„DE EEMLANDER" BUITENLAND FEUILLETON. TROTS. 18e Jaargang Ne. 100 yee - foori U««n oa*c ff C.C4 oujtiden voor Amor^ 1 1.39, Idem tranc» •>^i •ve7 **P^r "?a!k vcr7<ï^crin8 ukico) CO>. xfcondcrlijxe r.u«5i«* S3 4*g$ HOOFDR£t>ACÏEUK; Md, D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS) VAUKHOFE Cö BUREAU: ARNHEMSCHE POORT'A'AL. Kor* UTueexTsenssrit INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 Dinsdag 21 October 1919 PRIJS DER ADVERTERIIEH met Inbegrip vaa eca! bewijsnummer, elke regel meer 0.20, d'cnftaahfc'c# «lingca 1-5 icgcla 0.50. Voor bande! cn bedrijf* bestaan xccr vooidceligo bepalingen lot hef herhaald! advcrlcercn. bij abonnement. Hcna drcu'l!rc, bevattende da voorwaarden, wordt op aanvraig toegezonden. Bewijsnummers 5 «ent. WoHingbouw-polltiek. m Dat het der Regeering inderdaad ernst Is met het nemen van maatregelen, tenein de in den heerschenden woningnood te voorzien, blijkt wel uit de circulaire, die op 25 Juni j.l. uitgegaan is van het Ministerie van Arbeid en gericht is aan de gemeente besturen. Waar ook ie Amersfoort het gebrek aan huizen afmetingen heeft aangenomen, die rlkeen, die in een goeden woontoestand een volksbelang bij uitnemendheid ziet, met vrees voor de naderende toekomst vervult, daar achten wij het van voldoende belang het standpunt van de Regeering eens nader te bezien. We zullen daarbij tevens gele genheid hebben eens na te gaan hoe onze nieuwe Raad zijne medewerking hierbij ver leent. De abnormale prijsstijging van de bouw kosten hebben het aan particulieren onmo gelijk gemaakt om, zooals vroeger hun geld vin huizen" te beleggen. Zij, die thans nog een eigen woning kunnen laten bouwen, be- fiooren tot -die kapitaalkrachtigen, waar voor geen woningmisère bestaatdit zijn echter maar enkelen. Regel is thans gewor den, dat men een huurhuis betrekt. En deze zijn er veel te weinig, om aan ieder gezin „een dak boven het hoofd" te verzekeren, zoodat in de toekomst de woningvoocziening mede tot de taak van de Overheid zal be- hooren. Indien zij hierbij van particuliere zijde wordt gesteund, is dat eene zeer welkome, loch eene toevallige bateaanmoediging van het particulier initiatief lijkt ons, die in eeng absolute overheidszorg niet het mid del bii uitnemendheid zien, om de maat schappij in gang en vooruit te helpen, een daad van wiis beleid^ Dit beginsel wordt ook door de woning wet gehuldigd. Aan een ieder, die zich in dit opzicht voor de gemeenschap verdienstelijk wil maken, biedt de wet gelegenheid, om door het oprichten van bouwvereenigingen, die aan nader bepaalde voorwaarden moeten vol doen middelen te verleenen en voor schotten om tot den bouw van huizen te ge raken. De hiervoren reeds aangestipte abnormale bouwkosten maken het echter onmogelijk, - dat eene bouwvereeniging hare exploitatie rekening sluitend kan maken. De verstrekte voorschotten moeten in 75 jaren door annuïteiten d. i. rente plus af- lossingstermijn van de bouwsom aan het Rijk worden terugbetaald. Deze gelden moe ten natuurlijk gekweten worden, uit de huur penningen, w'aardoor de huishuren zoodanig zouden moeten worden opgevoerd, diftt deze boven de draagkracht van de bewoners zou den stijgen, met het gevolg, dat van nieuw bouw niets terecht zou kunnen komen. Teneinde aan dit ernstige bezwaar tege moet te komen, heeft de Regeering maatre gelen getroffen. De huurprijs wordt, in ver band met het inkomen van de bewoners jaarlijks geschathet eventueele tekort op de exploitatie rekening wordt door de open bare kassen gedragen. Het Rijk neemt hiervan 75 voor hare yekening