tCMeis.Csiiw l Hej. li JEKKERS j koloniën"'" BINNENLAND. "muziekschool. UIT DEN OMTREK. Advertentiën Onderwijs in alie vakken. ya;i een zonnig weiland, eer» maanlicbt- ■traaftje in Munohen, eerv boschhoekje bij [Amersfoort, een herinnering aan zijn ge boorteland Napels, ja, zelfs in zijn portretten 'schijnen alle kleuren uitvloeisels van blauw, 'Van rijp, wisselend blauw. Eén zijner schilderijen stelt een atelier- hoek voor In schemering. Ben man zit er en speëlt guitore en d'e droomerige kleu ren en de stille lijnen, zijn zóó suggestief, 'dat 't schijnt, of men de zachte snarenklan- ken1 hoort. 1 Toch is de teekening van elk schilderij f<irsch. Tè forsch, Duitsch-forsch bijna en eek er onevenwichtig met de zachte, be- heerschte kleuren. Zoodra de kracht en de eenvoud van op- net een verfijning en verinniging an lijnen meebrengt (zonder de psyche te schaden), zal de teekening meer harmonieeren met de reeds zoo doorleefde kleur en zal Ferroro een zeer belangrijke stap voorwaarts heb ben gedaan op den weg, die hij volgde van uit Italië naar München en vandaar naar onze stad. Oost-Indiër Bc bestuurswisseling. Blijkens telegrammen uit Nederlandsch- Indië heeft de benoemde gouverneur-gene raal van Ned erl .-Indië, de heer mr. D. Fock, op 24 Maart j.l. te Batavia het bestuur aan vaard. Te half acht 's morgens stoomde de „Prins der Nederlanden" de haven van Tandjong Priok binnenbegeleid door torpedojagers en begroet door de „Tromp", een groot aantal gepravoi- seerde schepen, marine-vliegtuigen, het ge donder van het geschut van de „Tromp' en van de kanonnen der batterij. Een enorme menschenmassa was op de been. De nieuwe landvoogd werd aan boord van de „Prins deT Nederlanden" begroet door de directeuren van de Mij. „Nederland", den resident, den ass.-resident en den patih van Batavia, den oudsten eerstaanwezi-gen ma rine-officier en den havendirecteur. Na een kort onderhoud met den land voogd en diens gevolg op het emplacement, vertrok het hooge gezelschap onder de tonen van de opgestelde stafmuziek en het gejuich van de menschenmenigte naar Ba tavia, waar men te halfnegen aan het Koningsplein arriveerde. Bij de aankomst van Mr. Fock te Batavia, stond op het Koningspleinstation een zeer dichte menigte, een eere-compagnie infan terie met net vaandel en de muziek. In de wachtkamer waren verschillende autoritei ten aanwezig. Onder de tonen van het volkslied, het ge donder der batterij en het gejuich der volks menigte, ging de nieuwe landvoogd per statierijtuig, geëscorteerd door cavalerie, •langs de militairen en de dichte rijen van het publiek naar het paleis, waar hij verwel komd werd door den aftredenden landvoogd, de vice-president en de leden van den Raad van Indië, de algemeene secretaris en twee adjudanten, waarna in een speciaal daartoe •bestemd vertrek de bestuursoverdracht plaats had. De heer Van Limburg Styrum. hield hier bij een redevoering. Vervolgens had een druk bezochte audiëntie plaats voor de' aanwezige hoofd ambtenaren, hoofdofficieren van land- en zeemacht,- Volksraadleden, geestelijken, consulaire ambtenaren, gemeenteraads leden en vertegenwoordigers van handel, nijverheid en pers. Generaal Swart heette Mr. Fock met een toespraak welkom in Ned.-Indië, waarop de nieuwe gouverneur-generaal antwoordde met een rede, waarin hij herinnerde aan de, ook door hem indertijd krachtig voorge stane, instelling van den Volksraad en aan de dezer dagen juist bekend geworden regeeringsvoorstellcn tot herziening van de grondwet van Ned.