f45.. no. 613 mmmzïTiïlZ'ïZ „de eemlander" AmersfooitscEie Meubelfabriek „111SGELO. IE ECHTE HÏÜF IEEEMÜHTELS "feuilleton. km waan 1.01SII BUITENLAND. PfillS DE8 AOVERIEHIitH VLEESCHHOüWËR en LAMME Bureau voor Beroepskeuze, ZEIST C. SfliïSXAMP - TUINARCHITECT DAMES LAA-'ZEN voorhanden van af f 12.58 unnsjjj „u 19e Jaargang Ne. 195 iWr poet 1 ï.fto, ptr week (met gratis vetiekering jegec ongelukken) f 0.17s, alionderlijke nummers Y O.W. e e e e AMERSFOORTSC! DIRECTEUR: 3. VALKHOFF. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL. TEL. INT 513. Donderdag 17 Februari T92I met inbegrip van een bewijsnummer, elke regel meer 0.25, dicnstaanbic* dingen en Licidadighelds-advcitcnticn voor de helft der prijs. Voor handel cn bedrijf bestaan zccc vbordcelige bepalingen voor het adverteeren. licne circulaire, bevattende dc voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. DE bericht, dat zi) vanaf heden telefonisch is aangesloten onder L Bij de begrootingsdebatten in den' ge- ineen te-raad heeft de heer Overeem een (Woord gesproken ten gunste van een bureau yooT beroepskeuze, waarop de voorzitter pintwoordde, dat deze zaak ernstig in studie te. Dit antwoord van den voorzitter was be grijpelijk evenals het aandringen van den heer Overeem. Er zijn nu eenmaal van die puntert, welke men naar voren moet bren gen wil men den naam van waarlijk demo craat verdienen. Wij bedoelen hiermee niets onvriendebjks aan het adres van den heer fchrereem, maar meenen, dat het een alge peen verschijnsel is, dat, wil men in het Jvuadig tijdsgewricht niet voor achterlijk [doorgaan, men nu eenmaal moet offeren aan d$ moderne eischen aan het leven ge steld. Op gevaar af als conservatief te wor- jden gebrandmerkt, willen wij eenige bezwa ren tegen dit nieuwe instituut naar voren brengen, waaruit dan tevens zal blijkenn, dat ,wij het antwoord van den voorzitter zeer be grijpelijk vonden. Een zaak aanhangen, omdat ze nieuw is echten we geheel verkeerdeerst als een nauwgezet, degelijk onderzoek de wensche- lij-kheid en uitvoerbaarheid voor Amersfoort heeft aangetoond, zulten wij ons gaarne on der de voorstanders er van scharen. Nu mo ge het eenige bekoring hebben te kunnen zeggenAmersfoort gaat ook hierin voor aan, wij houden het toch liever met hen, die zeggen: laten we. de zaak goed van alle kanten bekijken om te kunnen vaststellen ■of het goeds, dat er in steekt althans niet te 'duur wordt gekocht. Wat verwacht men eigenlijk ven zoon bureau voor beroepskeuze De statistiek ■wijst uit, dat velen een beroep kiezen, waar- Voor zij niet geschikt zijn, met als gevolg een voortdurend wisselen van beroep. Dit moet noodwendig een verspilling van ar beidskracht veroorzaken' en om nu uit den mensch te halen wat er in zit, om dus het arbeidsvermogen te verhoog en wordt'leiding (bij de keuze van het beroep door daartoe (bevoegde personen dringend' noodig ge- TeUf. interl. 158, Uit eenige attesten dat het resultaat van Uw sohopping bo^on verwachting zelfs heeft voldaan dat een ieder, die het ziet, verrukt is over den fraaien aanblik on hulde brengt aan den ontwerper G. F. v. T. i'.eor tevreden te zijn over den keurigen en mank vollen aanleg van een groot gedeel te van ïnijn buitenplaats te "s Graveland J. B. en deel U hierbij mede dat ik bij 'onder tovreden bon over den nieuwen aanleg van mijn tuin. Wed. H. J. W.