ST, EMILIOM ZIEKENVERPLEGINGSARTIKELEN i AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" 1. II. SCHOTERMftH Zn.. Btreciitscliestr.il, Iel. 145. Fontein IBACH en STEINWEG PIANO'S 9. GMTEIDiST-m. Eigengemaakte SHerkUing. FEUILLETON. Langs den grooten weg. Per flesch f 1.75, per anker f 72.- I-s STOOM-APPENDAGES PO N N E PIJP-AFSLUITERS - PAKKING telephoon 169. Menbileeringen - Knnsthandsl - BebangerU en Stoffeerderjj Langestraat 24. Tel. Int. 496. - AMERSFOORT. Fa. R. VAN DEN BURG ARNHEMSCHESTRAAT 8 TWEEDE BLAD. Voorbereiding. A. VAN DE WEG. Langesiraa* 23. IVfagaz. „De Dom". f» u ZATERDAG na 1£2 uur worden GEEN bestellingen meer aan huis bezorgd. „MONOPGLE" VILLEN GRGEHHÜIZEH juwelier Amersfoort. m VOETBALLEN en jfW VOETBALSCHOENEN We Jaarqtng Ho. 215 Zaterdag 12 Maart 1921. xeer aan te bevelen ORIGINEELE Bordeaux gewas 1917 •u TEBIÏEKE MACHINEKAMER-BEHOEFTEN VEASAKKEBWEG SM. BEHOOREN TOT DE MEEST VOORNAME FABRIKATEN EN DANKEN HUN NAAM AAN DE ONVERGELIJKELIJKE TOON SCHOON HEID EN ELASTISCHE SPEELAARD, Uitgebreide sorteering in de magazijnen van: De geschiedschrijver van de toekomst, die zich bezig zal houden met de parlementaire geschiedenis van Nederland, zal een moei lijke taak hebben bij de karakteriseering van onze hedendaagsche staatspartijen. Bij alle beginselvastheid toch, waarin elke partij voor zich gelooft, verandert de houding van elke groep voortdurend, blijkbaar onder den invloed van uitwendige omstandigheden. Het zal onze partij, de vrijzinnig-democrati sche, wel gaan zooals de andere de bui tenstaander zal allicht venSchil ontdekken tusschen den vrijzinnig-democraat van 1901 er> van 1921. Laat ons erkennen, dat wij het verschil niet zien, zonder daarmee te ont kennen, dat er wel verschil zal zijn. Waarom zouden wij alleen ontsnappen aan dien on- ontkoombaren invloed van het gebeuren, dien wij Jsij schier alle andere partijen waar nemen Nu, nog maar heel zachtjes, het geluid van de voorbereiding van de Kamer-vericiezin- gen van 1923 zich laat hooren, nu denken wij terug aan de verschillende verkiezingen, die we sinds 1901 hebben beleefd. En dan is bet merkwaardig te constateeren, hoezeer zich de mentaliteit van de verschillende Staatspartijen heeft veranderd- Wenden wij ons oog eerst naar Rechts. 1901 was het jaar van de groote clericale overwinning. Was het niet 60 tegen 40 Da slag, ons ter linkerzijde toegebracht, kwam In elk geval hevig aan. En vier jaar lang voetden we den zwaren druk van conserva tisme en clericalisme, die elkander, nauw ■verbonden, solide hebben vastgehouden. Toch begon er in de Rechtsche partijen zel ve die immers zulk een grooten steun vin den in de arbeidersklasse wat democra tisch leven te komen. De leiders merkten het niet Zij bekogelden ons met bijbeltek. sten om daarmee hun conservatisme goed te praten zij herinneren in die dagen le vendig aan het onlangs weer opgerakelde verhaal, dat in eene Kölnische Zeitung van 1828 op theologische gronden geprotes teerd werd tegen invoering van straatver lichting. „Het mocht niet worden geduld, dat men de door God donker geschapen nacht, ging verlichten I" Dat was ook in de jaren 1901—1905 de beerschende geest Had de Linkerzijde al spoedig genoeg van dit theologisch geregeer, onder de men- schen van Rechts zelf kwam verzet tegen het niets bereiken van de schijnbaar zoo krachtige regeering, tegen bet conservatis me. En dank zij de medewerking van die de mocratische elementen ven Rechts, wist het kiezerscorps van 1905 de Rechtsche meer derheid op te ruimen. 