BUITENLAND. FEUILLETON. J. GRG8ÏE10HST SOF 28. DE EEMLANDER" PRIJS OER ADVER1EHTIEH roet inbegrip van een Langs den grooten weg. 19© Jaargang N6. 296 per po.1 f J.-. f«"4W s"0» *™k«lB8 Ifcgeo oagclukke») f «47». ifrondetlljk» nummert \f C.0S. Dü DIRECTEUR-UITGEVERi J. VALKHOFF. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAL TEL INT 513. Maandag £0 Juni 1921 bewijsnummer, elke icqcl jnecr 1 O 25, dienstaanbie* dingen en Lictdadiqheids-advcitenticn voor de helft der prijs Voor handel cn bedrijf bcMaan zeer voordcclige bcpalinccn *oor het advcrlccrcn li ene circuiairc, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden Politiek Overzicht. De vroegere Engelsche secretaris ran 8e ^dhatklst Mac Keiuva, die thans voorzitter is ivan da London Joint CBty and Midland 6ank, heeft deze week op een vergadering Van financiers een rede gehouden over de internationale schulden en met name over 8e financieels verplichtingen van Duitsch- land. O.a. werd door hem gezegd, dat de nieu we betrekkingen tusschen crediteuren en schuldenaars, die tengevolge van den oor log tusschen de afzonderlijke staten zijn Ontstaan, een volstrekt ernstigen, nodeeligen ïnvloed op den internationalen handel moest uitoefenen. Do grootste schuldenaar, n.l. Duitschland, moest 6750 millioen p. st. yoot schadeloosstelling betalen, terwijl de Ver. St. de grootste schuldenaar van voor den oorlog, thans niet meer dan 800 mil lioen p. st. schuldig waren. Deze nieuwe etoat van zaken moest een grooten invloed op den economischen toestand der geheele «wereld uitoefenen. Schulden van de naties feconden niet betaald worden zonder belang rijke gevolgen voor de industrieën der be treffende landen. Daar Duitschland verre weg de grootste schuldenaar was, waren de gevolgen, die uit de betaling der Duitsche schulden moesten voortvloeien, des te op merkelijker. Mac Kenna hield zich daarna bezig met 8e aan Duitschland voorgestelde wijze van betalen en de voorwaarden, die vereischt worden om de betalingen mogelijk te ma ken, alsmede met de gevolgen, die daaruit ivoor den internationalen handel voortvloei den. Hij concludeerde, dat Duitschland zijn buitenlandsche crediteuren jaarlijks een mi nimum-betaling van 150 millioen p. st. en een maximum-betaling van bijna 400 mil lioen p. st. had te doen. Hij achtte het dui delijk, dat Duitschland de middelen voor de betaling slechts door den verkoop van wa ren in 't buitenland kon vinden of door het steun verleenen aan vreemde naties door zijn scheepvaart, zijn banken en zijn ver zekeringswezen, m. a. w.het had door zijn zichtbaren of door zijn onzichtbaren uitvoer te betalen. Volgens Mac Kenna liet men volkomen verschillende overwegingen gelden, al naar dat Duitschland door uitvoer van waren of door diensten betaalde. Wanneer Duitsch land door zichtbaren uitvoer betaalde, moest bet, om de minimumbet3'ing van 150 mil lioen p. s. jaarlijks te doen, aan 't buiten land voor minstens 200 millioen p. s. ver- koopen en voor het verbruiken in 't binnen land een invoer van slechts 50 milüoen p. st. verkrijgen, wat nauwlijks denkbaar was, gezien de noodzakelijkheid om grondstoffen in te voeren. Om Duitschland in staat te steL len, zijn eindverplichtingen van bijna 400 millioen p. st. jaarlijks na te komen, moest de Duitsche uitvoer niet minder dan 1200 millioen p. st. bedragen. Duitschland's bui- tenlandsche handel kon niet tot het „kook punt" worden opgevoerd noch zoo'n groot overschot voor uitvoerdoeleinden gehand haafd worden, zonderdat de loonen