AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Fontein Schippers Rijn- en Moeselwijnen 1.I. SDnOTERMAH Zn.. Utrechtscli8str.17, Tel. 145. PT* FOTO-ARTIKELEN I bij J.0800TEND0RST HOF 20. fetrischa Installaties mor licht en kracht P O N N E je klasse Materiaal x BINNENLAND. Magazijn „DE GOUDEN KLOK" Langs den grooten weg. No. 290 169 Menbileeringen - Kunsthandel - Behangerü en Stoffeerders Langestraat 24. Tel. Int. 496. AMERSFOORT. bij TWEEDE BLAD. A. VAN DE WEG. Langesfraa: 23. EVBagaz. De Dom"' Eigengemaakte KinderWing. ZATERDAG na 1112 uur worden GEEN bestellingen meer aan bols bezorgd. Maison VAN EIMEREN. Gouden Trouw' en Verloviogringen FEUILLETON. «I Zwem-Artikelen 19® Jaargang Zaterdag II Juni 1921 TELERHOON TLA8AKHLERWEG 52«1. Uit de Pers. Troeistra «Ac demagoog:. Het Handelsblad vindt er iets heel bedroevends in, te zien hoe mr. Troelstra, eens zulk een groote figuur in ons Neder- landsche poiilieke leven, op het eind van zijn loopbaan de kracht en het karakter blijkt te missen om een staatsman, een wer kelijk volksleider te zijn, en geheel en al een demagoog wordt. Wij wisten het al zegt het blad van de Novemberdagen, toen Troelstra al zijn oude plunje overboord wierp om de uniform van den dag aan te trekken, toen hij zeide met den wind die er was en vóór den wind, niet vragende naar welke haven het schip, waarop hij stuurman was, zou geblazen worden. Troelsfra, als politieke figuur, is toen ge storven. Maar Troelstra, de beminde en in vloedrijke demagoog, leeft nog. Is krachti ger dan ooit. Wie daaraan twijfelde, zal toen wel be grepen hebben, welk een macht over een groot deel van ons volk mr. Troelstra nog heeft, na gezien te hebben hoe mr. Troel stra Zondag het middenpunt was van de meeting op het IJsclubterrein, hoe ieder daar hem, Troelslra de groote en geliefde figuur, wilde zien en hooren. En hoezeer mr. Troelstra zelf aan die vereering en bewondering hecht, blijkt nog duidelijker uit de beweringen en redeneeringen, die bij goed genoeg achtte om zijn hoorders de verlangde emotie en opwinding te bezor gen, om de „kapitalisten" ten genoegen van zijn hoorders zwart en verachtelijk te maken, om de macht en de beteekenis van „den arbeider"» en „de eischen van den ar beider" (arbeider is handarbeider cn in de eerste plaats want deze is de eigenlijke machthebber de ongeschoolde arbeider) overweldigend te doen schijnen. Het Handelsblad vestigt dan de aandacht op enkele onwaarheden, die Mr. Troelstra heeft laten toejuichen, wetende dat het onwaarheden waren, waarbij het blad doet uitkomen, hoe onjuist het is te beweren dat het „ondernemersdom" de oorzaak is van bestaande economische crisis. „Als de ondernemers millioencn winst maken, wenschen wij ons geen loonsverla ging te getroosten" fanfaart de heer Troel stra. De juichende menigte neemt dan da delijk het sous-entendu als juist aan, dat er ondernemers zijn, die „millioenen winst" anaken en thans op loonsverlaging aan dringen. De heer Troelstra weet zeer goed, dot hij aoor een misleiding hier toejuichin gen oogst. „De patroon, die gedwongen wordt zijn bedrijf stop te zetten, moet gedwongen worden »iin arbeiders uitkeering te ver strekken". Aldus de heer Troelstra. Wij tar ten den heer Troelstra een wetsontwerp in te dienen dat zelfs zijn eigcr partijgenoo- ten redelik toeschijnt cn v/aaibelke werk gever, wiens bedriif niet slaagt, genood zaakt wordt zijn arbeiders verder (zoolang het geld dat hij overhoudt bet toelaat te onderhouden Een opzc}- nestermijn, een termijn dus van uitkeering bestaat reeds. Wat de r'i- Troelstra dar.'predikte, was