landsvergadering op het volgende standpunt
en. dringt er bij. haar geestverwanten op
aan, hetzelfde standpunt in te nemen. 1. Het
centrum neemt met de provinciale autono
mie genoegen. 2. In de wet nopens de pro
vinciale autonomie verlangt het centrum
geen voorrechten ten opzichte van andere
provincies. 3. Eventueele propaganda voor
staatsautonomie wordt in dien tusschcntijd
gestaakt."
De minister van buitenlandsche zaken,
Hermann Muller, gaf daarna uiting aan zijn
blijdschap over het bereikte accoord en
over het feit, dat de "strijd over Opper-Si
lezië nu beëindigd was.
Minister-president Hirsch garandeerde,
dat in den te vormen „Beirat" ook een lid
der Duitsch-nationale volkspartij zou zijn
vertegenwoordigd. Ten slotte wees minister
president Hirsch er op, dat bij de bespre
king van het Opper-Silezische vraagstuk
tusschen de rijksregeering en de Pruisische
stoatsregeering nimmer feitelijke oneenig-
heid had bestaan. De minister-president
drong er nogmaals op aan nu alles, wat
scheiding teweeg kan brengen, ter zijde te
stellen, en verzocht de afgevaardigden en de
volksvertegenwoordigers der pers, alle
krachten in te spannen om die eene groote
taak te volbrengen: de handhaving van den
Duitschen aard.
Telkens duikt in de Duitsche pers het
bericht op, dat Clemenceau's positie wordt
bedreigd. „Clemenceaus Stellung bedroht",
laat nu weer de Vossische Zeitung met
dikke letters drukken aan het hoofd van het
eerste blad der Woensdagavond-editie
waarin ook een Geneefsch telegram, d.d. 30
Sept., is opgenomen:
Het ministerie Clemenceau, aldus het be
richt, bedreigt, wanneer men de Liberté
mag gelooven,. een nieuw gevaar. Over de
noodzakelijkheid der ratificatie is men het
Luxemburgsche een mededeeling doen toe
komen waarin dit feit geconstateerd wordt.
Prins de Ligne vervulde in Luxemburg een
bijzondere missie. Hij leidde de werkzaam
heden der Belgische delegatie. De Belgi
sche regeering heeft aan Luxemburg mede
gedeeld, dat de zending van den prins afge-
loopen is tegelijk met de economische on
derhandelingen, waaraan hij deel nam.
Berlijn, 3 Oct. (N. T. A. Draadloos
van Nauen). In de Pruisische Landsvergade
ring kwam minister-president Hirsch Don
derdag in den loop der debatten over de
bégrooting van het ministerie van financiën
in antwoord op een rede van clen onafhan-
keiijken afgevaardigde dr. Rosenfeld nog
maals op zijn mededeeling in de huishou
delijke commissie beti effende de Spartacis-
tische agitatie terug. Hij wees er op, dat hij
deze woord voor woord staande hield. Ver
der deelde hij mede, dat het destijds voor
gelegde materiaal niet, zooals de onafhan-
lijken beweerden, door een spion aan de re
geering was overgebracht, maar aan een
communist bij het overschrijden van de
grens was afgenomen.
Onder groote vroolijkheid las de minister
daarna een Spartacistische circulaire voor,
waarin de raad wordt gegeven, voor het
oversteken van de grens overleg te plegen
met vertrouwenslieden.
D? minister sprak vervolgens over de
kwestie van Groot-Thüringen en weds er
daarbij op, dat hij nog steeds een aanhanger
van den r.ommunistischen eenheidsstaat
was, maar een welwillende houding aannam
ten aanzien van de kwestie der oprichting
van een Groot-Thüringschen staat. Hij
moest er zich tegen verzetten, dat deze
kwestie door inlijving van Pruisisch gebied
tot oplossing kwam.
B e r I ij n. 3 Oct. (N. A. T. Draadloos uit
Nauen). De besprekingen in het Bevlijnsche
stadyarlement hebben tot resultaat gehad,
dat de regeling van in- en uitvoer van staats
wege (Zuangwirtschaft) voorloopig gehand
haafd blijft.
B er 1 ij n 3 Oct. (N. fA. Draadloos).
Uit Opper-Siliezië wordt bericht dat de ko-
lenproductie aanmerkelijk is achteruitge
gaan. Zij bedroeg slechts 3300 wagons,
tegen 13.000 in vredestiid en 10.000 in
oorlogstijd. Ook de berichten uit Westfalen
luidden weinig gevend. De reserves te Ber
lijn zijn opnieuw verminderd.
De voorzitter der internationale kolen-
commissie heeft zich te Berlijn er van kun
nen overtuigen, dat de toestand in de rijks
hoofdstad kritiek is geworden. Hij heeft zich
naar Kattowitz begeven in verband met ver
dere kolenleveringen van Opper-Silezië aan
Diritsch-Oostenrijk.
Op eenigszins aanzienlijke kdlenle eran-
t'ies uit Polen behoeft men binnen afzienba-
ren tijd niet te rekenen. De berichten uit
het Poolsche bekken luiden troosteloos.
