AMERSFÓORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Verplegings-Artikelen. buitenland. Langs den grooten weg. TWEEDE BLAD. A. VAN DE WEG. Langesfraai 23. FEUILLETON. 20* Jaargang No 34 Olnsdag 9 Augustus 1921 Berichten. Jütfève, 6 Aug. (B. T. A.). De Fran- regeering heeft op het secretariaat van Volkenbond de ratificatie van het sta- t van het Permanente Hof van Internatio- Justitie laten deponeeren. ■jHet programma van de bijeenkomst van l en Oppersten Raad schijnt vrij uitgebreid zullen zijn. Het zal o. a. omvattende iwestie van naar O. S. te zenden versten ingen, de verdeeling van het plebiscietge- Aedde kwestie van de opheffing der eco- gbomische sancties, de douanegrens, de uit- yoerbelasting, de berechting der oorlogsmis dadigers, de Oostersohe kwestie; de bepa lingen van het verdrag van Versailles be treffende de luchtvaart, vooral wat aangaat de aan Duitschland gegeven machtiging om luchtmateriaal voor niet-militaire doelein den te bouwende levensmiddelen voorzie ning van Rusland en waarschijnlijk den fi- nancieelen toestand van Oostenrijk. P a r ij s, 8 Aug. (H. R.) Officieel. De Opperste Raad kwam vanmiddag te drie uur bijeen. De minister van buitenlandsche za ken, Briand, heette de gedelegeerden wel kom en verklaarde verheugd te zijn over het feit, dat een vertegenwoordiger der Ver. St. weer bij de beraadslagingen der geallieer den tegenwoordig is. Aan de commissie van deskundigen werd verzocht het resultaat van haar werkzaam heden mede te deelen. De voorzitter dezer commissie zette de juridische beginselen uiteen, waaromtrent de deskundigen het al gemeen eens waren geworden. Sir Hurst zette in bizonderheden het Britsche, Laroche het Fransche standpunt uiteen. Ten slotte werden ook door den Italiaanschen gedele geerde enkele opmerkingen gemaakt. Mor genochtend zal de Raad den leden der in- tergeallieerde commissie te Oppeln hooren over de verschillende vraagstukken, die in veihand staan met den tegenwoordigen toe stand 1n Opper-Silezië, met name betreffen de de veiligheid. Londen, 8 Aug. (N. T. A. Draadloos). De geheele pers -erkent ten volle den ernst der taak, waarvoor de Opperste Raad zich thans in hare zitting te Parijs ziet gesteld. De Times-correspondent te Parijs schrijft: De Fransche pers schenkt veel aandacht aan het feit, dat Lloyd George ter conferentie komt, voorzien van het door de eerste mi nisters der dominions hem verleende man daat. Het is misschien goed. dat onze Fran sche bondgenooten van te voren reeds zich realiseeren (hetgeen zij niet steeds hebben gedaan) dat het Britsche rijk het ééns is over de Britsche politiek. De Daily News schrijft: Het feit, dat Lloyd George naar Parijs is gekomen, wetende dat zijn zienswijze tem aanzien der Opper-Silezi- sche kwestie zoo goed als dezelfde is als die van het Britsche volk, moet hem ver trouwen inboezemen en derhalve een bron van kracht voor hem zijn. Het blad be* schouwt de aanwezigheid van de Ameri* kaansche vertegenwoordigers als een zeer hoopvol teeken en zegt, dat Engeland nooit de vorming van een Elzas-Lotharingen in Oost-Europa zal goedkeuren. De Manchester Guardian legt eveneens den nadruk op het belang der aanwezigheid ven de Amerikaansche gedelegeerden. Het is in het belang van Amerika, schrijft het blad, dat de Eurooeesche vrede duurzaam blijft gehandhaafd. Het zal zich verzetten te gen alles wat gevaarlijk is voor den vrede, iiu of in de toekomst. Parijs, 8 Aug. (B. T. A.) De Opperste Raad is te 3 uur ouder voorzitterschap van Briand bijeengekomen. Briand heeft 's och tends Loucheur, Foch, Weygand, Noliet, Lerond en den Italiaanschen minister van buitenlandsche zaken ontvangen. Lloyd George heeft den Engelschen kanselier van de schatkist alsmede een vertegenwoordiger van Engeland in de geallieerde commissie voor O. S. ontvangen en zich langdurig on derhouden met Curzon. Parijs, 8 Aug. (H.