-Indië. Pogingen om onrust te stoken, kunnen het hervormingswerk slechts bemoeilijken en belemmeren. Een goed en krachtig vere nigingsleven, ook onder de inheemsche be volking, heeft spreker's sympathie. Het ver- eenigingsleven strevende near het beharti gen van gemeenschappelijke belangen, langs wettelijken weg, verdient toejuiching. Doch verenigingsleven mag niet ontaar den, mag niet worden misbruikt. Spr. meende, dat de taak, die thans op zijn schouders rust, zwaar is en veelomvat tend, maar hij rekent op den krachtigen steun en de medewerking van ambtenaren en niet-ambtenaren. D.d. 26 Maart werd uit Weltevreden ge seind De heer Fock i9 hedenmorgen naar Bui tenzorg vertrokken, alwaar hij feestelijk werd ingehaald. Het station en de weg naar het paleis waren versierd met guirlandes en eerepoorten en de voorhal van het pal cis was in een bloementuin herschapen. Hier hield, de nieuwe landvoogd een drukbezochte audiëntie. De heer en mevrouw Van Styrum arri- vc-erden te Soerabaja en stapten- oveT op de „Orion waar de „Houtman" hen weder op pikte voor de Teds naar Australië. Onder overgroote belangstelling is den heer Van Stirum uitgeleide ge daan door mr. Fock, de leden van den Raad van Indië, den voorzitter van den Volks raad, de departementshoofden, vele hoofd ambtenaren en vrienden. Een Amboneesch muziekcorps speelde de volksliederen. Te half vijf vertrokken de heer en mevrouw Van Stirum per s.s. Houtman uit Priok. Een enor me menschenmenigte en padvinders brach ten hun een ovatie en boden een schal van bloemen aan, terwijl de bataillonsmuziek de volksliederen speelde. De Houtman stoomde weg onder de tonen van het Gebed uit Valerius' Gedenckklanck. Uit de Pers. Nederlnud eu JSeleië. Het Handelsblad krijgt den indruk, dat de belangstelling voor de herziening van de tractalen van 1839, de Wielingenquaes- lie incluis, in België zeer aan het dalen is, sinds een zeker deel van de pers nu wel er van overtuigd is, dat er van een Belgisch succes in d'en vorm van eene annexatie van Nederlandsch grondgebied geen sprake kan zijn. De Wielingen-quaestie wordt van tijd tot tijd weer eens opgeblazen om aan de zoolang slepende onderhandelingen nog een ietwat nationalistisch tintje le geven, maar het blad gelooft, dat de doorsnee Belg in zijn hart zich al zeer weinig er om zou bekommeren, inndien de zoo hoog opgezet te campagne tot herziening, van het regiem van 1839 op niets zou uitloopen, wat alles zins begrijpelijk zou ziin, omdat dit regiem nooit in het minst aan de commercieele ont wikkeling van België, noch van Antwerpen in het bijzonder, in den wef? heeft gestaan. Het is v.anr, België zal bij gelegenheid van die herziening tevens het recht krij gen op een waterweg over ons gebied van Antwerpen naar Moerdijk en een van Antwerpen naar Ruhrort, maar och, men weet wel, dat, als men eens zoo ver zal zijn, dat men tot den aanleg hiervan wer kelijk wil overgaan, men ook zonder dat dit thans bij tractaot wordt bedongen, Ne derland niet onwillig zal vinden erin toe te stemmen, getuige het feit, dat wijlen Minister Reg'out reeds lang vóór den oor log met zooveel woorden in dien geest zich heeft uitgesproken. Wij zouden ons zelfs wel kunnen voorstellen, dat men er in België de voorkeur aan geeft, dat thans nog niets definitiefs omtrent die kanalen wordt vastgelegd, omdat men nog geens zins definitieve plannen dienaangaande heeft jen bovendien het nog wel langen tijd zal duren, alvorens men de noodige gelden ertoe tot zijne beschikking heeft. Zien wij hierin goed, zegt het blad, en het feit, dat de Belgische Regeering nu reeds bijna een jaar lang stilzit, zonder iels te doen om de zaak verder te brengen, pleit zeer daarvoor, dan kan men zeggen, dat de gemoedsstemming in beide landen in den grond der zaak precies dezelfde is. Im mers, ook in Nederalnd laat de herziening van de tractaten van 1839 als zoodanig, nu men eenmael zeker ervan is, dat wij niet van grondgebied zullen worden beroofd, vrijwel iedereen koud. Waar ko-mt dus de