Mede-Magazijn „DE VLIJT"
m der
feuilleton.
„DE EEMLANDER"
Jan, de zoon van Finn.
V9ë Jaargang Kt. 75
Op den goeden weg.
~BUITEN LAND.
L. J. LUYCX EN ZOON
ZIJDEN STOFFEN
GARNEERINGEN
Ér post f L60, per weck toet gratis vetrekenng
ongelukken) f 0.17s. altondcrlijke nummers
DIRECTEUR: J. VALKHOFF.
BUREAU:
ARNHEMSCHE POORTWAL.
TEL. INT 513.
Maandag 27 September 1020^1.
bewijsnummer, elke icqcl meer 0 25, dienstaanbc*
dingen en LicldAdigheids-adveitenticn voor de helft
der prijs Voor handel en bedrijf bestaan zeer
voordccligc bepalingen voor het advcrlecrcn- Kene
circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
.Niet long geleden hebben wij ons ver-
j&i^d 6yor de cvolutèe in de denkbeelden
fèh aanzien van de landsverdediging, die
frKJkbeor bezig te, zich te voltrekken. Wij
Sadden toen een gesprek met een eerzaam
Sburgor ven ons 1'aind, die 1'hoe ver ook
Verwijdend va|n rodioafósmevermoedelijk
'Stemt hij op d|e Vrijdi'berale carididaten
J?et onbegrijpelijk noemde, dat een jonge
Jihan nu noig, na den oorlogsgruwel te heb-
'ft>en beleefd, voor officier wil worden opge-
iefd- Hij wond zich daarbij op, bij zijn betoog
icfot de man, die voor luitenant studeert, zich
voorbereidt voor 'het moorden en vermin
ken van zijn medemenschen. Dat je je ver
dedigt, ©Os je wordt aarugovallen, zoo zei
Ihij, dat is begnij/pelöjik, maar dat je tijd mis
bruikt en de %vetensch'8ip prostitueert met
het je veonbereiden op den oorlog dat
vi-nd dk misselijk.
Wij geven dadelijk toe, dat deze al te
eenvoudige verdediging ven bet pacifisme,
voor bestrijding vatbaar is. Wat ons in die
redeneering dan sympathiek is Wel, het is
ib'et fielt, dot men im de kringen, naar vroeger
het met geld smijten voor oorlog en marine
van 2>eInsprekend was, tot afkeer gekomen
as van hiet militair geweld, tot pacifistische
overtuiging.
Wij, 'die al lientavllen jaren overtuigd aan-
banger zijn van de pacifistische beweging,
v. ij zouden ons reeds lang geleden, en nu
stellig, .zoo gaarne hebben aangesloten bij
de mannen van het „geen man en
geen cent maar wij hebben begrepen en
wij begrijpen ook nu, dat we de verwezenlij
king van dit ideaal nog eenigen tijd moeien
uitstellen. We moeten het onze doen, opdat
èn in ons land èn in andere landen de meer
derheid der volksvertegenwoordigers op
een gegeven oogenblik bereid rs, bet „geen
unan en geen cent" tot werkelijkheid te ma.
ken.
Wij hadden gehoopt, dat bij het sluiten
~<n den vrede na diezen wereldoorlog, on-
niddiellijk tot ontwapening, in elk geval tot
de grootst mogelijke 'beperking van d-e be
wapening zou zijn besloten- Dit nu is wel is
waar niet geschied, maar die organisatie is
clan toch geschapen, die diie ontwapening
'binnen nïet al te langen tijd mogelijk zaJ
maken.
De voorstanders van ontwapening hebben
dus in eigen land reeds te 'sturen in de rich
ting van beperking van de uitgaven voor'
Oorlog en marine en iin de vrijzinnig demo
cratische partij, klonk dan ook al heel spoe
dig de eisch tot „liquidatie van het oorlog s-
instrument".