terwijl de betrokken gemeente de rest moet bijdragen. Zoodra na 75 jaren de aflossing van de bouwsom heeft plaats gehad, heeft eene waardeschatting van de woningen plaats. Een goed gebouwd en onderhouden huis is in 75 iaren nog niet versleten; zoodat de ze woningen, met de bouwgronden, dan nog een vrij. beduidende waarde bezitten. Van deze geschatte waarde moet aan het Rijk, en c. q. aan anderen, die de exploita tie refcer.wg" hébben geholpen sluitend te maken, een evenredig deel worden uitge keerd» Daarna wordt de gemeente eigenares en kan de gebouwen verder exploiteeren. Hierbij zij nog aangeteekend, dat nood lijdende gemeenten van de verplichte bij drage geheel of gedeeltelijk kunnen wor den vrijgesteld en dat de woningen niet meer dan 5 kamers en een keuken mogen bevatten. Twee van deze kamers moeten zoo groot zijn, dat zij voldoende ruimte bie den voor plaatsing van twee ruime ledikan ten. Om den huiz.ennood zoo krachtig moge lijk te bestrijden, en het bouwen zooveel mogelijk aan te moedigen, zegt de Minister verder in zijne circulaire „Ik vertrouw, dat de vereenvoudiging, die door het bovenstaande wordt ver kregen, mede in verband met andere maatregelen, die ik tref, er toe zal bij dragen, dat de behandeling van ver zoeken om voorschotten in den regel vlot verloopt. Mijn streven is er bij voortduring op gericht, tijd uit le winnen. De ervaring leert evenwel, dat bij herhaling de be handeling van verzoeken van woning bouwverenigingen om voorschotten en van gemeentelijke bouwplannen door gemeentebesturen of gemeentelijke diensten met groote vertraging gepaard gaat, waardoor dikwijls kostbare tijd ver loren gaat en *t tegendeel van aanmoe diging om in den woningnood te voor zien, bereikt wordt. Ik doe een dringend beroep op de gemeentebesturen om van den aanvang af ieder oponthoud, dat niet volstrekt noodzakelijk is, het zij bij Uw college, hetzij bij de gemeen telijke diensten, die bij de bouwplannen betrokken zijn, met kracht te voorko men. De voorziening in den woningnood is urgent; de gezondheid en de morali teit van de gezinnen eischt, dat over wegingen en belangen, die van bijkom- stigen aard zijn, thans terzijde worden gesteld, indien zij tot oponthoud aan leiding geven. Alle kracht moet worden gericht op snellen aanbouw van wonin gen en indien daardoor aan den erg- sten nood niet spoedig wordt tegemoet gekomen, bovendien van noodwonin gen. Wordt alle onnoodige vertraging ver meden, dan kan het doel worden be reikt. Zou blijken^ dat bij voortduring groote hindernis en vertraging moet worden overwonnen, dan zou de Regee ring maatregelen moeten overwegen, die veel dieper ingrijpen". Uit de slot-olinen blijkt, dat het der Re geering ernst is. Voor die gemeentebesturen die er niet in kunnen slagen, moeilijkheden te overwinnen of de zaak op de lange baan probeeren te schuiven, staat de stok achter de deur. Andere dieper ingrijpende ver plichtingen zullen alsdan worden opgelegd. In een der jongst gehouden zittingen van den Raad kwam eene aanvrage om een bouwvoorschot in behandeling van de bouw- vereeniging V. 1. O. S. Deze vereeniging welks leden voor het grootste deel uit onderofficieren bestaat, wenschte een 60 tal woningen te bouwen van een eenigszins beter type. Juist aan dat soort van woningen bestaat in onze ge meente zoo'n nijpend gebrek, zoodat we hadden verwacht, dat de Raad, door vlotte afdoening niet alleen de spoedige tot stand- koming zou hebben gesteund, maar vooral aan de andere gemeentenaren als 't ware eene vingerwijzing had gegeven, om ook de hand eens