AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
Fontein Schippers
Rijn- en Moeselwijnen
1.I. SDnOTERMAH Zn.. Utrechtscli8str.17, Tel. 145.
PT* FOTO-ARTIKELEN
I
bij J.0800TEND0RST HOF 20.
fetrischa Installaties mor licht en kracht P O N N E
je klasse Materiaal x
BINNENLAND.
Magazijn „DE GOUDEN KLOK"
Langs den grooten weg.
No. 290
169
Menbileeringen - Kunsthandel - Behangerü en Stoffeerders
Langestraat 24. Tel. Int. 496. AMERSFOORT.
bij
TWEEDE BLAD.
A. VAN DE WEG. Langesfraa: 23.
EVBagaz.
De Dom"'
Eigengemaakte KinderWing.
ZATERDAG na 1112 uur
worden GEEN bestellingen
meer aan bols bezorgd.
Maison VAN EIMEREN.
Gouden Trouw' en Verloviogringen
FEUILLETON.
«I Zwem-Artikelen
19® Jaargang
Zaterdag
II Juni 1921
TELERHOON
TLA8AKHLERWEG
52«1.
Uit de Pers.
Troeistra «Ac demagoog:.
Het Handelsblad vindt er iets heel
bedroevends in, te zien hoe mr. Troelstra,
eens zulk een groote figuur in ons Neder-
landsche poiilieke leven, op het eind van
zijn loopbaan de kracht en het karakter
blijkt te missen om een staatsman, een wer
kelijk volksleider te zijn, en geheel en al een
demagoog wordt. Wij wisten het al zegt
het blad van de Novemberdagen, toen
Troelstra al zijn oude plunje overboord
wierp om de uniform van den dag aan te
trekken, toen hij zeide met den wind die er
was en vóór den wind, niet vragende naar
welke haven het schip, waarop hij stuurman
was, zou geblazen worden.
Troelsfra, als politieke figuur, is toen ge
storven. Maar Troelstra, de beminde en in
vloedrijke demagoog, leeft nog. Is krachti
ger dan ooit.
Wie daaraan twijfelde, zal toen wel be
grepen hebben, welk een macht over een
groot deel van ons volk mr. Troelstra nog
heeft, na gezien te hebben hoe mr. Troel
stra Zondag het middenpunt was van de
meeting op het IJsclubterrein, hoe ieder
daar hem, Troelslra de groote en geliefde
figuur, wilde zien en hooren. En hoezeer
mr. Troelstra zelf aan die vereering en
bewondering hecht, blijkt nog duidelijker
uit de beweringen en redeneeringen, die bij
goed genoeg achtte om zijn hoorders de
verlangde emotie en opwinding te bezor
gen, om de „kapitalisten" ten genoegen
van zijn hoorders zwart en verachtelijk te
maken, om de macht en de beteekenis van
„den arbeider"» en „de eischen van den ar
beider" (arbeider is handarbeider cn in de
eerste plaats want deze is de eigenlijke
machthebber de ongeschoolde arbeider)
overweldigend te doen schijnen.
Het Handelsblad vestigt dan de aandacht
op enkele onwaarheden, die Mr. Troelstra
heeft laten toejuichen, wetende dat het
onwaarheden waren, waarbij het blad doet
uitkomen, hoe onjuist het is te beweren dat
het „ondernemersdom" de oorzaak is van
bestaande economische crisis.
„Als de ondernemers millioencn winst
maken, wenschen wij ons geen loonsverla
ging te getroosten" fanfaart de heer Troel
stra. De juichende menigte neemt dan da
delijk het sous-entendu als juist aan, dat er
ondernemers zijn, die „millioenen winst"
anaken en thans op loonsverlaging aan
dringen. De heer Troelstra weet zeer goed,
dot hij aoor een misleiding hier toejuichin
gen oogst.
„De patroon, die gedwongen wordt zijn
bedrijf stop te zetten, moet gedwongen
worden »iin arbeiders uitkeering te ver
strekken". Aldus de heer Troelstra. Wij tar
ten den heer Troelstra een wetsontwerp in
te dienen dat zelfs zijn eigcr partijgenoo-
ten redelik toeschijnt cn v/aaibelke werk
gever, wiens bedriif niet slaagt, genood
zaakt wordt zijn arbeiders verder (zoolang
het geld dat hij overhoudt bet toelaat te
onderhouden Een opzc}- nestermijn, een
termijn dus van uitkeering bestaat reeds.
