ASVSERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" ®ooi3 de !joa§d' A DERDE BLAD. Voor de Kleintjes. lee Jaargang No. 197 Zatardrg 14 Februari 1920 Grootmoedertjo. (Slot) nr „Al weer Innemen? Weet jc ^el, dat jc een kleine «hriiigelaftd fccr.:, grootmoedertje „Ik wou it zoo graag gauw beter maken, en 'dokter zegt, dat trouw innemen daartoe het beste middel is.'*» „Hij kon geen gehoorzamer verpleegster ge- Troffen hebben voor zijn ongeduldigcn patient! Wil ik eens opstaan, grootmoedertje vertelt- mij, dat dokter het verboden heeftpraat ik wat veel, grootmoedertje beweert, dat ik me kalm ir.oct lioudcnheb ik geen trek om alles ill te nemen, wat de. dokter mij gelieft voor te schrijven, grootmoedertje rust niet, vóór ik lies gebruikt heb. En het gekste van alles is, dat ik, grootc man, over mij den baas laat spelen door het kleine nest cn gehoorzaam al les doe, wat zij verkiest. Wil je wel gcloovcn grootmoedertje, dat ik lust krijg eens in op stand te komen legen zoo n dwingelandij „Kom, kom, u -bent weer veel te druk, u möest wat gaan slapen. Ilct eerste uur kom ik u met niets plagen", cn lachend schikte grootmoedertje de kussens cn dekens wat te recht, schoof de. gordijnen van dc bedstee half dicht cn begon aan haar huiselijke bezig heden. Prï'o weken waren reeds vcrloopen sinds den avond, waarop dc vreemde schipbreuke ling in Wouters' huisje liefderijk was opgc nomen en nog steeds hield een dcodclijkc zwakte hem aan dc schamele legerstee gekluis terd. Zijn leven was nu buiten gevaar en daartoe had grootmoedertje's zorgvolle ver pleging niet weinig bijgedragen. Toen hij uit zijn bcwusteloozcn toestand ontwaakt was, lind dc vreemdeling verwon derd rondgekeken cn gevraagd, wat er ge beurd was en waar hij zich bevond. W'ederkcerig vertelde hij, dat hij zich aan boord van de „Emma"' bevonden had, om uit Vmcrilca huiswaarts tc keeren; zijn zaken h idden hem ccnige maanden geleden naar liet* '■ei-re westen geroepen en hij was nu op zijn crugreis naar Bremen, waar bij thuis hoorde. De schipbreuk had hem alles, wat hij aan geld cn goed bij zich liad, ontnomen en hij zag zich dus verplicht, gebruik te maken van dc gastvrijheid, die hem in het arme gezin >an Wouters zoo gul werd aangeboden. Do langdurige zwakte, die een volkomen rust van eenigc weken noodzakelijk maakte, w as den heer Lahn zoo heette dc vreem deling om verschillende redenen zeer on aangenaam: ten eerste bezwaarde het hem den armen visschcr zoo lang lot last te zijn, maar dit kon hij later door een ruime beloo ning vergoeding; ten tweede verveelde hij zich, en ontbroken hem natuurlijk alle midde len om die plaag te verdrijven. Urenlang lag hij naar grootmoedertje te kij ken, als zij aan haar huiselijke bezigheden wasen meer en meer bewonderde hij dc zorg cn toewijding van het jonge meisje. On willekeurig was hij haar, evenals dc anderen, ,.;;rootmocdcrtje" gaan noemen, en zij scheen dit heel natuurlijk te vindon. Ook nu weer openden zich dc gesloten oogen al spoedig om in het kleine vertrek rond te zien met een droomerigen blik, die ion slotte zooals gewoonlijk op groot moedertje bleef rusten. Zij stond met den rug naar hem toe voor een klein kastje cn scheen zich ongezien te wanen. „Wat voer je daar toch uit, grootmoeder tje Verschrikt keek Mickc om en flap I ging dc deur van het kastje dicht. „En wat slop je daar zoo haastig weg ..Ach, vraag u dat niet," smeekte grootmoe der! je, terwijl zij tevergeefs den blos trachtte ie verbergen, die haar "wangen