Goiüersohd Gredietvereeniging
AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eeni lander"
II iiidsiistaiÉ
Willem OrosnhiFizin,
in ie soortSsi Sehosnwerk,
liij I, Grestendorst, 8»! 38.
^BINNENLAND
Amersfoort en Omstreken.
iMEGRACIIT k 4. TELEPHOON Ho. 30f.
G iÉn Hm Savonel-Herlages
TWEEDE BLAD.
Brieven nit Genève.
ARNHEfVL Opgericht 1888.
Gestort Kapitaal
Reserven
Kol SU omJ ci Ei lijk heucck aah do
hout'iatnd.
Fourneert Cheques
op Binnen- en Buitenland
Prima Uurwerken.
FEUILLETON.
EVEN- WTCHT.
Groot© Sorteerinp s
ISe Jaargang
No. 272
Zatertiag
15 Mei 1S20.
ZoodTa men in den D-trein stelpt, is men
plet meer in Holland. Men bevindt ziich plot
seling1 in 'n gebeel ander milieu en voelt
zich zeer cormopoliet.
Er is groot verschil tusschen 'n gewonen
trein en 'n D-trein naar t buitenland. In
.'n gewonen treih zoekt men doodkalm alle
wagens af om 'n goede, liefst leege coupé te
vindendan. stapt men rustig in, gaat zit
ten, baalt z'n courant voor den dag en be
gluurt z'n medepassagier, meer el met vijan
dige blikken. Men kijkt zelden of niet naar
'buiten,.want 't landschap kent men wel. Men
spreekt geen woord en ergert zich, als er
soms praatzieke reisgenooten zijn, die den
een na den ander tot hun slachtoffer trach
ten te maken.
In den D-trein is dat alles heel anders. Ge
draaft niet langs den trein, doch stapt da
delijk in, sjouwt met al uw bagage door de
ingangen en lókt daar hvige botsingen uit
met de andere reizigers, die dezelfde wan
deling door den trein in andere richting ma
ken. Er heerscht 'n babylonische spraakver
warring, men hoort meer vreemde talen dan
Nederlandlsch en dot geeft juist die eigen
aardige atmosfeer, waarin men zóóveel
vrijer adem haalt- In cle ooupé's, waar 6 men
schen als haringen opgepakt zitten, infor
meert ge of er nog 'n plaats vrij is en in 't
compartiment waar 'n eenzaam merusch
schuchter in z'n hoekje verscholen zit, vraagt
ge of alöe plaatsen bezet zijn. Hebt ge ein
delijk i-cts gevonden en met veel omslachtig
heid uw bagage in 't rvet opgebouwd, dan
gaat ge niet zitten, doch opnieuw wande
len in de nog overvolle zijgangen om luid
ruchtige besprekingen te houden met harte
lijke vrienden of familieleden, die u uitge
leide doen. Overkomt dat voorrecht u niet,
dan begint ge 'n nieuwe verkenningstocht
om te onderzoeken hoe lang de brein wel is
en of ge misschien 'n betere plaats kunt vin
den. Plots keert ge terug om u te vergewis
sen of uw plaats niet belaagd wordt, d. w. z.
«Is er reizigers in den D-trein is men geen
passagiers, doch reiziger trachten zich in
uw coupé te nestelen. Uw eerste leugen van
dien dag spreekt ge in den D-trein; nooit
v.eet ge of de andere plaatsen vrij zijn,
meestal gelooft ge van niet en als 't helaas
niet tewn.ger te ontkennen valt, verklaart ge
stellig van meening geweest te zijn dat de
heer of dame, die zoo roerend van uw buur
vrouw afscheid genomen had, ook 'n mede
reiziger was.
Dn als de trein eindelijk om uw waarheids
liefde niet langer op de proef te stellen, zich
in beweg:rvg schokt, diept ge 'n stapel lec
tuur op, doch ge zult er geen oog in wer
pen. W ant de menschen, die gij in den bin-
rerdandschen trein zoo vijandig begluurde
en geen woord waardig keurde, vindt ge
thans opens bijster interessant. En zij u.