B er-1 ij n, 3 Oct. (N. T. A. Draadloos uit
Nnuen). De aanleiding voor de spoorweg
staking in Opper-Silezië, waartoe indertijd
het plan bestond, is weggenomen, donr de
toelage, waaróver het geschil liep, over ecni-
ge dagen uitbetaald wordt.
B e r 1 ij n, 3 Oct. (N. T. A. Draadloos uit
Nauen). De stemming onder de inetaal-ar-
beiders te Berlijn en in andere doelen van
het rijk is in het geheel niet gunstig voor
een algemeene staking. De staking der me
taalarbeiders te Berlijn komt niet tot volle
ontwikkeling. De ondersteuning der stakers
door de arbeiders is long zoo krachtig niet
als verwacht werd. Algemeen krijgt men den
indruk, dat dc stakingsloiding het bemidde
lingsvoorstel van den minister van arbeid
zal aanvaarden.
B e r 1 ij n, 3 O c l. (W. B.). Over de staking
van de metaalbewerkers berichten de bla
den/ dat heden de comm. van vijftien moet
beslissen, of zij het voorstel van het rijks
ministerie van arbeid over de instelling van
een nieuwe commissie tot vereffening der
geschillen al of niet zal aannemen.
Londen, 2 Oct. (R.) Thomas, de leb
der van het spoorwegpersoneel, heeft heden
avond erkend, dat de pogingen tot hervat
ting der onderhandelingen mislukt zijn. Mij
voegde erbij, dat de andere bonden, die te-f
genover het aanbod der regeering hetzelf
de standpunt innemen als de spoorweglics
den, nog eens een poging zullen doen voor
dat zij tot een actie overgaan.
Londen, 2 Oct. (R.) De regeering
heeft eon verklaring openbaar gemankt,
waarin zij het inhouden der loonen, waarop
de spoorwegarbeiders deze week recht zou
den hebben als zij niet gestaakt hadden,
rechtvaardigt. De verklaring constateert, dat
de arbeiders hun contract verbroken heb
ben door te staken zdbder voorafgaande
kennisgeving, waarbij zij de gemeenschap
i een schade berokkenden, als nog niet voor
gekomen was.
De regeering zou een niet te rechtvaar
digen daad begaan, wanneer zij loonen uit
betaalde, die alleen zouden dienen om do
worsteling te rekken, waardoor het leven der
geheele natie bedreigd werd.
De verklaring voegt er echter bij, dat do
zaak anders beschouwd zou kunnen worden
als het werk spoedig hervat wordt.
Londen, 3 Oct. (R.) Officieel. De
voedselvoorziening blijft zeer bevredigend.
De meelmolens verzenden 50 van den^
normalen omzet, terwijl te Londen en Huil
de distributie vanuit de molens zelfs nor
maal is. De aardappel-voorraden zijn ver
minderd; heden zijn te Londen echter twee
treinen aangekomen met 550 ton in het ge
heel. De voorraad vleesch en vet is over
vloedig. De melkdistributie liep heden- uit
stekend en bereikte 75 van de normale.
Belangrijk is het feit, dat ongeveer de helft
van den melkaanvoer per trein geschiedde^
De berichten uit de provinciesteden zijn
even geruststellend. Vanmorgen zijn 150
ton Hollandsche margarine per trein uit Har
wich te Londen aangekomen.
Boedapest, 2 Oct. (Corr. Bur.). De
Hongaarsche koningsgezinde partij heeft he*
den, naar aanleiding van de voorbereidingen
voor de verkiezingen voor de Nationale Ver*'
gadering, een manifest aan het volk uitge
vaardigd. waarin bij de burgers wordt aan
gedrongen lid te worden van de royalisti
sche partij.
De belangrijkste taak van de Nationalo
Vergadering zal zijn den regeeringsvovm
vast te stellen. Wenschen wij, zoo vraagt het
manifest, dat na het presidentschap van Mi*
chael Knrolyi en na de raden-regeering van'
Bela Kun, ook verder deze regeeringsvorm
gehandhaafd blijft, of dat wij, zooals meer
met de tradities van de duizend jaar oudo
Hongaarsche natie overeenkomt, een waar-
digen opvolger met de kroon van den hei
ligen Stefanus op den troon zetten
Wij hebben de vaste overtuiging, dal het
vaderland eerst dan op een rustpunt zal ko
men en de verdere ontwikkeling eerst dart
gewaarborgd zal zijn, wanneer wij na eeuwen
weer van ons recht op een koning gebruik
maken en voor een gekroond hoofd de poor
ten van de burcht te Ofen openen. De keuze
van dien koning kunnen wij aan het wijze
inzicht van de Nationale Y?' ad-:rig over
laten. 1
Parijs, 3 Oct. (N. T. A. Draadloos uii
Lyon).^ Volgens een telegrpm uit Agrara
hebben volgens de dagbladen vrijwilligers
uit alle streken van Joego-Slavië, vooral
Bosnië en Dalmatië, de regeering om wape-
nen•verzocht teneinde tegen Fiume te kuiV
nen optrekken om d'Annunzio en de zijnen
te verdrijven.
B e r 1 ij n3 O c t. (W.-B.). Betreffend*
het bericht, -dat de Entente opnieuw een uli
timatum inzake de Baltische kwestie to