•Nu zijn wij n'en déplaise onze te
genstanders practische menschen. Wij
weten heel goed, dat er van onmiddellijke
afschaffing van leger en vloot geen sprake
kan zijn. Maar wij weten ook, dat handha
ving van de bestaande 'kgerorg'a'nisatie met
c.'Ke middelen moet worden tegengegaan.
Reeds nu moet blijk gegeven van den goe
den wil tot vermindering van de persoon
lijke en finentieele lasten, die ons de in
standhouding van leger en vloot oplegt.
Reeds op de meest pracirsche gronden
is dit noodzakelijk. We zullen officieren en
anDnderen betere s3'lari'ssen moeten geven
zoolang ze er nu eenmaal zijn onderhoud
van gebouwen, ittensJiiën en mensöhen kost
iwel'licbt tweemaal zoo veel als vroeger. Ver
mindering vain de. getalsterkte van ons le-
iger is dus nood-ig, tot ongeveer die helft van
't aantal man-maand, willen we niet genood
zaakt zijn, nóg meer miliioenen uit te ge
ven voor „oorlog". Die vermindering is te
gelijk een stap in de richting van verminde
ring van het aantal mannen, dat in het sol
datenpak wordt gestoken. We verlaten
we hopen voor goed f het „ideaal" van
aflgemeenen dienstplicht en wakkeren daar
mee hiet gevoel aan, dat aan den dienst-
ipldoht als zoodanig een einde moet komen.
Wat ont2e propaganda slechts ten deele
heeft kunnen bereiken, geschiedt thans on
der den druk der tijden. Ten minste één gun
stig geVolg van dein oorlog komt voor den
dag. Wat we van 'n Rechtsch ministerie niet
hebben durven 'hopen, wordt thans voorge
steld.
Er is een wetsontwerp ingediend tot tijde
lijke afwijking van de Militiewet, opdat al
bij de lichting 1921 de beperkingen moge
lijk zijn, die de nieuwe Milifciewet zal vast
leggen. Daarbij hoopt ook deze Regeering,
dat de Volkenbond gunstig zal werken tot
beperking van gewapende conflicten. Toch
acht zij het noodig te bedenken, dat wij wel
eens m staat zouden moeten zijn, ons, al
leen, tegen een onverhoeds oh en aanval te
verweeren, terwijl het ook mogelijk is, dat
de toetreding tof den Volkenbond ons noopt
tot eene 'bepaalde militaire voorbereiding.
Ons geheele legerapparaat afdanken, gaat
dus niet.
Maar toch acht ook de Regeering het wel
mogelijk, ons leger in te krimpen, zij het
gaandeweg, door vermindering van het jaar-
lijksdh contingent. Zij wil „een betrekkelijk
kliein, doch goed toegerust kevnleger", „dat
binnen korten tijd dooi* uit reservetroepen
gevormde afdeel ingen op groot ere sterkte
igebracb^ kan worden."
De jaarlijksdhe lichting zoo stelt zij
voor zal voortaan 13000 man 'bedrag-en,
inplaats van 23000 mande onbereden
troepen zullen voor eerste oefening 6
maanden onder de wapenen blijven, in
plaats v-an aCbt.
Ook in de verkorting van den diensttijd
zien we eene overwinning van de aMijd
door ons gepropageerde denkbeeldende
verkorting van diensttijd, die vroeger niet
mogelijik heette, zal nu een feit worden.
Voor onze beschouwing van heden is de
resit bijzaak. Dat den niet imgedeelden man
nen, voor zooveel noodig, een oefenplioht
zal worden opgelegd ten behoeve van de
vorming van reserve troep en, het zou wel
op maatregelen uit kunnen loopen, die ook
wij in hiet belang van de lichamelijke ont-
dwkkjeling van ens volk gewenscht achten.
Er zit in de plannen van de Regeering,
naast kleinere veranderingen, die waar
schijnlijk verbeteringen zullen blijken, een
kern, die ons aantrekt.
