I
MommzzrS'z'zz
„DE EEMLANDER"
BUITENLAND
PRIJS M ADVERUHTIÊH
FEUILLETON.
De groote Liefde.
T>-
$L
T8e Jaargang No. 169
per po«< 1 2.<0, pet week (met gratis verzekering
tegen opgclttkke») f 0.17». aiiondetlijke nummert
0.0J.
AMERSFOORTSCH DAGSLA!
HOOFDREDACTEUR: M,. D. J. VAN SCHAARDENBURG
UITGEVERS: VALKHOFF Co
BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL woeir UToecMTtcHGtra.
IN 1 ERCOMM. TELEFOONNUMMER 513
Dinsdag 13 Januari 1920
met inbegrip van ccÜ
bewijsnummer, elke regel meer t 0 20, dicostaanb'c*
dingen 1-5 icgcls 0 50. Voor handel cn bedrijf
bestaan zcci voordceligc bepalingen tot hel herhaald
advertccrcn bij abonnement. LLcnc ciicukatre,
bevattende de voorwaarden. wordt op aanvraag
toegezonden. Bewijsnummers 5 cent.
.III ïïrliantl met den Vrijen Znter-
daeiiildilng moeten Advertenties voor
'jiet Zaterdag-nominer voortnnn utter
ly k Vrydnsoclilend 12 unr ln ons
kezlt, »y«.
^Voorplnaislnu T»n later ontvangen
Advertenties kunnen wij niet in-
itnan.
Familie- en kleine adv. kunnen tot
avonds 1 nnr anngenomen worden.
De Administratie.
Politiek Overzicht
Het ir> werking treden van den vrede
opent blijde en droevige vooruitzichten. Met
de onderfeekening van het protokol der uit
wisseling van de ratificatiebesluiten sloeg
ëenerzijds het uur der bevrijding voor de
Duitsche krijgsgevangenen, die nog bij hon
derdduizenden in Frankrijk worden vastge
houden, maar anderzijds het uur van schei
ding voor de bevolking der gebieden, wel
ker afstand ean Duitschland is opgelegd. De
geest van den oorlog heeft uitgediend. Zal
het nieuwe tijdperk, dat zich opent, ons de
jegeningen van den vrede brengen? Dnt zal
afhangen van den geest, waarin de door een
vijfjarigen oorlog van elkaar vervreemde
volken elkaar tegemoet treden voor den
vredesarbeid, dien zij gezamenlijk hebben te
volbrengen. Hiervoor is van belang de
nieuwjaarsgroet, dien de eerste ministers
van het „Britsche wereldrijk der natiën" ge
zamenlijk tot de burgers hebben gejicht,
welke aldus luidt:
„De oorlog, die de grondslagen van de
beschaving en de orde geschokt heeft, heeft
alle nadenkende mannen er toe gebracht de
grondslagen van het nationale en interna
tionale samenleven te onderzoeken. Het is
nu duidelijk nan den dag gekomen, zoowel
door de beslissing van den oorlog als ook
door de taak een vreedzaam bestaan weder
op te bouwen, dat opvoeding, wetenschap,
diplomatie of economische welvaart, wan
neer zij verbonden ziin met een geloof aan
materieele krachten als de hoogste vorm
van de macht, geen geschikte grondslag
zijn voor den geregelden vooruitgang der
wereld. Deze dingen zijn slechts de werk
tuigen van den geest, die zich ervan be
dient.
Zelfs de hoop, die de wereld thans koes
tert op een vreedzaam samenleven, be
schermd en verder ontwikkeld door den
volkenbond, wordt door iets diepers en meer
principieels bepaald. De samenwerking, die
de volkenbond uitdrukkelijk moet bevorde
ren, zal slechts in zoover zich doen gelden
als de daarin toestemmende volken door
den geest van den goeden wil bezield zijn
De geest van den goeden wil onder de
menschen berust op godsdienstige krachten.
De hoop op eene broederschap, der mensch-
h'eid berust op het godsdienstige moment
van het vaderschap Gods. In de erkenning
van dit vaderschap en van het goddelijke
'doel in de wereldorde de grondgedachte
van de christelijke geloofsboodschap
zullen wij den diepsten grondslag vinden
voor den wederopbouw van een geordend
en harmonisch bestaan voor alle menschen.
