A EN STEDELIJK Acivertentiên: l e. bosch zoon AVOND-UtTGAVE EERSTE BLAD OFFICIEEL GEDEELTE NIET OFFICIEEL GEDEELTE BUITENLAND. 124*ta Jaargang No. 125 B cr 3 maandenvoor de stad B-Jtrccht f 3.30, franco p. post Sloor Ned&^afld f 5.55, België f 5.50, landen der Abonnementen ÏPostujilt f fci—. Vetor de stad per maand 1.10, franco p. post 1.20, pil b)*d verschoot da^elijica tweemaal i des mid» ca ó*j aionds. Donderdag 6 Mei 1920 Uitgave van de electsrische drukkerij DIRECTEUR: A. VAN DER GIESSEN OUDEGRACHT, 176 HOOFDREDACTEUR: Ma. P. H. RITTER Ju. van 1—5 regels f 1.55, clk« regel meer ƒ0.30. In het Za» terdagavondnummer 1—5 regels f 1.85. IcHert regel tncer f 0 36. Verantwoordelijkheid voor plaatsing op ccne ba» naald aangewezen plaats kan niet worden aanvaard, int Tel. Redactie 52. Administratie 190 Tel». granvadres: „Dagblad". KENNISGEVINGEN» I Burgemeester ©n Wethoudera der gemeente JJtrecht, 1 ,vGelet op het odres van L. F. de Vos, om ver- running tot het uitbreiden van zijne banketbak kerij, door het bijplaatsen ven een electromotor Van 1 P.K. en een tweetal daardoor te drijven hiachincs, in het perceel aan de Heerenstroat éo. 21, kadastraal bekend gemeente Utrecht, Sectie B, No. 301 ^Overwegende, dat den 9den April 1920 len Stadhuize de gelegenheid is gegeven om bezwaren tegen de bovcnomsclireven uitbreiding «dezer inrichting in te brengen en olzoo ingevol ge het bepaalde bij artikel 8 der Hinderwet vóór men 9den Mei e. k. over het verzoek zal moe ten worden beslist y .Overwegende evenwel, dat het onderzoek, dat !0e beslissing dient vooraf te gaan, nog niet zoo- yer is gevorderd, dat het vóór laatstgenoemden datum zal zijn geëindigd Gelet op het bepaalde bij het 2de lid van Artikel 8 der genoemde wet Besluiten: 0e beslissing over het vorenbedoeld verzoek te Jrerdagen. V Utrecht, 6 Mei 1920. pe Secretaris, De Burgemeester, J. BOOL. FOCKEMA ANDREA. 4 Mond- en Klauwzeer, r De Burgemeester van Utrecht brengt, ter vol- jAoening aan de aansohrijving van den heer ^Commissaris der Koningin in de provincie Iltrccht van 5 Mei 1920, 4de Afdeeling, No. 3630, ter ^ennis vnn belanghebbenden, dat in d.e gemeenten Woudenberg en Houten gevallen yon mond- en klauwzeer zijn voorgekomen, .f - Utrecht, 6 Mei 1920. De Burgemeester voornoemd, V?' FOCKEMA ANDREA.. Het toekomstig karakter der Jaarbeurs. AN den vooravond vair zijn besluit, d-e volgende jaarbeurs te internatio- jpalisecren, heeft h-et jaarbeursbestuur die ftnternQtiondise-ering van vele gijden zien Ihangevochten. De „Nieuwe Rotterdamsdhe Courant" gaf i>n haar avondblad ven 4 Mei op kalme wijze hare bedenkingen te ken den, de oeconomische medewerker van ^Het Handelsblad" kwam stekeliger naar oren, maar beide bladen waarschuwden, tij het in verschillenden toonaard, tegen de •e varen die huns inziens aan de interna- naliseering verbonden zijn. Wij hebben bJj de lectuur van het „Han- lsblad"-artikel onze oogen nauwlijks kun- en gelcoven. Na de heldere en afdoende .il-eenzettingen van het jaarbeursbestuur, ia de overduidelijke uitspraken van onze eest vooraenstaande oeoonomen, na de handeling in volksvertegenwoordiging en meenteraad en de beschouwingen die arop in de pers gevolgd zijn, komt het 'andclsblad over de levensvatbaarheid*] de jaarbeurs, die gewezen zaak, eene ^betrachting houden, om de stelling te po- teeren de jaarbeurs was een crisis-insti- iut, zal in vredestijd een fiasco blijken, en fortiori is de internationale jaarbeurs ver- Jbordeeld. „De Nederlandsohe jaarbeurs", ldus onze college uit Amsterdam, had een ogenblik het aanzien „een gretig aanvaard Intermediair te vormen tusschen de lan