in Duitschland op een uiterst laag peil werden gehouden in vergelijking met die, welke in de concurreerende landen werden betaald. De vermindering van den levensstandaard onder de arbeidende klassen moest plaats hebben om de schadeloosstelli-ngsschuld af te betalen. Mac Kenna verklaarde voorts, dat de eer ste vraag, die rees, deze was Zou de Duit sche arbeidersklasse hier accooVd mee gaan Voor zoover momenteel kon wor- land werden betaald. De meegaandheid van :den Duitschen arbeider zou wel zijn oorzaak vinden in de omstandigheid, dat het tegen woordig lot der Duitsche arbeiders beter wa9 dan tijdens den oorlog, toen alle klassen In Duitschland tengevolge van de blokkade ontberingen hadden te doorstaan als geen ander volk. Daarna onderwierp Mac Kenna aan een beschouwing de geyolgen van het schade* loosstellingsplan op den onzichtbaren Duit schen uitvoer, n.l. op de takken van handel, die een groot deel van Engeland" s kracht op 't gebied van den handel uitmaakten. De loonsverlagingen, de dwangsgewijze beta ling van die uitvoerbelasting 26 pet. zou den niet tot de handelstakken in Duitsch land beperkt blijven, die bij den uitvoer be trokken waren. De loonen in elke industrie zouden op eendere wijze gedrukt worden en de basis der kosten in Duitschland zou algemeen onder die van Engeland staan. De invloed op de Duitsche scheepvaartin dustrie was duidelijk. Er werden schepen op den Duitschen kostengrondslag ge bouwd en bemand, de vrachten- en passa gierstarieven zouden echter op 't internatio nale peil staan. De 26 pet. uitvoerbelasting zou zoodoende feitelijk een premie van 26 pet. ten gunste van de Duitsche scheepvaart beteekenen. Hetzelfde gold eveneens voor de bank- en verzekeringszaken. Duitschland's moeilijkheden zouden zijn gelegen in de vervulling van zijn verplich tingen in 't eerste of tweede jaar. Het vor derde tijd schepen te bouwen en den han del tot nieuw leven te brengen. Wanneer Duitschland echter de 150 millioen p. st. kon delgen, die voor dit en het volgende jaar geëischt werden, was het waarschijnlijk dat in 't derde jaar de Duitsche industrie met Duitsche energie en in Duitschen om vang arbeidde, dat Duitschland in staat werd gesteld de eischen te vervullen. Het belang der Duitsche regeering en de machtige in dustriemagnaten zou zich op dezen grond slag der schulden vereerugen. Voor de Duitsche industriemagnaten beteekende het goedkoopen arbeid en groote opbrengst. De last der schulden zou hoofdzakelijk door den Duitschen arbeider worden gedragen. Mac Kenna kwam na dit onderzoek der Duitsche schulden en de in het schadeloos, stellingsplan voorgestelde wijze van beta ling tot de conclusie, dat, wanneer Duitsch land in staat was zijn verplichtingen na te komen, het daardoor den internationalen handel van Engeland ernstige schade zou berokkenen. De hoogontwikkelde industrie- en han delsmacht van Duitschland zou dit rijk veel eerder tot een concurrent van Engeland ma ken dan van welke andere notie der wereld ook en, hetzij Dr'tscMand met zichtbaren, hetzii met onzichtbaren uitvoer betaalde, het meest zou de Engelsche handel ervan heb ben te lijden. Wanneer anderzijds Duitsch land niet de hand hield aan zijn verplich tingen, dan beteekende dit een terugkeer tot de toestanden van politieke wanorde, die zoo gevaarlijk waren voor den vrede en zoo nadeelig voor het herstel van den handel. Niet de betaling der Duitsche wa ren beteekende een benadeeling van Enge ïand's handel, maar het vermogen van Duitschland om Engeland te