Oil!- 5AYERS-SIX- SINGER
Gelderschs Oretlielvereeniglng
AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
Vern'cfjï alle j
binnenland
FEUILLETON.
Jan, de zoon van Finn,
TWEEDE BLAD.
Brimn uit Zwitserland.
Fa. KLAAS BAVING (Joh. Schut).
AUTOMOBIELEN.
BERLIET AUTOMOBIELEN en
READING STANDARD motoren
ARNHEM.
KOLONIËN
uw Schoenwerk
Grootendorst
We Jaargang
No. 39
^anraag
14 Aug. 1920.
r Lucern, 2 Augustus.
Geachte Redactie.
Vandaag is uw coirespondent op zijn
MtddettBuropeceche jondtour met zijn neus
lijp de bKriei gevailen. Gisteren nog bij
ijwaar orvwee* den Pilatus afdalend beeft hij
&©deri In deze vertrukkelijk-e stad het Zwit-
'ïerach'e bon<Mee»st Jn al zijn luister meege
vierd.
lp' de niaiïiMdaguren begon het al. Een
dichte cosmopotitische menschenmassa be
woog zich In bonte mengeling voort onder
de dubtbele rij kostanjeboomen der Boule
vard langs het Vierwalclstatter Meer. Men
zag er stoere Amerikanen met hun puntig
schoeisel oiweffschiillig voortschrijden langs
elegante Mem© Francaases, Bngelsche mis
ses in hun tweede lente, hoog en der opge
schoten met water ügblauwe Leger des Heils
oogen en vogelig.ezichtjes, gerimpeld als
een overjarige aardappel stapten met hun
feelijke ooievaans'beenen voorbij aan Pool-
sche en Roemeensthe bakvisschen wier
Kveekterig dubbele vlechten sterk afstaken
hij het «glad met een wrong achterover ge
kamde hoarder Zwatisersche vrouwen en het
coquette kapsel der Fran^aises. Levendige
olijfkleurige Italianen, flegmatieke stijve
•HoMande-rs, Russen, Serviërs, Duitsche
WandervÖgel, Zwttsecsch bergvolk met de
ipuntstok in de Ivand en het bekende veertje
óp den hoed, ottes krioelt hier dooreen.
Duidelijk steekt de vrije tred der Ameri
kaansohe vrouw af 'bij het graci'euse trippe
len der Francaise en het bedachtzaam
-voortstappen der Zwitserse he vrouw. Het is
ieen cosnuotpolitiscihe hutspot zooals men ze
binnen de gremzen van dit land alleen nog
naar aantreft in Sanct-Moritz en Davos-
En al deze mensöhen hebben heden maar
een doelhet meemaken van het Zwitser-
'sche bondsfeest. De Zwitsers vieren dit Na
tionale feest nu al menig jaar. Het is 'al
«larug geleden sindis in 1291 de eedgenoo-
ten op den Rütli elkander trouw zwoeren
tegen den overweldiger en Uri, Schwyz en
•Unterlaiken 'het voorbeeld gaven aan de ne
.gentien andere Koovtons, die later toetra
den. Sindsdien 'heef; het Zwitsersche volk
•nog menigen kamp om zijn vrijheid moeten
.uitvechten, maar de eenheid bleef bewaard.
Toen in 1914 de wereldoorlog uitbrak,
Spheeni h'et een oo'geivblik ak of de goede
'.verstandhouding blijvend verstoord zou
worden. De Duitsche Ka.ntons met Bern en
Zurich aan de «pils en de Franisdhe waar
van Genève en Waadt wel in de eerste
plaats genoemd mogen word^p, trokken in
de pers hevig tegen elkander te velde. In
•de Gazette- de Lausanne en het Journal de
•Genève, verschenen heftige artikelen en
de Dirifcscfiie pers Weef bij monde van „Der
Bund1'' en die Züricher Zeitismg het ant
woord niet schuktög. Een tijdlaag scheen
«het zelfs dat «het groote verschil in sympa
thieën tot scheuring in de Republiek zou
leiden. Het 'biteei echter bij een intelleo
tueelen strijd. Den gevierden Zwitserschen
schrijver Gonl Spitteler komt naast anderen
de verdienste toe, beide partijen door zij-n
•verzoenende pen, waarbij hij zich op een
.echt Zwitsetnsch d. w. z. neutraal standpunt
plaatste, weer tot1 elkaar gebracht te heb
ben. Hetgeen de Entente-gezinde partij
•vooral maar niet verkroppen kon, was, dat
langs de Juiraketen drie sterke verdedi
gingslinies geplaatst waren, terwijl aan Duit
sche zijde aan den Noord-Oostgrens die
■strategisch veel zwaarder wa/s, sleohts een
geringe militaiire bezetting stond. Ook in
Frankrijk heeft <tit veel kwaad bloed gezet.