den, wier economische betrekkingen zoo oivdig verstoord waren door vijf jaren oor- •g. Deze illusie behoort tot het verleden, e Centrale rijken hebben in Leipzig en ^ankfort hun beurzen, waarop ook het „vij- delijke" buitenland niet ontbreektde ëassocieerden hebben een reeks van foi- es (Lyo-n, Brussel, Padua), die de Duit- ichers bezoeken of zullen gaan bezoeken, rol van Leipzig, van een eerste rangs internationale jaarbeurs, is, waanneer d-e tee- Icenen niet bedriegen, voor Utrecht niet ^weggelegd. Neemt'men dus een proef met fnterinaticTi-alisatie, dan zal men zicb moe ien voorbereiden op eene teleurstelling, ©lijft die uitdes te beter", f - Deze redeneering geeft onzes inziens |blijk van een volkomen miskenning fcoowel Wan de beteekenis ven het jaarbeurs ver schijnsel in dezen tijd als van de organisa tie, welke op natuurlijke wijze tusschen de •Verschillende jaarbeurzen zal ontstaan. Het uit den grond rijzen, overal, van jaar beurzen is wel het allerduidelijkste bewijs vvan de omstandigheid, dat men het insti tuut der jaarbeurs «niet beschouwt ials een /hulpmiddel om vijandelijke landen oeoono- misch tot elkander te brengen, maar 'dat 'X>ver de geheele wereld het besef levend is Wriliej) handel en industrie zich relev-eeren, ■dan zullen er bepaalde centra moeten .zijn, waar die gewichtige oeconomisohe krachten zich oriënteeTen. De jaarbeurs als zoodanig vertoont zich niet als een bemiddelings-instituut gedurende den oorlogstijd, als -een crisis-instelling in engeren zin, maar verschijnt als eene instelling om ons behulpzaam te zijn m die wijdere en veel langduriger crisis-periode, welke eigenlijk na den vrede pas begonnen is. Men mag niet den klemtoon leggen op de groote jaarbeur zen die in de voorheen oorlogvoerende lan den zijn ontstaan, dus niet de jaarbeurzen beschouwen als gelegenheden, waar de vooi melige vijanden met elkander in con tact komen, gelegenheden voorts die uit sluitend (dus met voorbijgaan van andere jaarbeurzen) hanser geven aan de indus trieën van de notie welke die jaarbeurs heeft opgericht. Immers in de neutrale lan den schieten de jaarbeurzen omhoog in even groote frequentie, en, wat merkwaar dig is, de meeste dier jaarbeurzen zijn in ternationaal. De bewering van onzen col lega, dat de jaarbeurs in het neutrale land alleen een crisis-instituut zou zijn in enge ren zin, wordt door de feiten gelogenstraft. Maar wat is nu, en hiermee komen wij aan ons tweede punt de miskenning door het Handelsblad van den groei van het jaar- beurswezen naar een bepaalden vorm van organisatie wat is nu het andere markan te verschijnsel? In de periode van he>t zoeken en tasten der wereld naar oeconomisch herstel, ver schijnen de jaarbeurzen in grooten getale en in veel verschillend karakter. Onder de thans opkomende beurzeif zijn er sommige, die, evenals Utrecht, eene oriënteerend-e bedoeling hebben, die bet jearbeurswezen nauwkeurig in het oog houden, anderen die meer gelijken op exposities. Maar de groote strijd, die in de jaorbeurswereld moet worden gevoerd, is de strijd om be paalde centra te krijgen voor gemarkeerde zones. Van al die jaarbeurzen zullen uit den aard der zaak verschillende verdwijnen of slechts voor beperkt gebied blijven voort- beslaan, terwijl als de belangrijkste beurzen alléén overblijven, die welke geographisch het gunstigst gelegen zijn voor een bepaald rayon van handel en industrie. En juist het onderling besef van de jaarbeurzen, die we ten als zoodanige centra het best geschikt te zijn, is het saillante punt in de geheele jiaarbeurspolitiek. Want de drie of vier groote beurzen, die in het midden liggen van een