f45..
no. 613
mmmzïTiïlZ'ïZ
„de eemlander"
AmersfooitscEie Meubelfabriek
„111SGELO.
IE ECHTE HÏÜF IEEEMÜHTELS
"feuilleton.
km waan
1.01SII
BUITENLAND.
PfillS DE8 AOVERIEHIitH
VLEESCHHOüWËR en LAMME
Bureau voor Beroepskeuze,
ZEIST
C. SfliïSXAMP - TUINARCHITECT
DAMES LAA-'ZEN
voorhanden van af f 12.58
unnsjjj „u
19e Jaargang Ne. 195
iWr poet 1 ï.fto, ptr week (met gratis vetiekering
jegec ongelukken) f 0.17s, alionderlijke nummers
Y O.W. e e e e
AMERSFOORTSC!
DIRECTEUR: 3. VALKHOFF.
BUREAU:
ARNHEMSCHE POORTWAL.
TEL. INT 513.
Donderdag 17 Februari T92I
met inbegrip van een
bewijsnummer, elke regel meer 0.25, dicnstaanbic*
dingen en Licidadighelds-advcitcnticn voor de helft
der prijs. Voor handel cn bedrijf bestaan zccc
vbordcelige bepalingen voor het adverteeren. licne
circulaire, bevattende dc voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
DE
bericht, dat zi) vanaf heden
telefonisch is aangesloten
onder
L
Bij de begrootingsdebatten in den' ge-
ineen te-raad heeft de heer Overeem een
(Woord gesproken ten gunste van een bureau
yooT beroepskeuze, waarop de voorzitter
pintwoordde, dat deze zaak ernstig in studie
te. Dit antwoord van den voorzitter was be
grijpelijk evenals het aandringen van den
heer Overeem. Er zijn nu eenmaal van die
puntert, welke men naar voren moet bren
gen wil men den naam van waarlijk demo
craat verdienen. Wij bedoelen hiermee niets
onvriendebjks aan het adres van den heer
fchrereem, maar meenen, dat het een alge
peen verschijnsel is, dat, wil men in het
Jvuadig tijdsgewricht niet voor achterlijk
[doorgaan, men nu eenmaal moet offeren
aan d$ moderne eischen aan het leven ge
steld. Op gevaar af als conservatief te wor-
jden gebrandmerkt, willen wij eenige bezwa
ren tegen dit nieuwe instituut naar voren
brengen, waaruit dan tevens zal blijkenn, dat
,wij het antwoord van den voorzitter zeer be
grijpelijk vonden.
Een zaak aanhangen, omdat ze nieuw is
echten we geheel verkeerdeerst als een
nauwgezet, degelijk onderzoek de wensche-
lij-kheid en uitvoerbaarheid voor Amersfoort
heeft aangetoond, zulten wij ons gaarne on
der de voorstanders er van scharen. Nu mo
ge het eenige bekoring hebben te kunnen
zeggenAmersfoort gaat ook hierin voor
aan, wij houden het toch liever met hen, die
zeggen: laten we. de zaak goed van alle
kanten bekijken om te kunnen vaststellen
■of het goeds, dat er in steekt althans niet te
'duur wordt gekocht.
Wat verwacht men eigenlijk ven zoon
bureau voor beroepskeuze De statistiek
■wijst uit, dat velen een beroep kiezen, waar-
Voor zij niet geschikt zijn, met als gevolg
een voortdurend wisselen van beroep. Dit
moet noodwendig een verspilling van ar
beidskracht veroorzaken' en om nu uit den
mensch te halen wat er in zit, om dus het
arbeidsvermogen te verhoog en wordt'leiding
(bij de keuze van het beroep door daartoe
(bevoegde personen dringend' noodig ge-
TeUf. interl. 158,
Uit eenige attesten
dat het resultaat van Uw sohopping bo^on
verwachting zelfs heeft voldaan dat een
ieder, die het ziet, verrukt is over den fraaien
aanblik on hulde brengt aan den ontwerper
G. F. v. T.
i'.eor tevreden te zijn over den keurigen en
mank vollen aanleg van een groot gedeel te van
ïnijn buitenplaats te "s Graveland
J. B.
en deel U hierbij mede dat ik bij
'onder tovreden bon over den nieuwen aanleg
van mijn tuin.