plotseling kleurde. Doch mijnheer LaliiVs nieuwsgierigheid was nu eenmaal gewekt en liij wilde cr liet zijne van hebbon. „Kom, grootmoedertje, Zeg het mij maar I Ik wou het zoo graag weten," vleide hij, tot dat Miekc geen kans ziende zicli uit de ver legenheid te redden, er eindelijk aarzelend uitbracht „Het is maar een oude sok van Vader." „Een oude sok? Och kom je wilt mij fop pen „Nee, het is werkelijk waar." „En wat doe je daar dan mee „Ik bewaar er dc centen in, die ik soms eens overhoud," bekende grootmoedertje „maar," voegde zij er haastig aan toe, „cr zit nog bijna niets in, want bet gebeurt niet dik wijls, dat ik wat overhoud." „En w at deed jc nu zoo even Toen stopte je cr toch niets in, geloof ik. Is het wel?" „Nee, ik haalde cr wat hit."1 En zij keek den lastigen vrager aan met een blik, die duidelijk zei„is het nu nog niet genoeg Maar de heer Lalm scheen zoo gauw niet tevredenalthans hij ging voort „En waarvoor bewaar jc dat geld „Eerst moet Jaaplce een paar nieuwe klom pen hebben, en dan „Nu, en dan y „U zult mc uitlachen." 'r „Nee dat zal ik nietZeg hef mij maar'gc- fust." „Dan wil ik heel, heel lang sparen, wel jarenlang denk ik, om Vader een nieuwe schuit tc koopen." Grootmoedertje kon cr gerust op zijn, dat '<le vreemdeling haar niet uit zou lachen; in tegendeel, het scheen wel, of zijn oog voch tig werd bij het lioorcn van baar eenvoudige, kinder! ijk e b eken ten i s „Je bent een goed, lief grootmoedertje," zei hij op hartelijken toontoen sloot liij ver moeid dc oogen en bleef langen tijd peinzen over hetgeen hij zoo toevallig ontdekt liad. Grootmoedertje liad dus in 't geheim een spaarduitje en daarvan had zc nu, zonder zucht of klaclit in den laatsten tijd telkens wat afgenomen (want hij herinnerde zich nu, dat zij het meer dan eens gedaan moest heb ben), om rond tc kunnen komen, nu dc on verwachte ga>f de kosten van het huishou den zoo lang bleef vermeerderen. En de bestemming van die met moeite sa mengebrachte penninkskens Iloe kinderlijk eenvoudig, Loc vol vertrouwende liefde I Terwijl hij dit alles lag te overpeinzen, rijp te in hei brein van den zieke een plannetje, dal een blij tien glimlach te voorschijn riep on zijn bleek gelaat. Iioe verlangde hij naar den dag, waarop hij liet ten uitvoer zou kunnen brengen, cn hoe verdroot hem zijn zwakte, die zijn geduld op zulk ccn zware proef Mel de IV Vroolijk klonken heldere kinderstemmen langs liet stille strand, waarover dc avond schemering zich reeds begon te verspreiden. Het was een aardige groep, die Iiissclic, blo zende visschersjcugd, die zingend van de dui nen kwam hollen om dc kleine huiswaarts kcerendo vloot te zien binnenloopcn. Menig scherp kinderoog herkende reeds van verre dc stoere gestalte van Vader of broer, en menig handje wuifde met pet of zakdoek om wederkecrig dc aandacht tc trekken. Snel naderden de lichte vaartuigen, cn en kele oogcnblikken later, toen alle voor anker lagen, lieerschte aan het strand ccn grootc bedrijvigheid. Dc grootste jongens en meisjes plasten met bloote voeten door liet water om de netten en de manden met visch aan tc nemen, die hun van boord werden toegereikt Overal weerklonk vroolijk gepraat cn gelach ieder wilde'oen handje helpen en, zoo moge lijk een duitje verdienen. Ook grootmoedertje was toegesneld en had al'spoedig haar weg gevonden naar de schuit van buurman Teunis, met wien Vader altijd voer. „Dag Vader P en op haar tcenen slaande, kon zij *uist <lc grootc, vereelte hand berei ken, die baar