Natuurlijk zijn. wij niet in. Maar als
de belangrijke vermindering van het aantal
dienstplichtigen onmiddellijk kan worden
verkregen, evenals die verkorte diensttijd,
dan zou verzet onzerzijds omdat we niet
•alles krijgen, wat we wenschen niet ver
standig zijn.
Wel ligt het op onzen weg aan te too-
nen, dat de finantieele kant van de zaak nog
eenls zorgvuldig moet worden bezien. Ver
moedelijk zal de nu voorgestelde reorga
nisatie geen vermindering van koslen me
debrengen f Indien dit juist ingezien is, zal
ook de Regeering wellicht bereid worden
'bevonden -een stap verder te gaan, dan zij
nu doet. Want ook haar zou eene belangrij
ke vermindering van de iniMioenen voor
Oorlog" aangenaam zijn. Dan zou zij wel
licht ontvankelijk zijn voor e«en amende
ment, om het aantal dienstplichtigen per
jaar nóg kleiner te maken, dan zij voorstelt,
misschien ook voor eene poging, om den
eersten diensttijd te stellen op vier maan
den-
De Regeering erkent zelf, dat we thans
een zeer groot aantal geoefende mannen
hebben. Met een wat meer radicale proef,
dan zij nu wenscht te nemen, zouden we
dus weinig bederven, óók indien die proef
mislukte. Dit schijnt ons een krachtig mo
tief, om het dan maar in eens met eene for-
sche vermindering van die eerste oefenings-
m-aand-en te probeer en.
Adviseeren we dus tot het indienen van
amendementen tot vermindering van het cij
fer 15000 en tot verkleining van het cijfer
6 voor het aantal maanden van den eersten
oefeningstijd, aan den anderen kant geven
we' gaarne toe, dat de Regeering met dit
voorstel op den goeden weg is.
Wat toch niet wil zeggen, dat we ons
wenschen te v'imden aan in stand, houding
van dienstplicht en van een militieleger-
O. i. moeten we met ons d/efensiestelsd een
anderen kant uit. Daarover later eens.
Politiek Overzicht.
Den laatsten dag der afgeloopen weck
zijn de Fransche ministers en onderstaats
secretarissen op het Elysée bijeengekomen.
De vergadering werd voorgezeten door den
nieuwen president der Fransche republiek,
die de heeren in kennis stelde met de
boodschap die des middags in de twee Ka
mers van 't parlement voorgelezen zou wor
den.
In de Kamer was het Leygues, de nieuwe
eerste minister, die Millerapd's boodschro
voorlas, waarin al dadelijk wordt opgemei.
dat door het feit, dat de voorzitter van den
ministerraad Mi'llerand gekozen werd
tot president van Frankrijk, de Nationale
Vergadering duidelijk had te kennen gege-
ven de tot dusver gevolgde politiek zoo
wel op binnen- als buitenlandsch gebied
voort te zetten. Trouwensdeze staatkunde
had steeds de goedkeuring weggedragen
van de twee Kamers. Millerand verklaarde
„dezen post van plicht en eer" alleen te
hebben aanvaard om Frankrijk bij voortdu
ring nog met meer ijver te kunnen dienen.
„Het nieuwe Frankrijk, geboren op d'e gra
ven van zijn kinderen, verwerpt alle inner
lijk oneenigheid en twist om zich ordelijk,
arbeidzaam en eensgezind g-ehe l te wijden
aan de ontwikkeling van zijn grootheid en
welvaren. Het vaderland, voor goed ge
hecht aan het repu'blikeinsche stelsel, heeft
zijn werk volbracht door de eenheid van
hot grondgebied te herstellen."
platonisch zijn of reëel, daadwerkelijk: dat
zal de tijd leeren).
Milleraivds boodschap wees er verder op,
dat het resultaat van den strijd, die zoovele
maanden lang den Franschen bodem drenk
te met bloed, een verkorting moet zijn van
den militairen diensttijd. Maar in dezen zal
rekening moeten worden gehouden met
Frankrijk's economische behoeften en de
belangen der defensie.
