amersfcortsch dagblad „de eemlander'
amersioiirtsche particuliere eewakingsdienst
tweede blad.
BINNENLAND
Wilt ge er van overtuigt! wezen dat Uw woning, magazijn
of pakhuis des nachts goed bewaakt wordt, geeft U dan
nog heden op als lid. De contributie is zeer iaag gesteld
terwijl de automatische controle uiterst doeltreffend werkt.
Kantoor: Barchman Wuytierslaan 156. Tel. 399.
18e Jaargang
Ne. 122
Zaterdag
IS November 1919
Woningnood.
Ir, dit b>nd is onlangs (door D.) uiteen-
gezet, welke de woningbouw-poliliek is van
ile regeering en welke derhalve de houding
Ibehoori te zijn van den Raad eener ge
meente, die een open oog heeft voor den
i omvang, dien de woningnood aangenomen
heeft.
In elke stad van ons land en eveneens
van de*T>ns omringende landen is er een
tekort van woningen van elke soortr Er zijn
veel te* weinig arbeiderswoningen, veel te
weinig huizen voor middenstanders en voor
beter-geshueerden. Geen wonder. Er is in
de laatste vijf jaar zeer weinig gebouwd en
thans zijn de bouwkosten van een huis zoo
groot, dat ze menigeen terughouden van
zijn bouwplannen. De maatregelen van de
regeering, de verschaffing van kapitaal door
de overheid aan bouwvereenigingen, het
dragen van de exploitatie-tekorten doorzie'
openbave kassen maken het mogelijk, dat er
desondanks toch nog al gebouwd wordt.
Maar het is veel te weinig.
l)e omvang van den woningnood kan niet
licht worden overschat. Alleen in Amster
dam moeten, naar' wethouder Wibaut on
langs in een interview heeft gezegd, 30.000
woningen worden gebouwd, om aan het te
kort een einde te makendit beteekent, zei-
de hij, dat we er een stad van'de grootte
van Deventer bij moeten bouwen. En gaar
ne zou hij dat in 6 jaar doen.
Al is het elders niet even erg, het is over-
al'wel Ti eel droevig gesteld. En de vraag is,
of men geen radicale maatregelen kan ne
men, om spoedig uit deze misère te komen.
Et zijn ailijd lieden, "die voor elke kwaal
•een panacee gereed hebben. Zoo ook hier
bij. De sociaal-democraten, die tegenwoor
dig het woord „socialisatie" gebruiken als
zijnde de Haarlemmer-olie over de kwalen
van dezen tijd, zonder dat ze ooit hebben
gepreciseerd, wat we daar wel onder 'moe
ten verstaan, hebben, als groep, voor den
woningnood dit middel nog niet aangepre
zen. Toch zijn in H e t Vol k artikelen ver-
-schenen, waarin „woning-socialisatie" als
het beste geneesmiddel tegen dén woning
nood werd aanbevolen.
De ernstige, wetenschappelijke socialis
ten hebben dit hokje socialisatie doodge
zwegen. In de jongste vergadering van de
vereeniging over de Staathuishoudkunde
hebben een aantal vooraanstaande sociaal
democraten deelgenomen aan de discussies
over het woningvraagstuk, maar het woord
"woning-socialisatie werd door hen zelfs
niet gebruikt.
v Toch heeft deze heerlijke klank („woord
en t covermiddel, dat toch ons aller gedach-
ten in beslag neemt" meent „D e Volks-
s t e m', orgaan van de afdeeling Dordrecht
van de S. D. A. P. de socialisatie in allen
err.st) zijn weg gevonden naar de S. D. ge
moederen en zij vonden in het genoemde
Dordtsche blaadje een artikel, waarin de
womng-socialisatie-plannen van G. d. S.
int Hei- Volk worden geprezen.
Dit is een verblijdend ding. Want anders
don bij het algemeene begrip „socialisatie",
dat weinig meer dan kling-klang is, we hier
bij nu eens eene uiteenzetting krijgen van
wat men met die woning'-socialisatie be
doelt.