Wed. H. J. W.-DE K'
acht. Zoo gezien is het dus geen werk ten
voordeele van den enkeling maar een so
ciaal belang, daar de maatschappij er niet
anders dan wel bij kan varen als de arbeids
prestatie zoo hoog mogelijk wordt opge
voerd. Theoretisch is deze basis kerngezond,
ware het nu maar niet, dat de praktijk be
zwaren doet kennen, welke de theoretische
waarde niet onaanzienlijk doet verminde
ren.
De directeur van onzen gemeentelijken
geneeskundigen dienst, dr. M. v. d. Hoeve,
heeft in de vergadering van 14 Nov. 1920
van de „Ned. Ver. van Schoolartsen" enkele
'bezwaren naar voren gebracht, welke wij
•hier in 't kort willen weergeven.
Het percentage van hen, die van beroep
veranderen, zegt dr. v. d. H. zeer terecht,
drukt niet het aantal uit van hen,'die hun
beroep onjuist kozen, evenmin als het over
schietende percentage het aantal weergeeft
van hen, die een beroep kozen, geschikt
voor hun lichamelijk en en geestelijken aan
leg. Beroepsverandering komj tóch ook voor
tengevolge van geldelijke invloeden en van
momenten van positie enz., zelfs al was de
persoon geschikt voor een beroep.
Daartegenover bevindt zich misschien on
der hen, die bij het eens gekozen beroep
blijven, een gansche groep van minder ge-
schikten, die de energie missen té veran
deren.
Naast deze groep en naast hen, die wel
geschikt zijn, bevindt zioh nog een andere,
misschien 'kleinere groep onder hen, die
niet van beroep veranderen. Ik (dr. v. d. H.)
bedoel hen, die, minder geschikt oorspron
kelijk, zich door aanpassing en energie on
danks hun minderen aanleg hun vak heb
ben eigen gemaakt. Juist dezen reken ik
onder de besten, op dezen juist vestig ik de
aandacht; hun rem van onvoldoende aan
leg heeft geleid tot training van wilskracht.
Dat is het, waartoe degenen met aangebo
ren aanleg de gelegenheid missen, en dit
gemis zal grooter worden, als ieder door
goed geleide beroepskeuze in de richting
van zijn aanleg geplaatst wordt. Het opwek
kende voorbeeld, de verheffende invloed van
getraind wilskrachtige persoonlijkheden zal
verminderen en daar ligt mijn eerste vraag,
mijn ee/ste bezwaar. Ik stel de vraag, wat
zwaarder gaat wegen voor de gemeenschap
Zal het verlies aan getraind, wilskrachtige
personen opwegen tegen de winst aan juist
geplaatsten 0aanleg Zal het verminderen
der beroepswissélingen de schade door dat
verlies veroorzaakt Oöheffen
Ziedaar een belangrijke vraag, die boven
het meer duidelijke belang van het individu
uit gesteld moet worden ter wille van de ge
meenschap, hoe moeilijk de beantwoording
ook zijn moge.
Als ander argument vóór advies wordt
genoemd de verhoogde arbeidsvreugde
voortvloeiend uit het volgen van den aanleg
en geschiktheid. Met meer lust en met hoo-
ger prestatievermogen zou het gekozen vak
worden uitgeoefend. Hierbij wordt dan stil
zwijgend ondersteld, dat aanleg en geschikt
heid voor een vak altijd en per se gepaard
gaat met lust en neiging voor dat vak. Ge
heel juist kan dat nret zijn. De uitoefening
van een bepaald vak veroorzaakt immers
zóó vele verschillende wijzen van aanraking
met de buitenwereld, dat er onder deze ver
scheidene kunnen zijn, die tegenzin veroor
zaken zóó groot, dat aanleg en geschiktheid
er door overstemd worden. En nu kan men
mij tegen werpen, dat de reactie tegenover
de aanraking met de buitenwereld ook een
deel der geschiktheid is, voor den aanleg
geldt deze tegenwerping zeker niet en zoo
zullen de factoren neiging, lust en aanleg
niet altijd samengaan en zal het voorkomen,
dat een advies een keuze moet doen, waar
bij het in strijd komt met een of twee dezer
momenten tot schade van het individu en
-van diens praestali evermogen.
