Qoof de (Jeugd.
Eigengemaakte Kinderkleeding.
De Dom".
No. 249 9 AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlandër"
Zaterdag
17 April 1920.
vriend van Vader. Daar willen zc een jonge
dame van me maken."
„Zoo! En vin-je dat prettig?"
„Nee, natuurlijk niet! Maar 't moet wel,
want Vader gaat voor zijn gezondheid op
reis. O, 't is afschuwelijk!"
„Kom, kom! 't Valt misschien nog wel mee.'*
De stem der dame klonk bemoedigend.
„En bij wie kom je in huis'?"
„Bij dominee Wartena,' 'antwoordde Liesje.
„Hij en Vader zijn samen op kostschool ge
weest en tyj woont in de pastorie van Bos
wijk, een klein dorpje bij Voornveld. Bent u
daar wel eens geweest?"
„Nee,'nooit," luidde het antwoord. „Maar
het moet er heel mooi zijn, heb ik gehoord
cn je zult er stellig gelukkig zijn."
„Zonder Paps en Juffie en alle dieren? On
mogelijk!" klonk het overtuigd.
„Zijn er kinderen van je leeftijd in de pasto
rie?"
„Ja, twee: Fred en Netty. Maar ik heb nooit
mét jongens of meisjes gespeeld
PEESDE BL&D.
Een voei-bewogen Zomer.
T DONE, irij naverteld door C. II.
hoofdstuk ih.
Een Avontuurlijke Reis.
Juf was erg stil, toen zij Liesje naar den
trein bracht, want de gedachte, dat zij zoo
lang van haar lieveling gescheiden zou zijn,
maakte haar bedroefd. De trein stond reeds
klaar, toen zij op het perron kwamen en Juf
zucht de dame. aan wie zij de zorg voor Liesje
kon overdragen. De koffer wras al in den baga
ge-wagen verdwenen, de meeste reizigers had
der. een plaats- gevonden en de portieren w er
den dichtgeslagen. Van de dame was echter
geen spoor tc bekennen
Juf had reeds een kaartje voor Liesje geno- zigster nu: „Je kunt je iemand veel beter
men en zij werd dien dag in de pastorie van j herinneren, als je weet, hoe hij heet. Vindt u
Boswijk verwacht. Binnen enkele minuten zou ook niet?'
de trein vertrekken. i „Zeker," antwoordde de dame. „Ik ben juf-
Wal zullen we doen, kind?" riep Juf w an- frouw Roos. Maar hoe zou je het vinden, als
hopend uit. ..Conducteur, dit meisje De j je mij eens door mijn broodjes heen hielp?
conducteur scheen haar echter niet te begrij- Ik heb er zóó veel meegekregen. Wil je d<"^
wel?"
„Ilecl graag!" riep Liesje uit. „Ik heb vrec-
sclijken honger."
„Dat treft!" zei de vriendelijke dame en
samen deden zij den voorraad alle eer aan.
Juffrouw Roos en Liesje babbelden genoeg
lijk voort en genoten van alles tot het laatste
chocolaadjc. De eerste naderde haar bestem
ming, vóór de jeugdige reizigster het wist en
Weldra zei juffrouw Roos haar, dat zij er was.
Zij vergat gelukkig niet, Liesje haar kaartje
terug te geven en er haar nog eens aan te
herinneren, dat zij aan het volgende station
moest uitstappen. Zij nam afscheid van haar
nieuw vriendinnetje, doch iets in haar oogen
verried, dat zij hét kind niet gaarne alleen
liet. Zij moest echter uitstappen. Even later
klonk het fluitje èn Liesje stoomde opnieuw
alleen verder, steeds herhalend: „Het volgen
de station! liet volgende station!"
Toch gelukte het haar niet, wakker te blij
ven cn zat zij weldra weer te knikkebollen in
haai' hoekje, geheel vergetend dat zij Voorn
veld steeds meer naderde. Eindelijk maakte
de vriendelijke, oude conducteur haar wakker
en tilde een witkiel haar bagage ilit de coupé.