Men gaat uit van de juiste redeneering,
dat de huren van de in de beide laatste jaren
gezette huizen zeer hoog zullen worden,
zoodra de bijslagen van rijk en gemeente
vervallen. Zoodra de huur-cornmissies zul
len zijn verdwenen, zullen ook de eigena
ren der oude huizen de huren opslaan en
zoodoende 2a 3 maal meer „trekken" dan
vroeger. Ze zullen slapende rijk worden ten
cosle van de huurders, de arbeidersklasse en
de burgerij.
G. d. S. wil dezen „strooptocht op de
•euraen der kleine luiden" voorkomen door
jvét volgende middel
„Onteigening van alle huurwoningen en
oc-menvoeging van alle inkomsten uit be
staancien bouw en uit nieuwbouw in één
centraal woningfonds.
Door die onteigening worden de eige
naars der huurwoningen niet geschaadal
leen de gelegenheid op een onverdiende
winst wordt hun ontnomen.
De onteigénir.gssom wordt aldus bepaald.
Vroeger, in de tijden vóór den oorlog, gold
dat de hrutohuurwaarde 7 van de koop
som bedroeg. Die huurwaarde dan gekapi
taliseerd (op een basis van 7 is de ont
eigeningssom die aan de eigenaars in den
vorm van 5 obligatiesvwordt uitbetaald;
.le eigenaars hebben dan niet de minste re-
jen erover te klagen dot zij onbillijk zouden
vorden behandeld.
Die 5 obligaties van het te stichten
centraal woningfonds worden door den
itaat met gewone staatsobligaties gelijk ge
steld, zijn even solide als de Nationale wer
kelijke schuld, het toppunt van soliditeit.
De belangrijk hoogere huurprijs van de
nieuwgebouwde en nietiw-te-bouwen wonin
gen komt dan niet ten loste van de bewo-
jners dier nieuwe woningen alléén, maar
wordt over alle woningen omgeslagen. Ge
steld in een stad zijn 1000 woningen van
vóór den oorlog, die 3.huur per v/eek
doen, dus 3000.huur per week op
brengen. Daarnaast zijn er 100 nieuwe, die
9.huur zouden moeten opbrengen, dat
is 9 X 100 f 900.-.
De woningen te samen 1100 in aantal
brengen clan 3000.— 900.—
3900.— huur opdat is dus 3.55 per
woning.
Dal ziet er aardig uit f In plaats van huren
van 9.— per week, huren van 3.55.
bii nodere beschouwing is deze ge
weldige socialisatie toch maar weinig aan- j
nemeliik. 1
Laat ons aannemen, dat de levenssian-j
daard, die thans wel het dubbele vafl vroe
ger bedraagt over eenigen tijd tot op 150
van het vroegere peil zal dalen om daarop
le blijven staan. Dan zullen de huiseige-
naais, die met de gekapitaliseerde waarde
an de vroegere 7-percents-huren worden
afgescheept inderdaad niet slapende rijk
worden, maar slapende arm. Als zij 150
\an die waaide krijgen, eerst dan is er van
billijkheid sprake.
Maar dat is bijzaak. Hoofdzaak is, dat met
deze breedopgezetje onteigening van hui
zén niets meer wordt bereikt dan met een
plan, dat wij lang geleden dor een van
ónze partijgenóoten is aanbevolen. Hij wil
de de huurcommissies handhaven en zoo
doende beletten, dat de huis-eigenaren on
behoorlijke huren .gaan vragen. Wel zullen
de huren moeten stijgen, zeg tot 175 van
het vroegere peil, maar de Verhuurders zul
len van die huren 25 moeten afstaan'aan
Rijk en Gemeente. Rijk en Gemeente zou
den daarmee bij de huren van de nieuwe
woningen bijslag kunnen geven.
Op die wijze men zou precies dezelfde
cijfers künnen gebruiken in beide syste
men zou het zelfde worden bereikt, zon
der het universeel-geneesmiddel der soci
alisten. De bedoelde huur-regeling zou bo
vendien het voordeel hebben, dat zij' auto
matisch, langzamerhand, zou vervallen, zoo
dra de bouwkosten weer terug loopen tot
een peil, in overeenstemming met de nieuij-
we huur-prijzen.