Wat de r'i- Troelstra dar.'predikte, was
alweer niets dan misleiding.
Na nog enkele van dergelijke staaltjes te
hebben gebrandmerkt, behandelt het* blad
den eisch van het medezeggenschap in de
bedrijven.
De medezeggenschap in de algemeenc be-
drijfstoestanden door de kracht van de
vakvereenigingen is zéér groot zóó groot
dat in menig bedrijf gerust van de „zeg
genschap" der arbeiders en hoogstens van
de medezeggenschap der werkgevers ge
sproken kan worden. Men ziet hier, hoeveel
waarde mr. Troelstra feitelijk aan die mede-
ndres gericht, betreffende het wetsontwerp
tot ontginning van aard-olievelden in Ned.
Indië, ter nadere toelichting van haar re
quest d.d. 14 Maart 1.1.
„Ten onrechte w.ordt, naar het adressan
te voorkomt, in de belangstelling der Ame-
rikaansche regeering uitsluitend gezien een
streven om het aan Amerikaansche onder
nemingen rechtstreeks mogelijk te moken
nieuwe petroleumontginningen in Indië ter
hand te nemen. Naar haar meening is, voor
een deel, de actie evenzeer gevolg van den
wensch, reeds bestaande Amerikaansche fi-
nancieele belangen in Nederlandsch-Indië
te beschermen.
„Reeds sinds 1011 heeft Amerikaonsch
kapitaal bij de Nederlandsche-Indische Pe~
troleumwinning belang willen nemen.
„In April 1921 werd opgericht de naom-
looze vennootschap Nederlandsche Kolo
niale Petroleum-Maatschappij. Met klem en
met recht is steeds het Nederlandsch ka
rakter dezer vennootschap naar voren ge
bracht.
„Intusschen, de „Koloniale" had met haar
optreden in onze koloniën bij het gouver
nement weinig succes; immers, April 1013
werd vergunningen tot opsporinng eenvou
dig stopgezet (zie Oranjeboek blz. 37, 2e
kolom onderaan). Terecht wordt er door
den minister de aandacht op gevestigd, dat
deze maatregel gold voor olie aanvragen,
onverschillig van wien afkomstig. Maar
evenzeer mag er de aandacht op worden
gevestigd, dat de maatregel natuurlijk in
het bijzonder trof degene, die juist haar
nieuw bedrijf had aanngevangen en vrijwel
onverschillig kon laten degenen, wier be
drijf niet uitsluitend afhankelijk was van
nieuw te verkrijgen vergunningen.
„Het is deze maatregel, die de vennoot
schap op het uiterste in hare ontwikkeling
belemmerde.
„Ondanks de fnuikende belemmering
door genoemden Regeeringsmoatregel te
weeggebracht, heeft nochtans de vennoot-
zeggenschap hecht. Neen, zegt hij, die men-
schen staan nog te veel onder den invloed j j.g beid ntmr\erm0gen en
der werkgevers; wit politici, die hcelemoal 1 t t
niets ven het bedrijf en van de zeer bijzon- «J ™g met trots wijzen op hetgeen z j, on-
dere eischen van het bedrijf afweten, zul- danks alles, heeft tot stand gebracht. L/p
len het zeggen. En wij zullen het ove.rlaten de terreinen, voor welke zij vergunningen
aan de politic-ambtenaren, die er ook niets van anderen hadden kunnen overnemen,
afweten en vaak aangesteld zijn omdat werden de opsporingen krachtdadig aange-
i i vangen.
zij „sociaal" en arbeiderslievend" zijn aan
gelegd en zeer bevreesd om voor „knech
ten van het kapitalisme" te worden aange
zien.
De strijd tegen een te nadeeligen terug
slag van de slechte tijden op loonen ei\ ar
beidstoestanden, het verzet tegen een nei-
srin? om de concurrentie met het buiten-
Voorls wordt in het adres gezegd, dat de
„Koloniale" met aandrang naar de Djcmbi-
cuncessie of een deel ervan heeft
mede gedongen, doch zonder succes.
