Gsidersciie Credietvereeniging Amersfcorteche Particuliere Iwafegslenst AMERSFOORTSC.H DAGBLAD „de eemlander" binnenland II Middenstands CredieiW TWEEDE BLAD. Middenstand. ARNHEM. Opgericht 1866. f 10.000.000 - 4.400.000 Verricht alle bankzaken. Wilt ge er van overtuigd wezen dat Uw woning, magazyn of pakini?s des nar.lits goed bewaakt wordt, geeft nog neg heden op als lid. De contributie is zeer laag gesteld terwjjl de automatische controle uiterst doeltreffend werkt- Kantoor: Barchman Wuytierslaan 156. Tel. 399 Amersfoort en Omstreken. LAJGEGRACHT Ho. 4. ÏEIEPHOÖN Ho. 304 Fourneert Cheques opBinnen- enBuitenland Heeft uitgebreid Giro-verkeer. Willem Groenlimzen Msnleitiip Jinp FEUILLETON. De grooée Liefde. 18a Jaargang No. 167 Zaterdag r0 Januari 1920 J De voermannen van de Vrijzinnig-Demo- p-atische partij hebban van hun to*h al Merk in beslag genomen werkkracht altijd gaarne een gedeelte gegeven aan de mid- ïenstendsbeweging. Deze sociale en aanvankelijk van politiek rolkomen gespeende beweging is ontstaan, toen de middenstanders voelden, hoeneer ei) *un twee kanten in den druk kwamen. Van ander op waren het de arbeiders, wier oeco- nomi6che en politieke actie nog al eens schadelijk was of scheen voor den midden- <Iand; van boven af werd de toenemende concentratie van het bank-kapitaal 'en van de industrleele bedrijven, de ter handneming 'door het groot-kapitaal van den detail-ver hoop in warenhuizen de drijfveer voor den middenstand tot organisatie. De middenstand, die zich organiseerde, Aad behoefte aan voorlichting en het waren mannen van Rechts en Links, die die voor lichting pearne gaven. De sociaal-demo cratie alleen bleef ver af staan van de orga nisatie van een groep, die door de Socialis tische theorie ter dood veroordeeld js. maar "die intusschen stevig vooruitgaat. Talma, Rolens en Bos waren direct bereid de nieu we organisatie met kracht bij te staan. Wel is er sinds veel veranderd. Wel is er eene afzonderlijke Roomsch-Katholieke middenstandsorganisatie tot stand gekomen, naar de oorspronkelijke Bond bleef als neu raal verhond bestaan. In godsdienstige en politieke vraagstukken kiest zij geen partij. Juist daardoor was het ook voor de Vrijz.- democratische leiders mogelijk, den midden stand te steunen bij de ontwikkeling en toe passing van zijn oeconomisch program. En zij lieten zfch niet onbetuigd. Dit lag ook geheel in hun lijn. De Vrij zinnig-democratie richt haren arbeid niet op het belang van een enkele groep in de -maatschappij. De harmonische bevordering van da belangen van allen is haar doel en Blieven en het ligt dus voor de hand, dat de middenstnndsbelangen evenzeer haar aandacht trokken als de belangen van de arbeiders en die der kapitalisten. Jaren lang hebben ook onze menschen de middenstandsbeweging gediend en hare or ganisatie mede tot bloei gebracht Intusschen rijst de vraag, of wij daarmee moeten doorgaan. Wat Is er dan veranderd? Officieel niets. Nog altijd is de Middenstandsbond eene economische organisatie, die in de lands- fcn gemeentepolitiek neutraal wil zijn. Nog steeds bedoelt zij alleen de commer- cieele en de sociale belangen der midden standers voor te staan. Dit is trouwens voorwaarde voor eventu ele medewerking van vrijzinnig-democrati sche ziide. Wij hebben het urbi et orbi ver kondigd, dat een vakverbond en dat is de middenstandsorganisatie slechts blijvend [lean bloeien als het politiek en religieus neutraal fs. En als onze leiders aan de orga nisaties der middenstanders hunne adviezen geven, dan hielden zij zorgvuldig alle poli tiek op den achtergrond. Zij waren dit verschuldigd aan de organi satie, die leden van alle politieke kleur orn aat zoowel als aan hun, zoóeven aangeduid, standpunt- De organisatie daarentegen had politieke neutraliteit