Geldersciie Credieivereeniging AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" BINNENLAND O. Middenstands Credietbank EroiÉïitot, - Dof 1 TWEEDE BLAD. Nlet-poütiBk. ARNHEsVL Opgericht 1366. Gestort Kapitaalf 10.000.000 Reserven- 4.400.000 Verricht aS8e bankzaken. S Fa. KLAAS SAVING (Joh. Schut). alle maten voorhanden. Groote voorraad atitoiroSiGlonrter.iseleii en tnebahcoren. Fourneer* Cheques op Binnen- en Buitenland Heeft uitgabreld Giro-verkeer. I WILLEM GROENHUIZEN f Z i S v r g Alpaca FEUILLETON. •E /EN WICHT. SPORTKLEEDIftG 18e Jaargang No. 243 Zaterdag 10 April 1920. tetëtefv te* van Benoeming ran hrf?endnt-g en draal Pop $bt mmreter van Oorfog en tot minister van Marine ad interim, medegedeeld, dat „de heer Pop niet bij eene politieke partij is aan gesloten." 'i, Nu beteekent dit bericht meer dan het schijnt. Want als het niets meer beteekende, 'dan wat er in staat, dan zou luitenant-gene- raail Pop gelijk staan met ertlkele mdllioenen Andere Nederlanders. En dan zou die me- idedeeling de druk-mkt niet waard zijn ge weest. Ivlet die mededeeling moet dus meer zijn •beaoeld. Men wilde den volke van Neder- land vertellen, dat deze luitenant-generaal geen politieke richfing heeft. Want nog altijd geldt het in veler oogen als een soort lof, wanneer men van iemand zegt, dat hij tot geen partij behoort. Het is onze bedoeling tegen deze dwaze, foutieve en ergerlijke opvatting stelling te nemen en we grijpen daartoe het optreden van den poliiiek-onpartijdigen generaal als minister van Oorlog gaarne aan, omdat hier wel lveel duidelijk blijkt, hoe dom en onjuist de helaas bij velen nog geldende opvatting We hebben een kabinet van gematigd- reohtsche signatuur. Een minister, die in zui!; een kabinet zitting neemt, is mede ver antwoordelijk voor het beleid van het minis terie. Als straks vraagstukken aan de orde mochten komien, waarbij de oude antithese in eere wordt hersteld en daarop wordt van zekere zijde altijd nog aangestuurd dan zal dus de onpartijdige militaire minis ter mede siaan of vallen met z-g. „christe lijke" maatregelen. Door, als „onpartijdig man" zitting te nemen in een Rechtsch ka binet, verklaart derhalve deze minister zich Boiljclair met 'net ten deele-ohristelijk pro gramma van Ruys de BeerenJbrouck. Maai det doet hij juist niet, hooren we al zeggen. Hij staat Kiiten de politiek.' Men vergist zich. De man, die zich aan het hoord van een departement laat plaatsen, die als zoodanig een deel van het staatsbeleid voor zijne rekening neemt, moet aan staatkun de do-en. Hij kan niet neutraal staan ten opzichte van de vragen, die Rechts en Links verdeeld houden, noch ten opzichte van de vragen, die democraten en conservatieven scheiden. Indien hij dit ook al zou probeeren van welk een onaan-doenlijken aanleg zou zulk een werkelijk neutraal man moeten zijn l dan zou hij al heel gauw voelen, dat hij de beteekenis van zijne positie niet had door- zieiv. Een minister van oorlog kan niet alleen zijn een organisator en een deskundige, wanf bij zijne voorstellen omtrent 's lands defen sie moet hij rekening houden met allerlei factoren op het gebied van de nationale en de internationale politiek. Nu meer dan ooit. Straks zal hij in de volksvertegenwoordiging zijn „stelsel" moe ten verdedigen. Daarbij zal moeten blijken o;f hij ons leger will ontwikkelen tot een on derdeel van het leger van den Volkenbond, dan wel Jot een staand leger in den ouden zin van het wroordr tot een politieleger dan wel tot een militair instrument. Hierbij dringen zich de vragen van staat kundigen aard, d. w. z. de politieke vraag stukken, met geweld op den voorgrond. Als nu generaal Pop wedkelijk geen benud heeft van politiek en dit verklaren som mige militairen met onverholen trots dan is hij aanstonds geen portuur voor de in de politiek geschoolde mannen in Tweede en Eerste Kamer, maar wordt hij zonder quaes- tie smadelijk in den hoek gedrukt. Verbeeld u dat de directeur van een groo- te schoenenfabriek alleen maar begrip heeft van de techniek van zijn vak, dat hij geen idee heeft van de oeconomische belangen, die hij moet dienen, van de politieke invloe AMERSFOORT - 5. Wuijtiersiaan. Telef. 