Indien U nieuwe Schoenen slordig Schoeisel AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Fontein Schippers KOOP DAN tten-lppeiidages, Pijp-afsluiters, Pakking en verdere jWinakamei-beMen. Rijn- en Moeseiwijnen 1.1. SüiTEiüi S Zn., ÜtrBchlseliestr.ïï, Tsl.141 Verplegings-artikeier "BiM^LANDr Eigengemaakte Kinderkleeding. Zwem-Artikeien MÏEBiT HOF 20. MenlJileerin08n - Kunsthandel - Behangerü en Stoffeerderij Langestraat 24. Tel. Int. 496. ANSERSFOOriT. ERNSTIGE RAADGEVING! om buiten te dragen solide Schoenen met loe ren binnenzolen, stijven en geleng. Dan alleen ver mijdt ge in de toekomst J. GROOTENDORST, Hof 20. TWEEDE BLAD. Weest zuinig! A. VAM DE WEG. Langestraat 23, ZATERDAG na 1™ nnr worden GEEN bestellingen meer aan huis bezorgd. Magazijn je ffllH uk" Gouden Trouw- en Verlovingringen FEUILLETON. Langs den grooten weg. ■>r groote verscheidenheid bii 19e Jaargang No. 283 Zaterdag 4 Juni 1921 Koop «lauiom lu volst vertrouwen Cw schoenwerk hij «le Ta. TELEPHOON 169 TI.A6.1KKEBWIEG 53«l. bij In alle toon aarden wordt ons „weest zui- migl" toegeroepen en wie om zich heen ziet 'krijgt den indruk, dat er inderdaad minder luxueus wordt geleefd dan in de O. W.-jaren die achter ons liggen. In de groote steden staan de buur-auto's bij risjes leeg, te ver geefs wachtende op vlot levende, haastige menschen. In de voornamere magazijnen en winkels wordt minder gekooht dan tot voor een jaar en dit ondanks de wel wat gezakte prijzen. Men koopt zijn kleed eren nog al eens in Engeland, dat tegen lagere prijzen costu mes naar maat levert dan onze Englisch tailors. De schoenen magazijnen, die hunne arti kelen niet in prijs hebben verlaagd, staan verlaten en de z. g. volkswinkels leveren thans aan menigeen, die vroeger de daar verkochte artikelen minderwaardig achtte. En toch.... de volle bioscopen, het drukke reizen op Zondag, de massa's bezoekers bij voetbal-wedstrijden, het verraadt alles, dat de groote massa nog niet tot zuinigheid is bekeerd. Wij gelooven dan ook, dat zij, die wèl zuiniger zijn dan vroeger, daartoe worden gedwongen door vermindering van inkom sten, niet echter worden gedreven door de overweging, dat het algemeen belang zui nigheid eisoht. j De overtuiging, dat besparing van kapitaal noodzakelijk is, om de wereld uit de misère te helpen, schijnt werkelijk nog geen ge meen goed te zijn. Toch zeggen alle oeoonomen dat en de bezadigde leiders van het volk herhalen het telkens en telkens. Het is daarom te merkwaardiger, dat de regeering óók op den ouden voet voort leeft. Niet alleen, dat de millioenen voor landsverdediging uitgegeven onverminderd blijven, maar in geen enkele richting blijkt, dat bij de regeering het besef levendig is, dat nieuwe, goedkooper v/egen moeten worden ingeslagen. De instelling van eene zuinigheids-inspec tie is het eenig teeken van de aanwezigheid van den wensch, om op kleiner voet te gaan leven en ongetwijfeld zal die inspectie wel bezuinigingen weten aan te brengen. Maar daarmee komen we er niet. We moe ten grondig hervormen, pp allerlei gebied. Er wordt veel te veel geluierd, geschreven, onderwezen. Geluierd door menschen, die zelf wel an ders zouden willen, omdat hunne functie tot luiheid dwingt. Onder portiers, concierges, •kamerbewaarders en boden dient opruiming gehouden. Te veel geschreven door hirreau-ambtena ren, die niet snappen dat administratie nooit doel is, althans nooit doel mag zijn, maar middel. Te veel