Dixi- ii Seriiet Geldersche Credietvereeniging I SsrtI AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" FIRMA KLAAS BAVING Amersfoort en Omstreken. LAJiGEGRACHT NtU MPHOOH No. 304 TWEEDE BLAD. JOH. SCHUT. ARNHEM. Opgericht 1866. Gestort Kapitaal Reserven f 10.000.000 - 4.400.000 Verricht aüe bankzaken. "bTnnenland Fourneert Cheques op Binnen- en Buitenland Heeftuitgebreld Giro-verkeer 1 WJUFM GROENHUIZEN FEUILLETON. De groote Liefde. 18e Jaargang No. 173 Zaterdag 17 Januari 1920 Vfede. Den 11 November 1911 was de wereld oorlog feitelijk geëindigd. Toen ging men beraadslagen, d.w.z. de gezamenlijke over winnaars gingen beraadslagen buiten de verslagenen om over de voorsvaarden, die men de Centrale mogendheden zou op leggen. Eindelijk was men gereed, de ver dragen werden geteekend. Van .de gealli- neerde en geassocieerde mogendheden be sloten een viertal tot ratificatie van het verdrag. Na lang tobben zijn nu. Zaterdag 10 Januari 1920, die ratificaties gedepo neerd en tusschen Duitsohland eenerzijds, Frankrijk, Engeland, Italië en Japan ander zijds is de vrede hersteld. De, vi ede hersteld! In de oorlogsjaren hebben wij met innig verlangen dit oogen- blik tegemoetgezien; we zagen dezen toen nog toekomstigen, onbekenden datum als een dag van feestvreugde, van blijden jubel^ van groote dankbaarheid. Hoe anders is het gekomen dan we heb ben verwacht en gehoopt. Schier onopge merkt is de 10e Januari voorbijgegaan en in stede van opgewekte blijdschap heerscht overal een stemming van ontevredenheid, van ohrust, van angst voor de toekomst. Het is waarlijk niet te verwonderen. In Oost-Eirropa wordt nog steeds gevochten tusschen de Bolsjewieken en hunne tegen standers. In Oostenrijk, in Weenen vooral, heerscht hongersnood. In Duitsohland zijn de stakingen niet van de lucht en schijnt een oeconomisch herstel, bij de buitenge wone bezwaren, verbonden aan den aan koop van grondstoffen, indien al mogelijk, slechts in uiterst langzaam tempo plaats te zullen vinden. De neutrale landen tobben met de veel te hooge waarde van hunne ruilmiddelen tegenover die van de centralen; hun handel en industrie worden bemoeilijkt door, de onmogelijkheid van export. En ook hier is de levensstandaard zoo sterk gestegen, dat de telkens verhoogde loonen den werkers nauwelijks baten. In de Entente-landen nioge vreugde heersohen over de overwinning, ook ddar zijn de valuta's gedaald, óók daar de prijzen gerezen, ook daar stokingen bezig of in voorbereiding. Zoo fs er alle reden tot pessimisme. Reden ook voojr overweging van de vraag, wat de diepste oorzaken zijn van de alom h oei schen d e ellende. Men wijst de plaats gehad hebbende ka pitaalsvernietiging aan als de ware oorzaak van alle misère. In zooverre heeft men daarin gelijk, dat de enorme vernietiging van kapitaal het herstel van normale toe standen in hooge mate bemoeilijkt. Maar van meer beteekenis dan de kapot gescho ten steden, de vernielde landouwen, deT ge sloopte machines is iets anders. Het zijn de Heeren militairen, die nu nog, nu hunne prestaties Goddank weer van theoretisfchen aard zijn geworden moeten-worden aangewezen, als de ver oorzakers van de oeconomische wereld ellende, die op den massa moord onver mijdelijk moest volgen. Wat toch is het geval? De militairen, die den algemeenen dienstplicht hebben inge voerd, om hij een eventueelen oorlog zoo veel mogelijk kanonnenvoer te hebben, hebben in hun kortzichtigheid voorbijge zien, dat er ook tijdens een oorlog moest worden gegeten, gedronken, gewoond en kleeren gedragen. Zij hebben niet bedacht, dal de productie tijdens een oorlog zou stil staan of tot* minimale hoeveelheden zou worden beperkt. Zij hebben verzuimd te bedenken, dat hun volk oeconomisch te niet zou gaan, als een