Zij sliep nog half, toen zij op het perron bij
haar hoedendoos stond en de trein al weer
voortsnelde. De stationchef keek naar haar
en dc jongen in dc boebenkiosk lachte
„Zc is voor dominee Wartena," zei de sta-
j tionchcf. „Weet iemand soms ook, of Willems
al weg is?"
Alleen Kees uit de boekenkiosk wist ant
woord te geven. Ilij zei:
„Al meer dan een half uur geleden."
,.Ga dan eens kijken, of alle wagens al weg
zijn." zei de stationchef. „Misschien zijn alle
markt lui nog niet naar huis."
Doch Kees kwam al heel gauw terug met dc
boodschap: „Ze zijn allemaal weg!'* Wat
moesten zc met het kind en haar bagage aan
vangen?
Plotseling scheen de werkelijkheid tot Lies
je door te dringen en gaf zij zelve het ant
woord, terwijl de stationchef zijn aardig huisje
binnentrad om zijn vrouw over de zaak te
raadplegen.
„O, maar ik kan best di ie kwartier loopen,"
zei ze hardop. ,.Ik zal wel op mijn eentje naai
de pastorie gaan. Mijn boenen zijn stijf van
IVIagaz.
Varkensmarkt
Amersfoort.
Specittle nMeellns:
knikt en zei telkens weer met dezelfde over
tuigende stem:
Dat gebeurt tegenwoordig niet meer, die
goeie, ouwe tijden zijn voorbij en dat het al
lang geleden is, weet ik ook, want wij waren
pas bij de vorige mevrouw Grevers, toen één
van mijn drieling-zusjes een ongeluk over-
pen.
In het volgend oogenblik zei Juf, terwijl zij
een portier opende:
.Stap hier in, kind, vlug! Hier is je kaartje.
Bewaar het vooral goed! De dame moet nu
toch aan liet station zijn. Blijf stil zitten, ter
Wijl ik even in de wachtkamer ga kijken."
En weg snelde Juffie. Helaas, ook in dc
Wachtkamer was dc dame niet en toen Juf
Weer op het perron kwam, zag zij, hoe dc
lange trein zich juist in beweging zette, de
trein met het kind er ink
Toen Liesje in haar hoekje alleen was ach
tergebleven, was dc verleiding groot om zich
in den doorgang 1e verstoppen. Zij wilde ech
ter in dit laatste oogenblik gehoorzaam zijn.
Ilaar twee kostbaarste schatten had ze bij
zich: haar nieuwe parasol, waarop ze niet
weinig trolsch was en grooten papieren
zak met luchtgaatjes. Deze bevatte haar lieve
ling Max, een dikke schildpad, die zoolang
Liesje zich herinneren kon door hun tuin ge
waggeld had Zij had het niet over haar hart
kunnen verkrijgen hem achter te laten en
had hem daarom in een zak meegenomen.
Max was vrij zwaar en Liesje legde hem
naast zich neer. Zij keek door het raampje en
wou maar, dat Juffie terugkwam. Daar werd
het portier dichtgeslagen. Zij hoorde fluiten
en vóór zij begreep, wat er gebeurde, .voelde
zij, dat de trein zich in beweging zette. Dc
schrik sloeg haar om het hart!
De eerste oogenblikken bleef zij muisstil zit
ten. De irein ging steeds sneller. Wat moest
zij doen? liet tienjarige Liesje de Geer was
heclcmaal alleen in den trein en een paar
<lagen geleden had zij pas voor het eerst van
haar leven een stad gezien!
De waterlanders biggelden over haar bruine
wangen en zij snikte het uit. Wat zou Paps
wel zeggen, als hij het wist? Wat moest ze in
haar eentje beginnen? Dat er ook heelem3al
niemand in de coupé zat!
„Ik zal mezelf moeten helpen," zei ze plot
seling kordaat, terwijl zij haar zakdoek zocht.
„Liesje de Geer, je bent geen klein kind, maar
tien jaar oud. En je zult misschien allerlei
avonturen beleven. Gelukkig maar, dat .1 vit*
me mijn kaartje gegeven heeft!"
