Geidersohe Credietvereeniging
^binnenland
in alle soorten Schoenwerk
18No.a237an° AMERSFQQRTSCH DAGBLAD „de eemlander" 1 April 1920.
TWEEDE BLAD.
"stadsnieuws^
Raadsverslag.
ARNHEM. Opgericht 1866.
Gestort Kapitaalf 10.000.000
Reserven- 4.400.000
Verricht alle bankzaken.
FEUILLETON.
EVENWICHT.
Groove Sorteering
IlijJ. GRQOTEN DOHST B8F38
Ned«i-ltinë IBelslé.
s= Men seint ons uit Brussel 31 Maart
'\V. D).:
Onder den titel: „De Hollandsch-Belgischc
kwestie blijft bcstaan'^sékrijft de „Nation
Beige" dat de Hollandsche gedelegeerden niet
Be reserves der Belgische regeering aanvaard-
Ben en deze lnatsten weigeren het capitulatie-
tractaat te onderteekenen.
De „Nation Beige" verneemt dienaangaan'
de uit Parijs dat de Belgische afgevaardigden,
alvorens zij hunne handteekeningen zetten
onder het voorafgaand protocol, volmacht
hadden reserves op dit protocol te mogen
pvaken. De Hollandsche gedelegeerden heb
ben zich echter formeel tegen deze reserves
ierzet.
In diplomatieke kringen wordt verzekerd
$at de Commissie van Veertien zeer onder
den indruk is van de betoogingen die plaats
hebben gehad in Belgische politieke kringen
én van de Belgische volksmeening tegen het
Hollandfcch-Belgisch verdrag.
Men meldt ons uit 's Gravenhage:
Naar aanleiding van de door de Nederland-
pchc dagbladen bekend gemaakte verhalen in
Óe Belgische dagbladen in zake de vaart van
den Zweedschen kruiser „Fylgia" naar Ant
werpen', kunnen wij mededeelen, dat de Ne-
flerlandsche Regeering reeds in de maand
iPceemfccr toestemming voor de doorvaart
Verleend heeft.
Bij aankomst ter reede van Vlissingen on
dervond de kruiser een gering oponthoud
doordien de bereids gegeven toestemming ter
plaatse uit het oog was verloren en dienten
gevolge namens den Minister van Marine op
nieuw toestemming was verleend.
Vervoer perspoor. De minister
van Landbouw, Nijverheid en Handel heeft,
in verband met de ingetreden wijziging in
de behoefte aan vervoermiddelen, bekend
gemaakt dat een algemeene dispensatie van
zijn beschikkingen d.d. 26 en 29 October
1917, van 1 April 1920 tot nader order
wordt verleend.
Hierdoor vervalt de noodzakelijkheid, een
"érgunning tot spoorwegvervoer bij de af-
leeling Vervoer van het dep. van Landbouw,
Nijverheid en Handel aan te vragen voor
zendingen tusschen plaatsen, 'gelegen san
of nabij stations, welke door geregelde
beurtbootdiensten zijn verbonden, alsmede
voor het vervoer van met name in boven
bedoelde beschikkingen genoemde artikelen.
Het Kamerlid Nierstras z.
Het heeft in parlementaire kringen en ook
daarbuiten de aandacht getrokken, dat de
-heer Nierstrasz, niettegenstaande hij reeds
tèenigen tijd geleden door het Centraal
'Stembureau benoemd is verklaard tot lid
der Tweede Kamer als opvolger van den
'heer Niemeyer, nog steeds geen zitting
'heeft genomen als Kamerlid.
.j Naar wij vernemen moet de oorzaak
daarvan hierin liggen, dat de heer Nier
strasz door een der stembureaux nog steeds
niet in het bezit is gesteld van de geloofs
brieven, welke het aantal bescheiden moet
voltallig maken, dat binnen een termijn van
twee maanden overgelegd moet worden om
tot zijn zitting- nemen te kunnen leiden.
(Slot).
