Sslderscbe Metveraipa
AMF.RSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER"
Hl Middenstands tafefak
Willam Groenhuizen
ÊG!1 et litiiGoeii!) Ringen
TWEEDE blad.
Opgericht 1868.
Gestort Kapitaal f 10.000.000
Reserven- 4.400.000
BINNENLAND
Amersfoort en Omstreken. -
IMRACHT Nd. 4. TE1EPH00H No. 304
Fourneert Cheques
Amersfoort
feIjïLleton.
De groot© Liefde.
18c Jaarganfl
No. 146
Zaterdag
13 Dccoinber 1913
EiamsBS en volkskracht.
In ziine „Beschouwingen over Huisgezin
ei'. 'Maatschappif in H e t V a d e r la n
van 22 November j.l. schrijft de heer E. de
Burg over Exnmen-eUende. Hij vertelt, dat
te Greenwich het dochtertje van een inge-
•vieur zellmoord heeft gepleegd, uit angst,
dat ze v oor een pas afgelegd examen zou
zijn gezakt. Naar aanleiding van dit droe-
vice geval schrijft hij
.Gelukkig ziji> gevallen als hierboven
vermeld uitzonderingen, al komen ze va
ker voor dan men wel denkt. Maar zeer
talrijk 2ijn de jonge menschen, die een
ellendig leven hebben, omdat zij niet
antwoord konden geven op vragen, die
wellicht door menig gegradueerd en ge
leerd man evenmin juist beantwoord
kunnen worden.
En het aantal menschen, voor wie
nvooie zomerdagen, geheele vncanties,
totaal bedorven werden, omdat ze den
lieven langen dag en meermalen een
groot deel van den nacht ook, hadden
te blokken, dat aantal is in ons land,
waar de examenitis al bizonder sterk
woedt, ontzettend groot.
In allerlei kringen heeft men het over
hot steeds talrijker en steeds zwaarder
worden der examens de laatste jaren
geklaagd, in de bladen zijn kolommen,
met klachten gevuld, een vereeniging
voor vereenvoudiging der examens is
opgericht, maar verbetering is nog
steeds niet ingetreden.
Moeten er meer rampen, als straks
vernield, voorvallen, eer men de exa
men-woede gaat belreugelen
Het 'hier kort aangeduide en direct fei
telijk besliste vraagstuk, in welke rich-
tin g bet onderwijs zich moet ontwikkelen,
om aan die vele examen-klachten tegemoet
te komen, verdient inderdaad de belangstel
ling \an allen, die over de beiangen van
„hhiisge/rn en Maatschappijnadenken
De toestand is werkelijk verre van ideaal.
Examen-angst is een vreeselijke plaag en de
nervositeit, die bij velen van onze jonge lie
den met examen-doen gepaard gaat, is een
nadeêlige factor bij de vorming van onze
volkskracht.
Van examen-vrees, van nervosisme bij de
jeugd, die examens moet doen, behoorde
geen sprake ie zijn. Een jonge man, die vijf
jaren de H. B. S. heeft bezocht of die zes
jaren Luig heeft omgegaan met de geesten
van Homerus en Cicero, het meisje, dat vier
jaar op „de kweek" geweest is, ze moesten
de hun wachtende examens met blijmoedige
zekerheid tegemoet zien. Niet-slagen moest
hooge uitzondering zijn.
Toen „zakken" er velen voor eindexamens
en andere, direct bij het genoten onderwijs
anpsluïlen-de, examens en dit wekt de zoo
schadelijke angst en nerveusheid. De vraag
is: wat is hiervan de oorzaak?
Zij, die voorbije tijden gaarne prijzen, zul
len u zeggen, dat de jeugd tegenwoordig te
veel aan sport doet. „Men voetbalt en korf
balt, men Toeit en tennist, in stede van te
studeeren ?,oo zeggen zij. Vroeger was de
jeugd vlijtiger.
Wij gekloven, dat deze menschen zich ver
gissen. Ook wij hadden in onzen schooltijd
een massa tijd over voor genoegens, ook wij
beschikten over heel veel vrijen tijd en ook
wij zaten volstrekt niet voortdurend over
onze boeken gebogen.
