„DE EEMLANDER"
BUITENLAND
FEUILLETON.
TROTS.
18e Jaargang Ne. 100
yee -
foori
U««n oa*c
ff C.C4
oujtiden voor Amor^
1 1.39, Idem tranc»
•>^i •ve7 **P^r "?a!k vcr7<ï^crin8
ukico) CO>. xfcondcrlijxe r.u«5i«*
S3 4*g$
HOOFDR£t>ACÏEUK; Md, D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS) VAUKHOFE Cö
BUREAU: ARNHEMSCHE POORT'A'AL. Kor* UTueexTsenssrit
INTERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Dinsdag 21 October 1919
PRIJS DER ADVERTERIIEH met Inbegrip vaa eca!
bewijsnummer, elke regel meer 0.20, d'cnftaahfc'c#
«lingca 1-5 icgcla 0.50. Voor bande! cn bedrijf*
bestaan xccr vooidceligo bepalingen lot hef herhaald!
advcrlcercn. bij abonnement. Hcna drcu'l!rc,
bevattende da voorwaarden, wordt op aanvraig
toegezonden. Bewijsnummers 5 «ent.
WoHingbouw-polltiek.
m
Dat het der Regeering inderdaad ernst
Is met het nemen van maatregelen, tenein
de in den heerschenden woningnood te
voorzien, blijkt wel uit de circulaire, die op
25 Juni j.l. uitgegaan is van het Ministerie
van Arbeid en gericht is aan de gemeente
besturen.
Waar ook ie Amersfoort het gebrek aan
huizen afmetingen heeft aangenomen, die
rlkeen, die in een goeden woontoestand een
volksbelang bij uitnemendheid ziet, met
vrees voor de naderende toekomst vervult,
daar achten wij het van voldoende belang
het standpunt van de Regeering eens nader
te bezien. We zullen daarbij tevens gele
genheid hebben eens na te gaan hoe onze
nieuwe Raad zijne medewerking hierbij ver
leent.
De abnormale prijsstijging van de bouw
kosten hebben het aan particulieren onmo
gelijk gemaakt om, zooals vroeger hun geld
vin huizen" te beleggen. Zij, die thans nog
een eigen woning kunnen laten bouwen, be-
fiooren tot -die kapitaalkrachtigen, waar
voor geen woningmisère bestaatdit zijn
echter maar enkelen. Regel is thans gewor
den, dat men een huurhuis betrekt. En deze
zijn er veel te weinig, om aan ieder gezin
„een dak boven het hoofd" te verzekeren,
zoodat in de toekomst de woningvoocziening
mede tot de taak van de Overheid zal be-
hooren.
Indien zij hierbij van particuliere zijde
wordt gesteund, is dat eene zeer welkome,
loch eene toevallige bateaanmoediging
van het particulier initiatief lijkt ons, die in
eeng absolute overheidszorg niet het mid
del bii uitnemendheid zien, om de maat
schappij in gang en vooruit te helpen, een
daad van wiis beleid^
Dit beginsel wordt ook door de woning
wet gehuldigd.
Aan een ieder, die zich in dit opzicht voor
de gemeenschap verdienstelijk wil maken,
biedt de wet gelegenheid, om door het
oprichten van bouwvereenigingen, die aan
nader bepaalde voorwaarden moeten vol
doen middelen te verleenen en voor
schotten om tot den bouw van huizen te ge
raken.
De hiervoren reeds aangestipte abnormale
bouwkosten maken het echter onmogelijk,
- dat eene bouwvereeniging hare exploitatie
rekening sluitend kan maken.
De verstrekte voorschotten moeten in 75
jaren door annuïteiten d. i. rente plus af-
lossingstermijn van de bouwsom aan het
Rijk worden terugbetaald. Deze gelden moe
ten natuurlijk gekweten worden, uit de huur
penningen, w'aardoor de huishuren zoodanig
zouden moeten worden opgevoerd, diftt deze
boven de draagkracht van de bewoners zou
den stijgen, met het gevolg, dat van nieuw
bouw niets terecht zou kunnen komen.
Teneinde aan dit ernstige bezwaar tege
moet te komen, heeft de Regeering maatre
gelen getroffen. De huurprijs wordt, in ver
band met het inkomen van de bewoners
jaarlijks geschathet eventueele tekort op
de exploitatie rekening wordt door de open
bare kassen gedragen.