onderwezen Hier raken we een zaal:, wBarbij geweldige besparing mogelijk is. Niet besparing door groote klassen of door goedkoopere hulp middelen bij het onderwijs. Ons kan het onderwijs, or, midelbear en hooger, nooit goed geno" zijn. "Mear we hebben altijd weer den indruk, dat ons on derwijs in oeconomischen zin te wcnschen overlaat. Het lager onderwijs duurt 6 jaar en be hoort 8 jaar te duren. Daarover zijn we het eens. Maar ons middelbaar onderwijs en het hooger onderwijs duren te lang. Hier is te sparen op leerkrachten, gebouwen en hulp middelen niet alleen, maar hier kan volks kracht worden gespaard. We leveren onze academici op ongeveer 25-jarigen leeftijd af aan de maatschappij, onze H. B. S.-ers op 18 jaar. Dit is geen verstandige zuinig heid. Het kón goedkooper en beter. Het lager onderwijs kan zijn leerlingen na 6 jaar af leveren aan het middelbaar. De hoogere bur gerschool kan tot 4 jaar worden beperkt, de universiteit tot 5. Doen we dit, dan gaan onze jongelui op hun zestiende jaar naar kantoor en maga zijnen, dan zijn onze doctoren en inge nieurs op hun 21ste jaar rijp voor de maat schappij. Men zegge niet, dat het niet kan, dat 5 jaar H. B. S. eigenlijk al te weinig is. Deze be wering is louter conservatisme. Natuurlijk kan men bij hetzelfde leerplan de leerstof niet in 4 jaar verwerken. Maar is het nu beslist noodig alle vakken, die de H. B. S. thans onderwijst en alle vakken in denzelf den omvang te doceeren? Het tegendeel is waar. Wij zijn gewoon onze jeugd drie vreemde talen te leeren. Is dit werkelijk een onafwijsbaren eisch van de maatschappij Hoevele Fransche brieven schrijft men op de meeste van onze kontoren? Vergele ken bij de handelsrelatie met Duitsohland zijn de Fransche zéér gering, de Eng-elsche ook niet belangrijk. Maar Engelsch dreigt de wereldtaal te worden; dat zullen we onze jongeren stellig moeten leeren. Als de H. B. S. dus Engelsch als verplicht leervak nam en öf Duitsch öf Fransch facultatief. Dan was er reeds be zuiniging op de leerstof mogelijk. We kun nen de uren voor geschiedenis en aardrijks kunde rustig wat inkrimpen. Op onze H. "B. S. behoeft de jeugd, om voldoende ontwikkeld te zijn, volstrekt niet de physica zóó uitvoerig te leeren, als thans geschiedt. Men kan kijkers en andere opti sche instrumenten heel goed begrijpen, ook zonder de serie formules te kennen, die de lichtbeweging beheerschen. Ook zonder de kennis van tangenten-boussole en derg. kan de a. s. handelaar of fabrikant gelukkig zijn. Zoo is er zooveel. Onze regeerders moeten het tot inzicht ge bracht, dat zuinigheid op geld en volkskracht noodzakelijk is en dat er inderdaad ook kèn worden bezuinigd. Hebben zij cl'it inzicht eenmaal en "het wordt tijd dan zal ieder beheerder van een departement in staat zijn on-s volk het strenge voorbeeld te geven van zuinigheid. Dan zal hij zijn ambtenaren moeten opdra gen, ieder op zijn terrein, zoodanige maat regelen vcor te bereiden dat de gezamenlijke besparingen, die daaruit voortvloeien, ver- dere*"verhoogingen van belastingen orvnoo- dig maken. De kreet: „weest zuinig" moet niet alleen doordringen tot de kinderen van het Neder- Icndsche volk individucel, maar niet minder tot hen, die uitgaven in aller belanj verrich ten, tot de regeerders van stad en land. Staten-Ceneraal. Nfcuwe regcIBag m den «llenstjrilcïi j Aan de memorie vun ontwoord betreffende cb't wetsontwerp wordt het volgende ontleend Bij