„DE EEMLANDER" BUITENLAND. t/erplegincjsartikeSen 39-, 35-, 31.50 13.50 I.II «11 FEUILLETON, lanos den groeten weg. J. Tennis-Schsenen I, Hof 20. PilllS HI ADVERTESTlEil Z Llllf™ 'Z A. DE WEG. Langesiraa^ 23. ZWARTE VOILE KOUSENRECLAMEPRIJS 75 Ct. VOOR OUDERE VOOR JONGE DAMES CHANTCRG BLOUSES IK HATURFL DOSE EH LILA HOOG en LAAG SLUIFEND MAISII „LHIROKDELLE" AMERSFOORT. vajnaf f 6.75 rye jaargang No. 232 BnUHtU!UTCMIR P" 3 n>«nden voof Ante* JljiiJStffltnioriUi loort 2.1<X Idem banco poX f J.—, p« *«k W ctaH» verreken •ogdukfcea) f 0J7». WzoodcriiAt nanuntta OX». AMERSFOORTSCH DAGBLAD DIRECTEUR-UITGEVER: J. VALKHOFF. BUREAU: ARNH2MSCHE POORTW*1 TEL. INT 513. Dinstfsci iO Wei 1921 bewijsnummer, elke repel meer f 025, dienstaanb'e* d'npcn en I.icldadi •hcids-advcitentiën voor de helft der prijs Voor handel cn bedrijf bestaan icee voordccltgc hepalinren woor het advyjccren. tcne ch cut a ire, bevattende de voorwaarden. wordt op aanvraag toegezonden Politiek Overzicht. Men herinnert zich, dat de Duitsdhe re- «eerin^ in verband met den Poolschen coup O'état in Opper-Silezië een nota heeft ge tocht tot de regeeringen van Bngeland, frankrijk en Italië. Thans is een antwoord Vp deze nota gegeven en wel door de Pran- sclie regeering. Hoewel wij den tekst niet in exlen» hebben ontvangen en Havas slechts met eenige woorden Inlicht, is de strekking, ondank» de beknoptheid van het telegram, toch wel duidelijk. Frankrijk legt den na druk op het tendentieus karakter van de in lichtingen, die Duitschland heeft verstrekt. H. i. zijn de onlusten te wijten, althans voor een deel, aan het onjuiste bericht, als zou het Silezische miindistrict zijn toegewezen aan Duitschland. Verder wordt in het ant woord nog te verstaan gegeven, dat de ge allieerde commissie krachtige maatregelen heeft genomen voor het herstel der orde en dat de troepen der geallieerden hun plicht hebben vervuld. Het stuk besluit met vast te stellen, dat reeds een aanmerkelijke verbe tering üi den toestand is ingetreden en dat de internationale commissie het best zonder hulp kan stellen. In atrijd met de constatatie, dat de situa tie zich gunstiger laat aanzien, is een Wolff- bericht, waaruit zou moeten blijken, dat de rr icht der Polen in 't door hen bezette ge- 1 i'd steeds grooter wordt en dat de Duitsch- gezinde spoorweglieden hoe langer hoe li eer worden lastig gevallen. Nu zou ook de stad Kosel door een Poolsche overmacht, ft.e zich bedient van artillerie en mijnwer- pr.s, ernstig worden bedreigd; de Oderbrug sschen Kosel en Kandrzin moet onder l'oolsch vuur liggen. De Poolsche regeering heeft inmiddels het voorbeeld van de regeering te Berlijn ge vólgd en op haar beurt door middel van haar 'czantsohappen te Parijs, Londen en Rome r» nota doen toekomen aan de betrerfen- tG mogendheden, waarin wordt opgemerkt, dat de Opper-Silezische onlusten voortko men uit wanhoop, die haar grond vindt in de beduchtheid, dat in verband met den uit slag der volksstemming geen rekening zal worden gehouden met de Poolsche bevol king, die zoo lang haar kalmte had weten te bewaren, ondanks de provoceerende hou ding van de Duitsche ambtenaren, die in hun functie waren gehandhaafd gedurende ti.n tijd van het plebisciet, de agressieve •houding van de militaire organisaties, de voortdurende clandestiene Duitsohe wapen transporten, de vastgestelde stemmenver- valschingen, alsmede