Deze erkenning kan niet door een regee-
ringsbesluit opgelegd worden. Zij kan
slechts voortkomen uit een daad van zelf
bepaling van de zijde der individueele men
schen in alle werelddeelen.
In onze hoedanigheid als verantwoorde
lijke. leiders, die voor hun deel het Britsche
veieldrijk hebben te besturen op het oogen-
blik waarop het de vraagstukken der toe
komst ter hand moet nemen, gelooven wij,
'dat in de aanneming van deze godsdienstige
beginselen de vaste grondslag voor den
wereldvrede is te vinden. Wij willen daarom;
onzen medeburgers de noodzakelijkheid op
het hart drukken, dat de mannen, die van
goeden wille zijn en die thans overal hunne
persoonlijke ^verantwoordelijkheid ten aan
zien van den wederopbouw der beschaving
onderzoeken, ook de èeuwige geldigheid en
waarheid van deze godsdienstige krachten,
die inderdaad de eenige hoop voor een
duurzame vestiging van den wereldvrede is,
in aanmerking zullen nemen."
Deze nieuwjaarsgroet is, behalve door
de eerste ministers Lloyd George (Groot-
Brittannie en Ierland), Botha (Zuid-\frika),
Borden (Canada), Hughes (Australië), Squi
res (New-Four.dland), Massey (Nieuw-Zee-
land), onderteekend door lord Bryce, den
bekenden diplomaat, die lang de Britsche
vertegenwoordiger te Washington is ge
weest. Uit het feit, dat de naam van den
overleden Botha onder het stuk voorkomt,
blijkt, dat het reeds vrij geruimen tijd gele
den is opgesteld. Dat doet echter aan de
waarde er van niets af.
In den strijd over de ratificatie van het
verdrag van Versailles door de Vereenigde
Staten is een nieuw incident voorgekomen.
President Wilson heeft een brief geschre
ven aan het democratische nationale co
mité, dat de presidentsverkiezing in No
vember van dit jaar moet voorbereiden.
Daarin wordt voorgesteld de vraag der aan
sluiting bij den volkenbond te maken toJt
een programpunt bij deze verkiezing. Wilson
ziet daarin het middel om den wil van het
Amerikaansche volk betreffende den volken
bond te bepalen.
Wilson heeft met dit denkbeeld strijd uitge
lokt in den boezem van zijne eigen partij. Als
zijn bestrijder is opgetreden Bryan, die twee
malen candidaat voor het presidentschap is
geweest en als staatssecretaris den gewich-
tigsten post in de Amerikaansche regeering
heeft vervuld. De senator' Underwood heeft
verklaard, dat hij zich door dit denkbeeld
niet zal laten weerhouden om met zijne po
gingen tot het tot stand brengen van een
compromis over het verdrag voort te gaan.
Waar zulke mannen in de eigen partij zich
er tegen verzetten, mag men aannemen dat
Wilson er niet in zal slagen zonder zworen
strijd ziin denkbeeld te doen aannemen.
Maar zal dit hem gelukken? Er is reden om
die vraag te stellen in verband ook met Wil
son's gezondheidstoestand. De correspon
dent van de Petit Parisien te Washington
maakt onder het opschrift: „Het treurspel
van het Witte huis" een vergelijking tusschen
den Wilson van voorheei* en van thans; hij
zegt daarin:
„Er is een dag geweest, waarop een man
in zijne gedachten den trots van het geheele
volk heeft uitgedrukt. Op dien dag klopten
honderd millioen harten met het zijne
samen en een golf van geestdrift ging over
het gansche land, die haren invloed ook
aan de andere zijde van den oceaan deed
gelden. Op dien dag was de naam van dezen
man op de lippen van allen, die zijne taal
spreken, en op de lippen van millioenen, die
zijne taal niet spreken. Op dien dag had de
piesident der Vereenigde Staten in de be
schaafde wereld niet alleen vrienden maar
fanatiek hem toegedane aanhangers. Heden
is deze man van de wereld der levenden
gescheiden. Zijn vriend kolonel House heeft
den drempel van het Witte huis sedert zijne
terugkomst uit Europa niet meer overschre
den. Hij moet gezworen hebben hem nooit
weer te betreden. Slechts twee personen
huiten zijne naaste familie zijn in zijne zie
kenkamer gekomen: de republikeinsche se
nator Fall en de democratische senator en
verdediger van den president Hitchcock.
