amersfcortsch dagblad „de eemlander' amersioiirtsche particuliere eewakingsdienst tweede blad. BINNENLAND Wilt ge er van overtuigt! wezen dat Uw woning, magazijn of pakhuis des nachts goed bewaakt wordt, geeft U dan nog heden op als lid. De contributie is zeer iaag gesteld terwijl de automatische controle uiterst doeltreffend werkt. Kantoor: Barchman Wuytierslaan 156. Tel. 399. 18e Jaargang Ne. 122 Zaterdag IS November 1919 Woningnood. Ir, dit b>nd is onlangs (door D.) uiteen- gezet, welke de woningbouw-poliliek is van ile regeering en welke derhalve de houding Ibehoori te zijn van den Raad eener ge meente, die een open oog heeft voor den i omvang, dien de woningnood aangenomen heeft. In elke stad van ons land en eveneens van de*T>ns omringende landen is er een tekort van woningen van elke soortr Er zijn veel te* weinig arbeiderswoningen, veel te weinig huizen voor middenstanders en voor beter-geshueerden. Geen wonder. Er is in de laatste vijf jaar zeer weinig gebouwd en thans zijn de bouwkosten van een huis zoo groot, dat ze menigeen terughouden van zijn bouwplannen. De maatregelen van de regeering, de verschaffing van kapitaal door de overheid aan bouwvereenigingen, het dragen van de exploitatie-tekorten doorzie' openbave kassen maken het mogelijk, dat er desondanks toch nog al gebouwd wordt. Maar het is veel te weinig. l)e omvang van den woningnood kan niet licht worden overschat. Alleen in Amster dam moeten, naar' wethouder Wibaut on langs in een interview heeft gezegd, 30.000 woningen worden gebouwd, om aan het te kort een einde te makendit beteekent, zei- de hij, dat we er een stad van'de grootte van Deventer bij moeten bouwen. En gaar ne zou hij dat in 6 jaar doen. Al is het elders niet even erg, het is over- al'wel Ti eel droevig gesteld. En de vraag is, of men geen radicale maatregelen kan ne men, om spoedig uit deze misère te komen. Et zijn ailijd lieden, "die voor elke kwaal •een panacee gereed hebben. Zoo ook hier bij. De sociaal-democraten, die tegenwoor dig het woord „socialisatie" gebruiken als zijnde de Haarlemmer-olie over de kwalen van dezen tijd, zonder dat ze ooit hebben gepreciseerd, wat we daar wel onder 'moe ten verstaan, hebben, als groep, voor den woningnood dit middel nog niet aangepre zen. Toch zijn in H e t Vol k artikelen ver- -schenen, waarin „woning-socialisatie" als het beste geneesmiddel tegen dén woning nood werd aanbevolen. De ernstige, wetenschappelijke socialis ten hebben dit hokje socialisatie doodge zwegen. In de jongste vergadering van de vereeniging over de Staathuishoudkunde hebben een aantal vooraanstaande sociaal democraten deelgenomen aan de discussies over het woningvraagstuk, maar het woord "woning-socialisatie werd door hen zelfs niet gebruikt. v Toch heeft deze heerlijke klank („woord en t covermiddel, dat toch ons aller gedach- ten in beslag neemt" meent „D e Volks- s t e m', orgaan van de afdeeling Dordrecht van de S. D. A. P. de socialisatie in allen err.st) zijn weg gevonden naar de S. D. ge moederen en zij vonden in het genoemde Dordtsche blaadje een artikel, waarin de womng-socialisatie-plannen van G. d. S. int Hei- Volk worden geprezen. Dit is een verblijdend ding. Want anders don bij het algemeene begrip „socialisatie", dat weinig meer dan kling-klang is, we hier bij nu eens eene uiteenzetting krijgen van wat men met die woning'-socialisatie be doelt. Men gaat uit van de juiste redeneering, dat de huren van de