de overstrooming met troepen van z.g. emigranten. De rondge strooide berichten omtrent het ongunstige rapport van de commissie te Oppeln waren de vonk, die de anti-Duitsche beweging van het volk, dat zich niet langer liet bedriegen, deed ontvlammen. De Poolsche regeering beschouwde die beweging als doelloos; zij was tegen haar wil uitgebroken en de re geering beijverde zich om met alle middelen, die haar ter beschikking staan, zoowel de bevolking van Opper-Silezië als die van Po len te kalmeeien, welke laatste evenzeer op gewonden was door de gebeurtenissen. Te dien einde had zij Korfanty, den commis saris-generaal, teruggeroepen, de Silezische grens gesloten en het in dienst treden van vrijwilligers verboden. De Poolsche regeering verzoekt in het be tredend stuk met klem de regeeringen van Engeland, Frankrijk en Italië om een spoe dige beslissing te nemen in zake de Opper- Silezische kwestie in overeenstemming met den geest van het verdrag van Versailles en de resultaten vair het plebisciet. De zelf de nota is aan de Japansche regeering ge zonden en een afschrift ervan aan de Ver. Staten. Ook is een nota door den voorzitter van den Poolschen ministerraad openbaar ge maakt, die denzelfden geest ademt, maar waarin wordt gezegd, dat de regeerig het standpunt inneemt, dat niet door oproer het doel kan worden bereikt. Ef wordt dan ook bij de bevolking op aangedrongen den strijd te eindigen, om alle mogelijke verwikkelin gen te voorkomen. Uit een en ander volgt wel, dat het con flict althans iets nader tot oplossing kan worden gebracht, wanneer de raad van ge zanten spoedig een definitie! besluit neemt. Dan is althans een element van onzekerheid geëlemineerd, al zal natuurlijk rekening moeten worden gehouden met de zeer groo- te mogelijkheid, dat, hoe het besluit ook moge uitvallen, althans een der partijen zich verongelijkt voelt, zoodat Opper-Silezië een bron van voortdurende twist kan blij ven. Niet ten onrechte is dan ook wel de opmerking gemaakt, dat Europa bij de Poolseh-Duitsche grens is gebalkanlseevd. De opvatting van Korfanty zelf kan men antussohen leeren kennen uit een inter view, dat hij aan een journalist van 't Petit Journal toestond, waarbij ook het gelanceerde bericht omtrent een beslissing ten or.gunste van Polen ter sprake kwam. Korfanty zeide terstond te hebben beseft, welke ernstige gevolgen dit bericht omtrent •een voorstel, dat door de Engelsche en Itallaansche leden van de intergeallieerde commissie zou zijn gedaan, na zich zou slepen. Volgens dit voorstel zou maar 25 van de bevolking, die voor Polen heeft ge stemd, aan Polen worden toegewezen, ter wijl Polen maar 30 van de steenkoolpro- diuctie zou ontvangen. Korfanty had toen zijn vrienden bijeengeroepen en hun gelast alle noodige maatregelen te nemen ter voor koming van een beweging, die z. i. dreigde te komen en hij zelf trok naar Warschau om de Poolsche regeering op de hoogte te stellen met den gevaarlijken toestand. De Poolsche regeering gaf daarop onmiddellijk last de Poolsche grens te sluiten. Korfanty ikeerde Dinsdag naar Opper-Silezië terug, maar toen hij er aankwam, was de opstand reeds uitgebroken en hadden de opstande lingen de helft van het gebied der Korfanty- linie en bijna het heele industrie-gebied be zet. Den dag daarna was de staking reeds algemeen, des avonds was het geheele ge bied von de