Zij keek naar het kleine stukje carton in
haar hand en stak het veilig weg in haar man
telzak. Toen diepte zij uit den zak onder haar het zitten."
rok een oude beurs op. Er z.aten twee rijks- En achter de boekenkiosk omloopend, was
daalders in, die haar vader haar gegeven zij weldra buiten het station. F.ven later vroeg
had. Ze had pooit meer dan een gulden beze- zij aan een voorbijganger den weg naar de
ten, zoodat dit haar als een schat voorkwam, pastorie van dominee Wartena en liep zij
„Ik heb geld genoeg en ik ben tien jaar, zei J niettegenstaande het reeds donker begon te
ze tegen Max, terwijl zij in den zak keek. worden alleen in gezelschap van hnar
„Manr ik wou, dat Juffie me nog de broodjes schildpad en haar parasol in dc richting van
gegeven had." j haar nieuw tehuis.
Liesje zuchtte en ging een kijkje in den
doorgang nemen met Max en haar p-i' ssol in
haar armen In de aangrenzende coupé zaten
twee oude hecren te knikkebollen boven hun
krant en Liesje keek met een ondeugende flik
kering in haar oogen naar hen.
„Als ze eens vergaten uit te stappen! zei zc
hinnersTTonds. De2e gedachte deed haar he
vig schrikken; zelve werd zc ook slaperig en
wat rou er gebeuren, als zij in slaap viel en
misschien wel naar het einde tier wereld reis
de?
Zij ging weer in haar hoekje zitten en snel
de haa: oogen wijd open om goed wakker te
blijven. Maar het mocht haar niet gelukken.
Zij werd steeds slaperiger, haar oogleden vie
len djchi en Liesje de Geer was weldra vast
in slaap, haar moeilijkheden en avonturen
hreienir.nl vergetend.
van haar twee gewone ooren, waarmee zij
Plotseling, met een schok, stond de trein geboren was, één zilveren oor had gekregen,
aan oen klein station stil. Het portier werd ge- iets waarop zij eigenlijk niet weinig trotsch,
opend er een dame stapte in, voorzichtig langs j was: 't stond ook eenig deftig!
het slapende meisje in den hoek gaande.
Spoedig daarna zette dc trein zich weer in
beweging èii keek de dame glimlachend naar
Liesje. Zij was klein en slank en droeg een
'grooten zwarten hoed en een langen, grijzen
reismantel. Haar glimlach werd nog vriende
lijker, toen zij zag, hoe Liesje haar kostbaren
schat, zelfs in haar slaap, tegen zich aan
drukte.
Wai zou er in zitten?" vroeg de dame zich
ai, toen cr tot haar verbazing beweging in
kwam. Op dit oogenblik werd Liesje verschrikt
.wakker en wreef zich de oogen uit.
O, waar ben ik? En wie bent u? Ik ben
toch niet te ver doorgereisd? Ik moet naar
tVoorriveld."
De dame lachte.
„Lieve kind," zei zij, „ik moet cén station
eerder uitstappen. Je kunt je dus niet vergis
sen."
„O gelukkig," antwoordde Liesje verlicht.
„Wilt u alsjeblieft zoolang mijn kaartje bewa
ren?,Ik ben zoo bang. dat ik het verlies
„Zeker!" De dame scheen schik in het hefcle
fecial tc hebben.
„Alsjeblieft,"
aesje.
„Maar vertel ine nu eens, wie je bent en
hoe ic zoo alleen op reis komt."
„Ik heet Liesie de Geer cn ik ga naar een i zoo on de manier, waarop een mensch „neen"
kwam. Je moet namelijk weten, dat wij in onze
„Arme Liesje! "We"zullen'elkaar misschien jeugd heel gezellig met ons drietjes waren,
nog wel eens zien." totdat Hein, een echte bengel dat kun je
„Maar hoe heet u?" vroeg dc jeugdige rei- j hem nu nog wel aanzien, als hij met de kin
deren speelt, al'is het anders een bedaard
lieer en begint zijn achterhoofd al kaal cn
t glimmend tc worden totdat Hein, zei ik, in
een wilde bui mijn zusje van tafel stootte en
zij krakend van pijn op den grond bleef lig
gen. Ach ,ach, wat moet het arme ding een
pijn hebben gehad, want zij miste een groot
stuk van haar voet en één oor!
