Qoof de (Jeugd. Eigengemaakte Kinderkleeding. De Dom". No. 249 9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlandër" Zaterdag 17 April 1920. vriend van Vader. Daar willen zc een jonge dame van me maken." „Zoo! En vin-je dat prettig?" „Nee, natuurlijk niet! Maar 't moet wel, want Vader gaat voor zijn gezondheid op reis. O, 't is afschuwelijk!" „Kom, kom! 't Valt misschien nog wel mee.'* De stem der dame klonk bemoedigend. „En bij wie kom je in huis'?" „Bij dominee Wartena,' 'antwoordde Liesje. „Hij en Vader zijn samen op kostschool ge weest en tyj woont in de pastorie van Bos wijk, een klein dorpje bij Voornveld. Bent u daar wel eens geweest?" „Nee,'nooit," luidde het antwoord. „Maar het moet er heel mooi zijn, heb ik gehoord cn je zult er stellig gelukkig zijn." „Zonder Paps en Juffie en alle dieren? On mogelijk!" klonk het overtuigd. „Zijn er kinderen van je leeftijd in de pasto rie?" „Ja, twee: Fred en Netty. Maar ik heb nooit mét jongens of meisjes gespeeld PEESDE BL&D. Een voei-bewogen Zomer. T DONE, irij naverteld door C. II. hoofdstuk ih. Een Avontuurlijke Reis. Juf was erg stil, toen zij Liesje naar den trein bracht, want de gedachte, dat zij zoo lang van haar lieveling gescheiden zou zijn, maakte haar bedroefd. De trein stond reeds klaar, toen zij op het perron kwamen en Juf zucht de dame. aan wie zij de zorg voor Liesje kon overdragen. De koffer wras al in den baga ge-wagen verdwenen, de meeste reizigers had der. een plaats- gevonden en de portieren w er den dichtgeslagen. Van de dame was echter geen spoor tc bekennen Juf had reeds een kaartje voor Liesje geno- zigster nu: „Je kunt je iemand veel beter men en zij werd dien dag in de pastorie van j herinneren, als je weet, hoe hij heet. Vindt u Boswijk verwacht. Binnen enkele minuten zou ook niet?' de trein vertrekken. i „Zeker," antwoordde de dame. „Ik ben juf- Wal zullen we doen, kind?" riep Juf w an- frouw Roos. Maar hoe zou je het vinden, als hopend uit. ..Conducteur, dit meisje De j je mij eens door mijn broodjes heen hielp? conducteur scheen haar echter niet te begrij- Ik heb er zóó veel meegekregen. Wil je d<"^ wel?" „Ilecl graag!" riep Liesje uit. „Ik heb vrec- sclijken honger." „Dat treft!" zei de vriendelijke dame en samen deden zij den voorraad alle eer aan. Juffrouw Roos en Liesje babbelden genoeg lijk voort en genoten van alles tot het laatste chocolaadjc. De eerste naderde haar bestem ming, vóór de jeugdige reizigster het wist en Weldra zei juffrouw Roos haar, dat zij er was. Zij vergat gelukkig niet, Liesje haar kaartje terug te geven en er haar nog eens aan te herinneren, dat zij aan het volgende station moest uitstappen. Zij nam afscheid van haar nieuw vriendinnetje, doch iets in haar oogen verried, dat zij hét kind niet gaarne alleen liet. Zij moest echter uitstappen. Even later klonk het fluitje èn Liesje stoomde opnieuw alleen verder, steeds herhalend: „Het volgen de station! liet volgende station!" Toch gelukte het haar niet, wakker te blij ven cn zat zij weldra weer te knikkebollen in haai' hoekje, geheel vergetend dat zij Voorn veld steeds meer naderde. Eindelijk maakte de vriendelijke, oude conducteur haar wakker en tilde een witkiel haar bagage ilit de coupé. Zij sliep nog half, toen zij op het perron bij haar hoedendoos stond en de trein al weer voortsnelde. De stationchef keek naar haar en dc jongen in dc boebenkiosk lachte „Zc is voor dominee Wartena," zei de sta- j tionchcf. „Weet iemand soms ook, of Willems al weg is?" Alleen Kees uit de boekenkiosk wist ant woord te geven. Ilij zei: „Al meer dan een half uur geleden." ,.Ga dan eens kijken, of alle wagens al weg zijn." zei de stationchef. „Misschien zijn alle markt lui nog niet naar huis." Doch Kees kwam al heel gauw terug met dc boodschap: „Ze zijn allemaal weg!'