17. Voorstel van B. en W. tot regeling van
de salarissen van handwerk-onderwijzeres-
sen.
De heer Noordewier noemt deze zaak
reeds lang aanhangig.
Spr. vindt, dat ook dit personeel zich aan
de R. P. S. R. commissie moet houden.
B. en W. hadden het adres moeten negee-
ren. Waarom is de gebruikelijke weg niet
behandeld V
Weth. Verhoef verklaart het voorstel
der R. P. S. R. commissie woordelijk te heb
ben gevolgd. Het request moest niettemin
worden overgelegd, omdat het request is.
'De heer Noordewier concludeert, dat
het georg. overleg niet deugt. Overleg heeft
niet plaats gehad.
Weth. Jorissen leest voor een stuk,
waarin uitkomt het overleg met de R. P. S. R.
commissie.
De heer Noordewier constateert, dat
zijn inlichtingen dan niet juist waren.
Het voorstel wordt z. h. st aangenomen.
18. Advies van B. en W. op het verzoek
van het Hoofdbestuur der Vereeniging van
Leeraren in de Handelswetenschappen, om
bij de nieuwe salarisregeling, de leeraren in
het boekhouden ten aanzien van hun salaris,
op gelijken voet te willen behandelen met
de docenten in geschiedenis, aardrijkskunde,
enz.
Z. h. st. aangenomen.
19. Advies van B. en W. naar aanleiding
van het adres van oud-beroepsofficieren in
zake jaarweden Middelbaar onderwijs.
De heer Hofland vraagt een inlichting.
Het advies zegt niets.
De Voorzitter: Als de Wethouder 't
U voorleest, wordt het wel duidelijk.
De heer Hofland: Als de Weth. 't voor
leest is 't nóg duidelijk.
De Voorzitter: Als men de zin ver
wringt, kan men alles bespottelijk maken.
De heer Hofland: Dan kan ik niet
lezen. Vader f (Gelach).
De heer Ruitenberg stelt voor, eens
te breken met stadhuis-woorden en gewone
taal te gebruiken.
20. Voorstel van B en W. tot regeling van
de belooning voor het Brandweerpersoneel.
21. Voorstel van B. en W. tot regeling van
enkele salarissen van gemeenteambtenaren.
22. Voorstel van B. en W. om den duuite-
bijslag op pensioenen te handhaven in af
wachting van een definitieve regeling.
23. Voorstel van B. en W. tot vaststelling
van een bedrag voor kleedinggeld voor
nach'tagenten van politie.
24. Bericht van B. en W. op een schrijven
van Gedeputeerde Staten van Utrecht in
zake het verhoogen van het salaris van den
Commissaris van politie.
Zonder discussie aangenomen.
25. Afwijzend advies van B. en W. op
het verzoek van den waarnemend voorzitter
en secretaris van de commissie voor geor
ganiseerd overleg om door wijziging voor
zooveel noodig van de betrekkelijke veror
dening te besluiten een ambtenaar als sec
retaris beschikbaar te stellen.
De heer Overeem is van meening dat
deze taak voor een lagere ambtenaar wel
licht te zwaar is. Hij moet als pleitbezorger
voor zijn organisatie optreden en tevens als
secretaris objectief verslag geven. Kan dat
niet iemand van het stadhuis zijn?
De heer Noorman voegt zich hierbij.
Weth. Jorissen: Consequent zou men
dan aan elke organisatie van gemeentewege
een ambtenaar moeten toevoegen. Laat de
commissie zelf een- secretaris benoemen.
Daar is de gemeente niet voor. Het is haar
eigen belang iemand uit haar midden te kie
zen, dan is zij vrijer.
De heer Noorman ziet dit niet in en
vindt, dat het op den weg der gemeente
ligt.
De heer Kraan denkt hier eveneens zoo
over. De vereeniging is zoo rijk niet.
De heer Ruitenberg komt er tegen
op, dat de secretaris een dubbele rol zou
bekleeden. De secretaris speelt geen rol, is
dan ambtenaar zonder leidende positie.
