AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Geldersche Oredietvereeniging WILLEM GROENHUIZEN iZilveren cauveits sn groentenlspels PaMerstamÉiUeii. BUITENLAND TWEEDE BLAD. BgBBi ARNHEM. Opgericht 1866. Gestort Kapitaalf 10.000.000 Reserven- 4.400.000 Verricht alle bankzaken. BINNENLAND FEUILLETON. EVENWICHT. bij 3. GR00TEND08ST Hof 38. 18» Jaargang No. 283 Zaterdag 29 Mei 1920. Politieke verhoudingen. A? JaTen lang hebben de Heeren van Rechts bij hunne schriftelijke en mondelin ge prdptfgcutdc/ begeerd, <t<s't er voor de vrij zinnigen van verschillende schakeering in Onze politieke arena geen plaats meer was. £Gij zult tusschen zwart en rood worden doodgedrukt", hebben zij ons bij herhaling toegeroepen. - Bij alle verschil van meening tusschen socialisten en Heeren van Rechts waren de mannen van de S. D. A. P. dit geheel met hunne antagonisten eens. Ook van roode zijde is ons het doodvonnis bij herhaling be- teekend. Nu gelooft men gaarne, wat men wenscht en daar onze verdwijning van het politiek tooneel winst voor Rechts en Rood zou be- teekenen, geloofden de heeren, zooeven be doeld, allicht, wat zij in hun hart wenschen. Maar erkend zij, dat de veranderingen in getalsterkte van de politieke partijen in de laatste jaren schijnt te wijzen op eene te rugdringing van de middenpartijen. Bijna altijd en overal winnen de uiterste partijen pp de gematigde groepen veld en zoo schijnt er eenig.e waarheid in de voor ons zoo weinig verkwikkelijke voorspelling van de woordvoerders der clericale en socialis- sche partijen. Maar schijn en werkelijkheid verschillen no-g al eens; en wij, de reeds zoo dikwijls ten doode opgeschreven vrijzinnigen zijn er in ons hart van overtuigd, dat er voor man nen van ons beginsel steeds plaats zal blij ven tusschen hen, die het schip van staat in clericale of in socialistische richting wil len sturen. Ja sterker. Wij, vrijzinnig-demo craten zijn overtuigd, dat de maatschappij en daarmee de wetgeving zich be weegt in de van meet af door ons aangege ven richting. En al mogen dan de ellendige tijdsom standigheden in politieker». zin O. W. heb ben gebracht \oor de roode broederen, al levert de propaganda van katholieke gees telijken en van christelijke onderwijzers den Rechtscbe partijen gestadigen aanwas van stemmen, de tijdelijke depressie, waarin de vrijzinnigheid zich bevindt, weten wij van voorbijgaanden aard. Het is bij elke uitbreiding van het kies recht gebleken, dat „het volk achter de (vo rige) kiezers" niet vrijzinnig denkt. De nieu we kiezers stemmen in den re.gel op de ul tra's, rechtschen of rooden. Maar hoe meer de nieuwe kiezers ge- jchoold worden, des te minder gaan zij voe- Jen voor degenen, die het meest beloven bij de stembus en het luidruchtigst propaganda maken. Ook dat is gebleken. Na (Jé kiesrechtiritbreiding van 1887 gin gen de rechtsche partijen sterk vooruit; maar bij de volgende verkiezing waren ze hare gezamenlijke meerderheid al weer kwijt. Na de invoering van de wet-Van Hou ten was e-r opnieuw vooruitgang voor de anti-revolutionaire partijen, een vooruit gang, dji-e in1905 werd1 stop gezet. Nu moge het wa,ar zijn, dat de socialisten Teitelijk regelmatig vooruit zijn gegaan, ten Icoste vooral van de vrijzinnigen, het heeft (er allen schijn van, dat zij 'hun maximale sterkte hebben bereikt. Ook zij hebben eene nog radicalere groep naast zióh gekregen, die vermoedelijk in de eerste jaren wel meer en meer kiezers zal trekken. Voor