V
„DE EEMLANDER"
BUI fE. NL AN ÖT
BLOUSES
9.75
KOUSEN
FEUILLETON.
KB! FAHTOÏFEtS
«garfeandefl van af f S.-.
nabetrachting over den
Gemeenteraad.
1.25
44 LAKGESTRAAT
AMERSFOORT
10e Jaargang Ne. 201
U0IIM1SNIIS 7^™ tZ
ptr potl f 2.(0, pe« week (met Rratis veiieket<ng
legen ongelukken) f 0.17®, aixonderlijkc nummert
y dm.
AMEBSFOORTSCH
DIRECTEUR! J. VALKHOFF.
BUREAU:
ARNHEMSCHE POORTWAL.
TEL. INT 613.
Donderdag 24 Februari 1921
PRI1S DER ADVERIlHTIËN met inbegrip ven eco
bewijiniimmer, elke icgel meer 0.25, dienstaanble»
dingen en Ucldadiehcids edveitentlKn voor de helft
der prijs. Voor handel en bcdrijt bestaan zeer
vooidceligc bepalingen voor het adverteeren. Lent
drcuiaire. bevallende de voorwaarden, wordt op
aanvraag toegezonden.
Mora moge over den heer Hofland denken
lbo men wil; de hoeren verslaggevers mo
ven het minder aangenaam vinden, als hij
5er raadsvergadering is, daar dit gewoonlijk
langer vergaderen beteekentte ontkennen
'Telt toch niet, dat de heer H. de man is, die
ian 't debat iijn en kleur weet te geven. We
Rebben 't nu reeds verscheidene malen zon-
jder hem moeten stellen en hoe vlak en on
beduidend waren vaak da discussies 1 Dins-
dagavond woonde hij de vergadering weer
bij en zie hij geeft aanstonds relief aan het
debat. Feitelijk is na het vertrek van den
heer van Traa de heer Hofland de eenige
apreker In den Read. De andere heeren kun
nen zeer zeker vaak goede opmerkingen ma
ken en in korte speeches hun bedoelingen
doen mtkomen; de heer Holland echter vat
bijna altijd de raak breeder op en dringt
meer tot het feitelijke, waarom het gaat,
door. Wel is waar is hij daarbij dikwijls
breetfeprakig, somwijlen tot vervelens toe,
waarmee hij dan niet zelden zijn eigen be-
foog»verzwakt, maar hij beheerscht de mate
rie in kwestie en stelt meening tegenover
meening beginsel tegenover beginsel. Geen
wonder dan ook, dat de leiding van het
werkloozendobat, tot nu toe aan den heer
Voskuilen toevertrouwd, spoedig bij den
beer Hofland was. De heer Noordewier open
de het debat, waama de heer Voskuilen
weer eens kwam verzekeren dat het college
van B. en W. niet met bekwamen spoed in
de zaak der werkloozenregeling werkte.
Maar we kregen niet meer dan een hap en
een greep uit het lijvige stuk van B. en W.,
'dat niet aan ons blad is toegezonden, zoo
dat wij er ook weinig van kunnen zeggen,
daoT we onze kennis moeten putten uit het
geen we er tijdens de discussies van hoor
den.
Over de steunverlecning aan werkloozen
zijn allen in den Raad het eens. Ook hier
over, dat de beste wijze van steunen is het
doen verrichten van prodiuctieven arbeid.
Maar de sociaal-democraten willen het col
lege van B. en W. in gebreke stellen, dat
niet met den noodigen spoed in deze is ge
werkt. En dat wilde de heer Hofland scherp
doen uitkomen. Hij kende het lijvige stuk,
had alles goed nagegaan en trachtte nu uit
de correspondentie met den Minister van
Arbeid aan te toonen, dat de zaak feitelijk
«leepende is gehouden. Zonder hulp van bet
Rijk is zelis het verschaffen van productie-
ven arbeid onmogelijkde toestand' onzer
Rnahciën is nu niet van dien aard, dat het
Gemeentebestuur zich gTOOte dingen kan
veroonlooven.
Plannen voor dat soort werkverschaffing
zijn ontworpen, 0, a. het weggraven van een
„bult" en het in orde brengen van de haven.