betalen. Mac Kenna merkte verder nog op, dat het Duitsche voiik arbeidsvoorwaarden werden opgedrongen, waardoor het in staat was waren van •p'ke soort goedkooper te fabri- ceeren dan Engeland. „De Duitschers moeten het doen om hun schulden te betalen en 'wi| staan op de be taling der schulden, terwijl wij dreigen met de bezetting van Duitsch gebied en een den beoordeeld, moest het antwoord op deze blokkade. Daardoor dwingen wij onze han- vraag bevestigend luiden. Op 't oogenblik delsmededingers onder voorwaarden te le- "bedroegen dé loonen in Duitschland niet meer dan de helft van die. welke in Enge- ven, die het Duit-schland mogelijk maken ons van de buitenlandsche markten te ver dringen. Wij zullen wesl-is-waar ons deel van de Duitsche schadeloosstelling verkrij gen, dat hoogstens ongeveer 80 millioen p. «st. per jaar zal bedragen, maar de omstan digheden, die het Duitschland mogelijk ma ken deze bedragen te betalen, zullen Duitschland in staat stellen onzen buiten- landschen handel te bedreigen, die met in begrip van den zichtbaren uitvoer thans meer don 1100 millioen p. st. per jaar be draagt." Voor de vraag gesteld, of er dan een weg was om iets van Duitschland los te krijgen, zonder zich zelf schade te berokkenen, stel de Mac Kenna voor van Duitschland te eischen, dat het naar Engeland, Frankrijk en de overige geallieerde landen al naar gelang van de behoefte dezer landen ar tikelen als kolen, hout, kali en suiker zond, die het alle in groote hoeveelheden produ ceerde. Dit zou ongetwijfeld beteekenen, dat veel Duitsch kapitaal en veel Duitsche ar beid aan 't bedrijf onttrokken en voor de productie van materialen gebruikt moesten worden, die de landen, wier schuldenaar Duitschland was, vannoode hadden. Door Duitschland's middelen kon overigens niet zoo'n hooge som van 400 mïllioen p. st. in 't jaedr bereikt worden, maar den Engel- schen handel zou althans niet zooveel na deel worden berokkend en geen druk van buiten zou de loonen in Duitschland tot een peil doen zakken, dat een met goeden uit slag bekroonde concurrentie met Engeland, wat den Duitschen handel met het buiten land betrof, garandeerde. De Duitsche fa brieken en de Duitsche scheepvaart zouden dan achterop zijn, vergeleken met de En- geJsche fabrieken en de Engelsche scheep vaart. Duitschland's -vermogen om in hun bedrijven kapitaal en arbeid te steken, zou dan voor een groot deel beperkt zijn. Zijn rede besloot Mac Kenna met de opmerking, dat deze uiteenzettingen omtrent de schul den van Duischland ook op de schulden der andere landen toepasselijk waren. Berichten. Berlijn, 18 Juni. (W. B.) Op 17 en 18 Juni hebben in 't rijksministerie van fi nanciën tusschen het garantie-comité en de vertegenwoordigers der Duitsche regeering verschilende besprekingen plaats gehad, waaraan van Duitsche zijde secretaris Schroder van 't rijksministerie van financiën als voorzitters s4aatssecretarissen Bergmann en Zapt van 't rijksministerie van financiën, alsmede vertegenwoordigers der betrokken ministeries deelnamen. Aan de zittingen was een voorloopkge bespreking tusschen het garantie-comité en staatssecretaris Bergmann op Maandag voorafgegaan. Bij 't begin der eerste zitting op 17 Juni gaf staats- Mauclère verklaarde, dat de geest, waarin 't garantie-comité de uitvoering beoogde van 't betclingsplan, dezelfde was als die, welke was aangeduid door de vertegenwoordigers der Duitsche regeering. Het garantiecomité streefde er naar de eischen der geallieerden te vervullen zonder