tot plicht, waar zij zich 'Joor mannen van verschillend politieken huize liet voorlichten en steunen. Welnu: het is de vraag of de midden stands-organisatie zich nog steeds van de zen plicht kwijt. In 1918 toch toen de verkiezingen voor de Tweede Kamer in aantocht waren, begon er onder dè middenstanders eene nieuwe strooming op le komen. De evenredige ver- regemyoordiglng, door de billijkheid ge- fcischt en daarom o.i. terecht ingevoerd, ver toonde direct hare schaduwzijden. Zij Restore Kapitaal Reserves! Dir. JOH. SCHUT. noch in hare ofdeelingsbesturen de mannen] dulden, die els politiek-middenstander den j boer opgaan. Zoolang de middenstandsbond, wiens pro gram in vele opzichten onze sympathie heeft, niet den durf heeft met kracht op te treden tegen die bestuurders, die de vak organisatie, zij het indirect, misbruiken om met het algemeen belang striidige politiek te voeren, zoolang heeft die middenstandsbond geen recht op den bijstanc^ en den steun van vrijzinnig-democraten. maakte het ook voor kleine partijen en groe pen mogelijk een der hunnen naar de Twee de Kamer te zenden en van die mogelijk heid werd druk gebruik gemaakt. Een aantal éénlingen verscheen in de volksvertegen woordiging. Nu hebben de mannen, die begrijpen wat de politiek wel en niet vermag, tegen dit streven onmiddellijk gewaarschuwd. Zij heb ber. er op gewezen, dat een afgevaardigden van een belangen-groep in de Tweede Ka mer der Staten-Generaal machteloos staat, dat hij geenerlei invloed kan uitoefenen op de wetgeving. Zulke afgevaardigden toch, die geen staatkundig beginsel als richtsnoer hebben, weten niet of zij Rechts of links moeten staan, of zij vooruitstrevend-democratisch of wel conservatief moeten stemmen. Alleen bij de misschien eens in de vier jaren voor komende gelegenheid, dat een belang wordt behandeld, waarbij hun groep betrokken is, weten ze, wat hun te doen staat. Maar in de 399 van de 400 zittingen stoot zulk een afgevaardigde door zijn stem telkens een deel van zijn kiezers van zich af. Wij hebben dit voorspeld en het is uitge komen. Ook een aantal middenstanders heeft aan dit^onbekookte en ondoordachte verkiezingsspel meegedaan en zij hebben een middenstander als zoodanig in de Twee de Kamer gebracht. Bij de gemeenteraads verkiezingen hebben zij hetzelfde succes be haald in tal van steden. Hebben zij wel begrepen of begrijpen zij nu wat zij daarmede hebben gedaan? Hebben zij wel gevoeld, dat zij daarmee het vak-verbond van middenstanders in discre- diet zouden brengen, juist bij die mannen, wier steun en voorlichting zij niet kunnen missen Zeker, wij weten het wel. De midden standsbond zelf bleef correct. De bond bleef politiek-neutraal, het hoofdbestuur verzocht zelfs per advertentie den midden standsbond niet te verwarren met de mid denstandspartij, waarmee, naar bet heette, de vakorganisatie niets gemeen had. Er is daarna door den middenstandsbond zelfs eene speciale algemeene vergadering ge houden over dit onderwerp en die vergade ring kwam tot de conclusie, dat de bond neutraal moest blijven. Daarmee was de zaak formeel in orde. Maar ook niet meer dan formeel. Want in het hoofdbestuur van de midden standspartij zit tenminste één lid van het hoofdbestuur van den middenstandsbond en in vele gemeenten verrijzen naast de afdee- j lingen van den bond afdeelingen van de middenstandspartij. I Stel u voorl Er is eene vergadering van de afdeeling van den middenstandsbond. Gij, als vrijzinnig-democraat, ge komt op verzoek van het bestuur in het een of ande re vraagstuk van advies dienen en ge be merkt tot uw genoegen, dat de vergadering van oordeel is, dat de middenstand door uw advies wordt gesterkt. Als de vergade ring gesloten wordt, ontvangt geiden ver- schuldigden dank voor uw steun en ge gaat