Mede door bemiddeling van den sedert af
getreden President Ador, is de derde ver
dedigingslinie aan de Jura toen opgehe
ven. Maar wie denkt op den huidlgen dag
nog aan at dece quaesties, terwijl heel Zwit
serland zich eendrachtig opmaakt om het
feest zijner onafhankelijkheid te vieren.
Hoor I Daar dreunt het eerste kanonschot
over de wateren vam het Vierwaldstatter-
meer tegelijk met de eerste der acht slagen
van den n'aburigen torenklok. Het spel is
begonnen I Een tweede schot volgt, donde
rend weerkaatst door de rollende echo's in
de bergen. En zoo gaat het voort, vreugde
schot op vreugdeschot wordt beurtelings
afgevuurd door een der beide kanonnen die
aan de overzijde van het meer bij het ge
bouw der Kunsten zijn geplaatst. Tot vier
enveertig malen achtereen dreunt het ka
non, elk schot is ter eere van een de» 44
half kantons. Intusschen is de menschen
massa op den Seequai zoodanig aange
groeid dat er bijna geen doorkomen meer
aan is. Honderden gondels doorkruisen het
meer dat er in de buurt der stad geheel
mee bedekt schijnt. Duizende lampions
zweven boven de blauwe golven, hun rus-
tig-inticm gedempt licht trilt na in de rim
pelingen van het heldere water.
Half negen. Een electrische vonk door
siddert de aan het meer gelegen wijken deï
st-ad en ontsteekt er millioenen lichten. De
hooge luchters der Seebrücke, de Kappel-
brücke, het monumentaal gebouwde post
kantoor, de talrijke karakteristieke puntge-
vels van het gebouw der Kunsten en de
groote hotelpaleizen zijn opslag geillumi-
neerd. Prachtig komen de lichtende omtrek
ken van den koepel van het stationspaleis
uit tegen den donkeren achtergrond van
den Pilatus, op wiens top feestlichten zijn
.ontstoken. Het meer weerkaatst de milli
oenen lichten en phosphoresceert in alle
tinten van het zachtste hemelblauw tot het
donkerste marindttauw. Als een vuurzuil
rijst de eveneens geïllumineerde waterto
ren er uit op. Op eenmaal beginnen over
de geheele stad de klokken te luiden. Ge
dragen en versterkt door de echo's in de
bergen vermengt zich de zivare diepe
galm van de Kathedraalsklok met den hoo-
gen bimbam van de klok der Franciskaner-
kerk en het heldere beieren van de klokken
der Petrus- en Pauluskerken. Men denkt
aan den aanvang van Genesis „en Gods
stem sprak over de wateren." Het is een
overweldigend onvergetelijk oogenblik
Nu is het feest in vollen gang. Het ste-
delijk muziekorkest zet in, lichtraketten
vliegen bóven het meer. Met vliegenden
vaandel en slaande trom trekt een troep
Zwitsersohe ponteniers met matrozenkra
gen door de straten, tjokvolle feeslauto's
met groen en bloemen versierd verhoogen
nog de stemming. Vam het gebouw der
Zwitsersche Bond-sspoorv. egen wapperen de
banieren. Op de helllnig van den P-ila-tus
schittert, in vurige lijnen het- bondskruis
Al donkerder, en donkerder teekenen cle
bergen zich tegen den avondhemel af, al
dieper en dieper wordt de blauwe tint van
het meer. Van de gondels ziet men alleen
nog maar de duizende lichten. Daar ver
schijnt uit een donkere wolk boven de Rigi
de lichtende z LI vei en schijf der vatte maan
en overstraalt de feestende staid met haar
zachten schijn. Stil en eenzaam liggen daar
in een kring de donkere bergen om het
droomend-e meer, trouwe wachters voor de
vrijheid van het fe'estendie volk. In de verte
blinken de gletschers der Uri-Rotsstock. Het
is een verukkelijke droom een sprookje uit
de Duizend en eén Nacht
Plotseling maakt het halfduisterop de
Boulevard plaats voor 'het*helderste licht.