kritiek toch zijn de kiezers altijd zeer toegankelijk; veel minder voor anti kritiek. Zij zullen ontvankelijk blijken voor de al of niet gemotiveerde kritiek der Ne- derlandsche bolsjewiki op de houding en ttveening van anderen en zij zullen zich maar weinig storen aan de anti-kritiek op deze richting, hoezeer deze uit de misluk king van Bolsjewistische regeeringen de sterkste argumenten kan putten. Wij achten het vrij zeker, dat zoovelen, feitelijk vrijzinnig in hun denken en demo cratisch van aard, die nu nog door de zuig- Lsa 'kracht van de rooden van allerlei schakee- Ting worden meegetrokken, weer zullen te- Tugkéeren tot onze partij, die de sociale misstanden langs democratischen weg poogt weg te nemen. En daarom blijven wij ook nu het ebbe is voor onze partij optimistisch gestemd voor den groei der vrijzinnige democratie in de toekomst. Niet echter in de nabije toekomst. We hebben immers, nu het vrouwenkiesrecht werkelijkheid is geworden, eene verdubbe ling van het kiezerscorps gekregen. Nu wor den tol de stembus zoovele nieuwe Jciezers (kiezeressen) toegelaten, dal we, op grond van hetgeen bij vorige uitbreidingen van het kiezerscorps is waargenomen, wel als vaststaand mogen aannemen, dat bij de ko mende verkiezingen de trek -vooral naar redhts zal gaan. Wij hebben dit trouwens, van het vrou wenkiesrecht wel verwacht. Wij kennen den grooten invloed, van den clerus den Roomschen, zoowel als den Calvinisti- schen op het vrouwelijk gemoed en wij weten, dat deze heeren van dien invloed een voor hunne partijen nuttig gebruik zul len maken. Vooral in het zuiden, waar de partijen van Links met zooveel moeilijkhe den hebben moeten kampen, voor ze eeni- gen invloed hebben gekregen op de rnan- nen, zal Rechts sterk vooruitgaan, nu de propaganda van Links de vrouw nog niet heeft kunnen bereiken. We hebben dit voorzien en ook de tegenpartijen zullen moeten toegeven, dat de vrijzinnig-democraten hoogstaande poli tiek hebben gevoerd, toen zij ondanks de wetenschap, dat het vrouwenkiesrecht Rechts vooral ten- gcede zou komen op grond van hun beginsel met alle kracht voor invoering van vrouwenkiesrecht hebben geijverd. Wij zullen dus stellig door een aan den dag tredende vooruitgang van Rechts niet worden ontmoedigd. Want ook nu zal zich de historie herhalen. Ook n-u zullen de niemve kiezeressen, de vrouwen, eerst lang zaam genoeg politieke scholing krijgen; om zich bij onze partij aan te sluiten .en onze candidaten bij de stembus te steunen. Een voorproefje van het vrouwenkies recht in de praktijk is te Maastricht gele verd. Door de uitbreiding der gemeente moest er eene raadsverkiezing plaats heb ben. De Raad van Maastricht bestond uit 25 leden, waarvan er 13 katholiek waren, O S. D. A. P.-leden, 2 vrijz.-democraten en 1 Oeconomische Bonder. Dé nieuwe Raad be staat uit 31 leden. Daarvan zijn niet minder dan 22 roomschJkatholiek, 7 sociaal-demo craten en 2 vrijzinnig-democraten. De in-, vloed van de vrouw is onmiskenbaar. Wel is de achteruitgang der socialisten gedeeltelijk te wijten aan de toevoeging aan de stad van een stukje' platteland, waar de S. D. A. P. minder sterk is, maar toch blijkt uit den uil slag te Maastricht, dat het vrouwenkies recht, zeker in het zuiden, gunstig werkt voor Rechts. Wij z«ijn er nog niet eens slecht afgeko men. Wij 'hebben onze beide zetels behou den. Wat ons meevalt. Want wij verwachtten d'oor de toename van den Rechtschen invloed eerder achter uitgang dan