Ter verkrijging van betamelijke huren is
derhalve de woning-socialiSatie onnoodig;
ten aanzien van de hoofdzaak, het tekort
aan woningen, geeft de woning-sociaiisatie
niets. Men begrijpt toch, dat de hooge hu-
.ren automatisch zullen dalen, zoodra er
maar genoeg gebouwd wordt I
Beter dan de stichting van één centraal
woningfonds, dat immers het monopolie zou
moeten krijgen van het bouwen van huizen,
schijnt Het ons daarom, de ondernemers te
prikkelen tot bouw van nieuwe huizen. Na
tuurlijk kan en moet de overheid hierbij hel
pen. Wat zij dan ook reeds doet.
De nood stijgt. Maar, gelijk steeds, is er
dan uitkomst in zicht. Overal zoeken de on
dernemers naar middelen om goedkooper
te bouwen. Houtén huizen, flet-woningen,
beton-woningen en spaar-bouw met nieuwe
materialen wedijveren reeds om de gunst
van het publiek.
Lukt het, op welke wijze ook, met over-
heids-steun en door het eigen-belang der
bouw ere, in korten tijd een groot aantal hui
zen te bouwen, dan is er geen gevaar meer
voor uitzuigen van arbeiders en burgers
door huisjesmelkers.
Deze eerste poging om een brok sociali
satie te preciseeren geeft geen hooger duur
te van het bouwmiddel; de nuchtere werke
lijkheid kan met meer succes, met gebruik
van de gewone maatschappelijke krachten,
den woningnood onder de knie krijgen.
Esperanto als wereldhnlptaal.
Vaak wordt ons „Esperantisten" voor de
voeten geworpen, dat een wereldhulptaal
geen reden van bestaan heeft, want: zooals
nu de zaak in elkaar zit, gaat 't tooh ook.
Zeker, 't gaat doch met vele en vele be
zwaren. Om aan te toonen dat een wereld-
hulptaai recht van bestaan heeft willen wij
wijzen op b.v. het internationale arbeiders
congres, onlangs te Amsterdam gehouden.
Wie het verslag daarvan in de dagbladen
gevolgd heeft, zal zeker hebben opgemerkt
dat het taalverschil zéér vaak een hinder
paal was. Vele' redevoeringen moesten in
andere talen worden overgezet en dit kostte
zéér veel tijd. Vergelijken wij dergelijke
congressen met die waar een wereldhulp
taal werd gesproken (de Esperanto-con-
gressen, de eerste in 1905 te Boulogne sur
Mer) dan blijkt het, dat op die waar de hulp
taal gesproken werd, de aanwezigen met ge-i
mak de sprekers kon volgen, van welke na
tionaliteit ze ook waren.
Ook in den handel heeft een wereldhulp
taal recht van bestaan. Tegenwoordig wordt
Van een correspondent verlangd goed te
kunnen correspondeeren in de 3 moderne
talen, terwijl vaak kennis van Zweedsch of
Spaansch eveneens veretécht wordt. Na
jaren van ijverige studie kan dit zeker be
reikt worden, doch steeds worden de eischen
hooger opgevoerd. Denkt men zich nu in
dat een goede wereldhulptaal (zooals Espe
ranto) zich uitstekend leent voor handels
correspondentie, dan moet men zich afvra
gen waarom dit reeds niet lang ingevoerd
is. Er zijn reeds vele groote handelshuizen
welke in Esperanto correspondeeren, doch
nu is ons doel „algemeene invoe
ring."
Eveneens kan een wereldhulptaail de
wetenschap van groot nut zijn. Worden
tegenwoordig werken met zeer belangrijke
inhoud geschreven, dan moet ieder ge
leerde dit bestudeeren om op de hoogte van
zijn wetenschap te blijven. Liefst bestudeert
hij het in de oorspronkelijke taal. Dit kan
groote bezwaren met zich brengen (b.v. wer
ken in 't Russisch, Italiaansch of Spaansch
geschreven). Noodgedwongen zal hij vaak
vertalingen moeten raadplegen hetwelk ook
bezwaren heeft. Een oplossing zou zijn di-
rekt het boek in een wereldhulptaal te
schrijven.
