AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander Fontein Schippers. Rijn- en Moeselwijnen lij j. I. SCIBTEIMAH X Zn., üir.str. 17. Tel. 145 Verplegings-ArtikeSen. 1 ij binnenland. feuilleton. Langs den grooten weg. iteGUische Instailatis'svssr Lichten Kraohl P O II N E e Masse taiaal 9 ft Meobilseringeii' Kunsthandel' Sehangerij en 8toffeerderij| Langestraat 24, Tel. Int. 496. - AMERSFOORT. TWEEDE BLAD. Dienstweigering. KOLONIËN. ZATERDAG aa nur worden GEEN bestellingen meer aan huis bezorgd. A. VAN DE WECS. s-; Langestraat 23. SVIagaz. „De Dom" Eigengemaakte Kinderhleeding. Magazijn „DE BOUDEH KLOK" Houden Trouw- en Verlovingrlngen 2Óo jiaVgsng No 20 if falértfiig 30 Juli 192! TELEPHOOM 169 TLiUKSERWEG 53t1. Het Is gieen wonder, dat zelfs partljgenoo- fcei*, die elkaar zeer na staan, van meening versohülen omtrent de eerbiedwaardigheid van d'eiv a-nti^militaris, die weigert het sol datenpak aan te trekken en die, deswege gevangen gezet, gaat hongerstaken. Het is geen wonder; immers ook dfe men taliteit van verschillende anti-militairist en Hoopt sterk uitéén en ook tal van deze vredes-vrinden-door-dik-en-dun missen de in hun geval zoo noodzakelijke consequentie. [Wat te denken van de menschen, die in Am sterdam miet groote witte letters op huizen «en schuttingen schrijven: „Leve Groenen- daal, dood aan Popf" of „Groenendaal moet vrij. Pop moet hangenP? "Wij kunnen ons het standpunt van den anti-militairist begrijpen; hij vindt den oor log, het vindt doodslaan eert gruwel en hij wil aan d'e z.g. voorbereiding tot den oorlog zelfs niet meedoen in een tijd, waarin hij weet, dat er van oorlog geen sprake zal zijn. Hij. heeft alles over voor zijn beginsel en wil er voor sterven. Accoordl Maar deze fijn-voelende mensch mag dan ook geen wrok koesteren jegens anderen, die aangewezen zijn de wet uit te voeren, de harde wet, die hem noodzaken wil zich ten strijde aan te gorden. Want ook deze menschen doen, wat zij voor 'hun plicht houden, handelen naar de stem van hun geweten. En de anti-militairist, die den hoogen militair wil laten ophangen, is dus een gek of een domoorf Het is reeds zoo dikwijls betoogd: in onze samenleving is de vrijheid van den een be perkt door die van den ander. De vrijzinni gen streven altijd naar het maximum van vrijheid1, dat mèn alles kan laten, zonder alles te benadeëlen. Zoo is men in onze samenleving gekomen tot c-e vaststelling van wetten en de instel- Noi zijn er menschen, die dat niet noodig en niet wenschelijk achten. Het kan hun niet schelen of ze Nederlanders, Duitschers of Bngelschen zijn. Maar rij zijn minderheid en moeten zich dus schikken naar den wil der-meerderheid, die in alles haar wil doordrijft Gij moet, als ge geboren wordt, worden ingeschreven in de registers van den burger lijken stand, ge moet uw huwelijk laten in schrijven, ge moet zelfs permissie hebben om begraven te worden. Ge moet komen, als de reohter u roept, ge moet belasting beta len. Dit alles wil de meerderheid, al hebt gij in geen van al die dingen lust. De minderheid moet zich voegen, al is dit voor menigeen van die minderheid dik wijls heel hard. Dit geeft iedereen wel toe, met ééne uit zondering, die we alweer aan het geniale uitvindingsvermogen van dr. Kuyper dan ken: „de overheid bldjve van onze consciën tie af." Zoodra dug iemand gehoorzaamheid wei gert aan de overheid op grond van cons- cientie-bezwaren, vindt hij steun; men heeft ons geleerd, dat de consciëntie zoo eerbied waardig is. Laat het maar eens gezegd worden: het gros der menschen vindt de consciëntie slechts eerbiedwaardig, zoolang ze dezelfde soort consciëntie hebben. Het bovenbedoel