Dixi- ii Seriiet
Geldersche Credietvereeniging
I SsrtI
AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
FIRMA KLAAS BAVING
Amersfoort en Omstreken.
LAJiGEGRACHT NtU MPHOOH No. 304
TWEEDE BLAD.
JOH. SCHUT.
ARNHEM. Opgericht 1866.
Gestort Kapitaal
Reserven
f 10.000.000
- 4.400.000
Verricht aüe bankzaken.
"bTnnenland
Fourneert Cheques
op Binnen- en Buitenland
Heeftuitgebreld Giro-verkeer
1 WJUFM GROENHUIZEN
FEUILLETON.
De groote Liefde.
18e Jaargang
No. 173
Zaterdag
17 Januari 1920
Vfede.
Den 11 November 1911 was de wereld
oorlog feitelijk geëindigd. Toen ging men
beraadslagen, d.w.z. de gezamenlijke over
winnaars gingen beraadslagen buiten de
verslagenen om over de voorsvaarden,
die men de Centrale mogendheden zou op
leggen. Eindelijk was men gereed, de ver
dragen werden geteekend. Van .de gealli-
neerde en geassocieerde mogendheden be
sloten een viertal tot ratificatie van het
verdrag. Na lang tobben zijn nu. Zaterdag
10 Januari 1920, die ratificaties gedepo
neerd en tusschen Duitsohland eenerzijds,
Frankrijk, Engeland, Italië en Japan ander
zijds is de vrede hersteld.
De, vi ede hersteld! In de oorlogsjaren
hebben wij met innig verlangen dit oogen-
blik tegemoetgezien; we zagen dezen toen
nog toekomstigen, onbekenden datum als
een dag van feestvreugde, van blijden jubel^
van groote dankbaarheid.
Hoe anders is het gekomen dan we heb
ben verwacht en gehoopt. Schier onopge
merkt is de 10e Januari voorbijgegaan en
in stede van opgewekte blijdschap heerscht
overal een stemming van ontevredenheid,
van ohrust, van angst voor de toekomst.
Het is waarlijk niet te verwonderen. In
Oost-Eirropa wordt nog steeds gevochten
tusschen de Bolsjewieken en hunne tegen
standers. In Oostenrijk, in Weenen vooral,
heerscht hongersnood. In Duitsohland zijn
de stakingen niet van de lucht en schijnt
een oeconomisch herstel, bij de buitenge
wone bezwaren, verbonden aan den aan
koop van grondstoffen, indien al mogelijk,
slechts in uiterst langzaam tempo plaats te
zullen vinden.
De neutrale landen tobben met de veel
te hooge waarde van hunne ruilmiddelen
tegenover die van de centralen; hun handel
en industrie worden bemoeilijkt door, de
onmogelijkheid van export. En ook hier is
de levensstandaard zoo sterk gestegen, dat
de telkens verhoogde loonen den werkers
nauwelijks baten.
In de Entente-landen nioge vreugde
heersohen over de overwinning, ook ddar
zijn de valuta's gedaald, óók daar de prijzen
gerezen, ook daar stokingen bezig of in
voorbereiding.
Zoo fs er alle reden tot pessimisme.
Reden ook voojr overweging van de vraag,
wat de diepste oorzaken zijn van de alom
h oei schen d e ellende.
Men wijst de plaats gehad hebbende ka
pitaalsvernietiging aan als de ware oorzaak
van alle misère. In zooverre heeft men
daarin gelijk, dat de enorme vernietiging
van kapitaal het herstel van normale toe
standen in hooge mate bemoeilijkt. Maar
van meer beteekenis dan de kapot gescho
ten steden, de vernielde landouwen, deT ge
sloopte machines is iets anders.
Het zijn de Heeren militairen, die nu
nog, nu hunne prestaties Goddank weer van
theoretisfchen aard zijn geworden
moeten-worden aangewezen, als de ver
oorzakers van de oeconomische wereld
ellende, die op den massa moord onver
mijdelijk moest volgen.