* Wat moesten zc met het kind en haar bagage aan vangen? Plotseling scheen de werkelijkheid tot Lies je door te dringen en gaf zij zelve het ant woord, terwijl de stationchef zijn aardig huisje binnentrad om zijn vrouw over de zaak te raadplegen. „O, maar ik kan best di ie kwartier loopen," zei ze hardop. ,.Ik zal wel op mijn eentje naai de pastorie gaan. Mijn boenen zijn stijf van IVIagaz. Varkensmarkt Amersfoort. Specittle nMeellns: knikt en zei telkens weer met dezelfde over tuigende stem: Dat gebeurt tegenwoordig niet meer, die goeie, ouwe tijden zijn voorbij en dat het al lang geleden is, weet ik ook, want wij waren pas bij de vorige mevrouw Grevers, toen één van mijn drieling-zusjes een ongeluk over- pen. In het volgend oogenblik zei Juf, terwijl zij een portier opende: .Stap hier in, kind, vlug! Hier is je kaartje. Bewaar het vooral goed! De dame moet nu toch aan liet station zijn. Blijf stil zitten, ter Wijl ik even in de wachtkamer ga kijken." En weg snelde Juffie. Helaas, ook in dc Wachtkamer was dc dame niet en toen Juf Weer op het perron kwam, zag zij, hoe dc lange trein zich juist in beweging zette, de trein met het kind er ink Toen Liesje in haar hoekje alleen was ach tergebleven, was dc verleiding groot om zich in den doorgang 1e verstoppen. Zij wilde ech ter in dit laatste oogenblik gehoorzaam zijn. Ilaar twee kostbaarste schatten had ze bij zich: haar nieuwe parasol, waarop ze niet weinig trolsch was en grooten papieren zak met luchtgaatjes. Deze bevatte haar lieve ling Max, een dikke schildpad, die zoolang Liesje zich herinneren kon door hun tuin ge waggeld had Zij had het niet over haar hart kunnen verkrijgen hem achter te laten en had hem daarom in een zak meegenomen. Max was vrij zwaar en Liesje legde hem naast zich neer. Zij keek door het raampje en wou maar, dat Juffie terugkwam. Daar werd het portier dichtgeslagen. Zij hoorde fluiten en vóór zij begreep, wat er gebeurde, .voelde zij, dat de trein zich in beweging zette. Dc schrik sloeg haar om het hart! De eerste oogenblikken bleef zij muisstil zit ten. De irein ging steeds sneller. Wat moest zij doen? liet tienjarige Liesje de Geer was heclcmaal alleen in den trein en een paar <lagen geleden had zij pas voor het eerst van haar leven een stad gezien! De waterlanders biggelden over haar bruine wangen en zij snikte het uit. Wat zou Paps wel zeggen, als hij het wist? Wat moest ze in haar eentje beginnen? Dat er ook heelem3al niemand in de coupé zat! „Ik zal mezelf moeten helpen," zei ze plot seling kordaat, terwijl zij haar zakdoek zocht. „Liesje de Geer, je bent geen klein kind, maar tien jaar oud. En je zult misschien allerlei avonturen beleven. Gelukkig maar, dat .1 vit* me mijn kaartje gegeven heeft!" Zij keek naar het kleine stukje carton in haar hand en stak het veilig weg in haar man telzak. Toen diepte zij uit den zak onder haar het zitten." rok een oude beurs