'Het scheen wel alsof het politieke leven van ons volk in den feilen strijd van 1905 volkomen was uitgeleefd. Was de strijd van 1905 een met gloed gestreden botsing van politieke overtuigingen, na dien tijd was de stembusstrijd kalm en rustig, alsof ei- veel veranderd was. Er was wel iets veranderd- De zwakke Linksche régeering, die in 1905 optrad, maakte al in 1908 plaats voor een gematigd Rechts kabinet. Dat nu was een contradictie. Een werkelijk „Recbtsch" ka binet kan niet gematigd zijn. Verkettering van den tegenstander ligt in het karakter van eene meerderheid van clericale elemen ten. Heemskerk en de zijnen bleven na de stembus van 1909 aan, juist doordat het ka binet „eigenlijk niet clericaal" regeerde. In derdaad. Hoewel, in Talma, iets toegevende aan de democratische wenschen van de gauche van de Rechtsche partijen, waren de partijen van Rechts geworden tot eene conservatieve combinatie, die geroemd werd meer om wat ze naliet dan om wat ze deed. Er was dan ook ook na Heemskerk's mi nisterie politieke misère de strijd van 1913 uerd we! door Rechts verloren, maar niet door Links gewonnen we kregen het- ex- tra-parlementair kabinet Cort van der Lin den. Niemand kan met zekerheid zeggen, hoe de loop van zaken verder zou zijn gegaan, als niet de wereldoorlog alle verhoudingen had veranderd. Wel echter kan worden ge constateerd, dat het door de regeering van Cort van der Linden ingevoerde algemeen kiesrecht voor mannen met de evenredige vertegenwoordiging, in elk geval zou heb ben geleid tot eene andere partijgTOepee- ring. Het democratische element in de Rechtsche partijen nam immers daardoor in kracht toe en heel long zou een conserva tief Rechts beleid niet meer mogelijk zijn geweest. In de Rechtsche partijen werd het streven naar verbreking van de coalitie ster ker ensterker en beurtelings zingen hare staatslieden den lof van een isolement Dit streven naaT isolement was intusschen het sterkst bij -de democratische groepen in de Rechtsche partijentot voor kort waren het de conservatieve elementen in de cleri cale partijen, die handhaving van de coali tie die immers zóó lang conservatief mocht regeeren als het eenag noodige propageerden. Het gaat anders worden. De tegenwoordi ge Rechtsche regeering, die in 1919 het ko- binet-Cort van der Linden verving,moest onder den druk der tijden tot democratische maatregelen komen,. Onder die maatregelen zijn er van zóó verre strekking, dat de be dachtzame vrinden elkaar bij herhaling ver stomd aanzien. Is dat tegenwoordig cleri caal regeeren zoo vragen zij zich af. Op die manier is het niet de moeite waard, de coalitie te handhaven. Dan maar liever uit eengaan en de Rechterzijde machteloos ma ken tot regeeren. Liever op zien komen spe len, dan zóó doorgaan. Zoo willen thans ook de conservatieven van Rechts de coalitie wel beëindigen. Het gaat, naar hun zin, heelemaal niet goed meer. Merkwaardig verschijnsel f Terwijl de „burgerlijke" democraten van Links in een Rechtsche regeering veel minder kwaad zien dan vroeger nu immers Rechts nauwe lijks meer clericaal durft zijn en niet meer conservatief kan zijn nu krijgen de hee- ren van Rechts er zelf genoeg van. Alles wijst dan ook op een uiteengaan van de Rechtsche coöliti -. Zij, die dit aanbeve len, doen het nog wel schoorv, -lend, plei ten nog wel voor behoud van hei Rechtsche kabinet, maar men weet, dat zii dit nog slechts doen uit piëteit voor de uitgesleten coalitie-leuzen. De conservatieven onder de Rechtsche broederen hebben (eitelijk genoeg van de samenwerking met religieuse geestverwan ten, die in de practische politiek naar het roode verkleuren. Te drommel, het clerica lisme is niet de moeite waard, als het zich niet met conservatisme kan pareri 1 En dit schijnt niet meer te gaan. Er rijst bovendien een licht aan-den over kant. De Vrijheidsbond van de door ons aanbevolen schoone nomen heeft men niet willen weten publiceert een program, dat tot samenwerking lokt. „Vrienden, wij zullen niet meer clericaal zijn, weest gij niet meer zoo erg vrijzinnig"men houdt het nau welijks meer in. Nauwe relaties tusschen de conservatieven van Rechts en Links, ze zul len stellig ontstaan. Kan de Vrijheidsbond, nu het vrijzinnig verleden nog zoo kort achter ons ligt, n u nog niet ingaan op zulk eene uitnoodigiing, gaat het in 1923 nog niethet is nog niet zoo héél zeker dan zal vermoedelijk toch bij een volgende verkiezing de anti these conservatief tegen democraat een vol dongen feit zijn. 1923 is in voorbereiding. Zouden we wer kelijk dan reeds de door ons zoo lang voor spelde toestan-' rien geboren worden? De toesta*?