de opschrift van den anti-militairist, den vij and van doodslaan, die Pop wil ophangen, is er één der bewijzen van. Het is de groote vraag of de consciëntie inderdaad zoo eerbiedwaardig is, als men u wil doen gelooven. Consciëntie, geweten, is bij nauwkeurige analyse ten slotte niets anders dan een aangeleerd bewustzijn van goed en kwaad. Als de katholiek, die nu niet voor alles ter wereld des Vrijdags vleesch wal eten, door Protestentsche ouders wordt opgevoed, dan zou hij des Vrijdags wat graag in een biefstuk happen. De man, die als anti-revolutionair opgevoed, zijn ge ling van eene overheid, die die wetten moe- ten uitvoeren. De overheid treedt hierbij op weten ernshg bezwaard zou voelen, als h.j op lest van de gemeenschap. rijn kind naar de openbare school moest Dit zien zelfs de meest onsociale indivi-f_end_e?;J WaS_?°°! gebracht duën i-n; van woede van beklaagden jegens rechters blijkt schier nooit iets. Onze Nederlandsche samenleving is zoo danig samengesteld, dat hare vertegenwoor digers in groote meerderheid nog altijd de instandhouding van een leger noodzakelijk achten. Wel zijn er velen, die het jammer genoeg vinden, dat we ons steeds gereed moeten houden tot verdediging van ons volksbestaan, maar ook zij durven nationale ontwapening niet aan en daarom volstaan zij met het hunne te doen, om het mil'itairistiscb kwaad zoo ver mogelijk te beteugelen. De wet eischt dat we onze zonen eenige maanden aan de gemeenschap afstaan; de jongens worden dan door de gemeenschap gekleed en gevoed en zij worden lichamelijk geoefend. Ze krijgen voorts les in allerlei nuttige en onnuttige zaken. Zóó wil de wet en zoo wil de overheid ze geschikt maken om bij een aanval van den vijand den Ne- deriandschen bodem te verdedigen. in een liberaal gezin van dit bezwaar niets merken. De in West-Europa levende staatsburger, die het monogame huwelijk als het eenig juiste beschouwt, zou, indien hij als Turk was opgevoed, er zonder eenig ge wetensbezwaar een harem op na houden. Zij, die d-e consciëntie zoo onaantastbaar vinden, zoo hoog-heilig, mogen dit alles wel eens bedenken. Wellicht zien ze dan in, dat wij er ook een sociaal geweten op na moe ten houden en dat dit sociale geweten ons moet voorschrijven, dat we ons neerleggen bij de wet, die de gemeenschap in aller ge meenschappelijk belang heeft vastgesteld. De dienstweigeraar, die luistert naar de stem van zijn gewelc-n, dat hem verbiedt de wapens te dragen, verzuimt te luisteren naar een ander geluid, dat zijn geweten eveneens doet hooren dat het althans moest laten hooren en dat hem eerbied voor de wet en de overheid voorschrijft. Zoo bezien is de naar zijn geweten luiste rende dienstweigeraar minder sympathiek dan ook in onze kringen en meestal wordt aangenomen. Dit alles neemt niet weg, dot de overheid en de wetgever verstandig zouden doen door rekening te houden met de omstandigheid, dat er nu eenmaal personen met anti- of on-sociale gewetens onder de burgers voor komen. Het leger heeft geen belang bij de inlijving van onwilligen en er dienst dus een weg te worden gevonden om dienstweiger aars op andere wijze dan als soldaat eenige maanden werk te laten verrichten in het be lang van het algemeen. Toegeven zonder meer, vrijstelling van militairen dienst zon der equivalent, zou zijn een de deur open zetten voor simulatie. West-Indië. De afgetreden gouverneur van Curasao. De „Amigoedi Curacao" schrijft dd. 25 Juni een „Ten afscheid", gewijd aan den afgetreden gouverneur O. L. Helfrich, waar aan wij het volgende ontleenen: Het korte gouverneurschap van nauwelijks twee volle jaren zal wel een unicum zijn in onze koloniale