Wat toch is het geval? De militairen, die
den algemeenen dienstplicht hebben inge
voerd, om hij een eventueelen oorlog zoo
veel mogelijk kanonnenvoer te hebben,
hebben in hun kortzichtigheid voorbijge
zien, dat er ook tijdens een oorlog moest
worden gegeten, gedronken, gewoond en
kleeren gedragen. Zij hebben niet bedacht,
dal de productie tijdens een oorlog zou stil
staan of tot* minimale hoeveelheden zou
worden beperkt. Zij hebben verzuimd te
bedenken, dat hun volk oeconomisch te
niet zou gaan, als een langdurige oorlog de
mannen zou weghalen uit de productie-
plaatsen en dat, zoodra de voorraden zou-*
den zijn uitgeput, voldoende productie on
mogelijk zou worden.
Reading-Standard Motorrijwielen.
Automobielen en Motorrijwielbanden in verschillende maten
uit VOORRAAD leverbaar.
To lef. 399
Telegr. adres DIXI.
'--^.fXC?'SE3E2iïBB
Zij hebben de volkeren weten te sugge-
reeren, dat een sterk weerstandsvermogen
alleen bestond in een groot leger met veel
oorlogstuig en de stem van de democrati
sche oeconomen, 'die daartegen hebben ge
waarschuwd hebben zij met militaire mu
ziek weten te overstemmen.
Daaronder lijden nu alle volkeren. Nu
blijkt, dat de eigenlijke oorlog, de vernieti
ging van menschenlevens, het verminken
millioenen krachtige mannen, nog niet
het ergste kwaad is. Veel erger blijken mi
de indirecte gevolgen'"'van het militaire
spektakel. Het tekort aan huizen, aan spoor
wegwagons en schepen, at!n grondstoffen
voor de industrieën, aan levenstniddelen
brengt nu de mensohheid tot wanhoop.
Zal men daaruit nu eindelijk hebben ge
leerd dat het uit moet zijn met alle mili
tair geweld? Zullen zij, die door de eigen
lijke oorlogsmisdadigheid niet tot de over
tuiging zijn gebracht, dat de oorlog een on
toelaatbare gruwel is, door de oeconomi
sche misère er toe worden gebracht, in te
zien, dat in onze maatschappij geen plaats
is voor de georganiseerde macht van den
sterkste?
Dit mogen wij hopen, al blijkt het nog
niet. Amerika's Senaat heeft voorloopig
geweigerd het 'vredesverdrag, waarin Het
statuut van den volkerenbond in opgeno
men is, te bekrachtigen. Van militairistische
zijde poogt men er het publiek zelfs nu nog
van te doordringen, dat men zich moet
voorbereiden op verweer tegen militaire
maatregelen van een eventueelen vijand.
Men poogt de groote idee van de vervan
ging van het geweld door Recht, men poogt
de instelling van den volkerenbond te ri-
diouliseeren. Zelfs yr het verslagen Duitsch-
land bejubelt men Hindenburg en Luden-
dorff, die het Duitsche volk naar de oeco
nomische vernietiging hebben gevoerd.
Men vindt er zelfs nog menschen, die niets
liever zouden zien dan het herstel van de
macht der Hohenzol!eivns, ofschoon vast
staat, dat keizer Wilhelm's politiek tot dezen
debacle heeft geleid.
Wij-mogen echter hopen, dat deze ultra-
militairlsten nog slechts een kleine minder
heid vormen, zoowel in Duitschland als bij-
ons. Als bij ons? Ja zeker. Ook in ons land
is er „d e S t a n d a a r d", die het vertrou
wen in éen betere wereld ondermijnt, die
voor het ideaal van den volkerenbond
slechts spot overheeft Ook bij ons zijn er,
vastgeroest in de oude militeiristisohe denk
beelden, die Marchant afschilderen als den
man, die het leger nuttig en noodig in
strumentf afbreekt en dies ons land
weerloos maakt.