heen. Even daarna komt ge terug ge hebt uw paraplu vergeten f en ge constateert, dat er eene tweede vergadering in hetzelfde lokaal wordt gehouden. Hoe nu? De voor zitter is dezelfde meneer, die straks den hamer hanteerde, de bestuursleden zijn de zelfde heeren, de leden eveneens. Maar nu staat ge, toevallig, in eene vergadering van de afdeeling van eene politieke partij, waar toe ge niet behoort en die derhalve uwe tegenstander is. Vrage: voelt ge u beetge nomen Ja of neen Hier wordt het zelfde spelletje gespeeld als in de „moderne" arbeiders-organisaties. Ook die heeten neutraal, maar ze zijn over al bijwagens van de sociaal-democratie. Zoo zal de oeconomische vakorganisatie den middenstanders, die wij altijd naar onze beste krachten hebben gesteund, langzaam maar zeker vergroeien tot bijwagen van dc middenstandspartij. Ons blijft de plicht daartegen te waar schuwen èn in het belang van den midden stand zelf èn in het algemeen belang. En in afwachting van de vraag, of de midden standsbond zich niet alleen door een motie of een besluit, maar daadwerkelijk zal los maken van de politieke middenstandsportij, dienen, naar wij meenen, de vrijzinnig-de mocratische voormannen zich voorloopig te onthouden van steun aan dien midden standsbond. Wij zijn te goed om ons te laten foppen door de Janus-taktiek der middenstanders. Is de middenstandsbeweging van plan den weg der politiek te volgen, zij ga haar gang; maar zij verwachte dan van onze zijde geen steun, geen voorlichting, geen mede werking. Zij wordt don ons ondanks onze tegenstandster, die wij hebben te be strijden. In die beweging echter serieus van plan het politieke pad niet te volgen, wil zij inder daad volharden bij haar sociaal program en daarvoor steun vragen bij de verschillende politieke partijen, laat zij dit dan door hare daden toonen. Dan mag zij noch in haar hoofdbestuur Sfafen-Generaal EERSTE KAMER. Staatsbegrooting 1920. Voorloopig Verslag*. Beleid van het Kabinet. In het algemeen bleef het werk der Rcgecring, ook van de zijde van hen, die principieel tegenover haar staan sympathieke beoordeeling vinden. Eenige leden wenschten in hot bijzonder hun waardcering uit te spreken voor de voortvarend heid en ernst, waarmede het Kabinet verschil lende zeer ingrijpende wettelijke maatregelen op sociaal gebied heeft voorbereid, woordoor het den donk heeft verdiend van de gchcelc natie. Buitcnlondsch beleid. Algemeen verheugde men er zich over, dat veel er op wijst, dot de onderhandelingen met België een gunstig ver loop hebben. De Regeering kon er zeker van zijn op den steun van deze Kamer te mogen rekenen, zoo werd betuigd, ook waar het geldt het horstellen van de vroegere goede betrekkin gen met onzen Zuidelijken nabuur. Defensiebeleid. Onderscheidene leden had den groot bezwaar teger\ het gebrek aan beleid der Regeering in zake defensie. Zij laat aan de hoofden der militaire departementen te veel de vrije hond. Bij de motie-Van Embden in zake den afbouw der kruisers verklaarde de Minister van Binnen- landsche Zaken, dot de kruisers pasten in elk systeem en dc motie-Van Embden onaanneme lijk was. De daarop in functie tredende Mihister van Marine verklaarde, dat do kruisers in zijn stel sel niet pasten, welke opvatting ook door den nieuw opgetreden Minister van Koloniën werd gedeeld. Hieruit viel op tc maken, dat de homogeniteit bij het Kabinet op maritiem ge bied ontbrak. Financieel beleid. Het financieel beleid van hel Kabinet lokte van verschillende zijden cri- tiek uitsommigen twijfelden zelfs of hier wel van beleid kon worden gesproken. Ook het beleid van den Minister van Finan ciën kon bij eenige leden weinig instemming vinden. De toestand van onze financiën is naar hot oordeel van vele leden zeer ongunstigde in gediende begrootingen