over den rand van het schip werd toegestoken. „„Dag Tcunisbuur, ccn goede vangst ge had ,,'t Kon wel beter, grootmoedertje I Maar wat za'k jo zeggen, 't zit 'm in 't weer. Moet jc een paar centen verdienen .Asjeblieft Tcunisbuur on grootmoeder tje hief haar stevige, door dc zon gebruinde armen omhoog, om dc groote mand met viscli aan tc nemen, die zij, zooals gewoonlijk, vcor Teunis naar huis moest dragen. ,Kom je gauw thuis, Vader 'lc Zal zorgen, dat je een warme kom koffie vindt, hoor Aart, Jaapke, vooruit jongens mee naar huis. Kom zuskc, hou jij mijn rok maar vast." De kleintjes, die aan het strand zaten tc spelen, volgden gewillig, cn een half uurtje later, toen Vader ook thuis gekomen was, za ten allen gezellig om de tafel bijeen Wouters tussehen zijn jongens in en Truitje op groot- mocdcrtje's schoot. „Morgenmiddag zeilen we alweer uit cn dan blijf ik wel een dag of wat weg, denk ik, „zei Wouters. „.Ta," ging hij voort, toen bij dc teleurgestelde gezichten zag, ,,'t is wel wat gauw, maar denk eens aan, jongens dan heb ik ook ccn aardig duitje verdiend en zullen we Zondag samen eens smullen, 't Is anders den laatsten tijd maar schraaltjes geweest, nietwaar grootmoedertje Dat zieke heer schap zoo lang over den vloer, was ook geen voordeelmaar dat kon de stakkerd niet hel pen, dus daar wil ik niets van zeggen. Iloe zou hij 't toch maken cn zouden wc nog wel eens ooit wat van hem hooren „Toen bij wegging, zei hij, dat hij ons nooit vergeten zou, cn eens een brief zou schrijven. Zou hij dat heusch doen, Vader?" „Waarom niet, kind Aan jou goede ver zorging heeft hij zijn leven te danken en het zou wel heel ondankbaar zijn, als hij dat ooit vergat, al ben je maar een arm visscherskind!" Of de -vreemde heer zoo ondankbaar was on het. arme visscherskind door hern vergelen werd Dicnzclfden avond nog had grootmoedertje hierop het antwoord kunnen geven. Toen de kinderen in bed lagen cn ook Vader van vermoeidheid in den dut geraakt was. opende Miekc zacht het kastje, waarin zij Vader'.s oudé sok bewaarde; jij wilde er de centen in bergen, die Teuni3buur haar voor het dragen van zijn vrachtje gegeven had. n k Ben blij, dat er weer eens wat in komt, Jaapkc^zal toch nog lang op zijn, klompjes moeten wachten, en Vader's schuit peinsde grootmoedertje, terwijl zij de sok te voorschijn haalde. Maar wat was dat Droomde zij, of was het werkelijkheid Boven op de sok lag ccn net, dicktgclakt pakje, waarop met groote let ters iets geschreven stond. Grootmoedertje v/reef zicli dc oogen uit, nam het pakje in de hand om het van dichtbij te bekijken, cn ja wel daar stond heel duidelijk „Voor grootmoedertje, van haar dankbaren vriend Lahn." Miekc begreep cr niets vanwaar kwam dat op eens vandaan, en hoe kwam het juist op die plaats Zij kon haar nieuwsgierig heid echter niet lang bedwingen cn haastte zich het geheimzinnige pakje te openen. Wie Schetst haar verbazing, toen zij daarin ver scheiden bankbiljetten vond, die zij ia haai" leven nog nooit gezien had, maar waarvan zü toch wel eens gehoord had, dat zij even goed als geld waren. „Vader, kijk toch eens Toe Vadertje, word gauw wakker en zie eens, wat ik hier heb liep Mieke, terwijl zij Vaders arm zachtjes schudde cn hem het pakje voorhield. „Kind, wat is er aan dc hand vroeg Wouters opgeschrikt uit zijn heerlijk slaapje; „wat sta je me toch te schudden ,wat is er?" cn nog haff slaperig wreef hij zich dc oogen uit. „Kijk dan toch. Vader.! Dat is er l" Verbaasd staarde Wouters eerst dc bank