Over en weer verdiept men zich in gissin
gen wat voor lui 't wl zijn, met wie men bijna
'n etmaal in 't min ia tuinkamertje van de cou
pé samenleven zal. Berst doet men nog wat
sohuohter, men stelt bizonder veel belang in
't landschap, waar men reeds honderd maal
doorspoorde, en wacht slechts op de gele
genheid om zonder opdringerigheid de con
versatie te kunnen aanknoopen. Misschien
hapert het nog wal op Hollanidsch gebied,
maar aan de grens gelukt het altijd. Ge be
hoeft slechts bij 't naderen of de terugkeer
van de douane 'n zucht te slaken en de an
deren reageeren terstond.
Er bestaat 'n zekere vrijmetselarij tus
schen de cosmopolieten, en als 'l blijkt dat
uw reisgenooten ook zwerverstaloed hebben,
wordt ge alras de dikste vrienden. Ge vindt
bij elkander dezelfde neigingen en de afwe
zigheid vain dezelfde hebbelijkheden en
vooroordeefen, welke u beiden in de Hol-
landsche samenleving zoo hindlerengeloof
niet, dat deze in den vreemde niet bestaan
maar als vreemdeling zult gen er u niet zoo
aan stooteri. In de nationale kringen zult ge
daar niet gauw binnendringen en de men
schen cKe gij ontmoet, zijn ook vreemdelin
VesjHcht alle bankzaken.
f 10.000.000
- 4.400.000
gen, cosmopoheben, internationalisten met
zoo gonsch andere mentaliteit dan gezeten
burgers-
De douane en pasformaliteiben houden
nog al lang op, vooral te Elfen, waar men
ys uur in tochtige gangen of in 'n donker
'propvol wachtkamertje z'n geduld moet oefe
nen. 't Diritsch pesvisum is sinds April ver
tienvoudigd in prijs, men betaalt thans 18
voor 't voorrecht om door Duitschland te mo
gen sporen, 't visum kost nu duurder dan
de reis zelf.
De trein behoeft niet meer "langs 'n groo-
ten omweg angstvallig 't bezette gebied te
vermijden. We mogen er weer zoo maar
door heen. Aan de Duitsche stations vóór
Keulen komen Duntschers in den trein en
hun gesprekken houden zich nog bij voor
keur bezig met dje roode waanzin. Zij ver
trouwen den toestand nog niet, te minder
omdat de goedgezinde arbeiders langzamer
hand 'n andere kijk op de dingen krijgen en
beginnen in te zien dat zij als speelbal ge-
bpjikt zijn- in 'n poii'.ieke agitatie, welke voor
Iven in plaats van tastbaar voordeel slechts
nog meer ellende kon voortbrengen. Maar
juist doordat dezen zich meer afzijdig hou
den, wordt 'tgeha'lte der rest er nog slechter
op.
Men vertelde ons van 't beestachtig op
treden van 'n zekeren Kopp, die 'n gevan
gen genomen luit. Weber neerschoot on
zwaargewond liet liggen, opdat hij nog meer
lijden zoulater is 'n ander communistisch
'wereldbeschouwer gekomen on heeft den
ongelukkige den keet afgesneden, hetgeen
in dit geval 'n dnnd van menschlievenclheid
was. welke dan ook geacht werd beloond te
mogen worden met cle portefeuille van den
ontslagene. Kopp is ter dood veroordeeld en
zijn Nederlandsche geestverwanten moeten
nog maar niet te hard over zijn dood treu
ren, want er ziin meer van die fijne num
mers, wien 'n zelfde lot te wachten staat.
Fijne nummers ja, mnar zouden er ook niet
slachtoffers onder zijn van overspannen ze
nuwzieke idealisten en eerzuchtïgen, die van
de ellende der arbeiders pro fite eren om
waanzinnige proeven met hun onrijpe theo
rieën te nemen?
Van het bekoorlijke landschap langs den
Rijn zien wij niets, want juist als 't mooi be
gint te worden, gaat de zon onder, den vol
genden ochtend om 7 uur is de trein te Ba
zel, maar ik gad er c!e voorkeur aa«n te Frank
fort te overnachten en daar de Frarischen
te zien. De Blauw jassen en roodbroeken
doen vreemd aam in deze echt-Duitsche stad.