mede aan de ploeg te slaan. We zijn echter teleurgesteld. De meerderheid van den Raad kon zich niet.tot die hoogte opwerken.. Hét werd wat gepruts. Enkelen spraken van bevoorrech ting van een bepaalde categorie van perso nen. Omdat, volgens een onzer vroede man nen, het Departement van Oorlog er bij geïnteresseerd is, dat haar personeel goed gehuisvest is, mag men verwachten, dat dit Departement geldelijk zal tegemoet komen in de kosten, die de gemeente heeft te dra gen (over de tegemoetkoming voor de bur gerleden van V. I. O. S. werd niet gerept). Men moest het maar eens bij dat Departe ment probeeren én hiermede ging de aan vraag voor onbepaalden tijd onder het loodje. i l-j*■*.- Het lijkt ons echter eert bedenkelijk pre cedent. Immers, wanneer nu door een andere groep van personen, wij noemen maar eens de Bond van Handels en Kantoorbe dienden ook middels eene bouwvereeni- ging om een voorschot wordt gevraagd, zal de Raad de consequentie hebben te aan vaarden en eerst eens bij de patroons van deze leden hebben te informeeren, hoeveel of zij er voor over hebben en bereid zijn bij te dragen in het deel van de gemeente. Als wij vasthouden aan het beginsel, dat ieder gemeentenaar dezelfde rechten heeft, kan door dit Raadsbesluit van bouwen door dergelijke vereenigingen nooit iets terecht komen. En dat zou zeer te betreuren zijn. In tol van plaatsen zijn door onderwijzers, postambtenaren, spoorwegpersoneel, onder officieren enz. vereenigingen als V. I. O. S. opgericht en die vereenigingen hebben voor den algemeenen woningtoestand veel goeds tot stand gebracht. Ook van V. I. O. S., die begint met een plan van 60 woningen, hebben wij goede verwachtingen voor de toekomst. Mr. Stadig, die de slimmigheid heeft uit gedacht, om een ander voor de gemeente Amersfoort te laten betalen, make nu eens duidelijk, dat door een handelszaakje op touw te zetten, de woningnood verholpen wordtdat het resultaat van zijn voorstel meer dan „nihil" zal opleveren en dat niet alleen kostbare tijd verknoeid wordt. Het bezwaar, dat door de S. D. A. P.-leden geopperd werd, n.l. dat iedereen niet de zelfde aanspraak op; eene woning kon ma ken, was wel een toppunt van naïviteit. De heeren zijn nog maar kort „in de po litiek" en daarom zullen we het niet te zwaar aanrekenen. Zij moeten echter genezen van het ge loof, dat eon zekere troep kosten en moeite wil doen en deze zijn toch nog niet zoo •heel geringom tot het bouwen van goede huizen te geraken, en als deze dan klaar zijn, aan allerlei personen, die niets offer den of uitvierden, de eerste vruchten van hun arbeid over te dragen. Zij hebben nog niet over .hun democratisch hart kunnen krijgen, om aan hen die werken, voorrecht op de vruchten van eigen arbeid te geven. Wij kunnen echter in deze aienswijze niets billijks of democratisch ontdekken Er wordt dus voorloopig niets gedaan. Eerstdaags belet de weersgesteldheid het bouwen, zoodat het zich laat aanzien, als de Raad tenminste niet spoedig op haar be sluit terug komt en het gevraagde voor schot verleent, dat we in ^920 even ver of nog meer achterop zullen zijn dan in 1919. Voorwaar, geen bemoedigend vooruit zicht en weinig aanlokkelijk voor hen, die het zouden ambieeren om ook mee aan le pakken. Willen we hopen, dat V. I. O. S. zich door deze geringe medewerking niet uit het veld zal laten slaan. Als aan de eene deur geen gehoor gegeven wordt, klop dan nog eens ergens anders aanmisschien worden de heeren don wei wakker gemaakt. D. Politiek Overzich» De Oostenrijksche nationale vergadering heeft zonder debat