Een wereldhulptaal, welke zoowel voor
internationale congressen, handel en we
tenschap uitstekend geschikt is, is „E spe-
ranto" de wereldhulptaal bij
uitnemendheid. In het betrekkelijk
kort bestaan heeft 't getoond aan alle
eischen te voldoen. Negen internationale
Esperanto-congressen hehben h^.wew^ dat
Dir. JOH. SCHUT.
het zeer goed gesproken en begrepen kan
worden; het feit dat vele handelsonderne
mingen het gebruiken getuigt voor haar
bruikbaarheid in den handel; vele professo
ren op elk gebied hebben hunne ingenomen
heid met de kunsttaal van dr. Zumenhof,
de Poolsche oogarts, uitgesproken.
Gestadig breidt don ook het aantal zich
uit, dat zich schaart onder de „gr.oene
ster" om onze „s a n k t a a e r o" te
doen groeien.
v. d. L.
Uit de Hers
De mo»4 d«r ml<l«leuk!a«sea.
De hoefijzer-redacteur van het Han
delsblad behandelt het meer en meer urgent
wordende onderwerp van den nood der cwl-
tnurdragende middenklassen.
Het is, volgens hem, in dezen tijd de ge
wone burgerman, de gemiddelde Nederland-
sche belastingbetaler, die er het slechts aan
toe is. Nu, in de narigheid van den vrede,
gelijk voorheen in de narigheid van den
oorlog. Want hij heeft, tegen de twee groote
wolven die ons materieele leven belagen,
de Duurte en den Fiscus, hel minste weer
vermogen.
„De zeer rijken deert de Duurte in 'l ge
heel niet en de Fiscirs rukt wel juist uit
hun bezit de grootste stukken, ïnoar zij
hebben c.en ovei^chol aon middelen, groot
genoeg om hen te hoeden voor bestaons-
zorg. De mingegoeden laat de Fiscus ge
heel of nagenoeg geheel vrij. De Duurte
drukt hen zwaar, maar zij hebben, in h"i
organisaties, het middel om door loonsvér-
hooging zich tegen dien druk le weren.
Maar de gewone Nederlandschc burger, die
noch rijk is noch arbeider, de menschen van
laat ons bij de, tegenwoordige geldswaarde
zeggen drieduizend tot twaalfduizend gul
den inkomen (dot is immers 1500 tol 6000
naar de geldswoardo van vóór den oorlog),
die zijn de dupe van den Vrede geliik zij
't die waren van den Oorlog. De Fiscus
l'
toont zich jegens hen do Shylock, die van
hen haalt wat er maar eenigszins te halen
is. En tegen de Duurte vermogen zij min
der dan de rijken en de urbeiders, omdat
zij er even hard door worden gebeten als
laatstgenoemden en de organisaties missen
om, door loorisverhooging, er tegen te kun
nen vechten.
Wij beleven dan ook hét begin van een
sociale en cultureele verschuiving een op
komen van de arbeidersklasse, niet ten na-
decle van de vermogenden, maar van de
grootg middenklasse', waartoe, cok het voor
naamste deel van het intellect behoort.
Deze middenklasse, die tot nu toe de dra
gers bevatte van wat er aan cultuur van
onzen tijd aanwezig is, dreigt te worden
vermalen tusschen de arbeiders en de ver
mogenden. In practiscli opzicht kan men
ook zeggentusschen de Duurte en den
Fiscus.
Dit is, omdat deze klasse ook dc hoed
ster was van wat wij aan cultuur nog zoo
wat bezitten, een ernstig verschijnsel. Niet
slechts sociaal dus, maar ook cultureel.
Stond de arbeidersklasse reeds klaar om als
cultuurdraagster op te treden, dan kon men
met deze verschuiving, al laat ze de ver
mogenden onbillijkerwijze buiten haar wer
king nog vrede hebben. Maar dat is stellig
niet het geval. De arbeiders zijn noch wat
hun algemeene ontwikkeling, noch wat hun
algemeene beschaving betreft, in staat om,
zonder de cultuur voor geruimen tijd te
doen inzinken, als cultuurdragers op te tre
den. En zoo zullen don nu de, zij het ook
brokkelige en weinig samenhangende, ele
menten van hedendaagsche cultuur worden
vermorzeld vóór dat het maferiael van een
nieuwe cultuur gereed ligt. „Das A Ito
s t ii r z t"maar het nieuwe dat „a u f
den Trummern" zou moeten verrijzen,
moet nog uit een verwijderde toekomst wor
den aangevoerd.
