I MommzzrS'z'zz „DE EEMLANDER" BUITENLAND PRIJS M ADVERUHTIÊH FEUILLETON. De groote Liefde. T>- $L T8e Jaargang No. 169 per po«< 1 2.<0, pet week (met gratis verzekering tegen opgclttkke») f 0.17». aiiondetlijke nummert 0.0J. AMERSFOORTSCH DAGSLA! HOOFDREDACTEUR: M,. D. J. VAN SCHAARDENBURG UITGEVERS: VALKHOFF Co BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL woeir UToecMTtcHGtra. IN 1 ERCOMM. TELEFOONNUMMER 513 Dinsdag 13 Januari 1920 met inbegrip van ccÜ bewijsnummer, elke regel meer t 0 20, dicostaanb'c* dingen 1-5 icgcls 0 50. Voor handel cn bedrijf bestaan zcci voordceligc bepalingen tot hel herhaald advertccrcn bij abonnement. LLcnc ciicukatre, bevattende de voorwaarden. wordt op aanvraag toegezonden. Bewijsnummers 5 cent. .III ïïrliantl met den Vrijen Znter- daeiiildilng moeten Advertenties voor 'jiet Zaterdag-nominer voortnnn utter ly k Vrydnsoclilend 12 unr ln ons kezlt, »y«. ^Voorplnaislnu T»n later ontvangen Advertenties kunnen wij niet in- itnan. Familie- en kleine adv. kunnen tot avonds 1 nnr anngenomen worden. De Administratie. Politiek Overzicht Het ir> werking treden van den vrede opent blijde en droevige vooruitzichten. Met de onderfeekening van het protokol der uit wisseling van de ratificatiebesluiten sloeg ëenerzijds het uur der bevrijding voor de Duitsche krijgsgevangenen, die nog bij hon derdduizenden in Frankrijk worden vastge houden, maar anderzijds het uur van schei ding voor de bevolking der gebieden, wel ker afstand ean Duitschland is opgelegd. De geest van den oorlog heeft uitgediend. Zal het nieuwe tijdperk, dat zich opent, ons de jegeningen van den vrede brengen? Dnt zal afhangen van den geest, waarin de door een vijfjarigen oorlog van elkaar vervreemde volken elkaar tegemoet treden voor den vredesarbeid, dien zij gezamenlijk hebben te volbrengen. Hiervoor is van belang de nieuwjaarsgroet, dien de eerste ministers van het „Britsche wereldrijk der natiën" ge zamenlijk tot de burgers hebben gejicht, welke aldus luidt: „De oorlog, die de grondslagen van de beschaving en de orde geschokt heeft, heeft alle nadenkende mannen er toe gebracht de grondslagen van het nationale en interna tionale samenleven te onderzoeken. Het is nu duidelijk nan den dag gekomen, zoowel door de beslissing van den oorlog als ook door de taak een vreedzaam bestaan weder op te bouwen, dat opvoeding, wetenschap, diplomatie of economische welvaart, wan neer zij verbonden ziin met een geloof aan materieele krachten als de hoogste vorm van de macht, geen geschikte grondslag zijn voor den geregelden vooruitgang der wereld. Deze dingen zijn slechts de werk tuigen van den geest, die zich ervan be dient. Zelfs de hoop, die de wereld thans koes tert op een vreedzaam samenleven, be schermd en verder ontwikkeld door den volkenbond, wordt door iets diepers en meer principieels bepaald. De samenwerking, die de volkenbond uitdrukkelijk moet bevorde ren, zal slechts in zoover zich doen gelden als de daarin toestemmende volken door den geest van den goeden wil bezield zijn De geest van den goeden wil onder de menschen berust op godsdienstige krachten. De hoop op eene broederschap, der mensch- h'eid berust op het godsdienstige moment van het vaderschap Gods. In de erkenning van dit vaderschap en van het goddelijke 'doel in de wereldorde de grondgedachte van de christelijke geloofsboodschap zullen wij den diepsten grondslag vinden voor den wederopbouw van een geordend en harmonisch bestaan voor alle menschen. Deze erkenning kan niet door een regee- ringsbesluit opgelegd worden. Zij kan slechts