biljetten cn toen zijn kind aan cn zijn vragen de blik zei duidelijker dan woorden„wat beduidt dat?" ,,'t Is van mijnheer Lahn, dat staat Builen op het pakje; lees maar, Vader. Maar hoe liet hier gekomen is, cr\ nog wel in dat kastje, dat begrijp ik niet. Maar zeg, Vader, hoeveel is het wel „Hoeveel het is? Wèl kii\d, laat ik cms tellen. Dat zijn cr ccn, twee, drie, vier, vijf, elk van honderd gulden. Maar kind, dat is ccn schat Vijf honderd gulden l'1 „V ij f li o n d c r cl guide n O Vader, daar kan je zeker wel ccn nieuwe schuit voor krijgen I" En Miekc danste van blijdschap in bef ka mertje rond, terwijl zij vroolijk juichte„Een nieuwe schuit, ccn nieuwe schuil, een nieuwe schuit voor Vader 1 „Wat is dat liier voor leven Klonk plot seling een vroolijkc stem cn lachend keek oude Daan, liun naaste buurman, om het hoekje van de deur. De goede oude wist cr alles van cn kon onmogelijk tot den volgenden dag. wachten met tic mededecliug, die hem op dc tong brandde. De vreemde heer had hom bi den arm ge nomen en door zijn bemidtji ling was liet geld, hem uit Bremen toegezonden, in Micke's sok terecht gekomen. Van hule deelde de trouwe buur in het geluk der arme lieden cn hij was er maar niet over uitgepraat, hoe dc vreemde lieer grootmoedertje gcpre;:cn had, tot einde lijk Mickc lachend uitriep: „Och kom, buur, je maakt cr wat van Maar o", volgde cr in één adem op, „wat ben ik toch blij, wat ben ik toch gelukkig cn z'j bief haar van vreugde stralend gezichtje naar Vader op, die haar naar zich toe trok cn ste- i in zijn armen sloot, terwijl hij dankbaar zei „Mijn lief, best grootmoedertje!" Twee maanden later, qjj ccn mooien zomer morgen, lichtte ccn net, rank vaartuigje het anker vóór zijn eerste zeereis. In den eige naar, die zijn kinderen uit de verte nog een vaarwel tocwuil't,.herkennen wij Vader. Wou ters; cn wie het aardige meisje i>; dat hem met stralende oogen zoo ver mogelijk na staart, behoef ik zeker niet to vertellen. Dat het verhaal van Mickc's oude sok dc ronde had gedaan door het gansdie dorp, daarvoor, had oude Daahjs&rzorgd, cn onder de seliarc, dip. zich belangstellend aan het strand verzameld had, was cr niemand, die. niet van harte instemde, toen dc oude 'man, zijn muts zwaaiend, uitriep „Hoera voor grootmoedertje Zonneslrnaüjes. Over den gladden sneeuwweg liepen zij voort met kleine, voorzichtige scliuifelpasjes om niet to vallen. De een, Bep, schuw om zich liccn kijkend naar de verraderlijke sneeuwballen cn de ander starend naar het grijsbontc mutsje dat op dc blonde krulletjes van haar vriendin op en ucer deinde op dc nlaat van haar pas. „Maar", begon Mies „ik kom er op lentg cn jc kunt zeggen wat jc wilt, ik vind het onziu om ons nu half dood to loopen voor zoo n sclioolmamselr die iij nou interessant vindt,-' „Nou, ijou, kalm ccn hoMjc zeg, denk eerst eens goed wat jc zegt, en trouwens in dc eerste plaats heeft zo. als juffrouw die ons les geeft liet gewone recht op ccn verjoringsca- deautje. En nu de andere meisjes het niet doen, vind ik het erg zielig voor haar, als zc niets krijgt.