Mede-Magazijn „DE VLIJT" m der feuilleton. „DE EEMLANDER" Jan, de zoon van Finn. V9ë Jaargang Kt. 75 Op den goeden weg. ~BUITEN LAND. L. J. LUYCX EN ZOON ZIJDEN STOFFEN GARNEERINGEN Ér post f L60, per weck toet gratis vetrekenng ongelukken) f 0.17s. altondcrlijke nummers DIRECTEUR: J. VALKHOFF. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. TEL. INT 513. Maandag 27 September 1020^1. bewijsnummer, elke icqcl meer 0 25, dienstaanbc* dingen en LicldAdigheids-adveitenticn voor de helft der prijs Voor handel en bedrijf bestaan zeer voordccligc bepalingen voor het advcrlecrcn- Kene circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. .Niet long geleden hebben wij ons ver- j&i^d 6yor de cvolutèe in de denkbeelden fèh aanzien van de landsverdediging, die frKJkbeor bezig te, zich te voltrekken. Wij Sadden toen een gesprek met een eerzaam Sburgor ven ons 1'aind, die 1'hoe ver ook Verwijdend va|n rodioafósmevermoedelijk 'Stemt hij op d|e Vrijdi'berale carididaten J?et onbegrijpelijk noemde, dat een jonge Jihan nu noig, na den oorlogsgruwel te heb- 'ft>en beleefd, voor officier wil worden opge- iefd- Hij wond zich daarbij op, bij zijn betoog icfot de man, die voor luitenant studeert, zich voorbereidt voor 'het moorden en vermin ken van zijn medemenschen. Dat je je ver dedigt, ©Os je wordt aarugovallen, zoo zei Ihij, dat is begnij/pelöjik, maar dat je tijd mis bruikt en de %vetensch'8ip prostitueert met het je veonbereiden op den oorlog dat vi-nd dk misselijk. Wij geven dadelijk toe, dat deze al te eenvoudige verdediging ven bet pacifisme, voor bestrijding vatbaar is. Wat ons in die redeneering dan sympathiek is Wel, het is ib'et fielt, dot men im de kringen, naar vroeger het met geld smijten voor oorlog en marine van 2>eInsprekend was, tot afkeer gekomen as van hiet militair geweld, tot pacifistische overtuiging. Wij, 'die al lientavllen jaren overtuigd aan- banger zijn van de pacifistische beweging, v. ij zouden ons reeds lang geleden, en nu stellig, .zoo gaarne hebben aangesloten bij de mannen van het „geen man en geen cent maar wij hebben begrepen en wij begrijpen ook nu, dat we de verwezenlij king van dit ideaal nog eenigen tijd moeien uitstellen. We moeten het onze doen, opdat èn in ons land èn in andere landen de meer derheid der volksvertegenwoordigers op een gegeven oogenblik bereid rs, bet „geen unan en geen cent" tot werkelijkheid te ma. ken. Wij hadden gehoopt, dat bij het sluiten ~<n den vrede na diezen wereldoorlog, on- niddiellijk tot ontwapening, in elk geval tot de grootst mogelijke 'beperking van d-e be wapening zou zijn besloten- Dit nu is wel is waar niet geschied, maar die organisatie is clan toch geschapen, die diie ontwapening 'binnen nïet al te langen tijd mogelijk zaJ maken. De voorstanders van ontwapening hebben dus in eigen land reeds te 'sturen in de rich ting van beperking van de uitgaven voor' Oorlog en marine en iin de vrijzinnig demo cratische partij, klonk dan ook al heel spoe dig de eisch tot „liquidatie van het oorlog s- instrument". •Nu zijn wij n'en déplaise onze te genstanders practische menschen. Wij weten heel goed, dat er van onmiddellijke afschaffing van leger en vloot geen sprake kan zijn. Maar wij weten ook, dat handha ving van de bestaande 'kgerorg'a'nisatie met c.'Ke middelen moet worden tegengegaan. Reeds nu moet blijk gegeven van den goe den wil tot vermindering van de persoon lijke en finentieele lasten, die ons de in standhouding van leger en vloot oplegt. Reeds op de meest pracirsche gronden is dit noodzakelijk. We zullen officieren en anDnderen betere s3'lari'ssen moeten geven zoolang ze er nu eenmaal zijn onderhoud van gebouwen, ittensJiiën en mensöhen kost iwel'licbt tweemaal zoo veel als vroeger. Ver mindering vain de. getalsterkte van ons le- iger is dus nood-ig, tot ongeveer die helft van 't aantal man-maand, willen we niet genood zaakt