tCMeis.Csiiw
l Hej. li JEKKERS j
koloniën"'"
BINNENLAND.
"muziekschool.
UIT DEN OMTREK.
Advertentiën
Onderwijs
in alie vakken.
ya;i een zonnig weiland, eer» maanlicbt-
■traaftje in Munohen, eerv boschhoekje bij
[Amersfoort, een herinnering aan zijn ge
boorteland Napels, ja, zelfs in zijn portretten
'schijnen alle kleuren uitvloeisels van blauw,
'Van rijp, wisselend blauw.
Eén zijner schilderijen stelt een atelier-
hoek voor In schemering. Ben man zit er
en speëlt guitore en d'e droomerige kleu
ren en de stille lijnen, zijn zóó suggestief,
'dat 't schijnt, of men de zachte snarenklan-
ken1 hoort.
1 Toch is de teekening van elk schilderij
f<irsch. Tè forsch, Duitsch-forsch bijna en
eek er onevenwichtig met de zachte, be-
heerschte kleuren.
Zoodra de kracht en de eenvoud van op-
net een verfijning en verinniging an lijnen
meebrengt (zonder de psyche te schaden),
zal de teekening meer harmonieeren met de
reeds zoo doorleefde kleur en zal Ferroro
een zeer belangrijke stap voorwaarts heb
ben gedaan op den weg, die hij volgde van
uit Italië naar München en vandaar naar
onze stad.
Oost-Indiër
Bc bestuurswisseling.
Blijkens telegrammen uit Nederlandsch-
Indië heeft de benoemde gouverneur-gene
raal van Ned erl .-Indië, de heer mr. D. Fock,
op 24 Maart j.l. te Batavia het bestuur aan
vaard.
Te half acht 's morgens stoomde de
„Prins der Nederlanden" de haven van
Tandjong Priok binnenbegeleid door
torpedojagers en begroet door de
„Tromp", een groot aantal gepravoi-
seerde schepen, marine-vliegtuigen, het ge
donder van het geschut van de „Tromp' en
van de kanonnen der batterij. Een enorme
menschenmassa was op de been.
De nieuwe landvoogd werd aan boord van
de „Prins deT Nederlanden" begroet door
de directeuren van de Mij. „Nederland", den
resident, den ass.-resident en den patih van
Batavia, den oudsten eerstaanwezi-gen ma
rine-officier en den havendirecteur.
Na een kort onderhoud met den land
voogd en diens gevolg op het emplacement,
vertrok het hooge gezelschap onder de
tonen van de opgestelde stafmuziek en het
gejuich van de menschenmenigte naar Ba
tavia, waar men te halfnegen aan het
Koningsplein arriveerde.
Bij de aankomst van Mr. Fock te Batavia,
stond op het Koningspleinstation een zeer
dichte menigte, een eere-compagnie infan
terie met net vaandel en de muziek. In de
wachtkamer waren verschillende autoritei
ten aanwezig.
Onder de tonen van het volkslied, het ge
donder der batterij en het gejuich der volks
menigte, ging de nieuwe landvoogd per
statierijtuig, geëscorteerd door cavalerie,
•langs de militairen en de dichte rijen van
het publiek naar het paleis, waar hij verwel
komd werd door den aftredenden landvoogd,
de vice-president en de leden van den Raad
van Indië, de algemeene secretaris en twee
adjudanten, waarna in een speciaal daartoe
•bestemd vertrek de bestuursoverdracht
plaats had.
De heer Van Limburg Styrum. hield hier
bij een redevoering.
Vervolgens had een druk bezochte
audiëntie plaats voor de' aanwezige hoofd
ambtenaren, hoofdofficieren van land- en
zeemacht,- Volksraadleden, geestelijken,
consulaire ambtenaren, gemeenteraads
leden en vertegenwoordigers van handel,
nijverheid en pers.