De bezetting van Frankfort is 'n fout ge
weest, welke slechts voldoening van 'n
oogenblik gaf en gelijk elke voldoening van
'n oogenbHk 'n biltere nasmaak kreeg en
nog* lang zal hebben. De Fransche regee
ring heeft 't althans iets minder erg wil
len maken door de kleurlingen terug te roe
pen en 't café Hauptwaoht weer te ontrui
men. De bezetting van dut bekende café be
rustte waaschijnlijk op 'n misverstand, de
naam had den Franschen parten gespeeld.
En wat de kleurlingen betreft, zij hebben
weliswaar meegeholpen om de Europeesche
beschaving te redden, maar zelve houden zij
er nog eigenaardige denkbeelden op na om
trent den oorlogde strenge tucht belet hun
plunderen en dat vinden zij al vreemd ge
noeg, maar dat zij zelfs van de vrouwen
moeten afblijven, dat gaat boven hun be
grip. Er gebeuren dan ook ergerlijke dingen
in 't bezette gebied en de Duitsche vrouwen
hebben 'n beroep gedaan op de geheele be-
s haafde wereld om met haar te pvotestee
ren.
De Franschen en hun Belgische schaduw
wandelen nu rustig door Frankfort en be
zoeken de koffiehuizen. In 'n café met 'n
strijkje applaudisseerden zij beleefd mee na
de muzieknummers en s alueerden bij 't
heenga am In 'n klein café met 'n orkestrion
zag ik door cle open deur Fransche soldaten
dansen met jonge burgers, later zullen deze
jonge birrgfers wel vervangen zijn door jon.
ge burgeressen.
't Publiek doet alsof 't niet veel notitie
van de vreemde militairen neemt, maar soms
onderschept men toch wel 'n steeksche blik
van ergernis. Heel bdragelijk zullen de sol
daten zich ook wol niet gevoelen te midden
van 'n bevolking welke hun 'n zoo duidelijk
onwelkom toegeroepen heeft en daarop 'n
paar doodelijke kogels te antwoord kroeg.
Om 71 uur mag men zich zonder verlof
niet meer op straat vertoonen, eerst werd
zelfs reeds om Q uur „gesperrt". De schouw,
burgen beginnen thans om 7 uux en vele be
zoekers brengen daarom hun souper mee.
rt Fooienstelsel is sinds de revolutie nf.
geschaft, 'n zeer loffelijke maatregelmen
zou er bijna revolutionair om worden. De re
kening-en worden met 'n zeker percentage
verhoogd Maar alle bezoekers-zijn nog niet
nan cle afschaffing gewend en ik zelf zon
digde tweemaal ze vergeten 't nog wel
eens en dan vergeten d'e kek nors 't ook't
omgekeerde van telepathie en 'n zonderling
verschijnsel bij lieden, db anders bekend
staan om hun sterk geheugen. Of zou 't
ethische be-zwaar tegen de fooien soms door
anderen uitgevonden zijn?
Het is niet aangenaam om thans in
vertoeven. Weliswaar kan men van alles krij
gen en zijn, dank zij de lage markkoers, de
prijzen voor ons ongelooflijk billijk, maar
men heeft zoo 't gevoel te leven ten koste
van nooddruftigen. Als men dat beweert,
wordt d&or wel tegen aangevoeld, dat men
door in Duitschland te koopen de menschen
doet leven, maar dat is slechts juist voor
zoover 't Duitsche producten betreft, welke
in groote hoeveelheid voorradig zijn. Maar
door mee te helpen de toch altijd nog
schcarsche levensmiddelen te verbruiken,
werkt men slechts den „Schieter", den prijs-
opdrijvers en wtjekerhandelaars in de hand;
wij eten op wat onbetaalbaar is voor den
Duitscher voor wie 'n mark niet 'n Holland
se! stu'ver, dodh nog altijd 'n Duitsch mark
is, en die hooge prijzen zijn te bedingen
zoolang ook wij, voor wie ze niet hoog zijn,
mee doen om ze te betalen.