Senator Fall heeft hem bekeken met de
aandacht, die een politieker wijdt aan zijn
tegenstander op wiens val hij rekent. Hij
bericht, dat gedurende het gansche gesprek
de zieke, die tot aan de kin onder de dekens
was, geen beweging heeft gemaakt, zoomin
met de armen als met de beeMen. Slechts
zijn mond sprak nog altijd met gemak woor
den. die nog steeds heldere gedachten uit
drukten. Op het oogenblik van het afscheid
reikte hij de linkerhand.
Wat zullen de gedachten zijn van dezen
man in de stille ziekenkamer? Ziet hij slechts
een boos toeval of een noodlot in de ziekte,
die hem juist op het oogenblik heeft aange
tast toen hij zich tot het uiterste moest in
spannen? Koestert hij de hoop, dat hij nog
altijd het vertrouwen der wereld bezit en
dat hij, als hij maar eerst weer gezond zal
zijn, zijne plaats zal innemen aan de zijde
van de groote leidslieden van zijn volk, aan
de zijde van Washington en Lincoln, en dat
hij zijne manier om de wereld te beschou
wen toch nog aan zijn land en aan alle
menschen zal opdringen?"
Dit geeft den indruk, dat Wilson, in plaats
van een nieuwen strijd aan te binden, eer
der er aan zou moeten denken zijne plaats
voor een ander in te ruimen.
PniteDlandschc Berlchtu
P a r ij s, 12 Jan. (R.) Von Lersner heeft
in een persgesprek de hoop uitgedrukt, dat
de Entente Duitschland zou helpen in het
werk om blijmoedig de uit het verdrag
voort-vloeiende verplichtingen te volbren
gen, omdat de economische voorspoed, in
zonderheid van Frankrijk voor een groot
deel afhangt von Duitschland's economisch
herstel. Hif drukt de geallieerden op het
hart, niet naar de letter aan te dringen op
de uitlevering van de beweerde oorlogsmis
dadigers. omdat»dit de ernstigste gevolgen
zou hebben niet alleen voor Duitschland,
maar voor den vrede van Europa.
Washington, 12J a n. (R.) De Ver
eenigde Staten hebben Duitschland, in ver
band met de uitwisseling van de ratifica-
tiën, kennis gegeven, dat de voorwaarden
van den wapenstilstand nog de betrekkingen
tusschen de Vereenigde Staten en Duitsch
land behecrschen.
P a r ij s, 1 1 J a n. (N. T A. Draadloos
van Lyon). De Uitvoerende Raad van den
Volkenbond zal eerstdaags zijne eerste zit
ting houden, daar het vredesverdrag aan den
Bond geen langer uitstel toestaat dan 15
dagen, te rekenen vanaf 't oogenblik der in
werkingtreding, teneinde de administratieve
commissiën samen te stellen voor Dantzig
en het Saaibekken. Ingevolge het verdrag
wordt deze Raad samengesteld uit negen
leden, vertegenwoordigers der vijf groote
mogendheden (Engeland, Frankrijk, de V.
St., Italië en Japan), alsmede voor gedele
geerden der staten van den tweeden rang;
de landen, belast met het aanwijzen der vier
laatste gedelegeerden, moeten eerlang wor
den aangewezen door de algemeene verga
dering van den Bond, doch de vredescon
ferentie liet voor de eerste zitting van den
Raad aan deze benoemingen van gedele
geerden voorafgaan de keuze van vertegen
woordigers van twee kleine geallieerde en
twee neutrale staten. Léon Bourgeois zal
Frankrijk, Lord Curzon Engeland vertegen
woordigen. De Belgische gedelegeerde zal
zijn prof. Lafontaine, die van Griekenland
Politis. Italië had eerst aangewezen Tittoni,
maar diens gezondheidstoestand maakt het
onmogelijk de benoeming te aanvaarden.
B e r 1 ii n, 12 Jan. (W. B.). Tot zaakge
lastigden alhier zijn benoemd Kilmarnock
voor Engeland, Mardlle, oud-cónsul-gene-
raal te Genua, voor Frankrijk en graaf Cel-
deovan di Varespotti voor Italië. De vol
machten zijn reeds te Berlijn aangekomen.
Duitsche vertegenwoordigers in de Entente-
landen zijn nog niet benoemd. Hun benoe
ming is echter weldra te wachten.