399, Hoofd vertegenwoordigster voor Nederland van do DEXl Luxe Automobielen en Vrachtwagens. SINGER 10 H P. Licht Car SAYER3 Six Amer. 3 cyï. Wagens Sub-Agentschap der: BERLIET Automobiolen en READING-.STANDARD Motorrijwielen «ir.XRKl AL BAX1>EFÏ, 800» K.M. GAHAJfTIg den op den gang van zaken in zijn bedrijf. Dan zou geen vennootschap hem hebben «ongesteld. Hij dient een all-round ontwik keld man te zijn, wil hij de gewenschte lei ding kunnen geven. Mag men nu in een minister lagere eischen stellen? Mag men van hem niet verlangen, dat hij op de hoogte is van de wenschen van het Nederlandsohe volk, speciaal ten aanzien van zijn departement Hoe kan een minister van Oorlog wat in ons democratisch-parlementair stelsel tooh noodzakelijk is een voor het parle ment aannemelijke inrichting van onze weerbaarheid ontwerpen, als hij nooit van de programma's der politieke partijen heeft kennis genomen, en zich niet met een van die programma's, in hoofdzaak althans heeft vereenigd? M. o. w. hoe waagt een „onpar tijdig" man het als minister, d. i. als staat kundige autoriteit, op te treden? Hier ziet men nu de oorzaak voor de mi sère die zoovele ministerieele kabinetten hebben moeten doormaken tengevolge van het gebrek aan politieke ontwikkeling van hunne militaire leden. Juist wijl men in Liniksche en Rechtsche ministeries „onpartijdige" generaals en ad miraals opnam moest men zoo dikwijls on dervinden, dat de volksvertegenwoordiging rvan ministers terecht verlangd, dat zij op gronden aan de beginselen van de meerder heid ontleend, hunne programma's opstel len. Zijn zij daartoe niet in staat, omdat zij „niet aan politiek hebben gedaan", m. a. w\ om dat zij geen staatkundig beginsel hebben, dan blijken zij in de praktijk inderdaad on geschikt om als minister op te treden. Men begrijp© ons goed. Wij verlangen niet van iedereen dat hij aan de actieve po litiek deel neemt, wij verlangen slechts, dat zij, die aan de staatkunde van ons volk lei ding moeten geven, weten, op welk staat kundig beginsel zij steunen. Er komt nog iets bij. Een democraat is nooit „neutraal"een katholiek of een anti revolutionair evenmin. Zij weten, wat zij wil len, omdat hun beginsel hun tot richtsnoer strekt. De z.g. neutralen of partijloozen, de niet- aan-politiek-doenden. zijn altijd van conser vatieven aanleg. De verschillen tusschen Rechts en Links laten hen daarbij koud. Lobman of Dresselhuys, het is hun om 't even. Desnoods ook Treub, sinds deze „oeconomist" is geworden. Maar van Troel- stra of van Merchant, van Nolens of Rutg.ers, moeten ze niets hebben. Zoo is het optreden van een staatsman, van wien men verzekert, dat hij een neutrale is, niet alleen een absurditeit, het is eene onoprechtheid. Want hij is in werkelijkheid niet neutraal, maar conservatief, wat beteekent, dat hij in ons parlement slechts bij eene kleine min derheid sympathie zal weten te verwerven. Als luitenant-generaal Pop werkelijk „neu traal" zal blijken te zijn, dan zal het hem gaan, zooals het velen van zijne voorgangers is gegaan. Hij zal in de staatkunde sneven, wijl hij geene politieke wapenrusting heeft- Uit de Pers De Veltienboufl era wij. Dit is de titel van een artikel in de April aflevering van De Gids, geschreven door Mr. C. van Vollenhoven, naar aanleiding van onze toetreding tot den Volkenbond. De schrijver verzet zich daarin tegen de kleineering van het verbond. Er mogen nog zooveel fouten aan kleven hij geeft ze volmondig toe, maar de bond heeft één goede eigenschaphij is er. „De Volkenbond is crhij staat vóór ons hij werkt, of wij willen of niet. De