In 't algemeen zal rekening moeten wor
den gehouden met de lichamelijke geschikt
heid, maar wederom dreigt het gevaar, dat
aanpassingsvermogen en wilskracht worden
verwaarloosd.
Terwille van de winst, verkregen uit het in
juiste richting leiden van een aantal middel
matigheden zou het verlfes mogelijk zijn
van enkele persoonlijkheden, zonder eenige
zekerheid> dat door het advies andere uitste
kenden zouden worden gevonden om voor
hen in de plaats te treden.
En wederom dient de vraag gesteld, of
voor de gemeenschap het verlies niet tegen
de verkregen winst gaat opwegen.
Bovendien zal de waarde van het onder
zoek altijd betrekkelijk zijn. Een volkomen
deskundig leider van een bureau voor be
roepskeuze moet zijn advies gronden op een
onderzoek, dat slechts een momentopname
geeft van een persoon. En op deze moment
opname zou dan een beslissing voor het le
ven worden genomen. Of dit geoorloofd is,
de beantwoording van deze vraag laat dr.
v. d. Hoeve gaarne aan meerbevoegden over,
hijzelf twijfelt er aan.
Nu zou dit bezwaar eenigszins ondervan
gen kunnen worden, door bij het onder
zoek en advies rekeniAg te houden met per
soonlijke aanteekeningen gemaakt door on
derwijzers en leeraren op grond van waar
neming der leerlingen. Het is buiten twijfel,
zegt dr. v. d. H. daaromtrent, dat mededee-
lingen van ouders, onderwijzers en geeste
lijke verzorgers van hooge waarde zijn,
m i t s z ij b e t r o u w b a a r z ij n, dit laatste
is echter dikwijls niet het geval, de mede-dee
lingen zijn subjectief en de voorbeelden
te stellen met 'net oog op de aanstaande
conferentie te Londen. Hij ontkende, dat
deze besluiten eenige afwijking van het ver
drag van Versailles meebrachten. Met be
trekking tot de conferentie over de Turksche
kwestie verklaarde hij, dat het verdrag van
Sèvres ongetwijfeld het onderwerp van be
sprekingen zou uitmaken. Hij wist echter
niet, welke voorstellen door de vertegen
woordigers van <je Turksche natie zouden
worden gedaan. Een der eerste vercischten
voor de wereld was vrede in het nabije en
midden-Oosten en de Britsche vertegen
woordigers der conferentie zouden van het
verlangen hiernaar bezield zijn, waarbij zij
den hoogen plicht zouden in het oog hou
den te bewerken, dat recht werd gedaan
ran de christelijke bevolkingen van Turkije.
De premier wijdde vervolgens breedvoe
rig over de lersche kwestie uit en deed
mr-dedeeling van een belangwekkend feit,
n.l. dat de aartsbisschop van Perth (Austra
lië) een voorstel tot een wapenstilstand in
Ierland 'had gedaan. De lersche regeerings-
nufroiiteiten hadden er echter op gestaan,
dat geen wapenstilstand zou worden geslo
ten. voordat de wapenen weren uitgeleverd,
maar de Sinn Feiners hadden geweigerd
aan deze voorwaarde te voldoen, hetgeen
bewees, dat zij nog steeds niet er van pad
den afgezien om de .afhankelijkheid va;n Ier
land door geweld van wapenen te verkrij
gen. Zoolang zij dit niet deden, was er geen
vrede in letland.