geven, volgens eenigo leden, geen beeld van de werkelijkheid, maar vormen slechts een romp; de reeds bekende uitgaven hfl'd men daarin alle op moeten nemen. Algemeen was men von oordeel?'dat op de uitgaven aanzienlijk kon en behoorde gespaard te worden. Eenige leden merkten daarbij op, dat van ernstigen drang naar bezuiniging van de zijde der Regeering niets werd bespeurd. Eenigo leden vroegen, of de Regeering wel genoeg aandacht schenkt aan de opdrijving van koop- en pachtprijzen van voste goederen en huur van huizen Ook de regeeringspolitiek ten aanzien van den woningbouw werd uitvoerig besproken. Gemecntcfinnnciën. Vele leden meenden, dat deze aangelegenheid, waarbij in reeds al tc el gevallen de credictwaordigheid van een on misbaar bestuursorgaan is aangetast, niet op voldoende wijze is geregeld. De omstandigheden hebben er toe geleid, dat de organieke wetten van 1851 niet meer possen voor de samenstelling der verschillende be stuurscolleges, zoools deze uit het algemeen kiesrecht zijn voortgekomen. Dit legt de Re geering den plicht op maatregelen te beramen ter versterking van de controlemiddelen, welke de wet van 1851 reeds aan het hooger gezag verleent, vooral ten opzichte van de financieele geste der lagere besturen. Deze strengere con trole is noodig in het welbegrepen gemeente belang, maar ook in het belang van het staats budget zelf. Verblijf van den Diritschen keizer. De vraag werd opgeworpen of het niet wcnschelijk moet voor v orden geacht, dat de Regeering in dc huidige omstandigheden den keizer verzocht naar zijn land terug te keeren, to meer waar de Regecring het vorige jaar verklaarde, dat zij zijn vestiging ten onzent ongaarne heeft gezien. Bij de afzonderlijke hoofdstukken weiden door de leden nog tal van opmerkingen gemaakt en vragen gedaan. Uit de P*r? liet proliloom «|©r «tniirCo. In de E c o n o m i s c h-S t a t i s 11- sche Berichten wijdt de heer E. 1 lek drin? een uitvoerige studie aan het pr<v bleem der hooite prijzen, dat sedert enkele jaren over de rele wereld de geesten bezig houdt, zen ier dat de stijging kan worden gestuit. De duurte wordt volgens hem veroorzaakt door T. De ingekrompen productie van Europa. 2. Gebrek aan scheepsruimte. 3. De inflatie van het ruilmiddel. 4. De mentaliteit der menschheid, die door de ruimte van geld aan onnadenkend uitgeven gewend geraakt zich om prijzen minder bekreunt en anderzijds, vooral ten' onzent, en hierin verloochent zich de aard van de Nederlanders niet, voor de goederen overvraagt, zóó, dat men in dc winkels hier vaak bijna evenveel -nilclens als elders shit- lings of francs betaalt." Tusschen deze vier onder élkaar wissel werkende oorzaken, waarvan de eerste de primaire is, vlecht zich de stijging der loo» nen heen. zelve zoowel oorzaak als gevolg; alle te zomen vormen een vicieuse spiraal, waarlangs het duurteproces voortwoekert Hoe kan of zal het gestuit worden Productie. te"geringe productie is het correctief schijnbaar eenvoudigmeer ar beid, leidende tot vermeerdering der voort brenging. Helaas stuit de p rod u c tiem o rg el ij 1; h ei d in Duilschiand en Oostenrijk op het gebrek aan vcrkoeersmiddelen, dat het kolengcbiek verscherpt, en aan krediet, dat aan den invoer ven grondstoffen voor de industrie en van levensmiddelen in den weg staat. In Oost-Europa wordt de voortbrenging verhinderd door den daar hcersch-ndcn chaos. Het is niet aan te nemen, dat de werklust in West-Europa in zijn huidige mentaliteit met aansporing door woorden, maatregelen of steeds honger loon tot meerdere nrnduo tie zal opgewekt kunnen worden. Evenmin als de ontwikkelde klossen in de oorlogvoe rende landen ingezien bobben, dat het uit vechten van den oorlog tot een olgemccno ruine moest" leiden, evenmin Van men van de arbeidende klasse.verwachter