zijn, nóg meer miliioenen uit te ge ven voor „oorlog". Die vermindering is te gelijk een stap in de richting van verminde ring van het aantal mannen, dat in het sol datenpak wordt gestoken. We verlaten we hopen voor goed f het „ideaal" van aflgemeenen dienstplicht en wakkeren daar mee hiet gevoel aan, dat aan den dienst- ipldoht als zoodanig een einde moet komen. Wat ont2e propaganda slechts ten deele heeft kunnen bereiken, geschiedt thans on der den druk der tijden. Ten minste één gun stig geVolg van dein oorlog komt voor den dag. Wat we van 'n Rechtsch ministerie niet hebben durven 'hopen, wordt thans voorge steld. Er is een wetsontwerp ingediend tot tijde lijke afwijking van de Militiewet, opdat al bij de lichting 1921 de beperkingen moge lijk zijn, die de nieuwe Milifciewet zal vast leggen. Daarbij hoopt ook deze Regeering, dat de Volkenbond gunstig zal werken tot beperking van gewapende conflicten. Toch acht zij het noodig te bedenken, dat wij wel eens m staat zouden moeten zijn, ons, al leen, tegen een onverhoeds oh en aanval te verweeren, terwijl het ook mogelijk is, dat de toetreding tof den Volkenbond ons noopt tot eene 'bepaalde militaire voorbereiding. Ons geheele legerapparaat afdanken, gaat dus niet. Maar toch acht ook de Regeering het wel mogelijk, ons leger in te krimpen, zij het gaandeweg, door vermindering van het jaar- lijksdh contingent. Zij wil „een betrekkelijk kliein, doch goed toegerust kevnleger", „dat binnen korten tijd dooi* uit reservetroepen gevormde afdeel ingen op groot ere sterkte igebracb^ kan worden." De jaarlijksdhe lichting zoo stelt zij voor zal voortaan 13000 man 'bedrag-en, inplaats van 23000 mande onbereden troepen zullen voor eerste oefening 6 maanden onder de wapenen blijven, in plaats v-an aCbt. Ook in de verkorting van den diensttijd zien we eene overwinning van de aMijd door ons gepropageerde denkbeeldende verkorting van diensttijd, die vroeger niet mogelijik heette, zal nu een feit worden. Voor onze beschouwing van heden is de resit bijzaak. Dat den niet imgedeelden man nen, voor zooveel noodig, een oefenplioht zal worden opgelegd ten behoeve van de vorming van reserve troep en, het zou wel op maatregelen uit kunnen loopen, die ook wij in hiet belang van de lichamelijke ont- dwkkjeling van ens volk gewenscht achten. Er zit in de plannen van de Regeering, naast kleinere veranderingen, die waar schijnlijk verbeteringen zullen blijken, een kern, die ons aantrekt. Natuurlijk zijn. wij niet in. Maar als de belangrijke vermindering van het aantal dienstplichtigen onmiddellijk kan worden verkregen, evenals die verkorte diensttijd, dan zou verzet onzerzijds omdat we niet •alles krijgen, wat we wenschen niet ver standig zijn. Wel ligt het op onzen weg aan te too- nen, dat de finantieele kant van de zaak nog eenls zorgvuldig moet worden bezien. Ver moedelijk zal de nu voorgestelde reorga nisatie geen vermindering van koslen me debrengen f Indien dit juist ingezien is, zal ook de Regeering wellicht bereid worden 'bevonden -een stap verder te gaan, dan zij nu doet. Want ook haar zou eene belangrij ke vermindering van de iniMioenen voor Oorlog" aangenaam zijn. Dan zou zij wel licht ontvankelijk zijn voor e«en amende ment, om het aantal dienstplichtigen per jaar nóg kleiner te maken, dan zij voorstelt, misschien ook voor eene poging, om den eersten diensttijd te stellen op vier maan den- De Regeering erkent zelf, dat we thans een zeer groot aantal geoefende mannen hebben. Met een wat meer radicale proef, dan zij nu wenscht te nemen, zouden we dus weinig bederven, óók indien die proef mislukte. Dit schijnt ons een krachtig mo tief, om het dan maar in eens met eene for- sche vermindering van die eerste oefenings- m-aand-en te probeer en. Adviseeren we dus tot het indienen van amendementen tot vermindering van het cij fer 15000 en tot verkleining van het cijfer 6 voor