Het is wel merkwaardig en schier onbe
grijpelijk: Juist zij, die beweren de Schrift
tot richtsnoer te nemen voor hunne prac-
tische politiek, verzuimen zich te gedragen
naar het woord van Mottheus 15 30: „zoo
wie u op de regterwang slaat, keert hem ook
de andere toe".
Ons, pacifisten, bezielt de geest, die uit
dit voorschrift spreekt. Ook wanneer de
oorlog niet de ellende met zich zou sleepen,
die we er nu van zien, zouden wij den
oorlog, om zijn eigen aard, bestrijden. Hoe
veel te meer wordt dit plicht, nu we waar
nemen, hoe de oorlog het menschdom naar
den chaos en de armoede heeft gesleept.
Zelfs wanneer we daardoor kans loopen,
op een kwaden dag Idoot te slaan aan een
militairen aanval van een in menschlijke
begrippen achterlijk volk, blijft ons de
plicht der menschelijkheid, al onze inspan
ning aan te wenden tot versterking van den
volkerenbond, tot opruiming van onze mili
taire organisatie.
Want eerst als de volken zullen weigeren
zioh voor te bereiden tot den oorlog, zullen
we kunnen zeggen, dat op den grootsten
oorlog, die ooit heeft gewoed, inderdaad
vrede is gevolgd.
Uit d«* Per»
No'lêrlniid eai «Ie volkenbond.
De Maasbode aarzelt niet de Memorie
van Antwoord tot Het betrokken wetsont
werp dadelijk een van de meest schitterende
en meest voldragen studies te noemen aan
het volkenbondverdrag gewijd. Een studie
vol perspectief en diepte, vol nuanceeiing
en leven, waarbij al de beste kwaliteiten tot
uiting komen, die de mannen, welke leiding
geven aan onze buitenlandsche politiek, ge
lukkig sieren.
„Men herkent er het doorzicht en het
schrander beleid in van onze diplomaten,
de voorlichting van onze erkende autoritei
ten in het staatsrecht, maar bovenal ook
de ruimte-van-blik en de breedheid-van
opvattingen ten opzichte van de groote
vredes-idenlen, welke aan de londgenooten
van een Huig de Groot possen.
Aon al degenen die belangstellen in het
groote wereldleven en zijn ontwikkeling en
de verschieten, die zich in de toekomst kun
nen openen, bevelen wij de lezing van deze
knappe studie met nadruk aan.
Onze regeering wil toetreden zonder
direct voorbehoud, maar zij legt indirect
haar opvattingen omtrent de verdrngs-ver-
plichtingen in dc memorie van toelichting
vast en omschrijft daar scherp den geest,
waarin zij hpar toetreding beschouwd wil
'hebben.
Dat dunkt ons in de gegeven omstandig
heden de meest-juiste en meest-geschikto
weg, om aan het ideëelc en verheven doel,
dat met de vorming der nieuwe wereld
organisatie beoogd wordt, mede te werken.
Dat doel heeft de regeering, zooals zij
uitdrukkelijk verklaart, dan ook bij haar
bes 1 uit-tot-toetreding voor oogen gestaan. Zij
brengt alle onvolkomenheden, die het vol
kenbondsverdrag heeft en alle onevenwich
tigheden, die het omvat, duidelijk en scherp
naar voren. Zij wijst er ook óp, dat Neder
land zioh prnctisch niet buiten den volken-
bond kon houden. Maar de doorslag-gevende
overweging is toch, dot Nederland's plaats
in den bond is, om daar, getrouw aan de
roeping, op het gebied der internationale
rechtsvorming, mede le werken, de organi
satie geleidelijk te verbeteren en tot meer
dere volmaking te brengen."
