„de eemlander" "buitenland- trots. féuillitön. Belasting en staatsieenlng. fills DER IBIilimifl - J. Grootërsdorst, Ie klas Reparatie-Inrichting. 18e Jaargang No. 93 per po»' f 2-'0, ro; weck 'me' CT-i'll rerickcr ng Icgtn oogclukkuj 0.1J. afzonderlijk» nummert 1 001 HOOFDREDACTEUR: M». D. J. VAN SCHAARDENBURO UITGEVERS: VALKHOFF C» BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. HófK UTRtCHraoiKsrit. INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 Het sterk sprekende verschil van mee ning tusschen de verschillende deskundigen omtrent de wenschelijkh'eid van een heffing Ineens (om van de vermogensaanwasbelas- iing te zwijgen), ja zelfs omtrent de vraag, of het wél noodig of zelfs maar wenschelijk Is, den enormen schuldenlast, die op den 5taat der Nederlanden drukt door gedeelte lijke aflossing in een zeer snel tempo min der drukkend te maken, moet den belang- - stellenden toeschouwer wel brengen tot •verweging van de vraag, welk logisch be ginsel ten grondslag ligt aan de financiering van de huishouding van den Staat der Ne- lerlanden. Hij doet daarbij goed zich los te maken .an de z.g. beginselen, waarop net finan cieel beleid van achtereenvolgende minis ters heet te hebben gerust en zich geheel onbevangen te plaatsen tegenover de vraag, die hij wil pogen te beantwoorden. Wie tich door den eerbied voor de historische wording van eenen bestaanden toestand niet Iaat dwingen, om de door dien groei ver oorzaakte fouten op den koop toe te nemen bij het goede, dat hem is overgelegd door hét oorgeslacht, doet het best, met zich van den bestaanden toestand, in gedachten, geheel los te maken en zich af te vragen, hoe de Staat wanneer we van meet af konden beginnen zijne huishouding zou moeten regelen. Voorop sta dan als uitgangspunt, dat de Staat geen enkel doel nastreeft, dat niet in het gezamenlijk belang der staatsburgers wordt geacht en dat de Staat slechts die functies verricht, die de leden van de staatsgemeenschap zelf niet kunnen uitoe fenen. Daarvoor belast de Staat de burgers met bedragen in geld en hij tracht het be- noodigde geld zoo gelijkmatig mogelijk op illen te doen drukken. De gewone jaarlijks terugkeerende uitga- en van den- Staat behooren door belastin gen te zijn gedekt; hierover bestaat wel geen verschil van meening. Geheel anders staat het bij'de z.g. „bui tengewone" uitgaven. Al dadelijk staat het volstrekt niet vast, of eene uitgave „ge- voon" of „buitengewoon" is, zooals b.v. <an blijken- uit- de omstandigheid, dat en kele gemeenten de crisis-uitgaven als „ge hoon", de meerderheid der Nederlandsche gemeenten die uitgaven als „buitengewoon" heeft geboekt. Het zal dan ook wel altijd moeilijk, zoo- niet onmogelijk zijn, de gren& .'fusschen „gewoon" en ,>buUengewoon" scherp te trekken; maar een solied bewinds man aan Finantiën zal zeker zooveel moge lijk „misschien-buitengewóne" uitgaven be- strijden uit dé gewone middelen. Nu hebben de financiers altijd op het standpunt gestaan, dat menv voor „buiten gewoon" mocht' leenen; de hoofdsom van de leening werd dan in korteren of langeren •tijd afgelost en de rente en aflossing uit de gewone inkomsten besfreden. In een tijd, waarin het nog niet-gebleken was, hoe onlogisch dit door den Staat „lee nen" van geld van zijne burgers was, in een lijd, waarin men de particuliere vermogens en vooral de groote vermogens als met eer bied ontzag, was dit „leenen" voor „buiten gewone" uitgaven eene niet slecht gevon den constructie. Thans dient de gekun steldheid van deze