Oil!- 5AYERS-SIX- SINGER Gelderschs Oretlielvereeniglng AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Vern'cfjï alle j binnenland FEUILLETON. Jan, de zoon van Finn, TWEEDE BLAD. Brimn uit Zwitserland. Fa. KLAAS BAVING (Joh. Schut). AUTOMOBIELEN. BERLIET AUTOMOBIELEN en READING STANDARD motoren ARNHEM. KOLONIËN uw Schoenwerk Grootendorst We Jaargang No. 39 ^anraag 14 Aug. 1920. r Lucern, 2 Augustus. Geachte Redactie. Vandaag is uw coirespondent op zijn MtddettBuropeceche jondtour met zijn neus lijp de bKriei gevailen. Gisteren nog bij ijwaar orvwee* den Pilatus afdalend beeft hij &©deri In deze vertrukkelijk-e stad het Zwit- 'ïerach'e bon<Mee»st Jn al zijn luister meege vierd. lp' de niaiïiMdaguren begon het al. Een dichte cosmopotitische menschenmassa be woog zich In bonte mengeling voort onder de dubtbele rij kostanjeboomen der Boule vard langs het Vierwalclstatter Meer. Men zag er stoere Amerikanen met hun puntig schoeisel oiweffschiillig voortschrijden langs elegante Mem© Francaases, Bngelsche mis ses in hun tweede lente, hoog en der opge schoten met water ügblauwe Leger des Heils oogen en vogelig.ezichtjes, gerimpeld als een overjarige aardappel stapten met hun feelijke ooievaans'beenen voorbij aan Pool- sche en Roemeensthe bakvisschen wier Kveekterig dubbele vlechten sterk afstaken hij het «glad met een wrong achterover ge kamde hoarder Zwatisersche vrouwen en het coquette kapsel der Fran^aises. Levendige olijfkleurige Italianen, flegmatieke stijve •HoMande-rs, Russen, Serviërs, Duitsche WandervÖgel, Zwttsecsch bergvolk met de ipuntstok in de Ivand en het bekende veertje óp den hoed, ottes krioelt hier dooreen. Duidelijk steekt de vrije tred der Ameri kaansohe vrouw af 'bij het graci'euse trippe len der Francaise en het bedachtzaam -voortstappen der Zwitserse he vrouw. Het is ieen cosnuotpolitiscihe hutspot zooals men ze binnen de gremzen van dit land alleen nog naar aantreft in Sanct-Moritz en Davos- En al deze mensöhen hebben heden maar een doelhet meemaken van het Zwitser- 'sche bondsfeest. De Zwitsers vieren dit Na tionale feest nu al menig jaar. Het is 'al «larug geleden sindis in 1291 de eedgenoo- ten op den Rütli elkander trouw zwoeren tegen den overweldiger en Uri, Schwyz en •Unterlaiken 'het voorbeeld gaven aan de ne .gentien andere Koovtons, die later toetra den. Sindsdien 'heef; het Zwitsersche volk •nog menigen kamp om zijn vrijheid moeten .uitvechten, maar de eenheid bleef bewaard. Toen in 1914 de wereldoorlog uitbrak, Spheeni h'et een oo'geivblik ak of de goede '.verstandhouding blijvend verstoord zou worden. De Duitsche Ka.ntons met Bern en Zurich aan de «pils en de Franisdhe waar van Genève en Waadt wel in de eerste plaats genoemd mogen word^p, trokken in de pers hevig tegen elkander te velde. In •de Gazette- de Lausanne en het Journal de •Genève, verschenen heftige artikelen en de Dirifcscfiie pers Weef bij monde van „Der Bund1'' en die Züricher Zeitismg het ant woord niet schuktög. Een tijdlaag scheen «het zelfs dat «het groote verschil in sympa thieën tot scheuring in de Republiek zou leiden. Het 'biteei echter bij een intelleo tueelen strijd. Den gevierden Zwitserschen schrijver Gonl Spitteler komt naast anderen de verdienste toe, beide partijen door zij-n •verzoenende pen, waarbij hij zich op een .echt Zwitsetnsch d. w. z. neutraal standpunt plaatste, weer tot1 elkaar gebracht te heb ben. Hetgeen de Entente-gezinde partij •vooral maar niet verkroppen kon, was, dat langs de Juiraketen drie sterke verdedi gingslinies geplaatst waren, terwijl aan Duit sche zijde aan den Noord-Oostgrens die ■strategisch veel zwaarder wa/s, sleohts een geringe militaiire bezetting stond. Ook in Frankrijk heeft <tit veel kwaad bloed gezet. Mede door bemiddeling van den sedert af getreden President Ador, is de derde ver dedigingslinie aan de Jura toen opgehe ven. Maar wie denkt op den huidlgen dag nog aan at dece quaesties, terwijl heel Zwit serland zich eendrachtig opmaakt om het feest zijner onafhankelijkheid te vieren. Hoor I Daar dreunt het eerste kanonschot over de wateren vam het Vierwaldstatter- meer tegelijk met de eerste der acht slagen van den n'aburigen torenklok. Het spel is begonnen I Een tweede schot volgt, donde rend weerkaatst door de rollende echo's in de bergen. En zoo gaat het voort, vreugde schot op vreugdeschot wordt beurtelings afgevuurd door een der beide kanonnen die aan de overzijde van het meer bij het ge bouw der Kunsten zijn geplaatst. Tot vier enveertig malen achtereen dreunt het ka non, elk schot is ter eere van een de» 44 half kantons. Intusschen is de menschen massa op den Seequai zoodanig aange groeid dat er bijna geen doorkomen meer aan is. Honderden gondels doorkruisen het meer dat er in de buurt der stad geheel mee bedekt schijnt. Duizende lampions zweven boven de blauwe golven, hun rus- tig-inticm gedempt licht trilt na in de rim pelingen van het heldere water. Half negen. Een electrische vonk door siddert de aan het meer gelegen wijken deï st-ad en ontsteekt er millioenen lichten. De hooge luchters der Seebrücke, de Kappel- brücke, het monumentaal gebouwde post kantoor, de talrijke karakteristieke puntge- vels van het gebouw der Kunsten en de groote hotelpaleizen zijn opslag geillumi- neerd. Prachtig komen de lichtende omtrek ken van den koepel van het stationspaleis uit tegen den donkeren achtergrond van den Pilatus, op wiens top feestlichten zijn .ontstoken. Het meer weerkaatst de milli oenen lichten en phosphoresceert in alle tinten van het zachtste hemelblauw tot het donkerste marindttauw. Als een vuurzuil rijst de eveneens geïllumineerde waterto ren er uit op. Op eenmaal beginnen over de geheele stad de klokken te luiden. Ge dragen en versterkt door de echo's in de bergen vermengt zich de zivare diepe galm van de Kathedraalsklok met den hoo- gen bimbam van de klok der Franciskaner- kerk en het heldere beieren van de klokken der Petrus- en Pauluskerken. Men denkt aan den aanvang van Genesis „en Gods stem sprak over de wateren." Het is een overweldigend onvergetelijk oogenblik Nu is het feest in vollen gang. Het ste- delijk muziekorkest zet in, lichtraketten vliegen bóven het meer. Met vliegenden vaandel en slaande trom trekt een troep Zwitsersohe ponteniers met matrozenkra gen door de straten, tjokvolle feeslauto's met groen en bloemen versierd verhoogen nog de stemming. Vam het gebouw der Zwitsersche Bond-sspoorv. egen wapperen de banieren. Op de helllnig van den P-ila-tus schittert, in vurige lijnen het- bondskruis Al donkerder, en donkerder teekenen cle bergen zich tegen den avondhemel af, al dieper en dieper wordt de blauwe tint van het meer. Van de gondels ziet men alleen nog maar de duizende lichten. Daar ver schijnt uit een donkere wolk boven de Rigi de lichtende z LI vei en schijf der vatte maan en overstraalt de feestende staid met haar zachten schijn. Stil en eenzaam liggen daar in een kring de donkere bergen om het droomend-e meer, trouwe wachters voor de vrijheid van het fe'estendie volk. In de verte blinken de gletschers der Uri-Rotsstock. Het is een verukkelijke droom een sprookje uit de Duizend en eén Nacht Plotseling maakt het halfduisterop de Boulevard plaats voor 'het*helderste