in de beide laatste jaren gezette huizen zeer hoog zullen worden, zoodra de bijslagen van rijk en gemeente vervallen. Zoodra de huur-cornmissies zul len zijn verdwenen, zullen ook de eigena ren der oude huizen de huren opslaan en zoodoende 2a 3 maal meer „trekken" dan vroeger. Ze zullen slapende rijk worden ten cosle van de huurders, de arbeidersklasse en de burgerij. G. d. S. wil dezen „strooptocht op de •euraen der kleine luiden" voorkomen door jvét volgende middel „Onteigening van alle huurwoningen en oc-menvoeging van alle inkomsten uit be staancien bouw en uit nieuwbouw in één centraal woningfonds. Door die onteigening worden de eige naars der huurwoningen niet geschaadal leen de gelegenheid op een onverdiende winst wordt hun ontnomen. De onteigénir.gssom wordt aldus bepaald. Vroeger, in de tijden vóór den oorlog, gold dat de hrutohuurwaarde 7 van de koop som bedroeg. Die huurwaarde dan gekapi taliseerd (op een basis van 7 is de ont eigeningssom die aan de eigenaars in den vorm van 5 obligatiesvwordt uitbetaald; .le eigenaars hebben dan niet de minste re- jen erover te klagen dot zij onbillijk zouden vorden behandeld. Die 5 obligaties van het te stichten centraal woningfonds worden door den itaat met gewone staatsobligaties gelijk ge steld, zijn even solide als de Nationale wer kelijke schuld, het toppunt van soliditeit. De belangrijk hoogere huurprijs van de nieuwgebouwde en nietiw-te-bouwen wonin gen komt dan niet ten loste van de bewo- jners dier nieuwe woningen alléén, maar wordt over alle woningen omgeslagen. Ge steld in een stad zijn 1000 woningen van vóór den oorlog, die 3.huur per v/eek doen, dus 3000.huur per week op brengen. Daarnaast zijn er 100 nieuwe, die 9.huur zouden moeten opbrengen, dat is 9 X 100 f 900.-. De woningen te samen 1100 in aantal brengen clan 3000.— 900.— 3900.— huur opdat is dus 3.55 per woning. Dal ziet er aardig uit f In plaats van huren van 9.— per week, huren van 3.55. bii nodere beschouwing is deze ge weldige socialisatie toch maar weinig aan- j nemeliik. 1 Laat ons aannemen, dat de levenssian-j daard, die thans wel het dubbele vafl vroe ger bedraagt over eenigen tijd tot op 150 van het vroegere peil zal dalen om daarop le blijven staan. Dan zullen de huiseige- naais, die met de gekapitaliseerde waarde an de vroegere 7-percents-huren worden afgescheept inderdaad niet slapende rijk worden, maar slapende arm. Als zij 150 \an die waaide krijgen, eerst dan is er van billijkheid sprake. Maar dat is bijzaak. Hoofdzaak is, dat met deze breedopgezetje onteigening van hui zén niets meer wordt bereikt dan met een plan, dat wij lang geleden dor een van ónze partijgenóoten is aanbevolen. Hij wil de de huurcommissies handhaven en zoo doende beletten, dat de huis-eigenaren on behoorlijke huren .gaan vragen. Wel zullen de huren moeten stijgen, zeg tot 175 van het vroegere peil, maar de Verhuurders zul len van die huren 25 moeten afstaan'aan Rijk en Gemeente. Rijk en Gemeente zou den daarmee bij de huren van de nieuwe woningen bijslag kunnen geven. Op die wijze men zou precies dezelfde cijfers künnen gebruiken in beide syste men zou het zelfde worden bereikt, zon der het universeel-geneesmiddel der soci alisten. De bedoelde huur-regeling zou bo vendien het voordeel hebben, dat zij' auto matisch, langzamerhand, zou vervallen, zoo dra de bouwkosten weer terug loopen tot een peil, in overeenstemming met de nieuij- we huur-prijzen. Ter verkrijging