langdurige oorlog de mannen zou weghalen uit de productie- plaatsen en dat, zoodra de voorraden zou-* den zijn uitgeput, voldoende productie on mogelijk zou worden. Reading-Standard Motorrijwielen. Automobielen en Motorrijwielbanden in verschillende maten uit VOORRAAD leverbaar. To lef. 399 Telegr. adres DIXI. '--^.fXC?'SE3E2iïBB Zij hebben de volkeren weten te sugge- reeren, dat een sterk weerstandsvermogen alleen bestond in een groot leger met veel oorlogstuig en de stem van de democrati sche oeconomen, 'die daartegen hebben ge waarschuwd hebben zij met militaire mu ziek weten te overstemmen. Daaronder lijden nu alle volkeren. Nu blijkt, dat de eigenlijke oorlog, de vernieti ging van menschenlevens, het verminken millioenen krachtige mannen, nog niet het ergste kwaad is. Veel erger blijken mi de indirecte gevolgen'"'van het militaire spektakel. Het tekort aan huizen, aan spoor wegwagons en schepen, at!n grondstoffen voor de industrieën, aan levenstniddelen brengt nu de mensohheid tot wanhoop. Zal men daaruit nu eindelijk hebben ge leerd dat het uit moet zijn met alle mili tair geweld? Zullen zij, die door de eigen lijke oorlogsmisdadigheid niet tot de over tuiging zijn gebracht, dat de oorlog een on toelaatbare gruwel is, door de oeconomi sche misère er toe worden gebracht, in te zien, dat in onze maatschappij geen plaats is voor de georganiseerde macht van den sterkste? Dit mogen wij hopen, al blijkt het nog niet. Amerika's Senaat heeft voorloopig geweigerd het 'vredesverdrag, waarin Het statuut van den volkerenbond in opgeno men is, te bekrachtigen. Van militairistische zijde poogt men er het publiek zelfs nu nog van te doordringen, dat men zich moet voorbereiden op verweer tegen militaire maatregelen van een eventueelen vijand. Men poogt de groote idee van de vervan ging van het geweld door Recht, men poogt de instelling van den volkerenbond te ri- diouliseeren. Zelfs yr het verslagen Duitsch- land bejubelt men Hindenburg en Luden- dorff, die het Duitsche volk naar de oeco nomische vernietiging hebben gevoerd. Men vindt er zelfs nog menschen, die niets liever zouden zien dan het herstel van de macht der Hohenzol!eivns, ofschoon vast staat, dat keizer Wilhelm's politiek tot dezen debacle heeft geleid. Wij-mogen echter hopen, dat deze ultra- militairlsten nog slechts een kleine minder heid vormen, zoowel in Duitschland als bij- ons. Als bij ons? Ja zeker. Ook in ons land is er „d e S t a n d a a r d", die het vertrou wen in éen betere wereld ondermijnt, die voor het ideaal van den volkerenbond slechts spot overheeft Ook bij ons zijn er, vastgeroest in de oude militeiristisohe denk beelden, die Marchant afschilderen als den man, die het leger nuttig en noodig in strumentf afbreekt en dies ons land weerloos maakt. Het is wel merkwaardig en schier onbe grijpelijk: Juist zij, die beweren de Schrift tot richtsnoer te nemen voor hunne prac- tische politiek, verzuimen zich te gedragen naar het woord van Mottheus 15 30: „zoo wie u op de regterwang slaat, keert hem ook de andere toe". Ons, pacifisten, bezielt de geest, die uit dit voorschrift spreekt. Ook wanneer de oorlog niet de ellende met zich zou sleepen, die we er nu van zien, zouden wij den oorlog, om zijn eigen aard, bestrijden. Hoe veel te meer wordt dit plicht, nu we waar nemen, hoe de oorlog het menschdom naar den chaos en de armoede heeft gesleept. Zelfs wanneer we daardoor kans loopen, op een kwaden dag Idoot te slaan aan een militairen aanval van een in menschlijke begrippen achterlijk volk, blijft ons de plicht der menschelijkheid, al onze inspan ning aan te wenden tot versterking van den volkerenbond, tot opruiming van onze mili taire organisatie. Want eerst als de volken zullen weigeren zioh voor te bereiden tot