voortkomen uit een daad van zelf bepaling van de zijde der individueele men schen in alle werelddeelen. In onze hoedanigheid als verantwoorde lijke. leiders, die voor hun deel het Britsche veieldrijk hebben te besturen op het oogen- blik waarop het de vraagstukken der toe komst ter hand moet nemen, gelooven wij, 'dat in de aanneming van deze godsdienstige beginselen de vaste grondslag voor den wereldvrede is te vinden. Wij willen daarom; onzen medeburgers de noodzakelijkheid op het hart drukken, dat de mannen, die van goeden wille zijn en die thans overal hunne persoonlijke ^verantwoordelijkheid ten aan zien van den wederopbouw der beschaving onderzoeken, ook de èeuwige geldigheid en waarheid van deze godsdienstige krachten, die inderdaad de eenige hoop voor een duurzame vestiging van den wereldvrede is, in aanmerking zullen nemen." Deze nieuwjaarsgroet is, behalve door de eerste ministers Lloyd George (Groot- Brittannie en Ierland), Botha (Zuid-\frika), Borden (Canada), Hughes (Australië), Squi res (New-Four.dland), Massey (Nieuw-Zee- land), onderteekend door lord Bryce, den bekenden diplomaat, die lang de Britsche vertegenwoordiger te Washington is ge weest. Uit het feit, dat de naam van den overleden Botha onder het stuk voorkomt, blijkt, dat het reeds vrij geruimen tijd gele den is opgesteld. Dat doet echter aan de waarde er van niets af. In den strijd over de ratificatie van het verdrag van Versailles door de Vereenigde Staten is een nieuw incident voorgekomen. President Wilson heeft een brief geschre ven aan het democratische nationale co mité, dat de presidentsverkiezing in No vember van dit jaar moet voorbereiden. Daarin wordt voorgesteld de vraag der aan sluiting bij den volkenbond te maken toJt een programpunt bij deze verkiezing. Wilson ziet daarin het middel om den wil van het Amerikaansche volk betreffende den volken bond te bepalen. Wilson heeft met dit denkbeeld strijd uitge lokt in den boezem van zijne eigen partij. Als zijn bestrijder is opgetreden Bryan, die twee malen candidaat voor het presidentschap is geweest en als staatssecretaris den gewich- tigsten post in de Amerikaansche regeering heeft vervuld. De senator' Underwood heeft verklaard, dat hij zich door dit denkbeeld niet zal laten weerhouden om met zijne po gingen tot het tot stand brengen van een compromis over het verdrag voort te gaan. Waar zulke mannen in de eigen partij zich er tegen verzetten, mag men aannemen dat Wilson er niet in zal slagen zonder zworen strijd ziin denkbeeld te doen aannemen. Maar zal dit hem gelukken? Er is reden om die vraag te stellen in verband ook met Wil son's gezondheidstoestand. De correspon dent van de Petit Parisien te Washington maakt onder het opschrift: „Het treurspel van het Witte huis" een vergelijking tusschen den Wilson van voorheei* en van thans; hij zegt daarin: „Er is een dag geweest, waarop een man in zijne gedachten den trots van het geheele volk heeft uitgedrukt. Op dien dag klopten honderd millioen harten met het zijne samen en een golf van geestdrift ging over het gansche land, die haren invloed ook aan de andere zijde van den oceaan deed gelden. Op dien dag was de naam van dezen man op de lippen van allen, die zijne taal spreken, en op de lippen van millioenen, die zijne taal niet spreken. Op dien dag had de piesident der Vereenigde Staten in de be schaafde wereld niet alleen vrienden maar fanatiek hem toegedane aanhangers. Heden is deze man van de wereld der levenden gescheiden. Zijn vriend kolonel House heeft den drempel van het Witte huis sedert zijne