Het verslag van het militaire gerechts
hof, da* een onderzQek had ingesteld naar
de branden te Cork, bevatte voldoende aan
wijzingen om de conclusie te rechtvaardi
gen, dat aan de zijde van de regeeringstroe-
pen ir.t-isciplinaire daden waren gepleegd,
van jongens, „die voor niets deugden" cn
flinke mannen werden, de suffers, die den
kers bleken te zijn en daarnaast voorbeel
den van het tegenovergestelde zijn voor het
grijpen op „zielkundig gebied".
Bovenstaande bezwaren mogen min of
moor ikoorollook a I.rx, cckior H tvf- dat
een zoo ernstig onderzoeker els dr. v. d. H.,
die geen tegenstander van het instituut is.
ze naar voren brengt, moet tot nauwlettende
overweging er van leiden.
In ieder geval doen ze zien, dat de zaak
waarom het gaat heusch ntet zoo eenvoudig
is. Op enkele praktische bezwaren willen we
in een tweede artikel wijzen.
Politiek Overzicht.
Dinsdag, bij de discussies over het adres
van antwoord in het Lagerhuis, namen lord
Robert en lord Hugh Cecil beiden plaats
op de voorste opposltiebank, waarmee zij te
kennen wilden geven, dat zij een onafhan-
kelijk-conservatieve houding ten opzichte
van de regeering zouden aannemen. De be-
spi ekingen begonnen zeer kalm en Asquith
bepaalde er zich toe vragen te stellen om
trent de buitenland sche politiek en de ler
sche kwestie, tenfcijl Thomas daarop de
schietpartij op de spoorwegbeambten te
Mallow behandelde. Hij .vroeg om een on
partijdig onderzoek.
Lloyd George verdocht de debatten over
de besluiten der geallieerde conferentie-uit
maar de schuldigen waren niet ontdekt.
Zeven man waren echter ontslagen en een
officier was geschorst.
P' de bespreking van het gebeurde te
Mallow verklaarde de premier verder, dat
bet onderzoek door het militaire gerechts
hof gaande was. Hij zegde toe, dat een vol
ledig onderzoek zou woraen ingesiciu
el hetgeen Thomas te berde had gebracht.
De regeering zou echter, zeid-e hij onder
teekenen van instemming van het Huis, niet
buk. en voor de bedreiging met een spoor
wegstaking. De toestand in Ierland was
thank gunstiger clon zes maanden geleden.
Het was waar, dat er nog slachtoffers bij de
politietroepen vielen, maar dat kwam, door
dat de politie thans de moordenaars rn de
heuvels vervolgde. De premier vertrouwde
echter, dat de orde zou worden hersteld en
met do orde de vrijheid.
Door den Engelschen premier is ook
de kwestie van de Duitsche tegenvoorstel
len aangeroerd. Hij wist alleen, dat deze
ontworpen waren en dat de financieele des
kundigen der Duitsche regeering - zorgvul
dig hadden overwogenbij dezen zat inder
daad de wensoh voor krachtige maatregelen
te nemen om de Duitsche verplichtingen
overeenkomstig het tractaat van Versailles
na te komen. Hij had Het huis herhaaldelijk
'herinnerd aan de belangrijke bepalingen van
het tractaat, die de mogendhe in staat
stellen voorstellen in overweging te nemen
om de Duitsche vergoeding te regelen door
het betalen van een vaste som en zoodoen
de het procédé te vermijden van het onder
zoeken van en beraadslagen over de bizonxi
derheden van aanspraken wegens verschik
lende verwoestingen. Tusschen de Parijsohe:
voorstellen en die, welke vroeger zijn ge«*
daan, was het essentieele verschil te yindeit
in de voorgestelde annuïteiten, die wisselen?
in verhouding tot den bloei van don Duit*
sohen uitvoerhandel.