Het Centrum concludeert
„Honderd jaren geleden werd een zooge
naamde „heilige alliantie" opgericht, dio
niet veel heiligs had, of- uitwerkte. Zij wns
het werk van ecnige vorsten, met goede
bedoelingen ongetwijfeld, maa'r zonder die
grondslagen, opvattingen en waarborgen,
welke het slagen er van konden verzekeren
De ollionlic werd al spoedig een react'.on-
^noir instrument en hield met de rechtmatige
begeerten cn stroomingen der volken zoo
goed als geen rekening. Haor leven was
kort en zonder eenige sporen vnn beteeke
nis achter te laten. Ann den Volkenbond
zal, naar men vertrouwen mag, een beter
lot beschoren 2iin. Te betreuren is, dat hij
niet onder andere, gunstiger omstandighe
den werd geboren en dientengevolge een
zijdig werd samengesteld. Maar toch geeft
hij uitdrukking aan wat leeft in hel hnrt der
natü-m heeft hij een positiej doel, richt hij
zioh fep de verwezenlijking van een groot
ideaal. Want wel zal niet elke oorlog uit
gesloten zijn cn dus iedere krijgsmacht kun
nen worden afgeschaft, maar met den gc-
wnpenden vrede en den wedloop in krijgs
toerustingen zooals wij die tot dusver heb
ben gekend, is hij onvereenigboar. Bn zal
dus de oorlogskans annzienlijk worden be
perkt, het spreekt vanzelf, dot, in overeen
stemming daarmee, de krijgsmacht niet
steeds hooger zal zijn op te voeren, maar
tot de kleinst mogelijke afmeting dient te
worden teruggebracht.
Binnen twee maanden zal Nederland
thans hebben te beslissen, of het tot den
Volkenbond toetreedt. Men behoeft, ge
looven wij, geen profeet te zijn, om te voor
spellen, dat het regeerings-ontwerp, waarbij
tot die toetreding machtiging wordt ver
leend, en dat wel een der allerbelangrijkste
is, ooit in ons Parlement behandeld, er met
vlag en, wimpel door -zal gaan."
H e t V o 1 k wijdt een reeks artikelen aon
het onderwerp Nederland en de Volkenbond,
in een waarvan het zegt
„Bij het vaststellen van ons principieel
standpunt ten opzichte van den Volken
bond van dit Vredesverdrag hebbpn wij
deze overwegingen te doen gelden
le. dat hij in het eenig mogelijke begin
vnn internationale organisatie, dot uit de
bestaande machtsverhoudingen kan voor
komen
2e. dat h»i in historisch-maleriulislischcn
zin ook in zijn huidige gedaante te verge
lijken is met den kapitalislischen staat, waar
van hij een internationale uitbreiding en
bekroning is
5o. dat de sociaal-democratie het kapi
talistisch karakter van den Staat bestrijdt,
niet door hem to „ontkennen", maar door
op zijne wijziging, verovering en reorgani-
salie oan te sturen, terwijl zij eerst van de
volledige invoering van het socialisme,
tegelijk met de verdwijning der klassen, nc
verdwijning van den Staat als orgaan van
klassehe'ersohoppij verwacht
4e. dat zij dus den Volkenbond niet heeft
te ontkennen, maar gelijk met de
macht in eiken Slaat op zich zelf, heeft te
veroverenrzoodot zij 'principieel, afge
zien nog van opportunistische en nationale
voor
overwegingen, niet tégen aansluiting var^
hel eigen land bij den Boiyl kar. zijn
- 5e. dat die aansluiting, v.-el verre van on»,
ecnigc modi verantwoord-Hjklioicl op to'
leggen voor de bedoelingen, u meclc ditj
orgaan in het leven is geioepen en voor dA
fouten zijner samenstelling, juist geschiedt)
om, tegen die bedoelingen in, die fouten tot
herstellen en door verte nwoordiging vonf
ons land in den Volkenbond onze eigeni
regcering in beweging te brengen voor dirf
eischen vnn internationale politiek, die dood
onze eigen partij cn International-4 worden*
gestold."