-R.). Bij de opening van de zitting van den Oppersten Raad heette Briand de leden van de conferentie welkom. Hij deed een beroep op de eens gezindheid van allen om de ernstige en moeilijke vraagstukken op te lossen, waar voor de conferentie zich geplaatst ziet. Als de geest van overeenstemming en solidari teit, die de vorige bijeenkomsten heeft ge kenmerkt, nog heerscht, aldus Briand, zal die taak tot een goed einde kunnen worden gebracht. Het is in een geest van samen- werking d-ait Frankrijk de arbeid van deze conferentie begint. Lloyd George zeide dank en wees erop, dat het vraagstuk van O.-S. misschien het moeilijkste is, dat de Raad te behandelen heeft gehad. Het vraagstuk is wellicht min- der moeilijk uit zich zelf, dan omdat er rede nen buiten bet vraagstuk om zijn, die het ingewikkeld maken. Llyod George is er ech ter van overtuigd, dat, als de leden van den raad 'het vraagstuk onder oogen zien met den vasten wil om het eens te worden, een oplossing mogelijk is. Bonomi wees op het belang van de te nemen beslissing en over de gevolgen daarvan voor den wereldvrede. Vervolgens begroette Briand uit naam van zijn collega's den vertegenwoordiger van het Amerikaansche volk. Harvey bedankte. Hij verzekerde Briand, dat hij .Harding de 'hartelijke woorden zou overbrengen, die hij heeft gesproken. Viscount Hayasji stemde in met de voorgestelde gang van zaken. Londen,8 Aug. (N. T. A. Draadloos). In een rede te Lancaster in den Amerikaan- sohen staat New Hampshire gaf president Harding als zijn meening te kennen, dat er vóór het einde vam dit^kwartaal een nieuwe wereldorde tot stand zal zijn gekomen en dat het zedelijk leiderschap der Ver. St. inzake de pogingen om ontwapening tot stand te brengen, zal leiden tot den wereldvrede. P a r ij s, 8 A u g. (B. T. A.). Lloyd Geor ge heeft aan een afveardiging van Ameri kaansche journalisten gezegd, dat hij niet persoonlijk d-e conferentie te Washington zou bijwonen. L o n d e n, 8 A u g. (R.) Reuter verneemt, dat alle maatregelen genomen worden, op dat tijdens die zitting van dien Oppersten Raad geen incidenten in Opper-Silezië zul len voorvallen. Kattowitz, 8 Aug. (W. B.) Gisteren hebben de Polen in het Opper-Silezische in dustriegebied tgen heden een algemeene staking pogen te proclameeren. Hun streven heeft echter zoo goed als geen succes ge had. In het algemeen zijn heden de ploegen zoo goed als voltallig aan het werk gegaan. Berlijn, 8 Aug. (W. B.). Dr. Wirth, de rijkskanselier, heeft in een onderhoud met een correspondent van de Florentijn- sche Nuevo Giornale over het vraagstuk van Opper-Silezië o.a. gezegd Men heeft het mij in zekere kringen kwalijk genomen, dat ik gesproken he<b van de Duitsdhe rech ten op Opper-Silezië, maar ik mag toch niet verzwijgen wat waarheid en recht is. Ik heb ook niet gezwegen waar ons recht geschied is. Een dergelijk getuigenis van gerechtig heid hebben de Italiaansche troepen in Op per-Silezië