Duitschland te bemoei lijken in zijn economische ontplooiing. De zittingen hielden zich deswege bezig met een reeks technische kwesties. C o b 1 e n z, 1 8 J u n i. (B. T. A.). De hooge intergeailieerde commissie voor het Rijnland heeft uit haar gebied uitgewezen den Duitschen generaal Von Oven, tegen wien te Leipzig een proces aanhangig is. Deze generaal had te Kaiserlautern een openbare vergadering op touw gezet, waar hij het woord zou voeren. Saarbrücken, 18 Juni. (W. B.). Volgens eij krantcbericht heeft het bestuur van de sociaal-democratische partij in het Saar-gebied aan den raad van den Volken bond te Genève een telegram gericht, waar_ in verzocht te voldoen aan de volgende drigende verlangens van de geheele Duit sche bevolking 0) Waarborg van het Hei- matrecht (2) vrije terugkeer van alle uit gewekenen (3) verwijdering der troepen. G e n v e 1 8 J u n i. (B. T. B.) Op voor stel von Hanotaux besloot de raad van den Volkenbond met het nemen van een beslis sing in zake handel en fabricatie van wa pens te Dantzig te wachten tot Dinsdag, den dag waarop admiarol Macazas, die een onderzoek te Dantzig ingesteld heeft, aan komt. Men gelooft, dat het besluit ven den raad, waarbij aan de fabriek te Dantzig ver boden is het aanmaken van wapenen voort te zetten, door de Duitsche autoriteiten ge- schond-en is. Hanotaux maakte zich tot tolk van zijn collega's door een levendige ver ontwaardiging aan den dag te leggen. Genève, 1 8 J u n i. (B. T. A.) De con stitutie der vrije stad Danzig is geplaatst onder de garantie van den Volkenbond, die dcor middel van den bondsraad heeft ver zocht enkele amendementen in den door den Danzigschen senaat uitgewerkten tekst aan te brengen, welke tekst in strijd was met de belangen van Polen. Aan den vol kenbondsraad is op alle punten voldoening gegeven, ook wat betreft den ambtsduur van den senaats-president en de senatoren. Warschau, 17 Juni. (Orient). De militaire operaties in Opper-Silezië zijn langs het goheele front gestaakt, dank zij de loyale houding der opstandelingen, die rich hebben teruggetrokken om de gealli eerde troepen in staat te stellen de neu trale zöne tusschen de strijdenden te bezet ten. Daar de afdeelingen van generaal Hoe- fer niet aan de orders der intergeallieerde commissie willen voldoen, blijft de pacifica tie van het land alsnog onmogelijk. Ratibor, 1 8 J u n i. (W. B). De com mandant der zöne Ratibor, Kosel en Krap- pitz, kolonel Salvioni, maakt bekend, dat in alle dorpen op den rechteroever van den Oder in het district Ratibor burgerwachten moeten worden gevormd, die slechts met re volvers en pitsolen bewapend mogen zijn. Alle andere wapenen moeten bij het ge meentebestuur worden ingeleverd. Overtre ders worden voor de bijzondere rechtbank te Ratibor gedaagd. Het straatverkeer is van 's avonds negen uur tot 's mongens vier uur verboden. Een absoluut alcoholverbod is af gekondigd. Oppeln, 18 Juni. (W. B.) Officieel wordt bekend gemaakt, dat vandaag niet werd gevochten. In het gebied, door de op standelingen bezet, worden hoe langer hoe meer benden gevormd. Noodkreten komen in grooten getale uit alle kreitsen. Gutten- tag, dat nu door Engelsche en Fransche troepen bezet is, is door de Polen uitgeplun derd. Bijna alle zaken op de maikt zijn leeg geroofd. B e r lij n 18 Juni. (N. T. A. Draadloos). Volgens een bericht uit Oppeln is het vol komen zeker, dat aan de grens van het Op- per-Silezische plebiscietgebied agenten der communistische partij uit Beieren aangeko men zijn. K^ttowitz, 