Het Rijk neemt hiervan 75 voor hare
yekening terwijl de betrokken gemeente de
rest moet bijdragen.
Zoodra na 75 jaren de aflossing van de
bouwsom heeft plaats gehad, heeft eene
waardeschatting van de woningen plaats.
Een goed gebouwd en onderhouden huis
is in 75 iaren nog niet versleten; zoodat de
ze woningen, met de bouwgronden, dan nog
een vrij. beduidende waarde bezitten.
Van deze geschatte waarde moet aan het
Rijk, en c. q. aan anderen, die de exploita
tie refcer.wg" hébben geholpen sluitend te
maken, een evenredig deel worden uitge
keerd»
Daarna wordt de gemeente eigenares en
kan de gebouwen verder exploiteeren.
Hierbij zij nog aangeteekend, dat nood
lijdende gemeenten van de verplichte bij
drage geheel of gedeeltelijk kunnen wor
den vrijgesteld en dat de woningen niet
meer dan 5 kamers en een keuken mogen
bevatten. Twee van deze kamers moeten
zoo groot zijn, dat zij voldoende ruimte bie
den voor plaatsing van twee ruime ledikan
ten.
Om den huiz.ennood zoo krachtig moge
lijk te bestrijden, en het bouwen zooveel
mogelijk aan te moedigen, zegt de Minister
verder in zijne circulaire
„Ik vertrouw, dat de vereenvoudiging,
die door het bovenstaande wordt ver
kregen, mede in verband met andere
maatregelen, die ik tref, er toe zal bij
dragen, dat de behandeling van ver
zoeken om voorschotten in den regel
vlot verloopt.
Mijn streven is er bij voortduring op
gericht, tijd uit le winnen. De ervaring
leert evenwel, dat bij herhaling de be
handeling van verzoeken van woning
bouwverenigingen om voorschotten en
van gemeentelijke bouwplannen door
gemeentebesturen of gemeentelijke
diensten met groote vertraging gepaard
gaat, waardoor dikwijls kostbare tijd ver
loren gaat en *t tegendeel van aanmoe
diging om in den woningnood te voor
zien, bereikt wordt. Ik doe een dringend
beroep op de gemeentebesturen om
van den aanvang af ieder oponthoud,
dat niet volstrekt noodzakelijk is, het
zij bij Uw college, hetzij bij de gemeen
telijke diensten, die bij de bouwplannen
betrokken zijn, met kracht te voorko
men.
De voorziening in den woningnood
is urgent; de gezondheid en de morali
teit van de gezinnen eischt, dat over
wegingen en belangen, die van bijkom-
stigen aard zijn, thans terzijde worden
gesteld, indien zij tot oponthoud aan
leiding geven. Alle kracht moet worden
gericht op snellen aanbouw van wonin
gen en indien daardoor aan den erg-
sten nood niet spoedig wordt tegemoet
gekomen, bovendien van noodwonin
gen.
Wordt alle onnoodige vertraging ver
meden, dan kan het doel worden be
reikt. Zou blijken^ dat bij voortduring
groote hindernis en vertraging moet
worden overwonnen, dan zou de Regee
ring maatregelen moeten overwegen,
die veel dieper ingrijpen".
Uit de slot-olinen blijkt, dat het der Re
geering ernst is. Voor die gemeentebesturen
die er niet in kunnen slagen, moeilijkheden
te overwinnen of de zaak op de lange baan
probeeren te schuiven, staat de stok achter
de deur. Andere dieper ingrijpende ver
plichtingen zullen alsdan worden opgelegd.
In een der jongst gehouden zittingen van
den Raad kwam eene aanvrage om een
bouwvoorschot in behandeling van de bouw-
vereeniging V. 1. O. S.
Deze vereeniging welks leden voor het
grootste deel uit onderofficieren bestaat,
wenschte een 60 tal woningen te bouwen
van een eenigszins beter type. Juist aan dat
soort van woningen bestaat in onze ge
meente zoo'n nijpend gebrek, zoodat we
hadden verwacht, dat de Raad, door vlotte
afdoening niet alleen de spoedige tot stand-
koming zou hebben gesteund, maar vooral
aan de andere gemeentenaren als 't ware
eene vingerwijzing had gegeven, om ook
de hand eens mede aan de ploeg te slaan.
We zijn echter teleurgesteld.