Londen, 12 Jan. (R.) Lord Kilmar-
noch, die als diplomatiek vertegenwoordiger
in Berlijn zal optreden, is heden morgen
naar Duitschland vertrokken om zijne taak
op te vatten.
Berlijn, 1 2 J a n. (W. B.) De Pruisische
staatsbegrooting heeft aan de tengevolge
van het staatsverband uittredende burgers
een oproep gericht, waarin wordt gezegd
Dc aan het Duitsche volk opgedrongen
vrede von Versailles treft Pruisen bijzonder
zwaar. Gebieden met kernduitsche bevol
king, die in eeuwenlange saamhoorigheid
met Pruisen zijn lot gedeeld en aan den
roemvollen opbloei deelgenomen hebben,
die het door zorgvuldig bestuur onder aan
wending der finnncieele krachten van den
geheelen staat op een hoogen trap van
economischen bloei en menschelijke cul
tuur gebracht heeft, moet het prijs geven.
De band van de staatsgemeenschap wordt
nu losgemaakt. Den band van de gemeen
schap des geestes en des harten kan geen
.piacht van deze aarde losmaken. De ge
meenschappelijke arbeid van cultuur en
economisch leven, die in eeuwen is verkre
gen, kan door geen uiterlijke macht dezer
aarde verwoest worden. Wij beloven u
trouw. Het recht van zelfbestuur, dat de
grondslag van den vrede zou worden, is u
onthouden. Met de rijksregeering stelt ook
de Pruisische regeering hare hoop hierop,
dat deze natuurlijke fundamerrteele rechten
Ivan iederem vrijen mensch zich met den
tijd moeten doorzetten. In dezen zin geldt
ook voor u het woord Steeds er aan den
ken, nooit er van spreken.
Brussel, 11 Jan. (N. T. A. Draadloos
van Lyon). Volgens de dagbladen hebben de
besprekingen tusschen Loucheur en Jaspar
tot resultaat gehad, dat België zich verbindt
Frankrijk per kwartaal 500,000 ton steen
kool te leveren.
Gent, 12 Jan. (1L-R.) De sluisknechts
zijn in staking gegaan, hetgeen moeielijhhe-
den teweegbrengt in de scheepvaartbewe
ging.
Antwerpen, 12 Jon. (H.-R.) De di
recteuren van de dagbladen hebben beslo
ten von morgen af een tweetalig blad te doen
vei schijnen, onder den titel La Presse d'An-
vers.
B er 1 ij n, 12 Jan- (W. B). De Pruisische
regeering heeft de volgende verordening af
gekondigd Nadat de rijkspresident door de
verordening van 11 Jan. 1020 op grond van
art. 48 afd. 2 van de rijksgrondwet voor de
regeeringsdistricten Dusseldorf, Ahrens-
berg. Munster, Minden de noodige maatre
gelen genomen heeft voor het herstel van
de openbare veiligheid en orde, wordt de
staat van beleg, die op grond van de wet
von 4 Juli 1851 afgekondigd was, voorzoo-
vér deze binnen deze districten nog van
kracht is, opgeheven.
Essen, 12 Jan. (W. B.). De directie
Essen heeft den volgenden oproep gericht
tot het personeel in dat districtOp grond
van de verordening van den rijkspresident
van 11 Jan. 1920 en de op grond daarvan
uitgegeven verordening van den militairen
bevelhebber in de regeeringsdistricten Dus
seldorf, Ahrensberg, Munster en Minden
van denzelfden dag, wordt het volgende be
kend gemaakt: le. Allen aangestelden
wordt last gegeven zich van onbevoegde in
menging in het bedrijf en verkeer van den
spoorweg te onthouden. 2e. De dienst moet
op alle plaatsen hervat worden. 3e. Aange
stelden, die hun werk niet uiterlijk. Woens-
dagpochtend op de gebruikelijke wijze her
vatten, hebben op grond van 21 der dienst-"
orders voor arbeiders van de Pruisisch-Hes-.
sische staatsspoorwegen zich als ontslagen
hesohouwen.