het nfdcelingsondcrzoek bleef andermaal de vraag niet buiten bespreking of instandhou ding cener weermacht voor ons land gcwenscht mag hecten. Sommige leden meenden te moe ten aandringen op algcheele afschaffing zoo spoedig mogelijk van leger cn vloot. De Regeering staat in beginsel geenszins onwelwillend tegenover den wcnsch naar ont wapening zij zou zich zelfs reeds verheugen, zoo vooreerst alvast een belangrijke inkrimping der krijgstoerustingen bereikbaar zou blijken. Het laat zich echter niet aanzien, dat ook de wcnsch voor gedeeltelijke ontwapening binnen efzienbaren tijd in vervulling zal kunnen gaan. Alle heil wordt door sommigen verwacht van de z.g. moderne arbeidersbeweging. Evenwel noch het beeld, dat de hierbedoelde arbeiders partij te aanschouwen gaf bij hot uitbreken van den jongsten wereldoorlog, noch het optreden van deze partij sindsdien in en builen de verte- genwoordigendo lichamen in andere rijken, rechtvaardigen de verwachting, dot bij nieuwe dreiging von c?n gewapend conflict de arbei ders de nationale gedachte zullen loslaten cn alsdan de gezindheid en de macht zullen tooncn om het uitbreken von den oorlog te bezweren De punten, waarin het wetsvoorstel afwijkt van het stelsel, dat geschetst werd in de me morie van toelichting en in de overige stukken, betrekking hebbende op het wetsontwerp be treffende tijdelijke afwijkingen van de Mililiewct, raken niet de hoofdlijnen von het stelsel. Zoowel nu als toen is uitgegaan van een con tingent von plm. 23.000 man, waarvan het grootste deel bestcr 1 is voor kerntroepen en het overige voor rlc ervc-troepen. Aon deze Ionsten zcu oefenplicht worden opgelegd, welke gericht was op een opleidingstijd von 200 uren, verdeeld over 2 jaren, gevolgd door een verblijf in oefeningscentra gedurende één of twee perioden van een week. Zij, die wegens onwil den vereischtcn graad van de geoefend heid niet verwierven, zouden bij een legeronder deel gedetacheerd kunnen worden. Hiervoor is in de plaats getreden de gelegen heid om vrijwillig de geschiktheid te verwerven van individueel geoefend man, waarvoor ook gedacht is een oefentijd, verdeeld over 2 jaren, terwijl zij. die deze geschiktheid niet vrijwillig verwerven, gedurende 4 moonden geoefend zul len worden in het leger. Aan het beginsel is vustgehouden, doch de uitvoering is, zooals terecht is opgemerkt verbeterd. Daar ook in het aanvankelijk ontwikkeld plan pl.m. 23.000 man voor oefening in vredestijd mcestcn worden aongewezen, is het ton ecnen- molc onbegrijpelijk hoe. de maatregel, neerge legd in art. 16 van het wetsontwerp (in begin sel beperking tot één zoon per gezin) in dit ver- btnd tot kritiek aanleiding heeft kunnen geven. Ook alle verdere beginselen, welke golden ten tijde van de indiening van het wetsontwerp betreffende tijdelijke afwijkingen van de Militie- wet, zijn ongewijzigd gehandhaafd. De wijze waarop met do beschikbare kern- cn reserve- troepen de oorlogsorganisntie wordt opgebouwd heeft wijzigingen van ondergeschikt belong on dergaan. welke wijzigingen, naar het voorkomt, alle verbeteringen zijn. Deze wijzigingen raken echter het wetsontwerp niet. Overigens stelt de iegeering rtr prijs op te erkennen, dat gebruik Ls gemaakt van de kritiek, welke in de Volks- vertegerwoordi ng werd gegeven, indien de juistheid daar/; kon worden beaamd, cn dot evenzco is gel ndrid ten aanzien van kritiek, welke van elders tot hoar kwam. J. J. v. HAMERSVELD