18 Juni. (W. B.) In een schrijven nan de intergeallieerde commissie stelt de Opper-Silezische Berg-und Hütten- rnannische Verein de commissie als bezit ster de regeeringsmacht en der machts middelen voor het dempen van den opstand mede verantwoordelijk voor de door den opstand veroorzaakte schade. Sosnowitz, 18 Juni. (Orient). Vol gens berichten uit Beufhen blijft d/e hou ding der Duitsche afdeelingen van generaal Höfer vijandig ten aanzien der bevelen van de intergeallieerde commissie, betreffende den gelijktijdigen terugtocht der strijdende troepen en de ontruiming der volksstem- miragsgebieden. De Duitschers hebben de Engelsche detachementen te Kandrzin ont wapend en op de Engdischen geschoten* toen dezen Sfawenczyce wilden bezetten. Ratibor, 1 8 Juni. (W. B.) Knltwasser^ Klutschau en Olschowa werden op verzoolm van de Engelschen door de troepen van dom] Selbstschutz ontruimd. Gisteren werd dn stelling ten zuiden van Kamin in het districts Ratibor door de Polen bezet. Te Lissek stoMnf twee compagnieën Haller-soldaten. Zevcnf vrachtauto's met Fransche troepen zijn gis-, teren te Nensa aangekomen. Zij vertrokken/ verder in de richting van Schischowitz. Gis-* teren kwamen een groot aantal Duitsche.-sé uit de omgeving van Nensa te Ratibor aanJ Zij klagen over plagerijen door de PoleruJ Vrouwen en kinderen moesten dagen laneft in de bosschen blijven, waar ze zich verbor-^ gen hielden. De mannen moesten tijdens d® beschieting door den Duitschen Selbst schutz loopgraven aanleggen, terwijl de op* standehngen veilig verder weg lagen. Door de Duitsche partijen en vokbon* den in Opper-Silezië zijn gelijkluidende te legrammen gericht tot Lloyd George, Briandi en Giolitti en wel von den volgenden in houd „In de machtsfeer van den Franschen ge neraal Comte Denis zijn, met zijn toestem ming, de belangrijkste stations n.l. die van Beutihen, Tarnowitz en Kattowitz aart de opstandelingen uitgeleverd. De opstan delingen gebruiken de spoorweglindes voork het transport van troepen en oorlogstuig. Met de gestolen Duitsche locomotieven en spoorwagens halen de opstandelingen de steenkolen naar Polen weg, die in de Opper- Silezische mijnen zijn gedolven. Sinds 3 Mei is het economische leven van Onner- Silezië verlamd. Nooit is de economische! afhankelijkheid van Duitschland en de on verbrekelijke band, die tusschen Opper-Si- lezië en Duitschland bestaat, op meer in hef oog vallende manier bewezen. De mijnen en1 hoogovens hebben gebrek aan de noodzake lijke middelen om het bedrijf voort te zet ten. Er rs een tekort aan reservedeelen, smeermiddelen, ontplofbare stoffen. Andere smeltovens hebben geen ertsvoorraden. Er is geen merkt voor de productie aan de kalimijnen en -inlichtingen worden geen be stellingen gedaan. Tweehonderdduizend ar beiders zijn werkeloos; nog erger werkeloos heid dreigt. Zeer sterk wordt ook de land bouw in Opper-SHezië bedreigd. Heden d. i. zes weken na den aanvang van den op stand organiseert Korfanty een troepen macht en dwingt hij ook Duitsch-gezinde Opper-Sileziërs in zijn leger dienst te ne men. De initcr-gealli eerde commissie duldtr dat het bevel tot dienstneming in de Pool- sche pers wordt gepubliceerd. Om de gelden te verkrijgen om den on- stan'd door te zetten, hebben de opstande lingen speciale belastingen uitgeschreven, terwijl zij hebben verboden de wettige be lastingen te betalen aan de rechtmatige autoriteiten. Duizenden menschen, die in ge vaar verkoeren, zijn gevlucht. De intergea'Mieerde commissie heeft het