op. Er z.aten twee rijks- En achter de boekenkiosk omloopend, was daalders in, die haar vader haar gegeven zij weldra buiten het station. F.ven later vroeg had. Ze had pooit meer dan een gulden beze- zij aan een voorbijganger den weg naar de ten, zoodat dit haar als een schat voorkwam, pastorie van dominee Wartena en liep zij „Ik heb geld genoeg en ik ben tien jaar, zei J niettegenstaande het reeds donker begon te ze tegen Max, terwijl zij in den zak keek. worden alleen in gezelschap van hnar „Manr ik wou, dat Juffie me nog de broodjes schildpad en haar parasol in dc richting van gegeven had." j haar nieuw tehuis. Liesje zuchtte en ging een kijkje in den doorgang nemen met Max en haar p-i' ssol in haar armen In de aangrenzende coupé zaten twee oude hecren te knikkebollen boven hun krant en Liesje keek met een ondeugende flik kering in haar oogen naar hen. „Als ze eens vergaten uit te stappen! zei zc hinnersTTonds. De2e gedachte deed haar he vig schrikken; zelve werd zc ook slaperig en wat rou er gebeuren, als zij in slaap viel en misschien wel naar het einde tier wereld reis de? Zij ging weer in haar hoekje zitten en snel de haa: oogen wijd open om goed wakker te blijven. Maar het mocht haar niet gelukken. Zij werd steeds slaperiger, haar oogleden vie len djchi en Liesje de Geer was weldra vast in slaap, haar moeilijkheden en avonturen hreienir.nl vergetend. van haar twee gewone ooren, waarmee zij Plotseling, met een schok, stond de trein geboren was, één zilveren oor had gekregen, aan oen klein station stil. Het portier werd ge- iets waarop zij eigenlijk niet weinig trotsch, opend er een dame stapte in, voorzichtig langs j was: 't stond ook eenig deftig! het slapende meisje in den hoek gaande. Spoedig daarna zette dc trein zich weer in beweging èii keek de dame glimlachend naar Liesje. Zij was klein en slank en droeg een 'grooten zwarten hoed en een langen, grijzen reismantel. Haar glimlach werd nog vriende lijker, toen zij zag, hoe Liesje haar kostbaren schat, zelfs in haar slaap, tegen zich aan drukte. Wai zou er in zitten?" vroeg de dame zich ai, toen cr tot haar verbazing beweging in kwam. Op dit oogenblik werd Liesje verschrikt .wakker en wreef zich de oogen uit. O, waar ben ik? En wie bent u? Ik ben toch niet te ver doorgereisd? Ik moet naar tVoorriveld." De dame lachte. „Lieve kind," zei zij, „ik moet cén station eerder uitstappen. Je kunt je dus niet vergis sen." „O gelukkig," antwoordde Liesje verlicht. „Wilt u alsjeblieft zoolang mijn kaartje bewa ren?,Ik ben zoo bang. dat ik het verlies „Zeker!" De dame scheen schik in het hefcle fecial tc hebben. „Alsjeblieft," aesje. „Maar vertel ine nu eens, wie je bent en hoe ic zoo alleen op reis komt." „Ik heet Liesie de Geer cn ik ga naar een i zoo on de manier, waarop een mensch „neen" kwam. Je moet namelijk weten, dat wij in onze „Arme Liesje! "We"zullen'elkaar misschien jeugd heel gezellig met ons drietjes waren, nog wel eens zien." totdat Hein, een echte bengel dat kun je „Maar hoe heet u?" vroeg dc jeugdige rei- j hem nu nog wel aanzien, als hij met de kin deren speelt, al'is het anders een bedaard lieer en begint zijn achterhoofd al kaal cn t glimmend tc worden totdat Hein, zei ik, in een wilde bui mijn zusje van tafel stootte en zij krakend van pijn op den grond bleef lig gen. Ach ,ach, wat moet het arme ding een