De heer Hofland legt ook nadruk op
het feit, dat dé seoretaris slechts de notulen
te schrijven heeft. De aangewezen man is
een ambtenaar.
Weth. Jorissen noemt het een quaes-
tie, die niets met de bestaansmogelijkheid
van de commissie te mak-en heeft.
'Dejveer Hofland veronderstelt bij B. en
W. vrees, dat 't dan een publiekrechterlijk
college zou worden.
Weth. Jorissen begrijpt niet hoe de
heer Hofland aan dat lumineuse idéé komt.
Het is de secretaris die de brieven schrijft
en daarin legt men altijd iets van zich zelf.
In stemming gebracht, wordt het prae-
advies met 10 tegen 7 st. verworpen.
26. Voorstel van B. en W. tot het geven
van straatnamen Berg Noord, Soesterkwar-
tier, met advies op de adressen inzake het
geven van straatnamen, van het Bestuur van
„Zandbergen" en van Sal. B. Gompers.
'De heer Hofland kan het niet eens zijn
met straatbenaming naar den aard van het
fabrikaat van de industrie die er gevestigd
is. Je krijgt dan de „Frutal-works-street" of
zooals in Liverpool„Frutal-works-route"; de
Alpamy-streat, de Lingeriestraat, moeten
dan volgen. En bij de reeds benoemde stra
ten zijn fouien gemaaktGaslaan, Zijlstraat,
Houtstraat, moesten Gasstraat, Zijldoekstraat
en Machinenalehoutbewerkersstraat heelen
volgens de redenatie van B. en W. Alleen
,de Nijverheidsstraat" is een goeie naam.
En de Zeeheldenbuurt Kan die niet beter
in een deftiger wijk komen? Is dat niet te
goed voor den werkman?
De heer L e i n w e b e r begrijpt het idéé
van den heer Gompers, die de Pepersteeg
tot Peperstraat wil bevorderen. De Paternos-
terstraat heette vroeger óók steeg.
De Voorzitter: Onze moeilijkste taak
is 't geven van moqie straatnamen.
Interruptie: Da's te hopen.
De Voorzitter: Maar we zijn erg
conaliani op dit punt. De critiek is hier zeer
gemakkelijk, maar 't maken van straatnamen
Tiiet. Doch we willen stellig wel wijzigen.
En als de Peper steeg des adressarvts be
langen hindert, kunnen we nog eens over
leggen.
De heer Hofland wil de benaming der
Industriebuurt nog wat aanhouden.
Aldus wordt besloten.
Na bespreking wordt het Soesterkwarlier
een bloemenwijk. De omgeving Leusderweg
wordt genaamd naar onzen Indischen,ATchi-
pel. Bij de nieuwe H. B. S. komen de staats
lieden.
27. Advies van B. en W. op het verzoek
van het Bestuur der Middenstands-bouw-
vereeniging Frisia, waarbij financiëele steun
wordt gevraagd voor den bouw van wonin
gen-
De heer Hofland acht de totaalsom te
hoog. Men zou 4640 inkomen moeten
hebben om er te mogen wonen.
De heer Oosterveen: Ook ten op
zichte van gefortuneerden zou dit onbillijk
zijn. Verdienen zij meer, dan wonen dezen
te goedkoop.
Weth. Jorissen: Neen, verdienen zij
meer, dan komen zij niet in aanmerking voor
„Frisia."
De heer Hofland is over dit onderwerp
allerminst tevreden.
De Voorzitter legt het principe uit,
dat „Frisia" haar woningen openstelt voor
hen, die een duurdere woning niet kunnen
betalen. De minister wenscht daarvoor een
waarborg.
Mr. VanTraa frappeerde het, dat B. en
W. zulke diepgaande voorwaarden stelden.
Is dit speciaal voor „Frisia" of voor voortaan.
Kunnen die voorwaarden niet uniform wor
den
Weth. Jorissen: De bedoeling is een
uniform contract.