Ilein keek beteuterd naar de schade, wel
ke hij aangericht had en vroeg, of dc kom
nog gelijmd of gekramd kon worden. Maar
zijn moeder was boos en daartoe had zij
natuurlijk alle reden en zei, dat het veel te
gevaarlijk was. Mina, het meisje, moest mijn
zusje meenemen enin den aschbak
gooien! Zoo'n bclecdiging! Daarvoor had zij
nu altijd zoo haar best gedaan om zich recht
en stijl* te houden, opdat haar inhoud niet over
het tafellaken zou stroomen en nu dit einde!
't "Was afschuwelijk! Ik word nog kouder dan
steen of porcelcin, als ik er aan terugdenk.
Mijn ander zusje en ik treurden lang om haar,
't was ook zoo saai met ons beidjes, want 't
is in de snuskommenwereld ook al net als bij
de. menschen ja, ik geloof, dat dc mensclien
heel veel van ons overnemen en nadoen
de derde man brengt de Sprank an.
Maar ik dwaal af van mijn verhaal en ik
wil jullie nog vertellen, hoe de geschiedenis
verder afliep.
Eén van de borden die zijn altijd een
beetje nieuwsgierig gluurde behoedzaam
over den rand de tafel heen cn zag
een grooten jus-plas op liet karpet, om in te
verdrinken, zoo groot! Ilij rekte zich steeds
meer uit, totdat hij eindelijk zijn evenwicht
verloos en met een harden smak in twee stuk
ken op den grond viel. En ook hij verhuisde
naar den aschbak. Och ja, dc menschen zijn
ondankbaar! Of hij daar, maar ik moet eigen
lijk zeggen of zijn twee helften daar nog met
de sauskom over hun hard lot gesproken heb
ben, is niemand bekend, maar dat zij er treu
rig aan toe waren, vond iedereen. En 't was
natuurlijk allemaal de schuld van Iiein! Ik
kijk hem cr nog dikwijls boos op aan, maar
hij doet net, alsof hij 't niet ziet. Nu, 't is dan
ook niet prettig aan zoo iets herinnerd te
worden, dat begrijp ik best en ik moet eerlijk
zeggen, dat hij daarna nooit meer zoo onvoor
zichtig is geweest. Eén lcecr is dan ook meer
dan genoeg."
Op zeiieren dag begon het servies warempel
al te praten vóór het weer rustig in de kast
stond.
Kaatje had juist Mieke, het jongste dochter
tje van meneer en mevrouw Grevers, dat ach
ter in den tuin aan 't spelen was, geroepen:
„Gauw handen wasschen. Miekel Ik breng
dc soep naar binnen."
Maar Mietye, een eigenzinnig ding, deed net,
alsof zij het niet hoorde en bleef kalm door
spelen. Eindelijk, toen zij vanuit dc serre door
haar vader geroepen werd. kwam zij er
schoorvoetend aan, zonder echter haar han-
dcji gewasschen te hebben, zoodat ze daar
voor terugggestuurd werd.
Toen ze eindelijk zat, was dc soep al rond
gediend. Zij speelde er echter meer mee dan
dat zij at.
Toen Kaatje na een poosje de -soepterrine
had weggenomen en er mee in de keuken ge
komen was, hoorde zij haar plotseling tegen
den vlecschschotel, die juist naar binnen ge
dragen zou worden, zeggen:
„Let eens op, dat kan mooi worden van
daag! De kleine Mieke heeft het weer geducht
op haar heupen! Ze zet een gezicht om bang
voor te worden! En altijd maar plaste ze me!
haar lepel in de soep, zoodat het over de
licele tafel spatte!"
•Zoo," antwoordde de vleeschschotel; „ik
zal jullie alles vertelen, wat ik zie cn hoor,
want ik bon er van doordrongen, dat artikel
11 van ons Serviezenreglement luidt:
Elk lid van de familie Servies verbindt zich,
de dingen, die hij aan tafel ziet en hoort,
aan -zijn bloed verwanten geheel naar waar
heid te vertellen."