den oorlog, zullen we kunnen zeggen, dat op den grootsten oorlog, die ooit heeft gewoed, inderdaad vrede is gevolgd. Uit d«* Per» No'lêrlniid eai «Ie volkenbond. De Maasbode aarzelt niet de Memorie van Antwoord tot Het betrokken wetsont werp dadelijk een van de meest schitterende en meest voldragen studies te noemen aan het volkenbondverdrag gewijd. Een studie vol perspectief en diepte, vol nuanceeiing en leven, waarbij al de beste kwaliteiten tot uiting komen, die de mannen, welke leiding geven aan onze buitenlandsche politiek, ge lukkig sieren. „Men herkent er het doorzicht en het schrander beleid in van onze diplomaten, de voorlichting van onze erkende autoritei ten in het staatsrecht, maar bovenal ook de ruimte-van-blik en de breedheid-van opvattingen ten opzichte van de groote vredes-idenlen, welke aan de londgenooten van een Huig de Groot possen. Aon al degenen die belangstellen in het groote wereldleven en zijn ontwikkeling en de verschieten, die zich in de toekomst kun nen openen, bevelen wij de lezing van deze knappe studie met nadruk aan. Onze regeering wil toetreden zonder direct voorbehoud, maar zij legt indirect haar opvattingen omtrent de verdrngs-ver- plichtingen in dc memorie van toelichting vast en omschrijft daar scherp den geest, waarin zij hpar toetreding beschouwd wil 'hebben. Dat dunkt ons in de gegeven omstandig heden de meest-juiste en meest-geschikto weg, om aan het ideëelc en verheven doel, dat met de vorming der nieuwe wereld organisatie beoogd wordt, mede te werken. Dat doel heeft de regeering, zooals zij uitdrukkelijk verklaart, dan ook bij haar bes 1 uit-tot-toetreding voor oogen gestaan. Zij brengt alle onvolkomenheden, die het vol kenbondsverdrag heeft en alle onevenwich tigheden, die het omvat, duidelijk en scherp naar voren. Zij wijst er ook óp, dat Neder land zioh prnctisch niet buiten den volken- bond kon houden. Maar de doorslag-gevende overweging is toch, dot Nederland's plaats in den bond is, om daar, getrouw aan de roeping, op het gebied der internationale rechtsvorming, mede le werken, de organi satie geleidelijk te verbeteren en tot meer dere volmaking te brengen." Het Centrum concludeert „Honderd jaren geleden werd een zooge naamde „heilige alliantie" opgericht, dio niet veel heiligs had, of- uitwerkte. Zij wns het werk van ecnige vorsten, met goede bedoelingen ongetwijfeld, maa'r zonder die grondslagen, opvattingen en waarborgen, welke het slagen er van konden verzekeren De ollionlic werd al spoedig een react'.on- ^noir instrument en hield met de rechtmatige begeerten cn stroomingen der volken zoo goed als geen rekening. Haor leven was kort en zonder eenige sporen vnn beteeke nis achter te laten. Ann den Volkenbond zal, naar men vertrouwen mag, een beter lot beschoren 2iin. Te betreuren is, dat hij niet onder andere, gunstiger omstandighe den werd geboren en dientengevolge een zijdig werd samengesteld. Maar toch geeft hij uitdrukking aan wat leeft in hel hnrt der natü-m heeft hij een positiej doel, richt hij zioh fep de verwezenlijking van een groot ideaal. Want wel zal niet elke oorlog uit gesloten zijn cn dus iedere krijgsmacht kun nen worden afgeschaft, maar met den gc- wnpenden vrede en den wedloop in krijgs toerustingen zooals wij die tot dusver heb ben gekend, is hij onvereenigboar. Bn zal dus de oorlogskans annzienlijk worden be perkt, het spreekt vanzelf, dot, in overeen stemming daarmee, de krijgsmacht niet steeds hooger zal zijn op te voeren, maar tot de kleinst mogelijke afmeting dient te worden teruggebracht. Binnen twee maanden zal Nederland thans hebben te beslissen, of het tot den Volkenbond toetreedt. Men behoeft, ge looven wij, geen profeet te zijn, om te voor spellen, dat het regeerings-ontwerp, waarbij tot