Geidersohe Credietvereeniging ^binnenland in alle soorten Schoenwerk 18No.a237an° AMERSFQQRTSCH DAGBLAD „de eemlander" 1 April 1920. TWEEDE BLAD. "stadsnieuws^ Raadsverslag. ARNHEM. Opgericht 1866. Gestort Kapitaalf 10.000.000 Reserven- 4.400.000 Verricht alle bankzaken. FEUILLETON. EVENWICHT. Groove Sorteering IlijJ. GRQOTEN DOHST B8F38 Ned«i-ltinë IBelslé. s= Men seint ons uit Brussel 31 Maart '\V. D).: Onder den titel: „De Hollandsch-Belgischc kwestie blijft bcstaan'^sékrijft de „Nation Beige" dat de Hollandsche gedelegeerden niet Be reserves der Belgische regeering aanvaard- Ben en deze lnatsten weigeren het capitulatie- tractaat te onderteekenen. De „Nation Beige" verneemt dienaangaan' de uit Parijs dat de Belgische afgevaardigden, alvorens zij hunne handteekeningen zetten onder het voorafgaand protocol, volmacht hadden reserves op dit protocol te mogen pvaken. De Hollandsche gedelegeerden heb ben zich echter formeel tegen deze reserves ierzet. In diplomatieke kringen wordt verzekerd $at de Commissie van Veertien zeer onder den indruk is van de betoogingen die plaats hebben gehad in Belgische politieke kringen én van de Belgische volksmeening tegen het Hollandfcch-Belgisch verdrag. Men meldt ons uit 's Gravenhage: Naar aanleiding van de door de Nederland- pchc dagbladen bekend gemaakte verhalen in Óe Belgische dagbladen in zake de vaart van den Zweedschen kruiser „Fylgia" naar Ant werpen', kunnen wij mededeelen, dat de Ne- flerlandsche Regeering reeds in de maand iPceemfccr toestemming voor de doorvaart Verleend heeft. Bij aankomst ter reede van Vlissingen on dervond de kruiser een gering oponthoud doordien de bereids gegeven toestemming ter plaatse uit het oog was verloren en dienten gevolge namens den Minister van Marine op nieuw toestemming was verleend. Vervoer perspoor. De minister van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft, in verband met de ingetreden wijziging in de behoefte aan vervoermiddelen, bekend gemaakt dat een algemeene dispensatie van zijn beschikkingen d.d. 26 en 29 October 1917, van 1 April 1920 tot nader order wordt verleend. Hierdoor vervalt de noodzakelijkheid, een "érgunning tot spoorwegvervoer bij de af- leeling Vervoer van het dep. van Landbouw, Nijverheid en Handel aan te vragen voor zendingen tusschen plaatsen, 'gelegen san of nabij stations, welke door geregelde beurtbootdiensten zijn verbonden, alsmede voor het vervoer van met name in boven bedoelde beschikkingen genoemde artikelen. Het Kamerlid Nierstras z. Het heeft in parlementaire kringen en ook daarbuiten de aandacht getrokken, dat de -heer Nierstrasz, niettegenstaande hij reeds tèenigen tijd geleden door het Centraal 'Stembureau benoemd is verklaard tot lid der Tweede Kamer als opvolger van den 'heer Niemeyer, nog steeds geen zitting 'heeft genomen als Kamerlid. .j Naar wij vernemen moet de oorzaak daarvan hierin liggen, dat de heer Nier strasz door een der stembureaux nog steeds niet in het bezit is gesteld van de geloofs brieven, welke het aantal bescheiden moet voltallig maken, dat binnen een termijn van twee maanden overgelegd moet worden om tot zijn zitting- nemen te kunnen leiden. (Slot). 17. Voorstel van B. en W. tot regeling van de salarissen van handwerk-onderwijzeres- sen. De heer Noordewier noemt deze zaak reeds lang aanhangig. Spr. vindt, dat ook dit personeel zich aan de R. P. S. R. commissie moet houden. B. en W. hadden het adres moeten negee- ren. Waarom is de gebruikelijke weg niet behandeld V Weth. Verhoef verklaart het voorstel der R. P. S. R. commissie woordelijk te heb ben gevolgd. Het request moest niettemin worden overgelegd, omdat het request is. 