Dusseldorf, T2 Jan. (W. B.). De
spoorwegdirectie heeft aan oHé bureaux in
het district telegrafisch medegedeeld, dof!
bespreking over de loonkwestic te Berlijnt
voor het district Blberfeld tot eci*
overceivkomst geleid hebben volgons weU-
kc het hoogste arbeidersloon voor Eiber;
feld zelf op 3 50 Mark per uur bepauld
wordt, voor eenige andere opgesomde
plaatsen op 3.30 Mark per uur, enz. enz
De directie spreekt de verwachting uit.
deze toezegging, die aan de eischen der ar»
beiders geheel tegemoet komen, hen zul
len bewegen geen dag langer te blijven sta.
ken, omdat het vervoer van de terugkeereiv
dc krijgsgevangenen en dat van de Enten-
te-troepen naar de plebisciet gebieden var,
het spoorwegverkeer zeer hooge eiscl>en znj
stellen.
Dusseldorf, 12 Jan. (W. B.). In de
sfr&kmg is geen verandering gekomen. Inge
volge een besluit von don militairen bevel
hebber, zijn de kroegen, bioscopen, café's en
concertlokalen gesloten. Deze maatregel wa?
noodig, omdat allen onder déze voorftaaTdtt
de stakingsleiding kolen levert. De stakings»
leiding eischte verder ook, dat de fabrieken
geen electrischen stro.om meer krijgen,
waardoor meer dan 10.000 arbeiders, die
tot op het oogenblik weliswaar slechts zes.
uur per dag werkten,* bre Jeloos worden.
Verzachtingen konden niet vorkregen wor
den.
Beuthen, 12 Jan. (\V. B.). De toestand
bij de staking der Opper Silezischc spoor
wegarbeiders heeft zirh, wat het slation.
Wensntr betreft, iets verbeterd, zoodat uit
Ratibor weer eenige goederentreinen kon
den vertrekken.
Het goederenverkeer wordt gaande gehou
den, evenals het personen-verkeer. Ook de
rangeerdienst is niet gestoord. De voor
naamste haard der stakingsbeweging ligt in
het district Beuthen. Vantncrg-en zijn le Beu
then en Gleiwitz vergaderingen van spoor
wegarbeiders gehouden.
B e r 1 ij n, 11 Jan. (\V. B.). De Centrale
bond van beambten in het verzekeringsbe
drijf deelt het volgende mede
Daar het doel van de staking, n.l. de werk*
gevers tot onderhandelingen te bewegen, be
reikt is, heeft de bond besloten de staking
op te heffen. Het werk wordt Maandag„we<?ï
hervat.
B e r 1 ij n, 12 Ja n. (W. B.). De minister
voor Levensmiddelenvoorziening, Sohmidt
gaf gisteren in een groote vergadering der
Berlijnsche meerderheidssocialisten een uit
voerig verslag van den levensmiddelentoe
stand. Naar de Vorwürts mededeelt, veroor
deelde hij scherp den achtedurtgang in da
levensmiddelenvocrzienirig. Deze wordt niet
gemotiveerd, wcnr.eèr" men rekening houdt
met dc in het rijk aanwezige voorraden, er.
wordt veeleer veroorzaakt dóór onregelma
tigheden in de levering. Dc minister verze
kerde, dat Duitschland de 1 c ven smid elencri-
sis te boven zal komen, wanneer er zich
geen geweldadige stc-ringen voordoen.
Essen, 12 Jan. (VC. B.) Het riiksmf»
nisteric van volkshuisvesting heeft de prijs»
verhooging, waartoe de rijksijzerbond heeft
besloten, goedgekeurd, met uitzondering
van dc bijslagen tot aflossing van de- cre-
dieten voor het betrekken van erts uit het
buitenland. Deze vioag blijit nog open vooi
bijzondere bespiekingen.
De prijsverhoogingen ziin thans vooi
haematil- en armes-siaaiijzei/547, voor ruw
gietijzer 410, voor Siegerlcinder staal- en
Spicgelijzer' 151 mark. De van 8 Januari al
geldende prijzen zijn dus voor haemaiit
1780, voor ruw gietijzer 1324.50, voor Sie-
gerlander staalijzer 977 mark, voor spindel-
ijzer 10 12 pet. 1047 rr
Ber.lijn, 12 Jan. (v B.) Y l3 1.
Pari. Nachr. heeft de prcs.-rint van Oost-
Pruisen, Wiijnig, die in Pommeren tot lid
der Nat. Verg. was gekozeiv ziin mandaa1
neergelegd.