vooruitgang of stilstand. Zij, die gelooven, haasten niet. Wij ge- looveri in de juistheid en de kracht van onze beginselen; als 1922 ons eene achter uitgang mocht brengen wat niet onwaar schijnlijk is dan zal 1926 weer gunstiger voor ons zijn. Op den duur zal ook het kiezeressen-corps zich onttrekken aan de dogma's van zwart en rood en zullen de de mocratische -elementen onder de vrouwen zich scharen onder het vaandel der vrijzin nig-democratie. Politiek Overzicht Duilschlamd niet alleen, het buitenland evenzeer heeft hrehaaldelijk geprotesteerd tegen het gebruiken van kleurlingen als be- zettinigssoldaten in Rijnland. Wij hebben meer dan eens aandiaoht gevraagd voor deze aangelegenheid en steeds het pro en contra ten aanzien van deze kwestie gepu bliceerd. Vooral de Duitsche minister van buitenlandsche zaken, Koster, heeft in de Nationale Vergadering uitvoerig de zaak behandeld. Frankrijk heeft lang gezwegen, maar thans is een officieele verklaring be kend gemaakt, waarin het opmerkt, dat de Duitsche pers sinds e e nigen tijd een cam pagne is begonnen tegen het gebruik door Frankrijk van kleurlingen als bezettingstroe pen in Rijnlandin de verklaring wordt er tevens op gewezen, dat een zeer krachtige propaganda in de neulrale en sommige ge allieerde landen wordt gevoerd om tegen de z.g. excessen der kleurlingen te protestce- ren. „Het is aan geen twijfel onderhevig", al dus de Fransche verdediging, „dat de Duit sche regeering door deze campagne de her innering aan cle door haaf officieren en sol daten begane buitensporigheden in den oor log, die zij steeds heeft nagelaten te straf fen, uit de wereld tracht te helpen. De Fran sche regeering verzet zich met alle kracht te gen de leugenachtige aónklaohten tegen de inboorlingen-troepen, die Frankrijk dienen met een trouw en opoffering, waarvoor dit land hen dankbaar is. Frankrijk maakt geen verschil tusschen blc.r c en -koloniale tToe- pen, wier aanwezigheid op Fraosch gebied zelfs nooit tot één klacht of rustverstoring aanleiding heeft gegeven. De beweringen der Duitsche pers, ciie de heer Koster in zijn rede heeft gemeend tot de zijne te moeten maken, vloeien voort uit klaarblijkelijke kwaadwilligheid. De sterkte van het effectief der Rijolegers geeft bij een totaal-sterkte van 85000 man slechts 23400 inboorlingen aan (en niet 60000) van wie 7490 zwarte troepen (Senegaleezen en Maclagassiërs) en 15950 Alg-erijnsche en Mnrokkaansche tirailleurs zijn. In dé koloniale regimenten vindt men bovendien 20 pet. Europeanen. De kleurlingen zijn een voorbeeld van vol maakte discipline. Buiten den dienst nemer, zij tegenover de burgerlijke bevolking de meest correcte houding aan en het zou ge makkelijk vallen bij de inwoners talrijke ge tuigenissen te verzamelen omtrent de goede verstandhouding, die tusschen hen en de meeste inboorlingen is ontstaan." In de verklaring wordt voorts geconsta teerd, dat in enkele .buitengewone gevallen onvermijdelijke incidenten hebben plaats gehad, die echter zwaar gestraft zijn. Vooral de misdaden tegen de zeden, waartegen door de krijgsraden met cle uiterste ge strengheid is opgetreden, zijn, in verhou ding tot de sterkte der troepen, betrekke lijk zelden voorgekomen. Terloops merkt het Fransche antwoord op, dat de inboorlin gen vooral door lichtzinnige vrouwen zeer werden gezocht en dot men hen in bescher ming moest nemen tegen haar zedeloosheid en gevaarlijke bezoeken. Het slot der ambtelijke mededeeling luidt: „Vele