De meerderheid van den Raad kon zich
niet.tot die hoogte opwerken.. Hét werd wat
gepruts. Enkelen spraken van bevoorrech
ting van een bepaalde categorie van perso
nen. Omdat, volgens een onzer vroede man
nen, het Departement van Oorlog er bij
geïnteresseerd is, dat haar personeel goed
gehuisvest is, mag men verwachten, dat dit
Departement geldelijk zal tegemoet komen
in de kosten, die de gemeente heeft te dra
gen (over de tegemoetkoming voor de bur
gerleden van V. I. O. S. werd niet gerept).
Men moest het maar eens bij dat Departe
ment probeeren én hiermede ging de aan
vraag voor onbepaalden tijd onder het
loodje. i l-j*■*.-
Het lijkt ons echter eert bedenkelijk pre
cedent.
Immers, wanneer nu door een andere
groep van personen, wij noemen maar
eens de Bond van Handels en Kantoorbe
dienden ook middels eene bouwvereeni-
ging om een voorschot wordt gevraagd, zal
de Raad de consequentie hebben te aan
vaarden en eerst eens bij de patroons van
deze leden hebben te informeeren, hoeveel
of zij er voor over hebben en bereid zijn bij
te dragen in het deel van de gemeente.
Als wij vasthouden aan het beginsel, dat
ieder gemeentenaar dezelfde rechten heeft,
kan door dit Raadsbesluit van bouwen door
dergelijke vereenigingen nooit iets terecht
komen. En dat zou zeer te betreuren zijn.
In tol van plaatsen zijn door onderwijzers,
postambtenaren, spoorwegpersoneel, onder
officieren enz. vereenigingen als V. I. O. S.
opgericht en die vereenigingen hebben
voor den algemeenen woningtoestand veel
goeds tot stand gebracht.
Ook van V. I. O. S., die begint met
een plan van 60 woningen, hebben wij
goede verwachtingen voor de toekomst.
Mr. Stadig, die de slimmigheid heeft uit
gedacht, om een ander voor de gemeente
Amersfoort te laten betalen, make nu eens
duidelijk, dat door een handelszaakje op
touw te zetten, de woningnood verholpen
wordtdat het resultaat van zijn voorstel
meer dan „nihil" zal opleveren en dat niet
alleen kostbare tijd verknoeid wordt.
Het bezwaar, dat door de S. D. A. P.-leden
geopperd werd, n.l. dat iedereen niet de
zelfde aanspraak op; eene woning kon ma
ken, was wel een toppunt van naïviteit.
De heeren zijn nog maar kort „in de po
litiek" en daarom zullen we het niet te
zwaar aanrekenen.
Zij moeten echter genezen van het ge
loof, dat eon zekere troep kosten en moeite
wil doen en deze zijn toch nog niet zoo
•heel geringom tot het bouwen van goede
huizen te geraken, en als deze dan klaar
zijn, aan allerlei personen, die niets offer
den of uitvierden, de eerste vruchten van
hun arbeid over te dragen. Zij hebben nog
niet over .hun democratisch hart kunnen
krijgen, om aan hen die werken, voorrecht
op de vruchten van eigen arbeid te geven.
Wij kunnen echter in deze aienswijze niets
billijks of democratisch ontdekken
Er wordt dus voorloopig niets gedaan.
Eerstdaags belet de weersgesteldheid het
bouwen, zoodat het zich laat aanzien, als de
Raad tenminste niet spoedig op haar be
sluit terug komt en het gevraagde voor
schot verleent, dat we in ^920 even ver of
nog meer achterop zullen zijn dan in 1919.
Voorwaar, geen bemoedigend vooruit
zicht en weinig aanlokkelijk voor hen, die
het zouden ambieeren om ook mee aan le
pakken.
Willen we hopen, dat V. I. O. S. zich door
deze geringe medewerking niet uit het veld
zal laten slaan. Als aan de eene deur geen
gehoor gegeven wordt, klop dan nog eens
ergens anders aanmisschien worden de
heeren don wei wakker gemaakt.
D.