afgelegd, die met opoffering van hun bloed het hun toevertrouwde land ver- dedigd hebben. Dit zal het Duitsche volk niet vergeten. Evenals in Oost- en West Prutsen hebben de Ilaliannsche troepen ook in O. S. door hun houding jegens de in- heemsche bevolking getuigenis afgelegd van hun vreedzame gezindheid en ik denk, dat daardoor heel wat banden opnieuw zijn aangeknoopt, die de oorlog verscheurd had. De toekenning van O. S. aan Duitschland is niet te ontgaan, tenzij men spotten wil met het zelfbeschikkingsrecht. Men heeft Opper-Silezië een wapensmederij genoemd. Gij weet best, dat Duitschland geenerlei oorlogszuchtige voornemens koestert. Het Duitsche O. S. zal geroepen worden om met vreedzamen arbeid bij te dragen tot bet herstel. De Duitsche regeering heeft zich bereid verklaard Polen onder voorkeuisbepalingen de kolen en and-ere producten te leveren, die het noodig heeft en tevens om ver strekkende hulp te verleenen bij het sluiten van de Poolsche grens. Zij is te Warschau echter slechts met spot en hoon ontvangen en heeft moeten aanzien, hoe de Poolsche regeering een derden bloedigen opstand over het land bracht en moet nog dagelijks aanzien, dat het Duitsche volksstemmings- gebied door oneerlijke middel-en ondermijnd wordt. Elke voorloopige oplossing van de O.pper-Silezische kwestie is voor de Duit sche regeering volkomen onaanvaardbaar. Zij is in duidelijke bewoordingen in strijd met het vredesverdrag van Versailles en zou de kiem worden van voortdurende con flicten in het Oosten. Hij vertrouwde er vast op, dat de uitspraak van den Oppersten Raad in den zin van het recht zou uitvall'len. Dat alleen kon den zoo noodigen vrede en den wederopbouw van Europa garandeeren. Ratibor, 8 Aug. (W.-B.). De Duitsche partijen en vakvereenigin-gen in de stad Ra tibor hebben een oproep tot den Oppersten Raad gericht, waarin zij vragen om een rechtvaardige uitspraak over O.-S. Zij wij zen er o. a. op, dat het landje van Hullschin ook reeds zonder stemming aan Tsjecho- Slowakije is gegeven en dat hun district een nog erger verbrokkeling niet kan verdragen. Berlijn, 8 Aug. (W.-B.). Het Berliner Tageblatt meldt uit KattowitzZondag heb ben er in het district Grosz Strehlitz tal van vergaderingen van Poolsche opstandelingen met hun leiders plaats gehad, waarop hot beginnen van een vierden opstand en de maatregelen daarvoor zijn besproken. Uit Beuthen wordt aan het zelfde blad gemeld, tda te Myslowitz, Schoppinitz en in het dis trict Beuthen geheime bonden van vroegere opstandelingen zijn gevormd. Aan het hoofd daarvan staan vroegere opstandelingenlei ders. Oppeln, 8 Aug. (B. T. A.). Een En- gelsche afdeelvng, die een huiszoeking had gedaan op het kasteel Potzanowitch (district Rosen'berj), waar zij geweren, mitrailleurs en kisten granaten in beslag had genomen, is anet geweerschoten aangevallen door partijgangers van de Duitschers, die de af- deeling dwongen de wapenen terug te geven en de gevangenen, die op het kasteel waren gemaakt, in vrijheid te stellen. Berlijn, 8 Aug. (W! T. A. Draadloos). Dc particuliere correspondent van het Berl. Tageblatt, die de districten Plesz en Rybnik bereisd heeft, meent, dat de eventueele toe wijzing van deze beide deelen aan Polen waanzin zou zijn, daar niet alleen de Duit sche, maar ook de denkende Poolsche be volking in Plesz en Rybnik tot wanhoop zou worden gebracht, indien zij bij Polen kwa men, daar zij