van betamelijke huren is derhalve de woning-socialiSatie onnoodig; ten aanzien van de hoofdzaak, het tekort aan woningen, geeft de woning-sociaiisatie niets. Men begrijpt toch, dat de hooge hu- .ren automatisch zullen dalen, zoodra er maar genoeg gebouwd wordt I Beter dan de stichting van één centraal woningfonds, dat immers het monopolie zou moeten krijgen van het bouwen van huizen, schijnt Het ons daarom, de ondernemers te prikkelen tot bouw van nieuwe huizen. Na tuurlijk kan en moet de overheid hierbij hel pen. Wat zij dan ook reeds doet. De nood stijgt. Maar, gelijk steeds, is er dan uitkomst in zicht. Overal zoeken de on dernemers naar middelen om goedkooper te bouwen. Houtén huizen, flet-woningen, beton-woningen en spaar-bouw met nieuwe materialen wedijveren reeds om de gunst van het publiek. Lukt het, op welke wijze ook, met over- heids-steun en door het eigen-belang der bouw ere, in korten tijd een groot aantal hui zen te bouwen, dan is er geen gevaar meer voor uitzuigen van arbeiders en burgers door huisjesmelkers. Deze eerste poging om een brok sociali satie te preciseeren geeft geen hooger duur te van het bouwmiddel; de nuchtere werke lijkheid kan met meer succes, met gebruik van de gewone maatschappelijke krachten, den woningnood onder de knie krijgen. Esperanto als wereldhnlptaal. Vaak wordt ons „Esperantisten" voor de voeten geworpen, dat een wereldhulptaal geen reden van bestaan heeft, want: zooals nu de zaak in elkaar zit, gaat 't tooh ook. Zeker, 't gaat doch met vele en vele be zwaren. Om aan te toonen dat een wereld- hulptaai recht van bestaan heeft willen wij wijzen op b.v. het internationale arbeiders congres, onlangs te Amsterdam gehouden. Wie het verslag daarvan in de dagbladen gevolgd heeft, zal zeker hebben opgemerkt dat het taalverschil zéér vaak een hinder paal was. Vele' redevoeringen moesten in andere talen worden overgezet en dit kostte zéér veel tijd. Vergelijken wij dergelijke congressen met die waar een wereldhulp taal werd gesproken (de Esperanto-con- gressen, de eerste in 1905 te Boulogne sur Mer) dan blijkt het, dat op die waar de hulp taal gesproken werd, de aanwezigen met ge-i mak de sprekers kon volgen, van welke na tionaliteit ze ook waren. Ook in den handel heeft een wereldhulp taal recht van bestaan. Tegenwoordig wordt Van een correspondent verlangd goed te kunnen correspondeeren in de 3 moderne talen, terwijl vaak kennis van Zweedsch of Spaansch eveneens veretécht wordt. Na jaren van ijverige studie kan dit zeker be reikt worden, doch steeds worden de eischen hooger opgevoerd. Denkt men zich nu in dat een goede wereldhulptaal (zooals Espe ranto) zich uitstekend leent voor handels correspondentie, dan moet men zich afvra gen waarom dit reeds niet lang ingevoerd is. Er zijn reeds vele groote handelshuizen welke in Esperanto correspondeeren, doch nu is ons doel „algemeene invoe ring." Eveneens kan een wereldhulptaail de wetenschap van groot nut zijn. Worden tegenwoordig werken met zeer belangrijke inhoud geschreven, dan moet ieder ge leerde dit bestudeeren om op de hoogte van zijn wetenschap te blijven. Liefst bestudeert hij het in de oorspronkelijke taal. Dit kan groote bezwaren met zich brengen (b.v. wer ken in 't Russisch, Italiaansch of Spaansch geschreven). Noodgedwongen zal hij vaak vertalingen moeten raadplegen hetwelk ook bezwaren heeft. Een oplossing zou zijn di- rekt het boek in een wereldhulptaal te schrijven. Een