geschiedenis. Maar toch was die korte tijd voor den heer Helfrich lang genoeg om zijn groote bestuurstalenten ten volle te ontplooien. Wondervlug heeft hij zich ingewerkt in voor hem vreemde toestanden door ven den be ginne af persoonlijk kennis te maken met alle lagen en standen onzer maatschappij. Over alles liet hij zich inlichten; niets ont ging zijn aandacht; onbegrepen toestanden moesten hem worden uitgelegd en verklaard. Hard werkend, veel inspectie houdend, alle eilanden afreizend tot tweemaal toe, heeft de heer Helfrich in die jaren toch zeer veel tot stand gebracht. Ook van blijvende aard. Zijn werVprogram, ontvouwd in de Wcn- schelijkheidsbegrooting, staat hooger dan het rapport van prof. Went, omdat het bo venal practisch onmidideïlijk aansluit aan bestaande toestanden, en volkomen uitvoer baar is. Wanneer de Economische Commissie, door hem ingesteld, en de Koloniale Raad, welke bijna onverdeeld het plan Helfrich met geestdrift heeft begroet, vasthouden aan dat program, zal het korte bestuur van den heer Helfrich nog jarenlang zegenrijk nawerken tot heil van onze kolonie. Heel veel tijd zal er mee gemoeid zijn, alvorens de groote landbouw opbloeit tot een winstgevend bedrijf, waar de buitenbe volking overvloedig en goed betaald werk zal kunnen vinden. Maar door het verleenen van flinke voorschotten zal het toch moge lijk wezen de veeteelt meer systematisch in te richten en beter productief te maken. Handel, Scheepvaart en Nijverheid zijn machtige factoren tot verhooging van de volkswelvaart, maar de groote massa onzer buitenbevolking en eilandenbewoners kan daarvan niet bestaan. In massa zijn ze weg getrokken om elders werk te zoeken. Door het plan Helfrich komt er meer en beter betaald werk voor onze buitenbevol king en dat is de uitkomst, de redding uit onze economische crisis. Vreemd, dat dit practische plan, na een jaar van persoonlijke waarneming opge maakt, algemeen gunstig beoordeeld in de kolonie zelve, zoo behoedzaam en als weife lend in Holland werd ontvangen ter wille der höoge kosten, welke er mee gemoeid zijn. Een kolonie in nood kan nu eenmaal niet zonder geld geholpen worden. Maar, op deze wijze besteed, zal het rente opbrengen en onze kolonie weer tot bloei geraken. Dat men nu vasthoude aan het plan Hel frich en op dit punt continuiteit van be stuur betrachtte, dan is het spoedig heen gaan van dezen gouverneur niet tot nadeel der kolonie. Voortvarend in hooge mate heeft gouver neur Helfrich een open oog getoond voor alle misstanden; naar 2ijn beste vermogen heeft hij getracht ze te verbeteren. Niet al tijd^ gelukte hem dit, maar zeer dikwijls bui ten zijn schuld. Ongetwijfeld geïnspireerd door Holland heeft Zijne Excellentie een groote practische fout begaan, door reeds bij zijn installatie te spreken over verhooging van belasting. Dat nam de gemoederen te gen hem in en deed zijn daden, hoe goed ook bedoeld, met wantrouwen afwachten. Van meer principieelen aard was de fout, dat deze katholieke gouverneur in een ka tholieke kolonie de gelijkstelling voor het bijzonder onderwijs niet doorvoerde, ook niet nadat deze gelijkstelling in Suriname al lang was afgekondigd. Met dit al, 'het gouverneurschap van den heer Helfrich heeft voor onze kolonie bij zondere beteekenis gehad; het droeg een eigen stempel en kenmerkte zich als het bestuur van een zeer ijverig en talentvol landvoogd, wiens naam met eere zal ge noemd worden in onze koloniale geschiede- J. J. V. HAMERSVELD Hoofdagent „Amslel"-bieren. Maison van EIMEREN. Coiffeur Postlclieiir Coiffeu.se RIJERSSTRAAT l i. - Tel. 205 Hoogst Modorno Salons voor DAMES en HEER EN - Manicure B Magazyn van