Politiek Overzich»
De Oostenrijksche nationale vergadering
heeft zonder debat en hoofdelijke stemming
besloten tot bekrachtiging van het te Soint-
Germain onderteekende vredesverdrag. Na
dit besluit legde de regeering haar mandaat
terug in handen van de nationale vergade
ring, die een nieuwe regeering heeft geko
zen. Het nieuwe kabinet is, evenals het vo
rige, samengesteld uit de beide groote poli
tieke partijen, de sociaal-democraten en de
christelijk-socialen; maar dr. Bauer is als
hoofd van het kabinet afgetreden en in zijne
plaats is opgetreden dr. Renner. Deze beiden
zijn politieke geestverwantenzij zijn
beiden sociaal-democraten. Als reden voor
zijn aftreden \yerd door dr. Bauer genoemd,
dat hij bij de buitenlandsche regeeringen
geen gewenschte persoon was; zijn opvolger
Renner, die in Oostenrijks naam de vredes
onderhandelingen te Saint-Germain heeft
gevoerd, had dit bezwaar niet tegen zich.
Maar de hoofdreden van zijn heengaan zal
wel deze zijn, dot hij zich niet opgewassen
voelde tegen de ontzettende moeielijkhe-
den, waarvoor in dit tijdsgewricht het hoofd
van de Oostenrijksche regeering zich ge
plaatst ziet.
Op die moeielijkheden heeft hij nadruk
gelegd in een rede, die tot ondeïwerp had
het heden en de toekomst van Duitsch Oos
tenrijk. Hij betreurde doorin, dat de aan
sluiting bij Duitschland niet verkregen was.
Die aansluiting zou noodig geweest zijn
omdat Duitsch Oostenrijk economisch al
leen niet kan beslaan. Hij wees het verwijt
af, dat de socialisten voor de aansluiting
slechts gesproken maar niets gedaan had
den.-Een volksstemming had men slechts
clan kunnen riskeeren, als men hiervoor een
meerderheid van 90 pet. had gehad. Dat
was ecfjter niet mogelijk, omdat de burger
lijke pers tegen de aansluiting stelling had
genomen. Men had wel een meerderheid
van 56 of 58 pet. kunnen krijgen, maar dot
zou geen indruk gemaakt hebben op de En
lente. Thans zou er niets meer te doen zijn
met een volksstemming, omdat het vredes
verdrag zoowel Oostenrijk als Duitschland
bindt. Maar nu zien allen, dat Duitschland,
hoe zwaar het ook door den geweldvrede
getroffen is, tóch in een onvergelijkelijk
beteren toestand is dan wij. Duitsch-Oosten-
rijk is geen levensvatbaar lichaam en zal
niet anders kunnen beslaan don met vreem
de hulp, die zeer duur is en met het prijs
geven van de zelfstandigheid moet worden
gekocht. Geen volk in Europa lijdt econo
misch en psychisch zoo zwaar als Duitsch-
Ooslenrijk.
Wij moeten, zeide dr. Bauer, trachten van
dit leed verlost te worden. Wij hebben de
taak het overschot, dat van het oude Oos
tenrijk gebleven is, levensvatbaar te maken.
Hier kunnen wij thans noch kapitalistisch,
noch socialistisch regeeren, want wij zijn
het afgescheurde lid van 'een lichaam, dat
op zich zelf niet kan leven. Het samengaan
van de sociaal-democraten met de christe
lijk-socialen in de regeering biedt de eenige
mogelijkheid om het land bijeen te houden.
Wij moeten de eerlijke poging beproeven
om het volk voor verhongeren te behoeden.
Wanneer niettemin de catastrophe niet kan
worden tegengehouden, dan treft ons geene
verantwoordelijkheid.
Niet minder pessimistisch beoordeelt
•auer's opvolger dr. Renner, die als staats
kanselier en staatssecretaris van buitenland
sche zaken het hoofd is van de nieuwe re
geering, den toestand. Hij heeft in eene ver
gadering gezegd:
Wij hebben den vrede gesloten, omdat we
dit moesten tengevolge van onzen toe«
stand. Een land zonder hulpmiddelen. me(
schulden bezwaard, .verarmd, uitgebloed,
kan geen weerstand bieden. WiL moestent
als overwonnenen datgene ondcreaan wut
onze politieke tegenstanders zoo hoog ifC-
prezen hebben: den overwinning.»vrede. Wij
zijn gedwongen geworden dezen overwin-1*
ningsvrede te aanvaarden, wij die altijd den
verzoeningsvrede hebben gewild. Wij ziinf
een staat van zes millioen inwoners gewor
den; de Duitschers van de Sudetenlandeit
worden van ons losgescheurd; wij vertogen*
vvoordigen niet. eens ten volle de Duitschers
van de Alpenlanden. Slechts een stukje,
West-Hongarije hebben wij gekr^en en datl
betwist ons heden hel kabinef-Priedrich, da*
spoedig zijn stervensamen zal bidden. Tcgem
ons protest heeft men dezen staal den nuair^
Oostenrijk opgedrongen. Wij hebben dw
gelofte gedaan, dat wij weigeren met dezert
naam ook de oude tradition van Oostenrijk
over te nemen Wij doen afstand van dlf
erfrecht en maken gebruik van de rechts-*
weldaad om op den inventaris geen aan*
spraak te maken.