-DE K' acht. Zoo gezien is het dus geen werk ten voordeele van den enkeling maar een so ciaal belang, daar de maatschappij er niet anders dan wel bij kan varen als de arbeids prestatie zoo hoog mogelijk wordt opge voerd. Theoretisch is deze basis kerngezond, ware het nu maar niet, dat de praktijk be zwaren doet kennen, welke de theoretische waarde niet onaanzienlijk doet verminde ren. De directeur van onzen gemeentelijken geneeskundigen dienst, dr. M. v. d. Hoeve, heeft in de vergadering van 14 Nov. 1920 van de „Ned. Ver. van Schoolartsen" enkele 'bezwaren naar voren gebracht, welke wij •hier in 't kort willen weergeven. Het percentage van hen, die van beroep veranderen, zegt dr. v. d. H. zeer terecht, drukt niet het aantal uit van hen,'die hun beroep onjuist kozen, evenmin als het over schietende percentage het aantal weergeeft van hen, die een beroep kozen, geschikt voor hun lichamelijk en en geestelijken aan leg. Beroepsverandering komj tóch ook voor tengevolge van geldelijke invloeden en van momenten van positie enz., zelfs al was de persoon geschikt voor een beroep. Daartegenover bevindt zich misschien on der hen, die bij het eens gekozen beroep blijven, een gansche groep van minder ge- schikten, die de energie missen té veran deren. Naast deze groep en naast hen, die wel geschikt zijn, bevindt zioh nog een andere, misschien 'kleinere groep onder hen, die niet van beroep veranderen. Ik (dr. v. d. H.) bedoel hen, die, minder geschikt oorspron kelijk, zich door aanpassing en energie on danks hun minderen aanleg hun vak heb ben eigen gemaakt. Juist dezen reken ik onder de besten, op dezen juist vestig ik de aandacht; hun rem van onvoldoende aan leg heeft geleid tot training van wilskracht. Dat is het, waartoe degenen met aangebo ren aanleg de gelegenheid missen, en dit gemis zal grooter worden, als ieder door goed geleide beroepskeuze in de richting van zijn aanleg geplaatst wordt. Het opwek kende voorbeeld, de verheffende invloed van getraind wilskrachtige persoonlijkheden zal verminderen en daar ligt mijn eerste vraag, mijn ee/ste bezwaar. Ik stel de vraag, wat zwaarder gaat wegen voor de gemeenschap Zal het verlies aan getraind, wilskrachtige personen opwegen tegen de winst aan juist geplaatsten 0aanleg Zal het verminderen der beroepswissélingen de schade door dat verlies veroorzaakt Oöheffen Ziedaar een belangrijke vraag, die boven het meer duidelijke belang van het individu uit gesteld moet worden ter wille van de ge meenschap, hoe moeilijk de beantwoording ook zijn moge. Als ander argument vóór advies wordt genoemd de verhoogde arbeidsvreugde voortvloeiend uit het volgen van den aanleg en geschiktheid. Met meer lust en met hoo- ger prestatievermogen zou het gekozen vak worden uitgeoefend. Hierbij wordt dan stil zwijgend ondersteld, dat aanleg en geschikt heid voor een vak altijd en per se gepaard gaat met lust en neiging voor dat vak. Ge heel juist kan dat nret zijn. De uitoefening van een bepaald vak veroorzaakt immers zóó vele verschillende wijzen van aanraking met de buitenwereld, dat er onder deze ver scheidene kunnen zijn, die tegenzin veroor zaken zóó groot, dat aanleg en geschiktheid er door overstemd worden. En nu kan men mij tegen werpen, dat de reactie tegenover de aanraking met de buitenwereld ook een deel der geschiktheid is, voor den aanleg geldt deze tegenwerping zeker niet en zoo zullen de factoren neiging, lust en aanleg niet altijd samengaan en zal het voorkomen, dat een advies een keuze moet doen, waar bij het in strijd komt met een of twee dezer momenten tot schade van het individu en -van diens praestali evermogen. In 't algemeen zal rekening moeten wor den gehouden met de lichamelijke geschikt heid, maar wederom dreigt het gevaar, dat aanpassingsvermogen en wilskracht worden verwaarloosd. Terwille van de winst, verkregen uit het in juiste richting leiden van een aantal middel matigheden zou het verlfes mogelijk zijn van enkele persoonlijkheden, zonder eenige zekerheid> dat door het advies andere uitste kenden zouden worden gevonden om voor hen in de plaats te treden. En wederom dient de vraag gesteld, of voor de gemeenschap het verlies niet tegen de verkregen winst gaat opwegen. Bovendien zal de waarde van het onder zoek altijd betrekkelijk zijn. Een volkomen deskundig leider van een bureau voor be roepskeuze moet zijn advies gronden op een onderzoek, dat slechts een momentopname geeft van een