Ook nog andere mooie dingen maai- die
waren nog niet voor het publiek bestemd en
werden slechts in een vergadering met ge
sloten deuren medegedeeld. Dan is er nog
U8MHP - TUIÜAlCSITïCT - ZEIST
"e'sf. interl. 1E8.
S'U eenige attesten
dnf hol rosult-aat van Uw schepping boven
verwaehl'iv; zelfs heotl voldaan dat oon
ieder, dio Kof ziet. verrukt is over dfcn f raaien
aanblik cn hulde brengt aan don ontwerper
i G. F. v. T.
zeer tevreden te zijn ovor don keurigen en
jnaakvollon aanleg van pen proot gedeelte van
i*0ijn buitenplaats le 's Graveland
J. B
een plan tot vakopleiding en voor een en
ander is aan den betrokken Minister een crew
diet gevraagd van 5 ton.
De Minister verleent geen steun als hij
niet op de hoogte der uit te voeren plannen
is en dfe Gemeente kan niet beginnen is ze
niet verzekerd van den Rijkssteun. Dat met
een en ander tijd gemoeid is spreekt van
zelf, althans voor cfen niet sociaal-democraat.
Maar de sociaal-democraten zien dat niet in,
willen het tenminste niet inzien. Stel je voor,
dat de roode broeders in het openbaar toe
stemden, dat ook de andere partijen de zaak
der werkloozen behartigen met alle ernst,
welke deae pastl De mentaliteit dezer hee
ren is nu eenmaal zoo, dat zij zich de eenig
ware verzorgers achten van al wet in de
verdrukking is en dat zij ook anderer mee
ning steeds aan onzuivere motieven moeten
toeschrijven. Vandaar dat het voor hen zoo
veel profijtelijker is in de oppositie te blij
ven en elke mede-verantwoordelijkheid voor
den gang van zaken te weigeren. Wethouder
Jorisseh gooide dit d^n heer Hofland ook nu
weer voor de voeten en trof, blijkens de op
winding der heeren, diaarmee een gevoelige
snaar. Is het niet te betreuren, vooral voor
de werkloozen, dat thans de heer Hofland
niet achter de groene tafel zit? Of er dan
vlugger of beter zou gewerkt zijn Afgaande
op die critiek der soc.-dem. mogen we zeg
gen ongetwijfeld. Immers de heer H. zou
het heele zaakje gauw genoeg hebben opge
knapt, hij zou de heeren in den Haag wel
hebben aangezet tot vlugger afwerken en
de werkloozen zouden geholpen zijn. Zoo
redeneerende zijn het dan dus de sociaal
democraten, die wel al lang de zaak ter
sprake hebben gebracht, maar door de wei
gering van de hun meer dan eens geboden
gelegenheid om daadwerkelijk aan de ver
wezenlijking hunner eigen plannen mede te
werken mede schuldig staan aan het nog
niet tot uitvoering komen dier plannen.
Maar, wij redeneeren niet aldus. Had de
heer Hofland iin het college van B. en W.
gezeten, het is onze stellige over tui ging, dat
de zaak er precies zoo voor zou staan als
thans. Op ons althans heeft het den indTuk
gemaakt dat er van opzettelijk talmen geen
spreke is, de zaak is en wordt behandeld
met de ernst welke passend is. Het eenigste
verschil zou slechts zijn, d<at dan de sociaal
democraten hun critiek hadden kunnen op
bergen en niet hadden kunnen optreden als
de menschen drie alleen weten, hoe het
moet. Het spijt ons werkelijk, dat we de zaak
zco en niet anders zien, vooral nu de heeren
zich zoo boos op ons maken, blijkende uit
de opwinding van den heer Hofland en uit
de denigreerende interruptie van- den heer
Noordewier, dat wij zoo moeten schrijven.