die toetreding machtiging wordt ver leend, en dat wel een der allerbelangrijkste is, ooit in ons Parlement behandeld, er met vlag en, wimpel door -zal gaan." H e t V o 1 k wijdt een reeks artikelen aon het onderwerp Nederland en de Volkenbond, in een waarvan het zegt „Bij het vaststellen van ons principieel standpunt ten opzichte van den Volken bond van dit Vredesverdrag hebbpn wij deze overwegingen te doen gelden le. dat hij in het eenig mogelijke begin vnn internationale organisatie, dot uit de bestaande machtsverhoudingen kan voor komen 2e. dat h»i in historisch-maleriulislischcn zin ook in zijn huidige gedaante te verge lijken is met den kapitalislischen staat, waar van hij een internationale uitbreiding en bekroning is 5o. dat de sociaal-democratie het kapi talistisch karakter van den Staat bestrijdt, niet door hem to „ontkennen", maar door op zijne wijziging, verovering en reorgani- salie oan te sturen, terwijl zij eerst van de volledige invoering van het socialisme, tegelijk met de verdwijning der klassen, nc verdwijning van den Staat als orgaan van klassehe'ersohoppij verwacht 4e. dat zij dus den Volkenbond niet heeft te ontkennen, maar gelijk met de macht in eiken Slaat op zich zelf, heeft te veroverenrzoodot zij 'principieel, afge zien nog van opportunistische en nationale voor overwegingen, niet tégen aansluiting var^ hel eigen land bij den Boiyl kar. zijn - 5e. dat die aansluiting, v.-el verre van on», ecnigc modi verantwoord-Hjklioicl op to' leggen voor de bedoelingen, u meclc ditj orgaan in het leven is geioepen en voor dA fouten zijner samenstelling, juist geschiedt) om, tegen die bedoelingen in, die fouten tot herstellen en door verte nwoordiging vonf ons land in den Volkenbond onze eigeni regcering in beweging te brengen voor dirf eischen vnn internationale politiek, die dood onze eigen partij cn International-4 worden* gestold." In het derde artikel kond 'Iet Volk" tot de conclusie, dot de S. D. A. P. niet princi pieel afwijzend tegenover Krt voorstel tot aansluiting bij den Volkenbond mag staan, doch bet in verband met den znkclijken in houd der statuten en hare gevolgen hceÖ' te onderzoeken. Rsrlehles# Aan de Staatscourant van. I)c ..lerdagt ontleenen wij nog de A'olgende Kon. be-» sluiten: aan A. Assink, te Npordu'olde, op zijn ver zoek, eèr.vol ontslag verleend als loeraor aan de Rijksriotvlechtschool te Noordwolde bij het Departement v.>n Financiën be noemd tot odjunct-commi: J. II. Dolman Jr., tc Rijswijk (Z.-II.), thans tijdelijk adjunct-» cbmmies 'benoemd: tot lid van d:?n Hui';nlijken Pensiocnrood mr. R. von Veen, lid van den Pensioenraad voor de gemeente-ambtena ren tot lid van den Pensioenraad voor de ge meente-ambtenaren mr. L. A. Bybo'u, lid vart den Burgerlijken Pensioenraad tot voorzitter van den Burgerlijken Pen sioenraad en van den Pensioonraad voor de gemeente-ambtenaren jhr. mr. W. TT. de Savovnin Lohmnn, lid van die colleges; nan H. C. Siebers, te 's-Gravenhage, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als ad* junct-visscherij-consulent benoemd bii het Departement van Arbeid tot commies J. Robin, en tot adjunct-com mies Ch. R. M. Kelly en F. Ravellibij den Rijkswoningraad tot adjunct-commies mej. H. W. E. Tückermann en J. M. Hardeman, allen met gelijktijdige toekenning van eervol ontslag uit hunne tegenwoordige betrekkin gen bij het college van bijstand, bedoeld bij art. 35 der Woningwet, en is aan P. A. van der Drift en P. A. Kouwenhoven, in verbami met hunne benoeming tot referendaris en commies bij het Departement van Arbeid, eervol ontslag verleend ais verificateur en adjunct-commies bij bovenbedoeld college. Dc Staatscourant van TG Januari bevat o.n. de volgende Kon. besluiten: benoemd tot rechter-plaatsvervanger in do arrondisscments rechtbank te Utrecht Mr. IL G. ITolstcijn, advocaat-procureur te Utrecht: benoemd tot burgemeester van Rijswijk (7. H.