pijn hebben gehad, want zij miste een groot stuk van haar voet en één oor! Ilein keek beteuterd naar de schade, wel ke hij aangericht had en vroeg, of dc kom nog gelijmd of gekramd kon worden. Maar zijn moeder was boos en daartoe had zij natuurlijk alle reden en zei, dat het veel te gevaarlijk was. Mina, het meisje, moest mijn zusje meenemen enin den aschbak gooien! Zoo'n bclecdiging! Daarvoor had zij nu altijd zoo haar best gedaan om zich recht en stijl* te houden, opdat haar inhoud niet over het tafellaken zou stroomen en nu dit einde! 't "Was afschuwelijk! Ik word nog kouder dan steen of porcelcin, als ik er aan terugdenk. Mijn ander zusje en ik treurden lang om haar, 't was ook zoo saai met ons beidjes, want 't is in de snuskommenwereld ook al net als bij de. menschen ja, ik geloof, dat dc mensclien heel veel van ons overnemen en nadoen de derde man brengt de Sprank an. Maar ik dwaal af van mijn verhaal en ik wil jullie nog vertellen, hoe de geschiedenis verder afliep. Eén van de borden die zijn altijd een beetje nieuwsgierig gluurde behoedzaam over den rand de tafel heen cn zag een grooten jus-plas op liet karpet, om in te verdrinken, zoo groot! Ilij rekte zich steeds meer uit, totdat hij eindelijk zijn evenwicht verloos en met een harden smak in twee stuk ken op den grond viel. En ook hij verhuisde naar den aschbak. Och ja, dc menschen zijn ondankbaar! Of hij daar, maar ik moet eigen lijk zeggen of zijn twee helften daar nog met de sauskom over hun hard lot gesproken heb ben, is niemand bekend, maar dat zij er treu rig aan toe waren, vond iedereen. En 't was natuurlijk allemaal de schuld van Iiein! Ik kijk hem cr nog dikwijls boos op aan, maar hij doet net, alsof hij 't niet ziet. Nu, 't is dan ook niet prettig aan zoo iets herinnerd te worden, dat begrijp ik best en ik moet eerlijk zeggen, dat hij daarna nooit meer zoo onvoor zichtig is geweest. Eén lcecr is dan ook meer dan genoeg." Op zeiieren dag begon het servies warempel al te praten vóór het weer rustig in de kast stond. Kaatje had juist Mieke, het jongste dochter tje van meneer en mevrouw Grevers, dat ach ter in den tuin aan 't spelen was, geroepen: „Gauw handen wasschen. Miekel Ik breng dc soep naar binnen." Maar Mietye, een eigenzinnig ding, deed net, alsof zij het niet hoorde en bleef kalm door spelen. Eindelijk, toen zij vanuit dc serre door haar vader geroepen werd. kwam zij er schoorvoetend aan, zonder echter haar han- dcji gewasschen te hebben, zoodat ze daar voor terugggestuurd werd. Toen ze eindelijk zat, was dc soep al rond gediend. Zij speelde er echter meer mee dan dat zij at. Toen Kaatje na een poosje de -soepterrine had weggenomen en er mee in de keuken ge komen was, hoorde zij haar plotseling tegen den vlecschschotel, die juist naar binnen ge dragen zou worden, zeggen: „Let eens op, dat kan mooi worden van daag! De kleine Mieke heeft het weer geducht op haar heupen! Ze zet een gezicht om bang voor te worden! En altijd maar plaste ze me! haar lepel in de soep, zoodat het over de licele tafel spatte!" •Zoo," antwoordde de vleeschschotel; „ik zal jullie alles vertelen, wat ik zie cn hoor, want ik bon er van doordrongen, dat artikel 11 van ons Serviezenreglement luidt: Elk lid van de familie Servies verbindt zich, de dingen, die hij aan tafel ziet en hoort, aan -zijn bloed verwanten geheel naar waar