alweer niets dan misleiding. Na nog enkele van dergelijke staaltjes te hebben gebrandmerkt, behandelt het* blad den eisch van het medezeggenschap in de bedrijven. De medezeggenschap in de algemeenc be- drijfstoestanden door de kracht van de vakvereenigingen is zéér groot zóó groot dat in menig bedrijf gerust van de „zeg genschap" der arbeiders en hoogstens van de medezeggenschap der werkgevers ge sproken kan worden. Men ziet hier, hoeveel waarde mr. Troelstra feitelijk aan die mede- ndres gericht, betreffende het wetsontwerp tot ontginning van aard-olievelden in Ned. Indië, ter nadere toelichting van haar re quest d.d. 14 Maart 1.1. „Ten onrechte w.ordt, naar het adressan te voorkomt, in de belangstelling der Ame- rikaansche regeering uitsluitend gezien een streven om het aan Amerikaansche onder nemingen rechtstreeks mogelijk te moken nieuwe petroleumontginningen in Indië ter hand te nemen. Naar haar meening is, voor een deel, de actie evenzeer gevolg van den wensch, reeds bestaande Amerikaansche fi- nancieele belangen in Nederlandsch-Indië te beschermen. „Reeds sinds 1011 heeft Amerikaonsch kapitaal bij de Nederlandsche-Indische Pe~ troleumwinning belang willen nemen. „In April 1921 werd opgericht de naom- looze vennootschap Nederlandsche Kolo niale Petroleum-Maatschappij. Met klem en met recht is steeds het Nederlandsch ka rakter dezer vennootschap naar voren ge bracht. „Intusschen, de „Koloniale" had met haar optreden in onze koloniën bij het gouver nement weinig succes; immers, April 1013 werd vergunningen tot opsporinng eenvou dig stopgezet (zie Oranjeboek blz. 37, 2e kolom onderaan). Terecht wordt er door den minister de aandacht op gevestigd, dat deze maatregel gold voor olie aanvragen, onverschillig van wien afkomstig. Maar evenzeer mag er de aandacht op worden gevestigd, dat de maatregel natuurlijk in het bijzonder trof degene, die juist haar nieuw bedrijf had aanngevangen en vrijwel onverschillig kon laten degenen, wier be drijf niet uitsluitend afhankelijk was van nieuw te verkrijgen vergunningen. „Het is deze maatregel, die de vennoot schap op het uiterste in hare ontwikkeling belemmerde. „Ondanks de fnuikende belemmering door genoemden Regeeringsmoatregel te weeggebracht, heeft nochtans de vennoot- zeggenschap hecht. Neen, zegt hij, die men- schen staan nog te veel onder den invloed j j.g beid ntmr\erm0gen en der werkgevers; wit politici, die hcelemoal 1 t t niets ven het bedrijf en van de zeer bijzon- «J ™g met trots wijzen op hetgeen z j, on- dere eischen van het bedrijf afweten, zul- danks alles, heeft tot stand gebracht. L/p len het zeggen. En wij zullen het ove.rlaten de terreinen, voor welke zij vergunningen aan de politic-ambtenaren, die er ook niets van anderen hadden kunnen overnemen, afweten en vaak aangesteld zijn omdat werden de opsporingen krachtdadig aange- i i vangen. zij „sociaal" en arbeiderslievend" zijn aan gelegd en zeer bevreesd om voor „knech ten van het kapitalisme" te worden aange zien. De strijd tegen een te nadeeligen terug slag van de slechte tijden op loonen ei\ ar beidstoestanden, het verzet tegen een nei- srin? om de concurrentie met het buiten- Voorls wordt in het adres gezegd, dat de „Koloniale" met aandrang naar de Djcmbi- cuncessie of een deel ervan heeft mede gedongen, doch zonder succes. „Reeds kort na de behandeling der Djam- bizaak in 1015, blijkt achteraf, was de Re- land vol te houden door de werknemers geering van zins, aan de „Bataafsche" de v.... „v_.j i ji J concessie in een of anderen vorm toe te staan. Edoch, dit is toenmaals niet bekend