Maar, zeggen dan anderen, „de examens
worden steeds zwaarder", waarmee ze dan
onderbewust, lof toezwaaien aan de exami
natoren van vroegere jaren.
Wij zijn van- meening, dat ook zij de zaak
onjuist inzien. Bij vergelijking van de opga
ven voor een reeks van dezelfde examens
blijkt volstrekt niet, dat die van de laatste
jaren moeilijker zijn, dan die van voor 25 of
40 jaar. Eer blijkt het tegendeel!
En daarmee kennen wij de feitelijke oor
zaak van de in aantal en kracht groeiende
klachten over ue slechte resultaten van ons
ARNHEM.
DEPOSITORENTE:
een maand
drie maanden
een jaar
nmnm
opzegging 3n0
3i/'
2
0/
0
>0
4 u/o
ptSR K7^r*.--<r ISSPtSSSSRXSÖ
onderwijs en over de vele mislukte examina.
Er is geene enkele examen-commissie, die
gaarne een hoog percentage der Candida-
ten laat stranden. Indien Het g.m'drlelce peil
van de candidaten voor een e. arren r'.aalt,
dan daalt daarmee evenredig net gehalte der
door de commissie gestelde eischen. Geheel
evenredig is die daling ni©~ en zoodoe.ru e
zakken er in verhouding toch meer candida
ten von een zwakke gToep don vm» ten ster
ke. P Is \nderdaad gaandeweg het percen
tage der met-geslaagden stijgt, dan mag dus
met hedtetheid worden geconstateerd, dat
Me gemiddelde kennis der examinandi gaan
deweg is gedaald.
Nu blijkt werkelijk, dat er steeds meer stu
deerenden niet in staat zijn, de vereischte
examens af te leggen. In Delft zal men u ver
tellen, dot wel 50 pet. der ingeschrevenen
studenten „sjeest"; de rector-magnificus
heeft onlangs ook ten aanzien van de Leid-
sche Universiteit droevige cijfers gegeven.
Pleit dit oppervlakkig voor de stelling, dot
de examens te moeilijk zijn geworden, men
moet er wel een andere oorzaak voor zoeken,
zoodra men overtuigd is, dat het den jonge
lieden nu volstrekt niet moeilijker wordt ge
maakt dan vroeger.
Een ander verschijnsel geeft waarschijn
lijk een beter inzicht in de oorzaak van het
mislukken van zoovelen. Het is dit verschijn
sel, dat het aantal studeerenden met een
veel hoog er percentage toeneemt dan de be
volking. In Delft kan men in niet snel ge
noeg tempo nieuwe professoren benoemen
en nieuwe laboratoria bouwen, om alle in
geschrevenen behoorlijk onderwijs te kunnen
geven. Het aantal Hoogere Burgerscholen
neemt toe; de bestaande krijgen al meer
leerlingen. Er zijn in de laatste jaren een
aantal Middelbaar Technische scholen op
gericht; het aantal Handelsscholen neemt
eveneens toe. En al die inrichtingen ven on
derwijs trekken een voldoend en meer dan
voldoend aantal leerlingen.
Hier zit de kneep. Enkele tientallen jaren
geleden zonden natuurlijk met uitzonde
ringen de ouders alleen die kinderen
naar de H. B. S. en naar Delft, die voldoen
den aanleg hadden om het onderwijs met
vrucht te volgen. Meer en meer vraagt men j
niet meer of de kinderen geschikt ziin voor
dit middelbare- en hobger onderwijs, men j
stuurt ze er heen, omdat men nu eenmaal
gelooft, dat zulk onderwijs noodzakelijk is.
We zijn daarmee niet den goeden kant i
uitgegaan. Voor de leerlingen ven onvol-'
doenden aanleg is de geheele schooltijd een j
plaagvoor de massa van hen komt de te- j
leurslelling, dat ze het «^ewenschte einddi-1
ploma niet kunnen krijgen, vroeg of laat.