Een rossige gloed verspreidt zich ver in het
rond. Het lijkt alsof een deel der stad in
brand staat. In de omgeving van het Schwei-
zerhof heeft men Bengaalsche brandfakkels
ontstoken. De statige majestueuze palmen
die wegdroomden in den schemer van den
intienten hoteltuin, weten niet wat hum over
komt, staan daar als verrast. De tijd snelt
voort. De muziek zwijgt. Nog eenmaal be
ginnen de klokken te luiden. Dan is het
feest voorbij. Een voor een glijden de lich
ten der gondels terug in de richting van de
slad. Eenzaam tvorclt het op hel meer.
Maar zijn oeveis over het breede asphalt
van den Seequai beweegt zich nog lang* een
vroolijke opgewekte mensohenstroom voort.
Velen ook ziet men geleund tegen dc
borstwering die het meer omgeeft, den
blik naar de bergen gericht, verzonken in
AMERSFOORT - B. Wuijtierslaan. - Telef. 158.
Hoofdagent uur voor Nederland vim do
SUB-AGENYSCHAP:
Alle maten auto- en moterbanden, alsmede groote
sorteerang Accessoires, voorradig.
■»w<-xry,wM. J- -y~
Kapitaal en Fteserves t Ï8.63r3.<~>00
OPGERICHT 1836.
bewondering voor de heerlijke natuur, fol
het ook op den Boulevo/cl langzaam stiller
begint te woorden en de menschen hun
nachtkwartier opzoeken of in een der vele
Musrkgarten nog wat nagenieten onder de
vroolijke toonen van een strijkje. En ook
uw correspondent begeeft zich ter kooi. En
hij bepeinst, hoezeer dit nationale feest van
licht, muziek en natuurschoonheid verschilt
van het tooneel clat de Hol lands Che hoofd
stad op Koninginó'edajg te aanschouwen
geeft. Hier in Lucern geen razen en tieren,
geen liederlijke dronkenmansjool. Het ras
der opgeschoten kattekwaad'bedrijvendc
kwajongens kent men hier niet. Ernstig en
stemming staan de menschen van alle leef
tijd in vroolijk opgewekt gesprek bijeen.
Rustig bewegen ze zich voort. Er heersoht
orde, absolute orde. Méér. Er is stemming.
Er is wiicttpig. Wijding vanaf hot moment
dat het eerste kanorvsohot over de wateren
dreunt tot het óogenblilc dat de laatste
klokkeogalm hoog -in de reine avondlucht
versterft.
Zóó viert de Zwitser iéder jaar zijn natio
nale feest op den eersten vam Augustus,
zijn Vaderland ter eere. Ons Hollanders ter
navolging!
O. F. FöLKEL.
Oost-lndie.
Het oilxddersconflicl in dc suikerindustrie.
Bij den Bond van Eigenaren van Suikerfabrie
ken in Ned. Indië is een telegram ontvangen
van ongeveer gelijken inhoud, als reeds ver
meld.
In welingelichte kringen acht men den toe
stand niet ernstig verontrustend, hoewel het
moeilijk is, op het oogenblik den juistcn om
vang van het conflict t-e be oor doelen, waarom
een definitief oordeel moet worden opgeschort.
Wel mag v.orden aangenomen, dut men in
Indië tot een vredelievende oplossing zal gera
ken, zoodat het afmalen der fabrieken met Sep
tember, half October, zonder stoornis zal kun
nen plaats hebben, daar de hoofdzaak loonei-
schcn betreft. De suikerindustrie bevindt zich,
door den hiridigen conjunctuur, in een deTgelij-
ken toestand en de suikerprijzen zijn zoo loo-
nend, dat aan redelijke looneischen zeker zal
62 KANTOREN.
kunnen en ook .worden tegemoet gekomen. Bo
vendien volt uit hier te lunde ontvangen tele
grammen niet op te maken of de P. F. B. -n
ultimatum heeft gesteld, waarbinnen zij ant
woord verwacht, op het verzoek, tot bespreking
der eischcn, of wel voordien de inwilliging dei
cis oho n zelf. Men is eer geneigd tot de eerste
mecning over te hellen.