Korfanty-linie in handen der insurgenten. Het aantal van hen nam vlug toe en thans beschikte Korfanty over 100 000 man. Toen de regeering te War schau bemerkte, welk een omvang de op stand aangenomen had, ontzette zij Korfanty uit 2ijn ambt als volksstemmingscommissa ris en beweerde, dat zijn propaganda te hef tig was en te ver ging. Ik constateerde, aldus Korfanty, dat deze oproerige beweging zich met een dergelijke snelheid ontwikkelde en een dergelijket* omvang aannam dat er de meest ernstige wanorde uit zou kunnen voortvloeien en besloot derhalve de leiding van de bewe ging op mij te nemen om buitensporigheden te voorkomen en de beweging langs goede banen te leiden. 't Zou trouwens een lafheid van mij zijn, indien ik de Opper-Sileziërs, met'wie ik 20 jaar lang tegen de Pruisische tyrarenie heb gestreden, op dit oogenblik in den steek het. De positie van onze vrienden, de Fran- schen, is zeer delicaat, maar zij doen hun plicht en bewaren een neutrale houding zoo wel tegenover de Duitscbers als ons. De Franschen hebben onze afdeelingen ontwa pend en verscheidene steden heroverd. Onze troepen hebben zich trouwens geen oogenblik tegen hen verzet. Gij vraagt echter, waarop alles nog eens zal uitloopen? Wel: de Opper-Silezische arbeiders hebben besloten het Pruisische juk eens en voor altijd af te werpen. Dit is de derde maal sinds den wapenstilstand dat zij zulk een poging doen tegen Pruisen, maar ditmaal zal het lukken. Berichten. B e r 1 ij n, 9 Mei. (W. B De soc. dem. rijksdag-fractie ei\ de partijcommissie na- meo gemeenschappelijk een motie aan, in houdende De aanvaarding van 't ultima tum heeft slechts dan zin en de bezetting van 't Ruhrbekken kan slechts dan worden voorkomen, wanneer de Beiersche regee ring onvoorwaardelijk verklaart de burger wachten voor 30 IVÏei te ontwapenen en te ontbinden. De eischen druischen in tegen 't vredesverdrag, gaan veel verder dan ver- eenigbaar is met Duitschland's prestatiever mogen en nopen ons ten zeerste te protes- "S5S35EXE3taSSS3Ka!TC!aE3t£S28Hf3W oorlog voortgevloeide vraagstukken van ver dere strekking zijn opgelost. Zij verklaren dat de commissie voor buitenlandsche aan gelegenheden uit den Senaat het daannee eens is en enkelen beweren, dat ook de pre sident er zich mee kan vereenigen. B e r 1 ij n, 0 Mei. (W. B.) Naar de B. Z. a. M. mededeelt, is de oplossing van de kabinetscrisis nog niet verder gekomen. Men gelooft echter algemeen, dat met de beslis sing, die de partijen heden ten opzichte van haar houding tegenover de kwestie van het ultimatum zullen nemen, de regeeringscrisis zal worden opgelost. Zondagmorgen werd da uitgave der Rote Fahne, die uit 23.000 exemplaren be stond, op last van den officier vnn justitie in beslag genomen. Naar verluidt, hod het blad tot onmiddelüjken opstand van het proletariaat aangespoordL P a r ij s, 9 M e i. (B. T. A.). De raad van gezanten zette hedenmorgen het onderzoek voort naar de maatregelen, die de orde in Opper-Silezië moeten herstellen en de kalmte doen terugkeeren. Besloten werd de intergeallieerde commissie te verzoeken aan de bevolking van Opper-Silezië den wa ren staat van zaken betreffende de grensre geling uiteen te zetten en daarbij te doen uitkomen, dat men nog bezig is deze kwes tie te onderzoeken, zonder dat ook zelfs maar een voorloopige beslissing werd ge nomen. De conferentie besloot de Poolsche