licht. Een rossige gloed verspreidt zich ver in het rond. Het lijkt alsof een deel der stad in brand staat. In de omgeving van het Schwei- zerhof heeft men Bengaalsche brandfakkels ontstoken. De statige majestueuze palmen die wegdroomden in den schemer van den intienten hoteltuin, weten niet wat hum over komt, staan daar als verrast. De tijd snelt voort. De muziek zwijgt. Nog eenmaal be ginnen de klokken te luiden. Dan is het feest voorbij. Een voor een glijden de lich ten der gondels terug in de richting van de slad. Eenzaam tvorclt het op hel meer. Maar zijn oeveis over het breede asphalt van den Seequai beweegt zich nog lang* een vroolijke opgewekte mensohenstroom voort. Velen ook ziet men geleund tegen dc borstwering die het meer omgeeft, den blik naar de bergen gericht, verzonken in AMERSFOORT - B. Wuijtierslaan. - Telef. 158. Hoofdagent uur voor Nederland vim do SUB-AGENYSCHAP: Alle maten auto- en moterbanden, alsmede groote sorteerang Accessoires, voorradig. ■»w<-xry,wM. J- -y~ Kapitaal en Fteserves t Ï8.63r3.<~>00 OPGERICHT 1836. bewondering voor de heerlijke natuur, fol het ook op den Boulevo/cl langzaam stiller begint te woorden en de menschen hun nachtkwartier opzoeken of in een der vele Musrkgarten nog wat nagenieten onder de vroolijke toonen van een strijkje. En ook uw correspondent begeeft zich ter kooi. En hij bepeinst, hoezeer dit nationale feest van licht, muziek en natuurschoonheid verschilt van het tooneel clat de Hol lands Che hoofd stad op Koninginó'edajg te aanschouwen geeft. Hier in Lucern geen razen en tieren, geen liederlijke dronkenmansjool. Het ras der opgeschoten kattekwaad'bedrijvendc kwajongens kent men hier niet. Ernstig en stemming staan de menschen van alle leef tijd in vroolijk opgewekt gesprek bijeen. Rustig bewegen ze zich voort. Er heersoht orde, absolute orde. Méér. Er is stemming. Er is wiicttpig. Wijding vanaf hot moment dat het eerste kanorvsohot over de wateren dreunt tot het óogenblilc dat de laatste klokkeogalm hoog -in de reine avondlucht versterft. Zóó viert de Zwitser iéder jaar zijn natio nale feest op den eersten vam Augustus, zijn Vaderland ter eere. Ons Hollanders ter navolging! O. F. FöLKEL. Oost-lndie. Het oilxddersconflicl in dc suikerindustrie. Bij den Bond van Eigenaren van Suikerfabrie ken in Ned. Indië is een telegram ontvangen van ongeveer gelijken inhoud, als reeds ver meld. In welingelichte kringen acht men den toe stand niet ernstig verontrustend, hoewel het moeilijk is, op het oogenblik den juistcn om vang van het conflict t-e be oor doelen, waarom een definitief oordeel moet worden opgeschort. Wel mag v.orden aangenomen, dut men in Indië tot een vredelievende oplossing zal gera ken, zoodat het afmalen der fabrieken met Sep tember, half October, zonder stoornis zal kun nen plaats hebben, daar de hoofdzaak loonei- schcn betreft. De suikerindustrie bevindt zich, door den hiridigen conjunctuur, in een deTgelij- ken toestand en de suikerprijzen zijn zoo loo- nend, dat aan redelijke looneischen zeker zal 62 KANTOREN. kunnen en ook .worden tegemoet gekomen. Bo vendien volt uit hier te lunde ontvangen tele grammen niet op te maken of de P. F. B. -n ultimatum heeft gesteld, waarbinnen zij ant woord verwacht, op het verzoek, tot bespreking der eischcn, of wel voordien de inwilliging dei cis oho n zelf. Men is eer geneigd tot de eerste mecning over te hellen. Als zeker mag worden aangenomen, dat, wan neer inderdaad dc~-politiekc leiders het er op zoud n wagen een conflict uit te lokken, dat geen 1000 arbeiders van de 72.000, welke wor den genoemd, uit werkelijke