| .T. G. Pnpe. met qervol ontriag als burgc-t meester ,va n AVi! 1 ernst a d tot plaatsvervangend griffier bij dc Baad v^n Beroep voor de OngevallelTyerzokcring 1c Am sterdam Mr. J, j. II. j, ynn Recnon, advocaat aldaar; op verzoek eervol ontslagen Mej. Mr. G. IL C. Breesnec. commies hij Tm» Rijksarchief io Noord-Brabant te 's Hertog;nboscli; Er is geen enkel feit natuurlijker dan een ander. Alle feiten, die wij kennen zijn even natuurlijk of even mystiek. -JUWEUER AMERSFOORT Roman door ANNA WAIILENBERG. Hij had haar den mantel over haar schou ders g;hangen en bleef n<rg bij -haar staan, llun oogen ontmoetten elkander onderzoekend en ringend. Beiden wisten zij Waaraan de an- er dacht. Beiden geloofden zij dat een van beiden het stilzwijgen zou verbreken. Het was waar dat er in een paar dagen veel kon ge- -e..ien. En waarom zouden zij onder woorden ren gen, wat er miss'chien kon gebeuren en dat reeds nu zijn schaduw over hen wierp? IToe zouden zij van elkaar weg kunnen gaan zon der dit te doen? Het was immers een afscheid, misschien een afscheid voor goed! Maar het woord waarop zij wachtten kwam niet. De seconden vlogen ongebruikt voorbij. Hij liet den mantel los. Inga knoopte hem dicht en trok haar handschoenen aan. Zij ging den drempel over terwijl zij nog eens zei ..een gelukkige reis" en de gesloten deur was tusschen hen. Het geluid vaiT het slot klouk lang in haar ooren na, hard en heslist, als de afsluiting van iets, dat niet weer te vinden zou zijn. Was dit het einde? Werd zoo een goed en blij tehuis voor haar gesloten? Zou zij hier nooit meer komen? Och, morgen zou zij daar immers weer zitten bij'haar boeken. Maar dit zou niet hetzelfde zijn. Arthur zou er niet meer wezen. En wanneer hij terug kwam Hoe zou liet dan zijn? ITij had gezegd dat er veel in een paar dagen kon gebeuren. En wie kon dat we len? Toen hij dit zeide had hij aan Magnus gedacht evenals zij/ Magnus was zoo goed als hersteld, morgen of overmorgen, in ieder ge val, moest de beslissing vallen en zij wist niet wat die met zich brengen zou. Hij had een vreemdsoortige macht over haar, Magnus. Zijn sterke wil dwong haar dikwijls de dingen van zijn standpunt te zien, tenminste, zoo lang zij onder den indruk was van zijn woorden. En bovendien had zij hem hoop gegeven door haar dagelijksche bezoe ken. Als zij maar iemand had om zich aan toe te vertrQuwen Arthur? Neen, hij ging op reis, en nu had zij hem zoo noodig gehad. Intusschen, hoe zou zij niet hem oyer deze zaak kunnen spreken? Zii had hem immers zelve gevraagd het onderwerp niet aan te roeren. Het was gevaarlijk voor hen om over gevoelens te spreken. Zij zouden zoo licht een teer punt aanroeren. O, deze ongelukkige verlovings-gcsehiede- nis ter wille van Edit! Als die er niet geweest was, zou zi.i in vol vertrouwen tot hem kun nen gaan .als tot een vriend die er geheel bui ten stond. Zij zou haar hart uitgestort hebben over alles wat in haar streed en haar beroer de. En hij zou haar geholpen hebben Was dat zoo zeker? Zou hij haar geheel on partijdig geraden hebben? Toen zij nog even in de hal stonden en hij haar aan haar mantel hielp, had zij een oogen- blik verwonderd gestaag alsof hij haar op een andere wijze liefhad dan alleen als vriend. In zijn"blil$ had zooveel warmte, zulk een drin gende vraag gelegen. Was het mogelijk? Maar waarom Iiad hij dan niets gezegd, terwijl zij daar zwijgend stonden en in eikaars oogen zagen met zooveel vragen tusschen zich'? Was het omdat zij hem eenmaal van zich gestooteii had door woorden, die iemand'diep wonden moesten? Had zij hem niet te verstaan gege ven dat hij niet wist