het aantal maanden van den eersten oefeningstijd, aan den anderen kant geven we' gaarne toe, dat de Regeering met dit voorstel op den goeden weg is. Wat toch niet wil zeggen, dat we ons wenschen te v'imden aan in stand, houding van dienstplicht en van een militieleger- O. i. moeten we met ons d/efensiestelsd een anderen kant uit. Daarover later eens. Politiek Overzicht. Den laatsten dag der afgeloopen weck zijn de Fransche ministers en onderstaats secretarissen op het Elysée bijeengekomen. De vergadering werd voorgezeten door den nieuwen president der Fransche republiek, die de heeren in kennis stelde met de boodschap die des middags in de twee Ka mers van 't parlement voorgelezen zou wor den. In de Kamer was het Leygues, de nieuwe eerste minister, die Millerapd's boodschro voorlas, waarin al dadelijk wordt opgemei. dat door het feit, dat de voorzitter van den ministerraad Mi'llerand gekozen werd tot president van Frankrijk, de Nationale Vergadering duidelijk had te kennen gege- ven de tot dusver gevolgde politiek zoo wel op binnen- als buitenlandsch gebied voort te zetten. Trouwensdeze staatkunde had steeds de goedkeuring weggedragen van de twee Kamers. Millerand verklaarde „dezen post van plicht en eer" alleen te hebben aanvaard om Frankrijk bij voortdu ring nog met meer ijver te kunnen dienen. „Het nieuwe Frankrijk, geboren op d'e gra ven van zijn kinderen, verwerpt alle inner lijk oneenigheid en twist om zich ordelijk, arbeidzaam en eensgezind g-ehe l te wijden aan de ontwikkeling van zijn grootheid en welvaren. Het vaderland, voor goed ge hecht aan het repu'blikeinsche stelsel, heeft zijn werk volbracht door de eenheid van hot grondgebied te herstellen." platonisch zijn of reëel, daadwerkelijk: dat zal de tijd leeren). Milleraivds boodschap wees er verder op, dat het resultaat van den strijd, die zoovele maanden lang den Franschen bodem drenk te met bloed, een verkorting moet zijn van den militairen diensttijd. Maar in dezen zal rekening moeten worden gehouden met Frankrijk's economische behoeften en de belangen der defensie. Geprezen werd de houding der Fransche vrouwen tijdens den oorlog. De president der republiek merkte ook nog op, dat Frank rijk, hetwelk met hartstochtelijken ijver de vredeswerken ter hand had genomen, de be wondering van de heele wereld tot zich trok. Millerand merkte echter niet op, dat zich geleidelijk een Fransch militarisme ontwik kelt, dat al even onbeminnelijke allures gaat aannemen als het terecht gehate Duitsche van vóór en tijdens den oorlog. Natuurlijk merkte de president dit niet op: wie spreekt ten aan'hoore van heel de wereld publieke lijk kwaad ven zijn eigen land, als hij aan 't hoofd daarvan staat? Duitschland moet blijkens de telegram men, die uittreksels brengen van de bood schap, ook hebben gezinspeeld op den socialen strijd, die de wereld tegenwoordig in beroering 'brengt. Volgens hem hadden alle maatschappelijke inzichten het recht in 't openbaar zich kenlbaar te maken, maar geen enkele zou zich kunnen aanmatigen gewelddadig haar gezag te vestigen. De Fransche republiek toch bezat een wetge ving op den arbeid en sociale voorzorg, die de vergelijkingen met het buitenland kon doorstaan. „De republiek wil gestadig haar arbeid van vrede en socialen voortuigang. voortzetten door een steeds nauweren bond van solidariteit te scheppen tusschen de verschillende categoriën van hen, die mede werken aan de voortbrenging." De president eindigde: Laat ons arbeiden om eiken dag in de geschreven wet en in de toepassing ervan meer rechtvaardigheid, meer liefde en meer humaniteit te brengen. Deze boodschap werd in den Senaat voor- Toen Leygues de tribune verliet, werd hij hartelijk golukgewenscht door Briand. N4 he.t vertrouwensvotum las Leygues het slui tingsdecreet der buitengewone zitting voor. De Kamer nam de motie van vertrouwen in1 de regeering aan met 