on- geloovigen voorspellen uiteenspatfing de vertrouwenden betoogen de mogelijkheid van heilrijk werkmaar geen van beide groepen kan en mag aanbevelen om stil te zitten en af te wachten, want dön juist leveren wij ons met gebonden handen en voeten over aan het slechte heden. Deze noodzaak om te handelen, om nu te han delen, daarin juist spreekt zich de tegen stelling uit tusschen de vraag van bespie gelende overweging, die 't probleem der statenorganisatie was en de vraag van prac- tische staatkunde, die zij is. En toch, waarachtig, zijn er weer men- schen en niet de eersten de besten die van de les van het Haagsche werk (dc Vredesconferenties) niet wenschen te leeren. Die nu een internationaal gerechtshof als panacee naar voren zouden willen schuiven (een hoogst nuttige, voor statenorganisatie onmisbare, maar op zichzelf volstrekt on toereikende zaak), zooals in 1899 het arbi tragehof naar voren schoofom dan verder van de echte moeielijkheid, <üe der interna tionale verhindering van oorlogsaanval door gemeenschappelijke kracht, niet meer te reppen. Die moties indienen cn steunen over inkrimping van bewapening, doch het eenige middel daartoe, afwerking van de artikelen 12—16 in den geest der League to Enforce Peace, doodzwijgen. Die den ganschen dag pralen over feilen van het volkcnbondverarag, alsof men* een brand kan blusschen met een redevoering over zijn oorzaak. Die andermaal als de hoogste wijs* heid dat soepele, zachtzinnige aanprijzen dat sinds 1899 zoo'n onverdeeld fiasco en zulke stinkende wonden heeft gemaakt, en dat hoe onredelijk zulks ook zij den internationalen naQm van den Hang in de wereld regelrecht geschaad heeft, dewijl men daaraun de gedachte associeerde van een statenorganisatie, die was als vloei papier". Over de rol der kleine Staten in den Vol kenbond schrijft mr. van Vollenhoven „Doch hoe Ier wereld zijn kleine landen in staat invloed te oefenen op den gang van den volkenbond Op meer dan één wijze. Al dadelijk geeft het gronuverdrag zelf hun wat wil men nctueelcr een stakingsrechteen recht om, als de zaak in verkeerden koers goat, uit den volkenbond te loopen (met een op zeggingstermijn van twee jaar). Gebeurt zulks door ccn aantal honorabele kleine landen te zomen, dan is dat voor het voort bestaan van den volkenbond niet als al liantie, maar als volkenbnd ccn romp nochtans is zulk een uittreding voor dc kleinen plicht, wanneer de clique der over winnende groote landen de twee onmisbnre hoofdzaken onpartijdigheid van olie or ganen en georganiseerde dwingkracht weigert in te voeren. Dan de „vergadering" van den volken bond moet voor de nieuwe ideeën de gang maker worden. Zij is te log cn te ontcch- nisch en zal ook wel te zelden bijeenkomen, om een modcl-wrtgever to kunnen zijn boven het plan om, ten einde deze vergade ring te versterken, alle postcongressen, au teurs- of mcrkenrechtc.onferenties, wissel- overleggingen enzoovoort in de volken- bondsvergadering op te smelten, schijnt het dan ook verkieselijk om, nnust het bonds orgaan van honderviiftig man met zijn ver moedelijk vrij bestendige leden en zijn vas ten zetel, de naar samenstelling en verpa- derplek beweeglijke internationale confe renties ongerept in stand te houden, zelfs te vermenigvuldigen. Doch als gangmaker kan de volkcnbondsvergadering een enorme invloed erlangen, eerst op dc publieke mee ning in ieder land, straks op de onderschei den porlementen cn vooral de kleine lan- f den zullen wijs doen het bepalen von sa menstelling en werkwijze hunner delegaties met dit karakter van gangmaker rekening ie houden voor negentig percent. De restee- rende tien percent zijn genoeg voor haar taak als wetgever en als eventueel kiescolle ge voor volkenbondsorganen. Eindelijk men denke toch niet, dot de invloed der kleine landen beslist wordt door het schouderophalen van een tien of twintig toongevende