Wij herhalen Wij staan nog slechts aan
het begin van dc aangeduide sociale en
cultureele verschuiving. Maar ze is reeds
waar te nemen. De middenklasse met haar
cultuurkern wordt door duurte en belastin
gen reeds genoopt, haar levensgewoonten te
veranderen, waaronder er zijn die essentia
lia moeten heeten van haar cultuurdragend
vermogen. Wij kennen professoren aan on
ze Rijksuniversiteiten die *en gedeelte van
hun woning moeten verhuren, omdat ze er
undéfs.niet kunnen komen en, die zoodoen
de do rust on ruimte ven hun intellestueele
arbeidssfeer moeten schaden. Een van de
traditioneele vormen van geestelijk verkoo»
in den meer beschaafden stand, het olknoV
ontmoeten aon dinertjes (een niet te klei-
necrcn vorm van ideëenverkcer), moet al
lengs worden verminderd, straks worden
opgegeven. Men „ziet" elkaar over "t alge
meen minder, ook omdat daarvoor een be
tere klceding gebruikelijk is, welke voor
velen onbetaalbaar wordt En aan de op
voeding, die iniellectueelen uan hun kin
deren plachten te geven, kan ook niet zoo
veel meer worden besteed. Zoodat niet
slechts het thans levende, maar ook het
opkomende geslacht der inlellëctueele mid
denklasse sociaal en cultureel gedepreci-
eerd dreigt te worden.
Over een jaar of tien zal, tenzij het pro
ces nog tijdig wordt gestuit, dit alles nog
wel duidelijker tot uiting komen.
Tegen de dreigende sociale en cultureele
ÈNeclasseering bepleit dan de schrijver de
middelen eigen hulp (b.v. door het zelf
verrichten van allerlei huiselijke karweitjes
waarvoor men thans nog een werkman
neemt) en economische coöperotie.
Politieke coöperatie beveelt hij aan
legen de aanslagen van den fiscus, en hij
juicht daarom toe de tot slnndkoming van
een bond van belastingbetalers.
Natuurlijk mag deze geen instrument van
conservatisme worden, maar wel dient hij
le waken tegen het r c k s i c h t s 1 o s e
smijten met geld en het moor altijd meer
uitpersen der buidels van een paar honderd
duizend menschen zonder dat er met hun
ware levensomstandigheden ook maar eeni-
germate rekening wordt gehouden. Een be
ter, rechtvaardiger belastingstelsel, waarin
niet op verscheidene punten dubbele be
lasting wordt geheven, waarin gelet wordt
op wal men werkelijk heeft en niet op wat
men geacht wordt le hebben, cn waarin
met name ook de draagkracht in reëel
verband wordt gebracht, o. a. met de ge
zinsgrootte, ziedaar wat de Bond van Be
lastingbetalers in positieven zin kan trach
ten te bewerken.
HeLware een weldaad voor het gansche
la wet.
Btrlfhlea
Bii Koninklijk boslnii van Tl November
1910 no. 92:
is een eervol ontslag uit den militairen
dienst verleend aon den reserve-luitenant
kolonel van her wapen der infanterie P. van
der Molen en aan den reserve-luitenant
kolonel van de infanterie der landweer G.
.1. Verstege, beiden als" zoodanig tijdelijk
benoemd
zijn benoemd1, bij het reserve-personeel
der landmacht, met bestemming voor den
dienst bij de landweer, bij de infanterie der
landtveer, onder toekenning van den titu-
lairen rang van luitenant-kolonel, tot reser-
e-mojoor, commandant onderscheidenlijk
in het 29ste, het 10de, het 23ste, het 22ste
landweer-district en van het 47ste baaljon
landvveer-infanterie, de gepensionneerde
luitenant-kolonels der infanterie P. van der
Molen, G. J. Verstege, R. de Bruyn, J. A.