„Reeds kort na de behandeling der Djam-
bizaak in 1015, blijkt achteraf, was de Re-
land vol te houden door de werknemers geering van zins, aan de „Bataafsche" de
v.... „v_.j i ji J concessie in een of anderen vorm toe te
staan. Edoch, dit is toenmaals niet bekend
geworden en geenszins kan, na al het ge
beurde, vermoed worden dat de Regeering
keierzijds voeling zoude zoeken met slechts
cJn der haar bekende gegadigden, de an
deren voorbijgaand, en een wetsontwerp
zoude voorbereiden, strekkende om uitslui
tend met de eene uitverkorene de exploi
tatie ter hand te nemen.
„Toen vervolgens het wetsontwerp tot
„Ontginning van Aardolievelden in Neder
landsch-Indië was verschenen, heeft de
„Koloniale" zich opnieuw tot den Minister
van Koloniën gewend, maar mocht verne
men, dat zijne Excellentie bij zijn ontwerp
blééf en de maatschappij te zwak achtte,
om tot exploitatie mede te werken.
Dit wordt in het adres uitvoerig bestre
den.
Zij is te dezen opzichte bereid iederen
hun arbeid zeer veel goedkooper te doen
leveren, heeft onze volle svmpathie. En wij
voor ons zijn op het oogenblik volstrekt niet
zeker, dat een algemecne verlaging van het
loonpeil zoo wenscheli'k is.
Maar de rede van mr. Troelstra handelde
nauwelijks ernstig over het onderwerp.
De mensohen moesten meer strijdvaardig
gemaakt worden. Mr. Troelstra weet hoe
dat gebeuren moet. En doet het met groot
taler-.
Maar toch is het bedroevendzoo be
sluit het Hbld. een figuur als mr. Troel
stra is, of althans eens was, zóó als dema
goog te zien.
Tweede Kamer*
I>e DjnmM*exp!oita(ic.
Nederlandsche Koloniale Petroleum-
Maatschappij te Rotterdam heeft aan de
Eerste Kamer der Staten-Generaal een
financieelen of anderen waarborg te stel
len, die in redelijkheid zou kunnen worden
verlangd.
In de Memorie van Toelichting op het
wetsontwerp wordt gezegd, dat voor den
Staat slechts „één weg" zoude overblijven,
t. w.„dot hij ten nauwste zich aansluit bij
een der reeds bestaande (groote verkoops
organisatie)".
Het is met het oog op deze uitlating, dat
ook de Standard Oil Company of New Jer
sey rechtstreeks heeft aangeboden de ont
ginning van de helft van het gebied, te zo
men met het land, in den vorm als bij het
wetsontwerp bedoeld ter hand te nemen.
Intusschen, wanneer onze Nederlandsche
vennootschap in de gelegenheid wordt ge
steld met het land een overeenkomst aan
te gaan voor een gelijkwaardige helft der
Djam b i t er re i reen op gelijken voet als de
„Bataafsche", zoo kan adressante bij deze
verklaren, dat alsdan de verkoopsorganisa
tie der Standard Oil Company haar met
volkomen behoud harer zelfstandigheid
met al hare hulpmiddelen ten dienste zal
staan, tot tijd en wijle zij zelf daarin kan
voorzien.
Zij maakt zich voorts sterk, dat, als haar
verzoek wordt ingewilligd, de Standard Oil
Company zich onmiddellijk als gegadigde
voor de exploitatie zoude terugtrekken,
behoudens dan hare toezegging, dat zij de
„Koloniale" bij het werk zoude steunen,
technisch en financieel, in elke mate, die
zoude worden verlangd.
Katholieke Jonge Werkgevers-
TereeulgiiBg.
De Katholieke Jonge-Werkgeversvereeni-
ging heeft te Nijmegen op feestelijke wijze haar
eerste lustrum gevierd. Het werd des ochtends
kerkeb'jk herdacht, eerst in de St. Josephkerk on
daarna in de kapel van het Canisius college,
waar mgr. Diepen, bisschop van 's-Hertogen-
bosch, een mis van dankzegging opdroeg.
In een officieele bijeenkomst in de aula van
genoemde school werd vervolgens aan de ver-
ecniging een vaandel aangeboden. Meer dan
200 personen vereenigden zioh om 1 uur aan
een lunch in het concertgebouw De Vcreeniging,
terwijl in den tuin het muziekkorps der Kon.
Ned. Sigarenfabriek Eug. Goulmy en Baar te
den Bosóh een concert aanbood.
Te half vier ving in de groote zaal van De
Vereeniging een propaganda-feeslvergadering
aan, bijgewoond door mr. J. P. N. A a 1 b e r s e
minister van Arbeid, en mgr. Diepen, bis
schop van 's-Hertogenbosch.