terugkomst uit Europa niet meer overschre den. Hij moet gezworen hebben hem nooit weer te betreden. Slechts twee personen huiten zijne naaste familie zijn in zijne zie kenkamer gekomen: de republikeinsche se nator Fall en de democratische senator en verdediger van den president Hitchcock. Senator Fall heeft hem bekeken met de aandacht, die een politieker wijdt aan zijn tegenstander op wiens val hij rekent. Hij bericht, dat gedurende het gansche gesprek de zieke, die tot aan de kin onder de dekens was, geen beweging heeft gemaakt, zoomin met de armen als met de beeMen. Slechts zijn mond sprak nog altijd met gemak woor den. die nog steeds heldere gedachten uit drukten. Op het oogenblik van het afscheid reikte hij de linkerhand. Wat zullen de gedachten zijn van dezen man in de stille ziekenkamer? Ziet hij slechts een boos toeval of een noodlot in de ziekte, die hem juist op het oogenblik heeft aange tast toen hij zich tot het uiterste moest in spannen? Koestert hij de hoop, dat hij nog altijd het vertrouwen der wereld bezit en dat hij, als hij maar eerst weer gezond zal zijn, zijne plaats zal innemen aan de zijde van de groote leidslieden van zijn volk, aan de zijde van Washington en Lincoln, en dat hij zijne manier om de wereld te beschou wen toch nog aan zijn land en aan alle menschen zal opdringen?" Dit geeft den indruk, dat Wilson, in plaats van een nieuwen strijd aan te binden, eer der er aan zou moeten denken zijne plaats voor een ander in te ruimen. PniteDlandschc Berlchtu P a r ij s, 12 Jan. (R.) Von Lersner heeft in een persgesprek de hoop uitgedrukt, dat de Entente Duitschland zou helpen in het werk om blijmoedig de uit het verdrag voort-vloeiende verplichtingen te volbren gen, omdat de economische voorspoed, in zonderheid van Frankrijk voor een groot deel afhangt von Duitschland's economisch herstel. Hif drukt de geallieerden op het hart, niet naar de letter aan te dringen op de uitlevering van de beweerde oorlogsmis dadigers. omdat»dit de ernstigste gevolgen zou hebben niet alleen voor Duitschland, maar voor den vrede van Europa. Washington, 12J a n. (R.) De Ver eenigde Staten hebben Duitschland, in ver band met de uitwisseling van de ratifica- tiën, kennis gegeven, dat de voorwaarden van den wapenstilstand nog de betrekkingen tusschen de Vereenigde Staten en Duitsch land behecrschen. P a r ij s, 1 1 J a n. (N. T A. Draadloos van Lyon). De Uitvoerende Raad van den Volkenbond zal eerstdaags zijne eerste zit ting houden, daar het vredesverdrag aan den Bond geen langer uitstel toestaat dan 15 dagen, te rekenen vanaf 't oogenblik der in werkingtreding, teneinde de administratieve commissiën samen te stellen voor Dantzig en het Saaibekken. Ingevolge het verdrag wordt deze Raad samengesteld uit negen leden, vertegenwoordigers der vijf groote mogendheden (Engeland, Frankrijk, de V. St., Italië en Japan), alsmede voor gedele geerden der staten van den tweeden rang; de landen, belast met het aanwijzen der vier laatste gedelegeerden, moeten eerlang wor den aangewezen door de algemeene verga dering van den Bond, doch de vredescon ferentie liet voor de eerste zitting van den Raad aan deze benoemingen van gedele geerden voorafgaan de keuze van vertegen woordigers van twee kleine geallieerde en twee neutrale staten. Léon Bourgeois zal Frankrijk, Lord Curzon Engeland vertegen woordigen. De Belgische gedelegeerde zal zijn prof. Lafontaine, die van Griekenland Politis. Italië had eerst aangewezen Tittoni, maar diens gezondheidstoestand maakt het onmogelijk de benoeming te aanvaarden. B e r 1 ii n, 