Als zeker mag worden aangenomen, dat, wan
neer inderdaad dc~-politiekc leiders het er op
zoud n wagen een conflict uit te lokken, dat
geen 1000 arbeiders van de 72.000, welke wor
den genoemd, uit werkelijke overtuiging* aan
den oproep tot staking gevolg zouden geven,
waarbij nog komt de hoogst belangrijke fac
tor, dut de persoonlijke invloed, welke de ad
ministrateurs op de arbeiders uitoefenen, op tal
van ondernemingen van veel grooteren invloed
zul blijken te zijn, don die der politiekcn leiders.
In elk geval is men hot er over eens, dut het
hoogst onwaarschijnlijk is, dat bij een conflict
het op alle fabrieken tot staking zal kernen.
Bovendien verwacht mènv veel van den in
vloed van he.t Europcesohe personeel, wiens be
langen, zooais men weet, ten nauwste herbon
den zijn bij een gunsligen afioóp der campagne
Een telegrom van den Indischcn corres
pondent van het Hbld. meldt Het personeel
den Fabrieksbond stelde een ultimatum omtrent
de looneischen aan het syndicaat met een tijd
limiet ven acht dagèn. Bij niet-inwilliging der
eischen zullen 72.000 inlandsche werknemers,
georganiseerd in de communistische Vakcen
trale, den arbeid neerleggen.
Merken vor niet volvette
j k a a s. De minister van landbouw, nijver-
heid en handel heeft, met intrekking van
de rninisterieele beschikkingen van 22 April
1918, gewijzigd bij beschikking von 1 Oc
tober 1919, opnieuw vastgesteld een drie
tal merken voor niet-volvette kaas (kaas
bereid uit minder of meer afgeroomde koe
melk), bestaande uit een met zwarten inkt
op een doorzichtig plaatje kaasstof aange
brachte aanduiding van het vetgehalte in
de droge stof der kaas, onderscheidenlijk
40 plus, 30 plus of 20 plus, terwijl als
randschrift in hoofdletters zijn geplaatst de
woorden Neclerlandsche Keascontrole on
der Rijkstoezicht; zulks met eenige bijzon
dere bepalingen.
SJc veepeM.
Naai* aanleiding van het voorkomen dei
veepest in België schrijft de Rijksvecarts Tg1
A. L. Beel in de Maasbode o.m.ff
De benamingen dezer ziekte zijn, evenals
't gaat met alle veel slachtoffers cischendo
veeziekten, zeer uiteenloopend temeer om
dat het ziektebeeld zeer dikwijls wisselval
lig, uiteenloopend is. In ons land sprak men
destijds van veepest, runderpestniet zel
den wordt evenwel runderpest en de be
smettelijke longziekte verward zulks omdat
zich de regcering de bestrijding van beido
ziekte aantrok.
In andere l inden bracht men de ziekte*
benaming meer in overeenstemming met de
verschijnselen, zooals deze bij de ziekte op
treden, in al hun vormen. Zoo sprak men
ö.q. vc-n besmettelijke, maagziekte, omdat
het maagslijmvlies plaatselijk loslaat, lever,
gal ziekte, rundvee doorloop enz. De Frun-
schen spreken van „Typhus contagieux des
bc'ies a Cornesen ..Peste bovine". De Bn-
ge-lschen van cattle plaguede Italianen'
van Peste bovilla, terwijl de wetenschap
pelijke naam is Pestis bovina Typhus
bourn cont 'giosus.
Prof. dr. Szöll l schrijft de ziekte en haar
i verschijnselen torloops als volgt: De run
derpest vormt een acute, met koorts verlob*
pende, besmettelijke ziekte, die bij voor
keur eigen is aan hei rundveeevenwel ooV
geiten, schapen en andere herkauwers zijn
er gevoelig voor.
Alleen door besmetting worden de dieren
ziek, een besmetting die slechts éénmaal
vat heeft op de dieren gedurende heel hun
leven.
I let wederzijdsch grens-, personen- en vee
verkeer speelt een groote rol. Daarin ligt
een leerrijke vingerwijzing voor maatrege*
len in onzen tijd.
Nu blijft het altijd moeilijk de juiste grens
der besmetting te volgen, omdat de eerste
gevallen den deskundigen, meestal geheim
wórden gehouden.
Een verk ©rd begrip van het groote be*
lang, de juisra besmettingsbron te kennen,
en vrees om met de autoriteiten in aanra
king te komen, nopen niet zelden tot ge
heimhouding.
Vergeten? Men schrijft aan
d Msb.