onderhoud, de huisvesting en de zorg voor die personen voor uitsluitende rekening ge laten van de Duitsche bevolking. Wegens he»t verwonden van drie Fransche soldaten door de Duitsche ve r d ed<i e in gs troepen wa ren bij de Duitsche regeering de krachtig ste protesten ingediend. Honderden Duit schers zijn in Opper-Silezië vermoord dui zenden Duitsöhers smachten in Poolsche ge vangenenkampen. Voor het straffen van die misdadigers is nog geen doeltreffend mid del toegepast. Sinds begin Juni bevinden de door Engeland gezonden troepenverster kingen zich in Opper-Silezië, maar nog steeds gedragen de opstandelingen zich on betwist en onbestreden als meesters van den toestand. Wij srtellen de leidende staatslieden van de voor Opiper-Silezië verantwoordelijke Niets wat werkelijk groot is kan mid delmatrgheid verdragen. Naar het Engelsch van JEFFERY FARNOU T8 „Wel?" zei ze. „Wel? zei ik, „zoudt u niet zelf beginnen?" „Maar is cr kans dat ge er.... belang in stelt „Ik geloof ja, ik denk van wel." „Dus u bent er niet zeker van „Geheel zeker volkomen zeker I" „Waarom zegt u dit dan niet dodelijk?" „D: dacht, dat u dat wel als vanzelf spre kend zou beschouwen." „Een vrouw moet niets als vanzelf spre ker.'! beschouwen, mijnheer „Zoo," zei ik, maar als u nu eens begon?" „Ik heb nog veel lust om het niet te doen," antwoordde ze, terwijl ze de vlecht ijverig om Haar vinger bleef winden, doch toen, plotse ling: „wat denkt u wel van Charmian Brown?" „Ik denk zoo weinig mogelijk over haar." „Werkelijk, mijnheer 1" „Werkelijk 1" „En waarom, als ik vragen mag „Omdat," zei ik, terwijl ik de asch uit mijn pijp klopte, „omdat hoe meer ik over haar denk, des te onbegrijpelijker wordt zij voor mil." „Heeft u vee! vrouwen gekend „Heel weinig," bekende ik, „maar..."." „Maar „De ben toch niet geheel en al onbekend met de sexe, want ik heb er heel veel leeren kennenin mijn boeken." „Onze smid," zei Charmian, zich weer tot de mnan richtend, „heeft vele vrouwen leeren kennen in zijn boeken I Zijn kennis is dus wel een zeer diepe I" Daarop lachte zij. „Mag ik vragen, waarom gij mij uitlacht „Wel zei ze, „weet u dan niet dat vrou wen in boeken en vrouwen buiten de boeken niet meer op elkaar gelijken dan dag en nacht, of zomer en winter?" „Maar er zijn toch duizende vrouwen, die alleen in de boeken voor ons beslaan, Laura, Beatrice, de Trojaansche Helena, Aspasia, de heerlijke Phryne en nog vele ,vele anderen," wierp ik tegen. „Zekermaar zij bestaan voor ons alleen, zooals haar geschiedschrijvers ons haar wil len doen zién, of zooals dezen zich haar heb ben voorgesteld. Zou Petrarca aan Laura ooit hebben toegestaan iets onbehoorlijks of one dels te doen, of iets dot naar zijn mannelijke opvatting onvrouwelijk scheen En zou Dante het verteld hebben, als Beatrice zoo iets had gedaan Een man kan een vrouw uit de boe ken al evenmin begrijpen als hij Latijn of Grieksch kan leeren alleen door in de lucht te kijken." „Daar ben ik," zei ik, het hoofd schuddend ,nog niet-zoo heel zeker van." „Dus persoonlijk weet gij nog weinig van de vrouwen of ,Ik heb het altijd druk gehad," zei ik. Toen weer naar mij en zag mij onderzoekend aan. Te druk herhaalde ze, alsof ze mii niet goed verstaan had. te druk „Veel te druk I" Toen begon ze te lachen, keek daarna weer ernstig, en lachte weer. „U vind het misschien prettiger een hoefiizer te maken, dan met een vrouw te pra ten „Ja, i kgeloof het wel." „Zoo I" zei Charmian, terwijl ik haar de wenkbrauwen zog fronsen doch ditmaal zag zij mij