12 Jan. (W. B.). Tot zaakge lastigden alhier zijn benoemd Kilmarnock voor Engeland, Mardlle, oud-cónsul-gene- raal te Genua, voor Frankrijk en graaf Cel- deovan di Varespotti voor Italië. De vol machten zijn reeds te Berlijn aangekomen. Duitsche vertegenwoordigers in de Entente- landen zijn nog niet benoemd. Hun benoe ming is echter weldra te wachten. Londen, 12 Jan. (R.) Lord Kilmar- noch, die als diplomatiek vertegenwoordiger in Berlijn zal optreden, is heden morgen naar Duitschland vertrokken om zijne taak op te vatten. Berlijn, 1 2 J a n. (W. B.) De Pruisische staatsbegrooting heeft aan de tengevolge van het staatsverband uittredende burgers een oproep gericht, waarin wordt gezegd Dc aan het Duitsche volk opgedrongen vrede von Versailles treft Pruisen bijzonder zwaar. Gebieden met kernduitsche bevol king, die in eeuwenlange saamhoorigheid met Pruisen zijn lot gedeeld en aan den roemvollen opbloei deelgenomen hebben, die het door zorgvuldig bestuur onder aan wending der finnncieele krachten van den geheelen staat op een hoogen trap van economischen bloei en menschelijke cul tuur gebracht heeft, moet het prijs geven. De band van de staatsgemeenschap wordt nu losgemaakt. Den band van de gemeen schap des geestes en des harten kan geen .piacht van deze aarde losmaken. De ge meenschappelijke arbeid van cultuur en economisch leven, die in eeuwen is verkre gen, kan door geen uiterlijke macht dezer aarde verwoest worden. Wij beloven u trouw. Het recht van zelfbestuur, dat de grondslag van den vrede zou worden, is u onthouden. Met de rijksregeering stelt ook de Pruisische regeering hare hoop hierop, dat deze natuurlijke fundamerrteele rechten Ivan iederem vrijen mensch zich met den tijd moeten doorzetten. In dezen zin geldt ook voor u het woord Steeds er aan den ken, nooit er van spreken. Brussel, 11 Jan. (N. T. A. Draadloos van Lyon). Volgens de dagbladen hebben de besprekingen tusschen Loucheur en Jaspar tot resultaat gehad, dat België zich verbindt Frankrijk per kwartaal 500,000 ton steen kool te leveren. Gent, 12 Jan. (1L-R.) De sluisknechts zijn in staking gegaan, hetgeen moeielijhhe- den teweegbrengt in de scheepvaartbewe ging. Antwerpen, 12 Jon. (H.-R.) De di recteuren van de dagbladen hebben beslo ten von morgen af een tweetalig blad te doen vei schijnen, onder den titel La Presse d'An- vers. B er 1 ij n, 12 Jan- (W. B). De Pruisische regeering heeft de volgende verordening af gekondigd Nadat de rijkspresident door de verordening van 11 Jan. 1020 op grond van art. 48 afd. 2 van de rijksgrondwet voor de regeeringsdistricten Dusseldorf, Ahrens- berg. Munster, Minden de noodige maatre gelen genomen heeft voor het herstel van de openbare veiligheid en orde, wordt de staat van beleg, die op grond van de wet von 4 Juli 1851 afgekondigd was, voorzoo- vér deze binnen deze districten nog van kracht is, opgeheven. Essen, 12 Jan. (W. B.). De directie Essen heeft den volgenden oproep gericht tot het personeel in dat districtOp grond van de verordening van den rijkspresident van 11 Jan. 1920 en de op grond daarvan uitgegeven verordening van den militairen bevelhebber in de regeeringsdistricten Dus seldorf, Ahrensberg, Munster en Minden van denzelfden dag, wordt het volgende be kend gemaakt: le. Allen aangestelden wordt last gegeven zich van onbevoegde in menging in het bedrijf en verkeer van den spoorweg te onthouden. 2e. De dienst moet op alle plaatsen hervat worden. 