zaak op neer? Daar ligt een tractaat klaar tot herziening van de tiactaten van 1839. Het geeft onge twijfeld alleen voordeelen aan België, daarom kan het zeker den Nederlander niet hinderen, zoo het niet tot stand komt; maar dio voordeelen schijnen ook ander- zijlds niet van dien aard, dat men in Bel gië er zeer om zal treuren, zoo ze nie' worden bereikt. Daar ligt bovendien een Wielinen-quaestie, die opgelost kan wor den of niet, zonder dat practisch een der beide volken zich veel ervan behoeft aan te trekken. Wanneer men den toestand aldus mag bezien, zou dan niet de tijd zijn gekomen om de zaak qgns wat minder dramatisch te gaan behandelen, dan wij tot nu hebben gedaan, zoowel de Belgen als wij? Wij stellen die vraag, omdat men juist in dc Eerste Kamer zich in de tegenover gestelde richting heeft bewogen. Door de rede van onzen socialistischen „senator" Van Kol, die het, zoowaar, deed voorkomen alsof wij niet alles zouden hebben gedaen om de Wielingenquaestie in vrede en vriendschap te schikken, heeft het Hooge College zich tot een staat van ontroering laten brengen, die niet geheel evenredig was aan het gewicht der zaak, waarom het ging. Interrupties, protesten, applaus, afzwering van de Bel gen als zusternatie door den heer Polak, gepaard aan den eisch alle toegezegde concessies terug te nemen, een kalmee rend woord van den Minister, maar met een dreigend sous-entendu in denzelfden geest, alleen op wat langer termijn, enz. Wij willen volstrelt niet ontkennen, dat de grondgedachte bij dit alles juist was. Wat de heer Van Kol zc-ider was mallig heid; hij weet, dat wij volstrekt niet staan op de souvereiniteit over de Wielincren, maar alleen op een uitgang door de Wie lingen naar de volle zee; hij weet, dat onze Regeering allerlei oplossingen aan de hand heeft gedaan, ook die door arbi trage, die alles, zonder discussie, door de Belgische regeering zijn afgewezen; hij weet, dat onze Regeering nog. steeds tot iedere redelijke solutie bereid is en ook de quaestie, als in het verleden, ongere geld wil laten. Het paste hem dus >nóet den schijn te wekken, tdsof het slepende ka rakter vain het geschil aan een "Zekere in- transigentie van onze Regeering zoude z^n te wijten. De heer' Polak had gelijk: men zou zijn geduld er bij gaan verliezen cn maar liever terugnemen wat wij vrij willig hebben aangeboden, nu men van Belgische zijde maar steeds bliift weige ren het aar. te nemen; wij hebben dat zei- ver. reeds meermalen betoogd. En toch zouden wij, gezien het feit, dat men zich in België weinig of niets meer van de zaak aantrekt, thans m.car liever on wat gemoedelijker manier dan door een soort ultimatum „nu of nooit", een einde eraan willen maken. Laat onze Regeering niet eenzijdig de behandeling definitief af breken, maar aan de Belgische regeering, die toch hliikbear cok wat gemoedelijker is gestemd dan het ir.inisterie-Hijmans, voor-stellen als gcede vrienden de herzie ning van de troelen van 1839, waarbij geen der beide volt-en eenig reëel belang meer heeft, niet verder door të zetten en ook de Wielingen-quaestie op denzelfden grond maar te laten vcor wat ze is. Op dien voet hebben wij vóór den oorlog vriendschappelijk raast elkander geleefd, waarom zouden wij dat nu r.iet meer kun nen? Beide volken hebben ernstiger din- gen te doen dan te blijven kibbeleft over quaesties, die haar belang alleen ontlee- nen aan de mentaliteit, waarin ze zijn op gezet en de nationalistische kleur, die men eraan heeft gegeven. Het drama heeft dan geen ontknooping, maar heeft die ook niet meer noodig, nu reeds in het eerste bedrijf de intrige in het zand is ver- loopen en de hoofdacteurs, dio haar had den opgezet, van het tooneel zijn verdwe nen. Naar aanleiding van bovenvermeld artikel