Geprezen werd de houding der Fransche
vrouwen tijdens den oorlog. De president
der republiek merkte ook nog op, dat Frank
rijk, hetwelk met hartstochtelijken ijver de
vredeswerken ter hand had genomen, de be
wondering van de heele wereld tot zich trok.
Millerand merkte echter niet op, dat zich
geleidelijk een Fransch militarisme ontwik
kelt, dat al even onbeminnelijke allures gaat
aannemen als het terecht gehate Duitsche
van vóór en tijdens den oorlog. Natuurlijk
merkte de president dit niet op: wie spreekt
ten aan'hoore van heel de wereld publieke
lijk kwaad ven zijn eigen land, als hij aan
't hoofd daarvan staat?
Duitschland moet blijkens de telegram
men, die uittreksels brengen van de bood
schap, ook hebben gezinspeeld op den
socialen strijd, die de wereld tegenwoordig
in beroering 'brengt. Volgens hem hadden
alle maatschappelijke inzichten het recht in
't openbaar zich kenlbaar te maken, maar
geen enkele zou zich kunnen aanmatigen
gewelddadig haar gezag te vestigen. De
Fransche republiek toch bezat een wetge
ving op den arbeid en sociale voorzorg, die
de vergelijkingen met het buitenland kon
doorstaan. „De republiek wil gestadig haar
arbeid van vrede en socialen voortuigang.
voortzetten door een steeds nauweren bond
van solidariteit te scheppen tusschen de
verschillende categoriën van hen, die mede
werken aan de voortbrenging."
De president eindigde: Laat ons arbeiden
om eiken dag in de geschreven wet en in de
toepassing ervan meer rechtvaardigheid,
meer liefde en meer humaniteit te brengen.
Deze boodschap werd in den Senaat voor-
Toen Leygues de tribune verliet, werd hij
hartelijk golukgewenscht door Briand. N4
he.t vertrouwensvotum las Leygues het slui
tingsdecreet der buitengewone zitting voor.
De Kamer nam de motie van vertrouwen in1
de regeering aan met 570 tegen 80 stem
men.
Na gezinspeeld te hebben op een wijzi
ging van de grondwet, merkte de president
op, dat er een meer dringende taak was, die
eerst ten einde gebracht moest worden
De verwoeste streken roepen om hulp. Ver
der moet met een onwankelbare kracht en
en algeheel in overeenstemming met Frank
rijk's bondgencoten de volledige uitvoering
verkregen worden van de verbintenissen,
die aangenomen en onderteekend zijn. De
diplomatie zal er de hand aan houden, dat
h-et verdrag van Versailles en de diploma
tieke stukken, die daarmee samenhangen,
oikomen uitgevoerd worden. „Onverander
lijk getrouw aan zijn bondgenootschappen,
zal Frankrijk er voor waken, dat zijn rech
ten en belangen, voortvloeiend uit de over
winning, intact blijven. De Fransche demo
cratie heeft gegronde verwachtingen van
den vooruitgang, die door den Volkeren
bond gebracht kan worden."
Leger en marine werd vervolgens gelijke
lijk „lof toegezwaaid" voor de hulp, die zij
boden. Voor de diensten, die Algiers, de
koloniën en de protectoraten hun moeder
land hadden bewezen, kregen dezen ook
een pluimpje. Frankrijk, aldus dp president,
zal zijnerzijds wel weten te erkennen, wat
het te danken heeft aan die koloniën en
protectoraten. M. a. w.: deugdibeloonirg
wordt in 't uitzicht gesteld. (Deze liefde kan
gelezen door L'hopiteauminister van
justitie.
Na de boodschap van den president van
de republiek voorgelezen te heb'ben, heeft
minister-president Leygues de regeerings-
verklaring voorgelezen, die opmerkt, dat hij
er op uit zal zijn hot politiek program en het
werk van Millerand voort te zetten. De be
ginselen, die het kabinet zullen leiden, zijn
dezelfde als die, welke aan de twee kamers
voorgelegd zijn bij het optreden van hot
vorige kabinet (22 Januari). Eenige socialis
tische interpellaties werden door Leygues
beantwoord. Hij had de ministers uit het
vorig kabinet behouden, omdat het vorig
kabinet acht maanden long onafgebroken
de instemming van het parlement gehad
heeft.