3e. Aange stelden, die hun werk niet uiterlijk. Woens- dagpochtend op de gebruikelijke wijze her vatten, hebben op grond van 21 der dienst-" orders voor arbeiders van de Pruisisch-Hes-. sische staatsspoorwegen zich als ontslagen hesohouwen. Dusseldorf, T2 Jan. (W. B.). De spoorwegdirectie heeft aan oHé bureaux in het district telegrafisch medegedeeld, dof! bespreking over de loonkwestic te Berlijnt voor het district Blberfeld tot eci* overceivkomst geleid hebben volgons weU- kc het hoogste arbeidersloon voor Eiber; feld zelf op 3 50 Mark per uur bepauld wordt, voor eenige andere opgesomde plaatsen op 3.30 Mark per uur, enz. enz De directie spreekt de verwachting uit. deze toezegging, die aan de eischen der ar» beiders geheel tegemoet komen, hen zul len bewegen geen dag langer te blijven sta. ken, omdat het vervoer van de terugkeereiv dc krijgsgevangenen en dat van de Enten- te-troepen naar de plebisciet gebieden var, het spoorwegverkeer zeer hooge eiscl>en znj stellen. Dusseldorf, 12 Jan. (W. B.). In de sfr&kmg is geen verandering gekomen. Inge volge een besluit von don militairen bevel hebber, zijn de kroegen, bioscopen, café's en concertlokalen gesloten. Deze maatregel wa? noodig, omdat allen onder déze voorftaaTdtt de stakingsleiding kolen levert. De stakings» leiding eischte verder ook, dat de fabrieken geen electrischen stro.om meer krijgen, waardoor meer dan 10.000 arbeiders, die tot op het oogenblik weliswaar slechts zes. uur per dag werkten,* bre Jeloos worden. Verzachtingen konden niet vorkregen wor den. Beuthen, 12 Jan. (\V. B.). De toestand bij de staking der Opper Silezischc spoor wegarbeiders heeft zirh, wat het slation. Wensntr betreft, iets verbeterd, zoodat uit Ratibor weer eenige goederentreinen kon den vertrekken. Het goederenverkeer wordt gaande gehou den, evenals het personen-verkeer. Ook de rangeerdienst is niet gestoord. De voor naamste haard der stakingsbeweging ligt in het district Beuthen. Vantncrg-en zijn le Beu then en Gleiwitz vergaderingen van spoor wegarbeiders gehouden. B e r 1 ij n, 11 Jan. (\V. B.). De Centrale bond van beambten in het verzekeringsbe drijf deelt het volgende mede Daar het doel van de staking, n.l. de werk* gevers tot onderhandelingen te bewegen, be reikt is, heeft de bond besloten de staking op te heffen. Het werk wordt Maandag„we<?ï hervat. B e r 1 ij n, 12 Ja n. (W. B.). De minister voor Levensmiddelenvoorziening, Sohmidt gaf gisteren in een groote vergadering der Berlijnsche meerderheidssocialisten een uit voerig verslag van den levensmiddelentoe stand. Naar de Vorwürts mededeelt, veroor deelde hij scherp den achtedurtgang in da levensmiddelenvocrzienirig. Deze wordt niet gemotiveerd, wcnr.eèr" men rekening houdt met dc in het rijk aanwezige voorraden, er. wordt veeleer veroorzaakt dóór onregelma tigheden in de levering. Dc minister verze kerde, dat Duitschland de 1 c ven smid elencri- sis te boven zal komen, wanneer er zich geen geweldadige stc-ringen voordoen. Essen, 12 Jan. (VC. B.) Het riiksmf» nisteric van volkshuisvesting heeft de prijs» verhooging, waartoe de rijksijzerbond heeft besloten, goedgekeurd, met uitzondering van dc bijslagen tot aflossing van de- cre- dieten voor het betrekken van erts uit het buitenland. Deze vioag blijit nog open vooi bijzondere bespiekingen. De prijsverhoogingen ziin thans vooi haematil- en armes-siaaiijzei/547, voor ruw gietijzer 410, voor Siegerlcinder staal- en Spicgelijzer' 151 mark. De van 8 Januari al geldende prijzen zijn dus voor haemaiit 1780, voor ruw gietijzer 1324.50, voor Sie- gerlander staalijzer 977 mark, voor spindel- ijzer 10 12 pet. 1047 rr Ber.lijn, 12 Jan. (v B.) Y l3 1. Pari. Nachr. heeft de prcs.