Hoofdagent „Aroster-blersn. IVJaison VAN EIMEREN. Coiffeur Posficlicur Coiffeiiso MIJFRSSTRA AT 11. - Tel. 205 Iloogst Modorno Salons voor DAMES en HEKKEN - Manicure Magazijn van Pai ftunurioün on Toilot-Arlikolon. M BADINRICHTING SVIagaz. „De Dom' Varkensmarkt -fCODÓHT" en ZEEPEH S|>ool«tln nlilccllnt; Het nadeel, dot dus het over veel lichtingen heengrijpen van de voor verschillende catego rieën benoodigde manschappen, een1 mobilisatie von het veldleger niet voor alle wapens tot de jongste 7 lichtingen kon worden beperkt, wordt niet van groote beteekenis geacht cn tegen dit nadeel weegt in ieder geval ruimschoots op het voordeel, dat op die wijze van de beschikbare personeelc krachten het meest economisch ge bruik is gemaakt en de jaarlijksche lichting niet grooter genomen wordt dan noodig is. Naar aanleiding van de desbetreffende vraag volgen hieronder nog enkele cijfers omtrent de legevsterk'e bij het tot stand komen van de reorganisatie Veldleger 65,000 man, res. regimenten van Beschaving is zelfbeheersching. LANCiKSTRlAT 1» - AMERSFOORT Met ailres voor De juiste modellen WILLEM GROENHUIZEN. Naar het Engelsoh van v JEFFERY FARNOL. r TiBeste, vrind," zei hij eindelijk; „ik wil deze hut van je koopen, voor vannacht alleen,noem maar een prijs." Ik schudde het hoofd. Toen haalde 'hij een zware beurs uit zijn zak, en gooide ze rin kelend voor mijn voeten. „Hier heb je tweehonderd guinjes boer-enr lummel K.misschien nog meer, raap ze op enverdwijn." Hij ging terug naar Ce deur en wierp ihaar open. Gehoorzaam bukte ik mij, nam <ie beurs, rolde haar in de die i'k nog steeds vast hield en wieip beide buiten de hut. „Mijnheer,zei ik, „wees zoo beleefd uw ^jgendom te volgen." -Jiéél aardig, voor den duivel I" Maar het volgend oogenblik beuk te zijn vuist mij tussohen de oogen en wierp hij zich snel en met kracht op me, behen dig als een pant er- Ik herinner me hoe zijn oogen gloeiden, zijn tanden glinsterden, nu eens aan den eenen kant, dan aan den andere van mij, ter wijl we heen en weer slingerden, de stoe len omwerpend terwijl alles, wat ons in den weg kwam, krakend onder onze voeten brak. In dat duistere, kleine vertrek was weinig ge legenheid voor schijnbewegingen of slagen afweren, het was blindelings werk, woest en ruw, wreed en zwijgend. Eenmaal struikelde 'hij en viel zwaar neer, de tafel krakend met zidh sleurend, en ik zag, dat hij zich het bloed' van het gelaat veegde, toen hij op stond en eenmaal viel ik op mijn knieën, maar ik was overeind vóór hij bij mij was, ofsohoon ik het vuur in den haard als in een duizeling overal in de kamer zag flikkeren en de grond onder mijn voeten wonderlijk scheen te golven. Plotseling sloten zich twee banden om mijn keel ik kon zijn heeten hijgenden adem in mijn gezicht voelen, een adem die sis- send en fuitend tusschen de opeengeklemde tanden joeg. Ik deed wanhopige pogingen om los te breken, zijn handen naar omlaag te trekken, maar ik kon niet; ik voelde de vingers slechts nauwer en nauwer knellen. -. We waggelden en struikelden de geheele kamer door, in een verwoede worsteling op leven en dood, zonder een woord te zeggen de open deur uitnaar buiten in de gierende duisternis van den storm. En daar vochten we verder, te midden van den storm, doorweekt door den stroomenden regen, doof door het bulderend geruisch van den iwind zooals onze wilde voorvaderen wellicht gevochten hebben borst aan borst, knie aan knie