re geering uit te noodigen mede te werken tot het herstel van den vrede in Opper-Si- DAMES ZIJDE» EH WOLLEN JERSEY'S wol mmi JAKJES III FANTASIE PATRÖNEH 26.50 19.1514.25 44 LANGE9TRAAT teeren. Maar onder den druk der militaire dreigementen met geweld verklaren partij en fractie zich bereid elke ernstige poging om het Londensche financiee'e dictaat te vervullen te sieunen. De motie eindigt met de verklaring, dat het vervullen van 't ulti matum vooral van de opofferingsgezindheid der burgers afhangt, die voor 't geen te wachten staat in de eerste plaats verant woordelijk zijn. P a r ij s, 8 M e i. (B. T. A.) Naar de Petit Parisien verneemt, is al meer dan de helft van de lichting 1919 in het Rijnland aan gekomen. Tot nu toe heeft zich geen enkel incident voorgedaan. Volgens een Berlijnsch bericht hebben Zondagnacht de Franschen plotseling Mühl- heim bezet. Dit wordt een ongehoorde in breuk op de verdragen genoemd. Londen, 9 Mei. (R.) De bladen ver nemen uit Washington, dat volgens bericht uit gezaghebbende bron de regeering der V. S. wensobt, dat Duitschland de eischen der geallieerden aanneemt. De commissaris der V. S. te Berlijn moet de Duitsche regee ring hiervgn in kennis hebben gesteld. Washington, 8Mei. (R.) Nu de Ver. St. hebben besloten zich niet-officieel in den Oppersten Raad, de commissie van herstel en den gezantenread te laten vertegenwoor digen, oordeelen leiders van het Huis van Afgevaardigden, dat de motie van senator Knox, die den oorlog met Duitschland voor geëindigd verklaart, naar den achtergrond kan worden geschoven, totdat de uit den lezië door al haar invloed aan te wenden om de Poolsche bevolking te kalmeeren. Zij bracht verder hulde aan den moed en de zelfverloochening, die de geallieerde troe pen in den loop van de onlusten aan den dag legden. De conferentie werd bijge woond door Hugh Wallace, den gezant der Ver, St. die de conferentie mededeelde, dat zijn regeering hen» had verzocht, zijn plaats in het college als officieel vertegenwoordi ger der Vereenigde Staten weder in te ne men. Jules Cambon drukte daarop de vol doening van de conferentie uit over het feit, dat Amerika thans weer aan den arbeid van de conferentie zal deelnemen. B e r 1 ij n, 9 Mei. (W. B.). Blijkens be- richten aan de bladen uit Oppeln heeft een afvaardiging van de Duitsche Opper-Silezi sche organisaties aan generaal Lerond ge vraagd, welke stappen de geallieerde com missie ter besoherming der Duitsche,'S doen wil. Indien er Maandag geen bevredigend antwoord is, zullen zij onherroepelijk tot zelfverdediging overgaan. B e r 1 ij n, 9 Mei. (W. B.). Volgens de Lokal-Arvzeiger namen de Polen sedert eenigen tijd in den corridor naar Oost- Pruisen groote Duitsche kolen-transporten in beslag. Zij bieden schadevergoedingen aan in Poolsche marken, die zij in koers ge lijk stellen met de Duitsche merken. S o s n o w i c e, 9 M e i. (B. T. A.). Ge volg gevende aan den oproep van Korfan ty, zijn de mijnwerkers besloten weer aan hef werk te gaan op voorwaarde, dat de ge dolven kolen naar Polen en niet naar Duitschland zullen worden uitgevoerd. B e r 1 ij n, 9 M e i. (W. B.) Korfanty wantij de zich draadloos tot den Duitschen rijks kanselier en stelde vast, dat manschappen/' van de Duitsche Sefbstschutzpolfzei Pool. sche gijzelaars gevangen hadden genomen. Korfanty dreigt met weerwrnakmnntr.