IGero
AMERSFOÖRTSCH DAGBLAD
Gelderscha Gredieiveraenigiog
ül Middenstands CreMank!
DF
EEMLANDER"
TWEEDE BLAD.
Brieven nit 't zonnige Zuiden.
Opgericht 1866.
Gestort Kapitaal f «0.000.000
Reserven- 4.400.000
Ve&TfGfït alle bankzaken.
BUITENLAND
fcüersföort iw Omstreken.
IMESMCliT Ho. 4. TEIEPHOON «9.30t
Fourneert Cheques
Op Binnen- en Buitenland
i-feefSuitg ebreid Giro-verkeer.,
BINNENLAND
WILLEM GROENHUIZEN f
Zilver I
Alpaca f
FEUILLETON.
Öe Stem van Frankrp
18e Jaargang
No. 203
L»
Zaterdag
21 ^'•'ïruari 1920
Zou wel ooit 'n brief, geschreven door
'n Noorderling aan de Riviera, anders be
ginnen dan met enthousiasme over het
'droomschoone landschap en het heerlijke
klimaat?
Fr bestaat aiie reden toe, want schoon
Is dit landschap en heerlijk dit klimaat.
Althans in de weken en de uren. dat wij
er van genieten En dan nog: is het ook
niet des te verraderlijker? Voor wie uit
hel kille, natte noorden komt, waar het
vroeger in Januari vroor en sneeuwde
maar tegenwoordig mist en regent, is het
wel 'n vreemde gewaarwording om na
slechts 2 dagen reizen hier 'n blauwen
hemel, 'n brandende zon en 'n schier zo-
mersche temperatuur te vinden. Zoo weg
geioopcn van z'n hoekje hij de haard, nog
in mopperstemming over tochtige ramen
en openstaande deuren, kan hij zich op
z'n balcon of 'n bankje aan zee of in 'n
beschutten palmentuin koesteren in den
zonnegloed, welke hem hcusch als bijna
te machtig is.
Van de verraderlijkheid van dit kli
maat weet hij dan nog niets af. En hij ge
looft niet wie hem waarschuwt, dat de
winter aan de Rivièra nog niet de zomer
is. Z'n winterkleeren gooit hij uit en hij
beloopt z'n onvoorzichtigheid met 'n
grip.pe, welke de helft van 't genotvol
verblijf bederft, hi de zon is het op het
midden van den dag warm maar tegen 't
vallen van den avond koelt de tempera
tuur sterk af; en zelfs de overgang van 'n
bezonde boulevard naar 'n straat, welke
in de schaduw der hooge huizen ligt, doet
ons ondervinden dit de winter hier van
den zomer slechts den schijn heeft.
Het zachte klimaat dankt de Rivièra
aan de Zee-Alpen, die 'n hoogen, op som
mige gedeelten loodrechten muur vormen
welke de kuststreek beschudt tegen de
Noorder winden. En als dan toevallig nog
een of twee in zee vooruitspringende ka
pen ter zijde beschutting geven, bevindt
men zich in 'n echt broeincstje, dat al
leen naar het Zuiden open is en dus den
gehcelcn dag door de zon gestoofd wordt.
Nu reeds kan men in de middaguren be
selfen hoe schroeiheet hef hier 's zomers
moet zijn, wanneer nog tot overmaat van
ramp dik stof en muskieten het leven
schier ondragelijk maken. Maar de avon
den en nachten zullen dan goddelijk zijn.
De Rivièra is wel een der schoonste
plekjes, van de wereld. In den winter en
't voorjaar 'n Paradijs. V/elk 'n bloemen
pracht en weelderige plantengroei! Tui
nen, die met hun sierlijke palmen en voor
name agaven, met hun bloeiende mimo
sa's, anjers en rozen paradijs op zich-
zell zijn. Hoe verrukkelijke vergezichten
langs de gezellige kustlijn over dc blau
we zee en de witte stad en tegen de groe-
ne bern-n en bruine rotsen, waaroverheen
men nog juist eenige sneeuwtoppen ont
waart.