Niet alleen maakt de maatschappij de
menschen, maar evenzeer maken de men
schen de maatschappij.
Roman door
ANNA "WAHLENBERG.
„Liefste Inga!'' schreef hij.
/Ja, liet was waar, het stond er)
„Kom bij mij! Ik ben ziek en verlang naar
je. Ik kon liet niet langer in Peru uithouden,
,waar ik de laatste drie jaar woonde, en terwijl
hët mij.\ooi het overige goed ging, werd mijn
gezondheid ondermijnd door het klimaat en
had ik geen rust door mijn verlangen naar jou.
jKom bij mij! Je Kunt een zieke zijn innige -en
Nederige smeekbede niet weigeren. Ik ben den
dood nabij geweest, Inga, ik ben er misschien
Aog niet ver van al. Ik kan niet meer schrij
ven. Ivom bij mijf Als je niet komt, kan ik niet
^ter w orden 1
Ondanks alles je MagnusJ3
Ons hij geloofde een brug tc kunnen slaan
over al de verloopen jaren, de jaren van smart
?n bekommering. Hij geloofde dat zij bier op
hem had zitten wachten, rustig en geduldig,
|p te komen als bij haar wenkte.
^2ij zat* fcem dnideliik vóór zicli. Het
opgestreken van bet breede voorhoofd, den
.warmen en blijden opslag van zijn donkere
oogen, de besliste lijnen van zijn mond. Ilij was
haar zoo nabij, hij stond zoo levendig vóór
haar alsof zij hem gisteren gezien had, en
toch moest zij denken aan den oceaan, die zoo
lang tusschen hen had gelegen. Lag die nog
niet tusschen hen? Of zouden de heide oevers
ervan elkander naderen, zoodat zij bem kon
bereiken?
Werktuigelijk begon zij weer met jhare aan-
teekeningen en maakte de boeken in orde om
ze weer in de kasten te zetten. En eerst toen
zij een van de boeken miste, herinnerde zij zich
dat Arthur in haar nabijheid was. Hij zat in
het boek te bladeren.
YWil je reeds heengaan?" vroeg hij.
„Ja, ik moet wel, er is iemand ziek."
„Waar je vanavond nog heengaat?
„Necn, vanavond niet."
Maar terwijl zij dit zei, begreep zij hoe op
vallend het moest zijn dat -zij nu reeds weg
moest en haar- ziekenbezoek took dezen avond
niet zou maken. Zij wist eigenlijk zelve niet
v aarom ze niet kon blijven, maar gevoelde al
leen dat bet haar onmogelijk was.
Met een enkel woord tot opheldering van
haar gedrag zette zij haar boeken op hun
plaats, borg de aanteekeningen op en zei goe
denavond.
Maar toen zij naar de deur ging, voelde zij
dat de vragende en verwonderde oogen van
Arthur baar volgden en zij kreeg gewetens
wroeging. Zij zelve bad bem gebeden haar
vriend te willen zijn, en nu zou baar ver
knochtheid aan hem niet groot genoeg zijn om
bem in te wijden in een gebeurtenis, die nog
pas zoo diep ingegrepen bad of die wellicht,
nog IngriipeD zou b* baar lewn,
Zij ging terug, nam den brief en legde hem
vóór liem neer.
„Lees, als je wilt."
En terwijl bij las, bleef zij naast hem staan
wachten. Ilij ook moest den brief nogeens over
lezen om den inhoud te begrijpen. Maar ein
delijk gaf hij hem haar terug en stond meteen
op.
„Dank," zei hij „nu begrijp ik."
En toen zij weer naar de hal ging, liep hij
zwijgend met haar mee.
„Dus morgen ga je naar hem toe?" vroeg
hij, toen haar hand op den knop van de bui
tendeur lag.
„Ja, hij is immers ziekl"
Nadat de deur achter haar gesloten was,
ging hij naar zijn kamer, maar bedacht zich en
ging in het sïtlon voor een der vensters staan.
Van daar uit kon hij haar langs het trottoir
zien voorbijgaan, zonder dat zij er erg in had.
Ilij wilde zien of haar gelaat veranderd was;
misschien straalde het geluk haar uit de
oogen
Daar kwam zij.