constructie ingezien en behoort met het stelsel van „leenen", zoo dra dit mogelijk zal riin geworden, te wor den gebroken. Eene staatsleening toch verschaft den Staat een kapitaal, dat, samengesteld uit Het schijnt en is o.i. volkomen logisch, als de Staat, die voor zijne jaarlijksche gewone uitgaven van alle burgers bijdragen vraagt uit hunne „gewone" inkomsten, ook voor „buitengewone" uitgaven, waarvoor hij .ka pitaal noodig heeft, een deel van net kapi taal van iederen burger opvordert. Konden wij van meet af beginnen met onze Staatshuishouding, dan zouden wij stellig twee soorten heffingen instellen, n.l. gewone belastingen tot dekking van onze gewone uitgaven en heffingen van de ka pitalen der staatsburgers tot het vormen van een staatskapitaal (d.i. een kapitaal van de gemeenschep), waaruit daft z.g. buiten gewone uitgeven zouden kunnen worden gedaan. Het is duidelijk, dat die buitengewo ne uitgaven slechts productieve uitgaven zouden mogen zijn, productief in ruimen zin: aanleg van spoorwegen, van kanalen, maar ook stichting van universiteitsgebou wen, van scholen. Feitelijk is het zoo ook geschied, al schijnt het anders en al was de vorm an ders. De Staat, die geld leent van zijne burgers, d.w.z. van hen, die samen den Staat vormen, betaalt hun de rente, maar vraagt van hen zelf de belasting-penningen om die rente te kunnen betalen. Nu we geleefd hebben misschien nog leven in den tijd van „vrijwillige" leeningen met den stok der gedwongen leening achter de deur, waarbij de geldschieters in het alge meen precies zooveel aan den Staat heb ben geleend, als waarop rij zijn geschat is h'et wel heel duidelijk, dat zij wel is waar rente krijgen van hun geld en dat ze ook die geleende som terug krijgen, maar dat zij die rente en aflossing in annuïteiten zelf hebben betaald en betalen. Toen de Bond voor Staatspensioneering aanvankelijk een staatspensioen voor ieder een, ook voor hen, die het niet noodig heb ben, wilde, is cjit plan terecht bestreden als onnoodig administratief omslachtig. P.e beter gesitueerden zouden ook voor hun eigen pensioen betalen en dit geld zelf weer terug ontvangen. Onnoodige vermeerde ring van het aantal ambtenaren, onnoodige paperasserij zouden daarvan het gevolg zijn. Bij geldleeningen is het feitelijk niet an ders. Al het ingewikkejde geadministreer van geld leenen, rente onvangen en belas ting.betalen is weinig anders dan noode- looze omslag. JDaacom behoort de Staat voor „buitenge wone" uitgaven niet te leenen; door heffin gen van de kapitalen der staatsburgers, d.w.z. door in bezit neming van stukjes van het kapitaal der burgers moest de Staat zich die middelen verschaffen. Per saldo eischt de spoorweg, het konaal of de dijkr die de gemeenschap wil aanleggen of het gebouw, dot zij wenscht te stichten, de vastlegging van een gedeelte van het kapi taal der gemeenschap. Er moet dus eene verplaatsing zijn van stukjes kapitaal dei- afzonderlijke burgers naar het gemeen schappelijk kapitaal der burgerij, dat door den Staat wordt beheerd. Men heeft dit zelfde'tot nu toe altijd gedaan in den vorm van eene leening, waarschijnlijk omdat de overheid, die namens den Staat het kapitaal der gemeenschap beheert, niet heeft inge zien, hoe omslachtig d<eze methode van ka pitaalverschaffing aan den Staat is, omdat zij minder radicaal dan tegenwoordig moet worden gedacht de verhouding van den Staat tot zijne burgers beschouwde. Maar daardoor is ook altijd door ver zuimd, scherp te onderscheiden tuschen de l4 heid nu