t
Ooop dé .De<i£di
n«ss-w y&g ss-vx
BINNENLAND
ioen nog maar vier jaar was, herinnerde zich komen wónen en heel veel van ons allo drie J Scnpikker! „V is v^el' te' góe^Waanmn u dc hoeveel er Wi,ron of ze ma«el' of dik
I ken.En met-deze-woorden vloog hij
I naar rijn verstandige
I en do noodzakelijkheid
■dachte geruststellende, begaf den
Nog niet <f»at.
I Zich me» de
di* bankier
stellige voQcnemcn, zijn kinderen den volgen
den morgen aan het ontbijt liet gewichtig
i nieuws mee te deelen.
t Een vroolijk lenlezonnctje wierp zijn str.i-
.r „Zeg Tony, ik verveel mij zool Wil jc wat len den «volgenden morgen in do ruime hhiSka-
rfnet mij spélen?" vroeg een lief kinderstemmc- j mer, waar Anton, en Liesje hun vader pMk
tje, en daar het antwoord wat lang uitbleef, opwachtten. Licsje was één-en-al blijdschap
orden zou luisteren tuliiuoden laten bakken en order gegeven, dat in plaats van hier bcleedigiugen aan tc moe-
n zijn besluit inzien, er behoorlijk rozijnen in gedaan moesten wor- ten hoofcii.
Daar staan ze. Zijn het geen pracht- j
eind lijk ter ruste met het stukken-?
I TTij deed zijn oogen halt dicht en bewoog
L
- 1 1 1 V --- - .1 l /.c. 1„I. Ij Iit^i IIJA J/IC/.HI UVCI G
(Volgde or ai spoedig een vleiend; „toe, doe het dat Vader hun dien dag niet weer nücon zóu luit! De rozijnen kon men op grootcn afstand kunnen maken.
„Sjilpl-sjilp? hooi cn jullie niets? vroeg
mevrouw Baardpïepbr eensklaps. „Het komt
mc voor, alsoi er iets onder de tafel ritselt."
zijn kop in de rieliliil" Van liet hnis. En wei-Er zat werkelijk iemand onder de tafel cn
kcli.il; stonden daar een t.iiel cn een stoel. De die iemand was Peter, de kaler. Hij zottc een
tafel was met p™ helderwitte servet gedekt paar gulzige kattcnoogen op, groene katten
en daarop prijkten op witte schotels twe; oogen met een klein, zwart spleetje en wreef
grootc, fojlgo thlliandSi. Zij dampten nog. zó" met zijn staart langs een pooi der tafel, van
verstil waren ze! En wat zagen zij er heerlijk plezier over de vangst, die hij berekende te
maarj Jc hcbl toch niets te doen."
De kleine vraagster was het achtjarige
Liesje Verstraeten. Zij zat op een laag stoeltje
ün een -hoek der- huiskamer, omringd door
haar speelgoed. Pop noch prentenboek kon
haar echter ditmaal bekoren cn zoo kwam bet,
jdat zij zich uit verveling tot haar broertje
wehdde, die togen de ruiten trommelde en naar
buiten stond tc kijken.
De twaalfjarige Anton Verstraeten en zijn
laten en Tony verdiepte zich in allerlei gb.sin- onderscheiden.
gejokt, wat de
„U moet zich vooral geen muizenissen in het
hoofd iialen, waarde mevrouw Baardpieper,
zei de Amerikaan, hoewel hij "voorzichtig
heidshalve een paar maal met de vleugels
riocg. .,Tcn eerste heb ik mijn voorzorgsmaat
regelen zóó genomen, dat er niets gebeuren
gen, wat dat vreemde mewch* wel gezegd Xatlli«rlijk was het allemaal
ZOU hebben. Nauwelijks waren de eerst.- he- Amei ikaan va„ jju fèes, ,iad j De kIeinc
groet,ngen voorbij en zaten alle drte aan do Roll, (Ue in het W ivoondt, waar de tuin
ontbijttafel, or de bankier besloot maar dadc- bij lloc,.d[. jari cn dc
hjk met „jn nieuw, voor den dag te komen 1 tl!,Ul,tuien geb«kleriflZij stonden buiten af te
deren ">°he"on "hii"' "I, dT 'twiitel' nier''I Koelon* ,olda' de !onïcns zouden komen, die kan, en ten tweede is mijn gehoor zóó scherp,
vader, die Vader en Moeder beide was voor Tante Jet gelogeerd heeft? 1 7
zijn kinderen. Vier jaar geleden namelijk was .,0'ja, Vader," viel Licsje hem in de rede
de slag gevallen, die hem weduwnaar maakte
„die eens met ons gewandeld heeft.'