heid te vertellen." „Zeker" zei de soepterrine nu weer, „dat w?ct je goed. En we kunnen dikwijls een les putten uit hetgeen wij om ons heen waarne men. Zoo dacht ik dnar even nog: Men kan zijn kinderen toch niet voorzichtig genoeg opvoe den! IU heb over m ij n kinderen, de groen teschalen niet te klagen; ze lieten zich altijd goed gezeggen, maar als het anders was ge weest „Ach ia." zei nu een groot bord, dc geluk kige moeder van een half dozijn lieve dessert- bordjes, ,.je bent al blij, als je kinderen onder ling altijd zoo vredelievend zijn als de mijne Krakeelen komt bij ons niet voor," voegde zij sr nog vol trotsch aan toe. „Maar ik heb in hun jeugd wel eens streng moeten optreden." „Mijn vrouw pikt altijd maar, als de kinde ren al te. lastig zijn," mengde zich nu een lepel in het gesprek. Elke lepel is met een vork getrouwd cn hun kinderen heeten thee lepeltjes. „Pikken is goed voor de opvoe ding." Op deze manier babbelden zij voort, totdat de vleeschschotel in gezelschap van de saus kom, dc groentcscbalen en nog meer leden van dc familie op het aanrecht in dc keuken stonden. „En, hoe was t binnen?"- riepen dc achl^r- (Wordt vervolgd.) Wat het oude Servies zag en hoofde. door C. H. liet servies, waarvan ik jullie vertellen ga, was al oud, heel oud. In zijn jeugd was 't het eigendom geweest van de oude mevrouw Gre vers, dc grootmoeder der tegenwoordige me vrouw Grevers. Toen was het nog keurig in orde geweest, zonder één enkel barstje of scherfje er af en hoewel het altijd met groote zorg behandeld was. had men toch niet kun nen voorkomen, dat het veel bruiner van tint was geworden en dat de soepterrine in plaats Er waren in die lange jaren zelfs een paar stukken bezweken, een sauskom en eenige borden misten scherven en in één der groente- schalen waj een bruine barst. Ja, ouderdom komt met gebreken en hoe onder en gebrek kiger het servies werd, met hoe meer zorg het omringd werd. Kaatje, het keukenmc-sje, waschte het al- •t ij cl heel voorzichtig af, want ze wist, dat meneer en mevrouw er zoo'n zwak op had den en ze luisterde ook graag naar de ver halen, die de verschillende stukken deden, 't Was cr net mee, als met sommige oude menschen, die nooit uitgeput schijnen in.het •vertellen van allerlei mooie verhalen, waar oud en jong graag naar luistert. Soms, als Kaatje dc vaat gewasschen had en het servies ordelijk in de kast stond, ter wijl zij achter haar theeblaadje half domme lend 7at te breien, kon de oude soepterrine met het cor.e zilveren oor plotseling beginnen te vertellen Verhaal, dat zij het liefste deed, was de geschiedenis van haar zilveren oor, dat zij nis een soort eeremedaille beschouwde. Alle scheels, schalen en borden luisterden dan eerbiedig, heimelijk hopend, dat hun ook nog eens zoo iets te beurt zou vallen,, doch de sauskom maakte een schuivende beweging, gcblcvenen nu allen door elkander. De dikke koffiekan op Kaatjes blaadje de grootste babbelkous uit het geheele huis kon zich niet langer bedwingen van nieuwsgierigheid cn klepte opgewonden met haar deksel. „Mieke zat met haar elleboog op tafel!" bracht de sauskom er verontwaardigd uit. „'t Is toch niet waar? Hoe ongemanierd!" zei de schaal, waarin Kaatje juist dc rijst wilde opdoen. „Verbeeldt jullie je eens!" begon dc vleesch schotel weer. „Ja, ja, wat moeten we ons verheelden?" vroegen de dessertbordjes