Na 'eenig technisoh debat en de vraag
van den 'heer Noorman, of niet eenige wo
ningen ter beschikking der gemeente kun
nen worden gesteld, 't geen de Weth. niet
aanraadt, wordt het punt z. h. st. aange
nomen.
28. Voorstel van B. en W. tot het ver-
Ieenen van een crediet voor verbetering van
het Smallepod (2e gedeelte) en tot verhoo
ging van het crediet verleend voor verbete
ring van het eerste gedeelte.
De heer R e k k komt op voor de belan
gen van de volksbuurt. De verbetering der
Verhoevenstraat is uitgesteld en op d.e Berg
worden wandelpaadjes voorgesteld.
De heer Ruitenberg was ter plaatse
en vond dat het Smallepad dringender ver
betering behoeft, don de Verhoevenstraat.
Weth. v. Har denbroek vindt dat het
nog al schikt met de Verhoevenstraat, te
meer daar deze op een zandweg uitloopt en
dus geen zwaar verkeer heeft.
29. Voorstel van B. en W. om een crediet
te verleenen voor aanleg van een wandel
pad en het egaliseeren van eenig terrein
aan de Anna Poulownalaan.
Z. h. st. aangenomen.
30. Advies van B. en W. op het verzoek
van bewoners van den Heiligenbergerweg
om verbetering en rioleering van een ge
deelte van dien weg.
Mr. Van T r a a. zou een overeenkomst
met het Rijk willen treffen, wijl de rioleering
de,r kazernes zullen worden aangesloten.
Weth. v. Har den broek noemt riool
belasting.
31. Advies van B. en W. op het verzoek
van P. Dekker, e.a. om te willen besluiten
den Soesterweg afdoende te verbeteren.
De heer R e k ké klaagt ton zeerste over
gaten, over stof, over ongelijkheid. Stellig
is hij hier de tolk van alle bewoners.
Weth. v. Harderbroek deelt mede,
dat verbetering 65,000 zou kosten. De
begrooting laat dit niet toe. Het rooien zal
de vochtigheid verminderen. Er is rioleering
en andere wegen (bijv. Utr. weg) hebben dat
nog niet. De bewoners kunnen ook langs de
Puntentlaan en den Ouden Soesterweg gaan.
De heer Rekké vraagt toezegging voor
de eerstvolgende begrooting.
De W e th. kan die nog niet toezeggen.
De V o o r z. wijst op alle reeds uitgevoer
de verbeteringen. Nu kan maar niet ineens
bedisseld worden over 65,000.
De gaten die door 't rooien zijn ontstaan,
moet het Rijk dichten.
32. Advies van B. en W. op het verzoek
van Gebr. Wassink om ontheffing van de
verplichting, die zij op zioh genomen heb
ben bij hunne inschrijving voor verbetering
van den Leusderweg.
De heer Hofland vindt dat een aan
nemer zich niet op een fout mag beroepen.
De Voorz. legt uit, dat de man onthef
fing vraagt van iets dat nog niet gegund is.
33. Afwijzend advies van de Commissie
van Wetgeving op een adres van de afd.
Amersfoort van den Centralen Bond van
Transportarbeiders om in de politieverorde
ning bepalingen vast te leggen aangaande
voorwaarden waaraan bestuurders van rij
en voertuigen in deze gemeente moeten vol
doen.
Wat men schijnt wordt door ieder be
oordeeld. Wat men is niet.
Roman door
J. EIGENHUIS.
EERSTE HOOFDSTUK.
mijnheer Jaap Goverts had tot 6 uur de
kinderen van dokter Loos teekenles gegeven
öèn zich zoo geërgerd, dat hij teigen den oudste
Jgezegd had: „Stoffel, is dat teckcnen; je doe
delt je papier, of je aan 't kachelpoetsen ben."
i' Jonker Johan Loos was gruwelijk gebelgd
fipn dit zou mogelijk Jaap weer een les kosten,
hij kon bet geld niet missen. Maar zulke
Roeien te loeren teökenen, ging toch niet.
j Ilij ontsloot zijn klarinet-doos en ging een
rnocilijke partij uit een vervaarlijke opera,
jdic het fanfare-coups „JeriCho" instudeerde,
fwg even doorspelen.