Generaal Swart heette Mr. Fock met een
toespraak welkom in Ned.-Indië, waarop de
nieuwe gouverneur-generaal antwoordde
met een rede, waarin hij herinnerde aan de,
ook door hem indertijd krachtig voorge
stane, instelling van den Volksraad en aan
de dezer dagen juist bekend geworden
regeeringsvoorstellcn tot herziening van de
grondwet van Ned.-Indië.
Pogingen om onrust te stoken, kunnen het
hervormingswerk slechts bemoeilijken en
belemmeren. Een goed en krachtig vere
nigingsleven, ook onder de inheemsche be
volking, heeft spreker's sympathie. Het ver-
eenigingsleven strevende near het beharti
gen van gemeenschappelijke belangen,
langs wettelijken weg, verdient toejuiching.
Doch verenigingsleven mag niet ontaar
den, mag niet worden misbruikt.
Spr. meende, dat de taak, die thans op
zijn schouders rust, zwaar is en veelomvat
tend, maar hij rekent op den krachtigen
steun en de medewerking van ambtenaren
en niet-ambtenaren.
D.d. 26 Maart werd uit Weltevreden ge
seind
De heer Fock i9 hedenmorgen naar Bui
tenzorg vertrokken, alwaar hij feestelijk werd
ingehaald. Het station en de weg naar het
paleis waren versierd met guirlandes en
eerepoorten en de voorhal van het pal cis
was in een bloementuin herschapen. Hier
hield, de nieuwe landvoogd een drukbezochte
audiëntie.
De heer en mevrouw Van Styrum arri-
vc-erden te Soerabaja en stapten- oveT op de
„Orion waar de „Houtman" hen weder op
pikte voor de Teds naar Australië.
Onder overgroote belangstelling is
den heer Van Stirum uitgeleide ge
daan door mr. Fock, de leden van den Raad
van Indië, den voorzitter van den Volks
raad, de departementshoofden, vele hoofd
ambtenaren en vrienden. Een Amboneesch
muziekcorps speelde de volksliederen. Te
half vijf vertrokken de heer en mevrouw Van
Stirum per s.s. Houtman uit Priok. Een enor
me menschenmenigte en padvinders brach
ten hun een ovatie en boden een schal van
bloemen aan, terwijl de bataillonsmuziek
de volksliederen speelde. De Houtman
stoomde weg onder de tonen van het Gebed
uit Valerius' Gedenckklanck.
Uit de Pers.
Nederlnud eu JSeleië.
Het Handelsblad krijgt den indruk,
dat de belangstelling voor de herziening van
de tractalen van 1839, de Wielingenquaes-
lie incluis, in België zeer aan het dalen is,
sinds een zeker deel van de pers nu wel er
van overtuigd is, dat er van een Belgisch
succes in d'en vorm van eene annexatie van
Nederlandsch grondgebied geen sprake kan
zijn. De Wielingen-quaestie wordt van tijd
tot tijd weer eens opgeblazen om aan de
zoolang slepende onderhandelingen nog
een ietwat nationalistisch tintje le geven,
maar het blad gelooft, dat de doorsnee Belg
in zijn hart zich al zeer weinig er om zou
bekommeren, inndien de zoo hoog opgezet
te campagne tot herziening, van het regiem
van 1839 op niets zou uitloopen, wat alles
zins begrijpelijk zou ziin, omdat dit regiem
nooit in het minst aan de commercieele ont
wikkeling van België, noch van Antwerpen
in het bijzonder, in den wef? heeft gestaan.