overtuiging* aan den oproep tot staking gevolg zouden geven, waarbij nog komt de hoogst belangrijke fac tor, dut de persoonlijke invloed, welke de ad ministrateurs op de arbeiders uitoefenen, op tal van ondernemingen van veel grooteren invloed zul blijken te zijn, don die der politiekcn leiders. In elk geval is men hot er over eens, dut het hoogst onwaarschijnlijk is, dat bij een conflict het op alle fabrieken tot staking zal kernen. Bovendien verwacht mènv veel van den in vloed van he.t Europcesohe personeel, wiens be langen, zooais men weet, ten nauwste herbon den zijn bij een gunsligen afioóp der campagne Een telegrom van den Indischcn corres pondent van het Hbld. meldt Het personeel den Fabrieksbond stelde een ultimatum omtrent de looneischen aan het syndicaat met een tijd limiet ven acht dagèn. Bij niet-inwilliging der eischen zullen 72.000 inlandsche werknemers, georganiseerd in de communistische Vakcen trale, den arbeid neerleggen. Merken vor niet volvette j k a a s. De minister van landbouw, nijver- heid en handel heeft, met intrekking van de rninisterieele beschikkingen van 22 April 1918, gewijzigd bij beschikking von 1 Oc tober 1919, opnieuw vastgesteld een drie tal merken voor niet-volvette kaas (kaas bereid uit minder of meer afgeroomde koe melk), bestaande uit een met zwarten inkt op een doorzichtig plaatje kaasstof aange brachte aanduiding van het vetgehalte in de droge stof der kaas, onderscheidenlijk 40 plus, 30 plus of 20 plus, terwijl als randschrift in hoofdletters zijn geplaatst de woorden Neclerlandsche Keascontrole on der Rijkstoezicht; zulks met eenige bijzon dere bepalingen. SJc veepeM. Naai* aanleiding van het voorkomen dei veepest in België schrijft de Rijksvecarts Tg1 A. L. Beel in de Maasbode o.m.ff De benamingen dezer ziekte zijn, evenals 't gaat met alle veel slachtoffers cischendo veeziekten, zeer uiteenloopend temeer om dat het ziektebeeld zeer dikwijls wisselval lig, uiteenloopend is. In ons land sprak men destijds van veepest, runderpestniet zel den wordt evenwel runderpest en de be smettelijke longziekte verward zulks omdat zich de regcering de bestrijding van beido ziekte aantrok. In andere l inden bracht men de ziekte* benaming meer in overeenstemming met de verschijnselen, zooals deze bij de ziekte op treden, in al hun vormen. Zoo sprak men ö.q. vc-n besmettelijke, maagziekte, omdat het maagslijmvlies plaatselijk loslaat, lever, gal ziekte, rundvee doorloop enz. De Frun- schen spreken van „Typhus contagieux des bc'ies a Cornesen ..Peste bovine". De Bn- ge-lschen van cattle plaguede Italianen' van Peste bovilla, terwijl de wetenschap pelijke naam is Pestis bovina Typhus bourn cont 'giosus. Prof. dr. Szöll l schrijft de ziekte en haar i verschijnselen torloops als volgt: De run derpest vormt een acute, met koorts verlob* pende, besmettelijke ziekte, die bij voor keur eigen is aan hei rundveeevenwel ooV geiten, schapen en andere herkauwers zijn er gevoelig voor. Alleen door besmetting worden de dieren ziek, een besmetting die slechts éénmaal vat heeft op de dieren gedurende heel hun leven. I let wederzijdsch grens-, personen- en vee verkeer speelt een groote rol. Daarin ligt een leerrijke vingerwijzing voor maatrege* len in onzen tijd. Nu blijft het altijd moeilijk de juiste grens der besmetting te volgen, omdat de eerste gevallen den deskundigen, meestal geheim wórden gehouden. Een verk ©rd begrip van het groote be* lang, de juisra besmettingsbron te kennen, en vrees om met de autoriteiten in aanra king te komen, nopen niet zelden tot ge heimhouding. Vergeten? Men schrijft aan d Msb. Er