schrijft Het Volk: „Wij zouden het ten zeerste betreuren, als onze regeering het oor liet hangen naar de ze inblazing. Het zou weinig minder dan een trouweloosheid zijn, en te afkeurens waardiger, omdat door verscheidene Ne-, dcrlandsche pers-organen juist de vorige Belgische regeering niet zonder eenigen grond van zekere trouweloosheid is beticht, toen zij de tot in bijzonderheden overeen gekomen herziening der traktaten van 1839 ten slotte weigerde te teekenen en dit eens klaps van een toegeven in de Wielingen kwestie afhankelijk maakte. Waar de Ne- derlandsche regeering zich harerzijds even eens tot teekening der herziening van de traktaten van 1839 en bovendien tot een redelijke oplossing van het Wielingen-ge schil bereid verklaarde, zou het de verhou-. ding tol België noodwendig ten zeerste ver scherpen, als onzerzijds het eens gegeven woord als een „vodje papier" behandeld werd en men met een glad gezicht België ging voorstellen alle zaken maar bij het oude te laten, d.w.z. België ten slotte naar alle toegezegde tegemoetkomingen te laten fluiten". De stiïïe Trust. He't bericht, dat een subcommissie uit de Staatscommissie voor het productiestelsel zich zal bezig hooiden met het onderzoek naar trustvorming- hier te lande, laat den hoefijzér-r e da cte ur van het Handels blad de aanleiding tot dezen maatregel in herinnering brengen. Ze was een tweetal redevoeringen door de heeren Bergsma en Van Embden in de Eerste Kamer gehouden bij de algemeene beschouwingen over de Staatsbegrooling. De Regeering schijnt niet hard aan trustvorming te gelooven. Maar na de zeer preciese mededeelingen die de heer Bergsma deed omtrent hel vormen van een belangengemeenschap in den rijwiel handel, is zij dan toch overgegaan tot het verzoeken aan de Staatscommissie om een subcommissie te willen instellen voor deze zaak. Want de heer Bergsma had medege deeld, dat de rijwielindustrie onderling zoo danig werd georganiseerd, dat handelaren en rijwielherstellers, dio zich niet wilden houden aan de prijszetting van deKongsi, op een zwarte lijst werden geplaatst en niets meer geleverd kregen, zelfs geen onderdee- len. De contract-formulieren tusschen het Centraal Bureau voor den Rijwielhandel (ge vestigd te Amsterdam) en fabrikanten, han delaren of herstellers, werden door genoem den afgevaardigde voorgelezen- Dit is nu een wel een zeer sterk sprekend voorbeeld van trustvorming. Ma.ar wij zijn er van overtuigd zegt Schr. dat de commissie nog wel meer zal vinden. Vooral wanneer ze niet alleen zoekt naar trusts i n optima forma, maar. ook naar minder vormelijke trust-t endenzen in de hui dige maatschappelijke productie en distri- bul ie. De Regeering heeft aan het gehuil om proteclie tegenover de valuta-conourrentie gelukkig geen gehoor gegeven. Maar al komen de goederen uit het buitenland nu dus onbelemmerd binnen, wanneer ze hier z ij n vallen ze in de handen der groot-, tusschen- en klein-handelaars. En dan is de ver^-uiker niet meer verzekerd van koopen t den laagstmogelijken prijs zooals v r, voor den oorlog, door den concur- renliefactor. „Dit wordt volstrekt niet altijd veroor zaakt door een zoo formeele trustvor ming als waarvan de heer Bergsma een voorbeeld gaf, maar vaak eenvoudig door een veranderde mentaliteit van den handel, die er toe neigt elkander onderling niet meer zoo scherp mogelijk te bestrijden doc-r te zoeken naar den laagst mogelij ken prijs, maar veeleer neigt naar den hoogst mogelijken. En het zijn vooral deze ongeorganiseerde, deze stille trusts die thans, naar onze overtuiging, de prijzen hoog houden. Een staaltje kon men dezer dogen lezen uit een korte mededeeling in een der Haag- sche Naden. „Waarom blijven de bananen zoo duur vroeg een kooper aan een win kelier. „Die