In het derde artikel kond 'Iet Volk" tot
de conclusie, dot de S. D. A. P. niet princi
pieel afwijzend tegenover Krt voorstel tot
aansluiting bij den Volkenbond mag staan,
doch bet in verband met den znkclijken in
houd der statuten en hare gevolgen hceÖ'
te onderzoeken.
Rsrlehles#
Aan de Staatscourant van. I)c ..lerdagt
ontleenen wij nog de A'olgende Kon. be-»
sluiten:
aan A. Assink, te Npordu'olde, op zijn ver
zoek, eèr.vol ontslag verleend als loeraor aan
de Rijksriotvlechtschool te Noordwolde
bij het Departement v.>n Financiën be
noemd tot odjunct-commi: J. II. Dolman
Jr., tc Rijswijk (Z.-II.), thans tijdelijk adjunct-»
cbmmies
'benoemd: tot lid van d:?n Hui';nlijken
Pensiocnrood mr. R. von Veen, lid van den
Pensioenraad voor de gemeente-ambtena
ren
tot lid van den Pensioenraad voor de ge
meente-ambtenaren mr. L. A. Bybo'u, lid vart
den Burgerlijken Pensioenraad
tot voorzitter van den Burgerlijken Pen
sioenraad en van den Pensioonraad voor de
gemeente-ambtenaren jhr. mr. W. TT. de
Savovnin Lohmnn, lid van die colleges;
nan H. C. Siebers, te 's-Gravenhage, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend als ad*
junct-visscherij-consulent
benoemd bii het Departement van Arbeid
tot commies J. Robin, en tot adjunct-com
mies Ch. R. M. Kelly en F. Ravellibij den
Rijkswoningraad tot adjunct-commies mej.
H. W. E. Tückermann en J. M. Hardeman,
allen met gelijktijdige toekenning van eervol
ontslag uit hunne tegenwoordige betrekkin
gen bij het college van bijstand, bedoeld bij
art. 35 der Woningwet, en is aan P. A. van
der Drift en P. A. Kouwenhoven, in verbami
met hunne benoeming tot referendaris en
commies bij het Departement van Arbeid,
eervol ontslag verleend ais verificateur en
adjunct-commies bij bovenbedoeld college.
Dc Staatscourant van TG Januari bevat
o.n. de volgende Kon. besluiten:
benoemd tot rechter-plaatsvervanger in do
arrondisscments rechtbank te Utrecht Mr. IL
G. ITolstcijn, advocaat-procureur te Utrecht:
benoemd tot burgemeester van Rijswijk (7.
H.| .T. G. Pnpe. met qervol ontriag als burgc-t
meester ,va n AVi! 1 ernst a d
tot plaatsvervangend griffier bij dc Baad v^n
Beroep voor de OngevallelTyerzokcring 1c Am
sterdam Mr. J, j. II. j, ynn Recnon, advocaat
aldaar;
op verzoek eervol ontslagen Mej. Mr. G. IL
C. Breesnec. commies hij Tm» Rijksarchief io
Noord-Brabant te 's Hertog;nboscli;
Er is geen enkel feit natuurlijker dan een
ander. Alle feiten, die wij kennen zijn even
natuurlijk of even mystiek.
-JUWEUER AMERSFOORT
Roman door
ANNA WAIILENBERG.
Hij had haar den mantel over haar schou
ders g;hangen en bleef n<rg bij -haar staan,
llun oogen ontmoetten elkander onderzoekend
en ringend. Beiden wisten zij Waaraan de an-
er dacht. Beiden geloofden zij dat een van
beiden het stilzwijgen zou verbreken. Het was
waar dat er in een paar dagen veel kon ge-
-e..ien. En waarom zouden zij onder woorden
ren gen, wat er miss'chien kon gebeuren en dat
reeds nu zijn schaduw over hen wierp? IToe
zouden zij van elkaar weg kunnen gaan zon
der dit te doen? Het was immers een afscheid,
misschien een afscheid voor goed!