als bo.eman tegen eene heffing-in eens te voorschijn is geroepen. (Wordt vervolgd.) ;lukjes van de kapitalen der burgers, woidt verschillende heffingen en heeft de Staat -aangewend tot verwezenlijking van een, uit j zich, te goeder trouw, schuldig gemaakt aan de gewone m'rddteien niet te bestrijden, doel j kapitaalsvernietiging, waarvan de mogel'jk- Politiek Ovem'ch* Wij leven in den tijd der onthullingen; Duitschland en Oostenrijk zijn. meenen wij, daarin 'voorgegaan. Thans gaat ook Enge land zich voegen in de rij: met de open baarmaking van de mémoires van Haldane. die betrekking hebben op de jaren 1906-- 1914, zou reeds op 1 Oct. van -dit jaar in de Westminster Gazette een aanvang wor den gemaakt. Maar de spoorwegstaking, die in Engeland uitbrak, had tengevolge, dat c!e courant in kleineren omvang moestver schijnen: er was dus minder plaats om de copie af te drukten en zoodoende werd de publicatie een aantal dagen opgeschort. Nu is Haldane enkele dagen geleden. Woens dag 8 October, met de publicatie begon nen, waarin hij eerst zeer uitvoerig uitweidt over de gesprekken, die hij in 1906 te Ber lijn en het daarop volgende jaar jn Windsor Castle met den, thans gewezen, keizer Wil helm II heeft gevoerd; de op de laatste plaats gevoerde gesprekken worden door Haldane beschouwd als zijnde van het meeste gewicht. De keizer bracht daar het gesprek op de wrijving, waartoe de kwestie nopens den Bagdadspootweg. aanleiding bad gegeven"en vroeg wat Engeland als een. basis v.oor sa menwerking met Duitschland zou beschou* wen. In zijn hoedanigheid van minister varr oorlog verklaarde Haldane. dat Engeland een haven wenschte om ïndië te-kunnen beschermen tegen de troepen, die misschien langs de nieuwe lijn aangevoerd zouden kunnen worden. De keizer moet toen heb ben verklaard: „Deze haven zal ik u ge ven". Het gesprek werd echter door het diner onderbroken, maar omdat Haldane het van zeer groot belang achtte, het onderhoud voort te zetten,. vroeg hij den keizer nader hand, of het hem mét zijn verklaring ernst was geweest. Mocht dit laatste inderdaad het geval zijn, dan zou hij den minister van buitenjandsche zaken, Grey, daarmee in kennis stelle^. Den volgenden ochtend klopte Iemand, die behoorde tot het gevolg van keizér Wilhelm, op Haldane's slaapka merdeur en deelde den minister mede, dat de keizer, wat hij hod gezegd omtrent de haven, absoluut ernstig^had gemeend. Haldane reisde daarop naar Loncfen; waar hij een onderhoud had met Grey. Deze stelde een memorandum op, waarin werd te kennen gegeven, dat de Enge'lsche regee ring het vraagstuk gaarne tot een onderwerp van onderhandelingen wilde maken, maar dat ook Frankrijk en Rusland aan de be sprekingen déél moesten nemen, daar ook de belangen van deze landen in aanmerking kwamen. De keizer was evenwel .van mee* ning, dat, wanneer het vraagstuk op deze wijze werd behandeld, er allerlei moeilijk heden uit zouden voortvloeien. Des avonds laat beraadslaagde de keizer met de Duitsche ministers van oorlog en binnenlandsche zaken, den Duitschen ge zant in Londen en andere, een hooge po sitie innemende leden van het Duitsche hof. Haldane voelde zich daar als een indrin ger, maar de keizer verzocht hem. de be sprekingen bij te wonen. In een lange en levendige rede bestreden enkele der Duit sche vertegenwoordigers het voorstel van den keizer om ten behoeve van de Engel- schen toe te stemmen in den afstand van de haven, terwijl graaf Metternich protesteerde tegen deelneming van Frankrijk en Rusland Maandag 