ministers van thans in de groote landen. Zeker, een tijdlang kan hun houding het goede weren een tijdlang kan het oordcel von deze enkelingen, nnnr wier spot ministers van kleine landen angstig op zien, zijn van doorslaand gewicht. Maar op den duur en de twintigste eeuw leeft snel is het de massa van het volk, van het kiezersvolk, in de diverse landen, die aangeeft, of naar allianties en nieuwen oor log, dan naar statenorganisatie en duurza- men vrede zal worden heengestuurd. Lukt het om de groote massa ook in Europa te doen begrijpen, wear de schoen wringt, dan 19 de zaak van den volkenbond gered. En, hoe razend moeilijk het ook zal zijn om daar toe fe naderen, juist omdat het later of <rroeger daartoe komen moet, is het uitzicht van 1920 op duui'Zamen vrede wel is waar nog een zwarte wojk met zilveren rond." IVtétorlnactf fln foraaull«s: Moeilijke tijden maken wij door, doch nog moeilijker wachten ons, aldus is de grond toon van een artikel van mr. M. W. F. Treub, in de laatste aflevering van de Vra gen des T ij d s. „Het lijkt oppervlakkig gunstig voor ons land, dat de koers van onze gulden zoo hoog staat vergeleken met de valuta's der andere Europeesche staten, maar wie dc dingen goed bekijkt, bemerkt al spoedig welk groot gevaar daarin schuilt. Onze in voer is ontzettend toegenomen sinds de wapenstilstand is gesloten, maar onze uit- voor Arosfoort en Omstreh. LAKBE6RACHT Ho. 4. TELEPHQQN Ro. 304 voer blijft daar ver bij ten achter, in 1919 is de waarde van onzen uitvoer amper meer don dc helft von onzen invoer. In plaats dat- Nederland leeggepompt wordt wat men weleer vreesde heeft juist het omgekeer de plaots gehad. Een gevolg van de daling der valuta's, waarbij nog komt, dot de im porteurs vaak hunne handelstransactie i met opgenomen geldd reven, dat zij niet kun nen betalen met de verkoopprijs der inge voerde goederen, zoodat zij deze moeten vasthouden, om een déconfiture zoo lang mogelijk to ontloopen. Dat kan echter niet ol te long duren cn als de buitenlondsch® valuta's zich niet spoedig herstellen, zijl* ernstige faillissementen onvermijdelijk. Voor onze cxportindu9trie heeft de toe stand echter ernstige gevolgenland- cn: tuinbouw, sigarenindustrie, kurkenindustrie, jam-industrie, gedroogde groenten, zij allo zijn met lamheid gedogen door dc slechto valuta's. Onze boomkweekerij is verarmd1, de oestercultuur en dc mosseikwcekcrij kwijnen, de haringvisscherij wordt onmoge lijk gemaakt, onze zuivelfabricagc doorleeft een kritischen tijd." Door herstel der mest gezonken valuta's zou het wellicht bij individueele verliezen en faillissementen blijven, een crisis voor komen worden, doch prof. Treub durft zoo iets voor de naaste toekomst niet verwach ten en dus vreest hij stilstand von bedrijven, opzegging van credieten, groote werkloos heid en —wat het ergste is slechte gevol gen van blijvenden aard voor Nederlands welvaart. „Als onze boomkweekerijen, onze oc9tcr- en mosselvisschcrij, ons zuivelbedrijf, onzo exporthondel zullen overvleugeld worden, is het de vraag, of zij zich ooit weder kun nen opwerken, terwijl als dc gulden ge- ruimen tijd zoo abnormaal hoog staan blijft tegenover de valuta's der andere handels naties van Europa, de kosten voor hendel en soheepvaort zoo veel hooger dan elders worden, dat dit voor onze haven- en koop steden schadelijk moet wezen. Nu wordt er wel beweerd, dat dc ge bruikers, als de producenten door den stand der wisselkoersen genoopt zijn de export goederen hier te lande van Je hond to doen, door lagere prijzen gebaat zullen worden, doch dan vergeet men, dnt straks daarodor weder prijsstijging zal ontstaan. Maar men verlicze in de eerste plaats niet uit het oog, dat de ontreddende stond der valutamarkt het gevolg is van de onderpro- ductic gedurende den oorlog. Men dienl dus het kwaad in zijn wortel aan tc tasten door dc voorwaarden voor dc productie to verhoogen. Vooreerst door een goed geor ganiseerde credietverleening, doch tevens dient don dc voortbrenging zoo Koog mo gelijk te worden opgevoerd, ook door do landen die schijnbaar Ie -: hebben van over vloed. Ons land mag zich aan d: n plicht niet onttrekken cn daartoe moet de regee ring haar medewerking vcrlèenen. De be langhebbenden moeten zoeken naar nieuwe afzetgebieden, doch de regeering heeft tot plicht hnar oorlogsuitvoerpolitiik radicaal om te zeiten en alle uilvo; rbeprr' 'ng<-n zoo spoedig mogelijk"op tfe heffen. 