Prof. J. A. J. B a r g ehoogleeraar aan de
Rijksuniversiteit te Leiden, trad als feestrede
naar op.
Na diens rede werd het woord gevoerd door
minister Aalberse, die er op wees hoe
de feestvierende vereeniging, hoewel betrekke
lijk klein, naar sprekers mccning van groote
beteekenis is voor ons land. Er was een tijd,
dat onze taal nog niet verarmd was met de
woorden werkgever en werknemers, maar ge
sproken werd van patroon of baas en arbeider,
hetgeen een mooie moreele verhouding uit
drukte. In den loop der tijden is echter de men
taliteit van den patroon zoowel als van arbeider
veranderd cn even goed daardoor de katholieke
arbeider gevaar loopt over te hellen naar do
ideeën van het socialisme, loopt, en zelfs nog
meer, de katholieke werkgever gevaar over te
hellen naar de idee van het economische libe
ralisme. Nu is de groote beteekenis van de
Katholieke Jonge-AVerkgeversvereëniging deze.
dat bij hare leden, de jonge mannen die de hoop
zijn voor de toekomst van ons vaderland, leven
dig is geworden het besef, dat evenmin als de
katholieke arbeider mag afzakken naar de idee
van het socialisme, de katholieke werkgever zich
mag laten leiden door de idee van hot econo
mische liberalisme, maar ook hij, evenals de
arbeider, heeft te leven naar zijn eigen Roomsch
geloof.
Het moeilijke probleem, waarvoor wij staan
en waarvan de volledige oplossing ongetwijfeld
nog niet is gevonden, is, volgens spr., de vol
ledige prakt ijk-wording van het Christendom in
de twintigste eeuw. Wat nu is het feitelijk ge
beuren van onzen tijd Dat zoo velen meenen
te zien wat in werkelijkheid niet gebeurt. En om
daaraan tegemoet te komen, weet spr. geen
Varkensmarkt
Amersfoort.
Speciale aldeeliiic
J. j. V. HAMERSVELD
Hoofdagent „Amstel"-bieren.
Coillenr E'osficlienr Coiifeusc
WIJKRSSTRAAT I I. - Tel. 205
Iloogst Modorno Salons voor
DAMES cn HEER EN Manicure
Magazijn van Parfumurioön on
Toilot-Artikolon.
BADINRICHTING
'beter middel dan dnt der historische studie.
Met genoegen constateert spr. dnt deze vereeni-
ging in do ofgcloopen vijf jaren verschillend©
onderwerpen heeft behandeld, waardoor zij
onzen eigen tijd leeide kennen'door in het ver
leden te zien en na te vorschen hoe uit bcpaaldo
gedachten cn feiten dc concrete maatschappe
lijke vormen zich hebben ontwikkeld.
De minister besloot met het uiten van den
wensch, dat het deze vereeniging gegeven mogo
zijn uit te bloeien in ledental, maar boven alles
in diepte van eerlijke. Christelijke, katholieke
overtuiging.
Na deze luid toegejuichte rede sprak de bis
schop van den Bosch een slotwoord.
Een soirée in De Vereeniging bcslool
het feestelijk samenzijn.
Georganiseerd overleg
Rijksambtenaren. Door een com
missie uit de centrale commissie voor ge
organiseerd overleg in ambtenaarszaken is
een rapport uitgebracht over de reorgani
satie van het georganiseerd overleg.
Deze sub-commissie komt, na ingewon
nen advies der organisaties, tot de navol
gende conclusiën
le. De beslissingen der centrale commis
sie dragen een adviseerend karakter.
2e. De centrale commissie dient de be
voegdheid te bezitten de regeeringsverte-
genwoordigers uit te noodigen omtrent een
bepaalde zaak het standpunt der regeering
te gaan vragen.
3e. De centrale commissie dient vervol
gens de bevoegdheid te bezitten uit haar
midden een delegatie af te vaardigen, be
staande uit regeeringsvertegenwoordigers
en vertegenwoordigers der organisaties, ten
einde met de regeering nadere besprekin
gen te voeren.
4e. Wanneer de regeering afwijkt vare
een advies der centrale commissie, doet zij
aan de centrale commissie mededeeling
van hare motieven tot afwijking van het uit
gebracht advies.