-rint van Oost- Pruisen, Wiijnig, die in Pommeren tot lid der Nat. Verg. was gekozeiv ziin mandaa1 neergelegd. Niet alleen maakt de maatschappij de menschen, maar evenzeer maken de men schen de maatschappij. Roman door ANNA "WAHLENBERG. „Liefste Inga!'' schreef hij. /Ja, liet was waar, het stond er) „Kom bij mij! Ik ben ziek en verlang naar je. Ik kon liet niet langer in Peru uithouden, ,waar ik de laatste drie jaar woonde, en terwijl hët mij.\ooi het overige goed ging, werd mijn gezondheid ondermijnd door het klimaat en had ik geen rust door mijn verlangen naar jou. jKom bij mij! Je Kunt een zieke zijn innige -en Nederige smeekbede niet weigeren. Ik ben den dood nabij geweest, Inga, ik ben er misschien Aog niet ver van al. Ik kan niet meer schrij ven. Ivom bij mijf Als je niet komt, kan ik niet ^ter w orden 1 Ondanks alles je MagnusJ3 Ons hij geloofde een brug tc kunnen slaan over al de verloopen jaren, de jaren van smart ?n bekommering. Hij geloofde dat zij bier op hem had zitten wachten, rustig en geduldig, |p te komen als bij haar wenkte. ^2ij zat* fcem dnideliik vóór zicli. Het opgestreken van bet breede voorhoofd, den .warmen en blijden opslag van zijn donkere oogen, de besliste lijnen van zijn mond. Ilij was haar zoo nabij, hij stond zoo levendig vóór haar alsof zij hem gisteren gezien had, en toch moest zij denken aan den oceaan, die zoo lang tusschen hen had gelegen. Lag die nog niet tusschen hen? Of zouden de heide oevers ervan elkander naderen, zoodat zij bem kon bereiken? Werktuigelijk begon zij weer met jhare aan- teekeningen en maakte de boeken in orde om ze weer in de kasten te zetten. En eerst toen zij een van de boeken miste, herinnerde zij zich dat Arthur in haar nabijheid was. Hij zat in het boek te bladeren. YWil je reeds heengaan?" vroeg hij. „Ja, ik moet wel, er is iemand ziek." „Waar je vanavond nog heengaat? „Necn, vanavond niet." Maar terwijl zij dit zei, begreep zij hoe op vallend het moest zijn dat -zij nu reeds weg moest en haar- ziekenbezoek took dezen avond niet zou maken. Zij wist eigenlijk zelve niet v aarom ze niet kon blijven, maar gevoelde al leen dat bet haar onmogelijk was. Met een enkel woord tot opheldering van haar gedrag zette zij haar boeken op hun plaats, borg de aanteekeningen op en zei goe denavond. Maar toen zij naar de deur ging, voelde zij dat de vragende en verwonderde oogen van Arthur baar volgden en zij kreeg gewetens wroeging. Zij zelve bad bem gebeden haar vriend te willen zijn, en nu zou baar ver knochtheid aan hem niet groot genoeg zijn om bem in te wijden in een gebeurtenis, die nog pas zoo diep ingegrepen bad of die wellicht, nog IngriipeD zou b* baar lewn, Zij ging terug, nam den brief en legde hem vóór liem neer. „Lees, als je wilt." En terwijl bij las, bleef zij naast hem staan wachten. Ilij ook moest den brief nogeens over lezen om den inhoud te begrijpen. Maar ein delijk gaf hij hem haar terug en stond meteen op. „Dank," zei hij „nu begrijp ik." En toen zij weer naar de hal ging, liep hij zwijgend met haar mee. „Dus morgen ga je naar hem toe?" vroeg hij, toen haar hand op den knop van de bui tendeur lag. „Ja, hij is immers ziekl" Nadat de deur achter haar gesloten was, ging hij naar zijn kamer, maar bedacht zich en ging in het sïtlon voor een der vensters staan. Van daar uit kon hij haar langs het trottoir zien voorbijgaan, zonder dat zij er erg in had. Ilij wilde zien of haar gelaat veranderd was; misschien straalde het geluk haar uit de oogen Daar kwam zij. Bij het schijnsel van de lantaarn zag hij haar. Zij hield het hoofd opgeheven