nieuwsgierig. „Stil!" riepen de anderen, „laat Oom Vleeschschotel vertellen." „Nu dan," ging deze voort, „toen haar moe der vleeseh begon te snijden, zei Mieke, dat ze niet wilde hebben en plantte boos haar elle boog op tafel Ilaar vader verbood haar cn toen zij het niet wilde laten, gaf hij haar een tik." „Natuurlijk!' klonk het van alle kanten, doch 't jonge volkje, zooals dc dessertbordjes cn dc theelepeltjes zwegen. ..En wat gebeurde er toen?" vroeg dc sla bak, die in dc geopende kast stond, doch liet hcelc gesprek gevolgd had. Toen zette Mieke hnar anderen elleboog op tafel cn kreeg ik zoo'n por," liet dc sausko^ /ich nu hooren, „dat mijn jus van schrik over het tafellaken spatte." „Wat 'n kindl'' luidde het eenstemmig en ook dc dessert bordjes en theelepeltjes waren het er ditmaal geheel mee eens. „En wat deed haar moeder? vroeg dc fruitschaal. „M ij n kinderen dc vingerkom metjes zouden zoo iets niet moeten begin nen!" „Natuurlijk niet, gelukkig hebben wij niet zoo'n brutaal nest in ons midden, dat komt io onze deftige familie niet voor." „Tiaar moeder," antwoordde dc sauskom, „liet van schrik haar vork en haar mes val len en staarde met open mond naar liet onge hoorzame meisje. In het volgend oogenblik nam zij haar echter bij een arm en gebood haar naar haar slaapkamer (e gaan. Luister je kunt 't ondeugende kind hier heclcmaal hooren huilen." Allen lui lorden nu en bemerkten, dat dc sauskom gelijk had., „Heb ik het niet altijd gezegd?" pruttelde dc koffiekan nu. „Er komt van dat kind niets terecht, geen steek. Nee, dan heeft m ijn dochtertje, mijn lieve melkkannetje;, betere manieren." „Ja, 't is een ongemanierd kind," mengde zich nu ecri mes in het gesprek, „Dikwijls wil zc mij in haar mond steken. Maar daar be dank il; voor. Snijden wil ik met alle plezier en ik durf zeggen, dat ik mijn werk goed doe, maar om als vork dienst tc doen, nee. dat is beneden mijn waardigheidI" „Zoo!" zei een vork en zij keek zóó boos, alsof zij het mes wilde pikken, maar zij be dacht zich nog bijtijds, want op Mielcc wilde yc niet lijken. Het mes zag wel aan dc vork, dat het zich niet zoo heel beleefd had uitgelaten. Voor zoo ver zijn stijven rug dit toeliet, maakte hij een buiging voor dc vork en zei: „Neem mc niet kwalijk, ik meen het gs'ed, maar ik was zóó verontwaardigd over dat' stoute kind, dat ik mij geen rekenschap van mijn woorden gaf." De vork nam hiermee genoegen cn zei» dat Mj hoopte, dat Kantje haar den volgenden dag op den zelfden messenlegger zou leggen als het mes, om te tooncn, dat zij weer heclc maal goed op hem was. Nu gingen de dessertbordjes naar binnen met de rijstschaal en toen zij na eenigen tijd. terugkwamen, fluisterden zij op meewarigen toon: „Och, och, wat keken die arme ouders be droefd I" „Geen wonder, als je zoo'n kind hebt," zei de vleeschschotel. 't Was, of er geen einde aan hef gebabbel ori de verontwaardiging kwam. Doch eindelij» goot Kaatje kokend water in de afwnschtobbö en dompelde zij het ééne lid van dc familio Servies vóór en het andere na, onder wateiv Van rustig praten kwam focn natuurlijk ui ts meer, alleen dc oude babbelkous, dc koffie kan, sprak nog maar altijd door en toen do heclc familie Servies eindelijk rustig in dc keukenkast stond en het gezin der lepels. \or- ken, messen en messenleggers in het buffet" lagen, waren allen te moe