Ons land is in een toestand, waarin het
zelfstandig niet kan bestaan. Dat hebben
wij dadelijk geweten; wij hebben de aanslui
ting bij het Duitsche volk verlungd in het'
gevoel, dat Duitschers zich met Duitschers
beter zullen verstaan. Dit was niet het ge*
voel van nationale overtuiging. Wij weten#
dat wij niet alleen kunnen blijven. Dagelijks
bespeuren wij de gevaren, waaraan wij zijn
blootgesteld. Wij hebben treene kolen, geeol
meel, geen petroleum. Wij doen vruchten
loos ons best de andere nationale staten té
bewegen de plichten te vervullen, die zit
tegenover ons op zich genomen hebben. Bij
alle economische ellende komt nog de on
dragelijke last van de oorlogsschulden Kan
men ons dan kwalijk nemen dat wij trachten*
te redden wat is te redden? Ik geloof, da.t
wij juist thans, in dezen winter, het nulpunt
van onzen nood, het nulpunt van onze ho
peloosheid zullen bereiken.
Buitenlandsche Berichten
Parijs, 19 Oct. (N. T. Draadloos ulf
l.yon). De Opperste Hand hield zich bezig met
bet inwerking treden vair bpt .vredesverdrag
in <lè zitting van Zaterdagochtend, die werd
gepresideerd door Clemenifeau. De verdeeling
der troepen oVer de door dc gehqeralliecrda
Strijdkrachten te bezetten gebieden, Opper-Si-
lezie, Slees wijk en Memel, werd bepaald. Be
studeerd werden de militaire ina.itregelen, dip
moeten worden toegepast, zojodra bet vredes
verdrag van kracht ïs 'geworden. Op dal mo-
rilènf zullen <le Duitsche troepen Pnmiddclli/fti
de aan Duitschland ontnomen gebieden verla
ten on om tc voorkomen, dat or ongeregeld
heden plaats vinden, dienen dadelijk intergo-
alliecrde contingenten dc Duitsche soldaten tc
vervangen. De ontruiming en de bezetting
moeten, om zoo tc zeggen, gelijktijdig geschie
den. Wanneer deze maatregelen zijn genomen,
kan de plechtigheid van het deponeeron der
ratificaties worden bepaald.
B e r 1 ij n, 19 Oct. (N. T. A. Draadloos
uit Nauen). De Warsfhauer Tribune be
richt, dat de Opperste Raad aan Polen niet
slechts Oost-Galicië; maar ook gebieds-
slrooken van de N. W. Bukowinu heeft toe*
gewezen, en wel met goedvinden van de Ru*
meensche vredesdelegatie om den spoorweg;
naar Zolesczyk le beveiligen.
Parijs, 20 Oct. (N- T. A. Draadloos uil
l.yon). De Senaat heeft liet iaiu>te amende-!
ipcnL van Full op het vredesverdrag vcrwor*
pen, dat (cn doel had beperking van de vol
macht van den .\mpril>Apiisclien- vertegenwooif-
diger in de commissie voor.de schadeloosstel*
lingen.
B e r 1 ij n, 19 O c t. (W. B.) In de bcgróo*
tingscommissie uit de Nat. Verg. werd
't Eenige verschil tusschen een heilige en
een zondaar, is dat de heilige een toekomst
en de zondaar een verleden heeft.
Roman
door
Mr L. II. J. LAMBERTS HURRELBRINCK.
28
t Zag er dan ook al heel anders uit, als
toen ze pas hier* kwamen 't blonk cn glom
weer alles, net als op den Leienhof in Iioïz-
heim, t koper of 't puur goud was, zooals het
schitterde; de vensters altijd schoen/ helder;
dc door dc zon gebarsten gaas voor dc ruiten
ahijd genaaid; de emmers, waarin werd be
waard do melk der koeien, precies of zó gepo
lijst waren cn Tjuikc altijd om en bij haar
of het haar ciger. kind ac.