wat liefde was? En had dit misschien zijn lippen verzegeld? Neen, och neen, duizend maal neeh! Men laat zich dc lippen niet sluipen door zooiets. Wanneer hij haar beminde zou de bekentenis daarvan hem ontsnapt moeten zijn: Maar hij had gezwegen, en morgen ging hij* op reis. Ging op reis ofschoon hij wist dat haar toe- komst morgen of overmorgen beslist zou wor den, en dat zij daarna misschien voor altijd verdwenen zou zijn. Neen, dat was een dwaze gedachte. Hij wist niet wat liefde was, hacl het nooit geweten, zou liet nimmer weten. Of misschien 2011 ziiii liefde nóóit haar gel-den. XV. Den volgenden avond, toen zij de trappen van hel ziekenhuis afliep, was dc verhuizing van Magnus op morgen bepaald. En verder had zij beloofd een paar uur voönU»t zij naar haar werk ging, hem tc helpen bij het uit pakken en het installeeren van zijn nieuwe woning. Hij verheugde zich over dc verandering als een jongen, en_den gcheclen tijd terwijl Inga hij hem zat, had hij pionnen gemaakt wat hij zou doen wanneer hij weer in het gewone leven terugkwam. Hij zou zich in verbinding stellen met allerlei menschen, groote zaken gaan doen, een kantoor en huis huren. E11 in al deze toekomstbeelden had Inga haar plaats. Zij zou ingewijd worden in de voorbereiding er van. Zij zou overal hij zijn en genieten van de voordeden. Zij zou geraadpleegd worden in alles wat er moest worden aangeschaft. Maar meestal bleef hij staan bij de allernaaste toekomst, den dag van morgen waarop hij verhuizen ging.'Hij leende hot hotel zeer goed, want hij was er vroeger wel geweest. Er was een gezellige salon, waar de menschen bijna nooit kwamen vóór laat in den namiddag. Daar konden hij en Inga dus ongestoord zit ten. Zijn oogen hadden geschitterd onder de be schrijving van dit vriendelijk verblijf, maar zij werd bang als zij er aan dacht. Zij moest nu denken aan het uur van opheldering, dat "iet langer verschoven kon worden. En Magnus met zijn zekerheid! Mocht hij zich nu en dan berouwvol tooncu en niet vol komen zeker zijn van zijn taak. in ieder ge val scheen hij het zich niet anders voor te stellen dan dat met een weinig moeite alles weer in het oude spoor zou komen. Hoe zou hij het opnemen wanneer zij hem antwoord- dc dal zij nfet hetzelfde voor hem gevoelde als vroeger, dat zij althans tijd wou hebben om het met ziclizclvc uit tc maken. Zou deze verklaring hem zoo teleurstellen dat liet ccn nndecligen invloed op zijn. gezondheid zou hebben? Was zij onmisbaar voor hem gewor den? En als zij het zeidc, 7011 zij dc verant woording op zich ddrven nemen om hem tc verlaten? Of zou het medelijden dc overhand hebben? En zijn beminnelijkheid, zijn over tuigende warmte in taal en manieren, zouden die vermogen haar tc*overtuigen dal het slechts haar gewonde trots was, die zich tusschen hen stelde en dat zij hem inderdaad nog lief had? O, zij was zoo bang. voor hem. en zij wa«. bang voor zichzelve! Zij ging het ziekenhuis uit en toen "zij do deur opende sloeg haar een koude, ruwe, vochtige wind tegemoet. Een oogenblik stond zij stil en zag om zich lieen. liet was werkelijk een eenzame buurt aan de^n kant van dc stad, ofschoon de groo te, nieuw gebouwde huizen niet ver van daar zichtbaar, waren. Maar vóór haar strekte zich" een moestuin uit, ingesloten door planken, schuttingen, waarvóór een paar kale'populie ren stonden. Stond daar niet een donkere figuur, half verborgen achter een der stammen? Gewoon als zij was beschermd cn verge zeld te worden van haar eerste schrede af i» dc verlaten straat, was de eenzaamheid haar nu vreemd en de verbeelding deed haar on rust stijgen, zoodat zij bijna meer op een draf dan gewoon looiend voortstapte op 't trottoir, (Wordt vervolgd'^.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 5