Over Egypte zekle Lloyd George, dat do
regeering nog niet kon zeggpen, in hoeven
zij het verslag van Lord Milner's commissi®
aanvaardde en zelfs M zij het als grondslagj
aanvaardde, voor zij overleg had gehouden
met de Egyptisohe ministers, die nog niet
officieel geraadpleegd waren. Hij zou liefst
cok overleg houden met de vertegen A-oordi*
gers van de dominions, voor men tot een!
beslissing kwam. Het gold een zaak van het'
meest vitale belang voor het rijk, voor dcni
vrede in het Midden-Oosten en misschien!
voor de toekomstige betrekkingen met Indië.
Over Ierland sprekende, weerlegde hij oold
nog de opvatti^yj die in sommige kringen!
heerschte, dat door de krachtdadige maat*
regelen van de strijdkrachten van de k/rooni
in de laatste maanden niets bereikt was. In*
tegendeel was de boycot geëindigd. Bijna
ledereen in Ierland verlangde nu naar da
ineenstorting van het sdhrikbewind. Als hol
huis maar geduld wilde hebben, geloofde
hii. dot de wet in Ierland hersteld zou wor*
den en daarmee de vrijheid.
De gedelegeerden van de regeering fa
Constantinopel ter Londensche conferentie
worden vanmorgen tc Parijs verwacht. Vol
gens 't Journal des Débats zou 't mogelijk
zijn, dat de afvaardiging van de regeering ta
Angora tegen den 19en in de Fronsdhe
hoofdstad kwam. Een ander Fransoh blad,
de Temps, meldt, dat de Kemalistisohe de
legatie aan boord van de torpedojager
Audace van Rhodesia Ie Brindisi is aangeko
men en weldra via Rome naar Londen zal
vertrekken. Door 't blad wordt opgemerkt,
dat men in Turksche kringen ervan over
tuigd is, dat de delegatie van Angora haar
onverzoenlijke houding zal laten varen, zal
inzien, dat eendracht macht maakt en zich'
zal aansluiten bij de afgevaardigden van de
centrale regeering om op deze wijze oen
gemeenschappelijk blok te vormen, dat dan,
vereenigd, de belangen der Turksche natie
zou kunnen verdedigen. Uit de laatste in
lichtingen, die T blad heeft ingewonnen, zou
moeten blijken, dat de Ottomaansohe gede
legeerden aan de conferentie om de econo
mische onafhankelijkheid van Turkije zullen
vragen, zonder dat dc nationale en natuur
lijke grenzen worden beperkt. Zij zouden
verplichtingen op zien neinen^met -ueireK»
'king tot de Christelijke minderheden en all®
'garanties bieden ter bescherming van hun
vrijheid, taal en religie. Daartoe zouden zij
de bepalingen aanvaarden, die in 't verdrag
van St.-Germaan voor de minderheden in'
Oostenrijk zijn vastgelegd. Ook zou de de*
legatie verzachting vragen van 't verdrag
van Versailles ten aanzien van verschillen
de economische, financieele, maritieme en
militaire vraagstukken en tevens zou zij om
financieele hulp der geallieetden voor 'I
herstel van Turkije vragen.
De Duitsche rijksminister voor buiten*
landsche zaken, Dr. Simons, is Dinsdagmid*
dag uit Stuttgart, v/aar hij zijn bekende/
door ons vermelde rede hield, te Karlsruhe
aangekomen, waar hij in den landdag door
den president Trunk werd verwelkomd, die
verklaarde, dat Baden zich bij de rijksre-
geering aansloot, wat het standpunt betrof
om^het vredesverdrag loyaal, voor zoover
het mogelijk was, uit te voeren. Baden was
onvoorwaardelijk trouw aan 't rijk en het
stelde het grootste vertrouwen in den rijks
minister, wat diens streven betrof met be*
trekking tot het vervullen van zijn moeilijke;
en verantwoordelijke taak.
De hoogste veredeling is soberheid.
door
SU2E LA CHAPELLE-ROOBOL,
18
ïk vertoefde veel' in mijn boudoir, wa'$r ik
een heerlijk uitzicht had op de prachtige,
bosohrijke omgeving. Alles prijkte nu in
volfen 2om er luister, en het waren mooie,
langie, warme dager». Geregeld ging Alfred
^3es middags met mij rijden, hij'scheen weer
v»eel 'beter eni was vol t eed ere zorg voor mij.
