Joh. Bottinga SCHOENEN Magazijn „DE DOM" Heereo- en Kinderkleeding. Bezoekt de Winkelweek BIJENKORF COMPLETE EUBILEERINGEN, JAQDETS VESTEN pantalon Adverteeren doet verkoopen. e. de jager VpiK KK FfL h-', f'[ÉVOr:f' ftdvertentiên lanosstraat - Amersfoort OVERTUIGT U TOCH voordaft gij gaat Adverteer©» of de oplaag va» een blad wol verband houdt met den regeiprijs :-s s-s Wtf4444W4'4W1 i BIB 1 I I M I »H ARNHENISCHESTRAAT29 Damesconfecftie en blouses N.V. VOORWAARTS OPGERECHT 1882. WESTSINGEL 12 Efl 13. DAMES- EN HEERENKLEEDING NAAR MAAT UNIFORMEN ZIE OS^ZE ETALAGES. Varkensmarkt - Amersfoort. Ruim gesorteerd magazijn van eigen gemaakte Bezichtigt onze étalages. SPECIALE AANBIEDING op Maat ZEER VQDSDEELIQ Heeren E¥fode-Artikelen HET AtylERSFOORTSCH D&G8LAD STELT OP ZIJN KANTO R VOOR IEDER ADVERTEERDuR DE ASONNE-LIJSTEN TER INZAGE. IN DE noteeren wl] deze dagen een extra lagen prijs op al onze goederen. Zie, onze uit gebreide coliectie in KINDERGOEDEREN. tot in de fijnste soorten. Laagste Prijzen. AI onze geëtaleerde goederen zijn dire et verkrijgbaar Belce!«l aanbevelend H C. HOOGERVORST UTBFCHISCSEWEG 35-38-40 GROOTESTEAAT 67" - AMERSFOORT - TELEF- 302 EDE TITFRST BILLIJKE PRIJZEN. CDEPEERS AAN HUIS TE ONTBIEDEN' in en met gestreepte IAJ1GE5TOAAJW AMERSFOORT langesirasi IS STRIKJES en ZZ iS t'RHS SOKKEN en OVJKRïfl ../S;>EW GROOTC KEUZE De wetgever bedoelde daarmede uitsluitend een zeer scherpe scheiding te maken tusschen het terrein waarop de drogist en de apotheker zich bewogen. Het mag dan ook - verwondering heeten, dat daar waar men de drogist een be staansrecht bij de wet veroorloofde, de regeerir.g in 1865 besloot het drogistvak op te heffen en bij de wet op de artsenijbereidkunde te bepelen, dat er uitsluitend gesproken zou worden van apothekers, en dot door diezelfde wet het den drogisten onmogelijk gemaakt zou worden het bedrijf uit te oefenen. Het zou ons te ver voeren in een kort tijds bestek den geheeten strijd van den drogist om zijn vak te mogen uitoefenen, weer te geven. Nadat evenwel het drogist vak in de eerste helft van de 19de eeuw tot een zeer grooten bloei was gekomen, wat ten deele te wijlen was aan de bepaling, dat men alleen drogist kon worden door het afleggen van een staatsexamen, an het publiek in den gestudeerden drogist iets meer ?ag dan in den gewonen winkelier, kwam na de tot stondkoming van de bovengenoemde wet een kentering. Van toen af dorsten velen het niet meer aan zich op het vak toe te leggen, wetende dut er toch geen staatsdiploma te verkrijgen was en denkende dat aan de zoo even genoemde wet, waarbij het verboden werd het drogistvak als zoodanig uit te oefenen, streng de hand gehou den zou worden. Edoch, een wet schijnt er te zijn om ontdo ken te wordén. Het publiek gewend aan den drogist, wetende dat hij de raadgever is in verschillende zaken van huishoudelijken en technischen aard, kon het zonder den drogist niet stellen cn in plaats van den geëxamineerden drogist kwam de niet- geëxamineerde. Zoo gebeurde het, dat. in de ja ren 1880 tot 1890 het aantal drogisten toe nam, namelijk toen de eerste vrees geweken was van vervolgd te worden en wel in die mate toe nam, dat het zelfs, in kringen die die toename niet gaarne zagen, bekommering te weeg bracht. Men kan zeker een der grootste oorzaken van die toename noemen de zeer slechte betaling, die de verschillende apothekers-assistenten ge noten in de apotheken, en