persoon. En op deze moment opname zou dan een beslissing voor het le ven worden genomen. Of dit geoorloofd is, de beantwoording van deze vraag laat dr. v. d. Hoeve gaarne aan meerbevoegden over, hijzelf twijfelt er aan. Nu zou dit bezwaar eenigszins ondervan gen kunnen worden, door bij het onder zoek en advies rekeniAg te houden met per soonlijke aanteekeningen gemaakt door on derwijzers en leeraren op grond van waar neming der leerlingen. Het is buiten twijfel, zegt dr. v. d. H. daaromtrent, dat mededee- lingen van ouders, onderwijzers en geeste lijke verzorgers van hooge waarde zijn, m i t s z ij b e t r o u w b a a r z ij n, dit laatste is echter dikwijls niet het geval, de mede-dee lingen zijn subjectief en de voorbeelden te stellen met 'net oog op de aanstaande conferentie te Londen. Hij ontkende, dat deze besluiten eenige afwijking van het ver drag van Versailles meebrachten. Met be trekking tot de conferentie over de Turksche kwestie verklaarde hij, dat het verdrag van Sèvres ongetwijfeld het onderwerp van be sprekingen zou uitmaken. Hij wist echter niet, welke voorstellen door de vertegen woordigers van <je Turksche natie zouden worden gedaan. Een der eerste vercischten voor de wereld was vrede in het nabije en midden-Oosten en de Britsche vertegen woordigers der conferentie zouden van het verlangen hiernaar bezield zijn, waarbij zij den hoogen plicht zouden in het oog hou den te bewerken, dat recht werd gedaan ran de christelijke bevolkingen van Turkije. De premier wijdde vervolgens breedvoe rig over de lersche kwestie uit en deed mr-dedeeling van een belangwekkend feit, n.l. dat de aartsbisschop van Perth (Austra lië) een voorstel tot een wapenstilstand in Ierland 'had gedaan. De lersche regeerings- nufroiiteiten hadden er echter op gestaan, dat geen wapenstilstand zou worden geslo ten. voordat de wapenen weren uitgeleverd, maar de Sinn Feiners hadden geweigerd aan deze voorwaarde te voldoen, hetgeen bewees, dat zij nog steeds niet er van pad den afgezien om de .afhankelijkheid va;n Ier land door geweld van wapenen te verkrij gen. Zoolang zij dit niet deden, was er geen vrede in letland. Het verslag van het militaire gerechts hof, da* een onderzQek had ingesteld naar de branden te Cork, bevatte voldoende aan wijzingen om de conclusie te rechtvaardi gen, dat aan de zijde van de regeeringstroe- pen ir.t-isciplinaire daden waren gepleegd, van jongens, „die voor niets deugden" cn flinke mannen werden, de suffers, die den kers bleken te zijn en daarnaast voorbeel den van het tegenovergestelde zijn voor het grijpen op „zielkundig gebied". Bovenstaande bezwaren mogen min of moor ikoorollook a I.rx, cckior H tvf- dat een zoo ernstig onderzoeker els dr. v. d. H., die geen tegenstander van het instituut is. ze naar voren brengt, moet tot nauwlettende overweging er van leiden. In ieder geval doen ze zien, dat de zaak waarom het gaat heusch ntet zoo eenvoudig is. Op enkele praktische bezwaren willen we in een tweede artikel wijzen. Politiek Overzicht. Dinsdag, bij de discussies over het adres van antwoord in het Lagerhuis, namen lord Robert en lord Hugh Cecil beiden plaats op de voorste opposltiebank, waarmee zij te kennen wilden geven, dat zij een onafhan- kelijk-conservatieve houding ten opzichte van de regeering zouden aannemen. De be- spi ekingen begonnen zeer kalm en Asquith bepaalde er zich toe vragen te stellen om trent de buitenland sche politiek en de ler sche kwestie, tenfcijl Thomas daarop de schietpartij op de spoorwegbeambten te Mallow behandelde. Hij .vroeg om een on partijdig onderzoek. Lloyd George verdocht de debatten over de besluiten der geallieerde conferentie-uit maar de schuldigen waren niet ontdekt. Zeven man waren echter ontslagen en een officier was geschorst. P' de bespreking van het gebeurde te Mallow verklaarde de premier verder, dat bet onderzoek door het militaire gerechts