Duitsche families hebben de schande lijke houding van zekere Duitsche vrouwen tegenover de zwarten gegispt. Anderzijds is het volkomen onjuist te beweren, clat de aan wezigheid der kleurlingen een gevaar vormt voor de algemeene gezondheid. Toen onze troepen het Duitsche gebied betraden, is de geneeskundige dienst van 't léger door cle plaatselijke overheden gewezen op de groo- te uitbreiding van geslachtsziekten onder de inwoners en op lvet gevaar, dat daar voor onze soldaten uit voortvloeide. In denzelf den zin heeft cle Deutsche gemeenleautori- tcit bij den intocht der Fransche troepen te Frankfort^ gewaarschuwd. Overigens heeft, het er den schijn van, dat de klachten in verband met de aanwezigheid van de zwar te troepen niet uitgaan van de Rijnlandsche bevolking, miaar afkomstig zijn van Duitsche publioisten, die er belang bij hebben uit deze kwestie munt te slaan ten gusnte van een campagne tegen de geallieerde bezet ting en tegen de tenuitvoerlegging van 't verdrag." De Deutsche Allgemeine Zeitung merkt naar aanleiding van Frankrijk's antwoord op, dat, nadat zulke aanzienlijke corporaties nis de Amerikaonsche bisschoppen en de Zweedsche vrouwenverenigingen tegen het gebruik der zwarte troepen in Europa héb ben geprotesteerd, de Fransche regcering, om haar prestige te bewaren, zich genoopt ziet haar houding ten aanzien der kweste te bopalen. Het blad, dat een glimlach niet kan onderdrukken in verband met den inhoud der Fransche verklaring, is van oordeel, dat het te minder de moeite loont op de ver klaring nader in te gaan of zelfs ze te weer leggen, daar de negerkwestie in Amerika en in 't bizonder het séxueelg leven van 't zwarte ras bij alle beschaafde volkeren ge noegzaam zijn bekend. Stockholms Dagblad merkt naar aanlei ding van de Fransche loochening van de excessen der zwarte troepen op, dat tegen over cle zonder voorbehoud gegeven verze keringen omtrent het correcte optreden der zwarte troepen eraan kan worden herinnerd, clat minister Bronting onlanigs op een open bare vergadering .heeft verklaard, dat' het onderzoek heèft uitgewezen, dat de berich ten over de wandaden, door negersoldaten gepleegd, maar al te veel waarheid bevat ten- Een blad echter als de Frankfurter Zei- tung is maar matig tevreden met Branting's houding. Deze ontving een deputatie van zeven Zweedsche vrouwenbonden en wei gerde haar protesten aan de Fransche re geering te doen toekomen, daar z. i. het gebruiken van kleurlingen in Frankrijken in het, ingevolge het verdrag, bezette Rijnland, een speciale Fransche aangelegenheid was, ten aanzien waarvan officieele inmenging geen pas gaf. Bronting is echter bereid de protesten den Volkenbond te doen gewor den. De Frar.kf. Zfcg. merkt nu op „Wij kunnen tegen zijn opvatting, als zou de be zetting van Rijnland een zuiver binrvenland- sche Fransche aangelegenheid zijn niet dan met alle klem protesteeren. Rijnland staat niet onder 't gezag der Fransche regee rt ng, maar onder soir^ereiniteit van den 'Duitschen staat en wordt door de intergeal- 'Üeerde -commissie bestuurd. Overigens is cle „zwarte schande" geen kwestie, die men verdedigt met paragrafen en diplomatieke overwegingen. Zij is bovenal een kwestie van 't zedelijk gevoel, waarover niet wordt gediscussieerd." Kameroverzicht Tweed© Kamer Vergadering van Vrijdag 28 Mei 1920. Aan de orde is de stemming over de motie-Teenstrn, betreffende het vervullen? der opcenten op de suikeraccijns. De e motie werd verworpen met 44 tegen! 