is bijna geen enkel openbaar bestuur meer, dat niet z t naar versterking vnn middelen, zooals leniging van den geldnood wordt genoemd in anVbtelijken stijl. Alle soorten van belasting hebben dani ook «een 'beert gehad en zijn aanmerkelijk verhoogd. Alle rijks-, provinciale en gemeentelijke tarieven zijn „herzier. en zóó herzien, dat het den belastingbetalers groen en geel voor de oogen geworden is. Slechts één soort van contribuanten lot de gelómiddielen der openbare 'besturen is bevrijd gebleven"van'zul'k^een verrassing. En dat is de categorie, die niet tot da gemakkelijkste deelen cler burgerij behoort, namelijk die der boetebetolers. De bedragen der boeten worden nog al toos bepaald volgens een tarief, dat niet be rekend s op dezen tijd. Dit geldt voor het Rijk, bet geldt ook voor provincies en gemeenten, die alle gebonden zijn aan de desbetreffende bepalingen der Rijkswetten. Een regeering kan niet aan alles denken, maar zonder staatscommissie zou wel een van haar ambtenaren kunnen worden belast met de taak om een heel eenvoudig wetje te ontwerpen. Dit zou kunnen bestaan uit één artikel'i „De bedragen, tot welker (betaJing wegens boete de rechterlijke mocht iemand veroor- aeelen kan volgens de bestaande wetten» verordeningen en reglementen, wórd-en in gaande 1 December 1920. verdubbeld Voor staat, provincies en1 gemeenten zou dit wel een post van eenige beteekenis kun nen wezen. En ce overtreders van wetten mogen even goed als de belastingbetafers gevoe len, dat de tilden veranderd zijn! ker, Nietsdoen is vermoeiend voor den wer- door A. J. DAWSON. Met autorisatie vertaald door Mevr. I. P. WesselinkVan Rossum. 10 „Tn orde, mijru maat," gaf het zachte ge heim van Finn te kennen. „Ik weet het, ik weet het, ik zal heel voorzichtig zijn." En het antwoord van Desdemona kwam, toen het zware lichaam van Finn den mgang versperde. Dezen keer lag er in haar slem een voor haar geheel nieuwe klank. Zij be greep nu dat Finn alles wist, clat zij nu niet geroepen werd om datgene, wat zij in het hol koesterde, tegen onmiddellijk gevaar te beschermen. Rust en dankbaarheid klonk nu uit Desdemona's stem; maar toen Finn binnen kwam, was er meer. „O, wees als het je belieft heel voorzich tig Heel voorzichtig,' zei naar kreunende stem, toen zij met haar vochtige oogen, met hun roode gezwollen oogleden, naar Finn opkeek. Het zou hard voor Desdemona zijn geweest, indien ze nu genoodzaakt zou zijn de verdediging op zich te nemen, want Finn vond de mooie teef geheel uitgeput. Maar, zooals hij ook wel wist, zou de mensch of het dier tegen wie Lady Desdemona zich had genoodzaakt gezien zich en haar jon gen te verdedigen, het hard te verantwoor den hebben gehad. Maar hoe zwak en uit geput zij ook blijkbaar was, toch sprak de moederliefde uit haar vochtige oogen en als nood haar riep, zou die haar gevonden hebben als een levende vlam van onver schrokkenheid; als een vrees el ijke kracht in den strijd. „In orde, in orde, beweeg je niet, mijn maal," zeide het zachte gekreun van Finn. En toen ging hij het hol binnen, en keek neer op het wonder, dat sde nacht had ge wrocht. Vijf zacht glanzende zijden van kleine hondjes lagen op een rij binnen het met zorg gebogen lichaam van Lady Desde mona. Zij waren nog nieuwelingen in de wereld, ternauwernood een paar uren oud; zij waren blind en hulpeloos, evenals op het HOF 20 strand geworpen kwallen. Maar zij namen ondanks dat, gretig hun fcntbijt; en terwijl Finn van zijn drie voet hoogte op hen neer zag, ging hun moeder voort hun dikke lichaampjes voor den twintigsten keer dien morgen te wasschen en te