Inzake Rusland sprak Leygues den
wensch uit, dot het in orde en voorspoed
weder het onontbeerlijke element van het
Europeesch evenwicht mocht worden. De
Fransche regeering zou niet tusschenbeide
komen in de binnenlandsche politiek van
Rusland; De hulp, die Frankrijk Polen bood,
was in overeenstemming met de republikein-
sche en zelfs met de socialistische tradities.
Leygues sprak vervolgens over de noodza
kelijkheid van binnenlandsche verzoening in
het belang van het land en ter afwering van
buitenlandsche gevaren.
Buitenlandsche Berichten.
Warschau, 2 5 S e p t. (W. B.) Het
Poolschc legerbericht van 24 Sept. meldt:
Ten Z. van de Pripet wordt de achtervol
ging van den -vijand voortgezet. In do ge
vechten bij bobben wij 3000 gevange
nen gemaakt en 35 machine-geweren, een
batterij en veel ander materiaal buitge
maakt. Ten N. van de Pripet ontwikkelde
zich een groote slag aan het geheele front.
In de streek van Grodno rukten onze
troepen op in de richting van Beresjn Kar-
tuskaja en Wij bezetten Wolkowysk.
Krachtige aanvallen van den vijand in do
streek van Birosto-Wielka werden afgesla
gen. Odelsk werd na langdiurigen stijd be
zet. Bij Kusniza werd de vijand verdreven.
Onze troepen naderen de forten varf
Grodno. Wij zijn de Njemen overgetrokken
en bezetten Druskeniki. De buit kon tot
heden nog niet worden vastgesteld.
Ten Noorden van de linie Seiny-Soewolki
versterken de Litauen hun stellingen en be
schieten onze troepen met artillerie. De ver
liezen waren tot heden gering.
Const ontinopel, 24 Sept. (H.-R.)
Een telegram uit Sebostopol bevestigt de
verovering van Alexandrofsk door de troe
pen van Wrangel, die talrijke gevangenen
maakten en een belangrijke buit in de wacht
sleepten.
Constantinopel, 25 Sept. (H.-R.).
Volgens een communiqué van Wrangel
drong de linkervleugel van diens leger door
in 't gouvernement Oheaison. Men verwacht,
dat spoedig de legers van Wrongel en
Makhno in -de streek van Jekatrinosslaf zich'
zullen vereenigen.
Orleans, 25 Sept. (H.-R.). Het con
gres van den bond vein traivsportarbelders
heeft een motie aangenomen, waarin ver
klaard wordt, dat. de vak vereen ig i ng s-or.go-
nisaties 2ich niet onder voogdij laten stellen
van eenige politieke partij. Zij zijn met in
ternationale gevoelens bezield en wenschen
bij de Inlernationc/le van Amsterdam te blij
ven, ci'ie meer dan 25 milliocn arbeiders
gioepceH.
S t. J e a n de-Mauriennc, 2 4 S e p t
(H.-R.). In het geheele dol van St. Pierre
d'Albigny af zijn de Isère en de Are buiten
haar oevers getreden Ilooger op is de over-
stroom'ing nog ernstiger. Op verschillende
plaatsen is de weg vernield. Te Alois en
Camnrgue drong het water de fabrieken,
die in aÜlerijl door het personeel moesten
worden verlaten, binnen. Men is nog zon
der berichten over den toestand in Modane
en Haule-Maurienine. De sneltrein Parijs
Turijn 'bon niet verder rijden dan Chambéry
en moest over Verttimiglia naar Italië wor
den geleid.
Londen, 24 Sept. (R.). Met het oog
op de mijnwerkersstoking heeft de Engel-
sche regeering besloten den zmertijd, die
26 Sept. zou eindigen, met een maand lo
verlengen.