en hoofdelijke stemming besloten tot bekrachtiging van het te Soint- Germain onderteekende vredesverdrag. Na dit besluit legde de regeering haar mandaat terug in handen van de nationale vergade ring, die een nieuwe regeering heeft geko zen. Het nieuwe kabinet is, evenals het vo rige, samengesteld uit de beide groote poli tieke partijen, de sociaal-democraten en de christelijk-socialen; maar dr. Bauer is als hoofd van het kabinet afgetreden en in zijne plaats is opgetreden dr. Renner. Deze beiden zijn politieke geestverwantenzij zijn beiden sociaal-democraten. Als reden voor zijn aftreden \yerd door dr. Bauer genoemd, dat hij bij de buitenlandsche regeeringen geen gewenschte persoon was; zijn opvolger Renner, die in Oostenrijks naam de vredes onderhandelingen te Saint-Germain heeft gevoerd, had dit bezwaar niet tegen zich. Maar de hoofdreden van zijn heengaan zal wel deze zijn, dot hij zich niet opgewassen voelde tegen de ontzettende moeielijkhe- den, waarvoor in dit tijdsgewricht het hoofd van de Oostenrijksche regeering zich ge plaatst ziet. Op die moeielijkheden heeft hij nadruk gelegd in een rede, die tot ondeïwerp had het heden en de toekomst van Duitsch Oos tenrijk. Hij betreurde doorin, dat de aan sluiting bij Duitschland niet verkregen was. Die aansluiting zou noodig geweest zijn omdat Duitsch Oostenrijk economisch al leen niet kan beslaan. Hij wees het verwijt af, dat de socialisten voor de aansluiting slechts gesproken maar niets gedaan had den.-Een volksstemming had men slechts clan kunnen riskeeren, als men hiervoor een meerderheid van 90 pet. had gehad. Dat was ecfjter niet mogelijk, omdat de burger lijke pers tegen de aansluiting stelling had genomen. Men had wel een meerderheid van 56 of 58 pet. kunnen krijgen, maar dot zou geen indruk gemaakt hebben op de En lente. Thans zou er niets meer te doen zijn met een volksstemming, omdat het vredes verdrag zoowel Oostenrijk als Duitschland bindt. Maar nu zien allen, dat Duitschland, hoe zwaar het ook door den geweldvrede getroffen is, tóch in een onvergelijkelijk beteren toestand is dan wij. Duitsch-Oosten- rijk is geen levensvatbaar lichaam en zal niet anders kunnen beslaan don met vreem de hulp, die zeer duur is en met het prijs geven van de zelfstandigheid moet worden gekocht. Geen volk in Europa lijdt econo misch en psychisch zoo zwaar als Duitsch- Ooslenrijk. Wij moeten, zeide dr. Bauer, trachten van dit leed verlost te worden. Wij hebben de taak het overschot, dat van het oude Oos tenrijk gebleven is, levensvatbaar te maken. Hier kunnen wij thans noch kapitalistisch, noch socialistisch regeeren, want wij zijn het afgescheurde lid van 'een lichaam, dat op zich zelf niet kan leven. Het samengaan van de sociaal-democraten met de christe lijk-socialen in de regeering biedt de eenige mogelijkheid om het land bijeen te houden. Wij moeten de eerlijke poging beproeven om het volk voor verhongeren te behoeden. Wanneer niettemin de catastrophe niet kan worden tegengehouden, dan treft ons geene verantwoordelijkheid. Niet minder pessimistisch beoordeelt •auer's opvolger dr. Renner, die als staats kanselier en staatssecretaris van buitenland sche zaken het hoofd is van de nieuwe re geering, den toestand. Hij heeft in eene ver gadering gezegd: Wij hebben den vrede gesloten, omdat we dit moesten tengevolge van onzen toe« stand. Een land zonder hulpmiddelen. me( schulden bezwaard, .verarmd, uitgebloed, kan geen weerstand bieden. WiL moestent als overwonnenen datgene ondcreaan wut onze politieke tegenstanders zoo hoog ifC- prezen