Jansen en H. A. Messemaeckers van de
Graaft, allen van het leger in Nederlondsch-
ïndië
zijn eervol ontheven uit hun commando
onderscheidenlijk over het 43ste en het 9de
landweerdistrict, de reserve-luitenairtdcolo-
nel A. W. A. de Koek van Leeuwen en de
reserve-majoor J. W. G. Peltzer, beiden van
de infanterie der landweer
zijn benoemd, tot commandant onder
scheidenlijk in het 44ste, het 11de, het 12de
het 16de, het 34ste, het 37ste landweerdis
trict, van het 3de bataljon landweer-infan-
terie, in het 19de landweerdistrict en van
het 36ste bataljon landweer-infanterie, .de
reserve-luitenant-kolonel A. W. A. de Koek
ven Leeuwen, de reserve-majoors D. Toe
kamp Lammere, A. Meinster, F. C. Kruyt.
D. J. van Leer, N. W. van Gelder en J. W.
G. Peltzer en de reserve-kapiteins C. R.
Ruempol en J. P. van der Meulen, allen van
de infanterie der landweer
en is belast met het 'bevel over het 14de
landwéerdistrict, de majoor-titulair G. van
Dijl, van het 8ste regiment infanterie.
Bij Koninklijk besluit van 11 November
1919 no. 94 is benoemd, met ingang van
16 November 1919, bij het reserve-perso
neel der landmacht, met bestemming voor
den dienst bij de landweer, bij de artillerie
der landweer, tot reserve-eerste-luitenant,
in het landweerdïstrict Zaandam, de eervol
ontslagen luitenant ter zee der 2de klasse
van de Koninklijke marine E. L. Martens.
Bij Koninklijk besluit van 11 November
1919 no. 95 is den reserve-tweede-luite
nant N. F. Weijer, van het 31ste bataljon
landweer-infanterie, op het daartoe door
hem gedaan verzoek, als zoodanig een eer
vol ontslag uit den militairen dienst ver
leend.
Bij Koninklijk besluit van 11 November
1919 no. 96 is overeenkomstig art. 1, sub
lo. d, van de wet voor het reservepersoneel
-Ur landmacht 1905 en op den voet van
'.et bepaeido bij art. 1. subv2o., van het
edert gewijzigde Koninklijk besluit van 12
ieptemVr F>05 (Staatsblad no. 268), be*
toenul bij het reserve-personeel der lund*^
macht, bii het personeel van den genees*
(kundigen dienst/tot reserve-officier van ge-
J zondheid der 2de klasse, dc heer P. Teke-».
lenburg, arts.
Bij Koninklijk besluit van 11 November.
1919 no. 97 zijn benoemd lot leden van de
commissie, belast met de directie tier we*
duwen- en weezenkas voor de officieren
van de landmacht: J. G. Kist, genoraai-ivui-
joor, \V. f.jntsmon, luitenant-kolonel der
artillerie en A. D. de Roos, kapitein der mi
litaire administratie.
De nie u w e M i n i.s ter van Kola»
niën, (le heer IV Granff, was heden in dc
vergadering van du Tweede Kamer aanwe
zig-
Onderscheidingen aan x«uor«als
Muwriers en
Naar wij vernemen is de generaol C J.
Snijders, oud-opperbevelhebber van land
en zeemacht, door H. M. dc* -Koningin be
noemd tot ridder-grootkruis in de orde van
den Nederlandschen Leeuw en heelt dc
Koningin aan luitenant generaal W. F. Pop,
chef van den generalen staf, die de functie
van opperbevelhebber van land- en zee
macht eenigen tijd heeft uitgeoefend het
ridderkruis van de orde van den Neder#
landschen Leeuw verleend.
Neil«rlwa«l o»s Kclgll.
Men meldt ons uit 's Gravenhnge:
Naar aanleiding van het bericht in som*
mige dugblnden omtrent een incident le
Breskens, waar Belgische schippers door
Nederlandschc visscherS" zouden zijn lastig
gevallen en een Belgische vlag zou zijn ver
brand, heeft de Nederlandschc Roge^ring
een onderzoek doen instellen.