Maar het woord waarop zij wachtten kwam
niet. De seconden vlogen ongebruikt voorbij.
Hij liet den mantel los. Inga knoopte hem
dicht en trok haar handschoenen aan. Zij
ging den drempel over terwijl zij nog eens zei
..een gelukkige reis" en de gesloten deur was
tusschen hen. Het geluid vaiT het slot klouk
lang in haar ooren na, hard en heslist, als de
afsluiting van iets, dat niet weer te vinden
zou zijn. Was dit het einde? Werd zoo een goed
en blij tehuis voor haar gesloten? Zou zij hier
nooit meer komen? Och, morgen zou zij daar
immers weer zitten bij'haar boeken. Maar dit
zou niet hetzelfde zijn. Arthur zou er niet meer
wezen.
En wanneer hij terug kwam Hoe zou liet
dan zijn? ITij had gezegd dat er veel in een
paar dagen kon gebeuren. En wie kon dat we
len? Toen hij dit zeide had hij aan Magnus
gedacht evenals zij/ Magnus was zoo goed als
hersteld, morgen of overmorgen, in ieder ge
val, moest de beslissing vallen en zij wist niet
wat die met zich brengen zou.
Hij had een vreemdsoortige macht over
haar, Magnus. Zijn sterke wil dwong haar
dikwijls de dingen van zijn standpunt te zien,
tenminste, zoo lang zij onder den indruk was
van zijn woorden. En bovendien had zij hem
hoop gegeven door haar dagelijksche bezoe
ken.
Als zij maar iemand had om zich aan toe te
vertrQuwen
Arthur?
Neen, hij ging op reis, en nu had zij hem
zoo noodig gehad. Intusschen, hoe zou zij niet
hem oyer deze zaak kunnen spreken? Zii had
hem immers zelve gevraagd het onderwerp
niet aan te roeren. Het was gevaarlijk voor
hen om over gevoelens te spreken. Zij zouden
zoo licht een teer punt aanroeren.
O, deze ongelukkige verlovings-gcsehiede-
nis ter wille van Edit! Als die er niet geweest
was, zou zi.i in vol vertrouwen tot hem kun
nen gaan .als tot een vriend die er geheel bui
ten stond. Zij zou haar hart uitgestort hebben
over alles wat in haar streed en haar beroer
de. En hij zou haar geholpen hebben
Was dat zoo zeker? Zou hij haar geheel on
partijdig geraden hebben?
Toen zij nog even in de hal stonden en hij
haar aan haar mantel hielp, had zij een oogen-
blik verwonderd gestaag alsof hij haar op een
andere wijze liefhad dan alleen als vriend. In
zijn"blil$ had zooveel warmte, zulk een drin
gende vraag gelegen. Was het mogelijk? Maar
waarom Iiad hij dan niets gezegd, terwijl zij
daar zwijgend stonden en in eikaars oogen
zagen met zooveel vragen tusschen zich'? Was
het omdat zij hem eenmaal van zich gestooteii
had door woorden, die iemand'diep wonden
moesten? Had zij hem niet te verstaan gege
ven dat hij niet wist wat liefde was? En had
dit misschien zijn lippen verzegeld?
Neen, och neen, duizend maal neeh! Men
laat zich dc lippen niet sluipen door zooiets.
Wanneer hij haar beminde zou de bekentenis
daarvan hem ontsnapt moeten zijn: Maar hij
had gezwegen, en morgen ging hij* op reis.
Ging op reis ofschoon hij wist dat haar toe-
komst morgen of overmorgen beslist zou wor
den, en dat zij daarna misschien voor altijd
verdwenen zou zijn. Neen, dat was een dwaze
gedachte. Hij wist niet wat liefde was, hacl
het nooit geweten, zou liet nimmer weten. Of
misschien 2011 ziiii liefde nóóit haar gel-den.