Maar ondanks alle schoonheid heb ik
Nice niet lief. 't Is hier alles één verruk
king cn men zou zich inderdaad in het
Paradijs wanen, als er maar geen meii-
schcn waren. De natuur vertoont zich hier
op haar schoonst, de mcnsch op z'n lee-
lijksf. filer ontmoeten elkaar zij die door
den oorlog niets geleerd hebben en zij die
aan den oorlog alles te danken hebben. Er
zijn, te nudden van dc ware elegance, ty
pes en excentriciteiten onder, die de
moeite van observatie waard zijn. In het
Casino en de theaters, op dc Promenade
des Annliis en de winkelboulevards de-
fileeren zij van vroeg tot laat. Maar het
protsige en patserige steekt in de oogen,
Zij komen niet voor de schoonheid, voor
het klimaat, voor dc natuur, zij komen
zoor de luxe, voor het spel, voor de lief
de (met een kleine I).
AR&HEiM.
aEEsaESHara.sssGssCTarj
Nice, la belle vendeuse de fleurs et
d'amourl.
't Is niet alleen te Monte Carlo, dat de
speelduivel regeert. Ook te Nice stroomt
't zilver voortdurend uit de zakken der
holhoofdigen en zwakzinnigen in dc kas
sen van de exploitanten der roulette, cn
de overheid duldt dat niet alleen maar
biedt zelfs de gelegenheid; een der groot
ste speelholen is 't Casino Municipal.
Er wordt hier 'n krachtige campagne
tegen Monte Carlo gevoerd. Grootc aan-
plakbillctten schilderen de verschrikkin
gen van 't spel maar op 'n wijze, dat men
zich afvraagt of 't niet veeleer 'n pak
kende reclame is. „Dat moet ik eens gaan
zien", zal menigeen uitroepen als hij de
vreeselijlce dingen afgebeeld ziet, welke
zich te Atpnte Carlo zouden afspelen.
Van de heele collectie platen was er
wellicht maar een welke eenig effect kan
sortecren. lit bedoel die welke de vrou
wen waarschuwt 'tegen t spel, omdat dit
haar zoo leelijk maakt! Ter illustratie
geeft men 't portret van 'n schoone, be
koorlijke vrouw 's ochtends om 11 uur,
en dezelfde 's avonds otn 11 uur als de
passie van het spel haar trekken verwil
dert en veroudert. Dat schrikbeeld is wel
in staat om de Franschc vrouw van de
roulette af te houden. Want er is niets
wat zij zoo vreest als datgene wat af
breuk kan doen aan hare uiterlijke be
koorlijkheden, welke zij tocli al met zoo
veel moeite en kunstmiddelen verzorgt en
bijwerkt. En zou zij dan al die inspanning
aan de speeltafel, dus juist daar waar zij
't meest opvalt, ongedaan laten maken?
Intusschen schijnen de speclgelegen-
heden te Nice zelf zeer te florecren. In
schouwburg en concertzaal is het eerste
wat men bij 't binnentreden ziet 'n drie
dubbele haag menschen geschaard om de
roulette. En 't schijnt hen eerder te prik
kelen dan te ontmoedigen, wanneer zij
hun franken zien weggeharkt worden.
Het seizoen is schitterend. Alle dagen
even zonnig weer en de hotels en pen
sions overvol. Veel Engelschen cn veel
Hollanders. Zij profileeren van de lage
frankenkoers, welke reeds tot beneden de
20 cent gedaald is en 't leven voor hen
hier veel goedkooper maakt dan in 'n
eigen land.
Als 'n Eranschman steen en been klaagt
over de duurte van eenig artikel, zegt de
Hollander, die 't bedrag omrekent in gul
dens; „maar dat is spotgoedkoop, bij ons
kost 't 50 of 100 r/o meer!"