dan zeker ten ondergang zou den worden gebracht. Deze Poolscn-gezin- den wenschen van harte, dat de Engelsche commissie, die deze districten onlangs be zocht, hun ware meerling heeft erkend, die ze niet voluit waagden te zeggen uit vrees voor het schrikbewind van hun misleide landgenooten. B e r 1 ij n8 A u g. (N. T. A. Draadloos). De Italiaansche pers verklaart opnieuw, dat •het Italiaansche standpunt, behalve geringe afwijkingen, analoog is aan het Engelsche en zij maakt zich bezorgd over Frankrijks politiek. Zoo schrijft de Tribuna, dat talië niet mag medewerken om den oorlogszucht tigen geest van een zekere natie te steunen en het blad vraagt, of de Entente er be lang bij heeft, dat in Duitschland een minis tercrisis ontstaat, waardoor de Duitsche po litiek een gevaarlijken keer kan nemen. K o 11 b u s, 8 A u g. (W. B.). Op 7 Aug. des avonds tegen half tien probeerden de Poolsche geinterneeH^n van hel kamp met geweid te ontvluchten uit de barnkken-nf- deelimg. De posten gaven dadelijk vuur en het grootste deel der uitgebrokenen kon worden teruggedreven. Ongeveer 30 man echter lukte he»t in het nabijzijnde bosch te vluchten. Wegens de duisternis leverde de vervolgang niets op. De veiligheidspolitie en de gendarmen werden gecommandeerd voor een verdere vervolging. Van de uit brekers werden drie man door schoten van de posten zwaar gewond en bleven liggen. Vier of vijf andere gewonden werden door de ontvluchten meegenomen. Londen, 8 A u g. (N. T. A. Draadloos uit Horsea). In officieele kringen hier heeft bet een gunstigere .indruk gewekt, dat de Duitsche regeering verhooging der belas tingen heeft overwogen. Men geeft er zijn voldoening over te kennen, dot de Duitsche regeering oprechte pogingen schijnt aan te wenden om haar verplichtingen tegenover de geallieerden iruzaike de schadeloosstellin gen na te komen en dat zij te dien einde belooft de belasting harer onderdanen meer in overeenstemming te 'brengen met de zware 'lasten, die de geallieerde naties tengevolge van den oorlog dragen. Bad W i 1 d u n g e n, 8 A u g. (W. B.). De loryngoloog prof. dr. Krause, die inder tijd keizer Friedrich behandeGde. is 73 jaar oud overleden. Londen, 8 Aug. (N. T. A. Drand- Joos). Thomas, secretaris van den bond van spoorwegmannen, zeide in een toesprnak gisteravond: Ons volk heeft voorspeld, dot de a.s. opheffing van de contröle over onze spoorwegen onmiddellijk zou worden ge volgd door een staking. Deze voorspelling is niet uitgekomen; integendeel: wij komen nu meer en meer tot een nieuw tijdperk in de betrekkingen tusschen de maatschap pijen en de arbeiders. De spoorwegmaat schappijen moeten hun inrichting wijzigen; de spoorwegmannen van hun kont willen den vrede handhaven. Terwijl zij het recht tot staken geenszins verwerpen, moet een staking voortaan niet hun eerste, maar hun laatste overweging zijn. Er woedde gisteren een gTOote brand in de houtloodsen te Stratford in Oost-Lon- den. De houtwerf bestaat een oppervlakte van 29 acres en bevat voor ongeveer een millioen pond sterling aan hout, waarvan het grootste gedeel in vlammen is opgegaan. De brandweer deed wanhopig haar best om de belendende gebouwen te behouden. De werf ligt aan de Lea en de schuiten met hout, die aan de werf lagen, staan eveneens in lichtelaaie. Het heette, dot werkloozen, die tevergeefs getracht hebben werk op de werf te krijgen, den brand hadden aange stoken, maar