'De heer Noordewier concludeert, dat het georg. overleg niet deugt. Overleg heeft niet plaats gehad. Weth. Jorissen leest voor een stuk, waarin uitkomt het overleg met de R. P. S. R. commissie. De heer Noordewier constateert, dat zijn inlichtingen dan niet juist waren. Het voorstel wordt z. h. st aangenomen. 18. Advies van B. en W. op het verzoek van het Hoofdbestuur der Vereeniging van Leeraren in de Handelswetenschappen, om bij de nieuwe salarisregeling, de leeraren in het boekhouden ten aanzien van hun salaris, op gelijken voet te willen behandelen met de docenten in geschiedenis, aardrijkskunde, enz. Z. h. st. aangenomen. 19. Advies van B. en W. naar aanleiding van het adres van oud-beroepsofficieren in zake jaarweden Middelbaar onderwijs. De heer Hofland vraagt een inlichting. Het advies zegt niets. De Voorzitter: Als de Wethouder 't U voorleest, wordt het wel duidelijk. De heer Hofland: Als de Weth. 't voor leest is 't nóg duidelijk. De Voorzitter: Als men de zin ver wringt, kan men alles bespottelijk maken. De heer Hofland: Dan kan ik niet lezen. Vader f (Gelach). De heer Ruitenberg stelt voor, eens te breken met stadhuis-woorden en gewone taal te gebruiken. 20. Voorstel van B en W. tot regeling van de belooning voor het Brandweerpersoneel. 21. Voorstel van B. en W. tot regeling van enkele salarissen van gemeenteambtenaren. 22. Voorstel van B. en W. om den duuite- bijslag op pensioenen te handhaven in af wachting van een definitieve regeling. 23. Voorstel van B. en W. tot vaststelling van een bedrag voor kleedinggeld voor nach'tagenten van politie. 24. Bericht van B. en W. op een schrijven van Gedeputeerde Staten van Utrecht in zake het verhoogen van het salaris van den Commissaris van politie. Zonder discussie aangenomen. 25. Afwijzend advies van B. en W. op het verzoek van den waarnemend voorzitter en secretaris van de commissie voor geor ganiseerd overleg om door wijziging voor zooveel noodig van de betrekkelijke veror dening te besluiten een ambtenaar als sec retaris beschikbaar te stellen. De heer Overeem is van meening dat deze taak voor een lagere ambtenaar wel licht te zwaar is. Hij moet als pleitbezorger voor zijn organisatie optreden en tevens als secretaris objectief verslag geven. Kan dat niet iemand van het stadhuis zijn? De heer Noorman voegt zich hierbij. Weth. Jorissen: Consequent zou men dan aan elke organisatie van gemeentewege een ambtenaar moeten toevoegen. Laat de commissie zelf een- secretaris benoemen. Daar is de gemeente niet voor. Het is haar eigen belang iemand uit haar midden te kie zen, dan is zij vrijer. De heer Noorman ziet dit niet in en vindt, dat het op den weg der gemeente ligt. De heer Kraan denkt hier eveneens zoo over. De vereeniging is zoo rijk niet. De heer Ruitenberg komt er tegen op, dat de secretaris een dubbele rol zou bekleeden. De secretaris speelt geen rol, is dan ambtenaar zonder leidende positie. De heer Hofland legt ook nadruk op het feit, dat dé seoretaris slechts de notulen te schrijven heeft. De aangewezen man is een ambtenaar. Weth. Jorissen noemt het een quaes- tie, die niets met de bestaansmogelijkheid van de commissie te mak-en heeft. 'Dejveer Hofland veronderstelt bij B. en W. vrees, dat 't dan een publiekrechterlijk college zou worden. Weth. Jorissen begrijpt niet hoe de heer Hofland aan dat lumineuse idéé komt. Het is de secretaris die de brieven schrijft en daarin legt men altijd iets van zich zelf. In stemming gebracht, wordt het prae- advies met 10 tegen 7 st. verworpen. 26. Voorstel van B. en W. tot het geven van straatnamen Berg Noord, Soesterkwar- tier, met advies op de adressen inzake het geven van straatnamen, van het Bestuur van „Zandbergen" en van Sal. B. Gompers. 