Het is v.anr, België zal bij gelegenheid
van die herziening tevens het recht krij
gen op een waterweg over ons gebied van
Antwerpen naar Moerdijk en een van
Antwerpen naar Ruhrort, maar och, men
weet wel, dat, als men eens zoo ver zal
zijn, dat men tot den aanleg hiervan wer
kelijk wil overgaan, men ook zonder dat
dit thans bij tractaot wordt bedongen, Ne
derland niet onwillig zal vinden erin toe
te stemmen, getuige het feit, dat wijlen
Minister Reg'out reeds lang vóór den oor
log met zooveel woorden in dien geest
zich heeft uitgesproken. Wij zouden ons
zelfs wel kunnen voorstellen, dat men er
in België de voorkeur aan geeft, dat thans
nog niets definitiefs omtrent die kanalen
wordt vastgelegd, omdat men nog geens
zins definitieve plannen dienaangaande
heeft jen bovendien het nog wel langen
tijd zal duren, alvorens men de noodige
gelden ertoe tot zijne beschikking heeft.
Zien wij hierin goed, zegt het blad, en
het feit, dat de Belgische Regeering nu
reeds bijna een jaar lang stilzit, zonder iels
te doen om de zaak verder te brengen, pleit
zeer daarvoor, dan kan men zeggen, dat
de gemoedsstemming in beide landen in
den grond der zaak precies dezelfde is. Im
mers, ook in Nederalnd laat de herziening
van de tractaten van 1839 als zoodanig, nu
men eenmael zeker ervan is, dat wij niet
van grondgebied zullen worden beroofd,
vrijwel iedereen koud.
Waar ko-mt dus de zaak op neer? Daar
ligt een tractaat klaar tot herziening van
de tiactaten van 1839. Het geeft onge
twijfeld alleen voordeelen aan België,
daarom kan het zeker den Nederlander
niet hinderen, zoo het niet tot stand komt;
maar dio voordeelen schijnen ook ander-
zijlds niet van dien aard, dat men in Bel
gië er zeer om zal treuren, zoo ze nie'
worden bereikt. Daar ligt bovendien een
Wielinen-quaestie, die opgelost kan wor
den of niet, zonder dat practisch een der
beide volken zich veel ervan behoeft aan
te trekken.
Wanneer men den toestand aldus mag
bezien, zou dan niet de tijd zijn gekomen
om de zaak qgns wat minder dramatisch
te gaan behandelen, dan wij tot nu hebben
gedaan, zoowel de Belgen als wij?
Wij stellen die vraag, omdat men juist
in dc Eerste Kamer zich in de tegenover
gestelde richting heeft bewogen.
Door de rede van onzen socialistischen
„senator" Van Kol, die het, zoowaar, deed
voorkomen alsof wij niet alles zouden
hebben gedaen om de Wielingenquaestie
in vrede en vriendschap te schikken,
heeft het Hooge College zich tot een
staat van ontroering laten brengen, die
niet geheel evenredig was aan het gewicht
der zaak, waarom het ging. Interrupties,
protesten, applaus, afzwering van de Bel
gen als zusternatie door den heer Polak,
gepaard aan den eisch alle toegezegde
concessies terug te nemen, een kalmee
rend woord van den Minister, maar met
een dreigend sous-entendu in denzelfden
geest, alleen op wat langer termijn, enz.
Wij willen volstrelt niet ontkennen, dat
de grondgedachte bij dit alles juist was.
Wat de heer Van Kol zc-ider was mallig
heid; hij weet, dat wij volstrekt niet staan
op de souvereiniteit over de Wielincren,
maar alleen op een uitgang door de Wie
lingen naar de volle zee; hij weet, dat onze
Regeering allerlei oplossingen aan de
hand heeft gedaan, ook die door arbi
trage, die alles, zonder discussie, door
de Belgische regeering zijn afgewezen; hij
weet, dat onze Regeering nog. steeds tot
iedere redelijke solutie bereid is en ook
de quaestie, als in het verleden, ongere
geld wil laten. Het paste hem dus >nóet den
schijn te wekken, tdsof het slepende ka
rakter vain het geschil aan een "Zekere in-
transigentie van onze Regeering zoude
z^n te wijten. De heer' Polak had gelijk:
men zou zijn geduld er bij gaan verliezen
cn maar liever terugnemen wat wij vrij
willig hebben aangeboden, nu men van
Belgische zijde maar steeds bliift weige
ren het aar. te nemen; wij hebben dat zei-
ver. reeds meermalen betoogd.