bepaald gebied, zullen gezamenlijk zich één gevoelen tegenover daartusschen opgekomen beurzen, en zullen gezamenlijk elks voorrang beoogen voor ieders natuur- li'ke zone. Zoo zullen vele jaarbeurzen ver dwijnen, maar tusschen de enkele die over blijven, is concurrentie afwezig, onderlinge steun en vriendschap noodzakelijk, omdat zij ieder een functie vervullen ten opzichte van een bepaald Tessort. Onze collega van „Het Handelsblad" heeft den weinig gra- cieuzen inval gehad, uit te roepen, dat het wel lijkt of niet het belang van handel, in dustrie, vaderland, maar het belang (Ier .„grijze bisschopsstadhier leiding geeft. Wie zich maar ecnigermate rekenschap geeft van den geest, die het Utrechlsche Jaarbeursbestuur immer heeft bezield, zal over een dergelijke uitlating de schouders ophalen. Maar wij zouden onzerzijds wil len vragenMoet Nederland zich de kans laten ontglippen oriënteeringscentrum voor handel en nijverheid te worden Indien wij morgen de Utrechtsche Jaarbeurs te huur zetten, verschijnt er overmorgen in onze nabijheid maar over onze grenzen een andere beurs die de ons toegewezen rol gaarne zal overnemen. Dit zal noodza kelijk geschieden, omdat Noord- West Europa een beurs noodig heeft. Een rol als Leipzig en Lyon ieder voor hun gebied spelen is ook in Noord- West Europa vervullen, ,en kan ook worden vervuld door Utrecht. Verdwijnt de Utrechtsche beurs welnuwij spelen an- dqjen de voordeelen in handen, welke wij door namelooze moeite hebben verkregen. Hetgeen wij hierboven schreven is niet gezogen uit onzen duim, het is evenmin een noviteit. Wie tijdens de laatste jaarbeurs en alle journalisten waren daartoe in de ge legenheid aandachtig de uiteenzettingen gevolgd heeft welke de Secretaris-Generaal der Jaarbeurs voor de per9 heeft gehou den, kon met deze situatie op de hoogte zijn. En wie, gelijk wij, met buitenlandsche jaarbeursdeskundigen over deze zaak ven opdachten heeft gewisseld, kon het inzicht van ons Nederlandsch jaarbeursbestuur be vestigd vinden. Moge de eerste opmerking van „Het Handelsblad" in het bovenstaande eeniger- mate zijn weerlegd, het orgaan komt ram meien tegen de Jaarbeursmuur met een tweede argument, een argument dat ook min of meer zich laat gelden in het boven vermelde artikel van de „Nieuwe Rotter- damsche Courant." „Een internationale jaarbeurs in 1021 zou de nationale zaak schaden. De hooge stand van den gulden maakt concurrentie voor de Nederlandsche Nijverheid in het buitenland en in het binnenland zeer be zwaarlijk. Het consumentenbelang, verbon den aan de (door bizondere omstandighe den tijdelijk) lage prijzen voor verschillen de producten uit het buitenland, weegt niet op tegen de enorme schade, die het alge meen belang lijdt, wanneer de druk op de Nederlandsche industrie nog grooter wordt. De toevallige en tijdelijke voordeelen voor afnemers worden door de inzinking van tal van takken van bedrijf te duur betaald". Aldus „Het Handelsblad". En „de Nieuwe Rotterdammer" voegt er aan toe „Zoolang de valuta-misère het internationaal verkeer belemmert, zal geen jaarbeurs ter wereld ooit tot stand vermogen te brengen, dat export-industrieën in een land met hooge valuta tot hernieuwden bloei geroken. Zoo lang het aanknoopen van nieuwe handels betrekkingen met buitenlandsche afnemers ter jaarbeurze problematiek schijnt, zou de internationaliseering tot een nadeel voor de binnenlandsche export-industrie kunnen worden, wijl het buitenland door den logen stond der valuta uiterst gemakkelijk kon exporteeren. Zij al een eerlijke concurientie met het buitenland op eigen markt niet te duchten, men deinst terug voor