'De heer Hofland kan het niet eens zijn met straatbenaming naar den aard van het fabrikaat van de industrie die er gevestigd is. Je krijgt dan de „Frutal-works-street" of zooals in Liverpool„Frutal-works-route"; de Alpamy-streat, de Lingeriestraat, moeten dan volgen. En bij de reeds benoemde stra ten zijn fouien gemaaktGaslaan, Zijlstraat, Houtstraat, moesten Gasstraat, Zijldoekstraat en Machinenalehoutbewerkersstraat heelen volgens de redenatie van B. en W. Alleen ,de Nijverheidsstraat" is een goeie naam. En de Zeeheldenbuurt Kan die niet beter in een deftiger wijk komen? Is dat niet te goed voor den werkman? De heer L e i n w e b e r begrijpt het idéé van den heer Gompers, die de Pepersteeg tot Peperstraat wil bevorderen. De Paternos- terstraat heette vroeger óók steeg. De Voorzitter: Onze moeilijkste taak is 't geven van moqie straatnamen. Interruptie: Da's te hopen. De Voorzitter: Maar we zijn erg conaliani op dit punt. De critiek is hier zeer gemakkelijk, maar 't maken van straatnamen Tiiet. Doch we willen stellig wel wijzigen. En als de Peper steeg des adressarvts be langen hindert, kunnen we nog eens over leggen. De heer Hofland wil de benaming der Industriebuurt nog wat aanhouden. Aldus wordt besloten. Na bespreking wordt het Soesterkwarlier een bloemenwijk. De omgeving Leusderweg wordt genaamd naar onzen Indischen,ATchi- pel. Bij de nieuwe H. B. S. komen de staats lieden. 27. Advies van B. en W. op het verzoek van het Bestuur der Middenstands-bouw- vereeniging Frisia, waarbij financiëele steun wordt gevraagd voor den bouw van wonin gen- De heer Hofland acht de totaalsom te hoog. Men zou 4640 inkomen moeten hebben om er te mogen wonen. De heer Oosterveen: Ook ten op zichte van gefortuneerden zou dit onbillijk zijn. Verdienen zij meer, dan wonen dezen te goedkoop. Weth. Jorissen: Neen, verdienen zij meer, dan komen zij niet in aanmerking voor „Frisia." De heer Hofland is over dit onderwerp allerminst tevreden. De Voorzitter legt het principe uit, dat „Frisia" haar woningen openstelt voor hen, die een duurdere woning niet kunnen betalen. De minister wenscht daarvoor een waarborg. Mr. VanTraa frappeerde het, dat B. en W. zulke diepgaande voorwaarden stelden. Is dit speciaal voor „Frisia" of voor voortaan. Kunnen die voorwaarden niet uniform wor den Weth. Jorissen: De bedoeling is een uniform contract. Na 'eenig technisoh debat en de vraag van den 'heer Noorman, of niet eenige wo ningen ter beschikking der gemeente kun nen worden gesteld, 't geen de Weth. niet aanraadt, wordt het punt z. h. st. aange nomen. 28. Voorstel van B. en W. tot het ver- Ieenen van een crediet voor verbetering van het Smallepod (2e gedeelte) en tot verhoo ging van het crediet verleend voor verbete ring van het eerste gedeelte. De heer R e k k komt op voor de belan gen van de volksbuurt. De verbetering der Verhoevenstraat is uitgesteld en op d.e Berg worden wandelpaadjes voorgesteld. De heer Ruitenberg was ter plaatse en vond dat het Smallepad dringender ver betering behoeft, don de Verhoevenstraat. Weth. v. Har denbroek vindt dat het nog al schikt met de Verhoevenstraat, te meer daar deze op een zandweg uitloopt en dus geen zwaar verkeer heeft. 29. Voorstel van B. en W. om een crediet te verleenen voor aanleg van een wandel pad en het egaliseeren van eenig terrein aan de Anna Poulownalaan. Z. h. st. aangenomen. 30. Advies van B. en W. op het verzoek van bewoners van den Heiligenbergerweg om verbetering en rioleering van een ge deelte van dien weg. Mr. Van T r a a. zou een overeenkomst met het Rijk willen treffen, wijl de rioleering de,r kazernes zullen worden aangesloten. Weth. v. Har den broek noemt riool belasting. 