wereldhulptaal, welke zoowel voor internationale congressen, handel en we tenschap uitstekend geschikt is, is „E spe- ranto" de wereldhulptaal bij uitnemendheid. In het betrekkelijk kort bestaan heeft 't getoond aan alle eischen te voldoen. Negen internationale Esperanto-congressen hehben h^.wew^ dat Dir. JOH. SCHUT. het zeer goed gesproken en begrepen kan worden; het feit dat vele handelsonderne mingen het gebruiken getuigt voor haar bruikbaarheid in den handel; vele professo ren op elk gebied hebben hunne ingenomen heid met de kunsttaal van dr. Zumenhof, de Poolsche oogarts, uitgesproken. Gestadig breidt don ook het aantal zich uit, dat zich schaart onder de „gr.oene ster" om onze „s a n k t a a e r o" te doen groeien. v. d. L. Uit de Hers De mo»4 d«r ml<l«leuk!a«sea. De hoefijzer-redacteur van het Han delsblad behandelt het meer en meer urgent wordende onderwerp van den nood der cwl- tnurdragende middenklassen. Het is, volgens hem, in dezen tijd de ge wone burgerman, de gemiddelde Nederland- sche belastingbetaler, die er het slechts aan toe is. Nu, in de narigheid van den vrede, gelijk voorheen in de narigheid van den oorlog. Want hij heeft, tegen de twee groote wolven die ons materieele leven belagen, de Duurte en den Fiscus, hel minste weer vermogen. „De zeer rijken deert de Duurte in 'l ge heel niet en de Fiscirs rukt wel juist uit hun bezit de grootste stukken, ïnoar zij hebben c.en ovei^chol aon middelen, groot genoeg om hen te hoeden voor bestaons- zorg. De mingegoeden laat de Fiscus ge heel of nagenoeg geheel vrij. De Duurte drukt hen zwaar, maar zij hebben, in h"i organisaties, het middel om door loonsvér- hooging zich tegen dien druk le weren. Maar de gewone Nederlandschc burger, die noch rijk is noch arbeider, de menschen van laat ons bij de, tegenwoordige geldswaarde zeggen drieduizend tot twaalfduizend gul den inkomen (dot is immers 1500 tol 6000 naar de geldswoardo van vóór den oorlog), die zijn de dupe van den Vrede geliik zij 't die waren van den Oorlog. De Fiscus l' toont zich jegens hen do Shylock, die van hen haalt wat er maar eenigszins te halen is. En tegen de Duurte vermogen zij min der dan de rijken en de urbeiders, omdat zij er even hard door worden gebeten als laatstgenoemden en de organisaties missen om, door loorisverhooging, er tegen te kun nen vechten. Wij beleven dan ook hét begin van een sociale en cultureele verschuiving een op komen van de arbeidersklasse, niet ten na- decle van de vermogenden, maar van de grootg middenklasse', waartoe, cok het voor naamste deel van het intellect behoort. Deze middenklasse, die tot nu toe de dra gers bevatte van wat er aan cultuur van onzen tijd aanwezig is, dreigt te worden vermalen tusschen de arbeiders en de ver mogenden. In practiscli opzicht kan men ook zeggentusschen de Duurte en den Fiscus. Dit is, omdat deze klasse ook dc hoed ster was van wat wij aan cultuur nog zoo wat bezitten, een ernstig verschijnsel. Niet slechts sociaal dus, maar ook cultureel. Stond de arbeidersklasse reeds klaar om als cultuurdraagster op te treden, dan kon men met deze verschuiving, al laat ze de ver mogenden onbillijkerwijze buiten haar wer king nog vrede hebben. Maar dat is stellig niet het geval. De arbeiders zijn noch wat hun algemeene ontwikkeling, noch wat hun algemeene beschaving betreft, in staat om, zonder de cultuur voor geruimen tijd te doen inzinken, als cultuurdragers op te tre den. En zoo zullen don nu