En toch zouden wij, gezien het feit, dat
men zich in België weinig of niets meer
van de zaak aantrekt, thans m.car liever
on wat gemoedelijker manier dan door een
soort ultimatum „nu of nooit", een einde
eraan willen maken. Laat onze Regeering
niet eenzijdig de behandeling definitief af
breken, maar aan de Belgische regeering,
die toch hliikbear cok wat gemoedelijker
is gestemd dan het ir.inisterie-Hijmans,
voor-stellen als gcede vrienden de herzie
ning van de troelen van 1839, waarbij
geen der beide volt-en eenig reëel belang
meer heeft, niet verder door të zetten en
ook de Wielingen-quaestie op denzelfden
grond maar te laten vcor wat ze is. Op
dien voet hebben wij vóór den oorlog
vriendschappelijk raast elkander geleefd,
waarom zouden wij dat nu r.iet meer kun
nen? Beide volken hebben ernstiger din-
gen te doen dan te blijven kibbeleft over
quaesties, die haar belang alleen ontlee-
nen aan de mentaliteit, waarin ze zijn op
gezet en de nationalistische kleur, die
men eraan heeft gegeven. Het drama
heeft dan geen ontknooping, maar heeft
die ook niet meer noodig, nu reeds in het
eerste bedrijf de intrige in het zand is ver-
loopen en de hoofdacteurs, dio haar had
den opgezet, van het tooneel zijn verdwe
nen.
Naar aanleiding van bovenvermeld artikel
schrijft Het Volk:
„Wij zouden het ten zeerste betreuren, als
onze regeering het oor liet hangen naar de
ze inblazing. Het zou weinig minder dan
een trouweloosheid zijn, en te afkeurens
waardiger, omdat door verscheidene Ne-,
dcrlandsche pers-organen juist de vorige
Belgische regeering niet zonder eenigen
grond van zekere trouweloosheid is beticht,
toen zij de tot in bijzonderheden overeen
gekomen herziening der traktaten van 1839
ten slotte weigerde te teekenen en dit eens
klaps van een toegeven in de Wielingen
kwestie afhankelijk maakte. Waar de Ne-
derlandsche regeering zich harerzijds even
eens tot teekening der herziening van de
traktaten van 1839 en bovendien tot een
redelijke oplossing van het Wielingen-ge
schil bereid verklaarde, zou het de verhou-.
ding tol België noodwendig ten zeerste ver
scherpen, als onzerzijds het eens gegeven
woord als een „vodje papier" behandeld
werd en men met een glad gezicht België
ging voorstellen alle zaken maar bij het
oude te laten, d.w.z. België ten slotte naar
alle toegezegde tegemoetkomingen te laten
fluiten".
De stiïïe Trust.
He't bericht, dat een subcommissie uit de
Staatscommissie voor het productiestelsel
zich zal bezig hooiden met het onderzoek
naar trustvorming- hier te lande, laat den
hoefijzér-r e da cte ur van het Handels
blad de aanleiding tot dezen maatregel in
herinnering brengen. Ze was een tweetal
redevoeringen door de heeren Bergsma en
Van Embden in de Eerste Kamer gehouden
bij de algemeene beschouwingen over de
Staatsbegrooling. De Regeering schijnt niet
hard aan trustvorming te gelooven. Maar
na de zeer preciese mededeelingen die de
heer Bergsma deed omtrent hel vormen van
een belangengemeenschap in den rijwiel
handel, is zij dan toch overgegaan tot het
verzoeken aan de Staatscommissie om een
subcommissie te willen instellen voor deze
zaak. Want de heer Bergsma had medege
deeld, dat de rijwielindustrie onderling zoo
danig werd georganiseerd, dat handelaren
en rijwielherstellers, dio zich niet wilden
houden aan de prijszetting van deKongsi,
op een zwarte lijst werden geplaatst en niets
meer geleverd kregen, zelfs geen onderdee-
len. De contract-formulieren tusschen het
Centraal Bureau voor den Rijwielhandel (ge
vestigd te Amsterdam) en fabrikanten, han
delaren of herstellers, werden door genoem
den afgevaardigde voorgelezen-
Dit is nu een wel een zeer sterk sprekend
voorbeeld van trustvorming. Ma.ar wij zijn
er van overtuigd zegt Schr. dat de
commissie nog wel meer zal vinden. Vooral
wanneer ze niet alleen zoekt naar trusts i n
optima forma, maar. ook naar minder
vormelijke trust-t endenzen in de hui
dige maatschappelijke productie en distri-
bul ie.