Er is bijna geen enkel openbaar bestuur
meer, dat niet z t naar versterking vnn
middelen, zooals leniging van den geldnood
wordt genoemd in anVbtelijken stijl.
Alle soorten van belasting hebben dani
ook «een 'beert gehad en zijn aanmerkelijk
verhoogd.
Alle rijks-, provinciale en gemeentelijke
tarieven zijn „herzier. en zóó herzien,
dat het den belastingbetalers groen en geel
voor de oogen geworden is.
Slechts één soort van contribuanten
lot de gelómiddielen der openbare 'besturen
is bevrijd gebleven"van'zul'k^een verrassing.
En dat is de categorie, die niet tot da
gemakkelijkste deelen cler burgerij behoort,
namelijk die der boetebetolers.
De bedragen der boeten worden nog al
toos bepaald volgens een tarief, dat niet be
rekend s op dezen tijd.
Dit geldt voor het Rijk, bet geldt ook voor
provincies en gemeenten, die alle gebonden
zijn aan de desbetreffende bepalingen der
Rijkswetten.
Een regeering kan niet aan alles denken,
maar zonder staatscommissie zou wel een
van haar ambtenaren kunnen worden belast
met de taak om een heel eenvoudig wetje
te ontwerpen.
Dit zou kunnen bestaan uit één artikel'i
„De bedragen, tot welker (betaJing wegens
boete de rechterlijke mocht iemand veroor-
aeelen kan volgens de bestaande wetten»
verordeningen en reglementen, wórd-en in
gaande 1 December 1920. verdubbeld
Voor staat, provincies en1 gemeenten zou
dit wel een post van eenige beteekenis kun
nen wezen.
En ce overtreders van wetten mogen
even goed als de belastingbetafers gevoe
len, dat de tilden veranderd zijn!
ker,
Nietsdoen is vermoeiend voor den wer-
door
A. J. DAWSON.
Met autorisatie vertaald door
Mevr. I. P. WesselinkVan Rossum.
10
„Tn orde, mijru maat," gaf het zachte ge
heim van Finn te kennen. „Ik weet het, ik
weet het, ik zal heel voorzichtig zijn."
En het antwoord van Desdemona kwam,
toen het zware lichaam van Finn den mgang
versperde. Dezen keer lag er in haar slem
een voor haar geheel nieuwe klank. Zij be
greep nu dat Finn alles wist, clat zij nu niet
geroepen werd om datgene, wat zij in het
hol koesterde, tegen onmiddellijk gevaar te
beschermen. Rust en dankbaarheid klonk
nu uit Desdemona's stem; maar toen Finn
binnen kwam, was er meer.
„O, wees als het je belieft heel voorzich
tig Heel voorzichtig,' zei naar kreunende
stem, toen zij met haar vochtige oogen, met
hun roode gezwollen oogleden, naar Finn
opkeek. Het zou hard voor Desdemona zijn
geweest, indien ze nu genoodzaakt zou zijn
de verdediging op zich te nemen, want Finn
vond de mooie teef geheel uitgeput. Maar,
zooals hij ook wel wist, zou de mensch of
het dier tegen wie Lady Desdemona zich
had genoodzaakt gezien zich en haar jon
gen te verdedigen, het hard te verantwoor
den hebben gehad. Maar hoe zwak en uit
geput zij ook blijkbaar was, toch sprak de
moederliefde uit haar vochtige oogen en
als nood haar riep, zou die haar gevonden
hebben als een levende vlam van onver
schrokkenheid; als een vrees el ijke kracht
in den strijd.
„In orde, in orde, beweeg je niet, mijn
maal," zeide het zachte gekreun van Finn.
En toen ging hij het hol binnen, en keek
neer op het wonder, dat sde nacht had ge
wrocht. Vijf zacht glanzende zijden van
kleine hondjes lagen op een rij binnen het
met zorg gebogen lichaam van Lady Desde
mona. Zij waren nog nieuwelingen in de
wereld, ternauwernood een paar uren oud;
zij waren blind en hulpeloos, evenals op het
HOF 20
strand geworpen kwallen. Maar zij namen
ondanks dat, gretig hun fcntbijt; en terwijl
Finn van zijn drie voet hoogte op hen neer
zag, ging hun moeder voort hun dikke
lichaampjes voor den twintigsten keer dien
morgen te wasschen en te verzorgen, waar
mee ze nu en dan ophield om haar maat
tiotsch aan te kijken, als wilde zij zeggen:
„Zie eens, wat ik je heb gegeven. Nu be
grijp je het. Deze, mijn echtgenoot, zijn
prinsen van jouw en mijn koninklijk bloed."