hoeven toch geen 15 cent meer te kosten." „Wel neen", was het antwoord, ,mqar ze blijven zoo duur zoo lang' het pu bliek er zooveel voor geeft." Ja, maar dat zou vroeger onbestaanbaar zijn geweest. Vóór don oorl-og kon het pu bliek het redelijke of onredelijke van den prijs van een banaan evenmin beoordeelen als nu. Maard at was ook niet noodig. Door de scherpe concurrentie was ieder er zeker van dat hij de verlangde waar zco goedkoop mogelijk kreeg. Dat is nu niet meer zoo. Dc handelaar is gewoon en geneigd geraakt om niet meer te vragen Wie verkoopt goedkooper dan ik om dan zijn prijs zoo mogelijk óók zco laag te stellen, doch om te vragen Wie verkoopt duurder dan ik om dan ook zijn prijs omhoog te brengen. Met andere woorden De prijzen volgen niet meer een minimum-, maar een moximum-tendenz. Wnt weder een gevolg is van het feit, dat als een overblijfsel van de crisishuishoudrr.g, de betrekkingen tus schen dc handelaars onderling niet meer zoo sterk door concurrentie worden be- heerscht als voorheen, dat de davergeerende tendenzen tusschen hen ten deele zijn ver vangen door convergeerende. Die zich uiten hier als formeele trustvorming, daar als losse afspraken, ginds in den nog ijleren vorm van een gezamenlijke neiging'. Daarom zijn de bananen nog zoo duur. Ea nog heel wat andere artikelen. Wij weten niet, of er tegen deze stille Jtrusts wel iets anders te doen zal zim dan het toepassen van coöperatie door de verbruikers. Hetgeen op den duur dan wel het, zelf gegraven, graf van den midden stand zou kunnen worden. Of de wetgever hier iets zou kunnen uitrichten, betwijfelen wij. Tegen formeele trustvorming blijkt, in 't buitenland, al moeilijk op te treden en wanneer men weder, als vroeger, anti-woe- ikerwetten gaat maken, dan komt men van zelf weer tot de moeilijke quaestie van de pariteit tusschen prijsopdrijving en loon- opdrijving, die in vroegere jaren zoowel de erbeiderslooncoalitaes als de patroons-prijs- coalities deed verbieden en die een van de twee klippen is geweest waarop de Duurte- v/et is gestrand. In Engeland echter zou, gelijk de heer Bergsma aantoonde, een contract als dat van den rijwielhandel dat hij besprak, door den Techter onwettig en zelfs strafbaar worden geoordeeld. Terwijl bii ons zulke zaken deftiglijk de „Koninklijke goedkeuring" verwerven Maar hoe dit zij, als men een kwaad wü bestrijden, moet men het eerst goed kennen. Daartoe zal men, dank zij vooral den heer Bergsma, door een commissie den eersten stap worden gedaan Or^auisaile van het intellect. Het Nieuws van den Dag dat een artikel wijdt aan de intellectueelen-beweging besluit dit met te zeggen Vroeger heeft men de intellectueele groe pen die zich widen organiseeren, wel ge waarschuwd tegen de verleiding om zich in te laten met de politiek maar reeds voor dat zij daartoe in de gelegenheid zijn, be moeit de politiek zich met hèn. De heer E. Polak heeft aan de vergadering van den Journ. Kring te verstaan gegeven dat „ver scheiden leden" ernstige principieele bezwa ren hebben tegen organisatorische samen werking van intellectueolen, omdat zulle een samenwerking in strijd komt met hun begin selen. Die organisatie toch zou aansluiting van intellectueelen naar andere zijde, welke misschien noodig kan zijn, belemmeren De zin van deze woorden is duidelijk ge noeg. De sociaal-democratie ziet er niets in, zich den wind uit de zeilen te laten nemen. Dus sprak zij haar veto uit, en noch de voorzitter, de heer Hans, noch mr. Ritter, die zich voor de zaak bijzonder geinteres- seerd heeft, kon verhinderen dot de aanslui- ting werd „afgepoeierd", de groote meerder heid der vergadering besliste in dien zin. Het Alg. Ned. Intellectueelen-Verbond zal het dus zonder den rechtstreekschen steun van den