Te Bazel is 't Badensche station sinds
eenige maanden weer in gebvuik genomen
en da:.r vaart de reizger wel bij in zoover de
Duitsche en Zwitsersche douane hier tege-
Pjk gfschieden. De Duitschiers en Zwitsers,
staan achter dezelfde toonbank waar uw va
lies of koffer geopend en over de krijtstreep
ven 't eene land naar 't andere geschoven
wordt.
Aan de Staatscourant van heden onl-
Ieenen wij nog de volgende Kon. besluiten.
Aan mr. W. L. A. C o 11 a r d, op zijn ver
zoek, met ingang van 15 dezer, eervol ont
slag verleend uit zijne betrekking van kan-
tonrechter-plaatsvervanger in het kanton
's-Gravenhsge, onder dankbetuiging voor (Ir
als zoodanig bewezen diensten.
Aan mr. J. ID i cl d e n s en J. H. L.
S t a s s e n, op hun verzoek, met ingang van
15 dezer, eervol ontslag verleend uit hunne
betrekkingen, resp. van rechler-plaatsver-
vanger in de rechtbank te Winschoten en
van hantonrecbter-plaatsvervunger in het
kanton Ssttard, onder dankbetuiging voor de
als zoodanig door hen bewezen diensten.
aan T. J. de Groen te 's-Gravenhage,
verlof verleend tot het aannemen van het
ondetrscheidingsteeken van ridder in cle orde
van den Heiligen Gregorius den Grooten
van den Heiligen Stoel
goedgekeurd dat Th. P. J. Eisen, burge
meester der gemeenten Harmeien en Veld
huizen, is benoemd tot secretaris dier ge
meenten-
benoemd tot raadsheer in het gerechtshof
te 's Gravenhage Mr. Dr. M. Polak, thans te
Amsterdam
tot rechter in de rechtbank te Haarlem
Mr. G- Sluis, thans te Dordrecht
op verzoek eervol ontslagen Dr. J. Gun-
nink, als leeraor aan de R. H. B. S. te Schie
dam
benoemd in-den Centralen Jeugdraad tot
voorzitter Mr. A. J. M. J. baron van Wijn
bergen te Utrecht, lid der Tweede Kamer
en als secretaris toegevoegd Mr. II van
Haeringen, te Rotterdam.
benoemd bij Jiet reserve-personeel der
landmacht bij het personeel van den Ge
neeskundigen dienst, tol reserve-officier van
Gezondheid der 2de klasse cle hoeren T. J.
A. Niekus, S. Weyl, J. H. Broers, J. T. Jan
sen en A. Bogaards artsen.
Het bezoek dat H. M. de Koningin Woens
dagmiddag aan Arti heeft gebracht, heeft
ruim een uur geduurd.
Bij den terugkeer wercl niet dadelijk naar
het polies teruggereden, maar een vit ge
maakt langs. N.Z. Voorburgwal, Raadhuis
straat, De Clercqstraat, Bilderdijkstraat,
Kwakersplein, Kwakerstraat, waar veel be
langstelling was, evenals in de Ten Ka te-
straat. In deze volksbuurt werd dikwijls een
luid gejuich aangeheven.
Door Van Lennepstraat, Nic. Beelsstraat
en Helm ers tra at werd de Overtoom bereikt,
van waar de stoet langs Leidsöhepleinv
Leidische straat, Koningsplein, Spui en Ro-
kin den Dam bereikte.
Toen het koninklijk echtpaar van den rij
toer door de stad op den Dam was terug
gekeerd, bleven H. M. en haar gemaal nog
korten tijd voor den ingang van het paleis
staan on\ het défilé te aanschouwen van den
vri jwiil'li,gen landstorm.
H. M onderhield zich daarop eenige
o ogenblikken met den commandant, majoor
Mr. E. Korthals Alles aan wien zij haar groo-
te tevredenheid betuigde over cle houdihg
der troepen.
Tegen kwart voor zes kwamen opnieuw de
auto's voor. H. M. had te kennen gegeven
voor haar vertrek int de hoofdstad nog een
rijtoer te willen maken.