Moeten we nu, om den velen leerlingen
die teleurstelling te besparen. onz.e exa
meneischen gaan matigen? Het ware een
ongeluk voor de gemeenschap f De maat
schappij heeft behoefte aan zoo goed moge
lijk onderlegde krachten. Onze universiteit
te Delft leveren de toekomstige leiders van
ons volk „op geestelijk en stoffelijk gebied;
zij moeten van dc bovenste plank zijn en
moeten dit hebben getoond, door te slagen
hij examens, die meer zijn don eene aan
passing aan inferieure geesten.
Hier moet het belang van de individuen
een vermeend belang trouwens wijken
voor dat der gemeenschap. Zoo komen we
tot de conclusie, dat de examen-eischen, wel
verre van te dalen, zoo hoog mogelijk moe
ten worden opgevoerd.
Zullen we dan genoeg gediplomeerde
•menschen krijgen? Het staat o.i. vast, -als
men de lijn volgt, door het vrijzinnig-demo
cratisch program aangegeven. Wij, vrijzin
nig-democraten, willen gelijke ontwikke-
lings-voorwaarden voojf allen. Als men,
daarmede in overeenstemming, jongelieden
uit alle kringen gelegenheid geeft tot het
bezoeken van middelbare- en hoogere scho
len, dari zullen, juist bij degelijke examens
en soliede eischen, de intellectueel aange
leiden uit alle lagen van ons volk de exa
mens doer., die hun recht geven op hooge
plaatsen in de maatschappij.
Daarbij zal de gemeenschap gebaat zijn.
Daarbij zullen ook de jongelieden zijn ge
baat, die nu, ofschoon minder begaafd, ge
dwongen worden tot langdurige studie zon
der resultaat; zich onder de geschetste om
standigheden zullen richten op een loop
baan, die meer strookt met hunnen natuur
lijken aanleg.
De' Sli rt- Hp i vRh gister T2 De
cember bevat; o.a. de volgende kon., be
sluiten:
benoemd tot rechter in de rechtbank te
Tiel mr. P. A. J. Losecaat Vermeer, thans
ambtenaar .van het O. M. bij het kantonge
recht te Almelo;
benoemd tot griffier bij het kantonge
recht te Middelburg mr. H. Schouten, thans
substituut-griffier bij het kantongerecht te
's Gravenhage; idem te Helmond mr. H. M.
F. H. Schillings, advocaat-procureur te
Maastricht; idem te Heusden mr. W. Rui-
tin-a, waarnemend griffier bij de rechtbank
te Middelburg;
tot commissaris van politie te Winscho
ten N Verkaik, thans idem te Alphen nar
den Rijn;
tot notaris te Niemvediep gem. Helder A
M. Engelmann, candidaat-notaris te Ipen-
broek;
op verzoek eervol ontslagen F. Smeets, als
burgemeester van Geleen, en H. W. C van
Hoorn, als burgemeester van Valkenswaarcl;
benoemd bij het 2e regiment infanterie
tot le luitenant de-2eluitenant A. J. de
Lange, von korps.
aan den reserve-eerste-Juitehant J. T. I
W. Rutgers, van het regiment jagers, met
ingang van 16 December 1919, op zijne
aanvrage, ter zake von ongeschiktheid voor
de verdere waarneming van den militairen
dienst, tengevolge van lichaamsgebreken,
behoudens zijne aanspraken op pensioen,
eervol ontslag uit den militairen dienst
verleend;
benoemd tot hoofd van het Centraal
Magazijn van Militaire JKleeding en klit
rusting te Amsterdam de kapitein van de
militaire administratie F. H. Henderson,
werkzaam bij het departement van Oorlog.
Geen verkoop der West-h-
discheKoloniën. In de Memorie von
Antwórd p het Voorl. Verslag der Tweede
Kamer inzake de begrooting voor Suriname,
zegt de minister von Koloniën, dat hij even
min als zijn ambtsvoorganger zijn medewer
king wenscht te verleenen tot een zooge-
naumden verkoop von de koloniën Suriname
en Curasao.
Co n\ missie van Advies in
Art. 5 0 der Auteurswet. Bij Kon.