De Franschen weten dat wel en zien ons
niet zoo heel vriendschappelijk aan. Teil
onrechte want wij doen lnin niet 't ge
ringste kwaad. De Hollander is nog al
tijd niet al te best gezien, men is nog wat
jaloersch en beschouwt hem als 'n hal
ven Duitscher. Dat moest ik gisteren nog
ondervinden, toen ik gemengd werd in 'n
ruzietje tusschen 'n paar opvliegende
Franschen cn men mij nariep: ,,il est de
l'autre cöté. Haben Sie gut geschlafen?"
Overigens kunnen wij ons troosten, dat
wij weldra lotgenooten zullen hebben in
de Amerikanen; die men niet goed meer
luchten kan, omdat men zich economisch
te zeer afhankelijk van hen weet. Waar
twee Franschen samen komen, spreken
zij kwaad van de Amerikanen, lit den
trein hoorde ik 'tl Franschman tegen 'n
ander zeggen; „Ziedaar 't resultaat van
den oorlog, wij zijn geen knechten van
Duitschland maar van Amerika gewor
den; voor hen mogen wij werken!"
De toestand is hier niet zoo gunstig als
in ons land. Dc kolennood xloet zich hier
veel scherper gevoelen. Terwij! de direc
teur van de Amersfoortsche gasfabriek 't
publiek aanspoorde om tocli maar veel
gas te gebruiken, opdat de prijs lager ge
steld kon worden, had men hier gaslooze
dagen, en nu is men alweer heel blij al
thans cenige uren per dag gas te hebben.
De straatverlichting is heel zuinig cn 'n
nieuw decreet doet deze nog meer beper
ken over geheel Frankrijk; nieuwe voor
schriften zijn ook gemaakt voor schouw
burgen en café's, waar de verlichting tot
'n minimum wordt teruggebracht.
En nu is crweer meelnood Dc hakkers
kunnen niet genoeg brood, bakken cn zien
hun voorraad in 'n ommezien uitverkocht
iedcrcti ochtend is 't 'n sirtiggU voor
brood. Telkens lelletjes in en voor de
bakkerswinkels. Alweer 'n nieuw decreet
voor hoe! Frankrijk: 2 dagen in dfe week
mogen er geen (aartjes en koekjes gebak
ken worden! Nu 't te laat is'
De Fransclie administratie is nu een
maal niet model. En de gemeenschapszin
is hier nog heel wat minder dan ten on
zent.
En dan moet men Nederlanders, die
hier lang gewoond en rondgekeken heb
ben, eens liooren over de corruptie!
Fr zal dit jaar geen Carnaval zijn. De
vreemdelingen zullen 'i ber.oenule Carna
val van Nice niet aanschouwen. Zelfs 't
werpen van serpentines en confetti is ver
boden. Maar dc bal-inasqué's zullen
plaats hebben. In cenigszins gedcmocra-
tiseerden vorm. F.r zijn geen voorgeschre
ven kleuren voor dc costuums der dames,
'n Bezuinigingsmaatregel. Alleen moet 't
costuum van zijde of satijn „van behoor
lijke kwaliteit" zijn. En de hecren behoe
ven niet eerst gecostunieerd te zijn; maar
zij mogen dan slechls in rok komen. Smo
king is niet voldoende. Dc convcspes aan
de duurte mogen niet verder gaan, opdat
„het cachet der bals er niet al te zeer
onder lijdt".
Wij hebben reeds twee Balaillcs de
Fleurs op de Promenade des Anglais ge
had. Beide begunstigd door 't prachtigste
weer. Dat was 'n bloemenweelde en
oogenstrecling! 'n Paar honderd versierde
rijtuigen en auto's en 'n voortdurend bloe-
meiigevecht. Wie zich dc batailles van
voor den oorlog herinnerde, was teleur
gesteld, Zelfs in dit bloeinenlatid zijn de
prijzen der bloemen ontzaglijk gestegen.
Vroeger kon men voor 3 a 400 francs 'n
fraaie versiering van 't rijtuig doen uit
voeren, thans was er 1000 1200 fr. noo-
dig om iets niet al te banaals te vertonnen
En kostten dc „projectielen", dc bouquet-
jes waarmee men elkaar werpt, 5 francs
de 100, ditmaal liep de prijs tot 25 fr. op.