570 tegen 80 stem men. Na gezinspeeld te hebben op een wijzi ging van de grondwet, merkte de president op, dat er een meer dringende taak was, die eerst ten einde gebracht moest worden De verwoeste streken roepen om hulp. Ver der moet met een onwankelbare kracht en en algeheel in overeenstemming met Frank rijk's bondgencoten de volledige uitvoering verkregen worden van de verbintenissen, die aangenomen en onderteekend zijn. De diplomatie zal er de hand aan houden, dat h-et verdrag van Versailles en de diploma tieke stukken, die daarmee samenhangen, oikomen uitgevoerd worden. „Onverander lijk getrouw aan zijn bondgenootschappen, zal Frankrijk er voor waken, dat zijn rech ten en belangen, voortvloeiend uit de over winning, intact blijven. De Fransche demo cratie heeft gegronde verwachtingen van den vooruitgang, die door den Volkeren bond gebracht kan worden." Leger en marine werd vervolgens gelijke lijk „lof toegezwaaid" voor de hulp, die zij boden. Voor de diensten, die Algiers, de koloniën en de protectoraten hun moeder land hadden bewezen, kregen dezen ook een pluimpje. Frankrijk, aldus dp president, zal zijnerzijds wel weten te erkennen, wat het te danken heeft aan die koloniën en protectoraten. M. a. w.: deugdibeloonirg wordt in 't uitzicht gesteld. (Deze liefde kan gelezen door L'hopiteauminister van justitie. Na de boodschap van den president van de republiek voorgelezen te heb'ben, heeft minister-president Leygues de regeerings- verklaring voorgelezen, die opmerkt, dat hij er op uit zal zijn hot politiek program en het werk van Millerand voort te zetten. De be ginselen, die het kabinet zullen leiden, zijn dezelfde als die, welke aan de twee kamers voorgelegd zijn bij het optreden van hot vorige kabinet (22 Januari). Eenige socialis tische interpellaties werden door Leygues beantwoord. Hij had de ministers uit het vorig kabinet behouden, omdat het vorig kabinet acht maanden long onafgebroken de instemming van het parlement gehad heeft. Inzake Rusland sprak Leygues den wensch uit, dot het in orde en voorspoed weder het onontbeerlijke element van het Europeesch evenwicht mocht worden. De Fransche regeering zou niet tusschenbeide komen in de binnenlandsche politiek van Rusland; De hulp, die Frankrijk Polen bood, was in overeenstemming met de republikein- sche en zelfs met de socialistische tradities. Leygues sprak vervolgens over de noodza kelijkheid van binnenlandsche verzoening in het belang van het land en ter afwering van buitenlandsche gevaren. Buitenlandsche Berichten. Warschau, 2 5 S e p t. (W. B.) Het Poolschc legerbericht van 24 Sept. meldt: Ten Z. van de Pripet wordt de achtervol ging van den -vijand voortgezet. In do ge vechten bij bobben wij 3000 gevange nen gemaakt en 35 machine-geweren, een batterij en veel ander materiaal buitge maakt. Ten N. van de Pripet ontwikkelde zich een groote slag aan het geheele front. In de streek van Grodno rukten onze troepen op in de richting van Beresjn Kar- tuskaja en Wij bezetten Wolkowysk. Krachtige aanvallen van den vijand in do streek van Birosto-Wielka werden afgesla gen. Odelsk werd na langdiurigen stijd be zet. Bij Kusniza werd de vijand verdreven. Onze troepen naderen de forten varf Grodno. Wij zijn de Njemen overgetrokken en bezetten Druskeniki. De buit kon tot heden nog niet worden vastgesteld. Ten Noorden van de linie Seiny-Soewolki versterken de Litauen hun stellingen en be schieten onze troepen met artillerie. De ver liezen waren tot heden gering. Const ontinopel, 24 Sept. (H.-R.) Een telegram uit Sebostopol bevestigt de verovering van Alexandrofsk door de troe pen van Wrangel, die talrijke gevangenen maakten en een belangrijke buit in de wacht sleepten. Constantinopel, 25 Sept. (H.-R.). Volgens een communiqué van Wrangel drong de linkervleugel van diens leger door in 't gouvernement Oheaison. Men verwacht, dat spoedig de legers van Wrongel en Makhno in -de streek van Jekatrinosslaf zich' zullen vereenigen. Orleans, 25 Sept. (H.