De Regeering heeft aan het gehuil om
proteclie tegenover de valuta-conourrentie
gelukkig geen gehoor gegeven. Maar al
komen de goederen uit het buitenland nu
dus onbelemmerd binnen, wanneer ze
hier z ij n vallen ze in de handen der groot-,
tusschen- en klein-handelaars. En dan is de
ver^-uiker niet meer verzekerd van koopen
t den laagstmogelijken prijs zooals
v r, voor den oorlog, door den concur-
renliefactor.
„Dit wordt volstrekt niet altijd veroor
zaakt door een zoo formeele trustvor
ming als waarvan de heer Bergsma een
voorbeeld gaf, maar vaak eenvoudig door
een veranderde mentaliteit van den
handel, die er toe neigt elkander onderling
niet meer zoo scherp mogelijk te bestrijden
doc-r te zoeken naar den laagst mogelij
ken prijs, maar veeleer neigt naar den
hoogst mogelijken. En het zijn vooral
deze ongeorganiseerde, deze stille trusts
die thans, naar onze overtuiging, de prijzen
hoog houden.
Een staaltje kon men dezer dogen lezen
uit een korte mededeeling in een der Haag-
sche Naden. „Waarom blijven de bananen
zoo duur vroeg een kooper aan een win
kelier. „Die hoeven toch geen 15 cent meer
te kosten." „Wel neen", was het antwoord,
,mqar ze blijven zoo duur zoo lang' het pu
bliek er zooveel voor geeft."
Ja, maar dat zou vroeger onbestaanbaar
zijn geweest. Vóór don oorl-og kon het pu
bliek het redelijke of onredelijke van den
prijs van een banaan evenmin beoordeelen
als nu. Maard at was ook niet noodig. Door
de scherpe concurrentie was ieder er zeker
van dat hij de verlangde waar zco goedkoop
mogelijk kreeg. Dat is nu niet meer zoo.
Dc handelaar is gewoon en geneigd geraakt
om niet meer te vragen Wie verkoopt
goedkooper dan ik om dan zijn prijs
zoo mogelijk óók zco laag te stellen, doch
om te vragen Wie verkoopt duurder dan
ik om dan ook zijn prijs omhoog te
brengen. Met andere woorden De prijzen
volgen niet meer een minimum-, maar een
moximum-tendenz. Wnt weder een gevolg
is van het feit, dat als een overblijfsel van
de crisishuishoudrr.g, de betrekkingen tus
schen dc handelaars onderling niet meer
zoo sterk door concurrentie worden be-
heerscht als voorheen, dat de davergeerende
tendenzen tusschen hen ten deele zijn ver
vangen door convergeerende. Die zich uiten
hier als formeele trustvorming, daar als
losse afspraken, ginds in den nog ijleren
vorm van een gezamenlijke neiging'.
Daarom zijn de bananen nog zoo duur.
Ea nog heel wat andere artikelen.