-geler. Londen, 9 M e i. (R.). Lloyd George heeft in 't Lagerhuis gezegd, dat het erg ongelukkig was, dat het Opper-Silezische incident was ontstaan juist op een oogen blik, dot de Duitsche regeering dacht ovec ontwapening. Wij doen alles wat wij kun-, non om pressie uit te oefenon r p de Pool sche regeering. P a r ij s, 9 M e i. (II. R.) Aan wijlen gene raal Galliéni is de titel van maarschalk toe gekend. Het besluit der benoeming tot maar schalk van den overleden krijgsman herin nert aan zijn lange koloniale carrière ent aan de historische rol, die hij in 1911 speel de bij den Marne-slng. Londen, 9 Mei. (ROfficieel wordt medegedeeld, dat de koning van België een! bezoek aan Engeland zal brengen van 4 tot 8 Juli. Londen, 9 Mei. (R.) De kroonprins van Japan is door den koning aan het Vic toria Station verwelkomd. Daarna ging hij naar het Buckingham-poleis, waar hij door de koningin werd ontvangen. De straten wa ren vol volk, dat hem toejuichte. Londen, 9 Mei. (R.) Lloyd George heeft in het Lagerhuis Asquith verzekerd, dut de regeering alles deed om to zorgen, dat geen enkel middel werd nagelaten, dat mogelijk een eind aan de kolenstaking kon maken. Hot was echter niet raadzaam meer te zeggen. Londen, 9 Mei. (R.) Groote staalfa brieken te Sheffield zijn thans gesloten, waardoor 5000 man werkloos zijn. Andere groote firma's sluiten geleidelijk de eene of- deeling na de andere. Er zijn nu meer don 60.000 werkloozen te Sheffield. In Noorwegen is een machinistensta- king uitgebroken, die alle stoombooten in het land omvat. Men rekent met de mogec lijkheid, dat de beweging zich over de ge- heefe handelsvloot van Noorwegen zal uit breiden. Een Maandag samenkomende con ferentie van vakvereenigingen zal zich met de vraag bezig houden, of een algemeenc staking zal worden geproclameerd. Madrid, 9 Mei. (R.) Onder voorbe houd wordt uit Madrid gemeld, dat Cezanel- las, een moordenaar van Dato, gearresteerd is. De Itnliaanschc oud-minister TedèsCó is dood op straat gevonden. Men vermoedt, dat hij zich uit de 4de verdieping van een huis geworpen heeft. B o e d a p e s t, 8 M e i. (H. K. B.). Blij. kens de jongste volkstelling bedraagt do be. volkmg thans van 't onbezette Hongarije 7.840.832 inwoners Boedapest telt 1.184.516, Debreczin en Szegèd iets meer dan 100.000 zielen. Verder zijn er 92 ste den, wier inwonersaantal meer dan tiendui zend bedraagt. G r 81 z, 8 Mei. (W. B.) In een vergade. ring van 'kiezers, die door de christelijk- sociale partij was bijeengeroepen te Sankt Lorenz bij Kapfenbeng in Stiermarken, waai prof. dr. Rintelen, de Landeshauptmann van Stiermaricen en landraad Priesching zouden spreken, is het vanochtend tot ernstige uit spattingen gekomen. In cle zaal waren een groot aantal communisten uit de naburige mijnontginping Porschlag verschenen, dio opdrongen naar de tafel, waaraan de Lan deshauptmann zat. Ten slotte gooiden zij den Landeshauptmann op straat. Deze kon, ondanks de opgeloopen verwondingen, tocht nog opstaan, maar de menigte liep hem na en sloeg hem tegen den grond. Hij werd Er rijn er, die moeten oppassen, dat hun tong niet met hen wegloopt. Naar het Engelsoh van JEFFERY FARNOL. 