„Zeker" zei de soepterrine nu weer, „dat
w?ct je goed. En we kunnen dikwijls een les
putten uit hetgeen wij om ons heen waarne
men. Zoo dacht ik dnar even nog: Men kan zijn
kinderen toch niet voorzichtig genoeg opvoe
den! IU heb over m ij n kinderen, de groen
teschalen niet te klagen; ze lieten zich altijd
goed gezeggen, maar als het anders was ge
weest
„Ach ia." zei nu een groot bord, dc geluk
kige moeder van een half dozijn lieve dessert-
bordjes, ,.je bent al blij, als je kinderen onder
ling altijd zoo vredelievend zijn als de mijne
Krakeelen komt bij ons niet voor," voegde zij
sr nog vol trotsch aan toe. „Maar ik heb in
hun jeugd wel eens streng moeten optreden."
„Mijn vrouw pikt altijd maar, als de kinde
ren al te. lastig zijn," mengde zich nu een
lepel in het gesprek. Elke lepel is met een
vork getrouwd cn hun kinderen heeten thee
lepeltjes. „Pikken is goed voor de opvoe
ding."
Op deze manier babbelden zij voort, totdat
de vleeschschotel in gezelschap van de saus
kom, dc groentcscbalen en nog meer leden
van dc familie op het aanrecht in dc keuken
stonden.
„En, hoe was t binnen?"- riepen dc achl^r-
(Wordt vervolgd.)
Wat het oude Servies zag
en hoofde.
door C. H.
liet servies, waarvan ik jullie vertellen ga,
was al oud, heel oud. In zijn jeugd was 't het
eigendom geweest van de oude mevrouw Gre
vers, dc grootmoeder der tegenwoordige me
vrouw Grevers. Toen was het nog keurig in
orde geweest, zonder één enkel barstje of
scherfje er af en hoewel het altijd met groote
zorg behandeld was. had men toch niet kun
nen voorkomen, dat het veel bruiner van tint
was geworden en dat de soepterrine in plaats
Er waren in die lange jaren zelfs een paar
stukken bezweken, een sauskom en eenige
borden misten scherven en in één der groente-
schalen waj een bruine barst. Ja, ouderdom
komt met gebreken en hoe onder en gebrek
kiger het servies werd, met hoe meer zorg
het omringd werd.
Kaatje, het keukenmc-sje, waschte het al-
•t ij cl heel voorzichtig af, want ze wist, dat
meneer en mevrouw er zoo'n zwak op had
den en ze luisterde ook graag naar de ver
halen, die de verschillende stukken deden,
't Was cr net mee, als met sommige oude
menschen, die nooit uitgeput schijnen in.het
•vertellen van allerlei mooie verhalen, waar
oud en jong graag naar luistert.
Soms, als Kaatje dc vaat gewasschen had
en het servies ordelijk in de kast stond, ter
wijl zij achter haar theeblaadje half domme
lend 7at te breien, kon de oude soepterrine
met het cor.e zilveren oor plotseling beginnen
te vertellen Verhaal, dat zij het liefste deed,
was de geschiedenis van haar zilveren oor,
dat zij nis een soort eeremedaille beschouwde.
Alle scheels, schalen en borden luisterden
dan eerbiedig, heimelijk hopend, dat hun
ook nog eens zoo iets te beurt zou vallen,, doch
de sauskom maakte een schuivende beweging,
gcblcvenen nu allen door elkander. De dikke
koffiekan op Kaatjes blaadje de grootste
babbelkous uit het geheele huis kon zich
niet langer bedwingen van nieuwsgierigheid
cn klepte opgewonden met haar deksel.
„Mieke zat met haar elleboog op tafel!"
bracht de sauskom er verontwaardigd uit.
„'t Is toch niet waar? Hoe ongemanierd!"
zei de schaal, waarin Kaatje juist dc rijst
wilde opdoen.
„Verbeeldt jullie je eens!" begon dc vleesch
schotel weer.
„Ja, ja, wat moeten we ons verheelden?"
vroegen de dessertbordjes nieuwsgierig.
„Stil!" riepen de anderen, „laat Oom
Vleeschschotel vertellen."