niet aan. „Ziet u." legde ik uit, terwijl ik met mijn ledige pijp in de hond speelde, „wanneer ik een hoefijzer maak, dan neem ik een stuk ijzer, en als ik het heet heb gemaakt don buig ik het, en geef het zijn vorm, cn met eiken G^nQTE COLLECTIE bij hamerslag zie ik het worden tot wat ik ervan maken wil ik ben zeker van mijn arbeid, van het begin tot het eindeen met een vrouw is datzoo geheel anders." „U bedoelt, dat u een vrouw niet kunt bui gen, en vormen naar uw wil, zooals een hoef ijzer zei ze, nog altijd zonder mij aan te zien. ,lk bedoel, dat dat ik bang ben, dat ik nooit geheel zeker van eenvrouw zou zijn, zooals ik van mijn hoefijzer ben." „Wel, ziet u," zei Charmian, terwijl zij de vlecht haar weor begon od té binden, „men kan nu niet bepaald zeggen, dat een vrouw in alle opzichten, en ten allen tijde, veel.... op een hoefijzer gelijkt, is het wel „Maar," zei ik, „u begrijpt toch wel wat ik bedoel „Laura, en Beatrice, en Helena, en Phryne en nog zeer veel andere vrouwen," zei Char mian, zich weer tot de maan richtend. Jawel onze smid heeft van zooveel vrouwen in zijn boeken gelezen, dat hij van de vrouwen buiten zijn boeken evenveel begrip heeft als ik van Sanskriet I" Eenige oogenblikken later, toen ze bemerkte, dat ik bleef zwijgen /verwaardigde ze zich mij weer aan te zien. Dus ik moet, onder zulke omstandigheden, wel aannemen, dat u nooit verliefd bent ge weest „Verliefd herhaalde ik, terwijl ik mijn pijp liet vallen „Ja, verliefd." „God beware me daarvoor I" „En waarom, als ik vragen mag C „Omdat liefde een ziekte is, een dolheid, en zich stelt tusschen een man en zijn werk. Liefde" zei ik, Js een romp 1" „Hoewel onze smid zelf nooit verliefd is ge weest," zei Charmian tot de maan, „weet hij er, natuurlijk, toch alles von I" „Ik spreek alleen naar hetgeen ik ervan ge lezen heb begon ik. „Nog meer boeken I" zuchtte ze. de woorden van mannen, die veel wij zer waren dan ik van dichters cn wijsgee- ren .geschreven „Toon zij oud en grijs van hoofd waren," viel Charmian in, „toen zij absoluut niet meer in staat waren over de zaak te oordeelen of schoon toch menige ernstige wijsgeer ook in zijn jeugd de liefde heeft gekend, is het niet zoo „Zeer zeker," zei ik, een weinig van mijn stuk gebracht. „Dionysius Lambicnus, gclooR ik, zegt ergens dat een vrouw met een groo ten mond oneindig veel zoeter en aangenamer kust dan „En gelooft u dat hij dot ook in een boek heeft gelezen," vroeg ze, terwijl ze mij van terzijde aanzag. „Wel, wat dat aangaat," antwoordde ik, „een wijsgeer kon liefhebben, maar dan niet enkel ter wille van de liefde zelf." „Ter wille waarvan dan, zou ik wel eens willen weten!" „Een man die kleine dingen om hunzelfs wil van groote beteekenis ocht, is een beuzelaar, maar die ze alleen van waarde acht om d« lessen en conclusies, die er uit getrokken kurf« r.cn worden dat is een wijsgeer." Charmian stond op, en in haar blik, terwijl zij op mij neerzag, was een wonderlijke uit* drukking. „Zoozei ze, haar hoofd achterover wer* pend, „zóó, dus op zijn verheven hoogte tro nend, meent de hoogwijze heer Smith, dat liefa de maar een beuzeling is „Mijn naom is Vibart, zooals ik vermoed, dat u thans wel weet" zei ik, geprikkeld door haar blik, of door de toon van haar stem, of dooij beide. „Ja," antwoordde ze, terwijl ze vanuit een onmetelijke hoogte op mij neer scheen te zien^ „maar ik geef er de voorkeur aan hem, juist thans, als de hoogwijze heer Smith te keni (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 1