hardnekkig en woest, en meedoogenloos de oude, oude strijd om oppermacht en-Jeven. Ik sloeg hem met mijn vuisten, maar hij hield het hoofd gebogen tusschen de armen; ik rukte aan zijn polsen, maar hij omsloot mijn hals des te vaster; nu eens vielen we, en rolden over het doorweekte gras, dan weer stonden wè on, struikelend en glijdend, maar steeds knelden de vingers vaster, en verstikten alle kracht en leven in me. Mijn oogen staarden omhoog naar een hemel, die gestreept scheen met vuur en bloed, in mijn mond proefde ik den smaak van zwavel, mijn armen werden slap en krachteloos, en het loeien van den wind scheen nog duizend maal hevigerToen werden opeens on ze voeten door iets omstrengeld en meege trokken, we struikelden, wankelden hulpeloos en sloegen samen tegen den grond. Maar terwijl we vielen lieten de doodende, knel lende vingers een oogenblik los, en in dat korte oogenblik had ik me vrij gemaakt, gooi de mij om en stond op mijn voeten. Maar ook toen nog omknelde iets mijn voeten ik bukte mij en voelde dat de peïlerines van de overjas vast om mijn voet en enkel zaten geslingerd. En terwijl ik ze losmaakte, ze gende ik bij mij zelf het verfomfaaide en be- (modderde kleedirestuk, waaraan ik mijn le ven te danken had. Daar stond ik hijgend te wachten op het slot. Tk herinner me een blind rondtasten in het duister, een woest gevecht van slagen, in het wilde rondgedeeld, een plotselinge, hevige pijn in mün rechterhandeen ge kerm.-en f'-ar stond ik te midden van den suizend.- ~egen, terwijl de wind in de takken bove mij bulderde. Hoe lang ik zoo staan bleef weet ik niet, want het was mij. alsof ik droomdemaar de koele regen oo mijn gelaat verfrischte mii en de sterke, zuivere wind dien ik opsnoof was wonderlijk aangenaam. Toen hief ik met een stijve beweging mijn arm omhoog, streek het natte haar uit mijn oogen en keek rond in de pikdonkere duisternis, zoekend naar mijn tegenstander. „Waar ben je zei ik eindelijk, en dit was het eerste woord, dat ik gedurende het ge vecht sprak „waar ben je Daar ik geen antwoord kreeg sohreed ik voorzichtig voorwaarts (want het was, zooals ik reeds gezegd heb, pikdonker), en voelde plotseling dat mijn voet ergens tegen stootte. „Kom sta op I" zei ik, mij bukkend om mijn hand op hem te leggen, „sta op, zeg ik je." Maar hij bewoog zich niet; hij lag met het gelaat voorover en toen ik zijn hoofd om hoog hief, ontmoetten mijn vingers een glad den ronden steen, die daar in het gras lag en de aanraking met dezen .steen vervulde mij'met een plotselinge vrees. In allerijl n.rk- te ik vest en hemd los, en drukte mijn ty-nd boven het hart. In dat oogenblik doorleefde ik een eeuw van kwellenden twijfel^sen het veldleger 32,400, te zomen 97,400 man dcpotlroepcn veldleger 54,200 manbczet- tings-, territoriale- en etappentroepen 99,400 man; depots van bovenbedoelde troepen 35,300 man, somen 286,300 man aanvullingsreserve 87,300 man, totaal 373,600 man. Van de 286,300 man, beschikbaar uit do jongste 15 lichtingen, behooren 189,000 tot do infanterie, 41,000 tot de artillerie, 17,000 tot de genie, 10.000 tot de cavalerie (deze ont vangt gedeeltelijk een gewijzigde taak), 8,000 tot do wielrijders, en de overigen tot de spe ciale korpsen, treinafdeclingcn, enz. Do Regeering blijft van oordeel, dat de on derscheiding tusschen kerntroepen en reserve- troepen toelaatbaar cn met het oog op de kos ten noodzakelijk is cn dat de mogelijkheid