j Noch zij, noch Finn konden natuurlijk be-
grijpen, waarom deze kinderen van hun vèr-
eenigjng van hun „jammerlijke mesaWF
ance", zooals de hondenliefhebbers zouden
*srr<ten de eerste in hun soort waren,
die de wereld ooit had gezien: het kroost
van een Ierschen kampioenwolfshond en
een dochter van het lange geslachten van
kampioen-bloedhonden- Maar voor Desde
mona was het duidelijk genoeg, dat er een
wonder eenig in de geschiedenis was
gebeurd; en wat Finn betrof: hij keek, en-
keek, en in het diepst van zijn hart had hij
nog meer medelijden met het groepje aan
zijn voeten dan den vorigen avond met
Desdemona, zijn maat.
Hier was stellig voedsel voor bewonde
ring en-verbazing. Twee honden hadden el
kaar den vorigen avond huiten dit eenza
me hol ontmoet, en nu waren er zeven. De
pasgeboren waren op één nu allen zwart en
goudbruin van kleur, even als hun moeder;
maar hun korte haartjes waren merkbaar
verschillend van de hare, in weefsel. De
„uitzondering" was zwart wat zijn rug en
kop betreft, maar overigens grauwzwart,
een kieurmengeling, zooals men soms ziet
bij otterhonden. En Finn merkte op, dat
deze „uitzondering" iets grooter. was dan
zijn v?ei zusters ^ri ©rc-ers (Twee waren
broers eji *"'èe z.'rstcrs: ':et zwart-en-grijze
kereltje was cok een moer).
Finn likte zachtjes den ror.den rug van
een. der hondjes. Een oogenblik tevoren was
de tong van Desdemona over dotzelfde
dikke ruggetje gegaan. Toch kreunde de
kleine, blinde eigenaar ervan dadelijk kla
gend bij de heel zachte aanraking van
Finn's tong.
„Wees heel voorzichtig!" kermde de
moeder.
Daarop wendde Finn zich naar het sterke
kleintje het zwarl-en-grijze en likte
het voorzichtig. Dit stevige kereltje kreunde
volstrekt niet. Integendeel: hij rolde ziclï
om op zijn ronde ruggetje, en bood zijrt
eveneens rond grijs^ buikje aan voor de*
zelfde behandeling. Dus likte Finn zijn'
groofsten zoon ernstig over zijn geheele'
lichaampje op de door de: moeder goedge
keurde manier, terwijl Desdemona toekeek
mei een vreemd gemengde uitdrukking in!
haar pijnlijk vertrokken oogen. Die gemengi
de uitdrukking bestond uit trots en jaloe*
zie, goedkeuring en bezorgdheid, moeder*
schap en huwelijkstrouw c-en heel merk
waardige, kleine studie in uitdrukkingen.
En toen beurde er iet$ vreemds, ja, iet*
aandoenlijks. Terwijl de bloedhond-moecler
zich alle moeite gaf om haar kleintjes, die
pas hun buikjes vol hadden, niet te storen,'
stond ze langzaam, voorzichtig, en met veel
moeite op, verhief haar lichaam van derf
grond, en bleef een oogenblik bevend
s.aan. Daarop raakte ze Finn met haar neusf
aan eh duwde hem zacht, maar snel en ze
nuwachtig,. uit de opening van het hoL
Toen zei de smeekbede uit haar vochtige!
oogen niet minder dan het beieekenisvolle
kreunrje, clat haar ontsnapte, duidelijk:
„Ga niet naar binnen! Blijf hier op de
wacht staan!"
En met een sprong rende Desdemona de
helling af om gehoor te geven aon een ge*
biedenden, natuurlijken oproep. Eenige
seconden later stond zij gretig en snel aarf
het meertje te drinken. Maar, ondanks haaf.
haast en haar uitgedroogde keel, zorgde def
moederteef er voor haar vel niet nat te ma*
ken, omdat dit het bed van de kleine hond*
jes zou linnen verkillen. Ze keerde snel
terug, en vond Finn onbewegelijk nawt def
opening van bet hol staan als een geduchttjf
scbaldwacht. -
(Wordt vervolgd).