De tocht ging allereerst naar cle Joden
buurt, waar het gerucht zich reeds verspreid
scheen te hebben, dat de Koningin zou ko
men. In dichte drommen stonden de bewo
ners voor de huizen, luid juichende toen de
koninklijke stoet passeerde. Ook werd de
goeddeels reeds afgebroken Uilemburgstroat
gepasseerd, om van daar langs de Prins Hen
drikkade door de Plantage naar de Sorpha-
tistraat te gaan. Overal kwamen de bewo
ners uit de huizenin de. meeste juist te
laat om de Koningin te zien passeeren.
In een langzaam gangetje ging het verder
naar cle MuseumbuurLen het Parkwegkwar
tier.
Langs het Rijksmuseum ging het verder
langs de Spiegelgracht in de richting van
het palies. Daar stapte H M. nog enkele
oogenblikken uit.
Tegen zeven uur verliet het koninklijk
echtpaar het palies; de koninklijke stan
daard werd neergehaald.
Aan het station was aanwezig generaal-
mapcr Forbes Wels.
voor
Keeftuitgebreid Giro-verkeer.^
Op het perron stonden groepen weeskind
deren van verschillende gezindten, die de»
Koningin en clen Prins hartelijk toejuichten*'
rTe«f«rliiii4 eii Japan.
Naai een Eastern Service-telegram uit
Tokio meldt wijden cle Japnnsche dagblad
den zeer vriendelijke artikelen non Het be*j
zoek van het Nederlandsch eskader aan Ja*'
pan. In het hijzonder wijzen zij op het geluk*',
kig samentreffen van de aankomst van den]
heer De Graaf, Nederlandsch gezant, en het
eskader. Zij herinneren er nnn, dnt de va-4
der van den heer De Graaff, de eerste Ne
derlandsche gezant in Japen is geweest en'1
dot de huidige gezant, doordat hij vice-pre-j
sklent van den Raad van Indië is geweest'
een goed kenner is van Indië.
De Nichi-nichi herinnert er aan, dot Ne
derlanders de eersten zijn geweest om Ja
pan met de Westersche beschaving in aan
raking te brpngen.
Het persagentschap Aneto seint d.d. 8 Me!
uit Tokio
De nieuwbenoemde ^eznn-t jhr. de GraaÜ
heeft reeds zijn geloofsbrieven aangeboden.
De bladen gaan voort zijn benoeming en het
bezoek der Nederlandsche oorlogsschepen
te prijzen. Officieren en bemanning blijven»
alom overweldigend enthousiasme onlinoe*
ten.
Rx-kolior WlltieSi».
Hel Tweede Kamer-lid Schaper heeft
nan den minister van binnenlondsche zaken;
de volgende vragen gericht:
1. Wil de Minister mededeelen of uit dc
schatkist des Rijks voor den voormallgeiï
Duitschen keizer en den gewezen kroonprins
gelden zijn besteed ten behoevo van deze
personen, met name voor levens- of genot*
middelen, inrichting van gebouwen bij oot*
vangst van gasten enz>, in het bijzonder tenl
aanzien van den voormoligcn kroonprins?
2. Is dit inderdaad geschied, wil de Minis*
(er dan mededeelen in bijzonderheden,
waarvoor deze gelden zijn gebruikt, fooo
hoog het totaal uitgegeven bedrag tot op ho*
den is, of dot in de toekomst nog voorne
mens dienaangaande bestaan en of er kans
is, deze gelden van bedoelde personen ta/
rug te bekomen
V r ij dom van port voor Dis«
t r i b u t i e m i s s i v e s. Door het Tweede
Kamerlid Abr. Staalman is aan den Minister
van Waterstaat de volgende vraag geSteldt
„Meent de Minister den tijd nog niet ge*
komen om den vrijdom van port op te hef*
fen voor brieven en drukwerken door ge
meentebesturen te verzenden betreffende
de uitvoering van de Distributiewet 1916?",
Regceringsmeelnls veevoe*,
der. Op desbetreffende vragen van hel
Tweede Kamerlid Braat heeft de Minister
van Landbouw o.m. geantwoord, dat het
hem bekend is dat op enkele pldatsen re*
geeringsmeel voor veevoeder werd opge*i
kocht.