en zijn kinderen halve w eesjes. Liesje, die I „Juist Liesje! Nu. die dame val hier'bil ons I .1
hun gele snaveltjes open en klap- kennen, die vriendschap met mij sloot. Als bij
wiekten mei hun vleugeltjes, zooals een klein tegen een boomstam hamerde, moest ik iioo-
Ikind. dat wat lekkers ziet, in de handen klapt ren> of er houtwormen in waren en ik bracht
Nttii p ziel. het zelfs zóó ver, dat ik hem precies kon ver-
Meneer di
zoo goed als niets meer van dien heerlijken houden; jullie moet beiden heel lief voor haar
tijd. toen Moeder eiken avond over haar heen zijn."
hoog om haar een nachtkus tc geven; Anion „Wordt zij dan 'onze stiefmoeder?" vroeg
daarentegen herinnerde zich zijn moeder nog op eens Anton, wiens gezicht merkbaar bc-
Tevemlig. Hij had haar zoo innig liefgehad cn trokken was gedurende den loop van het ge
dacht nog dikwijls aan haar. Dan kreeg zijn sprek.
anders zoo vroolijk gelaat ccn droevige uil- Mijnheer Verstraeten fronste even dc wenk-
'3rukking «n staarde hij in gedachten verzon-brauweii, maar zei vriendelijk:
ken vóór zich uit. j „Maar Tony, wie heeft je dat leclijke woord
Toen Liesje's vleiend stemmetje door dc ka- geleerd? Die dame wordt jullie moeder, en
mer klonk, scheen hij weer zóó, in gedachten jullie zult evenveel van haar gaan houden als j
waren. Maar ik zie wel, dat u mij weer niet
tulbanden" betalen sv.lt, weet ik met - daar gcioofl. andcrs ,0cl, zou u niet zoo angstig
I heb .1; ook mots mee te maken - maar als om hccn kijken
Mij zc liiet dichtbij onze struiken hadden, zou (>jrn er 0 k iemand onder de tafelt"
tjiij dat aangenamer zijn. U hebt daar op een Meld mevrouw Baardpieper vol
wel wat gevaarlijke plaats laten dekken." pcter was jmussehen den stoel reeds gena-
„Waarom?' vroeg dc Amerikaan uit dc dèrd.
hoogte. „Ten eerste is men, als men in Ameri- I sjjlpl sjilpr. klo|lk het „lotselin,
ka geweest is. heel beroemd en beroemde lie-
„Sjilp! Sjilpt'* klonk het plotseling angSr
tig piepend en in razende vaart suisde een
den kiijgen veel voor niets gedaan. En wat be- rnusch op jlc tafel nf. ITot was meneer Stomp-
Al weer fo^it! nu nog eens radent
Wel, ik zal mijn best doen. Net-
is Jo Roosc iiiet het meisje,
naast wiCJuf je heeft gezet? v-
Van haar houdt jc nog het meeste
uit jc hcelc grootc klas;
ja, nu heb fk 't wel geraden
k dacht al» dat het .Tootje was! -*
Netje lacht nu, dat ze schatert;
och. u. bent er ver vandaan
k zal u ij»aar een beetje helpen,
anders zal het hettsch niet gaan.
Aldoor denkt u maar aan k i n d're n,
maar die i k bedoel is oud
cn nu zeg ik bovendien nog
dat zij veel van kind'ren houdt.
Wie zou 't wezen? Net kijkt «olijk
nrrar die lieve Grootmama;
Oma. z.eg» hebt u 't geraden?
Netje knutf'lend knikt zij: ja!
II e r n\ r. n n a-
verdiept tc zijn, dat hij het niet hoorde. Toen
izij echter haar verzoek wat luider herhaalde,
keerde hij zich plotseling om cn vroeg, zon- j
der op hoar woorden tc letten:
„Weet jij, waarom Vader vandaag den hec-
len dag4 uit is?"'
doelt u met gevaarlijk?"