Er moest dus wel vereenvoudigd worden,
maar aan de geanimeerdheid heeft dat
weinig afgedaan.
Polifieb Overzicht
In hare commentaren over de jongste be
sluiten van de thans in Londen vergaderde
vredesconferentie legt de Fransche pers een
merkwaardige beknoptheid aan'den dag. De
veelheid van de behandelde onderwerpen
schenkt haar gelegenheid om zich kort af te
maken van wat voor Frankrijk mind or non-
genaam is, voor zoover zij er niet geheel
over zwijgt. De algemeene indruk ken hierin
worden samengevat, dat de voorloopige uit
komst voor Frankrijk niet ongunstig is en
dat men de verdere beraadslagingen met
vertrouwen kan. tegemoet zien.
In dc kwestie van de uitlevering drr oor
logsmisdadigers wordt in min c-f meer be
dekte termen de nederlaag van cle Franschc
diplomatie toegegeven onder opmerking
echter, dat die ruimschoots wordt goedge
maakt door het feit, dat Frankrijk in de veel
gewichtiger kwestie van Konstanlinopel zijn
standpunt geheel heeft kunnen handhaven.
De Temps brengt een beloog, dat nu er be
paalde besluiten genomen zijn, het voor de
discipline onder de bondgenootcn noodig is,
dat alle partijen zich daarbij neerleggen.
Wat cle besluiten tegenover Duitschland be
treft, moet bovenal worden geconstateerd,
dat er geen bres in het verdrag gelegd en
geen precedent geschapen is. Over de
ko'enkwestie £ijn besprekingen gaande cn
het is dus voorbarig daarover te spreken.
In de kwestie der uitlevering van de oor
logsmisdadigers hebben de geallieerden,
wanneer Duitschland zelf de vervolging op
zich wil nemen, niet het rechl zulk een ver-
volding le verhinderen. Zij zullen zich dus
er mee vergenoegen een commissie te be
noemen, waarvan Jules Combon voorzitter
zal zijn, om de bewijsstukken le verzamelen
voor de schuld der personen, die men voor
den rechter gebracht wenscht te 2ien.
De Fransche minister-president Millerand
heeft tegenover een medewerker van do
Echo cle Paris er nadruk op gelegd, dot dc
uitkomst van de beraadslagingen bovenal
het bewijs heeft geleverd van den bepaal
den wil der geallieerden, inzonderheid van
Frankrijk cn Engeland, cm nauw verbonden
te blijven. De vraag of Duitschland met het
oog op den terugtocht van de geallieerden
in de uitleveringskwestie reden heeft lot het
aanheffen van een zegezang, beantwoordde
Millerand met een verwijzing naar den in
houd van de nota der geallieerden.
Inderdaad is hier geen reden voor buiten
sporig vreugdebetoon. Het is zeker van ge
wicht, dat de acute krisis voorbij is, maar
het gevaar voor de toekomst is niet afge
wend. De nota laat dit gevaar bestaan; zij
vol voetangels en klemmen. Daarop wórdt
door de Frankf. Ztg. de aandacht gevestigd,
die haar oordeel aldus samenvat:
„Hét acute gevaar van verdere levensge
vaarlijke dwangmaatregelen der geallieer
den in geval van weigering en de niet min
der vreeselijke, m-enschelijk nog vernieti
gender catastrophe van een Duitschen bur
geroorlog in het geval van aanneming van
den eisch door de Duitsche regeering zijn
ons bespaard gebleven. De geallieerden
laten het aan de Duitsche rechters over te
oorcleelen over schuld van Duitsche staats
burgers en zij zullen aan het proces niet op
andere wijze deelnemen dan dat zij een met
zorg bewerkt materiaal lot onze beschikking
stellen. Ook/deze regeling is niet zonder
smet, maar zij vermijdt de bewuste verne
dering, dc Duitsche staatsburgers aan hunne
rechtmatige rechters te onttrekken en hen
voor het forum van vreemde militaire recht
banken te brengen. Dit komt ons Duilschers
van zelfsprekend voor, maar niet de an
deren. En wij zijn helaas in den ontzetten-
den toestand, dat wij de bevelen van do
overwinnaars moeten opvolgen of de gevol
gen van ons verzet daartegen in hun volle
zwaarte moeten dragen. Duitschland heeft
zijn moreel oordeel over deze gewelddaad
niet verborgen gchoudèn, maar dat zou aan
i de feiten zelf nietfe veranderd hebben; nis de
voor
geallieerden niet onder den druk van de
openbare meening in Engeland en Italië cn
in menig ander land en ook in het besef
der noodzakelijkheid van de gemeenschap
pelijke afweer van een nog erger catas
trophe van geheel Europa hadden toegege
ven. Wel is Millerand in staat geweest in
het entwoord van c!e geallieerden op het
Duitsche voorstel het beginsel van de
„strafbepalingen te redden, want de geal
lieerden behouden zich voor later, wanneer
zij mcenen dot de Duitsche vonnissen de
bedoeling ademen^de schuldigen aan hunne
bestraffing te onttrekken, op het jn het ver
drag van Versailles afgedwongen recht om
de uitlevering te verlangen terug te komen.