de, zij het ook brokkelige en weinig samenhangende, ele menten van hedendaagsche cultuur worden vermorzeld vóór dat het maferiael van een nieuwe cultuur gereed ligt. „Das A Ito s t ii r z t"maar het nieuwe dat „a u f den Trummern" zou moeten verrijzen, moet nog uit een verwijderde toekomst wor den aangevoerd. Wij herhalen Wij staan nog slechts aan het begin van dc aangeduide sociale en cultureele verschuiving. Maar ze is reeds waar te nemen. De middenklasse met haar cultuurkern wordt door duurte en belastin gen reeds genoopt, haar levensgewoonten te veranderen, waaronder er zijn die essentia lia moeten heeten van haar cultuurdragend vermogen. Wij kennen professoren aan on ze Rijksuniversiteiten die *en gedeelte van hun woning moeten verhuren, omdat ze er undéfs.niet kunnen komen en, die zoodoen de do rust on ruimte ven hun intellestueele arbeidssfeer moeten schaden. Een van de traditioneele vormen van geestelijk verkoo» in den meer beschaafden stand, het olknoV ontmoeten aon dinertjes (een niet te klei- necrcn vorm van ideëenverkcer), moet al lengs worden verminderd, straks worden opgegeven. Men „ziet" elkaar over "t alge meen minder, ook omdat daarvoor een be tere klceding gebruikelijk is, welke voor velen onbetaalbaar wordt En aan de op voeding, die iniellectueelen uan hun kin deren plachten te geven, kan ook niet zoo veel meer worden besteed. Zoodat niet slechts het thans levende, maar ook het opkomende geslacht der inlellëctueele mid denklasse sociaal en cultureel gedepreci- eerd dreigt te worden. Over een jaar of tien zal, tenzij het pro ces nog tijdig wordt gestuit, dit alles nog wel duidelijker tot uiting komen. Tegen de dreigende sociale en cultureele ÈNeclasseering bepleit dan de schrijver de middelen eigen hulp (b.v. door het zelf verrichten van allerlei huiselijke karweitjes waarvoor men thans nog een werkman neemt) en economische coöperotie. Politieke coöperatie beveelt hij aan legen de aanslagen van den fiscus, en hij juicht daarom toe de tot slnndkoming van een bond van belastingbetalers. Natuurlijk mag deze geen instrument van conservatisme worden, maar wel dient hij le waken tegen het r c k s i c h t s 1 o s e smijten met geld en het moor altijd meer uitpersen der buidels van een paar honderd duizend menschen zonder dat er met hun ware levensomstandigheden ook maar eeni- germate rekening wordt gehouden. Een be ter, rechtvaardiger belastingstelsel, waarin niet op verscheidene punten dubbele be lasting wordt geheven, waarin gelet wordt op wal men werkelijk heeft en niet op wat men geacht wordt le hebben, cn waarin met name ook de draagkracht in reëel verband wordt gebracht, o. a. met de ge zinsgrootte, ziedaar wat de Bond van Be lastingbetalers in positieven zin kan trach ten te bewerken. HeLware een weldaad voor het gansche la wet. Btrlfhlea Bii Koninklijk boslnii van Tl November 1910 no. 92: is een eervol ontslag uit den militairen dienst verleend aon den reserve-luitenant kolonel van her wapen der infanterie P. van der Molen en aan den reserve-luitenant kolonel van de infanterie der landweer G. .1. Verstege, beiden als" zoodanig tijdelijk benoemd zijn benoemd1, bij het reserve-personeel der landmacht, met bestemming voor den dienst bij de landweer, bij de infanterie der landtveer, onder toekenning van den titu- lairen rang van luitenant-kolonel, tot reser- e-mojoor, commandant onderscheidenlijk in het 29ste, het 10de, het 23ste, het 22ste landweer-district