't Was effectief oen lief mefcje cn -oo aan
hankelijk ain hem, <\-n grrotvader, altijd
maar ham toelach*:*? net 'haar fonkelende
°0£3f^, «li hij haar op z'n knieën ram h«j
begreep maar nir:, dat Joanc cr. Bcrbke niet
.▼onder», <ïaf r.o -.prekend op z'n vrouw zaliger
g*!e*X, die ion toch ook zoo hartelijk lachen,
hem ook zoo aankijken met dezelfde exp-ressie
In de oogen.
Toch picojg. dat hij Ecibkc liaar zin heeft
gedaan, dat hij mee is gegaan; heerlijk zoo
HL en dag cr van getuige te mogen zijn, dat
Je j^nderen hun best doen, foonen, dat het
bloed van dc Yonckens opnieuw weer in hun
aderen vloeit.
Eigenlijk toch jammer, dat Kobus ben ook
niet eens kan zien hij heeft hem wel ge
schreven, hem alles in z'n lange brieven ver
teld, dat het hun zoo goed ging, maar met z'n
oogen zou hij het eens moeten aanschouwen,
die zou zioh dc oogen uit den kop kijken, als
hij Jeanc zag, den vroegeren cadé, met niks
ander? dan een pilow broek en een hemd
een liee! andere kerel ah die van Luik.
Een zonvolle middag in December.
De gchcele familie Voncken zit in hreede
schommelstoelen, Graduske en Truike liggen
in hangmat op dc porch van de hacienda; de
oude blaast dikke rookwolken uit het korte
sfbmppijpjc, de laatste herinnering, uil IIolz-
hcim meegebracht.
Voor hun in den tuin, door Berbke en Cucn-
chn aangelegd, groote struiken met volle io-
zen en forsche hoogstengcligc zonnebloemen;
de geilede hof omgeven door schérppuntige
a.'óei: en brcedbladigc palmen; een dartelend
konijn springïiuppelend door het gras; kippen,'
welke kakelen: kalkoenen, die kloeken op de
hoeve; geheel in de verte het weemoedig ge
huil van 'n hyena; op de velden enkele tc laat
ui; hunne vruchten gesproten, pluisvlokken,
het ccr.igc wit, dc-eenige winter in dezen-/0-
mer.
AUcngskens kruipt de schemering op v.'n uit
de verte, kleurt ia grauw donker dc planten
cn bloemen; in dc lucht met naglans van blau
wend zilver flikkeren meerdere en meerdere
schitterende stipjes.
't Wordt langzamerhand duister.
Op eens Jeanc;
„Vader, 't is van aovend d'n aoVeh'd en
mdrgè dc daag. 'dat icb ncli hosteke maag."'
„Jussus ja Jeanc, 't is vandaag mijne Mei
20 December, daar had ik heelemaal niet
aan gedacht."
„Ik wel vader, ik heb dezen dag niet verge
ten ik heb ook een geschenk voor je, een
cadeau, (lat je pleizier zal doen, daar hen ik
zeker van," terwijl hij hem klein nietig pa
piertje overreikt met blauwen stempel ,,lees
dat eens vader."
„Maar... dat... dat is Frnnsch, jongen wat
praat jij van pleizier 't doet mij pleizier,
dat ik het „niet" versta."
„Toch is dat Frnnsch, dat je genoegen zal
doen, dat weet ik.zeker... ik ?.al je eens vertel
len, wat daarin staat."
„Daar ben ik benieuwd naar... pleizier... ge
noegen... voor dat Frnnsch.
„Nou luister dan maar eens.... ik waarschuw
jc echter, dat het begin voor je beroerd zal
zijn, dat het je ook wel chagrijn zal doen, maar
stel je gerust... je zult toch blij zijn met jc
cadeau, dat vérasseroeF ik je.''
„Vooruit... vooruit klets nou niet langer,
maar vertel op."
„Allo, hoor dan maar: Berbke heeft mij ge
zegd, dat de verkoop van den Leienhof niet Jen
volle heeft opgebracht de som, waarvoor... ik
jc toen heb laten teekenen.
„Ach 'begin daar nou niet weer over, dat is
immers uit, dat is vergeten.