* tn Rusland. De contra-revolutionan e beweging in Rusland beeft zich tot dusver geuit in plaatselijke explosies. Algemeen over de groote uitgestrektheid van 't sovjetrijk is zij nog niet aan den dag getreden. Dit uit blijven voorloopig althans van een generaal verzet, sluit echter niet een mas sale ontevredenheid der bevolking ^it en een meer universeole opstand1 kan drfn ook een kwestie zijn van enkele dagen, enkele weken, enkele maanden. Het wil ons voor komen, dat er verschillende factoren zijn, die morrelen aan het fundament van 't sovjetregiem. Natuurlijk hebben de mensje- wisten en sociaal-revolutionairen, toen Lenin, Trolzki en collega's aan 't bewind kwamen en hun macht bevestigden, niet dan noodgedwongen zich neergelegd bij den gewijzigden staat van zaken. Het spreekt ook vanzelf, dat zij slechts een gunstige kans afwachten om de leiding in handen te nemen. Voorts is het in begin sel niet onmogelijk, dat Entente- en in 't bizonder Fransche agenten dermate heb ben geageerd, dat het uitbreken van den opstand der Kroonstadsche matrozen in de hand werd gewerlcTT De omstandigheid, dot de sovjets juist op het oogenblik, dat in Londen over het lot der wereld werd on derhandeld, voor moeilijkheden werd ge plaatst, acht een blad als de Deutsche Allg. Ztg. dan ook opmerkelijk en het is van oordeel, dat het met de Fransche mentali teit dan ook zeer wel is te vereenigen, dot Frankrijk het Duilsche volk en de overige wereld wil laten zien, dat het niet meer bang hoeft te zijn voor de bolsjewisten en dat de heerschappij van dezen ten einde loopt, zoodat de Fransch^n al hun krochten kunnen inspannen om de dwangmaatrege len tegen Duitschland uit te voeren. Deze veronderstelling van 't Duitsche blad kan een kerntje van waarheid bevatten, maar bet ligt o. 1. toch meer voor de hand, dat de derde en voornaamste factor, die bij de contra-revolutionaire beweging een rol speelt, de aard- van het sovjetsysteem-zelf is. Had reeds de oorlo-g Rusland op een ontstellende wijze gedesorganiseerd, het communistisch experiment heeft de ontred dering nog reëeler doen worden, al werd naar buiten wel eens de indruk gewekt, dat in Rusland pais cn vreê beersdhte en de siituatie in de sovjetrepubliek der overige wereld ten exempel kon worden gesteld. Dit was echter een bedriegelijke schijn; het witte tsarisme was slechts door een rood tsarisme vervangen en het was juist dit roode tsarisme, dat met man en macht, i. c. terreur en onderdrukking, verzet wist te smoren. Het sovjetregiem kon slechts worden gehandhaafd, door een ijveren en onverbiddelijke politiek yan geweld,, Van „gewaltloser Kommunismus" was in de verste verte geen sprake en het sovjet- regiem heeft dan ook geen menschelijker toestanden in 't leven geroepen, maar sledhts onbeminnelijke verhoudingen ver vangen door even onbeminnelijke. De eene botte macht kwam in de plaats van de andere botte macht. Het knoetsysteem bleef gehandhaafd en dit handhaven ver- Varkensmarkt - Amersfoort* Speciale nMccliia; Maison VAN E8MEREN. Collleur CoNticlicm* i CoiKcuso WIJERSSTKAAT 14. - Tel. 205 IToojrat Modorno Salons voor DArfEScn HEER EN - Manie ure Magazijn vnn Pnrfumurieën on Toilol'Artikolon. BADINRICHTING Ï.W-IlWi! J. J. v. UAMER3VELD Hoofdagent „Amstel"-bieren. Hotel Café Restaurant Restaurant den gehoelen dag. Zalen disponibel voort VERGADERINGEN. "PARTIJ EN, GROOTE cu RLKINF* BRUILOFTEN. RUIMTE plm 100 PERSONEN, Nadere inlichtingen bij do Dlrcclle, Teleloon 