Wij weten niet, of er tegen deze stille
Jtrusts wel iets anders te doen zal zim dan
het toepassen van coöperatie door de
verbruikers. Hetgeen op den duur dan wel
het, zelf gegraven, graf van den midden
stand zou kunnen worden. Of de wetgever
hier iets zou kunnen uitrichten, betwijfelen
wij. Tegen formeele trustvorming blijkt, in
't buitenland, al moeilijk op te treden en
wanneer men weder, als vroeger, anti-woe-
ikerwetten gaat maken, dan komt men van
zelf weer tot de moeilijke quaestie van de
pariteit tusschen prijsopdrijving en loon-
opdrijving, die in vroegere jaren zoowel de
erbeiderslooncoalitaes als de patroons-prijs-
coalities deed verbieden en die een van de
twee klippen is geweest waarop de Duurte-
v/et is gestrand. In Engeland echter zou,
gelijk de heer Bergsma aantoonde, een
contract als dat van den rijwielhandel dat
hij besprak, door den Techter onwettig en
zelfs strafbaar worden geoordeeld. Terwijl
bii ons zulke zaken deftiglijk de „Koninklijke
goedkeuring" verwerven
Maar hoe dit zij, als men een kwaad wü
bestrijden, moet men het eerst goed kennen.
Daartoe zal men, dank zij vooral den heer
Bergsma, door een commissie den eersten
stap worden gedaan
Or^auisaile van het intellect.
Het Nieuws van den Dag dat een
artikel wijdt aan de intellectueelen-beweging
besluit dit met te zeggen
Vroeger heeft men de intellectueele groe
pen die zich widen organiseeren, wel ge
waarschuwd tegen de verleiding om zich in
te laten met de politiek maar reeds voor
dat zij daartoe in de gelegenheid zijn, be
moeit de politiek zich met hèn. De heer E.
Polak heeft aan de vergadering van den
Journ. Kring te verstaan gegeven dat „ver
scheiden leden" ernstige principieele bezwa
ren hebben tegen organisatorische samen
werking van intellectueolen, omdat zulle een
samenwerking in strijd komt met hun begin
selen. Die organisatie toch zou aansluiting
van intellectueelen naar andere zijde, welke
misschien noodig kan zijn, belemmeren
De zin van deze woorden is duidelijk ge
noeg. De sociaal-democratie ziet er niets in,
zich den wind uit de zeilen te laten nemen.
Dus sprak zij haar veto uit, en noch de
voorzitter, de heer Hans, noch mr. Ritter,
die zich voor de zaak bijzonder geinteres-
seerd heeft, kon verhinderen dot de aanslui-
ting werd „afgepoeierd", de groote meerder
heid der vergadering besliste in dien zin.
Het Alg. Ned. Intellectueelen-Verbond zal
het dus zonder den rechtstreekschen steun
van den Journalisten-Kring moeten stellen.
Wij betreuren dat niet. Het Verbond zal
moeten toonen, op zichzelf te kunnen staan,
en hoewel dat in den aanvang wat moeilijk
kan wezen indien er genoeg innerlijke
kracht is, zal dat wel gaan.
Berichten.
Benoemingen enz. van Inge
nieurs. Ir. J. P. van Aalst is aan de uni
versiteit te Bazel bevorderd tot doctor in de
philosophie op een proefschrift getiteld: Die
Aufnahme von Resonanzkurven mit Detek-
tor und Galvanometer. De promotie ge-
"schiedde magna cunv laudo.
Ir. J. H. Curvers, ingenieur bij de Bataaf-
sche Petroleum-Maatschappij, en ir. Ch. G.
G. von Freyenburg, zijn 19 Maart 1921 per
s.s. Koningin der Nederlanden naar Bata
via vertrokken.
Ir. H. A. J. van Stipriaan Luiscius te
Buenos-Ayres is, gedurende het verlof van
den gezant en consul-generaal der Neder
landen te Santiago (Chili), belast met de
waarneming van diens functiën.
Ir. A. M. Vroeg is met 18 Juni benoemd
tot adjunct-ingenieur bij den Dienst van
Weg en Werken der Nederlandsch-Indische
Spoorweg-Maatschappij ën zal 18 Juni per
s.s. Tambora naar Java vertrekken.