om deze laatste te kunnen vormen zonder voor hen oen opkomst voor eersle-oefcning te eischon, voor do hiervoor bestemden een zoo groote v°rmindering van personeelen druk betcekcnt, dat het voorgestane stelsel gehandhaafd be- hoort te blijven. Een nader voorstel tot verhooging van het aantal bij de kerntroepen in te deelcn dienst plichtigen is niel van de Regeering te wachten. Het is niet juist, dat een verhooging tot 18,650 man de mogelijkheid zou openen om een orga nisatie somen te stellen, welke de schrijvers van de Proeve eener oplossing van het lcgervraag- stuk zich hebben gedacht. Volgens een nauw keurige becijfering zouden hiertoe niet 18,650, doch 22,500 noodig zijn; dit getol, vermeerderd met 9200 man landstorm on 2000 „werkers", geeft een jaarlichting van 33,700 man. Het stelsel der Proeve eener oplossing van het legcrvrnagstuk zou 6Y> millioen gulden per jaar kosten; ongerekend de millioenen, die vol gens het ontwcip dor commissie meer benoo- digd zouden zijn voor aanschaffing van mate* rieel ^on in de organisatie der reg ering. Een verdere verkorting von den eersten oefen tijd der onnerederon tot 5 mnonden zou niet de mate vnn geoefendheid kunnen waarborgen, welke van de kern troepen moet Worden ver langd. Voor de onberedencn is een oefentijd van 6 maanden mit'j goed besteed voldoende to a.ht'n en doze lijd znl geheel voor opleiding beschikbaar zijn, door het zooveel mogelijk be perken van wacht- en bijdiensten on door be schikbaars; clling von militaire werkers. In dit Gpzicht is het jaar 1921 nog een overgangsjaar. Aangezien dc oefeningseenheden bij de infan terie pl.ni. 130 man sterk zullen zijn, ziet minis-* ter Pop niet in waarom deze te klein zoudonl zijn voor het houden van vruchtdragende oefe ningen. Zij zijn integendeel veel sterker dan zij ooi' te voren geweest zijn. Aan de regeering is geen. reden bekend, waar om jongelieden uit de arbeidersklasse slechts in gerinperen getale aan de vooroefeningen zou den kunnen deelnemen cn alleen de beter ge situeerden de daaraan verbonden voordeelenl slaakte ik een zucht van verlichting en stond op, nam hem onder de armen en begon hem half sleurend, half dragend naar de hut te' brengen- Toen ik hem op die manier een goede twin tig meter had voortgesleept, meende ik eeni oogenblik boven het gebulder van den wind een zwnk „Hallo" te hooren, en om mij heen- ziend, zag ik een flikkerend licht, dat heenl en weer zweéfde, naderend en weer verdwijn nend, maar toch elk oogenblik helderder wor* dend- Ik legde mijn lost op den grond neer, zette mijn holle handen voor den mond riep „Hierheen," riep ik, „hierheen!" „Bent u het, mijnheer?" riep de stem van: een man op korten afstand. „Hierheen," riep ik weer, „hierheen!" De ze v/oorden Schenen hem gerust le stellen, want het licht kwam weer naderbijtoen de, drager ervan te voorschijn kwam, maakte 3cj uit zijn kleederen op dat hij een voorrijder, washet licht dat hij droeg was een rijtuig- lantaarn. i „Wel mijnheer 1" begon bi?, mij van bovenl tot onder bekijkend bij het licht van zijn Ian** toorn „ik mag een boon worden als ik u her* kend had U ziet er uit alsofgrooiö Gcd „Wat is er?" zei ik, den regen van mijnl oogen wegwrijvend. De voorrijder beantwoordde mijn vraag, door zijn lantaarn te laten zakken, tot bij hei gelaat van den man, die tussohen ons beidei} op den grond lag, en daar naar te wijzen fWordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 5