XV.
Den volgenden avond, toen zij de trappen
van hel ziekenhuis afliep, was dc verhuizing
van Magnus op morgen bepaald. En verder
had zij beloofd een paar uur voönU»t zij naar
haar werk ging, hem tc helpen bij het uit
pakken en het installeeren van zijn nieuwe
woning.
Hij verheugde zich over dc verandering als
een jongen, en_den gcheclen tijd terwijl Inga
hij hem zat, had hij pionnen gemaakt wat
hij zou doen wanneer hij weer in het gewone
leven terugkwam. Hij zou zich in verbinding
stellen met allerlei menschen, groote zaken
gaan doen, een kantoor en huis huren. E11 in
al deze toekomstbeelden had Inga haar plaats.
Zij zou ingewijd worden in de voorbereiding
er van. Zij zou overal hij zijn en genieten van
de voordeden. Zij zou geraadpleegd worden
in alles wat er moest worden aangeschaft.
Maar meestal bleef hij staan bij de allernaaste
toekomst, den dag van morgen waarop hij
verhuizen ging.'Hij leende hot hotel zeer goed,
want hij was er vroeger wel geweest. Er was
een gezellige salon, waar de menschen bijna
nooit kwamen vóór laat in den namiddag.
Daar konden hij en Inga dus ongestoord zit
ten.
Zijn oogen hadden geschitterd onder de be
schrijving van dit vriendelijk verblijf, maar
zij werd bang als zij er aan dacht. Zij moest nu
denken aan het uur van opheldering, dat "iet
langer verschoven kon worden.
En Magnus met zijn zekerheid! Mocht hij
zich nu en dan berouwvol tooncu en niet vol
komen zeker zijn van zijn taak. in ieder ge
val scheen hij het zich niet anders voor te
stellen dan dat met een weinig moeite alles
weer in het oude spoor zou komen. Hoe zou
hij het opnemen wanneer zij hem antwoord-
dc dal zij nfet hetzelfde voor hem gevoelde
als vroeger, dat zij althans tijd wou hebben
om het met ziclizclvc uit tc maken. Zou deze
verklaring hem zoo teleurstellen dat liet ccn
nndecligen invloed op zijn. gezondheid zou
hebben? Was zij onmisbaar voor hem gewor
den? En als zij het zeidc, 7011 zij dc verant
woording op zich ddrven nemen om hem tc
verlaten? Of zou het medelijden dc overhand
hebben? En zijn beminnelijkheid, zijn over
tuigende warmte in taal en manieren, zouden
die vermogen haar tc*overtuigen dal het slechts
haar gewonde trots was, die zich tusschen
hen stelde en dat zij hem inderdaad nog lief
had? O, zij was zoo bang. voor hem. en zij
wa«. bang voor zichzelve!
Zij ging het ziekenhuis uit en toen "zij do
deur opende sloeg haar een koude, ruwe,
vochtige wind tegemoet.
Een oogenblik stond zij stil en zag om zich
lieen. liet was werkelijk een eenzame buurt
aan de^n kant van dc stad, ofschoon de groo
te, nieuw gebouwde huizen niet ver van daar
zichtbaar, waren. Maar vóór haar strekte zich"
een moestuin uit, ingesloten door planken,
schuttingen, waarvóór een paar kale'populie
ren stonden.
Stond daar niet een donkere figuur, half
verborgen achter een der stammen?
Gewoon als zij was beschermd cn verge
zeld te worden van haar eerste schrede af i»
dc verlaten straat, was de eenzaamheid haar
nu vreemd en de verbeelding deed haar on
rust stijgen, zoodat zij bijna meer op een draf
dan gewoon looiend voortstapte op 't trottoir,
(Wordt vervolgd'^.