een strijd met ongelijke wapenen." Wat is er nu van dat alles waar? On zes inziens moet men juist tot tegengestel de conclusies komen, moet men er zich re kenschap van geven dat de nationale zaak geschaad zou worden, indien men de inter nationalisatie achterwege liet. Allereerst is er, wat Duitschland betreft, reeds geen spra ke meer van een strijd met ongelijke wape nen. In Duitschland is eene prijszetting ge komen, waardoor de daar geproduceerde goederen aan den vreemdeling alleen te gen zeer verhoogden prijs of tegen dollar koers worden verkocht. Het Neder landsche product zal dus voor niet-Duitschers niet duurder maar goedkooper 2 ij p dan het D u i t s c h e. De geïnternationaliseerde Utrechtsche jaarbeurs is de plaats om dit aan alle niet-Duitschers praktisch aan te toonen, waarbij men geen vrees behoeft te hebben dat het punt van vergelijking afwe zig is, omdat de Duitschers wel al hun best zullen doen om hunne producten te veri- toonen ten einde de markt te herwinnen, dus zeker ter jaarbeurs zullen verschijnen. De Nederlandsche Industrie zou dus ten- opzichte van de Duitsche juist gedrukt wor den, wanneer zij hare voordeelen ter jaar- beuTze niet vergelijkenderwijs kon aantoo- nen. Het consumentenbelang, verbonden aan de lagere Nederlandsche prijzen stelt zich dus niet op tegen het industrieel be lang, maar valt juist met dat industrieel be lang samen. Ten opzichte van Frankrijk en België geldt de hier aangegeven omstandig heid nog niet, maar is zij toch evenzeer te verwachten, omdat dergelijke prijszettin gen in landen met een lagere valuta in de natuur der dingen liggen. Het zou een ge mis zijn aan ver-ziendheid indien men, om dat een gedeelte van de buiter'andsche industrie goedkooper leveren kan, de inter nationaliseering van de jaaibeurs tegen zou houden.Ongetwijfeld ligt er in de opmer king, dat onze export-industrieën in moei lijke omstandigheden verkeeren, een groote mate van waarheid. Maar die export moeilijkheden bestaan juist niet tegenover landen met een hooge valuta, voor landen ais Amerika en Skandinavië, waarop de Utrechtsche Jaarbeurs wil zijn aan haar doel beantwoorden, juist speciaal is aangewezen. Ten slotte is het „Handelsblad" beducht voor een overstrooming der jaarbeurs met minderwaardig buitenlandsch goed. Wij mee- nen dat het Jaarbeursbestuur zich daartegen kan wapenen, wij meenen dat overigens de waarde van het Nederlandsch goed daarte genover in te gunstiger licht zou komen, wij meenen tenslotte, dat het gevreesde gevaar denkbeeldig is, omdat vooral Duitschland een nieuwe reputatie te veroveren heeft, en daarvoor door invoer van onwaardig goed geenszins zal zijn gebaat® Wij hebben ons over deze bestrijding onzer twee voorname collega's ten zeerste verwonderd. Wij hebben er ons over verwon dérd, hoe de „Nieuwe Rot'erdomscho Cou rant" als argument voor haar bestrijding kan aanvoeren, dat „jaarbeurzen nimmer de gevolgen van oeconomist he wetten uit c'en weg vermogen te ruimen". Dat vermogen zij niet, maar dat beoogen zij niet. Een jaar beurs is een oriënfeerings-instituut, zij geeft een weerspiegeling, geen creatie van oeconomisohe wetten. Laat men die oriën teering thans achterwege, verzuimt men hel, de Nederlandsche industrie juist thans, juist in en om de groote moeilijk heden waarin zij verkeert, gelegenheid te geven op de hoogte te komen van hare gevaarlijke concur rentie, dan schaadt men het belang van onze nationale nijverheid in bedenkelijke male. Rotterdammer en Handelsblad beroepen zich op een ongeargumenteerd advies van den Nijverheidsraod, het Joarbeurs-besluur, dat met de Regeering overleg pleegde is