Besluit van 5 December zijn herbenoemd in
rle commissie van advies, bedoeld bij de artt.
50d, 50e en 50f der Auteurswet:
a. tot leden: Joh. A. Alsbach, uitgever
van muziekwerken te Amsterdam; Anton
Averkamp, componist, te Amsterdam; b\ A.
Becht, kunstcriticus, te 's Gravenhage; J. E,
Belinfante, uitgever van wetenschappelijke
werken te 's Gravenhage; J. Blankwaardt, uit
gever van letterkundige werken te Rijswijk
(Z.-H.); W. L. Brusse; uitgever van letter
kundige werken, le Rotterdam; Jos. II. J
Cuypers, bouwkundige te Amsterdam; C. M,
Dcwold, fotografisch kunstenaar le 's Gra
vcnhage; Toon Dupuis, beeldhouwer te
's Gravenhage; Mar-c^llus Emants, letterkun
dige, te 's Gravenhage; A. W. Frenlzen, uit
gever van wetenschappelijke werken, te Lei
den; G. D. Gratema, kunstschilder, directeur
van het Frans Halsmuseum, te Haarlem; K.
Grocsbeek, uitgever van verveelvoudigen
van werken van beeldende kunst, te Amster
dam; A. B. van Holkëma, uitgever van ver
veelvoudigingen van werken van beeldende
kunst, te Amsterdam; mr. F. R. ter Horst,
uitgever van schoolboeken, te Scheveningen;
mr. H. Louis Israels, letterkundige, te Am
sterdam; A. Labouchère, fabrikant van wer
ken van kunstnijverheid te Rijswijk (Z.-H.);
A. D. Lomon Jr., componist, directeur von
het bureau voor muziekauteursrecht, te Am
sterdam; R. G. Mauve, nijverheidskunste-
naar, te Scheveningen; dr. J. Mendes da
Costa, beeldhouwer, te Laren (N.-H.); mr.
E. van der Minne, kunstschilder, te Amster
dam; M. Moulon, uitgever van verveelvoudi
gingen van werken van beeldende kunst, te
's Gravenhage; J. Noordhoff, uitgever van
schoolboeken, ie Groningen; A. A. Noske,
uitgever van muziekwerken, te 'sGraven-
hage; Wouter Nijhoff, uitgever van weten
schappelijke werken, te 's Gravenhage; W.
Perumt, nijverheidskunstenaar, te 's Graven-
ha ge; mr. L. J. Plemp van Duiveland, letter
kundige, hoofdredacteur der Nieuwe Cou
rant, te 's 'Gravcnhage; Herman Robbers,
letterkundige le Sc'noorl; mr. J. G. Robbers
Jr .uitgever van wetenschappelijke werken
ie Amsterdam; Willem E. Roelofs Jr., kunst
schilder, te 's Gravenhage; W. J. Schille-
inans, uitgever van wetenschappelijke wer
ken, te Zutphen; J. C, Tadëma, uitgever van
wetenschappelijke werken, ie Haarlem; H.
D. Tjeonk Willink, uitgever van verveelvou
digingen van werken van beeldende kunst,
te Haarlem; J. G. Veldheer, grafisch kunste
naar. te Bergen (N.-H.); W. Versluys, uitgc-;
ver van schoolboeken, te Amsterdam;
b. lot secretaris nu. J. van Kuyk, advo
caat en procureur, te 's Gravenhage;
c. tot plaatsvervangend secretaris, mr. L.
A. Nijpels, advocaat en procureur, le 's Gra
venhage.
Herhalingsoefeningen zee
militie. De zeemiliciens-vèrlofgangers,
behoorende tot of gelijkgeoefend met de
tweede of derde ploeg van de lichting 1918,
met uitzondering van de kustwachters, zul
len worden opgeroepen voor herhalingsoefe
ningen voor den tijd van vier weken. De op-
voor
Op Binnen- enBuiienland-
Heeft uitgebreid Giro-verkeer.
komst is bepaald, voor de eerste ploeg op
21 April 1920 en voor «le tweede ploeg op
19 Mei 1920. Vóór 1 Februari 1920 kan
aan den minister van marine worden opge-
ven of men voorkeur heeft voor de inde©*
lirtg bij de eerste of bij de tweede ploeg.