30 stemmen. Voor stemde de rechterzijde, vrii-liber»len, neutrale partij en de heer v. Doorn (U.-L.J LAGER ONDERWIJSWET. Voortgegaan wordt met de behandeling van het amendement-Dressclhuys op art. 135, strekkende om de hulponderwijzeres vrij te stellen van het examen in de vakken,, waarin ze reeds vroeger examen aflegde. Dit amendement werd aangenomen meV 39 tegen 37 stemmen, rechts stemde tegen en links voor het amendement. Het amendement-Albarda (S. D. A. P.) op art. 140 om een bepaling te doen opnemen, dot directeuren en leeraren van de rijks kweekscholen de bevoegdheid zouden bezit ten welke vereischt wordt voor het geven van onderwijs aan een H. B. S. met 5-jarigert cursus, werd aangenomen met 44 tegen 31' stemmen. Het omendement-Ossendorp op art. 141 om voor toelating tot de kweekschool tc eischen 5-jarige II. B. S., gymnasium of ly- cc. wordt verworpen met 55 tegen 22 stemmen. De amendementen-Ossendorp op art. 143 om de toelage aan de odspirnnt-onder- wijzers te brengen van ƒ500 op ,f 1000, om de ndspiranten praktisch te doen oefe nen eerst op de kweekscholen en daarna aan gewone lagere scholen, werden verwor pen mét 40 tegen.36 stemmen. INTERPELLATIE-SC1IAPER. Den heer Schaper werd toestemming verleend tot hef richten van vragen aan den minister van arbeid omtrent het in werking treden van de nieuwe Arbeidswet aangaan de den 8-urendag. k Besloten wordt deze interpellatie tc houden a.s. Dinsdag na het opmaken der nominatie voor twee leden der Hekenkamer. L O. w e t. Voortgegaan wordt niet de behandeling der L. O. wet. Bij art. 116 wijst de lieer v. B c r e n s t e ij n (V D.) er op, dat het zangonderwijs op ^lc lagere school nog steeds op de ocrlrap der ontwikkeling staat, terwijl liet zangonderwijs toch van groolc beteekenis is. Ilij bepleit oen betere opleiding voor liet zangonderwijs en vraagt den minister welk standpunt deze bier (inneemt en wat de eiscli van practisehe ge schiktheid bcteekeiU? De M i n i s t e r v n ii O n d e r w ij s, do heer •de Vries, zegt, dat hij bij algemcenc maatre gel van bestuur ernstig rekening zal houden niet de practisehe geschiktheid der onderwij zer voor het geven van zangles. Het artikel wordt hierna z- li. s. goedge keurd. Bij art. 118 verdedigt de heer O 11 o (U. L.) een amendement strekoknde om ook van den directeur en leeraren der rijles opleidings scholen dezelfde bevoegdheid tc c'rsehcn als van leeraren aan een 5 jarige IT. B. S. De heer v. d. Molen (A. R.) verzet zicK tegen dit amendement, wijl de rijkskweek scholen e nrijksopleidingsscholen niet op één lijn kunnen worden gesteld. De M i n i s t e r v a n Onder w ij s meent' ook ,dnt kweekscholen en opleidingsscholen niet gelijk gesteld kunnen worden en ontraadt daarom het amendement. De heer O 11 o trekt hierna zijn amcnde'mcni Art. 118 wordt'7. h. s. aangenomen. Bij art. 150 verdedigt de heer v. d. Molen (A. R.) een amendenumt van den heer Snoeclc Henkemans, om te verzekeren, dat de a.s. onderwijzeressen gedurende hare 4 jarige' opleiding ook 'zullen worden onderwezen in do nuttige handwerken en gelegenheid zullen hebben' de akte van bekwaamheid in dit vak te verwerven. De M i n i s t e r nam dit amendement over. Bij art. 162 verdedigt dc heer van Wijn bergen (R. K.) een amendement ofn 'de aan spraak op vergoeding wanneer het getal kweekelingcn aan wie de akte van bekwaam heid alse onderwijzer wordt uitgereikt, in 5 jaren minder dan 50 is, niet geheel tc doen vervallen, maar