en van het 47ste baaljon landvveer-infanterie, de gepensionneerde luitenant-kolonels der infanterie P. van der Molen, G. J. Verstege, R. de Bruyn, J. A. Jansen en H. A. Messemaeckers van de Graaft, allen van het leger in Nederlondsch- ïndië zijn eervol ontheven uit hun commando onderscheidenlijk over het 43ste en het 9de landweerdistrict, de reserve-luitenairtdcolo- nel A. W. A. de Koek van Leeuwen en de reserve-majoor J. W. G. Peltzer, beiden van de infanterie der landweer zijn benoemd, tot commandant onder scheidenlijk in het 44ste, het 11de, het 12de het 16de, het 34ste, het 37ste landweerdis trict, van het 3de bataljon landweer-infan- terie, in het 19de landweerdistrict en van het 36ste bataljon landweer-infanterie, .de reserve-luitenant-kolonel A. W. A. de Koek ven Leeuwen, de reserve-majoors D. Toe kamp Lammere, A. Meinster, F. C. Kruyt. D. J. van Leer, N. W. van Gelder en J. W. G. Peltzer en de reserve-kapiteins C. R. Ruempol en J. P. van der Meulen, allen van de infanterie der landweer en is belast met het 'bevel over het 14de landwéerdistrict, de majoor-titulair G. van Dijl, van het 8ste regiment infanterie. Bij Koninklijk besluit van 11 November 1919 no. 94 is benoemd, met ingang van 16 November 1919, bij het reserve-perso neel der landmacht, met bestemming voor den dienst bij de landweer, bij de artillerie der landweer, tot reserve-eerste-luitenant, in het landweerdïstrict Zaandam, de eervol ontslagen luitenant ter zee der 2de klasse van de Koninklijke marine E. L. Martens. Bij Koninklijk besluit van 11 November 1919 no. 95 is den reserve-tweede-luite nant N. F. Weijer, van het 31ste bataljon landweer-infanterie, op het daartoe door hem gedaan verzoek, als zoodanig een eer vol ontslag uit den militairen dienst ver leend. Bij Koninklijk besluit van 11 November 1919 no. 96 is overeenkomstig art. 1, sub lo. d, van de wet voor het reservepersoneel -Ur landmacht 1905 en op den voet van '.et bepaeido bij art. 1. subv2o., van het edert gewijzigde Koninklijk besluit van 12 ieptemVr F>05 (Staatsblad no. 268), be* toenul bij het reserve-personeel der lund*^ macht, bii het personeel van den genees* (kundigen dienst/tot reserve-officier van ge- J zondheid der 2de klasse, dc heer P. Teke-». lenburg, arts. Bij Koninklijk besluit van 11 November. 1919 no. 97 zijn benoemd lot leden van de commissie, belast met de directie tier we* duwen- en weezenkas voor de officieren van de landmacht: J. G. Kist, genoraai-ivui- joor, \V. f.jntsmon, luitenant-kolonel der artillerie en A. D. de Roos, kapitein der mi litaire administratie. De nie u w e M i n i.s ter van Kola» niën, (le heer IV Granff, was heden in dc vergadering van du Tweede Kamer aanwe zig- Onderscheidingen aan x«uor«als Muwriers en Naar wij vernemen is de generaol C J. Snijders, oud-opperbevelhebber van land en zeemacht, door H. M. dc* -Koningin be noemd tot ridder-grootkruis in de orde van den Nederlandschen Leeuw en heelt dc Koningin aan luitenant generaal W. F. Pop, chef van den generalen staf, die de functie van opperbevelhebber van land- en zee macht eenigen tijd heeft uitgeoefend het ridderkruis van de orde van den Neder# landschen Leeuw verleend. Neil«rlwa«l o»s Kclgll. Men meldt ons uit 's Gravenhnge: Naar aanleiding van het bericht in som* mige dugblnden omtrent een incident le Breskens, waar Belgische schippers door Nederlandschc visscherS" zouden zijn lastig gevallen en een Belgische vlag zou zijn ver