Ik geloof dat ik tien tijd', waarin ik mij licha-
jmeHjk zoo zwak voelde, verdroomde in een
(jyedangen naar <ten geboorte van ons kind-
jo, Het/zou zoo heerlijk zijn als het er een
maal was. Ik zou mijn kinderen, want een
r>ot gezin schrikte mij niet af, integendeel,
mijn positie van jonge, rijke vrouw leek
(bet mi) gewenschi, verstandig opvoeden. We
gouden ze niet bederven, trachten ^onzen
'rijkdom voor hen tot een zegen te maken.
•De dogen vielen mij niet lang en ik vond
;het maar half prettig toen Nelly schreef dat
op Sparhuize wilde komen logeeren. Ze
jb)eef echter maar kort, verklaarde lachend
jtfat zij bet heel vervelend vond. Ons huis,
jm ja, dat was prachtig en de eerste drie,
Vie* dogen kon je je best amuse ere rv met
te bekijken, maar danIk praatte,
.volgens Nel afrijd, over niets anders dan
Over het kindie dat komen moest, ik stelde
alleen belang in luiermanden en las slechts
over de ontwikkeling van het kind, de hy
giëne der kinderkamer enz. En Alfred, bleef
veel in de bibtiotheek en studeerde in zijn
boeken over Japansch en Chineesch blauw
en porcelein, over Wedge wood en Sèvres
en antiquiteiten. Neen, Nel had niet genoeg
aan de mooie omgeving, aan de rijtoertjes,
aan het kalme, weelderige leven. Ze keek
mij met groote, verwonderde oógen aan en
kon niet begrijpen dat ik zoo rustig en te
vreden was. Ze vertelde van 'haar reis naar
Zwitserland in deni voorzomer, van al de
veroveringen die zij gemaakt had, van heel
haar mondain, wuft leventje. Voor 'het oogen
blik hadden we geen punten van overeen
komst, ik stelcle geen belang in alles wat
voor haar van zooveel gewicht was. Haar
bezoek liet mij onverschillig en, ofschoon
ik haar uit beleefdheid trachtte te weerhou
den, toen zij na een veertien, dagen vertrok,
voelde ik mij toch verruimd.
Van dien eersten zomer in mijn eigen
huis 'heb ik alleen de herinnering aan kal
me, gelukkige eentonigheid. Ofschoon
zwak, voelde ik mij niet ziek, ik maakte mij
ook niet ongerust over Alfred. Een enkelen
keer kwam ik wel eens terug op zijn bewe
ring dat hij een kwaal had, maar hij sprak
er luchtig over heen en ik ontgaf 't mij, lette
niet op zijn bleek, ingevallen gezicht, dacht
alleen aan het groote wonder dat gebei'ren
a
In October, toen de hooge boomen van
de oprijlaan in gouden dos stonden, toen cle
wilde wingerd zich bloedrood rankte om de
vensters van ons huis, werd mijn dochtertje
geboren. Het was een wonderlijk klein kind
je en het scheen, bijna geen levensvatbaar
heid to hebben. Ze wilden 't voor mii ver
borgen houden, maar de eerste dagen zag
ik toch aan dé bezorgde gezichten van dok
ter en verpleegster dat het jonge, brooze
leventje ieder minuut dreigde gebluscht te
worden. Hoe kwam ik aan zoo'n stumperig
kindje? Ik was toch jongen altijd gezond.
De dokter antwoordde niet veel op mijn
bezorgd wagen en Alfred haalde de schou
ders op als ik klaagde, of beweerde, kwasi
luchtig, dat het wet gaan zou. En het ging,
ik l&n mijn kind gelukkig zelf voeden en
als mers mii de kleine aan de borst legde
voelde ik een wondere kracht in mij om
haar alles te geven wat ik zelf aan- gezond-
heid bezat. Ofschoon zwak en nietig, mijn
schat bleef leven en toen zij vier maanden
oud was verklaarde de dokter, dat er geen
gevaar meer was en ik het iknd behouden
zou.