J Zeker was hij een goede steun voor „Jeri-
jcho". Hij werd rood in het gelaat van het
pulken door zijn klarinet, zoodat er werkelijk
jjmuren instorten konden, als het heele corps
jvan zijn kracht mocht zijn. En als zijn klari-
pet oversloeg, dan klonk het verscheurend)
jfeandoenlijk.
■Daar, vin* a da suite-deur ruien en mevrouw,
nerveus met vleeschmes en vork gebarend:
„Maar Jaap! Dat doe je nou toch altijd weer.
Je weet, ik kan het om dezen tijd niet heb
ben I 'k Word er royaal dol van."
,Je zal er royaal rijk van worden, m'n
snoepertje, 'k Leef voor de kunst."
En o,p gevaar af van zich aan vlëeschmes of
vork te verwonden, omhelst hij liet mollige
vrouwtje, klapt haar dat het klinkt op de.
ronde armen en kust haar, onder allerlei lief-
koo-zende woordjes.
„Ja, nou moet je 'r geen grapjes over ma-
Jcen. 'k Wou, diat je ook eris voor imij leefde,
in plaats van voor de kunst."
„Met hart en ziel leef ik voor jeu, maar je
mag niet jaloersch wezen op mijn Jericlio-stu-
dies..."
„Hè foei," maakt ze zich vrij van zijn lief-
koozimgen, „wat ben je vervelend. Als je toch
eris wist, het hoofd loopt me te zes uur om.
Dat is voor het eten zorgen, jou getoeter, de
kinderen bij mekaar trommelen. Kijk eris,
nou is net kleine Mientje hier. De vier an
deren zitten weer, wie weet waar! Bemoei je
er dan toch eventjes mee. Andere mannen..."
„Ja, andere mannen! Die verwennen liun
vrouw niet zoo..."
„Verwennen! 't Is er naar, wat je verwen
nen noemt. Kijk, daar vliegt Mientje ook weer
weg... Mien, izal je hier komen, Mien!... Dat
lawaai ook voor het eten..."
„Maar lieve mensch, ik kan rt pok niet hel
pen, dat ik op dit eenige oogenblikje gelegen
heid heb. En de kinderen wil ik met plezier
opscharrelen. Als je maar even je mond open
doet."
„Nee, dan is de aardigheid er al af. Als je
zoo iets niet uit je zelf voor me overhebt..."
Boos loopt mijnheer Goverts d«e deur uit.
't Was weer mis. Ala zim vrouwziek. wat
vermoeid had, dan kon hij geen goed doen,
en geen onderwerp van gesprek aanroeren,
zonder zich een nieuwen storvtloed van ver
wijten op den hals tc halen.
„Ben je daar, Piet? Zeg, vuilpoets, wat zie
j' er weer uit. Kan je je niet wat zindelijk er
houden?"
Piet treft het niet, dat vader niet in zijn
humeur is. Met een schop onder de broek
wordt hij naar de keuken gestuurd, om zich
te wasschen. En hij had net zoo heerlijk in
■de kweckerij van buurman Lam geholpen,
geraniumstekken opgepot. Dat er dan een
beetje modder aan zijn gezicht en kleeren
k\v$m...
„Groote meid. kon jij nou je moeder niet
wat helpen?" begroet Jaap Goverts zijn oudste
dochter van twaalf jaar, de lange Laurien,
die met een heelen slier kinderen op klompen
aan liet touwtjespringen is....
„Je laat je moeder maar scharrelen."
„Hè, 't is niet waar," pruilt Laurien. ,,'k Heb
ipas gedekt en rlc kraf gevuld, en dc kinderen
igeroepenl..."
„Nou dat schijnt geholpen te hebben. Er
was geen kind in huis en jij slungelt nog op
straat. Waar zijn Jans en Gerdien?"