(De Ing.).
Orde van Nederlandsche
Raadgevende Ingenieurs. Inde
dezer dagen gehouden jaarvergadering der
orde van Nederlandsche Raadgevende In
génieurs werd Ir. C. J. Meijers als be
stuurslid herkozen. Door den voorzitter Ir.
D. H. Stigter werd verslag uitgebracht over
het afgeloopen vereenigingsjaar. Als belang
rijkste feit bracht hij de stichting van de
Vereeniging voor Brandstofbezuiniging in
herinnering.
Het aantal leden bedraagt thans 229 werk
tuigk. en electr., 2 scheepsbouwk. en 11
civiel en bouwk. ingenieurs en is in de 4
jaren van het bestaan der vereeniging juist
verdubbeld.
Besloten werd een request te zenden aan
den Minister van Justitie, waarin gewezen
wordt op de wenschelijkheid voor techni
sche deskundige voorlichting bij rechtza
ken meer dan tot dusver van de diensten
van raadgevende ingenieurs gebruik te ma
ken. Er werd voorts een commissie be
noemd om te onderzoeken in hoeverre het
wenschelijk zal zijn het nieuwe tarief voor
ingerrteurswerkzaamheden, opgesteld door
de Vereen, van Delftsche ingenieurs, nog
met eeriige bepalingen aan te vullen met
name in verband met het feit, dat het tarief
slechts geldt voor de persoonlijke werk
zaamheden van ingenieurs en niet voor die
van hun bureaux. Irs. A. M. Schippers te
Rotterdam en K. Bakker te Amsterdam wer
den als leden tot de orde toegelaten.
liet rij kspcrsonecl. In dc laatstgehou
den Comitévergadering van het Alg. Comité van
Overheids-personccl werd mededceling gedaan, dat
ccn onderhoud zal plaats hebben met de Ver. van
Ned. Gemeenten, ter bespreking van dc vraag of
door overleg met deze vereeniging uniforme en ge
lijktijdige. invoering van de voorstellen der Staats
commissie-Raai jmakers door vele gemeenten kan
woidcn bevorderd.
De regcering beschikt afwijzend op ccn verzoek,
om voor gezinsverzorgers en pleegouders dezelfde
maatregelen te nemen, als thans voor gehuwden
- onderwijzers inbegrepen en gehuwden met
kinderen inzake hun salarlcering zijn getroffen. Be
sloten werd bij dc Centrale Commissie deze zaak
aanhangig te maken.
Uitvoerig werd dc Memorie \nn Antwoord en het
gc.wijzigd wets-öntwerp, regelende rechtstoestand
van ambtenaren, besproken. Betoogd werd, dat cl#
wet steeds meer van de voorstellen der Staatscom»
missie afwijkt. Aan den minister en aan Tweedei
Kamer za leen adres gezonden worden, waarin op.
wijziging van verschillende artikelen zal jvorden
aangedrongen.
De W ij n hu i s t o r e n. Na den
brand in den Wijnhuistoren heeft de ge
meenteraad van Zutphen besloten tot het
weer instellen van het ambt van torenwach
ter. De ingekomen sollicitatiestukken wer
den in handen gesteld van den brandraad,
die deze stukken terugzond met een nieu
we beschouwing over dat onderwerp, waar
uit blijkt, dat hij de insteellen zoowel over
bodig als gevaarlijk acht. B. en W. stellen nu
den raad voor, het punt nogmaals te overwe
gen.
Een magnetiseur als be
klaagde. Voor het kantongerecht te En
schede heeft terecht gestaan de barbier J.
G. de V., te Almelo, wegens het onbevoegd
uitoefenen van de geneeskunde. Hij heeft
den kantoorbediende G. J. Denekamp te
Hengelo eenige malen behandeld, door aan
de voor- en achterzijde van diens lichaam
handbewegingen te maken. Voor die be
handeling is hem een vergoeding van 40
gegeven. De vader verklaarde, dat'zijn zoom
er vóór de behandeling niet best uitzag en
thans is genezen. Dokter Frank, als getuige
gehoord, deelde mee, dat D. tuberculose
had aan de linkerlong en door dr. Van den
Meer in het dagsanatorium was behandeld'.