5e. Ook wanneer de tijd ontbreekt voor
het onder 2e en 3e bedoelde overleg, deelt
de regeering aan de commissie gemoti
veerd mede, waarom zij is afgeweken van
het uitgebrachte advies.
6. Wanneer over een ontwerp van wet
het advies van de Centrale Commissie is
ingewonnen, wordt dit advies ter kennis
van de Tweede Kamer der Staten-Gene
raal gebracht.
7e. In de centrale commissie behooren
Er zijn beleedigingen, die men niet
moet opmerken om zijn eer niet te bezoe-
t.A!»«RSTRAAT 4:1 - AMERSFOORT
Het retires voor
De Juiste modellen
WILLEM GROENHUIZEN.
•Naar het Engelsch van
JEFFERY. FARNOL.
71
'San het medaillon was bevestigd een smal
blauw lint'; ik trók het óver mijn hoofd heen
en hing hetmedaillon, om mijn hals. Daarna
las ik v/at Charmian in mijn Virgilius had ge
schreven, nog 'eens over, zette het boek weer
.op de boekenplank, zette thee en begon aan
mijn ontbijt
Ik was hiermede nog niet gereed,, toen ik een
lacht tikken op de deur hoordevol verwach
ting stond ilc op, om echter onmiddellijk weer
te gaan zitten.
„Binnen I" riep ik. Langzaam ging de klink
omhoog, de deur werd geopend, en op den
drti&Dftl lerfichfi^B da ouda ^Waruiaar ik
al verbaasd was hem zóó vroeg in mijn huisje
te zien, hij was het blijkbaar, toen hij mij ont
dekte, niet minderwant met open mond, leu
nend op zijn stok, bleef hij mij sprakeloos aan
staren.
„Wel, oude heer," zei ik, „je bent vanmor
gen vroeg op pad I"
„Goede God I" riep hij, fluisterend, zóó
zacht, dat ik het bijna niet hoorde.
„Kom binnen en ga zitten," zei ik.
„God 1 God I" mompelde hij, ven hij zit nog
wel zijn ontbijt te eten. God nog toe I God nog
toe I"
„Ja," knikte ik, en wanneer je het zooals het
daar staat voor lief wilt nemen, zal het me zeer
aangenaam zijn, wanneer je meëeten wilt
ga zitten," en meteen trok ik mijn tweeden
stoel bij tafel.
„En dat zit nog wel zijn ontbijt te eten!" her
haalde de oude man zonder zich te verroeren.
„En waarom zou ik niet oudje
„Waarom niet herhaalde hij minaihtend,
„omdat een lijk toch geen ontbijt gebruiken
kan, is het wel
„Een lijk, oudje, wat bedoel je toch
„Dc bedoel, dat een lijk toch niet meer van
een ontbijt eten kan, neen waarachtig niet I"
„Wel, ik maar zeker, je hebt gelijk, dat
kan een lijk niet."
„Dus je wilt me vertellen, dat jij geen lijk
bent I"
„Dc neen, een lijk ben ik nog niet, Gode zij
dank I"
„Peter," zei de oude man, terwijl hij het
hoofd schudde, „je wilt er mij weer tusschen
nemen I"
„Werkelijk, oudje
„Ja, dat doe je en dat nog wel zulk een
ouden zulk een heel ouden man. Het ver
wondert me van iou. Peter, en dat terwijl ik
een man met grijze haren ben ja, het verr
wondert me heel erg van jou, Peter I" Waar
na hij zich op den stoel liet vallen, dien ik
voor hem had klaargezet, en mij strak, met een
verwijtenden blik bleef aanstaren.
„Als je me nu eens wilde vertellen, wat ik
eigenlijk misdreven heb begon ik.
„Dc ben hierheen gegaan, Peter heel in dc
vroegte om na den storm van gisteravond
naar je lijk te zoeken. Wel, ik kom hier, en
wat zie ik ik zie jou rustig aan je ontbijt
net of er heelemnal geen storm was geweest
noch iets anders."