Wel, die zaten heel gezellig nog achter in
den tuin onder de bessenboompjes te snoepen.
„Haal ze, Laurien, "en zeg ze, dat z« naar
zolder gestuurd worden, als ze niet dadelijk
■komen..."
Onderwijl was Piet weer in het roeibootje
gekropen en met het kijken naar een kronke
lend wormpje, dat hij om zijn haak gespitst
had, en toen naar zijn op den stroom bibbe
rend dobbertje, vergat hij heelcmaal den toorn
van zijn vader en het jeuken van zijn maag.
En Mientje was weer dc voordeur uit ge
huppeld en stond Betje Kruif, haar school
makkertje, te vertellen van dc pruik van haar
pop, die losgegaan was en van de kruisbessen
in den tuin, die nog zoo zuur waren.
De meid moest er ook nog aan tc pas ko
men.
En toen eindelijk allen gezeten waren,
sneed mijnheer met een knorrig gezicht het
vleesch, en deelde mevrouw gemelijk dc por
ties op de kinderborden.
„Kind. stil dan toch, wat ben je vervelend
aan tafel," snoerde ze Mientje den mond, die
zooveel ervaringen .«had mee te deelen...
,.Och, ze is toch eigenlijk zoo lief," spreekt
Goverts tegen.
„Ja, je moet ze zoo'n heelen dag maar om
je heen hebben. En dan je huishouden. En !t
naaiwerk. En er heelemaal alleen voor staan..
„Nou alleen..."
„Ja, wanneer bemoei jij je met dc kinde
ren?..."
„Kom, dat weet je wel beter. Maar je bent
nu wat uit je humeur." En dan glimlachend
en vergoelijkend: „M'n lief bromstertje is een
heel klein beetje onbillijk...
Een diepe zucht.
En eindelijk met een halven snik: ,,'k Ge
loof, dat een man niet half begrijpt, waar een
vrouw behoefte aan beeft. Den heelen dag
kindergejank om je heen, jachten om klaar te
komen, met naaien..."
j Dc heer Rekké vraagt naar de oorzaai
van 't feit, dat l>s jaar verliepen voor ha
advies werd uitgebracht.
De Voorz. denkt dat 't komt doordal
men de zaak van alle kanten heeft bekeken)
I 7. h. st. aangenomen.
34. Voorstel van de Commissie van Wet-/
I geving tot wijziging van de verordening bei
i treffende de straatpolitie ten aanzien van
het berijden van het Plantsoen vanaf d«
j Kleine Haag tot het belastinggebouw.
I 7. h. st. aangenomen.
35. Voorstel van B. en W. tot hel doe*
van betaling uit den post onvoorzien.
36. Afwijzend advies van B. en W. op hef
verzoek van C. Rijn e.a. alhier, waarbij
wordt aangedrongen op verlaging der markt*
gelden en de totstandkoming vnn een over*
dekte fruithnl.
37. Afschrijvingen Inkomsten-belasting'
dienst 1918 en 1919.
38. Vaststelling 5e suppletoir kohier In*
komstenbelasting dienst 1919.
39. Vaststelling 3e navorderingskohier InS
komstenbelasting dienst 1919,
35-39 z. h. st. aangenomen.
Ï3ij de
Rondvraag
wijst Mr. VanTraa op de wcnsohelijkheïd,
dat zooveel mogelijk gemeenten Amsterdam
adhaesie betuigen inzake hun actie tot her
ziening van de finoncieele regeling tusschen
Rijk en Gemeente. Hij acht het voor hef
voortvarende bestuur van Amersfoort zaak,,
dol het zich in deze richting aansluit.
De heer Hofland acht het nog pracLi-
sclier als de burgemeester in zijn qualiteit
van Voorzitter der Vereen, van Ned. Ge
meenten er zich eens wilde voorspannen.
De Voorz. kan mededeelen, dat het
reeds op de vereenigingsagenda van 12 April
staat aangeteekend.