PaHumurioPn on Toilot-Artikolen. gj BADINRICHTING Varkensmarkt - Amersfoort. Speciale nfdeelinp; Uit de Pers. DeonToisIn? Tan de Unbinetsarlsls Na zes weken beraadslaging wordt aan het geduldige Nederlandsche volk kort verteld,; dat alle ministers op twee na terugkeeren, zoo schrijft de Middelburgs cheCou- r a n t (vrijz.): Die twee slachtoffers zijn de minister van oorlog, op wiens voorstel inzake den dienst plicht het crisis-votum vielen de minister wan financiën, die zelfs door de afstemming van de grondbelasting niet week. Waarom hij nu toch weggaat, zonder directe reden Wat de nieuwe minister van oorlog van plan is We zullen dat vermoedelijk pas hooren in September. Tenzij de a. s. zitting der Eer ste Kamer aanleiding geeft tot een regee- rmgsverklaring. Voor 't oogenblik weten we alleen de namen. Die von den nieuwen bewindhebber van oorlog zegt ons niets over deverdere leger- plannen. Die van den nieuwen minister van Finan ciën doet vermoeden dat er bezuinigd zal worden. Maar eongezien dit ministerie nog slechts één jaar voor den boeg heeft, kon die invloed niet groot zijn. Ra, ra, wat is er nu eigenlijk gebeurd Wc weten dat er fractie-vergaderingen van de rechtsche partijen hebben plaats gehad, zoodat er vermoedelijk soliedc grondslagen zijn gelegd voor het verdere bewind van één jaar We lazen zelfs geruchten over wijziging in de regeeringsvoorstellen, die geheel bui ten den werkkring der twee vernieuwde ministeries liggen, n.l. ten opzichte van de g! ondwetsherziening. Het heeft cr zelfs veel van of de motor van de coalitie geheel is uiteen genomen, en met verschillende nieuwe onderdeden weer as ineen gezet. Is dat alleen voor één jaar? Als in andere landen een nieuw ministerie gevormd, of een oud ministerie hervormd is, dan presenteert het zich dadelijk aan de volksvertegenwoordiging met een verklaring van hetgeen het op zijn programma heeft gezet. En dat is redelijk ook, want het volk mag toch wel weten, in welke richting zijn nieuwe bewind de zaken wil drijven. Moet het Nederlandsche volk nu rustig wachten tot de troonrede bij de opening der nieuwe Kamers, den derden Dinsdag in Sep- tembei Het is bijna niet aan te nemen, want reeds in de eerste dagen van September komt dio nieuwe rogeering mot" de Twcedo Kamer it\ aanraking ter afhandeling van hetgeen in Juni T>leef liggen. Zoodat we vragen zoo spoedig mogelijk' ook anderen dan Kamerleden van rechts op de hoogte te stellen von hetgeen die zes (weken van beraadslaging hebben opge leverd. De Arnhemsche Courant meent, dat mr. de Geer met zijn bereidverklaring de positie van het kabinet aanzienlijk heeft versterkt. Wie hem in den Arnhcmschen Raad heeft bijgewoond als krachtig verdediger van een steeds door ruim begrip en groote kennis voorgeschreven standpunt, zal begrijpen dath ij als minister van financiën een figuur zal wezen, die een kracht voor het kabinet beteekent, een figuur waarmede de Kamers rekening zullen hebben te houden. Bedriegen niet alle voorteekenen, dan zal de figuur van mr. de Geer voor een niet ge ring deel do toekomstige regeeringspolitiek beheerschcn, een politiek die gezet zal moe ten worden in het teeken van de bezuini ging. Bezuiniging niet met lapmiddelen, maar met forsche grepen, ten einde het evenwicht in 's lands financiën te herstellen. Men mag bovendien verwachten dat mr. do Geer een regeling zal treffen ten aanzien van de verhouding tusschen rijks- en ge- cmeentcfinanciën en dat hij zich steun zal hebben verzekerd voor de verwezenlijking, van zijn denkbeelden ten aanzien von eeni uitkeering van het Rijk oen de gemeenten. In het algemeen zal het financieele vraag stuk in de