hebben: den overwinning.»vrede. Wij zijn gedwongen geworden dezen overwin-1* ningsvrede te aanvaarden, wij die altijd den verzoeningsvrede hebben gewild. Wij ziinf een staat van zes millioen inwoners gewor den; de Duitschers van de Sudetenlandeit worden van ons losgescheurd; wij vertogen* vvoordigen niet. eens ten volle de Duitschers van de Alpenlanden. Slechts een stukje, West-Hongarije hebben wij gekr^en en datl betwist ons heden hel kabinef-Priedrich, da* spoedig zijn stervensamen zal bidden. Tcgem ons protest heeft men dezen staal den nuair^ Oostenrijk opgedrongen. Wij hebben dw gelofte gedaan, dat wij weigeren met dezert naam ook de oude tradition van Oostenrijk over te nemen Wij doen afstand van dlf erfrecht en maken gebruik van de rechts-* weldaad om op den inventaris geen aan* spraak te maken. Ons land is in een toestand, waarin het zelfstandig niet kan bestaan. Dat hebben wij dadelijk geweten; wij hebben de aanslui ting bij het Duitsche volk verlungd in het' gevoel, dat Duitschers zich met Duitschers beter zullen verstaan. Dit was niet het ge* voel van nationale overtuiging. Wij weten# dat wij niet alleen kunnen blijven. Dagelijks bespeuren wij de gevaren, waaraan wij zijn blootgesteld. Wij hebben treene kolen, geeol meel, geen petroleum. Wij doen vruchten loos ons best de andere nationale staten té bewegen de plichten te vervullen, die zit tegenover ons op zich genomen hebben. Bij alle economische ellende komt nog de on dragelijke last van de oorlogsschulden Kan men ons dan kwalijk nemen dat wij trachten* te redden wat is te redden? Ik geloof, da.t wij juist thans, in dezen winter, het nulpunt van onzen nood, het nulpunt van onze ho peloosheid zullen bereiken. Buitenlandsche Berichten Parijs, 19 Oct. (N. T. Draadloos ulf l.yon). De Opperste Hand hield zich bezig met bet inwerking treden vair bpt .vredesverdrag in <lè zitting van Zaterdagochtend, die werd gepresideerd door Clemenifeau. De verdeeling der troepen oVer de door dc gehqeralliecrda Strijdkrachten te bezetten gebieden, Opper-Si- lezie, Slees wijk en Memel, werd bepaald. Be studeerd werden de militaire ina.itregelen, dip moeten worden toegepast, zojodra bet vredes verdrag van kracht ïs 'geworden. Op dal mo- rilènf zullen <le Duitsche troepen Pnmiddclli/fti de aan Duitschland ontnomen gebieden verla ten on om tc voorkomen, dat or ongeregeld heden plaats vinden, dienen dadelijk intergo- alliecrde contingenten dc Duitsche soldaten tc vervangen. De ontruiming en de bezetting moeten, om zoo tc zeggen, gelijktijdig geschie den. Wanneer deze maatregelen zijn genomen, kan de plechtigheid van het deponeeron der ratificaties worden bepaald. B e r 1 ij n, 19 Oct. (N. T. A. Draadloos uit Nauen). De Warsfhauer Tribune be richt, dat de Opperste Raad aan Polen niet slechts Oost-Galicië; maar ook gebieds- slrooken van de N. W. Bukowinu heeft toe* gewezen, en wel met goedvinden van de Ru* meensche vredesdelegatie om den spoorweg; naar Zolesczyk le beveiligen. Parijs, 20 Oct. (N- T. A. Draadloos uil l.yon). De Senaat heeft liet iaiu>te amende-! ipcnL van Full op het vredesverdrag vcrwor* pen, dat (cn doel had beperking van de vol macht van den .\mpril>Apiisclien- vertegenwooif- diger in de commissie voor.de schadeloosstel* lingen. B e r 1 ij n, 19 O c t. (W. B.) In de bcgróo* tingscommissie uit de Nat. Verg. werd 't Eenige verschil tusschen een heilige en een zondaar, is dat de heilige een toekomst en de zondaar een verleden heeft. Roman door Mr L. II. J. LAMBERTS HURRELBRINCK. 