Journalisten-Kring moeten stellen. Wij betreuren dat niet. Het Verbond zal moeten toonen, op zichzelf te kunnen staan, en hoewel dat in den aanvang wat moeilijk kan wezen indien er genoeg innerlijke kracht is, zal dat wel gaan. Berichten. Benoemingen enz. van Inge nieurs. Ir. J. P. van Aalst is aan de uni versiteit te Bazel bevorderd tot doctor in de philosophie op een proefschrift getiteld: Die Aufnahme von Resonanzkurven mit Detek- tor und Galvanometer. De promotie ge- "schiedde magna cunv laudo. Ir. J. H. Curvers, ingenieur bij de Bataaf- sche Petroleum-Maatschappij, en ir. Ch. G. G. von Freyenburg, zijn 19 Maart 1921 per s.s. Koningin der Nederlanden naar Bata via vertrokken. Ir. H. A. J. van Stipriaan Luiscius te Buenos-Ayres is, gedurende het verlof van den gezant en consul-generaal der Neder landen te Santiago (Chili), belast met de waarneming van diens functiën. Ir. A. M. Vroeg is met 18 Juni benoemd tot adjunct-ingenieur bij den Dienst van Weg en Werken der Nederlandsch-Indische Spoorweg-Maatschappij ën zal 18 Juni per s.s. Tambora naar Java vertrekken. (De Ing.). Orde van Nederlandsche Raadgevende Ingenieurs. Inde dezer dagen gehouden jaarvergadering der orde van Nederlandsche Raadgevende In génieurs werd Ir. C. J. Meijers als be stuurslid herkozen. Door den voorzitter Ir. D. H. Stigter werd verslag uitgebracht over het afgeloopen vereenigingsjaar. Als belang rijkste feit bracht hij de stichting van de Vereeniging voor Brandstofbezuiniging in herinnering. Het aantal leden bedraagt thans 229 werk tuigk. en electr., 2 scheepsbouwk. en 11 civiel en bouwk. ingenieurs en is in de 4 jaren van het bestaan der vereeniging juist verdubbeld. Besloten werd een request te zenden aan den Minister van Justitie, waarin gewezen wordt op de wenschelijkheid voor techni sche deskundige voorlichting bij rechtza ken meer dan tot dusver van de diensten van raadgevende ingenieurs gebruik te ma ken. Er werd voorts een commissie be noemd om te onderzoeken in hoeverre het wenschelijk zal zijn het nieuwe tarief voor ingerrteurswerkzaamheden, opgesteld door de Vereen, van Delftsche ingenieurs, nog met eeriige bepalingen aan te vullen met name in verband met het feit, dat het tarief slechts geldt voor de persoonlijke werk zaamheden van ingenieurs en niet voor die van hun bureaux. Irs. A. M. Schippers te Rotterdam en K. Bakker te Amsterdam wer den als leden tot de orde toegelaten. liet rij kspcrsonecl. In dc laatstgehou den Comitévergadering van het Alg. Comité van Overheids-personccl werd mededceling gedaan, dat ccn onderhoud zal plaats hebben met de Ver. van Ned. Gemeenten, ter bespreking van dc vraag of door overleg met deze vereeniging uniforme en ge lijktijdige. invoering van de voorstellen der Staats commissie-Raai jmakers door vele gemeenten kan woidcn bevorderd. De regcering beschikt afwijzend op ccn verzoek, om voor gezinsverzorgers en pleegouders dezelfde maatregelen te nemen, als thans voor gehuwden - onderwijzers inbegrepen en gehuwden met kinderen inzake hun salarlcering zijn getroffen. Be sloten werd bij dc Centrale Commissie deze zaak aanhangig te maken. Uitvoerig werd dc Memorie \nn Antwoord en het gc.wijzigd wets-öntwerp, regelende rechtstoestand van ambtenaren, besproken. Betoogd werd, dat cl# wet steeds meer van de voorstellen der Staatscom» missie afwijkt. Aan den minister en aan Tweedei Kamer za leen adres gezonden worden, waarin op. wijziging van verschillende artikelen zal jvorden aangedrongen. De W ij n hu i s t o r e n. Na den brand in den Wijnhuistoren heeft de ge meenteraad van Zutphen besloten tot het weer instellen van het ambt van torenwach ter. De ingekomen sollicitatiestukken wer den in handen gesteld van den brandraad, die deze stukken terugzond met een nieu we