komende jaren op het allereerst® plan staan, cn het is een geruststellende ge dachte dat de behandeling daarvan aan zoo uiterst bekwame honden is toevertrouwd. Het blad meent verder, dat van de oplos* sing der crisis niet 'heel veel meer te zeggen' valt. Het spreekt wel vanzelf, dat de onder handelingen tusschen de partijen het karak ter van een compromis hebben gehadde verschillende inzichten op onderscheideno punten zijn zoo duidelijk aan het licht ge komen, dat een hernieuwd samengaan niet anders mogelijk is geveest dan door het doen van concessies van beide kanten. Maar waartoe die concessies geleid heb ben, welk program daaruit is gedistilleerd; dal weet men niet. En zeer waarschijnlijk! Slechts de kleinste helft van alle ruzie wordt weer bijgelegd. EAXGESTRAAT 43 - AMERSFOORT Het ariresvoor De juiste modellen WILLEM GROENHUIZEN ...-.35 Naar het Enigelsoh van JEFFERY PARNOL. 110 I was toch bepaald een'; afschuwelijk Kauwe doorgang 1" i- y*-" 4 ^,En waarom klom jé door het raam?". - ^Ik wilde je niet storen." was zeer bedachtzaam van je maar was op en gekleed en welhet ratelen donder maakte me wakker. Het was ontzettende storm. Peter I" Lv - nJQ f .£.£-> 'yh-. Het lichtte vreeseiijk I' - yJa." - ^En jij was met dat weer builen „O, arme, arme Peter I wat moet je koud geweest zijn." „Integendeel," begon ik, „ik „En nat, Peter afschuwelijk koud en nat I" „Ik heb er niets van gemerkt," zei ik zacht. „Was je weer aan het philosopheeren. Peter, en le zeer in beslag genomen door je eigen gedochten „Ik heb inderdaad veel nagedacht." „Over jezelf I" „Ja „Je bent een groote egoist, niet waar Peter?" „Vindt je, Charmian „Wie anders dan een egoist zou zoo vol van zichzelf en zijn eigen aangelegenheden kunnen zijn, dat hij niets bemerkte van onweer en lich ten, en niet weet dat hij zoo afschuwelijk koud en nat is „Ik dacht behalve mijzelf ook aan anderen." „Moor alleen in verband met je zelfalles wat je ooit gelezen hebt, pas je toe op je zelf, om dat eigenzelf waardiger te maken in de oogen van mijnheer Vibart. Is dit Peter Vibcrt waardig Kan Peter Vibart dit of dat doen, en toch de eerbied van Peter Vibart behouden En waarom gaat dan wel die Peter Vibart, die in alles zoo onberispelijk en nauwgezet is, bui ten rond zwerven in de nacht, doof voor den donder, blind voor het weerlicht, ongevoelig voor koude en vocht? Ik antwoord: Omdat Peter Vibart te veel in beslag genomen wordt door Peter Vibart. Dat klinkt wel erg ge heimzinnig, en zeer Peter Vibart-achtig, maar zoo moet het ook zijn," en ze lachte. „En wat beteekent het, Charmian „Mijn waarde heer, het orakel heeft gespro ken. Tracht zelf zijn bedoeling te vinden." „Je hebt me, bij verschillende gelegenheden <*A ^^atuur/'. ^nögjud._en nu schijn ik. ook een egoist te zijn, en dat alles omdat „Omdat je te veel denkt, Peter; je doet nooit je mond open, zonder vooruit precies bedacht te hebben, wat je zeggen zult, je dcet nooit iets zonder er vooraf uit en ter na het voor er tegen van overwogen te hebben, of je soms ook aan de waardigheid van Peter Vibart te kort doet door een of andere impulsieve daad of woord o altijd en eltijd denk jeen dat is even onuitstaanbaar als roeren en roeren in je thee, zooals je nu weer doet." Haastig nam ik het lepeltje uit mijn kop en legde het zoo ver mogelijk buiten mijn bereik. „Als je ooit dat boek schrijven zou, waar je toen eens over sprak, daii weet ik zeker, dat het juist zoo'n boek zijn zou, dat ik zou haten." „Waarom Charmian „Omdat het een boek zijn zou van kunstig opgebouwde zinneneen boek, waarin al de personen, vooral de vrouwen, zouden denken en spreken en handelen volgens orde