om nog verder t° praten. Zij sliepen dien avond vroeg in. Maar Kaatje bad alles verstaan cn in zich opgenomen cn toen zij den eerst volgenden Zondag alleeen met Mieke tljuis was, die bij hnar in de keuken mocht thee drinken, ver telde zij het meisje, dat ook wol eens een lieve bui had, alles. Mieke schrikte emvan. Zc had niet eten, dat de dingen op tafel alles /ion en hooren, maar voortaan zou zij wel oppassen! En het werd werkelijk beter. „Wat is die Mieke veranderd," zei dc soep* terrine al heel gauw en allen waren bet hier mee roerend eens. II o c het kwam, wisten echter alleen Kantje cn Mieke zelf. Voor ilegeneti, <lie iiü ver las Frmtscli zijti. Onvenlienile Int. Otto Swaters kwam met van vreugde4 sim- lende oogen uit school. „Vader," riep hij juichend, „luister nu tod eens, w at mij op school gebeurd is in d* Fransche les! Ik heb twee goede aanteekc- ningen gehad!" „Hoe dat zoo, jongen?" vroeg zijn vader ongeloovig. „Je bent anders tocli niet zoo knap in 't Fransch." „Nee, ik begrijp het zelf ook niet.' ant woordde Otto. „We hadden juist liet parti- cipc passé. Meneer Dupain vroeg ons, of wij wisten, wat het verleden deelwoord van. het werkwoord nattre was, maar geen van dc jongens kon het hem zeggen. Toon kwam dc beurt aan mij. „Otto," zei meneer, ,.\vcet jij t soms?" „Nee (né) meneer!" antwoordde ik. Toen sloeg meneer vol verbazing de banden in elkaar cn zei: „Oito, je hebt vandaag de heclc klasse lie* schaamd, daar krijg keningen voor." je twee goede a an tec* Stoute eitjes. Kleine elvenguiljes komen stil in huis, als de kind'ren slapen o, zulle stout gespuis! Naar de kinderkamer gaat het zarht, heel zacht; daar is 't pikkedonker net als in den nacht. Maar bun schitteroogjes vinden toch precies wat zc willen hebben: 't wekkertje van Wies. Tik-tnk doet het klokje, 't is juist over tien. heb j' ooit zulke stouterds bij elkaar gezien? Zc verkneut'ren allen zich van louter pret; Wies heeft 't wekkerklokje op zes uur gezet. Maar als z ij het houden, slaapt ons Wicsje voort met haar kleine zusje, rustig, ongestoord. Door zich te verslapen kunnen ze niet mee met den melkboer l ijden nee, dat gnat niet - nee IJo, zegt l muisje zachtjes, je denkt piet aan mij, maar 'k zal Wies ie '•nepen, 't zusje ook er bijl Wat kijkt 't elvenvölkje 's morgens op zijn neus, want de kleine meisjes rijden tóch mee, hcuseli! II ernia n n a. Luo!itvs«iri. Luchtpost! dienst Engel and Holland. Dc Londensche correspondent van de „Man rhester Guardian' schrijft, dat heil plan besteed een iuc'h'DOsldh-nst le stichten lusschen Enge land en Ne<5grlond Dc eene helf vo/n dc vliegmachines zai tv or d n geleverd de:, het Hollandschc gouverne ment cn het hoofd landings! otion zal worden aangewezen door de maatschappij, met welke contiaOi wordt gemaaktde andere helft der tcesicdlCn komt voor r i.lng ven den Engw schcn p 'dienst. Maar aï!e moclvncs rol!, rt worden gebn-l.t vcor hc' rvoeren van anei 3 in beide Heldingen, zoodol r Br tsrbe dier jt met den HollandschenafwiscU. Da pariLche luchtpost begon rnet rVcht wooi omdat men genoodzaukt vos i-n een ori kvna ig jaargetijde ;e bet^m.en. .-venbiedingen betreffende den Holkv.dsrhen dienst toet-n vóór midden Mei on'vc.it .en zijn, don kan <3r dienst in Juli ongc/eei beginnenhei is djii iroea vlieerwedei

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 9