„Daar hij het huis waart soms een zeker dier
i rond. dat Peter heet en een kater is. Als ik mij
niet vergis, scheelde het maar heel weinig, of
hij had u onlangs al te pakken."
j -„Daarin vergist u zich zeker, meneer Ker
senpikker: ik was het juist, die hem tc pak-
j van mij."
I „O Vader, laat haar niet komen! Don het
toch niet!'* barstte Anton eensklaps uit. Hij
begreep, dat de zaak beslist was cn deed nog
een wanhopige poging om zijns vaders besluit
te veranderen.
zeker! Vader is naar Assen om asm die stonden vol tranen, waarover hij zich ditmaal
lieve mevrouw, die laatst bij Oom en Tante niet zooals anders scheen te schamen, cn I
logeerde, Ie vragen, of zij onze moeder wil zijn stem klonk onuitsprekelijk bedroefd, toen
,v - ihH vervolgde: mijn lief moedertje aou l."t ^,'ïcr' liau ik u,go,ust^cHcn, mijn waarde
...bi juist; dnt heeft ,e m,j nok gezegd. Vin-je, ook niet goedvinden, als »j hoorde, dat ik een „a,t(.n wan( ik hel) ,|(.n 4ater aan ketling
laten leggen; hij houdt verblijf in den kelder cn
.worden. Keetje heeft het mij verteld,"
het niet* vrecsclijk?"'
Ziju gróote, donkere oogen.;h#d, a,ltw001.ddc dc SHOever. „Wie in
Amei ika vertoefd heeft tusschen slangen en
I allerlei andere monsters, die laat zich niet
te pakken nemen, dat kan ik u wel zeggen.
staart,die van dc erwtjes naar huis vloog.
„Sjilpt Sjilp' lieve snoes,
Onder tafel zit de poes!''
piepte hij angstig. Op hetzelfde oogenblik kre
gen dc beide kleine Stoinpstaartjes ieder een
pik, dat ze bijna van de tafel vielen, en in
haastige vlucht fladderden nu allen door
elkaar weg. De Amerikaan was de laatste, om*
Export van aardbeien in N-o-
vemb.er. Een der berichtgevers van het
Hbld. uit het Westland schrijft
Wat bijlens w eten nog nooit voorgekomen
is, is dezer dagen op de veiling te Kwints*»
heul geschieder werden aardbeien ver*
kocht, die den volgenden dog werden ver*
pak» voor export en gezonden naar Enge*
land.
Aardbeien en sneeuwEen wonderlijke
combinatie f
80 hooger huur. De verhuring
van de hooilanden eigen aan het water*
I ander Moeder noemde
dat wil ik ook
Welnee, IK ,inrt he, juist heel prettig; wij ..ooi, doen. Zeg alstublieft, flat zij „ie, korten Ziel Ik ,ïTwÏT« ik
en dan weer een moedertje hebben en t «l Vader; toe zeg bet!" ecn in moe, maken om mocd in tc spre.
net ,oo zijn als m den tijd, waarvan jij Eenige seconden scheen de lieer Verstraeten kon En mel ,deZe wo0rdc„ vloog luj naar dc
altijd vertelt,
gebracht. Doch hij bedacht bijtijds,
t I li i (Sprakeloos. Die ontboezeming van zijn zoon i tafej €n stree^. boven op één der tulbanden
r.riMar.. i-aes, /.eg toch zulke domme dingen had hem alle overredingskracht voor een neer vjaj. j - ^0e]
I'ietl Denlc je soms, dat we onze eigen lieve oogenblik ontnomen, en hem bijna aan liet. wij?" Tr<»« meneer Kersenpikker,
luociter terug krijgen? Dat kan immers met, en wankelen i.:: kej»-u* i
ren andere wil ik nooit, nooit hebben, want
'\s er geen een, zooals zij was. ÏU heb nu al
Oen.hekel aan dat mensch, en als zij hier komt,
«i-.ut ik nooit .Moeder' tegen haar en ik wil
niets van haar weten.''
.Maar Tony, als zij nu heel lief voor ons
is?'.-
- i „Willen wij?'' vroeg meneer Boardpieper,
dat hij Stork en verstandig moest zijn en met j ,AVaarom niet?- k)onk het uit dc anrterc
toegeven aan den eisch va* een kind. dat nog muSM.honkeeltjcs m daarop vloo„ hel hecic
11 lot Vl'lCf Illtti ,{nf.A ..AAK l.An, Mine lt:: llM*.
vogelgezclschap op de lekkernijen.af.