en regel even nauwgezet als mijnheer Peter Vi bart het zou een geleerd boek zijn, tot in de kleinste bizonderheden nauwkeurig afgewerkt, zonder onregelmatigheden in stijl of dergelijke, om de eentonigheid von het geheel tc breken waarlijk mijnheer, het zou een onleesbaar boek zijn I" „Denk je, Charmian zei ik, weer mijn thee lepeltje opnemend. „Natuurlijk I" antwoordde ze, met opgetrok ken wenkbrauwen „het zou natuurlijk vol staan van Grieksche cn Latijnsche aanhalingen I cn je 20u het polijsten cn overschrijven tot je er elk spoor van leven en spontaan gevoel uit weg- gepclijst had, zooals je het bij je zeif doet met je denken, en nog eens denken." „Maar ik haal nooit Grieksch of Latijn aan dal zal je moeten toegevenen wat dat denken betreft, hadjje me dan aangezien voor een gedachteloozen dwaas, of een ezel, die maar altijd dadelijk deed, wat hem in 't hoofd kwam „Alles eerder dan een altijd berekenende, zeifbeschouwende philosoof, die alleen de stof jes in den zonnestraal ziet en niets van den lichtglans I" Hier ontnam ze mij zachtjes het theelepeltje en legde het neei op haar eigen schoteltje, daarna zuchtte ze en keek mij aan, het hoofd terzijde. „Ik zou wel eens willen we ten, Peter of al die oude philosofen op je leken, norsch en streng, al hun gevoelens on derdrukkend, met gloeiende oogen, en een zeer lange kin, PeterZoo zag Epictetus er natuur lijk ook uit I" „En je haat Epictetus, Chaimian?" „Ik verafschuw hem. Hij was er bepaald juist een man noor, Peter, om, als hij niet slapen kon, buiten te gann ronddolen in een vreeseiijk onweer, in het holste van den nacht, cn als hij dan koud en nat was, Peter, zcdelessen te hou den en epigrammen te maken op het onweer en het lichten. Epictetus, dat geloof ik zeker, was een .individu „Hij was een der wijste, vriéndelijkste en be minnelijkste van alle Stoicynen I" zei ik. „Hoe kon een wijsgeer beminnelijk zijn, Pe ter Gedachteloos nam ik een vork op, maar toen ik bemerkte, dat ze de oogen op mij ge vestigd hield, legde ik ze weer neer. „Je bent erg zenuwachtig, Peter, ie ziet er zeer bleek en vermoeid en mager uit, en dat alles komt, omdat je altijd over jezelf denktcn het is bepaald al zeer slecht gesteld met iemand, die telkens en telkens weer een leege theekop omroert met een vork I" En lachend nam ze mijn theekopje, en nadat ze het weer volgeschonken had, zette ze het voor mij neer. „En toch Peter ik geloof niet neen. ik geloof niet, dat ik je op stuk van zaken graag anders zou willen." „Je bedoelt, dat je liever hebt, dat ik de ver waande kerel, dat egoïstisch creatuur blijf „Ik bedoel. Peter, dat ik, omdat ik een vrouw ben, von alles houd wat vreemd en ongewoon is en jij bent zeer ongewoon cn inte ressant I" „Dank je," zei ik, het voorhoofd fronsend „En onbegrijpelijker dan eenige vrouw I „Hm 1" zei ik. „Je bent zoo sterk en eenvoudig, zoo verstandig en zoo zwak, zoo dwaas en zoo ver* legen I" „Verlegen zei ik. „Vei legen knikte ze. „Ik ben een groote dwaas J" stemde ik toe. „En ik heb nog nooit een man als jij ontmoet,! Peter l" m j „En je hebt er zeker veel gekend, is het niet?*?, „Zeer veel." „Ja, dot heb je me vroeger al eens ver*, teld, geloof ik." j „Tweemaal, Peter; cn alle twc-c de keeren werd jc zeer stil cn somber! Jij, dunrentegen, j ging ze voort, „hebt heel weinig vrouwen gei kend?" „En mijn leven is «Jaardooi rustig cn onbe-\ wogen geweest." j Je had je boeken, Peter, en je hoefijzers. „Mijn boeken en hoefijzers, ja zeker." „En je was tevreden?" „Volkomen tevreden." „Totdot er op zekeren dag een vrouwj bij je kwam. En toen (\Vordt vervolgd)

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 5