geworden en geenszins kan, na al het ge beurde, vermoed worden dat de Regeering keierzijds voeling zoude zoeken met slechts cJn der haar bekende gegadigden, de an deren voorbijgaand, en een wetsontwerp zoude voorbereiden, strekkende om uitslui tend met de eene uitverkorene de exploi tatie ter hand te nemen. „Toen vervolgens het wetsontwerp tot „Ontginning van Aardolievelden in Neder landsch-Indië was verschenen, heeft de „Koloniale" zich opnieuw tot den Minister van Koloniën gewend, maar mocht verne men, dat zijne Excellentie bij zijn ontwerp blééf en de maatschappij te zwak achtte, om tot exploitatie mede te werken. Dit wordt in het adres uitvoerig bestre den. Zij is te dezen opzichte bereid iederen hun arbeid zeer veel goedkooper te doen leveren, heeft onze volle svmpathie. En wij voor ons zijn op het oogenblik volstrekt niet zeker, dat een algemecne verlaging van het loonpeil zoo wenscheli'k is. Maar de rede van mr. Troelstra handelde nauwelijks ernstig over het onderwerp. De mensohen moesten meer strijdvaardig gemaakt worden. Mr. Troelstra weet hoe dat gebeuren moet. En doet het met groot taler-. Maar toch is het bedroevendzoo be sluit het Hbld. een figuur als mr. Troel stra is, of althans eens was, zóó als dema goog te zien. Tweede Kamer* I>e DjnmM*exp!oita(ic. Nederlandsche Koloniale Petroleum- Maatschappij te Rotterdam heeft aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal een financieelen of anderen waarborg te stel len, die in redelijkheid zou kunnen worden verlangd. In de Memorie van Toelichting op het wetsontwerp wordt gezegd, dat voor den Staat slechts „één weg" zoude overblijven, t. w.„dot hij ten nauwste zich aansluit bij een der reeds bestaande (groote verkoops organisatie)". Het is met het oog op deze uitlating, dat ook de Standard Oil Company of New Jer sey rechtstreeks heeft aangeboden de ont ginning van de helft van het gebied, te zo men met het land, in den vorm als bij het wetsontwerp bedoeld ter hand te nemen. Intusschen, wanneer onze Nederlandsche vennootschap in de gelegenheid wordt ge steld met het land een overeenkomst aan te gaan voor een gelijkwaardige helft der Djam b i t er re i reen op gelijken voet als de „Bataafsche", zoo kan adressante bij deze verklaren, dat alsdan de verkoopsorganisa tie der Standard Oil Company haar met volkomen behoud harer zelfstandigheid met al hare hulpmiddelen ten dienste zal staan, tot tijd en wijle zij zelf daarin kan voorzien. Zij maakt zich voorts sterk, dat, als haar verzoek wordt ingewilligd, de Standard Oil Company zich onmiddellijk als gegadigde voor de exploitatie zoude terugtrekken, behoudens dan hare toezegging, dat zij de „Koloniale" bij het werk zoude steunen, technisch en financieel, in elke mate, die zoude worden verlangd. Katholieke Jonge Werkgevers- TereeulgiiBg. De Katholieke Jonge-Werkgeversvereeni- ging heeft te Nijmegen op feestelijke wijze haar eerste lustrum gevierd. Het werd des ochtends kerkeb'jk herdacht, eerst in de St. Josephkerk on daarna in de kapel van het Canisius college, waar mgr. Diepen, bisschop van 's-Hertogen- bosch, een mis van dankzegging opdroeg. In een officieele bijeenkomst in de aula van genoemde school werd vervolgens aan de ver- ecniging een vaandel aangeboden. Meer dan 200 personen vereenigden zioh om 1 uur aan een lunch in het concertgebouw De Vcreeniging, terwijl in den tuin het muziekkorps der Kon. Ned. Sigarenfabriek Eug. Goulmy en Baar te den Bosóh een concert aanbood. Te half vier ving in de groote zaal van De Vereeniging een propaganda-feeslvergadering aan, bijgewoond door