De vliegen,- die zich aan de suiker tc goed
hadden gedaan, vlogen verschrikt óp; alleen
i een paav wespen, lieten zich niet verjagen. De
ze zijn namelijk niet bang, omdat ze altijd
niet wist, wat goed voor hem was. Hij her
stelde zich daarom spoedig en zei op vriende
lijken, doch zeer beslisten toon:
„Mijn besluit is genomen en daaraan wordt
niets veranderd, mijn jongen. Wees dus ver-
IV r 1. <_v L l I I l Jl.'lll" IIJK 1IIVI Uillln,
„Dat kan met; zij is een stiefmoeder en je standig en vertrouw er maar op, dat Vader h wanen bii zich draden.
WlTt-l llOf'l OAa/1 /tol /11a -ltlH.1 o A I I lvlo.fr/. .1 - /Int .vlo.» .1 *..11;.. I I O
weet heel goed, dat die altijd naar en akelig
zijn."
Een stiefmoeder? Is dat net als in Assche-
yioetster, die nare vrouw, die de arme Assche-
poeti icr 200 slecht behandelde?''
Ja juist! cn al is zij nu veel beter dan die
liefmoc-der van Asscliepoetster, dan wil ik
ïs.iar toch nog niet voor moeder hebben, want
'I is ons eigen lief moedertje gestorven, ik
houil- toch nog
ik wif niemand in haar plaats hebben. Jij
z.ilt haar misschien wel lief vinden en van haar
:in houden, want jij bent maar een meisje
en jc hebt ons moedertje nooit gekend."
..Alg jij, wilt, dat ik niet van haar houd,
/al ik*hef niet doen, want van jou lioud ik
locli het allermeest, dat we'ct je well" luidde
het antwoord.
Dc peinzende uitdrukking op Anton's ge
zicht verdween als sneeuw voor dc zon en,
It-rwijl hij naast zijn zusje op den grond ging
kitten, riep hij opgeruimd uit
lij bent mijn allerliefste Liesje, hoor! Wat
eullen wc gaan spelen? Jij mag kiezen.'*
En een oogenblik later waren beiden zóó
"Verdiept in dc moeilijkheden van een uiterst
ingewikkelde legkaart, dat zij niet eens be
merkten, hoe de oude Keetje de-deur opend
niets doen zal, dat niet goed voor jullie is* 1
Kijk, Licsje zal haar moeder vriendelijk vei-
welkomcn en haar liefhebben, zooals zij dat
waard is, daar ben ik van overtuigd. Volg
haar voorbeeld, Tony! en maak Vader niet
bedroefd door nuttelooze tegenspraak. En
nu gauw naarschool, kindereu! het is al laat!'*
Haastig maakten beiden zich klaar en vlug
gingen zij naarschool, terwijl hun vader hen
ecl van haar als vroeger. peinzend bleef nastaren, hoofdschuddend,
met een onvoldaan gevoel, dat Fij niet van
zich af kon zetten.
(Wordt vervolgd.)
„Heerlijke tulbanden, niet waar?" vroeg dc
Amerikaan. .„Zc zijn precies zooals ik ze be
steld heb: men kan er mooi bovenop zitten en
dan om zich heen pikken, ja, men lean zelfs in
liet midden een klein nestje bouwen; in Ame
rika bestaan er geen andere vogelhuizen, liet
is om zoo tc zeggen een tulbandland. Ja. ja,
dat lieb ik alles met eigen oogen aanschouwd!''
De heide kleine Stomp sta rvrtjes zaten op de
taTel cn lieten zich door hun moeder voeren, j
Meneer Baardpieper en meneer Kersenpikker
keken eerst eenige oogenblikken schuw om zich
heen cn spoorden hun vrouwen aan, toch
vooral voorzichtig tc zijn. Deze streken op dc
dat hij zoo dik was. Ilij had geen oogenblik te schap „Zeven Grietenijen en stad Sloten",
verliezen gehad, want het scheelde maar heel welke voor den tijd van drie jaar geschiedt,
weinig, of Peter, die plotseling boven op de heeft nu 84,000 opgebracht tegen
tafel was gesprongen, had hem gegrepen. ƒ47000 over de vorige drie jaar.
„Schavuiten!'" miauwde Peter en liet van
kwaadheid de tanden zien.