dc mogelijkheid open te la ten dat de vergoeding slechts gedeeltelijk ver valt. Verder dient Spr. een amendement in Steike antipathie is beschaafde haat. JUWELIER ké Ie klas goederen PRIMA AFWERKING. Roman door J. EIGENHUIS. r „"Wel, dan wist jc ook beter dan zij. En dan ihad je haar niet moeten sterken door toegeef lijkheid..." „Och, laten we 'r over zwijgen, 't Leidt toch ^ot niets, al dat gepraat.'1 „Nee, nee. Ik heb je gezegd, daÊ het jc pijn zou doen. Je vindt me misschien heel onaar- Jdig. Maar ik wou je alleen laten voeleh, dat je het recht niet hebt, zoè' hooghartig je tegen over Mien aan te stellen." „HooghartigHoe kom je 'r bijl'- viel bij uit. v „Nee, dat is niet hooghartig, te oordeelen, Sat jij veel te flink zou wezen, om een dwaas- jloeD, ^ie kêgiag. kaai; te"Bteshon-- wen als een verworpeling, die misdeed, waar toe jij nooit had kunnen komen. En haar daarvoor al je minachting te toonen in een liondsclie verwaarloozing." Ilij vloekte van verontwaardiging: „Als je de partijdigheid voor je zus zoover uitstrekt, dat je me gaat bcleedigen..." „O zoo," en, zag hem in het gelaat, en hij had nooit geweten, dat haar hcele wezen zoo'n krachtig willen kon uitdrukken. „Als dat jc beleedigt, erken dan ook, dat je niets, nie mendal meer of beter ben of hooger slaat dan 2li, 'op wie jij den steen hebt geworpen. En dat je nooit moeite hebt gedaan, om haar hoo ger op te voeren. En ook, dat je het slechtste middel gebruikt om haar dieper en beter in zicht te geven." „Wat is dat dan. dat slechtste middel?" vroeg hij gemelijk. „Je bent toch zoo aan het ontdekken van allerlei gemeenheden in me..." „Zeker", zei zc, zonder iets te vergoelijken. .Jlet slechtste middel. Er is geen slechter mid del, om iemand op den goeden weg terug tc brengen, dan minachting en verhuovaardi ging op eigen deugden. Als je zelf hebt inge zien, dat je heele huwelijk één groot verzuim is geweest, om je vroyw of liever je samen op te voeren lot eenig inzicht in de eerste levensvragen; en als je daarbij beseft, dat je" dezelfde overtredingen begaan hebt, die je je vrouw als doodzonde aanrekent, dan doe je pas den eersten stap op den weg, waar mee je huwelijk had moeten beginnen..." „Ja, dat zijn; allemaal mooie -en handig in mekaar gezette praatjes, zusje", glimlachte hij pijnlijk, ,,'t Leven laat het maar al te duidelijk zien, dat het van een mooi geloof niét afhangt. De Tartuffe's zijn er bij. 'duizenden te tellen onder de vroomste broeders». En dan liect LH:'i vlees cb is zjyag al js de gelige wil lig. 'k Geloof niet, dat wc één stap verder zouën wezen, al hadden Mien en ik samen nog zooi eel vrome boekjes gelezen....'" Ilij zei dal daatstc op scherpen toon, als oen steek op haar gil Piets ijveren, om Mien door lectuur te bckecren. „Nee, daar kom je ook niet verder mec^ Al leen kunnen zulke boekjes dienen, om een weerklank in je tc wekken. In jc zelf moet je het toch ten slotte vinden. En dat er iets bij Mien plaats heeft in dien geest, dat heb ik dezer dagen kunnen merken. Daarom geloof ik, dat er voor Mien uit deze nare, donkere dagen nog een heerlijk licht zal opgaan." 2^ Hij haalde de schouders op: „Nerveuse in beelding. 