13 October 1919 bewijsnummer, elke icRel meer 0.201 dlcnstaanb.e» duigen 1-5 icgcl» 0.5a Voor handel cn bcdrljt bestaan zeer vooidcchge bepalingen tot het herhaald advcrleercn. bij abonnement Ecno circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op eanvraag toegezonden. Bewijsnummers 5 cent aan de onderhandelingen. Nadat in ver schillende betoogen de aangelegenheid van alle kanten werd bekeken werd een besluit .genomen ten gunste van de deelneming der beide landen aan de besprekingen, waarop de keizer aon Von Schön instructies gaf te- samen met Grey de noodige voorbereiden de maatregelen te nemen. Eertige weken later.kwam Berlijn met een aantal bedenkingen aon boord: Duitschland was bereid met de Engelsche regeering de kwestie van de Bagdadlijn te bespreken, maai wenschte niet, dat Frankrijk en Rus land aan de besprekingen deelnamen, daar de conferenties dan waarschijnlijk tot geen resultaat zouden voeren en de meenings- verschillen tusschen de beide mogendheden en' Duitschland daardoor nog met meer fel heid nan den dag zouden treden. Tengevolge van deze mededeeling der Duitsche re .eering leidden de besprekin gen tot niets, wat door Haldane zeer werd betreurd, temeer daar hij de meening was toegedaan, dot, wat de Fransche regeering aangaat,'bij-een bevredigende regeiing van de kwestie der Bagdadlijn de mogelijkheid had bestaon voor een vreedzaam samengaan der Duitsch-Fransch-Engelsche belangen. Haldane eindigt zijn eerste artikel met de verklaring, dat het mislukken der bespre king was te wijten oan vorst Von Bulow. Buitenlandsche Berichtiu L o n d e n, 1 0 O c t. (R.). De koning heeft het vrederverdrag onderteek end. Het docu ment is heden rvaar Parijs gezonden. .-. Parijs, 11 Oct. (Havas). De Senaat heeft met 217 stemmen vóór en een onthou ding het vredesverdrag goedgekeurd. De verdragen met Engeland en Amerika wer den met algemeene stemmen aangenomen B a z e 1," 1 1 Oct. (V. D.). De Daily Mail meldt uit Tokio, dat de vredescommissie van het Japansche parlement hét vredesverdrag van Versailles heeft geratificeerd. Budapest, 11 Oct. (Corr. Bur.) Von bevoegde zijde wordt vernomen, dat de Hon- gnarsche regeering aan graaf Albert Appo- nyï een voorname plaats in de vredesdele- gatie voorbehoudt. Voor een dergelijke func tie komt Albert Apponyi buiten kijf in aan merking, omdat hij in politieke kringen een algemeen aanzien geniet, en nooit is opge komen voor een pro-Duitsche politiek. Hij heeft zich zelfs hevig verzet tegen het sluiten von een handelsverdrag met Duitschland voor langeren duur. Wanneer Apponyi den hem aangeboden post aanvaardt,, zal hij tyj het tot stand komen van den vrede mét Hongarije eèn leidende- rol spelen. Münch en Glndbach, 11 Oct. (H. R.^" Om iedere poging tot ordeverstoring in de duisternis te voorkomen, heeft de militai re bevelhebber alhier saméhschojingen van meer dan drie personen na zes uur 's avonds verboden, Aken, 11 Oct. (H. R.). De vervolging en de arrestaties van de Spartacisten in de vierde zóne van het bezette gebied worden voortgezet. In acht dagen tijds zijn pl.m. twintig Spartacisten achter slot en grendel gezet, op wie biljetten werden gevohden. waarin de proletariëers worden aangespoord deel' te nemen aan de revolutie tegen de bourgeoisie en legen de bezettings-autoritei- ten en waarin de Belgische soldaten tegen hun superieuren worden opgezet. B e r 1 ij n, 11 Oct. (N. T. A. Draadloos uit Nauen). In den Pruisischen landdag heeft de democratische afgevaardigde ven Saar- brücken