brand, heeft de Nederlandschc Roge^ring een onderzoek doen instellen. Naar wij Vernemen heeft de Regeering van de uitkomsten van dat ondeizoek uan de Belgische regeering mededeeling ge daan onder betuiging van leedwezen ovei het incident, dat onder de bevolking heeft plaats gehad. I lavas-Reuter seinde ons juist gisteren uit Brussel, dat de zaakgelastigde baron Guillaume aan de Nederlondsche regeering een nola heeft doen toekomen, waarin op heldering wordt gevraagd over het incident te Breskens. benevens verontschuldigingen zoomede herstel van de schade, welke den betrokken schipper heeft geleden. Pensioen voor gewezen wet houders. B. en \V. van Amsterdam stel len den raad voor, aan den heer W. H. Vliegen, als gewezen wethouder der ge meente, van 2 September 1919 af een pen sioen te verieenen van 1229.17 per jaar en aan mr. dr. H. J. C. van Tienen, als ge wezen wethouder der gemeente, van 2 Sep tember 1919 af een pensioen te verieenen van 1000.— per jaar. Dc.hei i \T. dc Voogt, vrij-/., heelt ont- slag genomen nis lid van den Baud van Wngc- ningen. Zijn zetel il worden ingenomeh door den heer Prof. If C. Reimers, unic-Hf). Tot directeur der gemeentelijke bedrijven le Roosendaal is benoemd de heer ,T. P« Pay ens, diercteur der waterleiding aldaar. De Maaskanalisatie. De heer ir F. A. Schlingeman c.i., ingenieur van den Rijkswaterstaat te Roermond, heeft voor- het Civiel en Bouwkundig-studenten Gezelschap Practische Studie te Delft een lezing; gehouden over „De Maaskanalisatie". Na een technische beschrijving van de ontworpen werken, deelde spreker mede, dat met den bouw van de sluis bij Linne in het voorjaar van 1919 een begin is gemaakt. In verband met de waterstanden op de Maas is dit werk geheel een seizoen-werk, dat slechts in de zomermaanden kan worden uitgevoerd. Men hoopt in 1920 de sluis grootendeels gereed te hebben. De uitvoe- ring geschiedt door den Rijkswaterstaai iir eigen beheer, hoofdzakelijk wegens de groote risico's die onder de tegenwoordige omstandigheden tengevolge van de groote prijsschommelingen van materialen aan eeiï dergelijk werk zijn verbonden. Hoewel het verkrijgen van de noodige materialen en werktuigen in den tegenwoordigen tijd wel moeite kost, is men er tot nu toe in ge slaagd het werk volgens het vooraf opge stelde programma te doen verloopen. Ook met het grondwerk voor de tweede sluis, welke nabij Roermond komt, is reeds begonnen. Voor de overige werken moet de onteigening nog plaats hebben. Spreker schat den tijd, noodig voor de geheele thans .ondernomen kanalisatie, op, eei\ tiental jaren. Evenwel zal, indien de cfrie bovenste stuwen met sluizen, die bij Linne, Roermond en Belfeld, voltooid zijrv de Maas reeds het grootste -deel van het jaar voor schepen van middelbare grootte bevaarbaar zijn. In hét huishoudelijke gedeelte der bijeen komst werd aan prof. ir. J. A. Bakker, c. i* het eere-lidmaatschap der vereeniging aani geboden. 2 5-jarig Jubileum A. N. D. Br Men meldt ons uit Amsterdam dd. 13 Nov.: Merkwaardig zijn de feesten, die than* ter gelegenheid van 'het 25-jarig bestaan» van den Algemeenen Nederlandschen Dia- mantbewerkersbond worden gehouden, irt meer dan één opzicht Want neit alleen be# nut men de z.g. „/bruidsdagen!" voor ont* spanningsavonden, maar ook op do gewonf werkdagen gaat het feestelijk toe. De fa^ briekszalen in de diamant&liiperiion ziid

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1919 | | pagina 5