*' Bcp's vroolijk gezichtje keek erns tig. „Zc j's altijd zoo droevig Miepic licusch, geloof mc, zc zal Ook geen prettig leventje achter zicli lxebbcn. En van ochtend, toen jul lie haar zoo plaagden met -dien c-cnen zin, dien zij op zoo'n vreemde manier zei, je weet wel van Aan de verraderlijke moeraskoort sen sterven veie menseden", toen vroeg ze ons zóó dringend en smöckend orn stil tc zijn cn keek zc zóó droevig, dat ik echt meelij met baar kreeg. liet was ook nog wel op haar verjaardag Top Miep, geloof mc nu Maar Mies was al lang gewonnen cn nu vul vuur over wat mooi zou staan in dat blauwe vaasje, waarmee zc na lang zoeken geslaagd waren als cadeau. „Goed, ik weet wat. Pij van ICessel slaan van die beelderige oranje tul pen, die zullen in het vaasje snoézig zijn cn juffrouw Ravers houdt'nogal van die kleur." Zij kwamen in het bezit van dc verlangde bloemen, die mooi afstaken tegen dc lichtgroe ne jas van Mies cn het blauwe vaasje, cn gin gen naar huis, dwarsdoor het p,avk he-eiv waar zij samen genoten van liet verrukkelij ke sneeawgezicht. „Zeg Beppie, je bent toch eigenlijk een rare j meid. Weet je nog met Sinterklaas, op mijn kamer, toen wij samen aan t suprises waren maken en jij bonbons voor Rafic gekocht had, maar omdat zij jou 's ochtends berispt had, wij ze lekker oügcsnocnt hebben Zc waren nu thuis gekomen, Bep hoefde nog maar drie stappen te loopen, want liet waren buurtjes. „Nu dag, tot vanmiddag vier uur hoor, jc bek wel ch ic keer, hé „Ja goed. Atjuus." Dc beide schoolvriendinnen vlogen met twee treden tegelijk de trappen op cn verdwenen achter de zware eikenhouten deuren. Een zaam cn verlaten lag nu in blcekc witheid dc stille, -deftige straat. Tegen vier uur liepen dc twee vriendinnen gearmd door dc straten cn bepraatten druk juffrouw Ravers, terwijl Mies voorzichtig liet vaasje met tulpen in haar rechterhand hield. „O zeg giebelde zc „Bep, ik v ind liet toch zóó griezelig, dat we nu dic stijve Ravers ccn bezoek gaan brengen, terwijl ik vanochtend nog na twaalven moest schoolblijven. Ik weet heusch niet, in wat voor plooi ik mijn gezicht moet trekken „Kom, kom had Bep toen geantwoord, die nooit veel woorden verspilde en zc had <<c zwarte krullen van "Mies naar achteren ge gooid. Ze belden bij bet stijve huis in dc saaie straat waar „Rafie" on kamers woonde, aan. „O 1" fluisterde Mies in eens verschrikt, „wat moet ik in sliemels naam'zeggen Daar komt in vollen vaart een vriendin voorbij bollen, zeker van dc gymnastiek, want haar witte schoentjes bengelen aan één veter over haar schouders. Een cn al verbazing staat zc plotseling stil cn zegt, op het puntje van haar vlecht bijtend „AVat mankceren jelui ga je naar Rafic tsjonge, tsjongc, wat zijn wc aardig cn wat zetten v-c ccn bciH'alc- nisgezicht 1 Maar vóór Bep cn Mies konden antwoor den, was dc deur geopend door do stijve, ma gere hospita cn gingen zij „in het hol van den leeuw", zooals Bep (luisterde. Schoorvoetend gingen Zc de trap op naar boven, waar zo van uit een donker portaaltje in een nog donkerder kamer geduwd werden, waar alleen cn dat zagen zo goed juf frouw Ravers als e„n zwarte silhouet in den Iioogcn leuningstoel afstak togen het vale licht van ccn lantaarn, dat door het lage raam drong Toen dc lioogc, schelle stem van do hospita aankondigde„Juffrouw Rovers, hier is v isite voor u sprong ze oji met een verschrikten ruk cn ontstak haastig hel gas licht,, dat dc grootc, holle kamer duidelijk dood uitkomen. Vol verbazing staarde zij de vriendinnen aan, maar weldra stond haar ge zicht weer even stïnk on bleek als anders cn bood zc het tweetal oen stoel aau, al wist zij nog niet veel to zeggen. Maar Bepdie Rep! Mies stond ver baasd over haar. Bep praatte en koutte aan één stuk door cn bracht juffrouw Ravel's hec- lcmanl op streel,:, feliciteerde voor Mies mco, dic maar zoo'n beetje stotterde en gaf liet vaasje met tulpen, waar „Rafic" verrukt ovci' was