7 lis is het dc vraag, of zij daarnaast niet dc bcdr-igdo bedrijfstakken door credietverleening op do been moet bonden. „Met heel Europa staat ook Nederland voor een berg van economische moeilijk heden cn gevaren. Nergens z«l men over dien berg heen komen zonder dat de zwnk- sten onderweg bezwijken. Het klimmen cr van vereischl krocht en volharding, maar hoe grooter dc bezwaren, des te inniger ook de genoegdoening wanneer reen zo heeft overwonnen. De jeugd eindigt, wanneer men zich jong gaat voor doen. rrere gj JUWELIER .af AMERSFOORT t Bom an door J. EIGENHUIS. En de handen wrijvend maakte hij Japiks deelgenoot van zijn nieuwen inval. „Verrukkelijk! Een trotsche, kostelijke fee zal ze wezen," viel Japiks uit, en zijn oogen schitterden. .Een pracht van een idee. Nee, nee: ik begrijp je. 't Is mijn idee. niet *t jou we. Enfin, dat leugentje is niet erg. En ie zal zien, hoe de troon wordt. Die wil ik eris zelf en alleen in orde maken en bekostigen la, kerel, maar je maakt 't al te bont Alle dag die bloemen ook nog, die je hier stuurt..." »0, bloemen ziin goedkoop in dezen tijd. En ik vind hier zooveel gezelligheid „Nou. zelf weten. Ik ken jon portcmonnaie niet. En van een ander zou ik 't vervelend vinden; van Vermant zou ik 't niet hebben kunnen, bijvoorbeeld. Japiks keerde zich af. licht blozend, 't "Was of hij de eerlijke, trouwe oogen van Goverts niet verdragen kon. Maar Goverts had er geen erg in, drukte hem haastig de hand, hol de nog even naar zijn vrouw, gaf haar ver liefd een paar tikjes op dc wang en draafde naar dc les. „Zeg, Mien, begon Japiks, die heelemaal als intiem huisvriend behandeld werd. „Jou idee was kostelijk, dat je kindertjes bloemen- feeën zullen wezen. Maar ik kreeg een inval die nog veel mooier is." „Prettig," riep ze, hem kinderlijk verrukt aanziende. „Maar zonder jou gnat bet niet „Nou, 'k doe natuurlijk mee. Vertel maar op..." En hij vertelde met een heftigheid! die zo niet van hem gewoon was, zijn idee. bewe rend, dat 't heerlijk zou worden en het hoofd moment van den dag zou wezen. Zijn oogen schitterden en ze dorst niet den gewonen weg, "P te gaan van tegenstribbelen cn coquet ont kennen, dat rij juist dc bloemenkoniugin zou moeten wezen... Zc hijgde en moest de oogen neerslaan, wat ze voelde, dat ze gevaarlijk spel speelde Maar ze bedwong zich en tracht te er onverschillig over'te praten en de heelc geschiedenis onverschillig op tc nemen. Tel kens als ze elkaar aanzagen, wendden ze ge lijktijdig de blikken af. Maar pratend over dp uitvoering van het plan, zochten ze toch eikaars oogen weer. Ze gedroc-g zich heel keel en deed. of zc zijn schuchtere verzeke ring dat ze een ware koningin zou wezen, heel niet hoorde. Ze verlangde haast, dat Jaap maar kwam en vond het toch zoo heer lijk, de vereering te voelen, die Japiks in al zijn woorden en gebaren lei. Gelukkig kwam juist Lauricn binnen, voor dc pianoles Ze sprong hij Japiks op schoot, krulde zijn knevel en mishandelde hem op al lerlei manier. „Kom, Laurien, jc huiswerk afmaken en dan naar.bed/' gebood moeder; maar cr kwam niet van voor ze onder het stoeien een vaasje van het buffet had gesmeten. Dat kal meerde haar wat, zoodat ze eindelijk haar boekentasch uitpakte en met veel omhaal aan Sprtaoodigdlieiien het werk toog in de voorkamer. De vingers in dc ooren, zat ze hardop de Fransclie