Kunnen de heeren nu werkelijk in een ander
geen eerlijke overtuiging onderkennen
Moeten zij nu altijd minderwaardige motie
ven veronderstellen "voor het optreden van
den tegenstander Hoe eng zij ook gevan
gen zitten in het keurslijf hunner partijprin
cipes en hoe zij ook tot in bet binnenste hun
ner ziel overtuigd zijn van de alleenzalig-
making hunner beginselen, toch zullen zij
zéker nog wel genoeg gezond verstand heb
ben te beseffen dat het geen behoorlijke
wijze van doen is eens anders meening
steeds te disqualificeeren.
en deel U hierbij mede dat ik bij
ponder tevreden ben over den nieuwen aanleg
van mijn tuin.
Wed. H. J. W.-DE K
Politiek Overzicht.
Uit een officieel communiqué valt af te
leiden, dat de Londensche conferentie gis
teren te kwart over elf in het St. James Pa
lace bijeenkwam om de Turksche gedele
geerden te hooren- Zoowel door 'few fik Pas
ja als door Bekir Sami Bey werden de alge-
meene beginselen uiteengezet, volgens
welke de vrede in het Oosten zou kunnen
worden hersteld. De conferentie noodigde
de gedelegeerden uit hun inzichten betref
fende de verschillende punten van 't ver
drag van Sèvres, ten aanzien waarvan zij
om wijziging verzochten, in concreten vorm
te gieten. Het was gisteren, enkele minuten
voordat de conferentie bijeenkwam, in offi-
cieele kringen nog niet bekend, of de Turk-
sche delegaties van Constantinople! en An
gora hun verschillen hadden bijgelegd en of
ze één delegatie hadden gevormd om de
Turksche belangen te verdedigen ter confe-
renti. Tewifik Pasja, die al een oud man is,
hij is 78 jaar, was in zoover hersteld, dat hij
de conferentie kon 'bijwonen en het werd
waarschijnlijker geacht, dat, tenzij er over
eenstemming werd verkregen met de dele
gatie van Angora, hij alleen vergezeld zou
zijn van zijn beide collega's van Constanti-
noprl Osman Nizami Pasja en Moestafa
Resjid Pasja. In dat geval zou Bekir Sami
Bey zijn best doen om afzonderlijk te wor
den gehoord.
Het is niet duidelijk, of ze het eens zijn
geworden, al meldt de Times van wel,
maar op de conferentie drongen de
beide Turksche delegaties er op aan, dat
al de streken, bewoond door Turken be
halve die, waar de Arabieren de meerder
heid vormen, een deel zouden blijven
uitmaken van Turkije. De Turken wilden ze
kere rechten toestaan ahn de minderheden
in Turkije, mits de Turksche minderheden in
andere landen dezelfde rechten kregen. Ook
wilden zij vrijheid van scheepvaart toelaten
door de zeeëngten. mits de souvereiniteit
van Turkije niet werd aangerand.
Op de mededeeling van Lloyd George,
dat de conferentie een uitgewerkt bericht
verlangde, zeide Bekir Sami Bey, dat hij
zich verzette te?en de bepalingen inzake
Smyrna, Thiacië, de neutrale zvne en tegen
de economische, ifinancieele en militaire ar
tikelen. Hij verzocht tijd om een verklaring
voor deze punten op te stellen.
wedstrijd werd voortgezet, zou er een nieu
we oorlog kornon, misschien niet met
Duitschland of Pruisen, maar met eenig an
der land. Het was van het grootste belang,
dat de oorlog voorkomen werd en dat daar
om de toeneming der bewapening op de
oude schaal moest worden tegengegaan. Als
de Volkenbond behoorlijk werd gesteund,
zou deze ertoe bijdragen, dat de toeneming
der bewapeningen werd tegengegaan.