mr. J. P. N. A a 1 b e r s e minister van Arbeid, en mgr. Diepen, bis schop van 's-Hertogenbosch. Prof. J. A. J. B a r g ehoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden, trad als feestrede naar op. Na diens rede werd het woord gevoerd door minister Aalberse, die er op wees hoe de feestvierende vereeniging, hoewel betrekke lijk klein, naar sprekers mccning van groote beteekenis is voor ons land. Er was een tijd, dat onze taal nog niet verarmd was met de woorden werkgever en werknemers, maar ge sproken werd van patroon of baas en arbeider, hetgeen een mooie moreele verhouding uit drukte. In den loop der tijden is echter de men taliteit van den patroon zoowel als van arbeider veranderd cn even goed daardoor de katholieke arbeider gevaar loopt over te hellen naar do ideeën van het socialisme, loopt, en zelfs nog meer, de katholieke werkgever gevaar over te hellen naar de idee van het economische libe ralisme. Nu is de groote beteekenis van de Katholieke Jonge-AVerkgeversvereëniging deze. dat bij hare leden, de jonge mannen die de hoop zijn voor de toekomst van ons vaderland, leven dig is geworden het besef, dat evenmin als de katholieke arbeider mag afzakken naar de idee van het socialisme, de katholieke werkgever zich mag laten leiden door de idee van hot econo mische liberalisme, maar ook hij, evenals de arbeider, heeft te leven naar zijn eigen Roomsch geloof. Het moeilijke probleem, waarvoor wij staan en waarvan de volledige oplossing ongetwijfeld nog niet is gevonden, is, volgens spr., de vol ledige prakt ijk-wording van het Christendom in de twintigste eeuw. Wat nu is het feitelijk ge beuren van onzen tijd Dat zoo velen meenen te zien wat in werkelijkheid niet gebeurt. En om daaraan tegemoet te komen, weet spr. geen Varkensmarkt Amersfoort. Speciale aldeeliiic J. j. V. HAMERSVELD Hoofdagent „Amstel"-bieren. Coillenr E'osficlienr Coiifeusc WIJKRSSTRAAT I I. - Tel. 205 Iloogst Modorno Salons voor DAMES cn HEER EN Manicure Magazijn van Parfumurioön on Toilot-Artikolon. BADINRICHTING 'beter middel dan dnt der historische studie. Met genoegen constateert spr. dnt deze vereeni- ging in do ofgcloopen vijf jaren verschillend© onderwerpen heeft behandeld, waardoor zij onzen eigen tijd leeide kennen'door in het ver leden te zien en na te vorschen hoe uit bcpaaldo gedachten cn feiten dc concrete maatschappe lijke vormen zich hebben ontwikkeld. De minister besloot met het uiten van den wensch, dat het deze vereeniging gegeven mogo zijn uit te bloeien in ledental, maar boven alles in diepte van eerlijke. Christelijke, katholieke overtuiging. Na deze luid toegejuichte rede sprak de bis schop van den Bosch een slotwoord. Een soirée in De Vereeniging bcslool het feestelijk samenzijn. Georganiseerd overleg Rijksambtenaren. Door een com missie uit de centrale commissie voor ge organiseerd overleg in ambtenaarszaken is een rapport uitgebracht over de reorgani satie van het georganiseerd overleg. Deze sub-commissie komt, na ingewon nen advies der organisaties, tot de navol gende conclusiën le. De beslissingen der centrale commis sie dragen een adviseerend karakter. 2e. De centrale commissie dient de be voegdheid te bezitten de regeeringsverte- genwoordigers uit te noodigen omtrent een bepaalde zaak het standpunt der regeering te gaan vragen. 3e. De centrale commissie dient vervol gens de bevoegdheid te bezitten uit haar midden een delegatie af te vaardigen, be staande uit regeeringsvertegenwoordigers en vertegenwoordigers der organisaties, ten einde met de regeering nadere besprekin gen te voeren. 