In eenige geVollen werden! bakkers en!
molenaars, die zich aan dergelijke handel
lingen schuldig maakten gestraft. ij
Passen voor vreemdelingen*
Door het Tweede Kamerlid Abr. Staal*
man werd aan den Minister van Buiten*
landsche Zaken de volgende vraag gesteld I
1
Menigeen vindt zijn hart eerst, als hij zijn
hooikl verliest.
JUWELIER
Sierlijke modellen:
Roman door
J. EIGENHUIS."
35
daar n« zag ze het Paradijs ver. achter zich
hogen, en ze moest het herwinnen, ze moest,
Vond ze daarom de gedachte, om er een eind
aan te maken, een gods-lastering? Of was hel,
omdat ze nu haar kinderen zag als aan haar
toevertrouwd, en vroeger meer als onder zijn
bescherming?
Haar hart werd teer, omdat die alleen maar
haar thans hadden, om liun meer te geven dan
brood en kleeren... En dat zij. die altijd ge
meend had, dat brood en kleeren 't eenige wa
ren hier on aarde waard om er voor te tob
ben en te zwoegen, cn dje naqr dat andere
eerst nu den honger in zich voelde! Hoe kon
zij hun dat meerdere en dat noodige 'geven!
Daar werd aan de deur getikt.
„Moes, mag ik binnen lcomen?"
't Was of Laurien het voelde, als moeder
smachtte naar wal aanhankelijkheid. Wat
zat in dat schijnbaar oppervlakkige en dolle
kind een diepte van meegevoel? Ze zou nooit
onbescheiden vragen, waarom vader tegen
woordig zoo afgetrokken en uithuizig was,
zoo weinig zich aan haar en de kinderen liet
«degen liggen, nooit meer met hen stoeide
of grappen maakte, maar dat zc die feiten
had opgemerkt stond bij moeder vast. Even-
zoo, dat het kind bezig was, al dat raadsel
achtige in zich te verwerken en ar een oplos
sing voor te zoeken, die moest uitloopen op
de verwoesting van het innigsle en mooiste in.
baar jonge hartje, het vertrouwen iri de eer
en het karakter van haar ouders.
Laurien omhelsde hatir en zoende liaar op
de beide wangen, haar met het zijige vlas
kopje tegen den arm sfreelcnd als een aanha
lige poes. Het kind zei een heele poos niets cn
begon haar telkens opnieuw aan te halen.
Mien had moeite haar tranen te bedwingen.
Eindelijk zei het meisje: „Hè, ma, alle kin
deren -zijn op het ijs. Gaat u ook met ons?'
„Ik, kind? Hoe krijg je 't in je bolletje?
Laat me. nou stil in huis blijven...
„Ilè, moes," bedelde ze opnieuw, „Piel al op
t ijs cn Jans en Gerdien. Die mochten van
vader..."
„Mochten die van...."
Zc bedwong haar scherpe woorden maar
amper: hij er van door mei een paar losbol
len, en de kinderen, die hij aan hun lot over
laat, -verlof geven het ijs op tc gaan, zonder
dat zij ergens van wist Wat was toch in dien
vroeger zoo zorgvollen, angstvallig nauwge-
zetten vader gevaren? Kon iemand, zoo al
hel mooiste verliezen, als hij z'n zelfzucht bot
vierde?
„Moes, kleine Mientje wil ook zoo dolgraag.
Als ik 'er in 't sleedje rij... En 'r nu en dan 'ris
op schnalries achter 'r sleedje Iaat krabbe
len... En -dan rijdt u op <lc Wetering vlak bij
ons... Een prachtige baan. Kijk eris, hier ziet
u zeWel vier tenten met groote vlaggen..
En zwart van de menschen..."
Dat kleine ding had er wel slag van, haar
uit haar werk tc halen. Vroeger hoefde nie
mand dat te doen; ze zorgde zelf wel voor de
noodige wandelingen, of uitgangetjes. Maar
den laatslcn tijd .verveelde het uitgaan haar.