Verlofsofficieren en -oner-
officieren. Bii beschikking van den
minister van oorlog is ten aanzien van het
eindigen van verblijf onder de wapenen van
verlofsofficieren en vcrlofsonderofficieren
bepaald dat uiterlijk mot ingang von 31 Dec.
1919 alle veriofsoficieren en verlosonder-
officieren, thans nog onder de wapenen, in
het genot «rn groot verlof moeten worden
gesteld.
Hiervan zijn uiige r.tierd,
le. zij, voor wie bepaaldelijk door hel
departement van ocilog een langer verbluf
onder de wapenen is of wordt toegestaan;
2o. militairen, die dezen ccrste-oefe-
nmgstijd nog niet hebben volbracht (hierbij
dient rekening te worden gehouden met het
gestelde in mint r> en in het voorlaatste lid
van elk der L. O. 1918, B. 175 en 1919, B.
266;
3o. Dienstplichtigen, behoorende tot een
lichtingsdeel dat nog r.iet van groot verlof
in aanmerking is gekomen;
4e. Verlofsofficieren en verlofsoivderoffi-
eieren, als bedoeld in L. 1 1919, B. 196 en
B. 239
5e Verlofsofficieren en verlofsonderoffi
cieren, werkzaam bij het instituut der Mili
taire Buitengewone Komiv.iezen (het verblijf
onder de wapenen van dezen eindigt uiter
lijk op den dag, waarop het detachement o?
bureau waartoe zij behooren, wordt opgehe
ven)
6e. Verlofsofficieren en verlofsonderolfi-
vieron, werkzaam bij de Politielroepen, bii
den grensbevvakingsdii nst en bij den bewa
kingsdienst, van gevangenissen, provooshuL
zen en te Vëenhtiizên.
In bijzondere gevallen kunnen militaire
autoriteiten een voorstel bij het D. v. O. in
dienen, om, bii wijze van gunst, voor een
of meer verlofsofficieren ui verlofsonderof
ficieren het tijdstip van 31 December 191Q
op 31 Januari 1920 te stellen.
Ten aanzien van hen, wier verblijf in wor-
kelijken dienst eerst na 31 December TOTO
eindigt; beslaat geen aanspraak op sleun
of op bijzondere toelage bij huiswaartszen-
ding.
- De Amsterclanische Raad hoeft met in
gang van 1 Januari a.s. tot gemcente-bezui-
nigings-inspecteur benoemd de heer dr. J.
F. v in Oss, löcraar aan de openbare han
delsschool tc Amsterdam.
(7«nsr«n (f?eo j!«' ilnnrle.
Door het Nedculaiidseh Verblijd vm»
Vakverenigingen cn het Nnr. ArLc-Itl- rreta-
"i wordt een de.v-ctb I cc. res I rérv
:.n r" tc Amsterdam.
De Voorzitter., heer Struliuis, /wide in
zijn openingswoord, dnt ond:- vci x NlV-iulfc
pogingen van de arbeiders iu Nedenund, die
arbeiders gedrukt au uuU-i- de dtuirie. t'o-
giiïgou om samen le ririjden u.'gen de duurte
met de 'Ro'piu ch i\. ;iuficn Chrisleljjlie
aiccentrales zijn mislitlu cii.d.ii dig trnirules
niet wilden aaiu .i.inlen de v> ei k-iai.mg. Oidc
met liet Neutraal Vul. vl!k«»c1 hon nlwortlof
Men poogt veelal er schilderachtig uit te
zien en brengt het niet verder dan tot slor
digheid.
f KnKZ.no K
•lift?
Roman door
ANNA "WAHLENBERG.
20
Sliep zij? 2at Sofie naast haar bed? Som
tijds meende Jngo baar te hooren. Maar mis
schien was zij naar haar kamertje gegaan
naast Edits kamer.