Dat is ren erge bepaling. Zij stelt de koel
bloedigheid van het Duitsche volk op een
zware proef, want daarmee is niet rlleenf
de mogelijkheid opengelaten om den ,on-
rechtvaaitMgen strijd» na jnnr en dng opnieuw
te beginnen, maar voorol brij- i do Diiilach»
procesvoering daardoor een zeer pijnlijk
aanzien."
Desniettemin begroet de Frankf. Zlg. r'e
nota als een verlichting, omdat de kwestie
van de uitlevering doordoor uitgesteld wordt
tot een tijd waarin de regeeringen en vol
ken veel zullen hebben geleerd wat zij
heden nog niet willen begrijpen, en voorr-.t
omdol in deze nota een zucht waait van oen
beleren geest, die alleen in staat is den
geest van wraak en vernieling te overwin
nen.
Uit d<* Pf»r?
Ex*keizer V.'ilhülm.
De Daily Mail wil uit Amsterdam verrio
men hebben, dat de Nederlanders berei»
zijn te voldoen aan een verzoek van de ge«
allfeerden, om den gewézen keizer te dev
porlceren, indien zijn tegenwoordigheid in
Nederland wordt beschouwd als een gevaar
voor de veiligheid van Europa.
De mogelijkheid zijner interneering i£
eenigen lijd in overweging.
De N. Ct. wil hierbij aanteekenen, dat in
dezen vorm de zack stellig niet juist is. D#
Daily Mail had de zoak door een klein»
redactiewijziging een heel ander karakter
kunnen geven.
Niet de overweging der geallieerden over
een eventueel uit de aanwezigheid van den
keizer voortvloeiend gevaar is het beslis
send element, maar indien zij inderdaad-
door mededeéling van feiten die aan enz»
regeering zouden zijn ontgaan, den indruk
weten te vestigen, dat gevaren van diert
aard dreigen, die door onze 1 eg coring niet
worden gezien, dan zal daarop ongetwijfeld
worden gereageerd.
Deze mogelijkheid is van den aanvang of
in hel oog gehouden. Reeds kort nadat Wil
helm II onze grenzen had overschreden, den
lOen December 1919, heeft de premier bij
cle beantwoording der algemeene beschou
wingen van cle Slanlsbegrooling gezegd
„Intusschen, dc Regccring is dc mooning
toegedaan, dat de thans bestaande toe
stond een voorloopige is. De ontwikkeling
der internationulc gebeurtenissen zal daar
bij zijn nf te wachten.
Gelet op de stemming in het buitenland
is de mogelijkheid niet geheel uitgöslo-
Spijt, berouw, wroeging dat is 't genot,
van achteren bezien.
JUWELIER ;-i AMERSFOORT
Roman door
5ADRIEN BERTRAND.
Bekroond met den Prix-Goncourt.