48 „En voor niemendal I" zei de oude maity Op zijn snuifdoos tikkend. „Ik dank jullie beiden voor het aanbod;" ïei ik, „maar ik heb een wonderlijk verlan- "gen dat spook zelf te hooren, en als het kan, te zien." „Doe het niet," waarschuwde de oude paan, „het is er zoo donker en eenzaam, doe het niet. Peter I" „Kom, oudje," zei ik, „het is niet, omdat ik twijfel aan je woorden, maar omdat ik mijn zin Wen gezet heb op eeni avontuur. Ails Simon 'me dus voor een stuiver of drie Jtaarsen wil geven, ert wat brood en vleesoh het komt er niet op aan wat dan ga ik nu heen, want ïc zou er graag voor den donker zijn." Simon knikte somber, stond op en verliet het vertrek, waarna de oude man zioh naar overboog en een perkamentaohtige, uit teerde hand op mijn arm neerlegde. „Peter," zei hij, „Peter, ik heb verwonder lijk veel op je geleken alleen1 eer* paai' Buiin grooter laten we zeggen twee *n je bent thet evenbeeld van mij oip jouw leeftijd precies het evenbeeld 1" „Dankje, oudje I" zei ik, mijn hand op de rijnie leggend. -Zea Peter, het zou toch' een afgrijselijk ding zijn een vreeseüjk, afgrijselijk ding, als ik, morgen vroeg, de kruik met water kom vullen, en ik vind je dan bengelen aan de kram, koud en stijf zooals dien ander, of dood op den grond met afgesneden hals het zou een afgrijselijk afgrijselijk ding zijn, Peter, maar och och, wat zou dat een mooie gescheidenis zijn om te vertellen I" Een oogenblik later kwam Simon 'terug met de kaarsen een tondeldoos, een stuk brood met vleesch, waarvóór hij met som ber gelaat, maar zeer beslist, alle betaling weigerde. Ten slotte haalde hij een klein met geel koper beklagen pistool voor den dag, •en hij stond er op, dat ik het zou meene men. „Niet, dat het zal' kunnen helpen tegen een spook," zei hij met een somberen hoofd knik, „maar een pistool is een gemakkelijk ding op eenizame plaatsenvooral wan neer die plek erg donker is." Dit laatste lijkt misschien wat onlogisch, doch is er toch riet minder waar om. Ik gaf beiden de hand', wenschte hun goe den nacht, en spoedde mij met stevigen stap voort over den duister wordenden weg, HOOFDSTUK XXVU. Waarin verteld wordt, hoe en in welke gedaante ik het spook zag. Terwijl ik voortliep waren mijn gedachten voortdurend bezig een aannemelijke verkla ring te vinden voor hetgeen ik zoo ;pas ge hoord had. Dat een man, zoo oud als die grijsaard dingen zou „zien," kon ik gemak kelijk verklaren door zijn 'leeftijd, want een hooge ouderdom is dikwijls onderhevig, aan zulke hallucinaties; maar bij Simon, een man in den bloei van zijn leven, was het een geheel ander geval. Dat hij volkomen op recht geweest was in zijn verhaal had ik ge lezen in zijn opengesperde oogen en de on willekeurige huivering, die hem doorvoer, terwijl hij sprak. En ofschoon ik alle boven natuurlijke tusschenkomst uitsloot, was er hier toch iets geheimzinnigs, dat mijn nieuws gierigheid niet weinig prikkelde. Spoken! Bah! welk wezen, in het bezit van een gezond verstand, kon zichzelf toestaan te denken aan, laat staan te g.elooven in zul ke dwaasheden? „Spoken malligheid, mijnheer I" Doch op dit oogenblik overrompelden mij, als vijanden uit het duister tevoorschijn springend, allerlei oude geschiedenissen en verhalen en grepen me bij de keeloude vertelsels van bloedige, grijnzende spoken, van kabouters en spookhuizei*, die in hun sombere verlatenheid de wonderlijkste ge luiden lieten hoorenverhalen die ik lang geleden had gehoond en vergeten tot nu. Spoken de weg was vol spoken; in drom men kwamen ze achter mij aan, ze keken mij over de sohouders, ik voelde ze langs