28 t Zag er dan ook al heel anders uit, als toen ze pas hier* kwamen 't blonk cn glom weer alles, net als op den Leienhof in Iioïz- heim, t koper of 't puur goud was, zooals het schitterde; de vensters altijd schoen/ helder; dc door dc zon gebarsten gaas voor dc ruiten ahijd genaaid; de emmers, waarin werd be waard do melk der koeien, precies of zó gepo lijst waren cn Tjuikc altijd om en bij haar of het haar ciger. kind ac. 't Was effectief oen lief mefcje cn -oo aan hankelijk ain hem, <\-n grrotvader, altijd maar ham toelach*:*? net 'haar fonkelende °0£3f^, «li hij haar op z'n knieën ram h«j begreep maar nir:, dat Joanc cr. Bcrbke niet .▼onder», <ïaf r.o -.prekend op z'n vrouw zaliger g*!e*X, die ion toch ook zoo hartelijk lachen, hem ook zoo aankijken met dezelfde exp-ressie In de oogen. Toch picojg. dat hij Ecibkc liaar zin heeft gedaan, dat hij mee is gegaan; heerlijk zoo HL en dag cr van getuige te mogen zijn, dat Je j^nderen hun best doen, foonen, dat het bloed van dc Yonckens opnieuw weer in hun aderen vloeit. Eigenlijk toch jammer, dat Kobus ben ook niet eens kan zien hij heeft hem wel ge schreven, hem alles in z'n lange brieven ver teld, dat het hun zoo goed ging, maar met z'n oogen zou hij het eens moeten aanschouwen, die zou zioh dc oogen uit den kop kijken, als hij Jeanc zag, den vroegeren cadé, met niks ander? dan een pilow broek en een hemd een liee! andere kerel ah die van Luik. Een zonvolle middag in December. De gchcele familie Voncken zit in hreede schommelstoelen, Graduske en Truike liggen in hangmat op dc porch van de hacienda; de oude blaast dikke rookwolken uit het korte sfbmppijpjc, de laatste herinnering, uil IIolz- hcim meegebracht. Voor hun in den tuin, door Berbke en Cucn- chn aangelegd, groote struiken met volle io- zen en forsche hoogstengcligc zonnebloemen; de geilede hof omgeven door schérppuntige a.'óei: en brcedbladigc palmen; een dartelend konijn springïiuppelend door het gras; kippen,' welke kakelen: kalkoenen, die kloeken op de hoeve; geheel in de verte het weemoedig ge huil van 'n hyena; op de velden enkele tc laat ui; hunne vruchten gesproten, pluisvlokken, het ccr.igc wit, dc-eenige winter in dezen-/0- mer. AUcngskens kruipt de schemering op v.'n uit de verte, kleurt ia grauw donker dc planten cn bloemen; in dc lucht met naglans van blau wend zilver flikkeren meerdere en meerdere schitterende stipjes. 't Wordt langzamerhand duister. Op eens Jeanc; „Vader, 't is van aovend d'n aoVeh'd en mdrgè dc daag. 'dat icb ncli hosteke maag."' „Jussus ja Jeanc, 't is vandaag mijne Mei 20 December, daar had ik heelemaal niet aan gedacht." „Ik wel vader, ik heb dezen dag niet verge ten ik heb ook een geschenk voor je, een cadeau, (lat je pleizier zal doen, daar hen ik zeker van," terwijl hij hem klein nietig pa piertje overreikt met blauwen stempel ,,lees dat eens vader." „Maar... dat... dat is Frnnsch, jongen wat praat jij van pleizier 't doet mij pleizier, dat ik het „niet" versta." „Toch is dat Frnnsch, dat je genoegen zal doen, dat weet ik.zeker... ik ?.al je eens vertel len, wat daarin staat." „Daar ben ik benieuwd naar... pleizier... ge noegen... voor dat Frnnsch. „Nou luister dan maar eens.... ik waarschuw jc echter, dat het begin voor je beroerd zal zijn, dat het je ook wel chagrijn zal doen, maar stel je gerust... je zult toch blij zijn met jc cadeau, dat vérasseroeF ik je.'' „Vooruit... vooruit klets nou niet langer, maar vertel op." „Allo, hoor dan maar: Berbke heeft mij ge zegd, dat de verkoop van den Leienhof niet Jen volle heeft opgebracht de som, waarvoor... ik jc toen heb laten teekenen. „Ach 