hof gaande was. Hij zegde toe, dat een vol ledig onderzoek zou woraen ingesiciu el hetgeen Thomas te berde had gebracht. De regeering zou echter, zeid-e hij onder teekenen van instemming van het Huis, niet buk. en voor de bedreiging met een spoor wegstaking. De toestand in Ierland was thank gunstiger clon zes maanden geleden. Het was waar, dat er nog slachtoffers bij de politietroepen vielen, maar dat kwam, door dat de politie thans de moordenaars rn de heuvels vervolgde. De premier vertrouwde echter, dat de orde zou worden hersteld en met do orde de vrijheid. Door den Engelschen premier is ook de kwestie van de Duitsche tegenvoorstel len aangeroerd. Hij wist alleen, dat deze ontworpen waren en dat de financieele des kundigen der Duitsche regeering - zorgvul dig hadden overwogenbij dezen zat inder daad de wensoh voor krachtige maatregelen te nemen om de Duitsche verplichtingen overeenkomstig het tractaat van Versailles na te komen. Hij had Het huis herhaaldelijk 'herinnerd aan de belangrijke bepalingen van het tractaat, die de mogendhe in staat stellen voorstellen in overweging te nemen om de Duitsche vergoeding te regelen door het betalen van een vaste som en zoodoen de het procédé te vermijden van het onder zoeken van en beraadslagen over de bizonxi derheden van aanspraken wegens verschik lende verwoestingen. Tusschen de Parijsohe: voorstellen en die, welke vroeger zijn ge«* daan, was het essentieele verschil te yindeit in de voorgestelde annuïteiten, die wisselen? in verhouding tot den bloei van don Duit* sohen uitvoerhandel. Over Egypte zekle Lloyd George, dat do regeering nog niet kon zeggpen, in hoeven zij het verslag van Lord Milner's commissi® aanvaardde en zelfs M zij het als grondslagj aanvaardde, voor zij overleg had gehouden met de Egyptisohe ministers, die nog niet officieel geraadpleegd waren. Hij zou liefst cok overleg houden met de vertegen A-oordi* gers van de dominions, voor men tot een! beslissing kwam. Het gold een zaak van het' meest vitale belang voor het rijk, voor dcni vrede in het Midden-Oosten en misschien! voor de toekomstige betrekkingen met Indië. Over Ierland sprekende, weerlegde hij oold nog de opvatti^yj die in sommige kringen! heerschte, dat door de krachtdadige maat* regelen van de strijdkrachten van de k/rooni in de laatste maanden niets bereikt was. In* tegendeel was de boycot geëindigd. Bijna ledereen in Ierland verlangde nu naar da ineenstorting van het sdhrikbewind. Als hol huis maar geduld wilde hebben, geloofde hii. dot de wet in Ierland hersteld zou wor* den en daarmee de vrijheid. De gedelegeerden van de regeering fa Constantinopel ter Londensche conferentie worden vanmorgen tc Parijs verwacht. Vol gens 't Journal des Débats zou 't mogelijk zijn, dat de afvaardiging van de regeering ta Angora tegen den 19en in de Fronsdhe hoofdstad kwam. Een ander Fransoh blad, de Temps, meldt, dat de Kemalistisohe de legatie aan boord van de torpedojager Audace van Rhodesia Ie Brindisi is aangeko men en weldra via Rome naar Londen zal vertrekken. Door 't blad wordt opgemerkt, dat men in Turksche kringen ervan over tuigd is, dat de delegatie van Angora haar onverzoenlijke houding zal laten varen, zal inzien, dat eendracht macht maakt en zich' zal aansluiten bij de afgevaardigden van de centrale regeering om op deze wijze oen gemeenschappelijk blok te vormen, dat dan, vereenigd, de belangen der Turksche natie zou kunnen verdedigen. Uit de laatste in lichtingen, die T blad heeft ingewonnen, zou moeten blijken, dat de Ottomaansohe gede legeerden aan de conferentie om de econo mische onafhankelijkheid van Turkije zullen vragen, zonder dat dc nationale en natuur lijke grenzen worden beperkt. Zij zouden verplichtingen op zien neinen^met -ueireK» 'king tot de Christelijke minderheden en all® 'garanties bieden ter bescherming van hun vrijheid, taal en religie. Daartoe zouden zij de bepalingen aanvaarden, die in 't verdrag van St.