Op den goudenregen kreeg dc Amerikaan
het er duchtig van langs.
Schelm! Dief! Schurk! Leugenaar!' klonk
het van alle kanten cn /.e pikten hem zóó, dat
zijn vecren in het rond stoven.
Hij bleef echter doodkalm.
„Stil maar!'* riep hij „Ik hel) mij toch ge
wroken, want ik heb hem er één uitgepikt 1"
..Wie? Wat?'* vroeg meneer Baardpieper
spottend.
„Den kater,*' gaf dc snoever ten antwoord.
j „Ik heb hom zóó met mijn snavel gepikt, dat ik
stellig geloof, dat hij nog maar één oog heeft.
Hebt ge hem niet hooren schreeuwen?"
Vanaf dit oogenblik keerden allen den Ame
rikaan den rug toe. Zij hadden meer dan ge
noeg van zijn gesnoef!
Bezint, eer gij begint.
Zoo'n Snoever!
Een Vogelgcschiedcnis,
naar het Duitsch van V. BItg en.
Bewerkt door C* H.
mevrouw Baardpieper nu, terwijl zij even van
„Piep-piep!" klonk het gewichtig en met na
druk uit het v lierbosch je.
Het vlierboschje stond achter in den tuin,
vlak hij de meidoornhaag. Het hoorde nog totden tulband opkeek.
den tuin cn wat voor tuiu! Niet één, waar men „Omdat ik tot de ontdekking gekomen ben,
van alle kanten doorheen kan zien. omdat er dat ik lc dikwijls geproefd heb, terwijl dc
niets dan bloemen staan, waarop de zomer- tulbanden klaargemaakt werden. Ik heb tcl-
7on brandt, en oen paar rozestruiken, die al kens moeten proeven om het keukenmeisje tc
on toen zij hen daar zoo rustig naast elkaar heel weinig schaduw bieden, neen, het was zeggen, of zc goed werden. Eerst wilde liet
-/illen, op den drempel bleef staan en zucht- een tuin, vol struiken, waarin musschen, lijsters deeg maar niet zoet genoeg worden en daarna
- ,Die arme schapen! wat gaat mijnheer, en zelfs merels vroolijk rondfladderden en had'" zij slechte rozijnen genomen, doch met
i In „vu,*litiit VArctfinnkrtif» l.'nnclip- /Ia. .1 v.: ,.1,1 :i :i. „1:
Een Oosterscli vorst reed met 7.ijn gevolg ter
jacht. Onderweg ontmoette hij een derwisch"),
die met luider stem riep:
„Wie mij honderd goudstukken geeft, dien
zal ik een goeden raad geven!"
De vorst werd nieuwsgierig en vroeg den
ui ,i». derwisch, waarin zijn goede raad bestond,
tulbanden neer en lieten zich het gebak en de hooJre^heer!*. antNY00rdde de
ïozpnen jes sma en derwisch, „zoojdra gij bevel geeft mij honderd
„Tast maar toe, ging do Amerikaan vooit, i
terwijl hij rustig op zijn tulband bleet zit.en gouds,ukkeptmte betalen,
en naar allo kanten om zich heen keek. „Hel I ™;St het hem de «mje en
doe, den gas,héér altijd genoegen, als de spi? inC„.. Dam.op vcrvolgde
zen den gasten smaken. - bJ n 1
„Maar waarom eet u dan zelf niet?" vroeg
Opgedreven arbeidsloonen.
Tot de meest opgedreven werkloonen be
hoort ongetwijfeld dat van den veenarbeid.
Voor het droogmaken van 1 dagwerk (8
voet) turf betaalde men in 1914 /'5, thans
22,50.
Slecht gas. Het gas, dat thans tfl
Vlissingen verstrekt wordt, is van zoo slech
ten aard en verspreidt zulk een onaangena**
me lucht, dat Het er niet bij uit te houden
is. De avondscholen kunnen haast niet wor
den gehouden, de gezondheidscommissie
adviseert zoo zuinig mogelijk te zijn mei
gebruik van gas en bij dat gebruik goed' te
ventileeren. De gasfabriek staat onmachtig,
daar alles veroorzaakt wordt door de zeei
slechte kwaliteit der haar geleverde kolen.
hij rustig zijn weg.
Het gevolg van den vorst lachte en spotte
met den raad van den derwisch, dien hij zich
zoo duur had laten betalen; doch de vorst
toch beginnen! Een stiefmoeder voor zoo'n
ï»nai hartjes van kinderen; 'l is God geklaagd I'*
If.