Bij het schijnsel van de lantaarn zag hij
haar. Zij hield het hoofd opgeheven en zag
vóór zich uit met wijdgeopende oogen. Zij
zag ermee heen over al de menschen, die zij
ontmoette. Zij schenen niets te zien van "de
buitenwereld, die vóór haar lag en welke beel
den izij in zichzelve zag, dat was haar geheim-
Maar haar oogen straalden niet van geluk
Dit schonk bem een groote verluchting. Het
was een ondragelijk zware beklemming ge
weest, die bem zoo pas in haar macht had>
Y Sfa
KUL
Öo Hetzelfde uur In den middag waaroi> zij
gewoon was in de bibliotheek te zijn, bevond
zij zicli den volgenden dag in liet ziekenhuis.
Een knappe verpleegster in een blauw ka
toenen japon en met een koket, wit mutsje op,
wees haar den weg door dc lange gangen
met de liooge paneelen en de vele deuren. Bij
de laatste bleef zij staan en tikte.
„Binnen," werd er terstond door een vrou
welijke stem geroepen en dadelijk daarna be
vond Inga zich in een groot, goed gemeubi
leerd vertrek met een hoog scherm vóór hel
bed, zoodat zij niet zag wie er achter rustic.
Plecgzuscr, nommer 2, boog zich over het
hoofdeinde van het bed, bezig met een ijSblaas,
maar in liet volgende oogenblik kwam zij naar
Inga toe, met een vriende'lijkcn lach op haar
aangenaam, blijmoedig gezicht.
„Meneer Höök is heel ziek geweest," fcci zij
op gedempten toon, „Gisteravond had' hij
weer een uitstorting van bloed, hoewel heel
onbeduidend. Hij had zich wat te veel ver
moeid met het schrijven van een brief. Hij
moet erg voorzichtig zijn; maar de dokters
geven alle hoop dat hij hei sielieti zal, wanneer
cr niets bijkomt."
Dit was bedoeld als een waarschuwing voor
dc bezoekster, en toen dc zuster zich verwij
derde, ging Inga met behoedzame schreden
naar het bed. Het scherm verborg hem nu
niet meer; hij lag daar vóór haar. Maar z.ij
wist niet recht of zij bem herkende of niet
3Vat zij zag waren een paar donkere, schit
terende oogen, die hij tot haar opsloeg. Overi
gens lag hij zöo dat hij zicli niet kon bewegen.
Maar uit zijn oogen straalde blijdschap en nu
opende hij zijn lippen.
„Inga, lieve Inga!" fluisterde hij.
En toen zij naast zijn bed plaats nam. zocht
zijn hond de ii3re. Zii gaf heï£ die als begroe
ting en bij hield haar hn.i <.(l i -ar
zijn borst, tegen zijn hart. 1) ;-r nu /i lig
gen. Zoodra /ij een beweging ma orr. haat
terug te trekken, drukte.hij die vaster tegen
zich aan, zoodat zii r liggen, bleef. 7,ij poogde
niet meer haar te bevrijden, wmit v ie weigert
zoo iets een ernstige-u zieke De or de ir. a li
ning van liet schrijven aan haar, had hij oen
bloeduitstorting gekregen.
Zij spraken dien avond niet veel. Mij lag
stil, met een glimlach-op zijn gelaat. Het was
of nu alles weer in orde v. a nu ze naast hem
zat en haar hand op zijn hart lag. Niets was nU
meer tusschen hen.
„Nu word ik spoedig bete» /ei hij zacht et
met een pauze tusschen ietk r woord, „Over ecii
week sta ik weer op en over veertien dagca
verlaat ik het ziekenhuis.'"
En zij knikte en glimlachte terug. Wat kon
zij anders doen dan toestemmen? En toen z»i,
opstpnd om afscheid tc nemen cn hij haar,
niet met woorden maar met zijn branden da
oogen en den druk Aan zijn .door dc koorts
vei hitte hand vroeg iederen avond tc komen#
wat kon z.ij toen,anders doen dan het beloven?
Maar toen zij eenige minuten later op de
"straat liep, huiverde zij cn begreep dat he?
niet von den kouden avondwind, was, maar dat
liet zijn oorzaak had in de knellênde onrust, die
haar een gevoel van ziek zijn gaf. Zij moesf
orde brengen in deze indrukken, zij moest het
althans beproeven.
Wat gevoelde zij nU voor Magnus?,
(Wordt vervolgd).