dientengevolge *och- ten naar een positie, die meer loonend zou zijn. Wat bleef er voor dezulken anders over dan drogist te worden? Doch naast die verschillende vakkundigen, nanïelijk met het bereiden van ge neesmiddelen waren er ook velen die zonder die kennis zich gingen toeleggen op het drogisten- vak, Dat hieruit een chaos zou ontstaan, zagen ver schillende drogisten zeer goed in, die te zamen in 1893 een bond gingen oprichten, n.l. de Ne- derlandsche Drogistenbond, die van toen af de teugels in handen nam en door het stichten van vakscholen zorgde, dat zij, die drogist wenschten te worden, de noodige vakkennis kon den verkrijgen. Inmiddels had ook het vak zelf een verande ring ondergaan, teweeg gebracht door de om standigheden. Verschillende fabrikanten ver LAGE PSiJZEIf- B vaardigden heel of half fabrikaten, die door den drogist verder bereid werden, doch dat alles eischte zeer veel kennis op dat gebied. De dro gist ging langzamerhand de plaats innemen van een vraagbaak voor allen en wee den drogist, die niet aan het verlangen van het publiek kon voldoen, wee hem die het antwoord schuldig bleef op de ontelbare vragen, hoe dit of dat ver holpen kon worden enz. Vraag de drogist naar verschillende middelen die u uit de verlegenheid zullen helpen, zoowel van technischen als huishoudelijken aard, en men staat versteld over de buitengewone ken nis die een dergelijke vraagbaak moet bezitten. De drogist wordt beschouwd als de man die h t weten moet, die het weten kan. Waarvoor is men anders drogist? De uitbreiding van de kleinindustrie, de ont wikkeling van het publiek, dat alles brengt mede dat de drogist zich moet begeven op velerlei ge bied, zich een kennis moet verschaffen die hem in staat stelt het geheel te omvatten. Het drogistvak vormt een schukei in de schappij, die niet meer gemist kan worden. Van den kruidenkoopman in de oudheid is hl^ geworden de verkooper en vervaardiger van ver* schillende preparaten op chemisch en techniscK gebied. Zoowel de ontsmettingsdienst als dè handel in fotografie-artikelen is tot zijn teireiïi geworden en niet in het minst mag hij zich her roemen te behooren tot die vaklieden, die hun vak verstaan. Zoolang de drogist door zijn intellect, zijn keiv» nis zich het vertrouwen van het publiek weet waardig te maken, zoo lang zal de drogisten stand een dier afdeelingen van den middenstand zijn, waarop die middenstand met recht trotsch mag zijn. - Ot.'TtxA'-^r ariezti* Alé* En een wissel werd teruggestuurd en een rembours ging terug en de bakker vroeg can den kruidenier of die Kikkerling goed tv as voor z'n geld. Toen. zei de kruidenier, dat als Kikkerling meedeed aan de winkel week, hij Vrijdag wel een kansje had, want dan was er een keuring van tuigpaarden, vellicht was daar een ezel, een os of een hengst welkom f /^Wonderlijk, wonderlijk is de menscheliilu» S natuur. We vechten om geld, allemaal. We verachten en vervloeken het geld en we droomen er van We loopen langs de stra ten en in ons hoofd hamert en bonst het: geld! geld I geld f Ik moet het krijgen, maar hoe? En hoe weinigen durven een spiering uitgooien om een kaïbeljouw te Mangen Kikkerling begreep, dat het ernst werd. ff)e donderwolken pakten samen en de af- 'faire lag stil. Maar hij vertikte het om „goed geld bij kwaad geld te smijten", hij zou het winnen zonder „poppekast". Hij zou niet op 2 n hoofd loopen, geen verzen dichten, geen grappen maken. Stil en halsstarrig, bleek