beschouwing over dat onderwerp, waar uit blijkt, dat hij de insteellen zoowel over bodig als gevaarlijk acht. B. en W. stellen nu den raad voor, het punt nogmaals te overwe gen. Een magnetiseur als be klaagde. Voor het kantongerecht te En schede heeft terecht gestaan de barbier J. G. de V., te Almelo, wegens het onbevoegd uitoefenen van de geneeskunde. Hij heeft den kantoorbediende G. J. Denekamp te Hengelo eenige malen behandeld, door aan de voor- en achterzijde van diens lichaam handbewegingen te maken. Voor die be handeling is hem een vergoeding van 40 gegeven. De vader verklaarde, dat'zijn zoom er vóór de behandeling niet best uitzag en thans is genezen. Dokter Frank, als getuige gehoord, deelde mee, dat D. tuberculose had aan de linkerlong en door dr. Van den Meer in het dagsanatorium was behandeld'. Een andere "getuige, dr. Van der Meer, verklaarde, dat hij twee gevallen heeft ge had, dat beklaagde met gunstigen uitslag, patiënten behandelde. Het O. M. vroeg een boete van 25 of 25 dagen gevangenisstraf. Baldadigheid. In den vorigen' zomer, toen te Lemmer de visschers in op* positie kwamen tegen de hun opgelegde be lastingen, was hunne verhouding tegen oven de raadsleden alles behalve vriendschappe lijk. Op den 23en Juli, des avonds ongeveer 11 uur, werd bij een raadslid, den visch- handelaar J. de Rook, een ledig haringvat door de ruiten gegooid. Door uitlatingen! rezen er vermoedens tegen eenige jong<el visschers, die daarop door den burgemees ter aan een streng verhoor zijn onderwor pen. Het resultaat hiervan is geweest, dat de visschers G. P. en R. V., resp. 19 en 20 jaar oud, bekend hebben genoemd feit te hebben gepleegd. Laatstgenoemde .bekende tevens mededader te zijn van de toen ge pleegde brandstichting in het badhuis te Lemmer. Kunst en Wetenschap. Openluchtspelen in hel b o s c h. Op de laatste bestuursvergadering, van de vereeniging „Ginniken Vooruit" is het plan gevormd, in het Mastbosch te Gin niken openluchtspelen te organiseeren zoo- als reeds geschiedt in Valkenburg, Apel doorn en tmdere plaatsen. Comenius hulde. De 28ste Maart, geboortedag van Joan Amos Ko- mensky, is, zooals gewoonlijk, te Naarder* niet ongemerkt voorbijgegaan. Een groot gezelschap vereerders verzamelde zich des morgens in het stadhuis, onder wie o.a. me vrouw Maxa, echtgenoote van den Tsjecho- Slowaakschen gezant. De waarnemende bur gemeester, de heer van NVettum, heette het gezelschap welkom in de groote raadzaal en begrootte inzonderheid den heer Simek, die juist herdacht, hoe hij gedurende 25 jaren voorzitter was van de Amsterdamsche Come nius Vereeniging. De jubilaris beantwoordde deze toespraak, dankend voor de ontvangst der Comeniusvrienden in Naarden, hetwelk hij het Mekka der Komensky vereerders, noemde. De secretaris van het gezantschap, dr Svagrovky, sprak namens den gezant Prokop Maxa, die op het o ogenblik in Praag ver toeft. Voorts werd het woord gevoerd door de heeren Schieveen en Rubens als pen ningmeester der Amsterdamsche Vereeni ging, terwijl de heer V. Eyken Nieukerk als secretaris der Naardensche Vereeniging het woord voerde. Na bezichtiging van het Comenius Muse um, waar de heer Simek een mooi album aanbood, waarin de bezoekers voortaan hun «emen konden schrijven, begaven allen zioh naar het Comenius monument, waar de heer Simek namens de Amsterdamsche Vereeniging en de gezantschapssecretaris namens het genootschap in Den Haag, kran sen neerlegden. De plechtigheid werd be sloten met het zingen van het. Tsjechische volkslied. A. J. C. MOOY. Einddiploma Conservatorium Amsterdam. SpreekuurMaandag 56 uu^ J. t. Oldenbarnevelllaan 8, bij den Berkenwocr. P^rT-T"T~r-T"T"T"T"^ r Gedipl. Ceiütusi - Zuiasingei 2

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 6