„Nu dan," ging deze voort, „toen haar moe
der vleeseh begon te snijden, zei Mieke, dat
ze niet wilde hebben en plantte boos haar elle
boog op tafel Ilaar vader verbood haar cn
toen zij het niet wilde laten, gaf hij haar een
tik."
„Natuurlijk!' klonk het van alle kanten,
doch 't jonge volkje, zooals dc dessertbordjes
cn dc theelepeltjes zwegen.
..En wat gebeurde er toen?" vroeg dc sla
bak, die in dc geopende kast stond, doch liet
hcelc gesprek gevolgd had.
Toen zette Mieke hnar anderen elleboog op
tafel cn kreeg ik zoo'n por," liet dc sausko^
/ich nu hooren, „dat mijn jus van schrik over
het tafellaken spatte."
„Wat 'n kindl'' luidde het eenstemmig en
ook dc dessert bordjes en theelepeltjes waren
het er ditmaal geheel mee eens.
„En wat deed haar moeder? vroeg dc
fruitschaal. „M ij n kinderen dc vingerkom
metjes zouden zoo iets niet moeten begin
nen!"
„Natuurlijk niet, gelukkig hebben wij niet
zoo'n brutaal nest in ons midden, dat komt io
onze deftige familie niet voor."
„Tiaar moeder," antwoordde dc sauskom,
„liet van schrik haar vork en haar mes val
len en staarde met open mond naar liet onge
hoorzame meisje. In het volgend oogenblik
nam zij haar echter bij een arm en gebood
haar naar haar slaapkamer (e gaan. Luister
je kunt 't ondeugende kind hier heclcmaal
hooren huilen."
Allen lui lorden nu en bemerkten, dat dc
sauskom gelijk had.,
„Heb ik het niet altijd gezegd?" pruttelde
dc koffiekan nu. „Er komt van dat kind niets
terecht, geen steek. Nee, dan heeft m ijn
dochtertje, mijn lieve melkkannetje;, betere
manieren."
„Ja, 't is een ongemanierd kind," mengde
zich nu ecri mes in het gesprek, „Dikwijls wil
zc mij in haar mond steken. Maar daar be
dank il; voor. Snijden wil ik met alle plezier
en ik durf zeggen, dat ik mijn werk goed doe,
maar om als vork dienst tc doen, nee. dat is
beneden mijn waardigheidI"
„Zoo!" zei een vork en zij keek zóó boos,
alsof zij het mes wilde pikken, maar zij be
dacht zich nog bijtijds, want op Mielcc wilde
yc niet lijken.
Het mes zag wel aan dc vork, dat het zich
niet zoo heel beleefd had uitgelaten. Voor zoo
ver zijn stijven rug dit toeliet, maakte hij een
buiging voor dc vork en zei:
„Neem mc niet kwalijk, ik meen het gs'ed,
maar ik was zóó verontwaardigd over dat'
stoute kind, dat ik mij geen rekenschap van
mijn woorden gaf."
De vork nam hiermee genoegen cn zei» dat
Mj hoopte, dat Kantje haar den volgenden
dag op den zelfden messenlegger zou leggen
als het mes, om te tooncn, dat zij weer heclc
maal goed op hem was.
Nu gingen de dessertbordjes naar binnen
met de rijstschaal en toen zij na eenigen tijd.
terugkwamen, fluisterden zij op meewarigen
toon:
„Och, och, wat keken die arme ouders be
droefd I"
„Geen wonder, als je zoo'n kind hebt," zei
de vleeschschotel.
't Was, of er geen einde aan hef gebabbel ori
de verontwaardiging kwam. Doch eindelij»
goot Kaatje kokend water in de afwnschtobbö
en dompelde zij het ééne lid van dc familio
Servies vóór en het andere na, onder wateiv
Van rustig praten kwam focn natuurlijk ui ts
meer, alleen dc oude babbelkous, dc koffie
kan, sprak nog maar altijd door en toen do
heclc familie Servies eindelijk rustig in dc
keukenkast stond en het gezin der lepels. \or-
ken, messen en messenleggers in het buffet"
lagen, waren allen te moe om nog verder t°
praten. Zij sliepen dien avond vroeg in.