41. eischte zóóveel tijd en energie, dat de eco nomische en maatschappelijke omstandig heden niet werden verbeterd. Hieruit vloei den honger en ellende voort; de bevolking moest kou lijden en het slecht fungeeren* de regeeringsapparaat onthield bij voortch#- ring de in uitizicht gestelde verbetering-en. De onvermijdelijk hiermee samen/hangende ontevredenheid schijnt nu ten slotte tot de explosies te hebben geleid, waarvan de telegrammen melding maken. Concessies aan het volk in den vorm van verhoogde rantsoenen zullen dan ook tijdelijk de ge moederen kunnen doen bedaren, maar om dat de bolsjewistische systeemfouten van permanenten aard zijn, zal een gunstige keer dan ook niet dan voorbijgaand! kunnen zijn. Maar niet alleen de economische wan* hoop der bevolking ondergraaft de sovjet- mocht: de ontevredenheid vormt voorts den voedingsbodem voor de intrigues der contra-revolutionaire elementen, zooals de mensjewisten en de sociaa'Wevolutionairen, die zich vanzelfsprekend beijveren het troebele water nog troebeler te maken; er zijn dan het best visschen te vangen. Een ei> ander houdt echter nog niet in, dat do opstandige beweging dadelijk zal slagen een zooeven ontvangen B. T. A.-bericht uit Stockholm houdt in, dat de rooden de mui terijen in Moskou hebben bedwongen maar de aanhoudende aanvallen malen het nochtans in groote mate megeKjk, dat het Heat is gefonek aan humor. VJ attent maken op <1© groete sorleering GOilSfH- tn ZILVERWERKEN Naar het Engelsoh van JBFFERY FARNOL. Aldus kwam er over mijn gedaohben iets van de heerlijkheid van den helderen hemel boven mij, en van de glimlachende aarde om mij, terwijl ik voortstapte langs dien breeden, grooten weg,* die mij, ik wist niet waarheen zou leiden, doch waar onheil reeds voor mij op den. loer lag zooals ge zul* vernemen. HOOFDSTUK m. Heeft in hoofdzaak betrekking op een hoedL ^tet het klimmen van de zon werd de hitte teller en feller en de wegen stoffiger en stof feer, waarvan een geweldige dorst hat ge volg was, zoodat ik onder het gaan ware tantalus visioenen van ale moest onderdruk ken ale, die wonderlijk heerlijk in kannen schuimde, in glazen glinsterde, en met ver rukkelijk geluid uit aarden kruiken gorgel de. Ik begon eindelijk om mij heen te zien naar een of andere herberg, waar deze visi oenen verwezenlijkt en mijn dorst gelesoht zouden kunnen worden op een wijze als zulk een dorst verdiende. Doch ik zag niets, en voort wandelde ik door dit sohoone land van Kent, langs boom en heg en lachende wei de, door dalen en over' heuvels eni langzaam rijzend hoogland, terwijl de zon steeds folter scheen, de kronkelende weg steeds stoffiger werd en mijn dorst steds geweldiger. Eindelijk, toen ik den top van een heuvel had bereikt, ontdekte ik een kleine herberg, eenigszins terzijde van den weg, in de scha duw van een grooten boomik haastte mij erheen. Terwijl ik naderde hoorde ik een verward geluid van stemmen, als in een twist, en het volgend oogenblik zag ik een hoed door de openi deur vliegen, en op den weg terecht komen, waar*hij nog ©enigen tijd voortrolde en toen voor mijn voeten bleef liggen. Ik zag, dat het een zeer versleten hoed was, ge rafeld en afgedragen, vol deuken in den bol en gescheurd van randmaar toch kwam er van onder de viezige kaalheid nog iets te voorschijn als een herinnering aan hetgeen hij -eens was geweest; in de vuile en be kraste gesp, m de zwierige golving van den rand was een zeker droevig vertoon van be tere tijden bewaard gebleven; zoodat ik bukte en den hoed oprapend het stof er zoo goed mogelijk van begon af te borstelen. Terwijl ik hiermede -bezig was hoorde ik plotseling -een geweldig lawaai en opkiikend zag ik een man die ruggelings uit de her berg zwaaide en na een paar meters te heb ben gewaggeld op den weg neerplofte en daar een oogenblik bleef liggen, met onbe- stemden vagen blik in het