Wie niet een broeder als broeder erkent,
«al een vreemdie tot meester moeten erken-
aven.
door
A. J. DAWSON.
Met autorisatie vertaald door
Mevr. 1. P. Wesselink—Von Rossum.
43
Jake knikte, en ze liepen met hun drieën
verder door de droge, poederachtige
sneeuw. Men kon aan hun loop zien, dat
deze mannen greote afstanden te voet had
den afgelegd. Hun knieën bogen zich ge
makkelijk met eiken stapmen kon flauw
het doorbuigen zien, dat komt van het lang-
dirrig gebruik van sneeuwsöhoenen. Een
.poosje dacht Jen nauwelijks aan Diok Vaug-
'fhan, zoo dtruk had hij het met de nieuwe
«indrukken op te nemen. Maar toen ze haast
een uur geloopen hadden, begon hij weer
jean Dick te denken, en zijn diepliggende
- öogeif keken weer strak, wachtend en op
lettend, hetgeen beteekende, dat hij elk
s ©ogenblik 2ijn baas hoopte te zien.
Toén kwamen ze bij een! 'houten' huisje
met een schuur en een van plaggen opge
trokken stal ernaast. Jan's ketting werd aan
een dikken paal, midden in de schuur vast-
r - gemaakt, en daar loeten ze hem achter. Wat
"a later brachf Jean hem een tinnen kom met
water. e visch, m et
warm vet besmeerd, want Jean raadde zeer
terecht, dat dit Jan's eerste kennismaking
met dit soort hondenvoedsel was. Het vet
was lekker en Jan likte er tamelijk traag
aan. Maar de visch trok hem niet aan, en
hij liet het staan en viel in slaap, niet ver
moedend ,dat hij vele dagen lang geen an
der voedsel krijgen zou.
Den volgenden dag veranderde Jan, die
zich stijf en ongelukkig voelde tengevolge
van zijne ongewone opsluiting, van mee-
nin'g over die visch en at hem op; langzaam
en zonder genot, maar hij voelde zich toch
voldaan. Een uurtje later kwam Jean bij
hem binnen, met een leeren ding in zijn
hand, waar lange riemen aanhingen.
Een minuut lang stond Jean met een on
derzoekenden blik op Jan neer te zien.
Er was g'een betere hondenkeurder van
één standpunt uit in dat gedeelte van
Canada.
„Drommels," mompelde hij tusschen zijn
tanden. „Die sergeant Moore is een rare
vent om zoo'n hond voor niets weg te geven,
en om me dan nog tien dollar te betalen
omdat ik hem neem
Daarna bukte hij zich en wreef Jan's
ooren op vriendelijke kenoversmanier.
„Kom, Jan," zei hij opgewekt. „Hier is je
tuig. Hier, brave hond, ik zal het je aan
doen."
Meteen gespte hij een hondentuig om
Jan's zware borst en schouders. Terwijl hij
dat deed, zag hij voor het eerst de steken,
die Dick in Jan's halskwabbe genaaid had.
„Duivels," zei hij grinnekend. „Je hebt j
gevochten Jan, hè Nou, pas maar op; Janj
Hier worden de honden niet verpleegd na
een gevecht. Laat dat vechten maar aan cle
huskies over. Jan. Kom mee, brave hondf"
Op honderd el afstand van het hutje zag
Jan de eerste hondensledie staan dde hij ooit
gezien had, met een span van zeven honden
ervoor, die nu op de dröge sneeuw lagen
uiit te rusten. Het was een gemengd span,
vier er van waren ongetwijfeld huskies, een
had veel van een collie, één had New-
founcMand-bloed (door meerdere kruisingen)
en één, de leider, hield het midden tus
schen een grooten, sterken Airedale- en
een oud-Engelschen herdershond, tot het
staartje toe. Deze leider „Bill," zooals hij
geroemd werd, zag er uit als een flinke
werker en was de eenige van den troep (be
halve de achterste), die niet gromde, toen
Jan naar hen toe gebracht werd.