door de meest ervaren kenners van onzen handel en onze industrie vöorgelicht. Wie staat het sterkst? Wij voor ons, zijn er gelukkig om, niet m de eerste plaats voor de „grijze bis schopsstad", maar voor ons volk en onze nationale welvaart, dat het bestuur der jaar beurs het besluit tot internationaliseering heeft genomen. Wij hopen van harte dat dit besluit zal worden bekrachtigd. Het toekomstige karakter der jaarbeurs kan en mag niet anders zijn don interna tionaal! WEERSGESTELDHEID B ROM KT RUNT A N l>. Stond hedennomlddag 5 uur OVERZICHT Uit verschillende geheime documenten :s gebleken, dat in Opper-Silezië, waar het voortdurend tot botsingen komt tusschen Duitsohers en Polen, welke laatsten zich 1- licht hoe langer hoe meer gaan gevoelen in verbond met hun successen in de Ukraine, door de Polen Putsch-pogingen in het werk worden gesteld. Er bestaan dan ook talrijke Poolsche revolutionaire organisaties, die streven naar een gewelddadige omwenteling in Opner-Silezië. ten gunste van de Polen; zelfs wordt propaganda gemaakt voor een vereeniging van Opper-Silezië met den Pool- schen staat, die desnoods met geweld moet worden bewerkstelligd; zelfs moet de onmid dellijke mobilisatie zijn vastgesteld van de Poolsche militaire organisaties in acht Op- per-Silezische districten: Beuthen, Katto- wifz, Königslüitte, Gleiwitz, Znborze, Myalo- witz, Oppeln en Ruzcnik. In verband met deze Poolsche bedreigin gen is aan den voorzitter van de intergeol- lieerde commissie te Oppeln, generaal Le- rond, een nota overhandigd, waarin de Duit sche regeering verklaart na de gebeurtenis sen der laatste weken in Oppre-Silezië zich verplicht te achten, de aandacht der inler- geollieerde commissie te vestigen op de acti viteit der Poolsche revolutionaire organisa ties. Ter staving van het protest tegen de opstandje bedoelingen der Poolsche re\o- lutionairen zijn aan den brief zeven photo's toegevoegd van het origineel der Poolsche bevelen, terwijl tevens de vertalingen het schrijven vergezelden. In de nota merkt de Duitsche regeering op, dot volgens de be palingen en evenzeer volgens den geest van het vredesverdrag het vooral de taak der in- tergeallieerde commissie is een rechtvaar dige, rustig en ordelijk verloopende, stem ming onpartijdig voor te bereiden en des wege bovenal elke poging om docr geweld de politieke verhoudingen in Opper-Silezic te wijzigen, te voorkomen. „Het behoeft niet nadrukkelijk te worden vastgesteld", aldus lezen wij aan het slot der nota, „dat een strijdorganisatie, gel:jk door de documenten aan den dag is ge bracht, met deze principes niet in overeen stemming is en dientengevolge haar ijveren en haar doel niet de goedkeuring kan weg dragen der intergeallieerde commissie. De Duitsche regeering beschouwt het els haar recht en haar plicht te verzoeken, dat de in tergeallieerde commissie te Oppeln met alle haar ten dienste staande middelen de op standige Poolsche organisaties in Opper- Silezië, ook wanneer deze niet door de offi cier le Poolsche regeering, maar door parti culiere patriottische Poolsche bonden in het leven geroepen zijn, opheft en alle daar mee relaties onderhoudénde personen "it het land zet. Het is aan gec-n twijfel onder hevig, dot al deze personen tegen de bepa lingen van. art. 88 3 al. 5 van het Medes verdrag gezondigd hebben en daarom moe ten worden uitgewezen. Door de Duitsche zaakgelastigden te Londen, Parijs en Rome worden de regeeringen aldaar in kennis ge stel 1 van bovenstaande nota." TELEGRAMMEN bljc-vu(o Sa.t Washington, 5 Mei. (N. T. A. Draadloos van Annaoolis). De New York llodonvoormiddAR II uur: Gistornamfddag 5 uur: Til RU MOM KT K HST IVO. (Opgenomen aan ons Bureau)» Hndetin.m. f> uur: CO zr. F. 15 C. Modonv.in. 11 uur 5t ?r. F. 12 C. Qiütornam. 