In al die angstige weken, dat ik mijn klei
ne Franciska iederen dag als aan den dood1
betwistte, had ik weinig op Alfred gelet. Ik
was zoo vervuld geweest met het kind, want
ofschoon ik natuurlijk bediening en hulp in
overvloed had, wilde ik graag alles zelf
doen, dat er bijna geen, tijd voor hem over
schoot.
Hij was heel Hef en vriendelijk, beklaagde
zich nooit dal ik hem in iets te kort deed,
toonde ook wel belangstelling voor onsb
kind, maar sprak er altijd over met een ze
ker medelijdend zelfverwijt, dat ik toen niet
opmerkte, dat mij wel vaag ergerde, maar
dat ik niet begreep.
Nel was met een bevriende familie naar
Italië en ik noodigde mevrouw Eerhof uit
cm haar stiefkleindochter te komen bezoe
ken. Denzelfdeni morgen dat ik haar ver
wachtte, kwam mijn man niet aan het onl"
bijt. Sedert Francislca's geboorte sliep ik al
leen, de kleine was dikwijls onrustig en Al
fred wilde geen slachtoffer zijn van mijn
overdreven zorg voor het kind, zooals hij
het noemde. Hij had zich in den beginne
tegen mijn voornemen, om het kind zelf te
voeden, verzet. Ik kon immers zooveel hulp
krijgen als ik wilde, een min nemen. Hij
voelde er niets voor dat ik vrijwillig mijn
figuur bedierf.- Zijn mooi, jong vrouwtje
mocht zich niet noodeloos ieelijk m^ken-
Hij zei het vleiend en glimlachend, werd niet
boos toen ik hem zijn egoisme verweet.
„Ik zal al het mogelijke doen om al mijn
kinderen zelf te voeden."
„Voorloopig is er nog slechts Franciska,
antwoordde hij mat.
Ja, maar ik zou 't een ramp vinden om
maar één kind te krijgen, dat is ook zoo
slecht voor "t kleintje zelf, rk weet bij on
dervinding hoe ellendig 't is geen broers of
zusters te hebben."
Mijn man zei niets, 9chudde vriendelijk
vermanend het hoofd en ik kreeg een ge
waarwording abof ik belachelijk en on.-
kiesch was. Met een vuuiroode kleur keerde
ik mij om.
Op den morgen dan dat mevrouw Eeihoi
zou komen, liet Alfred mii weten dat hii
zich niet wel voelde en ik gin» naar zijn ka
mer.
Hij lag op zijn divan, bleek, met gesloten
oogen.
Ik ging naast hem zitten en streek lieH
koozend over zijn gezicht.
„Ben je weer niet goed Alfred?"
Hij nam mijn hand) in de zijne en! glim?
lachte -pijnlijk. „Ik hoop dat het ditmaal maait
een kleine vermaning zal zijn, Gertrude. Ild
heb je al eens meer gezegd dat ik niet sterK
ben, het komt telkens terug
„Maar wat dan toch? Je spreekt in r-aad<
seis en je maakt me bang."
„Bang hoef je heelemaal niet te zijn;
kindje. Met hetgeen ik heb kan ik oud wor*
den." j
„Maar wat heb je dan. in hemels naa^rn -
„Ruggemergslijden."
Hij zei het heel zacht, nog altijd hield hi*j
mijn hapd vast. Hij keek. mij niet aan, maatf;
ik zag zijn gezicht, smartelijk, verwrongerf'
van pijn.
Ik voelde niet9 anders dfcn medelijden «ne».
hem, ik begreep niet wat het beïeekende4
„Arme lieveling, hoe weet je dlat ivu?
Heeft de dokter dan zoo iets gezegd?"
„De dokter hoeft mij niets te zeggen, iM
heb het jaren (geweten. Maar je moet je niej
ongerust maken. Het zal iongzamerhaivJ
wel erger worden, maar zooals ik zeL mef
zoo iets kun ja oud worden/'
(Wordt vtrrolg3|<N