Maar Kaatje bad alles verstaan cn in zich
opgenomen cn toen zij den eerst volgenden
Zondag alleeen met Mieke tljuis was, die bij
hnar in de keuken mocht thee drinken, ver
telde zij het meisje, dat ook wol eens een
lieve bui had, alles.
Mieke schrikte emvan. Zc had niet eten,
dat de dingen op tafel alles /ion en hooren,
maar voortaan zou zij wel oppassen!
En het werd werkelijk beter.
„Wat is die Mieke veranderd," zei dc soep*
terrine al heel gauw en allen waren bet hier
mee roerend eens. II o c het kwam, wisten
echter alleen Kantje cn Mieke zelf.
Voor ilegeneti, <lie iiü ver las
Frmtscli zijti.
Onvenlienile Int.
Otto Swaters kwam met van vreugde4 sim-
lende oogen uit school.
„Vader," riep hij juichend, „luister nu tod
eens, w at mij op school gebeurd is in d*
Fransche les! Ik heb twee goede aanteekc-
ningen gehad!"
„Hoe dat zoo, jongen?" vroeg zijn vader
ongeloovig. „Je bent anders tocli niet zoo knap
in 't Fransch."
„Nee, ik begrijp het zelf ook niet.' ant
woordde Otto. „We hadden juist liet parti-
cipc passé. Meneer Dupain vroeg ons, of
wij wisten, wat het verleden deelwoord van.
het werkwoord nattre was, maar geen van
dc jongens kon het hem zeggen. Toon kwam
dc beurt aan mij.
„Otto," zei meneer, ,.\vcet jij t soms?"
„Nee (né) meneer!" antwoordde ik.
Toen sloeg meneer vol verbazing de banden
in elkaar cn zei:
„Oito, je hebt vandaag de heclc klasse lie*
schaamd, daar krijg
keningen voor."
je twee goede a an tec*
Stoute eitjes.
Kleine elvenguiljes
komen stil in huis,
als de kind'ren slapen
o, zulle stout gespuis!
Naar de kinderkamer
gaat het zarht, heel zacht;
daar is 't pikkedonker
net als in den nacht.
Maar bun schitteroogjes
vinden toch precies
wat zc willen hebben:
't wekkertje van Wies.
Tik-tnk doet het klokje,
't is juist over tien.
heb j' ooit zulke stouterds
bij elkaar gezien?
Zc verkneut'ren allen
zich van louter pret;
Wies heeft 't wekkerklokje
op zes uur gezet.
Maar als z ij het houden,
slaapt ons Wicsje voort
met haar kleine zusje,
rustig, ongestoord.
Door zich te verslapen
kunnen ze niet mee
met den melkboer l ijden
nee, dat gnat niet - nee
IJo, zegt l muisje zachtjes,
je denkt piet aan mij,
maar 'k zal Wies ie '•nepen,
't zusje ook er bijl
Wat kijkt 't elvenvölkje
's morgens op zijn neus,
want de kleine meisjes
rijden tóch mee, hcuseli!
II ernia n n a.
Luo!itvs«iri.
Luchtpost! dienst Engel and
Holland.
Dc Londensche correspondent van de „Man
rhester Guardian' schrijft, dat heil plan besteed
een iuc'h'DOsldh-nst le stichten lusschen Enge
land en Ne<5grlond
Dc eene helf vo/n dc vliegmachines zai tv or
d n geleverd de:, het Hollandschc gouverne
ment cn het hoofd landings! otion zal worden
aangewezen door de maatschappij, met welke
contiaOi wordt gemaaktde andere helft der
tcesicdlCn komt voor r i.lng ven den Engw
schcn p 'dienst. Maar aï!e moclvncs rol!, rt
worden gebn-l.t vcor hc' rvoeren van anei 3
in beide Heldingen, zoodol r Br tsrbe dier jt
met den HollandschenafwiscU.
Da pariLche luchtpost begon rnet rVcht
wooi omdat men genoodzaukt vos i-n een ori
kvna ig jaargetijde ;e bet^m.en. .-venbiedingen
betreffende den Holkv.dsrhen dienst toet-n
vóór midden Mei on'vc.it .en zijn, don kan <3r
dienst in Juli ongc/eei beginnenhei is djii
iroea vlieerwedei