-Germaan voor de minderheden in' Oostenrijk zijn vastgelegd. Ook zou de de* legatie verzachting vragen van 't verdrag van Versailles ten aanzien van verschillen de economische, financieele, maritieme en militaire vraagstukken en tevens zou zij om financieele hulp der geallieetden voor 'I herstel van Turkije vragen. De Duitsche rijksminister voor buiten* landsche zaken, Dr. Simons, is Dinsdagmid* dag uit Stuttgart, v/aar hij zijn bekende/ door ons vermelde rede hield, te Karlsruhe aangekomen, waar hij in den landdag door den president Trunk werd verwelkomd, die verklaarde, dat Baden zich bij de rijksre- geering aansloot, wat het standpunt betrof om^het vredesverdrag loyaal, voor zoover het mogelijk was, uit te voeren. Baden was onvoorwaardelijk trouw aan 't rijk en het stelde het grootste vertrouwen in den rijks minister, wat diens streven betrof met be* trekking tot het vervullen van zijn moeilijke; en verantwoordelijke taak. De hoogste veredeling is soberheid. door SU2E LA CHAPELLE-ROOBOL, 18 ïk vertoefde veel' in mijn boudoir, wa'$r ik een heerlijk uitzicht had op de prachtige, bosohrijke omgeving. Alles prijkte nu in volfen 2om er luister, en het waren mooie, langie, warme dager». Geregeld ging Alfred ^3es middags met mij rijden, hij'scheen weer v»eel 'beter eni was vol t eed ere zorg voor mij. Ik geloof dat ik tien tijd', waarin ik mij licha- jmeHjk zoo zwak voelde, verdroomde in een (jyedangen naar <ten geboorte van ons kind- jo, Het/zou zoo heerlijk zijn als het er een maal was. Ik zou mijn kinderen, want een r>ot gezin schrikte mij niet af, integendeel, mijn positie van jonge, rijke vrouw leek (bet mi) gewenschi, verstandig opvoeden. We gouden ze niet bederven, trachten ^onzen 'rijkdom voor hen tot een zegen te maken. •De dogen vielen mij niet lang en ik vond ;het maar half prettig toen Nelly schreef dat op Sparhuize wilde komen logeeren. Ze jb)eef echter maar kort, verklaarde lachend jtfat zij bet heel vervelend vond. Ons huis, jm ja, dat was prachtig en de eerste drie, Vie* dogen kon je je best amuse ere rv met te bekijken, maar danIk praatte, .volgens Nel afrijd, over niets anders dan Over het kindie dat komen moest, ik stelde alleen belang in luiermanden en las slechts over de ontwikkeling van het kind, de hy giëne der kinderkamer enz. En Alfred, bleef veel in de bibtiotheek en studeerde in zijn boeken over Japansch en Chineesch blauw en porcelein, over Wedge wood en Sèvres en antiquiteiten. Neen, Nel had niet genoeg aan de mooie omgeving, aan de rijtoertjes, aan het kalme, weelderige leven. Ze keek mij met groote, verwonderde oógen aan en kon niet begrijpen dat ik zoo rustig en te vreden was. Ze vertelde van 'haar reis naar Zwitserland in deni voorzomer, van al de veroveringen die zij gemaakt had, van heel haar mondain, wuft leventje. Voor 'het oogen blik hadden we geen punten van overeen komst, ik stelcle geen belang in alles wat voor haar van zooveel gewicht was. Haar bezoek liet mij onverschillig en, ofschoon ik haar uit beleefdheid trachtte te weerhou den, toen zij na een veertien, dagen vertrok, voelde ik mij toch verruimd. Van dien eersten zomer in mijn eigen huis 'heb ik alleen de herinnering aan kal me, gelukkige eentonigheid. Ofschoon zwak, voelde ik mij niet ziek, ik maakte mij ook niet ongerust over Alfred. Een enkelen keer kwam ik wel eens terug op zijn bewe ring dat hij een kwaal had, maar hij sprak er luchtig over heen en ik ontgaf 't mij, lette niet op zijn bleek, ingevallen gezicht, dacht alleen aan het groote wonder dat gebei'ren a In October, toen de hooge boomen van de oprijlaan in gouden dos stonden, toen cle wilde wingerd zich bloedrood rankte om de vensters van ons huis, werd mijn dochtertje geboren. Het was een wonderlijk klein kind je en het scheen, bijna geen levensvatbaar heid to hebben. Ze wilden 't voor mii ver