Gewag makende van de Ifngelsch-Ameri-
kaansche vriendschap zeide lord Grey te gc-
looven, dat de hartelijke betrekkingen en sa
menwerking tussohen Britannië en de Ver-
eenigde Stoten meer dan iets anders zou
bijdragon tot het welzijn van de geheele we
reld. Tevens was hij van oordeel, dat deze
geheele kw estie niet in 't bizonder behandeld
moest worden als een gevoelskwestie, maar
dat men zekere feiten in aanmerking moest
nemen. Eén daarvan wos, dot Groot-Brittan-
nic met de Ver. Staten een vredesverdrag
had gesloten, dot een oorlog onmogelijk zou
maken, als daaraan de hand gehouden
wordt. Dit was het verdrag, dat <le beide rc-
geeringen verplichtte, als zij het niet eens
zouden zijn, zich te wenden tot een commis
sie, die een onderzoek zou instellen, een
rapport uitbrengen en tot een schikking ad-
visëeren. Als aan dit verdrag de hand ge
houden werd, zou men minstens een jaar
tijd hebben om na te denken, voordat het
tot een werkelijke vredesbreük zou kunnen
komen. Lord Grey zei, niet te meenen, dat
twee groote, democratische noties ooit oor
log konden voeren, als zij zich hielden aan
dergelijke verdragen. De Volkenbond moest
niet zijn een politiek van afzonderlijke bond
genootschappen, maar, indien een begin
v/as gemaakt met de meest nauwe samen
werking tusschen Engeland, Frankrijk, Italië
•en andere geallieerden, zou Ivet mogelijk
zijn den vrede te verzekeren in andere be
langrijke deelen van de wereld.
Imt. 8?,ÈnE
KAHDSC' OcyEH
1.50
KOUSEH
zw Kutne'
pnar
PRIMA
Mrjiii
AmsrlkaanscljB
SYLVAH
2.4^
ton „l'HIHONDELLE"
W.VAN ROSSUM
In een rede, welke lord Grey, die bij het
uitbreken van den oorlog 'minister van oor
log was, heeft gehouden,.mekte hij op, dat
men hem vaak had gevraagd, of de Volken
bond een succes was en dat Kil daar telkens
op had geantwoord, dat de Bond een succes
'behoorde te zijn. Er was gezegd, «dal er an
dere dingen in dien. geest waren geweest,
/ooals de Haagsche vrodesóonferemie, die
ook den oorlog beoogde "te voorkomen. Die
conferentie had wel veel beloofd, maar de
verwachtingen waren niet verwerkelijkt. De
reden waarom men met verwachting naar
den Volkenbond had uitgezien, was, dat men
hoopte dat deze een atmosfeer zou kunnen
scheppen, waardoor de oorlog onmogelijk
gemaakt zou worden. In 1914 dachten de
uiterste pacifisten n-iet zoozeer, dot een oor.
log zou worden verhinderd, dan wel, hoe zij
uit den oorlog zouden kunnen blijven- Dat
was niet genoeg. In de toekomst moest men
den oorlog beschouwen als iets dat voorko
men mc worden en niet slechts als iets,
dat men aiende te ontw ijken. Er moest een
instelling zijn, waardoor de openbare mee
ning van de wereld zoodoende tot uiting
kon komen. Dat behoorde de Volkenbond te
zijn.
De bewapeningen waren on groote schaal
toegenomen, tengevolge van den laatsten
oorlog, waardoor geheel Europa onder de
wapenen stond, op een wijze, zooals nog
niet was voorgekomen. Het was een ver
sterkte kamp. De wedstrijd in bewapening
moest niet worden voortgezet. Als deze
Bulienlandsche Berichten.
Washington, 2 2 F e b r. (R.) De re-
gecring heeft zich rechtstreeks tot den
raad van den volkenbond gewend met het
verzoek om aan alle geallieerde en geasso
cieerde landen gelijke voorwaarden toe te
stoan in de mandaatl ancien.
B e r I ij n, 2 3 F e b r. (\V. B.) De Duitsche
deskundigen uit handels- en nijverheids
kringen voor dé beraadslagingen te Londen
zullen voorloopig in Duitschland blijven en
eerst naarmate men hen daar noodig heeft,
te Londen worden ontboden. Enkele Deut
sche afgevaardigden vertrekken Zaterdag
avond nl, minister Simons en deskundigen
van zijn departement zullen Zondag met een
extra trein volgen.