31. Advies van B. en W. op het verzoek van P. Dekker, e.a. om te willen besluiten den Soesterweg afdoende te verbeteren. De heer R e k ké klaagt ton zeerste over gaten, over stof, over ongelijkheid. Stellig is hij hier de tolk van alle bewoners. Weth. v. Harderbroek deelt mede, dat verbetering 65,000 zou kosten. De begrooting laat dit niet toe. Het rooien zal de vochtigheid verminderen. Er is rioleering en andere wegen (bijv. Utr. weg) hebben dat nog niet. De bewoners kunnen ook langs de Puntentlaan en den Ouden Soesterweg gaan. De heer Rekké vraagt toezegging voor de eerstvolgende begrooting. De W e th. kan die nog niet toezeggen. De V o o r z. wijst op alle reeds uitgevoer de verbeteringen. Nu kan maar niet ineens bedisseld worden over 65,000. De gaten die door 't rooien zijn ontstaan, moet het Rijk dichten. 32. Advies van B. en W. op het verzoek van Gebr. Wassink om ontheffing van de verplichting, die zij op zioh genomen heb ben bij hunne inschrijving voor verbetering van den Leusderweg. De heer Hofland vindt dat een aan nemer zich niet op een fout mag beroepen. De Voorz. legt uit, dat de man onthef fing vraagt van iets dat nog niet gegund is. 33. Afwijzend advies van de Commissie van Wetgeving op een adres van de afd. Amersfoort van den Centralen Bond van Transportarbeiders om in de politieverorde ning bepalingen vast te leggen aangaande voorwaarden waaraan bestuurders van rij en voertuigen in deze gemeente moeten vol doen. Wat men schijnt wordt door ieder be oordeeld. Wat men is niet. Roman door J. EIGENHUIS. EERSTE HOOFDSTUK. mijnheer Jaap Goverts had tot 6 uur de kinderen van dokter Loos teekenles gegeven öèn zich zoo geërgerd, dat hij teigen den oudste Jgezegd had: „Stoffel, is dat teckcnen; je doe delt je papier, of je aan 't kachelpoetsen ben." i' Jonker Johan Loos was gruwelijk gebelgd fipn dit zou mogelijk Jaap weer een les kosten, hij kon bet geld niet missen. Maar zulke Roeien te loeren teökenen, ging toch niet. j Ilij ontsloot zijn klarinet-doos en ging een rnocilijke partij uit een vervaarlijke opera, jdic het fanfare-coups „JeriCho" instudeerde, fwg even doorspelen. J Zeker was hij een goede steun voor „Jeri- jcho". Hij werd rood in het gelaat van het pulken door zijn klarinet, zoodat er werkelijk jjmuren instorten konden, als het heele corps jvan zijn kracht mocht zijn. En als zijn klari- pet oversloeg, dan klonk het verscheurend) jfeandoenlijk. ■Daar, vin* a da suite-deur ruien en mevrouw, nerveus met vleeschmes en vork gebarend: „Maar Jaap! Dat doe je nou toch altijd weer. Je weet, ik kan het om dezen tijd niet heb ben I 'k Word er royaal dol van." ,Je zal er royaal rijk van worden, m'n snoepertje, 'k Leef voor de kunst." En o,p gevaar af van zich aan vlëeschmes of vork te verwonden, omhelst hij liet mollige vrouwtje, klapt haar dat het klinkt op de. ronde armen en kust haar, onder allerlei lief- koo-zende woordjes. „Ja, nou moet je 'r geen grapjes over ma- Jcen. 'k Wou, diat je ook eris voor imij leefde, in plaats van voor de kunst." „Met hart en ziel leef ik voor jeu, maar je mag niet jaloersch wezen op mijn Jericlio-stu- dies..." „Hè foei," maakt ze zich vrij van zijn lief- koozimgen, „wat ben je vervelend. Als je toch eris wist, het hoofd loopt me te zes uur om. Dat is voor het eten zorgen, jou getoeter, de kinderen bij mekaar trommelen. Kijk eris, nou is net kleine Mientje hier. De vier an deren zitten weer, wie weet waar! Bemoei je er dan toch eventjes mee. Andere mannen..." „Ja, andere mannen! Die verwennen liun vrouw niet zoo..." „Verwennen! 't Is er naar, wat je verwen nen noemt. Kijk, daar vliegt Mientje ook weer weg... Mien, izal je hier komen, Mien!... Dat lawaai ook voor het eten..." „Maar lieve mensch, ik kan rt pok niet hel pen, dat ik op dit eenige oogenblikje gelegen heid heb. En de kinderen wil ik met plezier opscharrelen. Als je maar even je mond open doet." „Nee, dan is de aardigheid er al af. Als je zoo iets niet uit je zelf voor me overhebt..." Boos loopt mijnheer Goverts d«e deur uit. 