5 uur» CO gr. F. 15 0. WEERBERICHT. Medegedeeld door hel Kon. Met Instituut te De Bilt. Verwachting tot den avond van 7 Mei: Matige tot krachtige Zuidelijke tot Weste lijke wind, betrokken of zwaar bewolkt, tij delijke opklaring, regenbuien, iets zadilcj* ZO en M A AIV. Zonsopgang 7 Moi 5 uur 19 m. Zonsondergang:? Moi 8 uur 84 ra. Laatste Kwartier: 11 Mei. American schrijft over de conferentie tal San Remo: Uit de daden van Engeland blijkt het plan door een coalitie tusschen Engeland en Japon de wereld te beheerschen, waarbij Italië en de overige geallieerden zullen fun- geeren als de pionnen. De unie tusschen Engeland en Japan he^ft reeds vele vruch ten voortgebracht, die Engeland er van hoopte te plukken, wel zorg dragende te be waren wat het reeds had vóór het sluiten der alliantie. Verzekerd van den krachtigen finarv* cieelen en diplomatieken steun van Enge land heeft Italië den olijftak aan Oostenrijk en Duitschland voorgehouden, hetgeen En geland nog niet onmiddellijk waagde te doen. Engeland was evenwel zelf niet bij machte de noodige credieten te verschaf fen, maar bracht het huis Morgan er toe dit te doen en economischen steun aan Oostenrijk en Duitschland te verleenen. Beweerd wordt, dot zoodra de groote in komsten van de nieuw verworven bezittin gen in Engeland beginnen binnen te stroo men, Engeland de Morgon-leening zal af lossen en allicht credieten aan de midden rijken zal verleenen. Zoodoende zal Enge lend zich zelf een positie scheppen, krach tiger dan ooit in Europa. Frankrijk beseff het buitengewoon groote gevaar, dat in rijn isolement is gelegen en spant zich in do Engelsche plannen, die Frankrijk zouden verlagen tot een vazalstaat, te verijdelen. Maar daar Frankrijk te San Remo alleen stond, kon het zich niet verdedigen. Midde lerwijl is Japan begonnen zijn plannen voor de overheersching van het verre Oosten ten uitvoer te leggen, wnar het de Ver. St. ah zijn tegenstander ziet De Ver. St. kunnen alleen op Frankrijk en Rusland 's mogelijke bondgenooten rekenen. Indien Amerika in zijn tegenwoordige ongeëvenaarde finan- ci-eele positie Ruslar.d openlijk erkende en Rusland's bondgenoot werd, zou het voor* nemen van Japon verijdeld worden. Tege lijkertijd zou een machtige- economische alliantie tusschen Frankrijk, Amerika en/ België een geweldige hinderpaal vormen op het Engelsche imperialistische pad. I>© ran:! vm» «len Vollu'itbaml. P a r ij s, 6 Mei. (V. D.) De vijfde zitting van den Raad van den Volkenbond zal op 14 Mei te Rome plaats vinden. Tiltoni zal Italië vertegenwoordigen, Balfour Engeland, Bourgeois Frankrijk, Matsui Japan, Quino- nes Delecn Spanje, Dacunha Brazilië en Dcslrée België. De voornaamste kwesties, die zullen wor den behandeld, zijn de organisalic van de eerste vergadering van alle leden van den Volkenbond, ten tweede de begroeting, voor den Bond en de bevestiging van de benoemingen der leden van het secreta riaat, ten derde de benoeming van een per manente commissie voor de bewapening,, zooals is bepaald bii art. O van de bepalin gen van den Bond, ten vierde de betrekkin** gen met den Internationalen Bond vair Roode Kruisvereenigingen, en ten vijlde det terugkeer van gevangenen uit Siberië. KoiieaarRtlo vrcfltrvorrfra* Parij s, 5 Mei. (R.) Onder de in hal Hongaarsche vredesverdrag aangebrachte wijzigingen behoort die in art. 120 aangek bracht, krachtens welke aan de maritiem! controle-commissie de bevoegdheid wortü

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 5