'begin daar nou niet weer over, dat is immers uit, dat is vergeten. „Wacht nu toch vader, een beetje geduld en dan zal het effectief uit zijn, voor goed uit, behalve mijn., schuld tegenover jou, die zal nooit uit zijn." „Schei uit, Jeanc, schei uit; noem je me dat een prettige Mei 'bezorgen.'' „'t Zal een prettige Mei voor je worden, als je maar even wilt luisteren zonder mij altijd VerjanrdafT. in dc rede tc vallen alzoö, nog eens, Berbke heeft mij verteld, dat cr nog zoo wat twintig duizend francs ontbraken, dat dc Bank van Luik nog te vorderen 'had van dc zaak Du- rand, waaraan ook onze naam, die van ,,Vonc- ken'' verbonden was; ik Was immers mede directeur; ik weet het groote chagrijn, dat jc daarover hebt gehad en nog hebt, al spreek jc cr ook niet over en om nu kort te gaan; op dat papiertje staat in het Fransch, dat de Bank die twintig duizend francs van mij heeft gekregen, dat zc geen centime meer noch van jou, noch van mij heeft te reclameeren, dat onze naam weer even rein en onbesmet is, als jij dien altijd hebt gedragen en dat ik. als jc zoon, nu weer als eerlijk man voor jc mag staan, (lat ik nu weer iedereen -vrij ill dc oogen durf zien cn... nou, vader, wat zeg je er van, is dat geen Fransch geweest, dat jc pleizier doet, is dat geen verjaarsgeschenk, dat je bc- valt?"' Tranen wellen op in de oogranden van den oude, terwijl dc neusvleugels trillen, dc lip pen murmelen in snel beweeg. „Nou vader, zeg nou eens wat." „Jeanc, Jeanc'' terwijl hij mei trillende vin geren grijpt do hand van zijn zoon, deze hartstTTTlitelijk drukt; „dank" „dank" dc enke le klanken, die hij kan stamelen uit dc tranen volle keel. ,Jc bent ajzoo blij met mijn geschenk?" Slechts een enkele knik. „Goddank vader, en daarmee is nu ook al de beroerdigheid van Vroeger, elke herinne ring aan dat verleden voor goed de wereld uit het geluk is weer bij ons teruggeko men." „Ja, ja, *t geluk is weer teruggekomen jammer alleen... dp* moeder dat ook niet heeft mogen beleven/* ArbeidvOlle tijd, die voorbij F. liet land is geploegd, gezuiverd van de bkt* derlooz.e verdorde ster,ge! de harde pillen zijn op regelmatige afstanden in den bodem geplant Milde regens hebben het nieuwe zaad doer ontkiemen, jonge groene twijgen uit Mén schooi der aarde gcstooteii; np enkele weken reeds dc 's morgens gelige, des avonds rose bloe* sems, de moeders, waaruit zullen geboren wOf den de vruchten, omhullend met tec re groene schillen den pluizigen, \lokkigen, witten donSi Een dag van verzengende hitte. De gcheele familie Voncken aan tafel, wanrf op door Mexicanen vervaardigde houten bak*' ken, hoog gestapeld het door Berbke en Cucn-- oha gebakken brood; in kleine potten de doorS haar gekarnde boter* op groote schalen bet vleesch van eigen veestapel. Eensklaps een Mexicaan met ruw gewekU openduwend dr deur,, schreeuwend met nivgstf-4 gen sch riks tem: „don Jiian.de nrmy-worm.'M Wild F Jeanc opgesprongen om in woestoitl vnari, omvei; werpend den Stpel, .welke henvl in den weg stapt, te hollen Haar buiten. Verschrikt zijn hem onmiddellijk gevolgd dei vader en dc zuster zij begrijpen niet... „wat^J wat is er Jeanc" roept Berbke. 'l Geen antwoord, slechts- een even met naar] omhoog urm-uitstrekken wijzen, immer voort*/' ijlend met opgetrokken knieën. 1 'legen den lichtbluuwen transparant helde*' ren hemel ontwaren zij grooien, zwarten woÜQJ deinend heen cn weer in vlugge zwenkingen», nu een-; dalend, dan weer rijzend, als voortgpy. stuw'd door stoomende winden. rvtójr (Wordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 1