„Ja," zei ik, mij een tweeden kop thee in-
j„ pui,, verscheidenheid
schenkend, „ik voor mij zou rrfets liever heb
ben, dan dat jij mijn lijk het eerst had gevon
den, en het spijt me, dat ik je nu weer heb te
leurgesteld, maar werkelijk, oudje
„O, 't is niet de teleurstelling, Peter ik
heb één lijk van mijn leven gevonden, en dat
is genoeg, denk ik, zelfs voor een man van
mijn hoogen leeftijd neen, dat is het niet
het is, dat ik je bezig vindt met je ontbijt
net alsof er heelemaal geen storm was ge
weest en of niet de duivel in eigen persoon,
met horens en staart gisteravond hier den weg
op en neer heeft gehold, schreeuwend en gil
lend John Pringle heeft 't zelf gezien en ge
hoord I"
„Zoo I en wat heeft John Pringle nog meer
verteld vroeg ik, mijn kopje neerzettend.
„Wel, hij komt daar in „de Stier" nat van
het angstzweet en verschrikkelijk ontdaan, ter
wijl zijn oogen als twee bessen uit zijn hoofd
puilden I Hij komt in de gelagkamer cn
spreekt geen woord vóór hij de kon van den
ouden Amos heeft leeggedronken die het
dichtst bij hem stond. Toen „Bij alle go
den I" zegt hij, ons allemaal beurt voor beurt
aankijkend bij alle goden, ik heb zoo pas
het spook gezien I" „Het spook 1" zeggen wij
allemaal tegelijk, terwijl wij van onze stoelen
opsprongen, zooals je wel kunt begrijpen,
Peter. „Ja," zegt toen John, terwijl hij omkeek
met een blik, waarin je weer duidelijk zijn
angst kon lezen, „ja, ik heb hem met mijn
eigen twee oogen gezien, en v/at nog meer is,
ik heb hem ook gehoord f „Waar," schreeuw
den wij allemaal terwijl wij ook achter ons
begonnen te zien. „Waar zou ik hem, zei John,
anders hebben kunnen zien dan in die ver
schrikkelijke spookvallei. Eerst zie ik een licht
je, kruipend cn dansend tusschen de boomen
ai I en tegelijk hoor ik allerlei kreten, die
alleen al een man zijn bloed in zijn aderen
zouden doen verstijven." „Poeoh 1" Joel Amos,
terwijl hij zijn oogen in de lecge kan stopte,
„wat is nou een licht? Moet een man door nou
bang voor zijn, of voor wat geschreeuw Wat,"
zegt toen John Pringle kwaad, „als ik je nou
ze,g dat de heele vallei één groote vuurvlam
leek, als ik je nou vertel, dat ik den duivel zelf
heb gezien, allemaal rook en vonken om hem
heen, en met een geweldige zwavellucht rond
om hem, en dat ik gezien heb dat hij een man
door de toppen van de boomen wegdroeg
„Groote God!" zeggen ze allemaal toen, en er
was een heele tijd dat niemand iets zei. Maar
eindelijk zei Joel Amos weer f Jk zou wel eens
willen welen, wien hij daar zoo door de toppen
der boomen heeft weggedragen en waarom?"
„Dat zal de arme Peter zijn geweest," zeg ik,
„en ik zal morgen het lijk van den armen jon
gen gaan zoeken" zei ik en daar ben ik
nou."
„En bij slot van rekening vindt je me dus
niet dood I" zei ik.
„Als," zei de oude man met een zucht, „als
je armen gebroken waren, of je beenen, wel
of, als je haar was geschroeid, of je gezicht
heelemaal verbrand van den zwavel, wel dan
had ik er mij nog wat beter bij neer kunnen
leggen maar je hier nou te vinden, terwijl jo
rustig zit te eten en te drinken dot had ik
niet van je gedacht. Peter, neen werkelijk niet."
Ontevreden schudde hij het hoofd, en haalde
uit zijn hoed den nooit onlbrekenden snuifdoos
te voorschijn, doch hield, toen hij er een snuif
je uit genomen had, plotseling op cn vroeg,
vóór hij het naar zijn neus bracht, terwijl hij'
mij zeer scherp aankeek„Maar," zei hij, op
hoopvoller toon, „maar je gezicht is toch vol
kneuzingen en gezwollen, Peter
„Werkelijk f
„Ja zeker is het dat, zeker is het dot!" riep
hij terwijl zijn geheele gelaat opklaarde. „Ea
je duim zit ook heelemaal in een verband
„Ja, daar heb je gelijk in, Gaffer."
„En Peter Dc snuif gleed tusschen
zijn vingers uit en maakte een kleinen bruinen
vlek op zijn jas, terwijl hij opstond, bevend, ea
zich over de tafel naar mij toeboog*
(Wordt vervolgd).