de firmanten hechten hieraan geen geloof. De weikloozen hebben wel rel letjes veroorzaakt, maar men schrijft den brand toe aan kortsluiting. Reuter geeft de volgende lezingHon derden werkloozen kwamen zich aanmelden voor vijftig vacante plaatsen bij een hout handel in het Oosten van Londen. Daarbii hadden opgewonden tooneelen plaats. Er liep een menigte van een 4000 menschen te hoop, die de politie slechts met de grootst^ moeite kon tegen houden. Daarop brak brand uit in de houtloodsen. Men beweert dat deze door de menigte is aangestoken. De vlammen hebben een geweldige hoe veelheid kostbaar hout vernietigd. Londen, 8 Aug. (R.) De regeering 'heeft besloten Mc. Keown onverwijld vrij te laten. Londen, 8Aug, (R.). Wegens het ge vaar voor een breuk in de vredesonderhan delingen met Ierland iheeft de regeerintf) naar verluidt, besloten haar weigering omi Mc. Keown vrij te laten opnieuw te over-j we\gen. De ministers, dre in Engeland zijn gebleven, houden te dezer zake voeling mrf Lloyd. George. De houding der regeerinsj heeft een betreurenswaard igen indruk irij Ierland gewekt, waar zelfs gezegd werd, dal de regeering een eind aan het bestand wrlda maken. Dtf Valera heeft in een interview) verklaard, dat de weigering om Mc. Keown vrij te laten niet een dand der Engelsche^ regeering, maar van een ondergeschi'. ambtenaar was. Warschau,7Au g. (P. T. A.) De vice* minister Dombski verklaarde na zijn terug komst aan journalisten, dat het voornaam ste doel van de conferentie te Melsingfors was de vredelievende betrekkingen in hel Oosten van Europa te bevstigen. Polen be schouwt de onafhankelijkheid der Baltische staten als een krochtigen waarborg voor den vrede in het Oosten. De Entente der Oost- zeestoten heeft slechts een vreedzaam ka rakter en beoogt geen vijandschap tegen de buren in Oost of West. In de binnenland- sche zaken van Rusland hebben de Oost- zeestnten en met name Polen geen planl om in te grijpen. De conferentie heeft vast gesteld, dat de geruchten omtrent een al gemeene mobilisatie in Rusland ongegrond waren. De stoten, op de conferentie verte genwoordigd, hebben verklaard, dot zij be reid waren deel te nemen aan de interna tionale hulpverleen ing aan de slachtoffers! van den hongersnood in Rusland. Voor een verder samengaan zullen do Oostzeestateru in de toekomst vaker dergelijke conferenties» houden. De eerstvolgende zal te Warschau bijeenkomen. Naar de Berlijnsche correspondent vaft 't Hbl. meldt, deelt de Vonviirts mede, dat de Amsterdomsdhe Internationale besloten) heef'1 een internationale conferentie te Ber lijn bijeen te roepen om zich bezig te 'hou den met den in Rusland geschapen toe stand. De conferentie zal vermoedelijk a.s. Zaterdagavond gehouden worden in de lo kalen van den „Allgemeinen deutscherw Gewerkschaftsbund". In de sovjet-bladen uit de laatste dog^ni van Juli ontleent de N. R. Ct. de volgende bijzonderheden: Onder de Wolga-gouvernementen heeft Samara het meest geleden. De velden zbn daar bijna zonder uitzondering tot een uit- gebrandesteppe geworden. Waar een klein beetje regen wat groen had doen opkomen, hebben de sprinkhanen alles opgeruimd. Dc boeren voeden zich met alles wat ma ir gekauwd kon worden. Wat er aan gras \c- groeid is, verteerbaar of niet, is opgere ten. Eikelen gelden als een lekkernij. Brood wordt uit lindebladen, soms ook uit mierik wortel gebakken. De boeren voeden zich ook