Thans kan woiden beschikt over den of-
ficieelen uitslag der verkiezingen in Prui
sen. In totaal-werden uitgebracht 15 951 338
stemmen. Daarvan vrkregen;
de sociaal-democraten 4 171 286
'het centrum 2 964 202
de democraten 997 483
de Duitsch-natiorialen 2 892 667
de onafhankelij'ken 'I 055 023
'de Duitsche volkspartij 2 266 587
de communisten 1 207 695
de Wirtscbaftspailei 187 345
de Polen 12 271
de Chr. Volkspartij 13 982
andere partijen 5 606
Van deze laatste zijn ongeveer 3000
L»eensche stemmen uitgebracht in het dlfl)
trict Flensburg.
In de afzonderlijke kiesdistricten zijn g«
kozen:
sociaal-democraten QQ
centrum en Wclfcn 09
democraten IJ
Duitsch-notionalen 60
onnfhankelijken 17
Duitsche Volkspartij 47
Communisten 10
Wirtschaftspartei 1
Met inbegrip der blijvende Opper-Silezu
sche mandaten, krijgt men de volgende sa
menstelling von den nieuwen Landdag:
zetels.
Meerderh.-soc.-dem. 111 (tot nu toe 145)
Centrum 83 94)
Democraten 25 66)
Totale sterkte dor re-
geeringscoalitie 219
Duitsch-iYotionalcn 73 (tot nu toe 50)
Onafhankeliiken 28 23)
Duitsche volkspartij 56 ,r 21)
Communisten 30 r, 0)
Wirtschaftspartei 2(„ 0)
Weffen en Slees
wij k-Holste in ers 6(„ 3)
De nieuwe Landdag telt dus 414 leden
(tot nu toe 402).
Dc tot dusver bestaande meerderheids-*
coalitie heeft dus 219 z etc te; de oppositie
partijen van links en rechts beschikken over
195 zetels.
B e r 1 ij n, 2 2 F e b r. (W. B.). In weerwil
van olie tegenmaatregelen is de werkloos
heid in Januari aanmerkelijk toegenomen*
Het aantal mannelijke personen, die ton
dcele ondersteund worden, is gestegen vnw
335.000 tol 357.000, het aantal geheel
wcrklooze mannel. personen van 410.000
tot 432.000. In verband met het aantal man
nelijke werkloozen is ook lvet aantal onder
steunde gezinsleden gestegen, namelijk van
457.000 tot 495.000. Wanneer men hier
bij in aanmerking neemt dat ten gevolge
van dé beperkende maatregelen, die bij het
verleenen van steun aan werkloozen in acht
worden genomen, slechts ongeveer de helft
van het feitelijke aantal werkloozen onder
steun^ wordt, dan kan het totaal aantal men
schen in Duitschland, dat niet of slechts een
gedeelte van den normalen werktijd arbeidt,
op ongeveer twee millioen worden geschat
B e rl ij n> 2 3 F eb r. (W. B.) De Rijksdag
is heden na een rust von bijna drie weken
weer bijeengekomen. Bii de bespreking von
de begrooting van arbeid merkte minister
dr. Brauns op, dot het getal werkloozen, dat
blijkens de statistieken steun wm overheids
wege ontvangt, in binnen- cn buitenland
herhaaldelijk wordt «ongezien voor het to
taal getal werkloozen In het buitenland heeft
men op grond van d-eze vergissing zelf mee
nen te mogen zeggen, dat het er met do
Duitsche arbeidsmarkt nog niet zoo slecht
uitziet. Niet alle werkloozen ontvangen
echter steun van overheidswege en buiten
dien is er in Duitschland een bizonder
groot aantal werklieden, dat slechts halve
dagen werkt en zijn er verschillende bedrij
ven door de demobilisatie gedwongen meer
werklieden in dienst te houden dan voor het
werk vereischt is. Het ministerie heeft onaf
gebroken getracht zooveel mogelijk werkge
legenheid te scheppen in plaats va-n steun
te verleenen en dat is ook geschied door de
z.g. werkloozen verzekering. De Ouitsche
sociale maatregelen waren in de eerste
plaats gericht op de verhooging van de op
brengst.
Londen. 23 Pebr. (R.) Drre consta-
bels, die dienst deden op Dublin Castle,
werden door een gewapenden troep op straat
vlok bij het kasteel neergeschoten. Twee
hunner werden gedood, terwijl men niet ver-
Het is gemakkelijker geestig dan ern
stig te zijn.
door
SUZE LA CHAPELLE-ROOBOL'.