luchtruim starend. Voor ik echter bij hem had kunnen komen, stond hij alweer op zijr\ beenen en nadat hij met onzekeren tred den boom, in welks schaduw de herberg stond, had bereikt, ging •hij daar tegen aan leunen; ik zag dat zijn gelaat erg was bebloed en dat hij probeerde het met den mouw van zijn jas af te vegen- Over zijn geheele persoon, van de kroon van zijn ongekamd hoofd tot zijn versleten^ ka potte schoenen lag hetzelfde air van zwieri- bij: ge losbandigheid die beter tijden heeft ge* kerod, hetwelk ik reeds in zijn hoed had op gemerkt en toen mijn medelijden had op gewekt. Toen ik naderbij kwam, zag ik hoe zwaar hij tegen den boom leunde en hoe buiten gewoon bleek hij was, en den starenden blik van zijn diep ingezonken oogen. „Ik hoop, mijnheer, dat gij u niet bezeerd hebt?" zei ik- „Dank u," antwoordde hij4 nog altijd met onbestemden vagen Mik voor zich uit sta rend, „in het geheel niet ik verzeker u enkal een tik op den neus* mijnheer onaangenaam verduiveld onaangenaam, maar meer niet, meer niet." _,Ik vermoed," zei ik, hem den verfom faaiden hoed voorhoudend, „dat dit een hoed van u is Zijn oogen richtten zich nu op het hoofd deksel, waarna hij eenigszins aarzelend zijn hand uitstak en het van mij aannam, met een lichte beweging van hoofd en schou ders die men voor een buiging had kunnen houden. „Dank u ja ik zou hem uit duizend herkennen," zei hij droomerig, „een oude vriend, en een veel beproefd vriend dank u zeer." Na welke woorden hij den veel be proefden vriend op zijn hoofd drukte, en met een andere beweging, die wederom een buiging had kunnen zijn, zich omkeerde en wegstapie. Terwijl 'hij zich verwijderde zag ik hoe zijn beenen eenigszins onwillig sche nen hun dienst te verleenen, en eenmaal dacht ik zelfs hem te zien vallen; echter, toen ik op het punt stond -hem te volgen, zag ik hoe hij met een lichten tik zijn hoed steviger op het hoofd drirkte, zijn beide han den in de zakken van zijn tot op den draad versleten jas stak en fluitend zijn weg ver volgde tot hij bij een kromming uit mijn ge zicht verdween. Hetzelfde oogenblik vóelde ik mijn dorst met verdubbelde kracht terugkeeren. Ik trad dus op de herberg toe en stond weldra, na drie treden te zijn afgegaan, in haar koele schaduw. Ik vond er drie mannen, elk met zijn pijp in den mond en een kan vóór zich. Een gTOOt, roodhoofdig, sterklounstig indi vidu stond driftig en in blijkbaar groote verontwaardiging tegen hen te woeden. „Waar gaat het met Engeland naar toe? dat vraag ik maar," zei hij. „Waar moet het naar toe, wanneer dieven en roovers zoo maar binnen komen loopen, een pint van je beste ale stelen onder je eigen neus van** daan waar moet dat naar toe?" „Ja," knikten de anderen ernstig, „zoo ia Joel, waar moet dat naar >oe?" „Zal ik je het eens zeggen," snauwde de roodhoofdige herbergier, terwijl hij zijn groote vuist met een forschen slag op de toonbank liet neerkomen „wij gaan naar den duivel Het hoofd van den herbergier was nog rooder geworden en zijn toehoorders zwe-» gen eer* oogenblik, blijkbaar onder den in- druk. Van deze stilte maakte ik gebruik om luid met mijn stok op den grónd te stampen, waarna de herbergier langzaam zijn oogen van zijn toehoorders wendde en met eenl dreigenden blik op mij. richtte. „Zoudt u," zei ik, „niet zoo goed willen zijn mij een pint ale te geven? „Zoudt u niet eerst zoo goed willen zijnj om mij de kleur van uw geld te laten zien?, was het honend antwoord. „Eerst geld I Itt laat me niet weer beet nemenJ Ais antwoord legde ik 'het geld voor herj neer. Nadat hij het in zijn zak had gestoken vulde hij een schuimende kan ale, en reikta ze me toe. Ik ledigde haar in eenenkele^ teug en vroeg om een tweede- „Waar is uw geld?" „Hier," zei ik, hem eten sixpence kend, „en je kunt de rest houden," (Wordt vervolgd^

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 5