Ommert nog eens uit naam van zijn kiezers de trouw der bewoners van het Saargekied betuigd. Ook de meest langdu rige afscheiding en de krachtigste onder drukking door de bezetting zouden hem daarin niet doen wankelen. Hij eindigde met te zeggen „Wij bewoners van het Saan- gebied zijn Duitschers en zullen nooit Fran- schen worden". Mö int, 1 1 Oct. (W B.) Betreffende cfe staking in het Saargebicd wordt van do zijde der Fransche regeering een nieuw bericht verspreid, waarin o.m. wordt gezegd: Gisteren is er een belangrijke verbetering in den toestand in het Soargebied gekomen. De spoorwegaibeiders hebben in den loop van den middag het werk hervat. Ook de mijnwerkers on de metaalbewerkers zijn voor het grootste deel aan het werk gegaan. Te Saarbrücken is de dog kalm verloopón. Londen, 11 Oc*t. (R.) Hit gezagheb- bendebron kan Het bericht tegengesproken worden, als zou d'Annunzio vermoord zijn. Zoolang d'Annunzio en zijn legermacht wei geren Fiume te verlaten, zal het Itoliaan- sche leger en de vloot hem niet verdrijven.' Van betrouwbare zijde wordt gemeld, dot de koning van Italië gedreigd heeft af te tre den, indien het leger en de vloot bij dezf houding volharden. New-York, 12 Oct. (N. T. A. Draad loos van Annapolis). De „Associated Press" meldt uit Washington, dat aldaar het bericht is ontvangen, dat de Italiaansche regeering heeft toegestemd, dat een bufferstaat wordt gevormd, die Fiume en het aangrenzende kustgebied zuidwaarts tot Breccia zal om vatten, om zoo tot een oplossing der Adrio- tische kwestie te geraken. Italië zou zijn toe stemming echter afhankelijk hebben gesteld vnn ,,de bescherming der Italiaansche be langen in bedoelden staat, door overneming van de Italiaansche rechtspraak in dit ge bied en door erkenning van Italië's aanspra ken op het vroegere district Fiume en het achterland langs de kust. Dit wordt door Italië moodig geacht voor de militaire véiligheid van het Italiaansche deel der Adriatische zee. P a r ij s, 1 1 Oct. (N. T. A. Draadloos uit Parijs). Een Fransch généraal en 934 offi cieren en manschappen van een Fransch' koloniaal regiment zijn uit het Moermange- bied teruggekeerd en te Havre aangeko men. Bovendien vergezelden hen 150 En gelsche militairen. B e r 1 ij n, 1 O O c t. (W. I?.). b" Reichszen- tralstelle voor krijgs- en burgeiii|ke gevan genen deelt mede Volgens bf-ricMen von het Ffonsche ministerie van buitérlandsche zaken aan het politieke depa.'.-ment te Beril is 'lbt 'maling van Duitsche geïnterneerde burge.s in Frankrijk besloten. De terugzen ding begint eerdaags. W e c n e n, 11 Oct. (Corr.-bur.) De vrije vereeniging van moeders van krijgsgevan genen in Rusland, Siberië en Turkestan hèeft tot de vrouwen der ge'neele wereld de dringende bede gericht om, waar de zesde winter sedert het uitbreken van den oorlog voor de deur staat, zich het lot der 200,000 Duilsch-Oostenrijkers aan te trekken, die zich nog altijd in Rusland, Siberië en Tur kestan in gevangenschap bevinden, en te denken aan de wanhoop van de verwanten dezer mannen. De vereeniging verzoekt de vrouwen al 't mogelijke te doen om hiér te helpen. Antwerpen, 11 Oct. (Havas). Eeni- ge personen hebben vannacht een bom ge worpen naar het huis van den voorzitter van den bond voor de propaganda voor de Fran sche taal. De materieele schade is groot. Er zijn geen persoonlijke ongelukken te be treuren. Men schrijft de itead toe aan acti visten. Het eenige, dat vele vrouwen met haar vrouw-zijn verzoent, is. de gedachte, dat ze >r geen behoeft te trouwen. Romatj- door 1. J LAMBERTS HURRELBRTNCK. 