20
Zoo gaf Vaissette, nauwlijks van zijn emotie
Dekoir.en, toe aan zij 11 neiging tot peinzen en
betoogea. Hij meende zelfs, dat hij, tweede
luitenant geworden, met meer gemak en met
meer_ gezag zich aan deze neiging kon over
geven. Fabre viel hem niet in de rede; want,
in zijn eigen gedachten verzonken, had hij
niet naar htm geluisterd. Vaissette vervolgde:
„Maar men moet al heel oppervlakkig zijn
als men daarhii staau bliift. De redenen waar
om wij vechten,, liggen veel dieper; het zijn
redenen van economische politiek, van ras,
en van gevoel, het zijn ook ideëele rede
nen. En deze redenen hebben een geestelijke
beleckenis. Wat mij intusschen angstig maakt,
dat is mijn nieuwe verantwoordelijkheid:
nooit zal ik op dc hoogte van mijn taak zijn."
„Maak geen gekheid," zei Fabre, „ons vak
van compagnies-commandant is even nederig
als grootsch. Het zal voldoende zijn. dat je
ook in het vervolg toezicht houdt cp de mate-
rieclc aangelegenheden van ondergeschikten
aard bij de sectie, evenals je dit tot dusver
hebt gedaan; en behoud evenzoo je kalmen
moed in het vuur en het moreelc ovcrw ch,
op je mannen. Dat is al wat ik jo vraag. Want
de wil om te overwinnen cn te sterven van
een honderdtal soldaten, ligt in de ziel van
den subalternen officier, die hen aanvoert.
Evenzoo ligt onze vastbeslotenheid in het hart
van onze commandant. Zoo behaalt do opper
bevelhebber eerst de overwinning in zijn eigen
binnenste, en lan ill het gemoed van zijn mi-
hoenen manne alvorens hij haar op het slag
veld behaalt.
Lucien Fabre rookte als een oude snorre-
baard. Hij sloeg met zijn pijp tegen dc zool
van zijn schoen om er de asch uit te kloppen.
Vervolgens stopte hij zo met tabak. Hij ging
voort:
„Tweede nieuwtje. Ik hen tot eersten luite
nant bevorderd, cn ik houd het commando
over de troep. Maar nu iets wat veel gewich
tiger is: de -regering is naar Bordeaux ver
trokken, maar de Pruisen zijn niet in Parijs.
De beslissende slag is begonnen. Binnen een
paar uren zullen wij aanvallen."
En op ernstigen toon voegde hij erbij:
„Wij zullen vechten tot den dood. Ik heb
bil den commandant ingestaan voor mijn
compagnie. Meer boet ik je niet to zeggenV'
Het klonk bijna banaal. Het werd zeer een
voudig, op gedempten toon gezegd. Er was
niets plechtigs, niets theatraals, noch in dc
omgeving, noch in dc woorden. Steeds rom
melde in de verte het kanon eentonig voort,
cn de jagers snurkten in onbewustheid. En
toch doorsidderde plotseling een huivering
de beide mannen. Hun oogen schitterden. Zij
waren vervuld van een koek onwankelbaar,
onwrikbaar besluit. Zoo ging, sedert eenige
uren, de ademtocht van het Oneindige over
deze menschen, geroepen tot den dood.
„Ik heb een dagorder va» den opperbevel
hebber," zei Fabre. „Wij zullen ze aan de
mannen voorlezen."
Beiden stonden op en gingen door hel kreu
pelhout naar dc compagnie terug. Zij voelden
zich ouder en ernstiger dan te voren. Ilun
stap was zwaarder en zelfbewuster dan voor
heen. Fabre riep zijn ordonnans.
„Kijk," zei hij, „hier is een zilver lint,
daarvan moet jc een galon naaien op mijn
tuniek, naast het galon dat er reeds opzit.
En ook moet je er een naaien op de kapotjas
van den tweeden luitenant Vaissette, nadat je
eerst de scrgeantstrepeii er hebt pfgenomén."