en zag vóór zich uit met wijdgeopende oogen. Zij zag ermee heen over al de menschen, die zij ontmoette. Zij schenen niets te zien van "de buitenwereld, die vóór haar lag en welke beel den izij in zichzelve zag, dat was haar geheim- Maar haar oogen straalden niet van geluk Dit schonk bem een groote verluchting. Het was een ondragelijk zware beklemming ge weest, die bem zoo pas in haar macht had> Y Sfa KUL Öo Hetzelfde uur In den middag waaroi> zij gewoon was in de bibliotheek te zijn, bevond zij zicli den volgenden dag in liet ziekenhuis. Een knappe verpleegster in een blauw ka toenen japon en met een koket, wit mutsje op, wees haar den weg door dc lange gangen met de liooge paneelen en de vele deuren. Bij de laatste bleef zij staan en tikte. „Binnen," werd er terstond door een vrou welijke stem geroepen en dadelijk daarna be vond Inga zich in een groot, goed gemeubi leerd vertrek met een hoog scherm vóór hel bed, zoodat zij niet zag wie er achter rustic. Plecgzuscr, nommer 2, boog zich over het hoofdeinde van het bed, bezig met een ijSblaas, maar in liet volgende oogenblik kwam zij naar Inga toe, met een vriende'lijkcn lach op haar aangenaam, blijmoedig gezicht. „Meneer Höök is heel ziek geweest," fcci zij op gedempten toon, „Gisteravond had' hij weer een uitstorting van bloed, hoewel heel onbeduidend. Hij had zich wat te veel ver moeid met het schrijven van een brief. Hij moet erg voorzichtig zijn; maar de dokters geven alle hoop dat hij hei sielieti zal, wanneer cr niets bijkomt." Dit was bedoeld als een waarschuwing voor dc bezoekster, en toen dc zuster zich verwij derde, ging Inga met behoedzame schreden naar het bed. Het scherm verborg hem nu niet meer; hij lag daar vóór haar. Maar z.ij wist niet recht of zij bem herkende of niet 3Vat zij zag waren een paar donkere, schit terende oogen, die hij tot haar opsloeg. Overi gens lag hij zöo dat hij zicli niet kon bewegen. Maar uit zijn oogen straalde blijdschap en nu opende hij zijn lippen. „Inga, lieve Inga!" fluisterde hij. En toen zij naast zijn bed plaats nam. zocht zijn hond de ii3re. Zii gaf heï£ die als begroe ting en bij hield haar hn.i <.(l i -ar zijn borst, tegen zijn hart. 1) ;-r nu /i lig gen. Zoodra /ij een beweging ma orr. haat terug te trekken, drukte.hij die vaster tegen zich aan, zoodat zii r liggen, bleef. 7,ij poogde niet meer haar te bevrijden, wmit v ie weigert zoo iets een ernstige-u zieke De or de ir. a li ning van liet schrijven aan haar, had hij oen bloeduitstorting gekregen. Zij spraken dien avond niet veel. Mij lag stil, met een glimlach-op zijn gelaat. Het was of nu alles weer in orde v. a nu ze naast hem zat en haar hand op zijn hart lag. Niets was nU meer tusschen hen. „Nu word ik spoedig bete» /ei hij zacht et met een pauze tusschen ietk r woord, „Over ecii week sta ik weer op en over veertien dagca verlaat ik het ziekenhuis.'" En zij knikte en glimlachte terug. Wat kon zij anders doen dan toestemmen? En toen z»i, opstpnd om afscheid tc nemen cn hij haar, niet met woorden maar met zijn branden da oogen en den druk Aan zijn .door dc koorts vei hitte hand vroeg iederen avond tc komen# wat kon z.ij toen,anders doen dan het beloven? Maar toen zij eenige minuten later op de "straat liep, huiverde zij cn begreep dat he? niet von den kouden avondwind, was, maar dat liet zijn oorzaak had in de knellênde onrust, die haar een gevoel van ziek zijn gaf. Zij moesf orde brengen in deze indrukken, zij moest het althans beproeven. Wat gevoelde zij nU voor Magnus?, (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 1