Inga overlegde met zichzelve of zij haar
hulp aanbieden zou. Maar zij durfde niet. Zij
zou misschien storen als zij het deed. Toch
kon zij niet weer in slaap komen. Het onna
tuurlijk rochelen en steunen klonk haar nog
in de ooreD. Wat kon er gebeurd zijn?
Toen zij 's morgens aan het ontbijt kwam
Was Edits plaats - onbezet, en iuffrnuw Sofie
vertelde dat zij na.de reis te vermoeid was om
op tc staan. Nu sliep zii. dus was het beter
niet naar haar toe te gaan.
De oude juffrouw keek niets ongerust en
Inga begon te denken dat wat zij 's nachts had
gehoord een zenuwachtige aandoening was
geweest, veroorzaakt door de vermoeienissen
van de spoorreis.
Maar ook aan tafel verscheen Edit niet en
juffrouw Sofic zei dat het beter was dat zij
zich rustig h;eld.
Inga vond het vervelend, niet naar haar toe
te mogen gaan. Maar daar Sofic en Rennsburg
beiden zich niets van deze afzondering sche
nen aan te trekken, begreep zij dat het een ge
woonte van Edit zou zijn om in volstrekte
rust en eenzaamheid herstel van haar krachten
te zoeken.
De namiddag werd aan de boekerij gewijd
en samen maakten zij een i>lan hoe alles te or
denen en te groepeeren. Het was een rustige
arbeid die beider aandacht innam; cn ofschoon
Rennsburg gewichtige zaken op zijn kantoor
had, liet hij die zelfs enkele malen rusten om
naar de bibliotheek te gaan en ie zien hoe de
grond gelegd werd voor het katalogisgeren.
Hij was een boekenworm zooals weinigen, en
wanneer hij verdiept geraakte in een of ander
merkwaardig exemplaar, hield hij daarover
dikwijls een heele redevoering voor zijn jeug
dige bibliothekares.
Deze luisterde dankbaar, en slechts schuch
ter deelde zij de inlichtingen mede, die zij had
te geven, want in zulke oogenblikken was zij
werkelijk onder zijn indruk. Hij werd wel
sprekend wanneer iemand hem bp greep, en de
terughoudendheid, die hem anders eigen was,
week dan geheel van hem. Hij genoot ervan
wanneer hij iemand ontmoette, die zich in
ziin cfee,. y9fl wetensrhaD tehuis gevoelde,
daar hij andors zeer eenzaam leefde en dc
buitenwereld hem niets had aan te bieden.
Inga begon ie begrijpen dat haar eer bewezen
werd als hij zich voor haar uitsprak Hij zou
dit niet voor de- eerste de beste gedaan heb
ben. dnt wist zij door Edit, die vroeger dik
wijls had verteld hoe stil hij in een gezel
schap kon zijn, waarin hij wist rvjet begrepen
te worden. Het lag niet in zijn aard om over
alledaagsehc nietigheden tc praten. Hij móest
ernstig over een zaak gedacht hebben, voor
dat li ij er zich over.uitliet, en dat deed hij in
ieder geval niet, wanneer hij wist dat zijn ge
hoor zijn gcdachtengang niet kon volgen.
De avonduren pingen even snel voorbij, en
toen zij naar haar kamer ging en bezig was
zich tc ontkleeden, hielden haar gedachten zich
nog bezig met hetgeen hij gezegd had' en ook
met hom zolven. Zij bewonderde zijn degelijke
kennis en dc warmte, waarmee hij kon spre
ken over boeken en hun inhoud, over boek
beschouwingen en boekenmensehen. liet was
prettig hem te hooren en met hem te rcdc-
necren. Ilij was zoo ongelijk aan anden
mannen, die zij ontmoet had, een geheel
nieuw type; hij bezat een rijker geestesleven
dan dc mecsten hunner.
Maar tegelijk vermoedde zij dat hem iets
ontbrak, wat bij hen werd gevonden.
Opeens stond zij midden in de kamer stil
en glimlachte in zichzelve. Nu wist zij wat
hem ontbrak.