-R.). Het con gres van den bond vein traivsportarbelders heeft een motie aangenomen, waarin ver klaard wordt, dat. de vak vereen ig i ng s-or.go- nisaties 2ich niet onder voogdij laten stellen van eenige politieke partij. Zij zijn met in ternationale gevoelens bezield en wenschen bij de Inlernationc/le van Amsterdam te blij ven, ci'ie meer dan 25 milliocn arbeiders gioepceH. S t. J e a n de-Mauriennc, 2 4 S e p t (H.-R.). In het geheele dol van St. Pierre d'Albigny af zijn de Isère en de Are buiten haar oevers getreden Ilooger op is de over- stroom'ing nog ernstiger. Op verschillende plaatsen is de weg vernield. Te Alois en Camnrgue drong het water de fabrieken, die in aÜlerijl door het personeel moesten worden verlaten, binnen. Men is nog zon der berichten over den toestand in Modane en Haule-Maurienine. De sneltrein Parijs Turijn 'bon niet verder rijden dan Chambéry en moest over Verttimiglia naar Italië wor den geleid. Londen, 24 Sept. (R.). Met het oog op de mijnwerkersstoking heeft de Engel- sche regeering besloten den zmertijd, die 26 Sept. zou eindigen, met een maand lo verlengen. Wie niet een broeder als broeder erkent, «al een vreemdie tot meester moeten erken- aven. door A. J. DAWSON. Met autorisatie vertaald door Mevr. 1. P. Wesselink—Von Rossum. 43 Jake knikte, en ze liepen met hun drieën verder door de droge, poederachtige sneeuw. Men kon aan hun loop zien, dat deze mannen greote afstanden te voet had den afgelegd. Hun knieën bogen zich ge makkelijk met eiken stapmen kon flauw het doorbuigen zien, dat komt van het lang- dirrig gebruik van sneeuwsöhoenen. Een .poosje dacht Jen nauwelijks aan Diok Vaug- 'fhan, zoo dtruk had hij het met de nieuwe «indrukken op te nemen. Maar toen ze haast een uur geloopen hadden, begon hij weer jean Dick te denken, en zijn diepliggende - öogeif keken weer strak, wachtend en op lettend, hetgeen beteekende, dat hij elk s ©ogenblik 2ijn baas hoopte te zien. Toén kwamen ze bij een! 'houten' huisje met een schuur en een van plaggen opge trokken stal ernaast. Jan's ketting werd aan een dikken paal, midden in de schuur vast- r - gemaakt, en daar loeten ze hem achter. Wat "a later brachf Jean hem een tinnen kom met water. e visch, m et warm vet besmeerd, want Jean raadde zeer terecht, dat dit Jan's eerste kennismaking met dit soort hondenvoedsel was. Het vet was lekker en Jan likte er tamelijk traag aan. Maar de visch trok hem niet aan, en hij liet het staan en viel in slaap, niet ver moedend ,dat hij vele dagen lang geen an der voedsel krijgen zou. Den volgenden dag veranderde Jan, die zich stijf en ongelukkig voelde tengevolge van zijne ongewone opsluiting, van mee- nin'g over die visch en at hem op; langzaam en zonder genot, maar hij voelde zich toch voldaan. Een uurtje later kwam Jean bij hem binnen, met een leeren ding in zijn hand, waar lange riemen aanhingen. Een minuut lang stond Jean met een on derzoekenden blik op Jan neer te zien. Er was g'een betere hondenkeurder van één standpunt uit in dat gedeelte van Canada. „Drommels," mompelde hij tusschen zijn tanden. „Die sergeant Moore is een rare vent om zoo'n hond voor niets weg te geven, en om me dan nog tien dollar te betalen omdat ik hem neem Daarna bukte hij zich en wreef Jan's ooren op vriendelijke kenoversmanier. „Kom, Jan," zei hij opgewekt. „Hier is je tuig. Hier, brave hond, ik zal het je aan doen." Meteen gespte hij een hondentuig om Jan's zware borst en schouders. Terwijl hij dat deed, zag hij voor het eerst de steken, die Dick in Jan's halskwabbe genaaid had. „Duivels," zei hij grinnekend. „Je hebt j gevochten Jan, hè Nou, pas maar op; Janj Hier worden de honden niet verpleegd na een gevecht. Laat dat vechten maar aan cle huskies over. Jan. Kom mee, brave hondf" Op honderd el afstand van het hutje