't Was haar. cf alle menschen haar nakeken,
en heel vaak moest zc dat ellendige liedje
hooren, dat een straatjongen 'er najouwde....
En dan was Laurien vol list, om lelkens
weer haar tot uitgaan te dwingen; zelf ging
ze dan mee en met haar opgewekt gebabbel
of jolige schoolpret bracht ze haar in een
stemming van onbezorgd genieten.'t Was, of
ze dan ook veel minder last van najouwen
had. Zeker doordat Laurien alle kinderen
kende.
De vlaggen op de tenten zweepten nu en
dan eventjes de banen rechtuit, 't Was kalm
weer cn een helder zonnetje. Ze zag de men
schen op de Wetering door elkander slieren,
en zelfs ver weg zag het heclc Wecgje zwart
Gelukkig waren vlak bij op de stille sloot
achter hun werf de drie kinderen aan het
krioelen met ander© kameraadjes door cn
om elkander heen.
„Toe, ma! 'I Is zulk lekker weer, en Mientje
vlast er zoo op..."
„Ja, ze kreeg er zelf ook te veel trek' in.
De frissche Oostenwind woei door het ge
opende slaapkamerraam n. ar binnen. Zc snoof
dien met wellust in. 't Was of zc dorst had
naar frissche-lucht. Weldadig kan die wezen,
en een veerkracht geven...!
VEERTIENDE HOOFDSTUK.
Piet scharrelde om haar heen, terwijl zc op
de-stoep bij de bijt Mientje <lc schaatsjes aan
bond. Wat kwam liet bont en blauw gevlekte
gezichtje leuk uit de ijsmuts kijken en wat
schitterden haar guitige oogjes hoven het wip'
neusje.
Moe, maatje," babbelde zc. „Kijk Piel eris
krabbelen. Ni! mooi kan ie rijen, hè! Ik kan
't veel beter, hè?'*
..Ja," gromde Piel dóór zijn omgekrulde
half lachende lippen, kuiltjes in z'n wangen,
,.jat opscheppen, dat kan je..."
En hij stond er zoo grappig bij met de
schaatsen scheef en slap onder z'n voeten, de
dunne beentjes onder 't om zijn lichaampje
gesmeten bonkertje vandaan en de matrozen
muts achter aan zijn grooten krullebol han
gend.
„Net een plaatje," dacht de moeder en ze"
plaagde: „Nou, Axel Paulsen, laat zus maar
'ris zien hoe een bordrijer je bent"
't Was ecnk'. zoo snel als die snilleheentjes
met de schinkels tegen het ijs klepten, terwijl
de armpjes maaiden, of zc de heele wereld:
grijpen wilden, en de schaatsen bij eiken
schrap haast uitvlogen. Later zou zc nog dik
wijls aan (lat komische figuurtje en dat echt
onschuldige jongensgezicht terugdenken, zoo*
als het daar in al zijn naicviteit de hcldcnda-,
den afwachtte, waarmee kleine zus haailj
praatjes had goed te maken.
„Komaan," zei moeder cn nam het hummel-*
tje in het roodc astrakan manteltje bij dehand'w
Maar het sloeg hij elke beweging achterover,
terwijl de beentjes wegglisten en in de lucht
vlogen. Mien kon het nauwelijks bij den arm
houden, en zc lachte luidkeels met Piet mee.'
O, wat had die Piet een schik. Zijn mond gicr*i
de met een vervaarlijke rondte open cn d©
kuiltjes in de wangen boorden zich dieper
weg.
„Hè, ze kan 't niet," sliepte Piet uit. „Denk,
je, dat 't zoo makkelijk is.
Zus ging parmantig zitten op het ijs en
keek met veel kennis van zaken naar do
schaatsen.
„Piet z'n schaatsen zijn ook veel mooier,1
hè moes?"
„Jij op mijn schaatsen en ik op joues," pre-j
entccrde de bengel gul. „Hoor u, moeder,
net of 't aan de schaatsen ligt..."
Daar kwam de lange Laurien aan met de
slee.
„Ha, nou zal 't echt gaan," lachte dc moe
der.
(Wordt vervolgd).