't Was weer mis. Ala zim vrouwziek. wat vermoeid had, dan kon hij geen goed doen, en geen onderwerp van gesprek aanroeren, zonder zich een nieuwen storvtloed van ver wijten op den hals tc halen. „Ben je daar, Piet? Zeg, vuilpoets, wat zie j' er weer uit. Kan je je niet wat zindelijk er houden?" Piet treft het niet, dat vader niet in zijn humeur is. Met een schop onder de broek wordt hij naar de keuken gestuurd, om zich te wasschen. En hij had net zoo heerlijk in ■de kweckerij van buurman Lam geholpen, geraniumstekken opgepot. Dat er dan een beetje modder aan zijn gezicht en kleeren k\v$m... „Groote meid. kon jij nou je moeder niet wat helpen?" begroet Jaap Goverts zijn oudste dochter van twaalf jaar, de lange Laurien, die met een heelen slier kinderen op klompen aan liet touwtjespringen is.... „Je laat je moeder maar scharrelen." „Hè, 't is niet waar," pruilt Laurien. ,,'k Heb ipas gedekt en rlc kraf gevuld, en dc kinderen igeroepenl..." „Nou dat schijnt geholpen te hebben. Er was geen kind in huis en jij slungelt nog op straat. Waar zijn Jans en Gerdien?" Wel, die zaten heel gezellig nog achter in den tuin onder de bessenboompjes te snoepen. „Haal ze, Laurien, "en zeg ze, dat z« naar zolder gestuurd worden, als ze niet dadelijk ■komen..." Onderwijl was Piet weer in het roeibootje gekropen en met het kijken naar een kronke lend wormpje, dat hij om zijn haak gespitst had, en toen naar zijn op den stroom bibbe rend dobbertje, vergat hij heelcmaal den toorn van zijn vader en het jeuken van zijn maag. En Mientje was weer dc voordeur uit ge huppeld en stond Betje Kruif, haar school makkertje, te vertellen van dc pruik van haar pop, die losgegaan was en van de kruisbessen in den tuin, die nog zoo zuur waren. De meid moest er ook nog aan tc pas ko men. En toen eindelijk allen gezeten waren, sneed mijnheer met een knorrig gezicht het vleesch, en deelde mevrouw gemelijk dc por ties op de kinderborden. „Kind. stil dan toch, wat ben je vervelend aan tafel," snoerde ze Mientje den mond, die zooveel ervaringen .«had mee te deelen... ,.Och, ze is toch eigenlijk zoo lief," spreekt Goverts tegen. „Ja, je moet ze zoo'n heelen dag maar om je heen hebben. En dan je huishouden. En !t naaiwerk. En er heelemaal alleen voor staan.. „Nou alleen..." „Ja, wanneer bemoei jij je met dc kinde ren?..." „Kom, dat weet je wel beter. Maar je bent nu wat uit je humeur." En dan glimlachend en vergoelijkend: „M'n lief bromstertje is een heel klein beetje onbillijk... Een diepe zucht. En eindelijk met een halven snik: ,,'k Ge loof, dat een man niet half begrijpt, waar een vrouw behoefte aan beeft. Den heelen dag kindergejank om je heen, jachten om klaar te komen, met naaien..." j Dc heer Rekké vraagt naar de oorzaai van 't feit, dat l>s jaar verliepen voor ha advies werd uitgebracht. De Voorz. denkt dat 't komt doordal men de zaak van alle kanten heeft bekeken) I 7. h. st. aangenomen. 34. Voorstel van de Commissie van Wet-/ I geving tot wijziging van de verordening bei i treffende de straatpolitie ten aanzien van het berijden van het Plantsoen vanaf d« j Kleine Haag tot het belastinggebouw. I 7. h. st. aangenomen. 35. Voorstel van B. en W. tot hel doe* van betaling uit den post onvoorzien. 36. Afwijzend advies van B. en W. op hef verzoek van C. Rijn e.a. alhier, waarbij wordt aangedrongen op verlaging der markt* gelden en de totstandkoming vnn een over* dekte fruithnl. 37. Afschrijvingen Inkomsten-belasting' dienst 1918 en 1919. 38. Vaststelling 5e suppletoir kohier In* komstenbelasting dienst 1919. 