borgen houden, maar de eerste dagen zag ik toch aan dé bezorgde gezichten van dok ter en verpleegster dat het jonge, brooze leventje ieder minuut dreigde gebluscht te worden. Hoe kwam ik aan zoo'n stumperig kindje? Ik was toch jongen altijd gezond. De dokter antwoordde niet veel op mijn bezorgd wagen en Alfred haalde de schou ders op als ik klaagde, of beweerde, kwasi luchtig, dat het wet gaan zou. En het ging, ik l&n mijn kind gelukkig zelf voeden en als mers mii de kleine aan de borst legde voelde ik een wondere kracht in mij om haar alles te geven wat ik zelf aan- gezond- heid bezat. Ofschoon zwak en nietig, mijn schat bleef leven en toen zij vier maanden oud was verklaarde de dokter, dat er geen gevaar meer was en ik het iknd behouden zou. In al die angstige weken, dat ik mijn klei ne Franciska iederen dag als aan den dood1 betwistte, had ik weinig op Alfred gelet. Ik was zoo vervuld geweest met het kind, want ofschoon ik natuurlijk bediening en hulp in overvloed had, wilde ik graag alles zelf doen, dat er bijna geen, tijd voor hem over schoot. Hij was heel Hef en vriendelijk, beklaagde zich nooit dal ik hem in iets te kort deed, toonde ook wel belangstelling voor onsb kind, maar sprak er altijd over met een ze ker medelijdend zelfverwijt, dat ik toen niet opmerkte, dat mij wel vaag ergerde, maar dat ik niet begreep. Nel was met een bevriende familie naar Italië en ik noodigde mevrouw Eerhof uit cm haar stiefkleindochter te komen bezoe ken. Denzelfdeni morgen dat ik haar ver wachtte, kwam mijn man niet aan het onl" bijt. Sedert Francislca's geboorte sliep ik al leen, de kleine was dikwijls onrustig en Al fred wilde geen slachtoffer zijn van mijn overdreven zorg voor het kind, zooals hij het noemde. Hij had zich in den beginne tegen mijn voornemen, om het kind zelf te voeden, verzet. Ik kon immers zooveel hulp krijgen als ik wilde, een min nemen. Hij voelde er niets voor dat ik vrijwillig mijn figuur bedierf.- Zijn mooi, jong vrouwtje mocht zich niet noodeloos ieelijk m^ken- Hij zei het vleiend en glimlachend, werd niet boos toen ik hem zijn egoisme verweet. „Ik zal al het mogelijke doen om al mijn kinderen zelf te voeden." „Voorloopig is er nog slechts Franciska, antwoordde hij mat. Ja, maar ik zou 't een ramp vinden om maar één kind te krijgen, dat is ook zoo slecht voor "t kleintje zelf, rk weet bij on dervinding hoe ellendig 't is geen broers of zusters te hebben." Mijn man zei niets, 9chudde vriendelijk vermanend het hoofd en ik kreeg een ge waarwording abof ik belachelijk en on.- kiesch was. Met een vuuiroode kleur keerde ik mij om. Op den morgen dan dat mevrouw Eeihoi zou komen, liet Alfred mii weten dat hii zich niet wel voelde en ik gin» naar zijn ka mer. Hij lag op zijn divan, bleek, met gesloten oogen. Ik ging naast hem zitten en streek lieH koozend over zijn gezicht. „Ben je weer niet goed Alfred?" Hij nam mijn hand) in de zijne en! glim? lachte -pijnlijk. „Ik hoop dat het ditmaal maait een kleine vermaning zal zijn, Gertrude. Ild heb je al eens meer gezegd dat ik niet sterK ben, het komt telkens terug „Maar wat dan toch? Je spreekt in r-aad< seis en je maakt me bang." „Bang hoef je heelemaal niet te zijn; kindje. Met hetgeen ik heb kan ik oud wor* den." j „Maar wat heb je dan. in hemels naa^rn - „Ruggemergslijden." Hij zei het heel zacht, nog altijd hield hi*j mijn hapd vast. Hij keek. mij niet aan, maatf; ik zag zijn gezicht, smartelijk, verwrongerf' van pijn. Ik voelde niet9 anders dfcn medelijden «ne». hem, ik begreep niet wat het beïeekende4 „Arme lieveling, hoe weet je dlat ivu? Heeft de dokter dan zoo iets gezegd?" „De dokter hoeft mij niets te zeggen, iM heb het jaren (geweten. Maar je moet je niej ongerust maken. Het zal iongzamerhaivJ wel erger worden, maar zooals ik zeL mef zoo iets kun ja oud worden/' (Wordt vtrrolg3|<N

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 1