en wanhopig zat hij in zijn ^winkel en knelde de laatste sprank hoop met nijpende vingers vast. Hoe zouden z'n gedachten worden af geleid! Ware Jasper geheel alleen geweest op deze wereld; hij was misschien verhon gerd, mapr z'n dochter en z'n zoon vormden een nieuwe generatie met versche levens moed en duTf, krachten, die de oudere altijd onderschatten Zij vormen het gezag, pogen dat althans en met alle traditie van eerbied en onderwerping pogen rij hun wil door te jtetten, óók als hun ideeën zijn vastgeloo- .f>en in de starre onbuigzaamheid van het idéé fixe. De kinderen waren uithuizig. Kikkerling ^Schold er op en hoonde dat. Waar wat had- -L— Vrytn~oT tSAétf te dcpr XXw- de ruzie, daar werd geweeklaagd en pogin gen om de zaak te verlevendigen faalden. Een opvallende étalage maken Van m ij n zaak geen kermistent I" zei Jasper. D r zijn d'r al genoeg met flauwigheid .in d'r uitstal kast. Ik wil een degelijke zaak, waar de menschen niet bang van zijn Met vader was niks te beginnen. De kin deren zochten hun •reluk elders. Zooals dat gaat, wanneer het thuis geen thuis is: z'n dochter liep met een jongen, 't Was een nette vaste verkeering, maar Jasper schold en vloekte, omdat hij nu eenmaal nooit iets begreep en niet inzag, dat wie links den weg niet vindt, allicht het rechts probeert. En feitelijk had hij van geluk mogen spreken, dat z'n dochter zoo'n eerlijke, trouwe vrijer had getroffen, die z'n gedachten liet gaan over de ongelukkige sigarenzaak, die weldra kelderen zou. En de twee gelieven, die sa men op 'n bankje zaten bij 't Monnikendam, waren het er roerend over eens, dat vader lid moest worden van den Middenstands bond. Maar hoe? „Zend hem z'n lidmaat schapskaart met Sinterklaas thuis", zei George (zoo heette de vrijer). Z'n meisje lachte droevig. ^Dat duurt nog zóó lang, dan liggen we. Op z'n verjaardag I zei George. Hij is nèt jarig geweest. Zoo overlegden de jonge menschen in den zomeravond, met wijze gezichten en vol nagedachte. De trouwdag f bedacht plotseling ver heugd de jongejuffrouw Kikkerling. Zilveren bruiloft? vroeg George. Ze telde op haar vingers: vier-en-twintig. Jammer I Net één jaar te min. Toen be gon het meisje zachtjes in zichzelf te lachen. Een wijsgeerig lachje, waar verdriet en spot in lei. - Ebl z;ft. 7, ei tot hflftr bem!üii&-L,Vft£er Es .zoo' zenuwachtig, dat-ie van geen datum weet. We hebben al twee jaar lang geen enkelen verjaardag gevierd, hij is vèst de tel kwijt. Weet je wat we doen zullen? We maken kalmweg een zilveren bruiloft een jaar te vroeg. Dat rekent hij toch zoo gauw niet na. Kan jij een contributie aan den Mid denstandsbond 1 voorschieten? Ik wel I zei George. We moeten hem een dag uit huis lokken. Ik versier de boe!, jij maakt een mooie éta lage. Leege kistjes rijn er wel. Als ie dan 's avonds thuis komt, is er feest en de toon- bankla vol centen I Ze praatten door uur na uur. Maakten steeds wilder fantasieën en toen de maan hoog stond, hadden ze al zeven filialen en Samen waren ze getrouwd en werden steen rijk 1 Enfin, luchtkasteelen zijn gauw gebouwd; 't was moeilijker om vader één dag weg te krijgen. Hengelen Wandelen? Een vriend opzoeken? Dat deed Jasper niet. Ik niet 1 zei hij altijd. Telefoneeren, dat hij ergens komen moest! Bij wie? 