22 Als de beambte heeft gekrast enkele krijt strepen op de deksels hunner koffers, schuife len zijpoort met angstige br-klcfnming in hun- Nc harten waarom, waarom zou hij niet ge- hoe lang.nog- voor -ze hein zullen .zien, want hij zal komenhij heeft het immers beloofd. Eindelijk buiten. „Dag vader' een zachte, bedeesde stem \an ëen ma:i, die zijn hand uitsteekt Een oogeniblik een stom, verbaasd hem aan kijken... is hij dat zijn zoon, die forschc, breed geschouderde kerel met dat bronsbrui ne gezicht onder den breedgcranden' grijsvil ten "hoed met dien vollen-baard om het scherp - gelijnd gelaat, met om den hals rooden doek, 'puntig neervallend op het kort linnen buis, uit -.welker mouwen steken de gepeesde polsen, de ■vereelte handen, is dat .Teanc, de vroegere ohicard. die eenvoudige werkman, met de pi- lowbroek, (bij.de knieën verborgen in dc lioo- £e, grof bczoolue-kanlaarzen.'waartiit lian'gen de lussen dat—- dat., zijn... ja, ja, hij is hét, hij herkent hem nu aan zijn oógen, die zijn dezelfden nog als vroeger. En thans, op dit oogenblik in vol vergeten van het voorbije: .,Jeanc, Jeanc,'' grijpend de hem toegestoken vingers, die hij drukt, innig, vast. „Alzoo va'der.... je bent niet meer boos op me." „Allo... allo. daar spreken wij niet meer over.... dat is uit... dat is vergeven en vergeten. „Dank vader, dank, je weet niet hoe geluk kig je me maakt met die enkele woorden; ?k was er zoo ban'g voor. maar ik zal alles weer goed maken, dat beloof ik je.'' „Ilob ik.bet je niet gezegd vader, dat .Teanc je 'dat zou antwoorden." plots z'n dochter. „Dag Berbke,'- terwijl hij ook haar verle gen de hand toesteekt. Zij heeft warme kussen gedrukt op den haar-, digen twang van liaren broeder, als bewijs van ook haar vergeven. .„En is dat de kleine Gerard?'" „Neen, neen,'- de oude met heftig afwijzend gebaar „niks niks meer van Secraar.. Gra- duske heet hij nou, net als ik, Graclus. anders niks.'* „Goed, goed, vader, ik zal het onthouden... Graduske alzoo... wat heeft dat kereltje zich gemaakt wat 'n. bengel is dat geworden hij herkent -zeker niet meer zijn oom Jëan neen .Teanc... hij iwas ook nog zoo klein, toen ik... en ik -ben ook eng veranderd, niet waar vader?" „Ja jongen, effectief, erg, als ik je zoo alleen was tegengekomen, dan zou ik je -zeker niet heFkenid hebben, maar 't doet mij pleizier; ver doemd veel pleizier, ik zic je liever zóó dan 7oouls je in de laatste jaren... zóó doe je mc .weer denken aan de dagen van bii ons, in Ilolzheim. maar toch. Jênnc, zonder je te wil len veraffrontecren, jc zag er teen toch nog een beetje meer'geciviliscerd uit.' „Ik was toen ook in een meer geciviliseerde wereld „Nog meer geciviliseerd in ons eenvoudig boerendorp, dan ken ?1< benieuwd die wereld van jou t* zien., is het nog ver?" „Nog veertien uur met den trein.'' „Wat zeg je, nog veertien uur met den trein en nou ai drie weken op de boot -+■ 't is of wij de wereld uit moeien.'* „Dat zal jc niet meevallen; dat Zal je ge waar worlden, als je^bij mij bent, daar is-nog 'n heelc boel land achter ons."' Hof 38. SCHOF^KTHAGAZUK. „Jongen, jongen, dat had ik mij in Ilolzheim niet kunnen denken, dat de wereld zoo groot was... gek toch, zoo raar als het kan loopen, dat rk dat pas op mijn .ouden dag moet onder vinden.'