4e. Wanneer de regeering afwijkt vare een advies der centrale commissie, doet zij aan de centrale commissie mededeeling van hare motieven tot afwijking van het uit gebracht advies. 5e. Ook wanneer de tijd ontbreekt voor het onder 2e en 3e bedoelde overleg, deelt de regeering aan de commissie gemoti veerd mede, waarom zij is afgeweken van het uitgebrachte advies. 6. Wanneer over een ontwerp van wet het advies van de Centrale Commissie is ingewonnen, wordt dit advies ter kennis van de Tweede Kamer der Staten-Gene raal gebracht. 7e. In de centrale commissie behooren Er zijn beleedigingen, die men niet moet opmerken om zijn eer niet te bezoe- t.A!»«RSTRAAT 4:1 - AMERSFOORT Het retires voor De Juiste modellen WILLEM GROENHUIZEN. •Naar het Engelsch van JEFFERY. FARNOL. 71 'San het medaillon was bevestigd een smal blauw lint'; ik trók het óver mijn hoofd heen en hing hetmedaillon, om mijn hals. Daarna las ik v/at Charmian in mijn Virgilius had ge schreven, nog 'eens over, zette het boek weer .op de boekenplank, zette thee en begon aan mijn ontbijt Ik was hiermede nog niet gereed,, toen ik een lacht tikken op de deur hoordevol verwach ting stond ilc op, om echter onmiddellijk weer te gaan zitten. „Binnen I" riep ik. Langzaam ging de klink omhoog, de deur werd geopend, en op den drti&Dftl lerfichfi^B da ouda ^Waruiaar ik al verbaasd was hem zóó vroeg in mijn huisje te zien, hij was het blijkbaar, toen hij mij ont dekte, niet minderwant met open mond, leu nend op zijn stok, bleef hij mij sprakeloos aan staren. „Wel, oude heer," zei ik, „je bent vanmor gen vroeg op pad I" „Goede God I" riep hij, fluisterend, zóó zacht, dat ik het bijna niet hoorde. „Kom binnen en ga zitten," zei ik. „God 1 God I" mompelde hij, ven hij zit nog wel zijn ontbijt te eten. God nog toe I God nog toe I" „Ja," knikte ik, en wanneer je het zooals het daar staat voor lief wilt nemen, zal het me zeer aangenaam zijn, wanneer je meëeten wilt ga zitten," en meteen trok ik mijn tweeden stoel bij tafel. „En dat zit nog wel zijn ontbijt te eten!" her haalde de oude man zonder zich te verroeren. „En waarom zou ik niet oudje „Waarom niet herhaalde hij minaihtend, „omdat een lijk toch geen ontbijt gebruiken kan, is het wel „Een lijk, oudje, wat bedoel je toch „Dc bedoel, dat een lijk toch niet meer van een ontbijt eten kan, neen waarachtig niet I" „Wel, ik maar zeker, je hebt gelijk, dat kan een lijk niet." „Dus je wilt me vertellen, dat jij geen lijk bent I" „Dc neen, een lijk ben ik nog niet, Gode zij dank I" „Peter," zei de oude man, terwijl hij het hoofd schudde, „je wilt er mij weer tusschen nemen I" „Werkelijk, oudje „Ja, dat doe je en dat nog wel zulk een ouden zulk een heel ouden man. Het ver wondert me van iou. Peter, en dat terwijl ik een man met grijze haren ben ja, het verr wondert me heel erg van jou, Peter I" Waar na hij zich op den stoel liet vallen, dien ik voor hem had klaargezet, en mij strak, met een verwijtenden blik bleef aanstaren. „Als je me nu eens wilde vertellen, wat ik eigenlijk misdreven heb begon ik. „Dc ben hierheen gegaan, Peter heel in dc vroegte om na den storm van gisteravond naar je lijk te zoeken. Wel, ik kom hier, en wat zie ik ik zie jou rustig aan je ontbijt net of er heelemnal geen storm was geweest noch iets anders." „Ja," zei ik, mij een tweeden kop thee in- j„ pui,, verscheidenheid schenkend, „ik voor mij zou rrfets liever heb ben, dan dat jij mijn lijk het eerst had gevon den, en het spijt me, dat ik je nu weer heb te leurgesteld, maar werkelijk, oudje „O, 't is niet de teleurstelling, Peter ik heb één lijk van mijn