De jager stond verstomd. Zooveel gewich
tige gebeurtenissen brachten hem van zijn
stuk. Hij zei niets en zocht in zijn ransel een
naald en garen; en uit zijn zak haalde hij e-n
groot mes. Snel kweet hij zich van zijn op
dracht liet was niet elegant .gedaan., mnar
het .>yas'stevig. Het nieuwe galon op dc uni-
iórnt yYau Lucien zijn'' gtanziij^o wit
heid scherp af bij het "oude reed's" grijs gewor
den galon. Het smalle galon op dc kapotjas
van Vaissette deed de plaats waar zijn bree-
de sergeantsstreep had gezeten, onmiddellijk
in bef nos vallen. Het nieuws had zich onder
de manschappen verspreid. Onmiddellijk wa
ren allen klaar wakker. De compagnie verza
melde zich.
„Ik heb jelui wat tc zeggen," zei Fabre.
De jagers gingen bijeen staan. Zij duwden
elkander opzij, staken de hooiden vooruit, cn
vormden een lciing, alsof ze onderricht zou
den krijgen in de theorie. Dc luitenant had dit
op zijn gewone toon gezegd. Uit heel zijn hou
ding sprak de grootst denkbare eenvoud. En
hij vervolgde:
„Kameraden, ik stel jelui jc nieuwen com
mandant voor, den tweeden luitenant Vaiset-
te. Wat mij betreft, ik neem het bevel over
de vierde compagnie op mij. Ik verwacht dat
jelui je op dezelfde manier zult gedragen als
je dit onder kapitein Nicolaï hebt gedaan."
En al dc mannen voelden, dat dit een plech
tig oogenblik was. De charge cn liet hand
gemeen, 'die zij hadden doorgemaakt, ston
den hun weer voor den geest; en zij dachten
aan hun kapitein.
Angielli mompelde:
„Potverdikke! Potverdikke
„En nu," vervolgde Lucien, met eenige stem
verheffing, „luistert goed. De Duitschcrs zijn
lot hier doorgedrongen. Zij hebben een deel
van Frankrijk overweldigd. Sedert gisteren-
is de slag begonnen, waarvan liet lot van ons
land afhangt..."
De stem van den officier beefde cenigszins.
Alle soldaten hielden huri adem in. Hn hij
zei;
„Kinderen..."
Lucien was twintig jaar. Er waren mannen
111 zijn compagnie, die zijn vader hadden kun
nen zijn. Maar niettemin waren dc jagers on
der den indruk va» de téederheid en van het
gezag, die klonken in zijn stem.
•Onder andere omstandigheden zou hij een.
langere rede hebben uitgesproken. Ilij wist bij
ervaring, dat hij zijn manschappen in geest
drift brengen kon door zijn woord. Maar op
dit oogenblik was het iets anders. Alle uiter-
lijkc welsprekendheid detoneerde, bier. E11 hij
sprak met een doffe, behccrscble, verstikte
stem, die zijn mannen roerde lot in het diepst
van hun ziel. Angstig, met open mond, dron
gen zij heen om hun chef. De andere compag
nieën waren niet te zien; zij waren verbor
gen door den nevel cn door een gordijn van
hoornen; de eenzaamheid was volkomen.
Slechts de stem van het kanon klonk door do
stille.
„Welk een phalanx van gladiatoren," mom*
pelde Vaissette.
Fabre vervolgde:
„Wij zullen Binnen enkele uren opnieuw sla£
leveren. Dal /.al verschrikkelijker zijn dan de»
gevechten,, die wc tot nu toe hebben meege
maakt. Van dat oogenblik af moet ge aan niet*
.anders denken dan aan standhouden, terwijl
gc u zoo goed mogelijk dokt. Als ge vcor'
wnarts rukt moet ge goed in het gelid blij*
veil, cn ge moet g^ed mjjckcil; bij een hand
gemeen moet gc u zoo <£*ed mogelijk weren#
en gij moet steeds gehoorzaam zijn aan dd
bevelen van uw chefs. Gc moogt alleen nog
maar aandacht voor dc vervuiling van uw sol-
datenplicht hebben. Nu is bet oogenblik
komen, waarop gc het besluit moei nemett
dat uw toewijding zal gaan tot den dood."
(Wordt vervolgd^