* Jeanc -heeft hen geleid naar het vlak achter den aanlegplaats van het schip gelegen sta tion. Een bonte mengeling van mensc hen rassen om hen heen vele blanke westerlingen, zoo even ontscheept, gebruinde Mexicanen en zwarte jiegers; een roezemoezig gegons van stemmen, een abracadabra van tolen, van Rus sisch, Dccnsch, Zweeclscli, Engelsch, Duitsch, Spa an sell, waarvan zij geen enkelwoord be grijpen Jeanc wel die sDreekt met <le wit ten, met dc bruinen en zwarten en zij begrij pen hem allemaal 'n knappe kerel toch ■die jongen van hem toen plots in hun nabij heid een man en vrouw, beifden in haveloozc plunje, die Fransch spreken. Onwillekeurig een schrik in hun... Fransch, die vervloekte taal... hier ook al-, zoo ver, zoo heel ver wreg, van waar zij vroeger wa ren... zouden die thvec ook..., evenals Jeanc met die beide anderen... *t is of een onzichtbare macht hen voortstuwt naar andere plaats, anderen hoek, waar zij niet meer kunnen hoo- ren, niet-meer kunnen zien, die twe^ armoed zaaiers in hunne lompen, in. hunne vdd'digc kleeren, die twee, die Fransch spreken, waar voor zij bang zijn, die zij wantrouwen ze ker ook door eigen schuld. Uren en uren hebben zij vervolgens gezeten, in den trein in doldriftigen vaart snijdend dc voor enkele jaicn nog ongerept maagdelijke bosschen, thans door de handen der bouwers 'Van dc Gulf Goast Line onfwijd. Een dichte chaos van reuzenstammen der oerciken, als machtige zuilen schragend het onmetelijk onregelmatig bollend koepeldak \an zware bladerenmassa's met gouden gloed over- togen. Boomen, als rechte pilaren, krachtig met fieren trots hunne zNVare lijven opdringend- naast anderen, knoesterig, krom verdraaid, al len als door zware kabeltouwen aan elkaar gebonden door in Wijde diepe bochten zich slingerende lianen; breedbladige palmen op langharigen voet dek beschermend waaiervor mige gewassen. En ze turen, turen, de oude Voncken en "Berbke met brandende oogen naar die planten, die ze nooit hebbe gezien, waarvan zij bet bestaan niet kennen, naar die r.lanten met blaren glad, stijfpuntig en wollig slap, ronkl en speervormig, bruin dof cn groen 'goud glan zend; in stom (gepeins, met schier ingehouden .adem aanschouwen zij die bloemen rijzend om-» hoog uit het groen, vochtig mostnpijt, blooitien in alle mogelijke vormen en gedaanten, bloe men in allerlei kleuren en tinten, rood, blauw incarnaat, topaas, azuur, bloemen, enkelin gen, die kracht bewust de zware hoofden op heffen op lange stengcis, anderen, die in dich te trossen neerhangen ols kant sluiers °m heesiers, struiken cn «grillig gekartelde varens. In diepe moerassen, op omgevallen boom stammen schildpadden hunne met tollooze fi guren gctecker.de hnrnasruggen -koesterend in dc zonnestralen. l Geen vleugelslag of gezang van een vogel, geen gek rij sob van ander dier, geen stem van een mcnsch een oneindige stilte; *t is of slaapt dal geheele woud een eeuwigen slaap tot hel plots Wordt gewékt door vreemd ge luid doffe slagen nog heel ver... allcngs- kens bij don immer ra'zen'den vaart van d«n trein, nader, nader dan eensklaps voor ben te midden van dat Zwarten boséh, open ge kapte plek in vollen lichtglans, waarop arm zalige *hut van ruw in elkaar getimmerde planken,, in welker nabijheid enkele vrouwen in druk gedoe; eenen zittend op tronk van £c* velden boom, melkend magere koe. anderen met stak roerend in dampenden ketel, benge lend aan in den grond gestoken stokken (bov®^ walmend vuur mannen beitelend kleine lijkbecnigc driehoeken, met punt naar bene den in boomstammen, waaraan 7.ij bc-'vestig» rugplattcn tinnen bkers, -waarin vloeit het Uit dc basten druipende hars. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 1