en dat weldra midden op tafel tussehen de verspreide boeken troonde. Met z'n drieën za.en zij nu voor de brommende, warme ka chel te praten. Er was dien middag nog nie mand geweest behalve Bep cn Mies, vertelde juffrouw Ruvcr». Zc dronken thee uit kleine, fijne Indische kopjes. „Wat aardige theekopjes" zei Mies om ook QQ s wat te zeggen. Maar dat berouwde haar weldra. „Ja, <Uc heb ik nog van mijn broer gekre gen" antwoordde „Rufie" zacht '.hij was in indie.Ken dikke traan viel op baar kramp achtige gevouwen handen. Julfiouw Ravers huilen dat hadden Mies on Bep nog nooif gezien. Met grootc ver schrikte oogen keken zij haar aan cn schrok ken toen „Rafic" cr met moeite uitbracht „En van morgen is de brief gekomen dat liij dóód is gc .torven aan malaria Inéén-; doorflitstc-hci Mies' brein, dat zij haai* van ocalcml r.oo geplaagd hadden met dien ccnen zin, dien ze zcide van ,Ann dc verrader lijke moeraskoortsen sterven vele mensclicn." O hoe vrcesclijk mo> t dat zijn voor een klas met giebelende meisjes te staan, geplaagd cn gesard tc worden, terwijl jc hart vol ver driet is! En Mies, groote, donkere oogen vul den zicli met tranen. Ja, Bep had gelijk, Rafic had ccn treurig leven. En zc sloeg haar armen om juffrouw Ravers' bals en troostte haar met zachte, innige woordjes. Om half zes namen zij afscheid, niet met veel woorden, neen, maar de juffrouw voelde de hartelijkheid wel van hun handdruk cn hun ernstige gezichtjes. Zc daalden vlug cn licht dc trap af, zoo'n echte nauwe trap met ccn tou v ah leuning, terwijl zc boven nage staard werden door juffrouw Ravers, die zicli bukte om nog iets van de ranke- figuurtjes tc ontdekken, welke als ccn glimpje vreugde haar eenzamen, ïreurigen middag waren komen ver helderen. 1*«i r.c mompelde voor zicli heen „zonnestraaltjesJ" Op straat waren de beide vriendinnen nog stil, onder den indruk van het gehoorde, maar toen zij bij huis waren, waar (1c blanke stille straat eenzaam voor lien lag, toen (luis terde Mies haar vriendin in't oor: „Jc had gelijk, hoor Beppie J PAULINE. Daarop had hij rslst gereksnd Op ccn groot buiten zou een diner gegeven worden. Het huis was door een prachtigen tuin omgeven en liij den ingang van het hek stond do wkmiijg van den portier, die niemand toegang mocht verlecnen dan volgens hem ge geven orders. Een visschcr. met ccn mand lekkere visch meldde zich aan. „Nu," dacht dc portier, „kan ik mijn slag slaan,,. Dat komt juist van pas," zei hij legen don koopman, „wij hebben reeds uitgezien naar visch, want daaraan is vandaag grootc be hoefte. Er is van avond diner en ge kunt goedo zaken doen.'' „Prachtigzei dc. visscheiv maar terwijl liij door de poort naar binnen wilÖb gaan, zei de portier: „Ik verleen je alleen toegang tot het huis op voorwaarde, dat ik (1c helft krijg van den prijs. dic% jc ontvangt, want je kunt vragen wat je wilt." De visschcr dacht even na en zei: „afge sproken Daarop naderde hij liet buis, schelde a »it en vroeg der, baron te spreken. Deze was ojt-J getogen, dat bij zooveel visch voor zich zag.» als liij maar verlangde on riep uit: „Gc komt als een redder in den nood, man I Al uw visch wil ik koopen." „Ja, zei nu dc visschcr, „als ik maar krijjf wat ik verlang'.1 „/.eg maar, wat gc hebben wilt. "Wat moet ik geven „Wel meneer, gij geeft me toch niet, wal Uil verlang". „Dat zult ge eens zien, kom "M aag maar." „Nu, meneer /al in zijn vuistje lachen#! maar niets minder dan wat ik vraag er\ an* dér.s geen visch." „Hoeveel moet 't zijn?'