23
Had ik goed gehoord?
Ik keek de tafel rond en plotseling begon
fnijn hort te kloppen, en voelde ik het bloed
itaar mijn wangen stijgen, terwijl ik mezelf
voorhield dat het niet zijn kon en wat het
er ook eigenlijk toedeed als -het wèl waar
was en Ernst Rosdijk daar schuin tegenover
mii aön tafel zat. ik had hem bijna verge
ten, slechts nu en dan doemde die herinne
ring uit mijn- jeugd voor mij op, in de laat
ste jaren had ik zoo weinig aan hem ge
dacht. Maar nu overstroomden mij ineens
el die oude gewaarwordingen on ik kon den
-blik niet afwenden van het aantrekkelijke,
IHnke gezicht, van die trouwhartige, donkere
öogen. En hoe meer ik keek, hoe duidelij
ker ik hem herkende, ja hij was het weJ,
Ernst Rosdijk, de held' vah mijn meisjesdroo-
jnerv. Hoe was het mogelijk dat ik hem straks
,iviet herkend had Hij was toch zeker aan
Jnij voorgesteld, had ik den naam dan niet
Verstaan of was die mij ontgaan te midden
der anderen, döe aan mijn ooren voorbij
buisden
Ik voelde dol hij mij ook aankeek, rk zag
Op zijn gezicht een uitdrukking als van her-
maar wii waren te ver van elkaar
geplaatst om een woord te kunnen wisselen.
Nooit heeft een diner mij langer geduurd,
ik dacht dat er geen ernd aan zou komen
en toch zaten we slechts anderhalf uur aan
tafél. Toen ik mijzelf genoeg meester was
om volkomen onverschilligheid te kunnen
voorwenden, zei ik tot mijn gastheer dat ik
in dien meneer Rosdijk een jeugdvriend
meende te herkennen en ik vernam dat hij
jaren in Indië was geweest, daar een heel
mooie carrière had gemaakt, zijn ontslag uit
den dienst had genomen en nu sedert eeni-
•gen tijd in den Haag woonde, waar hij een
betrekking hoopte te krijgen aan. het mini
sterie van Koloniën.
Was hij niet getrouwd?
Neen, nooit geweest.
Terwijl ik na het diner met de andere da
mes in den salon vertoefde, zat ik stil weg
gedoken in mijn fauteuil en luisterde niet
naar de gesprekken om mij heen. Ik was met
mijn gedachten ver v/eg in het verleden en
ik, veertigjarige vrouw, die niets anders dan
désillusies had gehad, die dacht dat het le
ven zoo goed als geëindigd voor mij was,
voelde mijn hart kloppen en mijn bloed ja
gen door een nieuwe emotie, door een nieu
we -blijheid, die plotseling alles wat dor en
doodsch was geweest, te niet deed, en mij
nog wel onlbestemde, -maar toch sohitteren-
de kleuren in de toekomst voor de oogen
tooverde.
Eindelijk, daar openden zich de dubbele
deuren en de heeren kwamen binnen, fk zag
terstond dat zijn blikken mij zochten, ik stond
op en, alles om mij heen vergetend, ging ik
hem een paar schreden te gemoet.
Hij stak mij de 'hand toe en ik hoorde zijn
Stem
«Mevrouw Eerhof. reeds aan tafel meende
ik u te herkennen, maar al is uv eigenlijk niet
veranderd, het drong niet dadeliik tot "mij
door, dat mevrouw Eerhof en Gertrude van
Linden, mijn danseuse van zooveel jaren
geleden, één en dezelfde waren."
Hij sprak heel eenvoudig, zonder eenige
ontroering, toonde slechts aangenaam ver
rast te zijn dcor onze ontmoeting, en ik her
kreeg volkomen mijn kalmte en bedaardheid
en antwoordde „Zoo ging het mij ook. me
neer Rosdijk. Ik had uw "naam slecht ver
staan. Wat aardig dat we eikaar na zooveel
tijd weer eens zien
J.