'k Ken menschen, die een voorbeeld zijn voor iedereen cn aan geen God of iets gc-looven. En ook schijnvromen, die er maar op raak zondigen oncler het mom van den godsdienst.'' „Zeker, 'dat geloof ik graag. Maar dat gaat ons heclema:il niet aan. Neem nou alleen je zelf. Laten wre veronderstellen, dat je hoogste moraal is: het leven is een wedstrijd in het mekaar verslinden. Daar zal je toch zeker weinig steun en troost bij vinden in de droe vige dagen, die je doorgemaakt hebt? Alweer haalde hij onverschillig ,de schouders op, alsof hij zeggen wilde, dat hii die pi aatjes al lang kejid> 7e stoorde zich echter niet aan zijn vijan dige houding, gesterkt door een vurigen v.ensch om dat door het leed en dc biltere er varingen .verdorde gemoed ,dat toch van na ture zoo zacht en mild geweest was, lc tref fen. „Maar als je daar tegenover hel graf van jc kind staat met dc heerlijke overtuiging, dat dc dood het eigenlijke wezen niet kan vernie tigen. „.Ta, ja, mooie poëzie," snikte hij. „Zou ware poëzie soms geen weerschijn van een hoogere werkelijkheid wezen. Jaap? Is hel je nooit overkomen, dat het je leek, of een gedicht je dc hemelpoorten opende?" ,,'k Weet het niet, 'k weet het niet," zucht te hij. „Maar wel is het benauwend altijd naar dat gapende graf te zien, waar zc m'n jongen in lieten zakken..." „En toch kap jc weten. Jaap, als jc 't wil weten. Waarom zouden onze oogen cn onze ooren en onze vingertoppen de waarheid die per verstaan dan ons hart, dan dc goddelijke geest, die dat alles als werktuig bezigt? En daarom, vrome boekjes heb je niet noódig- Maar leer in ie hart te zien, cn dan zal hel koninkrijk Gods cperjgnan voor jc." Ilaar fletse wangen waren opgewonden rood, en haar donkere oogen glinsterden, cn hij glimlachje nu anders tegen haar. „Mies, Mies, ik voel het heel mooie van wal jc daar zegt....1' „Ik zeg? Je bedoelt, wat Jezus zegt..." „Nou goed. Ik voel het, en mijn verstand vindt liet toch maar woordenkraam...'' „Ik geloof je graag, Jaap. Maar bedenk even tjes, of dat verstand ook oppervlakkige ken nis en halve wetenschap of dogmatisch onge- .loof om je heen gehangen kan hebben? En of dat gevoel in je niet de zuiverde]' stem (fat innerlijk wezen aangeeft?" Een poos liepen zc stil naast elkaar voort. Ineens schrok hij op: „Weet jc wel, dat je be weerde, als zou ik me aan hetzelfde schuldig hebben gemaakt als Mien Ik wil mezelf niet beter of braver voorstellen dan zij. Maar wat bedoelde ie daarmee ,.I)at kun je allemaal vinden, als jc heel stil gaat zitten, alleen met die stem in je, niet be-* invloed dc.or zelfzuchtige uitvindsels van jc vernuft. Maar ik wil ie. even op weg helpen. En doe jij dan de rest." 7.e waren w er bij bet dorp. en liij stond even stil, om haar antwoord 1e h'ooren: „Nou, wat wou je dan zeggen?" Het was, of hij angstig' op haar antwoord wachtte, en zc zag hem strak in dc oogen, of zc lief hem diep in dc ziel wou prenten'. „Mag je een verrader verraden? Is dat min der slécht dan een eerlijk m.ensch tc verra den? „Natuurlijk niet", antwoordde hij. „Maar wat wou jc nou eigenlijk?" „En je wilt Mien met alle geweld een verra-» der van jullie liefde noemen?-Dn's liet zachtsta woord, dat je 'r voor hebt?" Ilij zweeg cn 'zijn Jippcn trilden. Eindelijk zei hij zacht: „Misschien was ze liet onbewust..." „Als je mij jc de zaak had vertellen, dan kon je daarover ten minste oordeelcn'Y voegde ze hem streng toe. „Maar in elk ge-* val heb jij met bewustzijn haar zelf verraden' door jc laffe gedrag en door haar zoodoende voor het heéle dorp ten toon te stellen. En jij hebt je heele gezin verraden met dezelfde be« wuslheid. Want jc motief voor je gedrag w$M wrok, wraak, mogelijk wel haat..." (Wordt vervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 5