Niettegenstaande zij haar hart al<* gesloten
en versteend beschouwde, was het niet ontoe
gankelijk voor het gevoel dat iedere jonge
man en iedere jonge vrouw ondervindt, wan
neer zij elkaar ontmoeten en niet door een
natuurlijken afkeer van elkaar worden verwij
derd. Zij willen alles van elkander weten en
indruk- pp elkaar maken. Dat liövoel kan na
eenige oogenblikken verdwijnen. Het kan ook
langer duren, n\a:\r het komt op als een we-
derkeerige natuurdrift; wie gemakkelijk is in
d^n omgang kan er zich niet geheel aan ont
trekken. Maar dit was Arthur Rennsburg in
ieder geval niet. Zij gevoelde liet even sterk
als dat zij dc ééne kleur van de andere kon
onderscheiden. Ofschoon zij liem blijkbaar
miser sympathie dan het tegendeel ervan in
boezemde, wist zij dat hij in haar tegenwoor
digheid niet door rit aantrekkingskracht
bchecrsehl werd. Hij sprak met haar op den
zelfden toon als tegenover een mannclijkcn be
kende.
Deze zekerheid verschafte haar een gevoel
van verlichting. liet zou een goede kameraad
schap tussehen hen worden een ongedwon
genheid in hun omgang, die haar aantrok.
Maar toch gleed er een glimlachje over haar
lippen wanneer zij dacht aan het verschil tus
sehen hem pn andere mannen. Waarom wist
zij zelve niet. iMsschicn wel door dezelfde
vreemde eigenschap om vooral oog. te lieliben
voor het belachelijke, dat iedere onvolkomen
heid mei zich schijnt te brengen?
Toen zij den volgenden morgen binnenkwam
zat Edit er reeds. Haar tint was grauwbleek,
en hoewel zij heel vriendelijk lachte, en Inga
vroolijk ontving, sprak er toch uit hare trek
ken een eigenaardige moeheid.
„Vergeef mij dat ik gister zoo onzichtbaar
was," zei zc. „Ik moest rust houden want ik
was zoo vermoeid dat ik praten noch denken-
kon."
Na het ontbijt en nadat Rennsburg zich
verwijderd had, nam zij Inga's arm en wan
delde met liaar de k<imer rond. Zoo nam zij
eenige beweging, wanneer zij zteh niet sterk
genoeg gevoelde om uit te gaan.
Nada< zij eenige malen dc kamer op en. "neer
geloopen had, ging op de >«»fa zitten ea
verzocht Inga naast haar plaats te iteinen. Inga
had nog een óogehblik tijd voordat zij hui haar
werk in dc centrale bibliotheek moest begin*
Men.
„Er is iets wat ik jt- i»u>m hien eerst had
moeten zéggen," begon Edit, tc i wijl haar ge
laat, dat nu niet meer glimlachte, nog bleekcr
was dan eerst. „Maar het w zoo mocielijk'
om het schriftelijk Ie doen.'
Inga kreeg een voorgevoel van het een of
ander ongeluk. Zij dacht aan het nachtelijk'
bezoek van Sofie in Edits kanjer en wat daar
aan verbonden was. Zou /ij hu hooren wat
geweest was?
„Heb ik je dien nacht gehinderd?" vroeg
Edit.
Ik was wakker," antwoordde Inga rfntwij-
kend, ,,cn toen hoorde ik dat jij het ook was."5
„Natuurlijk, ik wist het."
Zij zweeg een paar seconden, terwijl zij haar
handen onrustig- bewoog, alsof zij niet wist
hoe le beginnen. Toen hief zij echter haar
oogen ernstig en kalm tot Inga op.
„Als kind en heêl jong heb ik geleden aan"
iets als zenuwaanvallen,'' zei ze. „Geen val
lende ziekte, maar met broom en andere medi
cijnen gelukte het hun ze «n bedwang te hou*
den. Ik ben er toen een jaar zoo goed als ge*
heel vrij van geweest en was dat nog, toen
wij samen in het pension woonden. Maar mi if
het teruggekomen."
f Wordt vervolgd).