De heer H o f 1 a n d spreekt over de ver
eeniging „Goed Wonen", die openstaat voor
elke categorie der burgerij. Deze vereent*
£ing kwijnt, doordat B. en W. haar een botto
alwijzing gaven en het vertrouwen in de be
kwaamheid van het Gemeentebestuur mag
niet geschokt worden.
De V o o r z. zal hierover schriftelijk mede-
deeling doen.
De heer Rekké stelt voor namens een
7-tal raadsleden een adhaesieverklaring naar
de Tweede Kanier te willen zenden inzake 't
voorstel-Rutgers betreffende de plaatselijke
keuze.
De Voorz. stelt voor dit in een volgende
vergadering te behandelen.
De heer Polder vond in de goede ver
standhouding in den Raad aanleiding om
wat te zeggen over den 8-urendag. Wanneer
komt die nu Nu niet meer met 'n kluitje
in 't riet sturen, maar antwoord.
En ook wil spreker de stukken in 't ver
volg wat eerder hebben, hij kreeg ze Zater
dagmiddag en had dus maar 24 uur voor de
bestudeering.
Voorts dringt hij aan op beter toezicht op
de jeugd in de plantsoenen, welke soms-
ergerlijk vernield wordenbij de Arbeids
beurs wordt verivoed gevoetbald.
Weth. Jorissen zou den aangenamen
toon in den Raad niet graag bederven en
zal nu iets zeggen, dat niet kwetsen kan.
De Raad is een huis met een 'hekje, waar
over men mag kijken. Spr. houdt de verge
lijking lang vol, en komt dan met het 8-urige
plantje, dat gefnuikt werd door het voorstel-
Polder van de Avondraadsvergadering, die
den arbeidsdag voor zoovelen verlengde. Nu
moet hij niet zoo hard van stal loopen. Die
8 uren dag komt wel.
De heer Polder verdedigt zich. Wie
langer don 8 uur werkt, wordt wel wat extra
betaald en wie werkt nu meer
Weth. Jorissen gebaart naar de raads
leden en de pers.
De V o o r z. zegt, dat de politie zich veel
moeite geeft, de baldadigheid der jeugd te
beperken.
De stukken zullen zoo spoedig mogelijk'
bezorgd worden.
De vergadering wordt te 10 uur gesloten.
„Neem dan een dag meer de naaister."
Onec, die doet het toch niet naar mijn
zin. Én dan tob ik weer over de onkosten...*3
„Dat is 't 'm. Je wil tobben..."
„Ja, 't geld groeit ons toch ook niet op den
rug? En als ik niet rondkom..."
„Dan werk ik nog wat harder..."
„En dan laat je mij nog langer alleen. Jo
ben toch al nooit voor tienen thuis."
„Wel, wel, m'n bromslcrije, wat overdrijf
je toch. Zaterdags en Zondags heb ik heele-1
maal geen avondlessen, en Vrijdags maar tof
acht uur..."
„Ja, en Vrijdagsavonds 'ben ik naar Dorcas*
en Zaterdags blaas je op „Jericho" en Zon*
d>ags zijn we uit, of hebben wc menschen."
„Kom, eet nu maar flink, en hou op roef
tobben..."
„Nee, als ik zoo moe ben, smaakt het ctcH
me toch niet..."
Er valt geen land mee te bezeilen, dacht do
goede man bij zichzelf, en hij vermeed angst
vallig alle tegenspraak, trachtend de mcesï
onschuldige onderwerpen aan tc roeren. Maar
altijd weer scheen er aanleiding, 'dat zijtf
vrouw aan eenig onrecht of aan verongelijk
king of eigen focklagenswaardigflieid -werd
herinnerd.
Na den eten maakte hij maar gauw, dat hij
weg kwam, om Fransche les te geven bij dea'
burgemeester aan huis, en Duitseh bij den:
notaris. 1
't Is toch een best klaagstertje," gekscheer*
de hij nog, haar aanhalend. Ze gaf hem k.wij<
ne»d een kus en zuchtte.
(Wordt vervolgd).