Toen Tony.'cn Liesje dien avond beiden reeds
.ij. rastig lagen te slapen, boog een forsche
-.tnire zich behoedzaam over hun bedjes
n. cn* streelde een grootc hand liefkoozend
d< blonde haren en den bruinen lcrullcbol. Het
waarin zij prachtig verstoppertje kondert spe
len. In den herfst ritselde het er van rood
borstjes en winterkoninkjes.
dat al is mijn maag gevuld en
liever wat vertellen in plaats van mee te eten.''
dacht er anders over cn zei:
„In zoover hebt gij gelijk, hecreni dat die
goede raad slechts een heel gewoon spreek
woord is, zelfs zóó allcdnagscli, dat bijna nie
mand het in toepassing brengt. Ik voor mij
geloof, dat de derwisch handelt als een wijs
ij ik lieden i man €n dien raad danrom 7*00 duur laat ^eta"
len. Ik wil hem nooit meer vergeten en hem
U jokt. alsof het gedrukt staat," zei me-
in duidelijk schrift laten schrijven op de mti-
„Piep-piep!' klonk het nog eens uit het j neer Boardpieper nu verontwaardigd. „Ik ben
„Wat is er, meneer dc Amerikaan?"'
Deze vraag kwam van dén goudenregen,
waar een mussc henmoeder met haar £WeC
kleintjes zat, die juist hun snaveltjes uit de
grauwe veertjes opstaken.
Was hun v.ader, die dadelijk na zijn thuiskomst schudde min of meer ongeduldig zijn vecren.
11 Mi hun kamers, gegaan was om te zien, of Daar hoordc^tij wat.
y m» lievelingen rustig sliepen. Even behoed-
y 'in als hij gekomen was, verwijderde hij
izich weer en begaf li ij zich naar zijn eigen
kamer, waar hij zich bchagelijk in een arm
stoel neervlijde, een sigaar opstak en zijn ge
dachten oen vrijen loop gaf. Zoo als Liesje
terecht beweerd had, was dc bankier Verstrae-
f n liien -dag de stad uit geweest om aan. een mogelijk
jonge weduwe, die hij herhaaldelijk bij zijn
broer aan huis ontmoet had. te vragen dc lc-
Vige plaats in zijn huis in te nemen. Hij had
mevrouw van der Ilaar lecren kennen als een
zachte, verstandige vrouw en achtte haar, na
ren van mijn paleis, in alle kamers, ja zelfs op
vlierboschje. Doch niemand scheen te willen niet 700 dom ;,m te gelooven, dat u werkehjk de voorwerpen <lie ,k ^e^k'Spi^ d.
antwoorden. Het was een warme middag en dc aandeel iu de tulbanden hebt. Maar daarom ,ien
meeste dieren waren slaperig, behalve de vlin
ders en dc vliegen en ook de groenachtig-
blauwc bromvliegen niet.
De dikke musch, die in het vlierboschje zat.
aandeel iu de tulbanden hebt. muur «u.uum
i -i *i houder het voornemen op» den voist uit tien
bekommer ik mij met; ik e#t zooveel als ik wil* .l 1 mpP<.(..r
In Amerika benf ook nooit „csveettt." we« rU,^.*».fvoS
„Dat /UI, n zeker Wel rvctcnl" antwoordde koc'" dcn
de Amerikaan gebelgd. „Ik had u eigenlijk foutc fm om "P
heelcmaal niet moeten uimoodigen. want uwe Kel)lpdel' ^'S't,lg lanCet 'e d°°
onbeschaamdheid is verregaand. Hoe zou ike"* „ni *d
anders zooveel ran Amerika afweten?" I Spoed.g deed zich hmUoc de geleg^laae d
„O, u hebt al die dingen gehoord, waaV. j voor, maar toen dc arts het zilveicn bekken m
scliijnlijk van'de
de boeken lecren,
schoolkinderen, die zc uit
de hand nam, waarin liet bloed moest stroomen,
vielen de woorden hem in het oog: „Bezint,
t legde zichtbaar
„Piep-piep!" klbnk het nu voor den derden dames geef ik dc verzekering, dat ik alles zelf
keer uit het vlierboschje en ditmaal zoo luid j beleefd heb! zei dc Amerikaan. „Ik ben op
->v- v u anmi JJUUI na tuui:
long beraad, de geschikte persoon om zijn we!"
den uitnoodigen."