zag Jan de eerste hondensledie staan dde hij ooit gezien had, met een span van zeven honden ervoor, die nu op de dröge sneeuw lagen uiit te rusten. Het was een gemengd span, vier er van waren ongetwijfeld huskies, een had veel van een collie, één had New- founcMand-bloed (door meerdere kruisingen) en één, de leider, hield het midden tus schen een grooten, sterken Airedale- en een oud-Engelschen herdershond, tot het staartje toe. Deze leider „Bill," zooals hij geroemd werd, zag er uit als een flinke werker en was de eenige van den troep (be halve de achterste), die niet gromde, toen Jan naar hen toe gebracht werd. Bij de honden stond Jake, met een hooge bonten muts tot diep over de ooren getrok ken hij hiéld in een hand een karwats met een kort handvat en een leeren riem, waar mee hij op tien pas afstand precies een hond kon raken. „Neem Mixer er uit en zet hem achter Bill," zei Jean. „We zullen Jan vóór ouden Blackfoot probeeren." Hel was niet zonder bijgedachte, en vriendelijke bijgedachte, dat Jean dit zoo regelde, want hoewel Blacfoot oud en vol litteekens, een veteraan was. had hii sïéen enkelen on vriendelijken trek in zijn karak ter. Hij was de hond met Newfounland bloed, die, evenals Bill, de aanvoerder, niet zooals de rest van 'den troep, tegen Jan ge gromd had. Hij stak zelfs vriendschappelijk zijn snoet als welkom vooruit, toen Jan zich nog al aarzelend naar zijn plaats vóór Black foot liet leiden. De husky, die er naast stond ingespannen, keerde zich, voor zoover de strengen dat toelieten, om, en hapte nijdig naar Jan. „O, Snip," zei Jean, heel vriendelijk. Maar terwijl hij zoo vriendelijk sprak, suisde de zweep, die hij had opgepakt, door de lucht en deze kwam, dubbelgevouwen, mid den in Snip's gezicht terecht, zoodat hij jankend naar zijn plaats terugging. Jan begon juist te denken, dat hij nu ge noeg van dit soort gedoe verdragen had en dat hij maar van die mannen en honden zou weggaan, toen hij een kort bevel van Jean hoorde en voorover werd getrokken door middel van het tuig, dat hii om had. Op het zelfde oogenbhk hapten Blackfoot's tanden hc-m van achteren in zijn hielen, niet vinnig, maar loch scherp, en hij 9prong vooruit tot hij niet verder kon, doordat Snip vóór hem was. Hij wilde Snip liever niet aanraken. Maar Snip sprong ook al vooruit, naar het scheen. Daarom zette Jan zich schrap. On middellijk gebeurden er twee dingen. De slag van een zweep krulde zich pijn'lijk om zijn linker schouder, over een van zijn pas- geheelde wonden heen. En weer kwam er een gehap naar ziin hielen dezen keer wat harder, zoodat er twee droppels bloed te voorschijn kwamen. „Vooruit l Jan f vooruit," zei Jean ernstig, maar niet boos, en weer kronkelde de zweep zich om Jan's schouders en Jan deed een sprong naar voren, verbaasd, vernederd en beleedigd, en hoorde Jean mompelen „Goede hond, die Jon. Allemachtige, goede hond Zoo begon Ivet nieuwe leven, het leven van hard werken voor Jan, den zoon V8A Finn en Desdemona. HOOFDSTUK XXVII De Regel van Tuig en Zweep. Van nu af begon er voor Jan ccn leven, zóó vreemd, zóó geheel verschillend van alles wal hij tot nu toe gekend had, of waar-4 van hij het beslaan zelfs maar vermoed had, dat alleen een hond met buitengewone kracht en uithoudingsvermogen, zoowel wat karakter als gesteldheid van het lichaam be* treft, die verandering na de aangenomo sleur, welke Jan tot nu toe had gekend, had kunnen doorstaan. In de eerste plaats was het een leven, waarin alle dagen vol zwaren, geregelden, onafgebroken arbeid waren. En vóórdat 'het begon had Jan nooit een enkel uur gewerkt, In Engeland brachten alle honden, behal ve de broedersohap der herdershonden, ert enkele rassen van jachthonden, hun leven oJ spelende en boemelende door, terwijl zij bovendien buitengewoon veel sliepen. (Wordt tómij

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1920 | | pagina 1