Een andere "getuige, dr. Van der Meer,
verklaarde, dat hij twee gevallen heeft ge
had, dat beklaagde met gunstigen uitslag,
patiënten behandelde.
Het O. M. vroeg een boete van 25 of
25 dagen gevangenisstraf.
Baldadigheid. In den vorigen'
zomer, toen te Lemmer de visschers in op*
positie kwamen tegen de hun opgelegde be
lastingen, was hunne verhouding tegen oven
de raadsleden alles behalve vriendschappe
lijk. Op den 23en Juli, des avonds ongeveer
11 uur, werd bij een raadslid, den visch-
handelaar J. de Rook, een ledig haringvat
door de ruiten gegooid. Door uitlatingen!
rezen er vermoedens tegen eenige jong<el
visschers, die daarop door den burgemees
ter aan een streng verhoor zijn onderwor
pen. Het resultaat hiervan is geweest, dat
de visschers G. P. en R. V., resp. 19 en 20
jaar oud, bekend hebben genoemd feit te
hebben gepleegd. Laatstgenoemde .bekende
tevens mededader te zijn van de toen ge
pleegde brandstichting in het badhuis te
Lemmer.
Kunst en Wetenschap.
Openluchtspelen in hel
b o s c h. Op de laatste bestuursvergadering,
van de vereeniging „Ginniken Vooruit" is
het plan gevormd, in het Mastbosch te Gin
niken openluchtspelen te organiseeren zoo-
als reeds geschiedt in Valkenburg, Apel
doorn en tmdere plaatsen.
Comenius hulde. De 28ste
Maart, geboortedag van Joan Amos Ko-
mensky, is, zooals gewoonlijk, te Naarder*
niet ongemerkt voorbijgegaan. Een groot
gezelschap vereerders verzamelde zich des
morgens in het stadhuis, onder wie o.a. me
vrouw Maxa, echtgenoote van den Tsjecho-
Slowaakschen gezant. De waarnemende bur
gemeester, de heer van NVettum, heette het
gezelschap welkom in de groote raadzaal en
begrootte inzonderheid den heer Simek, die
juist herdacht, hoe hij gedurende 25 jaren
voorzitter was van de Amsterdamsche Come
nius Vereeniging. De jubilaris beantwoordde
deze toespraak, dankend voor de ontvangst
der Comeniusvrienden in Naarden, hetwelk
hij het Mekka der Komensky vereerders,
noemde.
De secretaris van het gezantschap, dr
Svagrovky, sprak namens den gezant Prokop
Maxa, die op het o ogenblik in Praag ver
toeft. Voorts werd het woord gevoerd door
de heeren Schieveen en Rubens als pen
ningmeester der Amsterdamsche Vereeni
ging, terwijl de heer V. Eyken Nieukerk als
secretaris der Naardensche Vereeniging het
woord voerde.
Na bezichtiging van het Comenius Muse
um, waar de heer Simek een mooi album
aanbood, waarin de bezoekers voortaan hun
«emen konden schrijven, begaven allen
zioh naar het Comenius monument, waar de
heer Simek namens de Amsterdamsche
Vereeniging en de gezantschapssecretaris
namens het genootschap in Den Haag, kran
sen neerlegden. De plechtigheid werd be
sloten met het zingen van het. Tsjechische
volkslied.
A. J. C. MOOY.
Einddiploma Conservatorium
Amsterdam.
SpreekuurMaandag 56 uu^
J. t. Oldenbarnevelllaan 8,
bij den Berkenwocr.
P^rT-T"T~r-T"T"T"T"^
r Gedipl. Ceiütusi - Zuiasingei 2