39. Vaststelling 3e navorderingskohier InS komstenbelasting dienst 1919, 35-39 z. h. st. aangenomen. Ï3ij de Rondvraag wijst Mr. VanTraa op de wcnsohelijkheïd, dat zooveel mogelijk gemeenten Amsterdam adhaesie betuigen inzake hun actie tot her ziening van de finoncieele regeling tusschen Rijk en Gemeente. Hij acht het voor hef voortvarende bestuur van Amersfoort zaak,, dol het zich in deze richting aansluit. De heer Hofland acht het nog pracLi- sclier als de burgemeester in zijn qualiteit van Voorzitter der Vereen, van Ned. Ge meenten er zich eens wilde voorspannen. De Voorz. kan mededeelen, dat het reeds op de vereenigingsagenda van 12 April staat aangeteekend. De heer H o f 1 a n d spreekt over de ver eeniging „Goed Wonen", die openstaat voor elke categorie der burgerij. Deze vereent* £ing kwijnt, doordat B. en W. haar een botto alwijzing gaven en het vertrouwen in de be kwaamheid van het Gemeentebestuur mag niet geschokt worden. De V o o r z. zal hierover schriftelijk mede- deeling doen. De heer Rekké stelt voor namens een 7-tal raadsleden een adhaesieverklaring naar de Tweede Kanier te willen zenden inzake 't voorstel-Rutgers betreffende de plaatselijke keuze. De Voorz. stelt voor dit in een volgende vergadering te behandelen. De heer Polder vond in de goede ver standhouding in den Raad aanleiding om wat te zeggen over den 8-urendag. Wanneer komt die nu Nu niet meer met 'n kluitje in 't riet sturen, maar antwoord. En ook wil spreker de stukken in 't ver volg wat eerder hebben, hij kreeg ze Zater dagmiddag en had dus maar 24 uur voor de bestudeering. Voorts dringt hij aan op beter toezicht op de jeugd in de plantsoenen, welke soms- ergerlijk vernield wordenbij de Arbeids beurs wordt verivoed gevoetbald. Weth. Jorissen zou den aangenamen toon in den Raad niet graag bederven en zal nu iets zeggen, dat niet kwetsen kan. De Raad is een huis met een 'hekje, waar over men mag kijken. Spr. houdt de verge lijking lang vol, en komt dan met het 8-urige plantje, dat gefnuikt werd door het voorstel- Polder van de Avondraadsvergadering, die den arbeidsdag voor zoovelen verlengde. Nu moet hij niet zoo hard van stal loopen. Die 8 uren dag komt wel. De heer Polder verdedigt zich. Wie langer don 8 uur werkt, wordt wel wat extra betaald en wie werkt nu meer Weth. Jorissen gebaart naar de raads leden en de pers. De V o o r z. zegt, dat de politie zich veel moeite geeft, de baldadigheid der jeugd te beperken. De stukken zullen zoo spoedig mogelijk' bezorgd worden. De vergadering wordt te 10 uur gesloten. „Neem dan een dag meer de naaister." Onec, die doet het toch niet naar mijn zin. Én dan tob ik weer over de onkosten...*3 „Dat is 't 'm. Je wil tobben..." „Ja, 't geld groeit ons toch ook niet op den rug? En als ik niet rondkom..." „Dan werk ik nog wat harder..." „En dan laat je mij nog langer alleen. Jo ben toch al nooit voor tienen thuis." „Wel, wel, m'n bromslcrije, wat overdrijf je toch. Zaterdags en Zondags heb ik heele-1 maal geen avondlessen, en Vrijdags maar tof acht uur..." „Ja, en Vrijdagsavonds 'ben ik naar Dorcas* en Zaterdags blaas je op „Jericho" en Zon* d>ags zijn we uit, of hebben wc menschen." „Kom, eet nu maar flink, en hou op roef tobben..." „Nee, als ik zoo moe ben, smaakt het ctcH me toch niet..." Er valt geen land mee te bezeilen, dacht do goede man bij zichzelf, en hij vermeed angst vallig alle tegenspraak, trachtend de mcesï onschuldige onderwerpen aan tc roeren. Maar altijd weer scheen er aanleiding, 'dat zijtf vrouw aan eenig onrecht of aan verongelijk king of eigen focklagenswaardigflieid -werd herinnerd. Na den eten maakte hij maar gauw, dat hij weg kwam, om Fransche les te geven bij dea' burgemeester aan huis, en Duitseh bij den: notaris. 1 't Is toch een best klaagstertje," gekscheer* de hij nog, haar aanhalend. Ze gaf hem k.wij< ne»d een kus en zuchtte. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 5