* „Honderd slagen on de viscli is voor u V* „Die man schijnt niet goed liij het hoofd te» zijn,'' dacht dc br/ron, terw ijl bij Item vragend aankeek, of liij t wel meende. „Wis on zeker!" hernam dc vis-uher. ..Ik dacht het wel," voegde bij cr nog aan toe. „Maar wie geeft ccn koopman klappen Vi"»rj goede waar „Dic wijs is on 1 cc ren wil van" een ccnvou-j dig on eerlijk man." „Daar steel;-: wat achter!" dacht dc baron: het is natuurlijk oen grap." Daarop liet lü|t één zijner bedienden komen, sprak met hemi oyer dc zaak on zei, dc schouders ophalend „Als 't niet anders kan, dan in vredesnaam.'^ „Weet go wel, wat gc gevraagd hebt?'! vroeg dc bediende. „Zeker 1" luidde liet antwoord. X. „Nu ga jc gang dan maar!" gebood dc ba- J ron „maar (terzijde sprekend) behandel licnv tl zacht." De visch, werd neergezet on eerlijk lie- tanld. Toen vijftig slagen gegeven waren, riep} de visschcr: „Iliuul op „Nog vijftig zei do baron, <Tt'e wel' be greep, dat. zc niet lc hard wanm anngchomen „dat is afspraak." „Goed," zei de visschcr, „maai* ik heb -re vroegere afspraak gemaakt on wel met <l-i\ portierliij zou dc helft van don prijs in:"*- krijgen." Nu ging er con licllt op voor den baron on 7.ijn knecht cn in een oogwenk vvns ook dn portier in het vcrirck. Mij ontving zijn deel, maar zóó, dat bij liet danig voelde, cn niet. licht vergelen zou. Toen dc visschcr de poort uil- ging, liet dc heer des huizes hom zelf uil- Meer dan voldaan verliet de vissclier het buiten, cn gedurende hel diner werd het voor val verteld on menig woord gc -proken (>\ur eerlijkheid on oneerlijkheid, over venEend* loon on zijn slag willen slaan op ongcodf* loofde wijze. Luchtvaart Een Zcppelin-vlicgboot naar Nederland. Naar wij vernemen zul eerstdaags ccn Zef*» pelin-vlioboot noor Nederltmd komen tot bot! houden von demonstraties. De plaats waar dab zul plaats hebben is nog niet vastgesteld, maar vermoedelijk zal bet tc Amsterdam ol IC RqN terdam zijn. De bedoelde vlicghoot is geheel uit Dun* aluminium vervaardigd cn heeft twee Moyhacli»^ motoren van ieder 275 pnardckrachtcn. Zij nr. ingericht voor reizigers en kon, behalve be stuurder cn mecanicien, 6 personen bevallen. Het is ccn één-dekker, waarvan de motoren bovc-n den vleugel achter elkaar geplaatst zijn* Do boot is een handelsvliegtuig. In Zwitser* land hebben cr reeds demonstraties met tow* risten mede plaats gehad, welke, naar mert ons meldt, uitstekend geslaagd zijn. 'Deze vlicghoot bezit nog het voordeel, dat zij niet in een hangar behoeft opgeborgen Iff worden, doch gewoon in de open lucht vooP anker kon blijven liggen. AGENDA. Vrijdag, Zaterdag, Zondag en Maandag» bioscoop De Arend„De Circuskoning." Dagelijks: Museum Flehito. Bioscoop Langcstraat. 13—16 Febr. Dak Zigcur.erprinces. 1719 Febr. Levensstrijd* 17 Febr. Rem. Kerk (Piot. Bond). profL Eerdmans. Lezing: „Godsd. en kapitalisme"#. 3 uur. 17 Febr.: „Dc Arend", lutv. dam es-zang-» koor, ten bate T. B. C. 8 Maart: Amicitia, Volksavond „Tooiï^ kunst". 9 Maart: Amicitia, Uitvoering „Toon? kunst". Wol ophouden. door C. II, Kleine Zus, \s il jij mij bclpen Houd die streng dun netjes °P- Z'i> \oor 't rost: mutsje, weet je, Dat il: iiaalc voor Zusjes pop. iWat zal Poppcliesje blij zijn Met liet mutsje op baar bol 't Zal baar voor den wind bescbu' Want 't is lekker warme wol. ichulftEtyi En dat Zus, haar lieve Moesje, Ook er aan geholpen heeft, Is wat voor klein Poppcliesje, Er dc meeste waard' aan geeft.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 9