Naar wij Vernemen heeft de Regeering
van de uitkomsten van dat ondeizoek uan
de Belgische regeering mededeeling ge
daan onder betuiging van leedwezen ovei
het incident, dat onder de bevolking heeft
plaats gehad.
I lavas-Reuter seinde ons juist gisteren
uit Brussel, dat de zaakgelastigde baron
Guillaume aan de Nederlondsche regeering
een nola heeft doen toekomen, waarin op
heldering wordt gevraagd over het incident
te Breskens. benevens verontschuldigingen
zoomede herstel van de schade, welke den
betrokken schipper heeft geleden.
Pensioen voor gewezen wet
houders. B. en \V. van Amsterdam stel
len den raad voor, aan den heer W. H.
Vliegen, als gewezen wethouder der ge
meente, van 2 September 1919 af een pen
sioen te verieenen van 1229.17 per jaar
en aan mr. dr. H. J. C. van Tienen, als ge
wezen wethouder der gemeente, van 2 Sep
tember 1919 af een pensioen te verieenen
van 1000.— per jaar.
Dc.hei i \T. dc Voogt, vrij-/., heelt ont-
slag genomen nis lid van den Baud van Wngc-
ningen. Zijn zetel il worden ingenomeh door
den heer Prof. If C. Reimers, unic-Hf).
Tot directeur der gemeentelijke bedrijven
le Roosendaal is benoemd de heer ,T. P«
Pay ens, diercteur der waterleiding aldaar.
De Maaskanalisatie. De heer
ir F. A. Schlingeman c.i., ingenieur van
den Rijkswaterstaat te Roermond, heeft
voor- het Civiel en Bouwkundig-studenten
Gezelschap Practische Studie te Delft een
lezing; gehouden over „De Maaskanalisatie".
Na een technische beschrijving van de
ontworpen werken, deelde spreker mede, dat
met den bouw van de sluis bij Linne in het
voorjaar van 1919 een begin is gemaakt.
In verband met de waterstanden op de Maas
is dit werk geheel een seizoen-werk, dat
slechts in de zomermaanden kan worden
uitgevoerd. Men hoopt in 1920 de sluis
grootendeels gereed te hebben. De uitvoe-
ring geschiedt door den Rijkswaterstaai iir
eigen beheer, hoofdzakelijk wegens de
groote risico's die onder de tegenwoordige
omstandigheden tengevolge van de groote
prijsschommelingen van materialen aan eeiï
dergelijk werk zijn verbonden. Hoewel het
verkrijgen van de noodige materialen en
werktuigen in den tegenwoordigen tijd wel
moeite kost, is men er tot nu toe in ge
slaagd het werk volgens het vooraf opge
stelde programma te doen verloopen.
Ook met het grondwerk voor de tweede
sluis, welke nabij Roermond komt, is reeds
begonnen. Voor de overige werken moet
de onteigening nog plaats hebben.
Spreker schat den tijd, noodig voor de
geheele thans .ondernomen kanalisatie, op,
eei\ tiental jaren. Evenwel zal, indien de
cfrie bovenste stuwen met sluizen, die bij
Linne, Roermond en Belfeld, voltooid zijrv
de Maas reeds het grootste -deel van het
jaar voor schepen van middelbare grootte
bevaarbaar zijn.
In hét huishoudelijke gedeelte der bijeen
komst werd aan prof. ir. J. A. Bakker, c. i*
het eere-lidmaatschap der vereeniging aani
geboden.
2 5-jarig Jubileum A. N. D. Br
Men meldt ons uit Amsterdam dd. 13 Nov.:
Merkwaardig zijn de feesten, die than*
ter gelegenheid van 'het 25-jarig bestaan»
van den Algemeenen Nederlandschen Dia-
mantbewerkersbond worden gehouden, irt
meer dan één opzicht Want neit alleen be#
nut men de z.g. „/bruidsdagen!" voor ont*
spanningsavonden, maar ook op do gewonf
werkdagen gaat het feestelijk toe. De fa^
briekszalen in de diamant&liiperiion ziid