verzorgen, waar mee ze nu en dan ophield om haar maat tiotsch aan te kijken, als wilde zij zeggen: „Zie eens, wat ik je heb gegeven. Nu be grijp je het. Deze, mijn echtgenoot, zijn prinsen van jouw en mijn koninklijk bloed." j Noch zij, noch Finn konden natuurlijk be- grijpen, waarom deze kinderen van hun vèr- eenigjng van hun „jammerlijke mesaWF ance", zooals de hondenliefhebbers zouden *srr<ten de eerste in hun soort waren, die de wereld ooit had gezien: het kroost van een Ierschen kampioenwolfshond en een dochter van het lange geslachten van kampioen-bloedhonden- Maar voor Desde mona was het duidelijk genoeg, dat er een wonder eenig in de geschiedenis was gebeurd; en wat Finn betrof: hij keek, en- keek, en in het diepst van zijn hart had hij nog meer medelijden met het groepje aan zijn voeten dan den vorigen avond met Desdemona, zijn maat. Hier was stellig voedsel voor bewonde ring en-verbazing. Twee honden hadden el kaar den vorigen avond huiten dit eenza me hol ontmoet, en nu waren er zeven. De pasgeboren waren op één nu allen zwart en goudbruin van kleur, even als hun moeder; maar hun korte haartjes waren merkbaar verschillend van de hare, in weefsel. De „uitzondering" was zwart wat zijn rug en kop betreft, maar overigens grauwzwart, een kieurmengeling, zooals men soms ziet bij otterhonden. En Finn merkte op, dat deze „uitzondering" iets grooter. was dan zijn v?ei zusters ^ri ©rc-ers (Twee waren broers eji *"'èe z.'rstcrs: ':et zwart-en-grijze kereltje was cok een moer). Finn likte zachtjes den ror.den rug van een. der hondjes. Een oogenblik tevoren was de tong van Desdemona over dotzelfde dikke ruggetje gegaan. Toch kreunde de kleine, blinde eigenaar ervan dadelijk kla gend bij de heel zachte aanraking van Finn's tong. „Wees heel voorzichtig!" kermde de moeder. Daarop wendde Finn zich naar het sterke kleintje het zwarl-en-grijze en likte het voorzichtig. Dit stevige kereltje kreunde volstrekt niet. Integendeel: hij rolde ziclï om op zijn ronde ruggetje, en bood zijrt eveneens rond grijs^ buikje aan voor de* zelfde behandeling. Dus likte Finn zijn' groofsten zoon ernstig over zijn geheele' lichaampje op de door de: moeder goedge keurde manier, terwijl Desdemona toekeek mei een vreemd gemengde uitdrukking in! haar pijnlijk vertrokken oogen. Die gemengi de uitdrukking bestond uit trots en jaloe* zie, goedkeuring en bezorgdheid, moeder* schap en huwelijkstrouw c-en heel merk waardige, kleine studie in uitdrukkingen. En toen beurde er iet$ vreemds, ja, iet* aandoenlijks. Terwijl de bloedhond-moecler zich alle moeite gaf om haar kleintjes, die pas hun buikjes vol hadden, niet te storen,' stond ze langzaam, voorzichtig, en met veel moeite op, verhief haar lichaam van derf grond, en bleef een oogenblik bevend s.aan. Daarop raakte ze Finn met haar neusf aan eh duwde hem zacht, maar snel en ze nuwachtig,. uit de opening van het hoL Toen zei de smeekbede uit haar vochtige! oogen niet minder dan het beieekenisvolle kreunrje, clat haar ontsnapte, duidelijk: „Ga niet naar binnen! Blijf hier op de wacht staan!" En met een sprong rende Desdemona de helling af om gehoor te geven aon een ge* biedenden, natuurlijken oproep. Eenige seconden later stond zij gretig en snel aarf het meertje te drinken. Maar, ondanks haaf. haast en haar uitgedroogde keel, zorgde def moederteef er voor haar vel niet nat te ma* ken, omdat dit het bed van de kleine hond* jes zou linnen verkillen. Ze keerde snel terug, en vond Finn onbewegelijk nawt def opening van bet hol staan als een geduchttjf scbaldwacht. - (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 5