woordjes te radbraken, tersluiks nu en dan bonze gezichten tegen Japiks trekkend. „Hè, hè, zoo'n wervelwind, daar zou jc van hijgen," zuchtte Japiks. Mien lachte wat, stil bedenkend, hoe ze vroeger ook zoon druk spook was geweest. En hoe ze al haar verstand moest gebruiken, om niet e\en uitgelaten te cl pen. DEBDE HOOFDSTUK. Burgemeester Van Balen schoof het gouden lorgnet op. den neus en zag met een zegevie renden blik van de stoep yan zijn huis neer op de joelende Zondagsmenigte, die de Dorps straat vulde. Alle boeren uit den omtrek met hun gezinnen cn ontzaggelijk jrccl vreemde lingen, uit Amsterdam waarschijnlijk, bewo gen zich tusschen zijn dorpsgenoolen, die hem groetten en elkaar op hem attent maakten als den man van gewicht, die het groote feest in gang kon zetten. liet plein voor „Het Wapen van Water kerk" was vol tentwagens tilbury's en ook deftiger equipages. Tevreden streek hij n\et de handen door de grijzende krullen, 't Zou niet maar zoo'n plaatselijke tentoonstelling wezen, maar zijn werk had de aandacht van heel Nederland getrokken. Met voldoening voelde hij dat, en met welgevallen herinnerde hij zich het stuk van gisteren in de „Botter- dommer", waarin gewezen werd op den vooruitgang van het dorp „Waterkerk", zoo lang dit onder zijn beheer stond, en dat nu het welvarende „Flora-dorp mocht hceten, het centrum van bloem/kweek er ij en -handel in ons land." Zijn breed gezicht glom van zelfgenoeg zaamheid en hij schoof tevreden den cilinder hoed wat achterover, volgens zijn gewoonte, wanneer hij goed geluimd was. Vriéndelijk groetend bewoog hij zich tusschen de dichiP menigte door naar den overkant, waar het groote schoolhuis stond, geflankeerd door de breed e schoolpoord, die toegang gaf tot het schoolplein achteraf. Toen de poart even open ging om hem in tclaten, verdrongen dc mcnschen zich, om het plein op te zien cn een glimp op te vangen van het heerlijke, dat te wachten was. Want de beide „Poelbode's" hadden al weken lang de nieuwsgierigheid gespannen, door kolom men vol te vermelden van het fameuse, dat dc tentoonstelling zou te zien geven. De burgemeester reikte links en rechts han den en lichtte den hoed voor de da s Maar hij harl alleen nog oog voor Flora, die al op. den bloemenwagen zat, een cnvoudig kransje heliotrope om het weelderig^ bollende, blonde* haar, op een met rozen bekransten troon en!, onder een hemel van ro/en. Als een vorstin' in hel besef von liaar rijpe schoonheid, het bloed zacht rose tintend door het blanke vel van gelaat en hals, in een los kleedje van rose satijn, maakte mevrouw Goverts den iiw druk van een heerlijke roos, die roet dc tcero welving van de ontplooide blaadjes prijkte in' dc volheid van zachte vormen. Van den troon' af was dc wagen verder met guirlandes van! bloemen versierd en beladen met groepen bloeiende planten en heesters, hoog cn ovorn vol, zoo grillig en bont, dat er werkelijk van alles, wat Flora in dit seizoen op liet openj veld en in dc kassen bracht, prijkte in weel*, derigc overdaad. „Prachtig, Japiks, daar heb je eer van. Me*j vrouw Goverts, 'k ben verrukt, Flora zelf zou, niet mooier kunnen wezen." Zc glimlachte coquet en de Burgemeester,, verzekerde met tinteling in zijn oogen: „Neöj stellig. ',k Heb in Florence de Flora van Ti- tiaan gezien, maar..." Daar schetterde op straat een fanfare, tert teeken, dat de e erewacht en „Jerieho" ge reed waren om de bloemenvorstin rond tc lei den. Een lichte jockey, de zoon van den nota* ris, zette zich op den witten schimmel, dié voor den wagen was gespannen. Leidsels hoofdstel en wagenboomen waren getooid met anjelieren, oleanders, rozen, geraniums* margrieten in kleurige mengeling, en de zo* ventienjarige knaap droeg een zwaren kran*( van vuurroode rozen als een bandelier on|| (len rechterschouder. (Worfli yeryolg'd),

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 5