mijn elfcogen strijken en hoorde ze uit de schaduwen naar mij toe1 glijden. De zon ging reeds onder. Spoken f En waarom niet „Er zijn meer dingen in den hemel en op aarde, dan waar van uw wijsheid droomt." Onwillekeurig verhaastte ik mijn schreden, maar de zon was reeds onder vóór ik het ra vijn bereikte. Ja, de zon was onder, en de groote diepe kom beneden me was reecis schemerdonker van de schaduwen, die toen 'ik er naar keek, vormen schenen aan te ne men groote, nevelige omtrekken, telkens veranderd van vorm daar in de diepte tus- schen de purperen schemering der boomen. Het leek werkelijk in dat schemerdonker een onzalige plek, als geknipt voor moordenaars en een veilige bergplaats voor li ben, die misdaden zouden kunnen aanbrengen, een echte schuilhoek voor afschuwelijke kabou ters en spoken, met grijnzende, doodsbleeke gezichten. De plek maakte zulk oen beangstigenden indruk op mij, dat ik mijzelf dwingen moest, voor ik ertoe besluiten kon, de steile helling a£ te dalen. Vleermuizen vlogen heen en weer waar ik girtg, nu en dan hun scherp, krijschend geluid uitstootend, terwijl ergens in de schemering verderop een uil kraste. Toen ik het hutje bereikte, was het volko men donker geworden in het ravijn, ofsohoon het licht boven me nog schemerdeik nam daarom mijn tondeldoos en een van mijn kaarsen, die ik na verscheidene mislukte po gingen, toch aangestoken kreeg, waarna ik de hut binnenstapte en om mij heen begon te zien. De 'hut was klein, zooals ik, meen ik, reeds gezegd heb, en bestond uit twee kamers, van elkander afgeschoten door een stevigen scheldswant met een deur middenin. Ik hield de kaars omhoog en keek naar de kram. waaraan zóóveel jaren geleden de bouwet van de hut ziohzelf verwurgd had, en indach tig ar.n het sterke verlangen van den ouder man haar te overleven, stak ik mijn hand uit en rukte er aanmaar ondanks de roest van jaren, voelde het ijzer nog even stevig en onwrikbaar aan als ooit, zoodat naar alle waarschijnlijkheid de wensch van den ouden man nooit in vervulling zoit gaan. De tweede kamer scheen geheel gelijkvormig met de èerste, maar toen ik opkeek zag«ik in eenl hoek een vierkant valluik, en tegen dent wand, eronder, hing een ruw gc-timia rde ladder. Mijn eerste v.erk was nu den ladder te laten zakken, en toen ik hem daarna was opgeklommen, lichtte ik voorzichtig hel val luik op. Terwijl ik de kaars boven mijn hoofdl hield om deze kamer te onderzoeken of lie ver deze vliering, was het eerste wat r.'::o' oog ontdekte een klein tinnen pannetje au daarachter een steen-en kruik. Bii nader on derzoek bemerkte ik dot deze bijna vol water was, dat lekker frisch smaakte, wat op zich zelf reeds voldoende bewijs was, dat Kien nog zeer kort geleden iemand geweest was. Ik bemerkte nu ook een hoop hooi in eenl hoek, dat ongetwijfeld als bed gediend had', en daarnaast -een gedeukte kroes, een tin nen bord, een paar schoenen en rog een voorwerp, dat ik hield voor een onderneez van een fluit of van een of ander blaasinstru ment. Maar mijn bizondere belangstelling wekten het paar schoenen op, die klaarbbj* kelijk lange en zware dienster» haduen vei - richt, want ze waren bijna geheel vera.eten> en hier en daar grof gelapt. Ze waren gioo en lomp met dikke zolen en vierkante neu zen en met een paar reusachtige ztlvereB gespen. (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 1