Hij zei een paar wellevende woorden die
als een compliment voor mijn uiterlijk be
doeld waren en we waren spoedig in oen
druk gesprek gewikkeld over Breda, over
onze oude kennissen, zijn verblijf in Indië,
eindelijk over de reden, die mij naar den
Haag gebracht had.
„Mag ik u mijn dochter voorstellen?"
vroeg ik, en ik wenkte Ciska
„Meneer Rosdijk is een jeugdvriend van
mij, kindlief, we hebben elkaar 't laatst ge
zien toen ik zoowat zoo oud was als jij nu."
Hij reikte haar de hand, ik zag een uitdruk
king van teederheid in «in oogen komen en
hij wendde zich meer tot mij dan lot haar.
toen hij zei-
„Uw dochter lijkt op u, mevrouw, heel
veel."
„Zie je wel, moeder?" riep Ciska vroolijk,
„u kunt niets -eggen dat ik prettiger vind,
meneer Rosdijk."
Men kwam zeggen dat onze auto wacht
te en we moesten afscheid nemen. Ik keek
hem aan, zou hij niets zeggen, niets vin
gen Daar kwam het verlangde verzoek -
„Ik mag u toch zeker een visite komen
maken, mevrouw Eerhof?"
De blijde tinteling in mijn oogen kon hji
niet zien, want ik sloeg ze neer en terwijl
hij Ciska in Tvaar met zwanendons omboor
den mantel hielp, antwoordde ik bedaard
„Zeker, meneer Rosdijk, het zal me heel
aangenaam zijn, iecleren Vrijdag na vieren
ontvangen wij."
Wanneer Alfred wel genoeg was, bleef
'hij altijd op tot wij thuis kwamen. Wij von
den hem ook nu in de bibliotheek. Vol be
langstelling luisterde hij naar Ciska's vroo-
lijke verhalen en van onze ontmoeting met
rnener Rosdijk, een oud vriend van moeder
en iemand met zoo'n prettig, gedistingeerd
voorkomen.
„Dat is aardig voor je, Gertrude," meen
de Alfred vriendelijk. „Rosdijk, ik herinner
mij den naam niet. Heb ik hem wel ooit ont
moet
„Nee, hij was al weg van de militaire aca
demie toen wij geëngageerd waren.
„Ik hoop, dat hij ons een bezoek zal bren
gen."
„O ja, hij zal wei eens op onzen ontvang
dag komen"
„Ik zei het zoo onverschillig mogelijk en
toen verzocht ik Ciska haar vader sroeden
nocht te wenschen en naar bed te gaan, .vanf
ik had behoefte alleen te zijn en miin dwaze
droomen van blijde verwachting en her
nieuwd levensgeluk te droomen. Den eerst-
volgenden Vrijdag, toen ik in den 9aloni
kwam waar Alfred reeds in zijn rolstoel voo»-
den vroolijk vlnmmenden haard zat, zag ik
er zoo stralend uit, dat er een -gloed van
bewondering uit zijn donkere oogen hchtte,
toen hij mijn hand vatte en zei
„Gertrude, 't is of je met den dag mooier
en jonger wordt."
Ik glimlachte gestreeld en voor het eerst
na zooveel jaren verheugde ik irrvij oprecht
over mijn schoonheid, die mij zoo aantrek-*
kelijk zou maken in de oogen van mijnl
ouden, eenmaal zoo geliefden vriend. Maan
de middag verliep, verschillende bezoekena
kwamen en gingen, Ernst Rosdijk verscheer!
nog altijd niet.
Was dan al mijn moeite vergeefs en zou
hij niet komen Het werd stil in den salons
er was nog maar een enkele oude heer, dié
met Alfred praatte en ik stond op, onrustig^
mijzelf willend ontveinzen dat ik zoo vree*
séliik teleurgesteld was. Daar werd de flu<
weel en portière weer opgelicht en annonrf
ceerde de knecht
„Meneer Rosdijk."
Ik had al mijn zelfbeheersdhimg noodJfr
om hem niet tegemoet te vliegen, -om hen*
alleen maar met een vriendelijken g^limlaa»
welkom te heeten en hem kalm en bedaart!
aan mijn man en den anderen bezoekeiw
voor te stellen.
(Wordt vervolgd^