Nu begon het in de struiken tc ritselen en
kwamen er rier piepende musschenkopjes te
voorschijn. Hun gepiep beteckende: „Hier zijn.
WPP ijn J
•kinderen het gemis hunner moeder tc vergoe
den, en hem zejf weer wat geluk te geven.
Eang had hij dc zaak overwogen, doch hij
was tot de overtuiging gekomen, dat het voor
(Zijn kinderen een zegen zou zijn, als een lief
hebbende vrouw weer hun jeugdig leven wil
de leiden, lieden wa het tot con beslissing ge
komen en had mevrouw van der Haar beloofd
een trouwe .gade voor hemzelf cn een goede
moeder voor zijn kinderen te zijn.
Den volgenden dag zou hij het gewichtig
iiu-uws aan zijn kinderen médedeclen en hij
kun zich niet ontveinzen, dat hij er min of
meer tegen opzag en niet recht wist, hoe de
■zaak in te kiecden. Hij begreep dadelijk, dat
(«het hem nicf dc minste moeite zou kosten om
Liesje's liefdevol hartje te winnen voor dc
JfVTOirw, die voortaan haar moeder zou zijn.
DfjJit echter met Anton even gemakkelijk zou
.(saan, betwijfelde hij; hij kende het onbuig
zame karakter van'zijn zoon cn wist, hoe ia-
Jjdg dc jongen zijn moeder had liefgehad en
Dat zult u dadelijk vernemen, me- den mast van een schip neergestreken cn zoo
vrouw Stompstaart. Ik wil eerst nog meer lie- de zee overgevaren. Er is niets zoo belangrijk
als een zeereis per schip. Daar zijn heele vaten j
beschuit op cn men kan er zooveel van eten,
als men maar wil*''
„Doe nu jullie snaveltjes maar dicht," zei
mevrouw Stompstaart tegen liaar kleintjes.
„Men kali den gcheelen dag wel bezig blijven
met jullie vül te stoppen. Als de kinderen
maar eerst grooter zijn! Men wordt er zelf
Werkelijk mager van."
..Houd u maar bedaard, buurvrouw," be
gon dc Amerikaan weer. ,,Er 2ijn moeders, die
het nog vrij wat erger hebben. In Atrika heb
.Ik noodig u uit. meneer Kersenpikker en
meneer Baardpieper met uwe dames, cn ook
u, buurvrouw, met uwe kleintjes. Meneer
Stompstaart schijnt tot mijn spijt op reis te
zijn!"
>,Hij is naar de erwtjes gevlogen."
„Het doet er niet toe," ging de Amerikaan
voort. ,,men moet zich beschaafd uitdrukken en
reizen »s het beschaafdste wat er bestaat. Ik
kan het weten, want ik ben zoowat in alle
wcrelddeclen geweest, maar het is dwaas mij
Amerikaan te noemen, omdat ik in het begin
alleen van Amerika verteld heb."
En dc dikke Amerikaan stak den snavel in
dc lucht en blies zijn veeren op. Hij was een
vrceselijke snoever, dat moet ik jullie meteen
eens even vertellen. Er was bijna geen woord
waar van hetgeen hij zei. Bovendien was hij»
naar de lange klauwen aan zijn pooten te oor-
deelen, al vrij oud.
„"Waarvoor worden we uitgenoodigd?" vroeg
meneer Baardpieper vanuit de verte.
Mot u praat ik nic langer, maar aan de tntt »"er cn nam een
ander.
De vorst zag het en vroeg, waarom hij dat
lancet had weggelegd. Op het antwoord, dat
de punt tc stomp was, verlangde hij het lan
cet van naderbij te zien, want de angst van
den arts verontrustte hem. Toen de arts dit
weigerde, sprong dc vorst op en riep uit:
Trouw varken. Een koopman te
Jubbega (Fr.) had een varken gekocht en
's avonds in een hok opgesloten. Den vol
genden morgen was de krulstaart verdwe
nen. Het bleek dat het dier 's nachts was
teruggekeerd naar zijn vroegeren baas, die
op ongeveer een uur afstands woonde.
uioe trouw hij nog steeds haar nagedachtenis j „Ja, ja! Ik heb ulieden een verrassing b'e*
waarde in zijn warm kindergemoed. Toch reid. Ik zal ceiv feest geven, een schitterend
1 acöUc hii zich wiis te. maken, dat feest,%.ooaU *k d gewoon ben. Ik heb twee
ik een ooievaar gekend, die twaalf levendige
jongen had. Zij was weduwe en moest alleen
voor dc kinderen zorgen en dat was geen
kleinigheid, want ze aten elk wel twaalf ratel
slangen per dag, de kikvorschen en kleinere
dieren niet meegeteld. Daar kwam wat kijken
en ik heb dc arme weduwe dikwijls een pootje
geholpen."