dat zii de noodlottige gevolgen van haar ohstrueeren* de houding overzie Forst wanneer in aan tocht zimdrt nood daar is, zal zij de nood zakelijkheid van hard werken begrijpen, waarschijnlijk te laat om de grootste el lende te voorkomen. Slechts door internationale kredietverle ning aan die landen, water neiging tot arbei den begint terug te keeren, doch de indus trie de noodige grondstoffen onder den gun- stigen wisselkoers niet kan invoeren, ware een belangrijke stap tot vermeerdering der product-'e gedaan. Alle pogingen :n die richting hebben lang - Wij zijn niet op de wereld om onze moreele vooroordeelen te luchten. JDfl'EI.ISn Laugestraat - Amersfoort Roman door ANNA WAHLENBEUG. 39 „Ta, ArtlnuT' zei zc plotseling, „alles met elkaar is het de schuld van dat domme voor stel. Je deedt het om Edit?-maar nu, nu bet niet meer noodig is, kunnen wij bet vergelen en doen of bet nooit gebeurd was. Zeg?" Hij fiad haar papieren naar zich toe getrok ken en toefde inet antwoorden terwijl hij de krullen en cijfers bekeek. „Kan jij het vergeten?" vroeg bij eindelijk, terwijl bij langzaam zijn hoofd ophief. jrJu icker, dat kunnen wij beiden, omdat bet v_o>«. Kdif was". „Alleen om haar?" herhaalde hij, met dezolf- de bedachtzame uitdrukking in ziin toon. „"Wie weet of bet alleen om haar was?" Toen moest zij even hardop laclien. „O, Arthur, je behoeft tegenover mij niet ga lant te zijn!" „Galant?" „Ja, zeker was het uit hoffelijkheid dat je dit zei, want als het niet alleen om haar was, had ik het wel in deze maanden ontdekt. Maar het is niet iets voor jou om in dit geval hoffe lijk te zijn". „Hoffelijk", herhaalde hij weder, terwijl.hij ■terugkeerde naar -zijn eerste bezigheid cn dc 'krullen op het papier bekeek. Zil lachte weer, hoewel zachter. „Ieder ander, die in jou plaats was, zou het 'goed afgaan," zei ze. „Ja* het zou een onbe leefdheid .geweest zijn als hij niet hetzelfde ge zegd had als jij nu. Maar voor jou is het wat anders, Arthur, want jij bent de meest op rechte man, dien ik ken. Je behoeft nooit iets te zeggen wat je niet meent". Hij zweeg en keek niet eens op. Het was hem of zij den gek met hem str.k, alsof zij op een vernederenden toon hem buiten den kring der gewone mannen plaatste. En dat krenkte hem. Wat wist zij van zijn inwendig leven, dat zij 't waagde hem tegen te spreken? Er kon zooveel bij iemand gevonden worden, dat niet te doorgronden of te begrijpen was. Maar over zooicts te spreken was belachelijk, daar had zij gelijk in. Met onuitgesproken gedachten kon geen rekening gehouden worden. Inga speelde met het papier, dat hij tot zich getrokken had, vouwde het in plooi na plooi, zoodat de afstand tusschen zijn hand en de hare kleiner werd. „Maar ik dacht dat je op een andere ma nier wat om mij gaf." zei 26» ~0d dezelfde ma nier als ik om jou Geef Wij zijn (och goede vrienden geweest, Arthur?" Hij knikte gretig van ia. „En we waren graag in eikaars gezelschap. Tenminste dat dacht ik; ik was verheugd en dankbaar wanneer ie tijd voor mij hadt. Maar misschien jij niet...?" Hij keek haar even aan en glimlachte. „Ja. zeker," zei hij. „Maar dan... Ach, Arthur, waarom zouden wij door dien dommen inval zooveel in onzen omgang met elkaar laten veranderen? Voor mij, meen ik. Ik praat mezelve voorbij, ik leg je woorden in den monrl, die je noodzaken tot een galant wederwoord, zooals van zooeven. Vergeef mij, hierna zal ik slechts voor mijzelve spreken. En ik heb eigenlijk niets anders tc zeggen dan dat ik zooveel verloren heb, dat ik bang ben nog meer te verliezen". Haar hand kwam dichter bij de zijne en had zoo een oogenblik gelegen, maar nu trok zij die terug, wendde het hoofd om en zweeg, want zij bemerkte dat haar stom onvast werd. „Ik heb nooit geweten wat het -zeggen wil eenvriendin