Bij de honden stond Jake, met een hooge
bonten muts tot diep over de ooren getrok
ken hij hiéld in een hand een karwats met
een kort handvat en een leeren riem, waar
mee hij op tien pas afstand precies een
hond kon raken.
„Neem Mixer er uit en zet hem achter
Bill," zei Jean. „We zullen Jan vóór ouden
Blackfoot probeeren."
Hel was niet zonder bijgedachte, en
vriendelijke bijgedachte, dat Jean dit zoo
regelde, want hoewel Blacfoot oud en vol
litteekens, een veteraan was. had hii sïéen
enkelen on vriendelijken trek in zijn karak
ter. Hij was de hond met Newfounland
bloed, die, evenals Bill, de aanvoerder, niet
zooals de rest van 'den troep, tegen Jan ge
gromd had. Hij stak zelfs vriendschappelijk
zijn snoet als welkom vooruit, toen Jan zich
nog al aarzelend naar zijn plaats vóór Black
foot liet leiden. De husky, die er naast stond
ingespannen, keerde zich, voor zoover de
strengen dat toelieten, om, en hapte nijdig
naar Jan.
„O, Snip," zei Jean, heel vriendelijk.
Maar terwijl hij zoo vriendelijk sprak, suisde
de zweep, die hij had opgepakt, door de
lucht en deze kwam, dubbelgevouwen, mid
den in Snip's gezicht terecht, zoodat hij
jankend naar zijn plaats terugging.
Jan begon juist te denken, dat hij nu ge
noeg van dit soort gedoe verdragen had en
dat hij maar van die mannen en honden zou
weggaan, toen hij een kort bevel van Jean
hoorde en voorover werd getrokken door
middel van het tuig, dat hii om had. Op het
zelfde oogenbhk hapten Blackfoot's tanden
hc-m van achteren in zijn hielen, niet vinnig,
maar loch scherp, en hij 9prong vooruit tot
hij niet verder kon, doordat Snip vóór hem
was. Hij wilde Snip liever niet aanraken.
Maar Snip sprong ook al vooruit, naar het
scheen. Daarom zette Jan zich schrap. On
middellijk gebeurden er twee dingen. De
slag van een zweep krulde zich pijn'lijk om
zijn linker schouder, over een van zijn pas-
geheelde wonden heen. En weer kwam er
een gehap naar ziin hielen dezen keer wat
harder, zoodat er twee droppels bloed te
voorschijn kwamen.
„Vooruit l Jan f vooruit," zei Jean ernstig,
maar niet boos, en weer kronkelde de zweep
zich om Jan's schouders en Jan deed een
sprong naar voren, verbaasd, vernederd en
beleedigd, en hoorde Jean mompelen
„Goede hond, die Jon. Allemachtige,
goede hond
Zoo begon Ivet nieuwe leven, het leven
van hard werken voor Jan, den zoon V8A
Finn en Desdemona.
HOOFDSTUK XXVII
De Regel van Tuig en Zweep.
Van nu af begon er voor Jan ccn leven,
zóó vreemd, zóó geheel verschillend van
alles wal hij tot nu toe gekend had, of waar-4
van hij het beslaan zelfs maar vermoed had,
dat alleen een hond met buitengewone
kracht en uithoudingsvermogen, zoowel wat
karakter als gesteldheid van het lichaam be*
treft, die verandering na de aangenomo
sleur, welke Jan tot nu toe had gekend, had
kunnen doorstaan.
In de eerste plaats was het een leven,
waarin alle dagen vol zwaren, geregelden,
onafgebroken arbeid waren. En vóórdat 'het
begon had Jan nooit een enkel uur gewerkt,
In Engeland brachten alle honden, behal
ve de broedersohap der herdershonden, ert
enkele rassen van jachthonden, hun leven oJ
spelende en boemelende door, terwijl zij
bovendien buitengewoon veel sliepen.
(Wordt tómij