leven gevonden, en dat is genoeg, denk ik, zelfs voor een man van mijn hoogen leeftijd neen, dat is het niet het is, dat ik je bezig vindt met je ontbijt net alsof er heelemaal geen storm was ge weest en of niet de duivel in eigen persoon, met horens en staart gisteravond hier den weg op en neer heeft gehold, schreeuwend en gil lend John Pringle heeft 't zelf gezien en ge hoord I" „Zoo I en wat heeft John Pringle nog meer verteld vroeg ik, mijn kopje neerzettend. „Wel, hij komt daar in „de Stier" nat van het angstzweet en verschrikkelijk ontdaan, ter wijl zijn oogen als twee bessen uit zijn hoofd puilden I Hij komt in de gelagkamer cn spreekt geen woord vóór hij de kon van den ouden Amos heeft leeggedronken die het dichtst bij hem stond. Toen „Bij alle go den I" zegt hij, ons allemaal beurt voor beurt aankijkend bij alle goden, ik heb zoo pas het spook gezien I" „Het spook 1" zeggen wij allemaal tegelijk, terwijl wij van onze stoelen opsprongen, zooals je wel kunt begrijpen, Peter. „Ja," zegt toen John, terwijl hij omkeek met een blik, waarin je weer duidelijk zijn angst kon lezen, „ja, ik heb hem met mijn eigen twee oogen gezien, en v/at nog meer is, ik heb hem ook gehoord f „Waar," schreeuw den wij allemaal terwijl wij ook achter ons begonnen te zien. „Waar zou ik hem, zei John, anders hebben kunnen zien dan in die ver schrikkelijke spookvallei. Eerst zie ik een licht je, kruipend cn dansend tusschen de boomen ai I en tegelijk hoor ik allerlei kreten, die alleen al een man zijn bloed in zijn aderen zouden doen verstijven." „Poeoh 1" Joel Amos, terwijl hij zijn oogen in de lecge kan stopte, „wat is nou een licht? Moet een man door nou bang voor zijn, of voor wat geschreeuw Wat," zegt toen John Pringle kwaad, „als ik je nou ze,g dat de heele vallei één groote vuurvlam leek, als ik je nou vertel, dat ik den duivel zelf heb gezien, allemaal rook en vonken om hem heen, en met een geweldige zwavellucht rond om hem, en dat ik gezien heb dat hij een man door de toppen van de boomen wegdroeg „Groote God!" zeggen ze allemaal toen, en er was een heele tijd dat niemand iets zei. Maar eindelijk zei Joel Amos weer f Jk zou wel eens willen welen, wien hij daar zoo door de toppen der boomen heeft weggedragen en waarom?" „Dat zal de arme Peter zijn geweest," zeg ik, „en ik zal morgen het lijk van den armen jon gen gaan zoeken" zei ik en daar ben ik nou." „En bij slot van rekening vindt je me dus niet dood I" zei ik. „Als," zei de oude man met een zucht, „als je armen gebroken waren, of je beenen, wel of, als je haar was geschroeid, of je gezicht heelemaal verbrand van den zwavel, wel dan had ik er mij nog wat beter bij neer kunnen leggen maar je hier nou te vinden, terwijl jo rustig zit te eten en te drinken dot had ik niet van je gedacht. Peter, neen werkelijk niet." Ontevreden schudde hij het hoofd, en haalde uit zijn hoed den nooit onlbrekenden snuifdoos te voorschijn, doch hield, toen hij er een snuif je uit genomen had, plotseling op cn vroeg, vóór hij het naar zijn neus bracht, terwijl hij' mij zeer scherp aankeek„Maar," zei hij, op hoopvoller toon, „maar je gezicht is toch vol kneuzingen en gezwollen, Peter „Werkelijk f „Ja zeker is het dat, zeker is het dot!" riep hij terwijl zijn geheele gelaat opklaarde. „Ea je duim zit ook heelemaal in een verband „Ja, daar heb je gelijk in, Gaffer." „En Peter Dc snuif gleed tusschen zijn vingers uit en maakte een kleinen bruinen vlek op zijn jas, terwijl hij opstond, bevend, ea zich over de tafel naar mij toeboog* (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 5