te hebben, voordat ik Edit leerde kennen. Ja, ik heb wel gewone vriendinnen ge had met wie men omgaat, elkaar wederkeerig diensten bewijst, aan wie men brieven schrijft, zulke vriendinnen had ik wel. Maar een vrien din als Edit, een echte vriendin, die mee leeft in smart en vreugde; ik geloof dat het een groot en heerlijk vermogen is van den mensQh iemands echte vriend te kunnen zijn. Het is veel gemakkelijker verliefd te worden; dat kunnen allen. Daartoe behoeft men slechts zijn verbeelding te laten werken, on zich iets voor te stellen, dat men op een voetstuk plaatst en aanbidt. Maar iemands echte vriendin te zijn is hooger en reiner en meer waar. Dat wil zeggen in door te dringen en haar leven tc leven. Dat is in werkelijkheid iemand nader komen. En het is heerlijk en warm en goed om zoo iemand tc hebben, maar verliest men zulk een vriendin, dan word» alles zoo onein dig ledig en duister." „Ja," bevestigde hij zacht. „En ik ben bang. Ik ben zoo eenzaam. Ik zoek naar iemand om mee tc praten en om bij te zijn.. Maar ik vind niemand, wil niet eens iemand nader kom mi, want n'cmand is als zij. die weg is. Niemand rfau iij?" „Ik-?" Hij poogde haar blik op tc die ontweek hem eer t totdat zij k open en stralend aanzag. „Ja, omdat jij ook een waar M 1 zijn; dat voel ik, dat weet ik Tij Kent I. :t ge- 'wéCSt voor je vrouw en voor Edit. l-Y. ik ver lang er naar dat je het ook voor mij wordt. Niet zooals je het voor die twee was zoo ver metel ben ik niet om dit te begecreii. Zeg. Arthur, zou ie hier 's middags niet een uurtje kunnen komen om mij te helpen hij mijn boe ken?" Ilct verzoek waarmee, zij besloot kwam zoo ineens en ongekunsteld dat hij glimlachte. Maar daarna beschouwde hij haar lang en met aandacht. IJij was begonnen te twijfelen of zij eigen lijk voor aichzelvc zoo sprak en niet veel meer voor hem? Misschien had zij Edit beloofd de hand aan hem te houden en wilde zij nu die belofte gestand doen. Maar, in ieder géval, hoe meer hij haar beschouwde, des te inniger en oprechter schenen haar oogeti hem toe. Misschien sprak zij toch ook wel voor haar izelvet Ziin gelaat helderde op. „Nil,'; ££i hij „als je graag hulp bij je boe ken hebt dan kunnen wc vanavond wel be ginnen." En zij begonnen. Zij zaten bii elkaar dc aantcekcningcn na tc gaan en dc boeken te bespreken, totdat het hoog tijd werd voor Inga om h°°n tc gaan. Maar onder de wandeling naar huis bleef zij plotseling midden op bet trottoir stann. F.eni merkwaardige gedachte bad zich van hnar meester gemaakt Toen zii besloot met Arthirt fe spreken, had zij dat gedaan ïu de voste on* derstelling. dat er aan hun verhouding tot eh ander, aangegaan ter wil! van Edit, nu ge' hécl een einde was gekomen. Maar was dat werkelijk zoo? Zij kop zich ni.-t herinneren dat bii haar ziin belofte teruggeven bad. Wa ren zij verloofd of niet? Zij glimlachte intusschen om zich zelve over deze vraag, terwijl zij weer vlug doorliep. IToa kon zij hieraan nog een oogenblik een ge dachte wijden? Dit was immers een kwestie van vorm een formaliteit die niets te beduiden bad... Maar binnen in dc bibliotheek stond dc lomp nog te branden on de tafel Arthur Bennsburg •zat nog met een boek vóór zich en las, oh schoon niet ingespannen, want hij sloeg ma&' zelden de bladen om. Hij dacht aan Inga en aan de gevoelens, dio zij \oor elkaar koesterden. Het had haar ah les zoo helder voor den geest gestaan; bei was vriendschap, beweerde zij. niet anders, en natuurlijk half zij «elijk, tenminste wat haar aanging. Zou zij anders hun overeenkomst met zulk een verontwaardiging hebben afgc* wezen als zij gedaan had? Maar wat hem aan*> ging? Was zij er zoo zeker van dat zij rech4 had wat hem iróf? Daarover zat hij te peinf zen. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 5