't Viel niet meef Maar, boven op den Olympus woont een godje, dat de gelieven genadig is. En dat godje hielp de plannenmakers en lokte Jasper uit z'n huisje. Er was een brief geko men van de huurcommissie en Jasper werd gedagvaard om te verschijnenprecies op z'n 24ste huwelijksdag I Wel-is-waar zou 't maar voor enkele uren zijn, maar als er hard gewerkt werd door dochter en a.s. schoonzoon, dan kon het misschien. Zijn zoon zou moeten meehelpen. De secretaris yen den Middenstandsbond was gauw genoeg in vertrouwen genomen. En toen Jasper naar de huurcommissie ging, begon het spel. Wat die George étaleeren jkonf Hij had, in het reclamevak moeten gaan. Hij bouwde toren9 en paleizen van sigarenkistjes, sierlijke figuren van sigaret ten en het werk een zeer presentabele uit stalling! Hij plaatste een groote adverten tie en liet strooibiljetten drukken. En z'n meisje maakte het huis schoon, hing bloem slingers op, zette chocola en kocht krente- broodjes. Moeder was verbouwereerd. Ge loofde direct, dat ze de zilveren bruid was en zuchtte maar: O kinderen, o kinderen, as vader terugkomtI Maar de kinderen waren zóó gedecideerd en zóó geestdriftig, dat de ouwe afgetobde vrouw er niet tegen op kon. Om half één was alles klaar. Alleen de jubilaris ontbrak. Die liep mopperend op straat. De huurcommissie had gezegd: over vier maanden d'r uitEn hij in z'n moede loosheid had geantwoordbest f Want 't kwam er immers niks op aan? Naar de kel der ging ie toch 1 In z'n diej>e gedachten merkte hij de vlag niet op, die van uit 't zoldervenster hing, zag zelfs de étalage niet, waarvoor menschen stonden te kijken en 't drong niet tot hem door, dat de winkel vol menschen was. En U meneer? vroeg hij werktuiglijk aan George. Een dubbeltje sigaren van de beste grijnsde deze. Meneer Kikkerling, ik felici teer je hartelijk met je zilveren huwelijks feest Ben je beJasper wou gaan lee- lijk doen, maar hij kwam niet ver, wont nu merkte hij de metamorphose op en snelde naar achter. Daar bestormden hem z'n kin deren met gelukwenschen en hulde en Jas per's wil brak. Hij gaf rich over I Het was hord voor Rem, 1 gezag en <1®J? leiding af te geven, meer de stroom wae t e 1 sterk en willoos Heft hij zich hukü^en en eèj verwezen een krentebroodje, niet begrip pend, hoe er zooveel volk om sigaren kwany George had al z'n vrienden gemobiliseerd om te koopen en de advertentie en de éta* lage begonnen te werken. Nu was dit ijverig» jongrnensch met een reiziger aan het on* derhandelen over de alleenvertegenwoordn ging van een nieuw sigarenmerk, kocht asi sortiment-cases in en een nieuw soort siga renaansteker. Een Gouda-kaars deed tijde* lijk dienst voor vlammetje! De jubilaris meende te droomen. De winjï kelbel scheen dol te worden en die vreemir de snoeshaan, die zoo vrij met z'n dochte^ was, verkocht als een duivel. Moeder wag in tranen! 's Middags kwam het er door. George kreeg de hand (het hart hèd hij al 1) vniji mejuffrouw Kikkerling. En door de Amersfoortsche straten jool* de de feestmuziek en de voorbijgangers riefc pen: hier is het aardig 1 en dat was: MaN garijn Sumatra. De dag vloog om en om hall elf ging Jaift per naar z'n bed, moe en suf, met een» voel of het niet waar was. Na een lange poos zei hij eindelijk 4-. Vrouw Ja Jasper! Ik heb geteld en nog eens geteld, i ik ben een koffieboon os wij 25 jaar trouwd zijn f Ik ben negen en veertig en we zijn nog maar 24 jaar getrouwd I Dat dacht fk óók al! zei sn maar we konden geen Jaar meer wach^p"® vader! Ik niet! «ei de heer Kikfcexfing^ ,mSa ar g

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 2