„Wacht nu toch vader, een beetje geduld
en dan zal het effectief uit zijn, voor goed uit,
behalve mijn., schuld tegenover jou, die zal
nooit uit zijn."
„Schei uit, Jeanc, schei uit; noem je me dat
een prettige Mei 'bezorgen.''
„'t Zal een prettige Mei voor je worden, als
je maar even wilt luisteren zonder mij altijd
VerjanrdafT.
in dc rede tc vallen alzoö, nog eens, Berbke
heeft mij verteld, dat cr nog zoo wat twintig
duizend francs ontbraken, dat dc Bank van
Luik nog te vorderen 'had van dc zaak Du-
rand, waaraan ook onze naam, die van ,,Vonc-
ken'' verbonden was; ik Was immers mede
directeur; ik weet het groote chagrijn, dat jc
daarover hebt gehad en nog hebt, al spreek
jc cr ook niet over en om nu kort te gaan; op
dat papiertje staat in het Fransch, dat de
Bank die twintig duizend francs van mij heeft
gekregen, dat zc geen centime meer noch van
jou, noch van mij heeft te reclameeren, dat
onze naam weer even rein en onbesmet is, als
jij dien altijd hebt gedragen en dat ik. als jc
zoon, nu weer als eerlijk man voor jc mag
staan, (lat ik nu weer iedereen -vrij ill dc oogen
durf zien cn... nou, vader, wat zeg je er van,
is dat geen Fransch geweest, dat jc pleizier
doet, is dat geen verjaarsgeschenk, dat je bc-
valt?"'
Tranen wellen op in de oogranden van den
oude, terwijl dc neusvleugels trillen, dc lip
pen murmelen in snel beweeg.
„Nou vader, zeg nou eens wat."
„Jeanc, Jeanc'' terwijl hij mei trillende vin
geren grijpt do hand van zijn zoon, deze
hartstTTTlitelijk drukt; „dank" „dank" dc enke
le klanken, die hij kan stamelen uit dc tranen
volle keel.
,Jc bent ajzoo blij met mijn geschenk?"
Slechts een enkele knik.
„Goddank vader, en daarmee is nu ook al
de beroerdigheid van Vroeger, elke herinne
ring aan dat verleden voor goed de wereld
uit het geluk is weer bij ons teruggeko
men."
„Ja, ja, *t geluk is weer teruggekomen
jammer alleen... dp* moeder dat ook niet heeft
mogen beleven/*
ArbeidvOlle tijd, die voorbij F.
liet land is geploegd, gezuiverd van de bkt*
derlooz.e verdorde ster,ge! de harde pillen
zijn op regelmatige afstanden in den bodem
geplant
Milde regens hebben het nieuwe zaad doer
ontkiemen, jonge groene twijgen uit Mén schooi
der aarde gcstooteii; np enkele weken reeds
dc 's morgens gelige, des avonds rose bloe*
sems, de moeders, waaruit zullen geboren wOf
den de vruchten, omhullend met tec re groene
schillen den pluizigen, \lokkigen, witten donSi
Een dag van verzengende hitte.
De gcheele familie Voncken aan tafel, wanrf
op door Mexicanen vervaardigde houten bak*'
ken, hoog gestapeld het door Berbke en Cucn--
oha gebakken brood; in kleine potten de doorS
haar gekarnde boter* op groote schalen bet
vleesch van eigen veestapel.
Eensklaps een Mexicaan met ruw gewekU
openduwend dr deur,, schreeuwend met nivgstf-4
gen sch riks tem: „don Jiian.de nrmy-worm.'M
Wild F Jeanc opgesprongen om in woestoitl
vnari, omvei; werpend den Stpel, .welke henvl
in den weg stapt, te hollen Haar buiten.
Verschrikt zijn hem onmiddellijk gevolgd dei
vader en dc zuster zij begrijpen niet... „wat^J
wat is er Jeanc" roept Berbke. 'l
Geen antwoord, slechts- een even met naar]
omhoog urm-uitstrekken wijzen, immer voort*/'
ijlend met opgetrokken knieën. 1
'legen den lichtbluuwen transparant helde*'
ren hemel ontwaren zij grooien, zwarten woÜQJ
deinend heen cn weer in vlugge zwenkingen»,
nu een-; dalend, dan weer rijzend, als voortgpy.
stuw'd door stoomende winden. rvtójr
(Wordt vervolgd)