„U bent een snoever eerste Idas,'* zei me
neer Kersenpikker, terwijl hij van boosheid
een rozijn liet vallen. „U hoeft de dames geen
praatjes op de veeren te spelden, niemand ge
looft u toch."'
„Zwijgt u maar," antwoordde dc oude, dik
ke musch bedaard^ „u bent jaloersch op mij en
dat is li eigenlijk niet kwalijk te nemen, want
daar heeft u alle reden toe. Ik wou echter
moar, dat ik in het buitenland gebleven was
1,Alleen een openhartige en volledige beken
tenis kan u het leven redden! Spreek! Wat
waart gij van plan?"
De arts viel vóór den vorst te voet en be
kende alles. Hij vertelde ook, dat de woorden
op het zilveren hekken*. „Bezint, eer gij begint,"
hem allen moed benomen hadden.
Nadenkend zei de vorst tot zijn omgeving.
„Ziet gij nu wel; den raad van den derwisch
heb ik niet te duur betaald. Ik schenk u het
leven, doch zoek den derwisch op, opdat ik
zijn beloonin-g verdubhele.'1.
Een Mahomcdaansche bedelmonnik*
Agenda.
Onder deze agenda worden alleen opg«*
nomen die uitvoeringen, vergaderingen en«.^
welke in het Dagblad geadverteerd worden.
Vrijdag, Zaterdag, Zondag, Maandag,
Bioscoop de Arend.
Openbare Leeszaal (Beukenlaan 10—4
12K, 2Yt10 uur. Zondag 2K— 5>$ inn<
Maandag 2^—10 uur.
D a g e 1 ij k s
Museum Flehite.
Bioscoop Langestroat.
15 en 16 Nov. Amicitia. Konijnententooré*
stelling. 15 Nov. 10 u. opening.
17 Nov. Foyer Amicitia. Verg. Multatulb
Huldiging. 8 uur.
18 Nov. Remonstrantsche KerkDs. W.
Mackenzie, „De mensch alsNdichter, profeet
en arbeider", 8 uur. Amicitia, Concert
Amersf. Orchest. Vereen. 1% uur.
19 Nov. Amicitia Concert Fié van Hat*
tum, zang Puck van der Zweep, piano mejt
A. \V. v. d. Meiden, viool. 8 uur.
22 Nov. Amicitia, Liefdadigheidssoiróö
der Padvinders.
24 Nov. Am' r"rafl Vereen, vooo
Kamermuziek. r'
Burgerlijke Stand
14 November 1919. t
Geboren: Everardus Egbertus, z. vafl
Egbert Vochteloo en Alyda Beyer. AIh
bertje, d. van Dirk van Eist en Alberta Wind*
houwer.
Ondertrouwd: Johanna Kloosterhuis
en Rientje van Anken. Jacob Cramer eni
Adriana Johanna Sara Meskes.
Overleden: Geen.
Raden!
Oma, weet u waar ik 't liefste
zoo eens op visite ga?
O, dat kan ik makk'lijk raden:
bij je overbuurtje Dal
Mis lioor, Oma, lacht blond Netje^
Och^ u weet er heel niets vant
f- Wacht eens even; ha, ik ben err ■f* 1
hij de nichtjes Door en Stant
Telefonlsoh Weerberloht.\
Naar waarneming bi den morgan na
14 November 1919.
Hoogste stand767.3 te Haparanda.
Laagste stand743.2 te Biarritz.
Verwachting tot den avond van 15 Nov.
Zwakke tot matige wind uit O. richtingen;
zwaar bewolkt tot betrokken, later wellicht
sneeuw of Tegen, temperatuur om het vries-'
punt 's nachts, overdag iets zachter.
Wielrijders fietslantaarn aansteken: 4,3öfc