veel met ratten, die zij met huid en' haar verslinden. De veestapel gaat de al; t- heele vernietiging tegemoet. Het vee wordt gedeeltelijk verkocht, gedeeltelijk geslacnlv Öp de markten in de steden wordt het bijna voor niets van de hond gedaan. Vele boer derijen zijn verlaten, daar de bowonérs naar Siberië of naar de Oekraine opgetrokken zijn. Een zelfde toestand heerscht in de Kir /i- sche steppen, waar de sprinkhanen-plaag ontzaglijke afmetingen aangenomen heeif. Ook het gouvernement Szimbirsk is mot zijn rijke tuin- en groentencultuur een offer der droogte geworden. In het goeuvernement Saratof is de stond ven het winter- en zomergraan slecht. Aan- de overzijde van de Wolga moet von volsla gen misoogst gesproken worden. Een pond brood kost er in den vrijen handel 7000 roebel. Stnatskoren is niet voorhanden. In het Tsjoewa-gebied heerscht een ver twijfelde toestand. De bevolking heeft van wege het zich met gras voeden zeer van epidemieën te lijden en vooral de kinder-1 sterfte heeft er schrikbarende afmetingen' aangenomen. Het laatste vee en het la atc et" gevogelte zijn verdwenen. Diefstal en roof hebben geheel de overhand gekregen. De wegen naar de steden zijn vol bedelaars. Do Er -bestaat geen grens tusschen gek en niet-gek. 117 Naar het Engelsch van JEFFERY FARNOL. Hoofdstuk XXXIV. Waarin ik vrede en vreugde vind en een nieuw verdriet mij wacht. Ik snelde voort, rechts noch links kijkend, alleen met het gelaat van Charmian voor ■bogen, nu eens angstig en smeekend, dan weer vol verachting. Toen ik bij de beek kwam, zette" Ik mij neer, en dacht aan haar weergalooze Schoonheid, aan de mollige ronding van haar armen, die mijn vingers nog even te voren om klemd hadden. Maar ik sprong weer op, door laadde de beek, en liep voort en voort, mij een Weg banend door braamstruiken en ericaplan- ten, geen acht slaand op hun kleine stekels doornen, tot ik eindelijk weer onder de boo- tnen was. L ^Uer plaats, waar de schaduwen het donkerst waren, ontdekte ik plotseling een spiedende gestalte.... een gestalte die ik her- ^®ndeeen gestalte waarbij geen vergis sing mogelijk was, en die ik uit duizenden her- ftend zou hebben Een korte^ breedgeschouderde man, gekleed een blauwe jas, die met zijn rug naar mij toe fctond. *n neerkeek io de **llei jn een houding al^ iemand die wacht.... op wat? op wie Hij was van mij slechts gescheiden door een alleenstaand boschje, een. braamstruik die daar van zijn soortgenooten verdwaald scheenop mijn teenen vooruit snellend, was ik met één sprong over het boschje, en nog vóór de man zich bewust worden kon van mijn tegenwoor digheid, had ik hem bij de kraag gegrepen. „Vervloektlaat zien je gezicht I" riep ik, en slingerde hem zoo krachtig rond, dot hij wankelde en zijn hoed afviel. Maar toen ik hem had aangezien, sloeg ik mijn handen voor het gelaat en week achter uit hem in doffe ontzetting aanstarend. Een man met peper en zout haarr een eerlijk open gelaat, een man van middelbaren leeftijd, wiens alledaagsche gelaatstrekken verhelderd weiden door een paar vriendelijke, blauwe oogen, die nu wijd wuren opengesperd van verbazing. „Gvoote goedheidmijnheer Peter I" riep hij uit. ,Adam 1" fluisterde ik. „O God, vergeef mij, het is Adam I" „Goede hemel f Mijnheer Peter," zei hij weer, ,u had mij daar leelijk te pakken I Maar wat is er met u mijnheer Peter Kom, mijnheer Peter, kijk me niet zoo wild aan, alsof mijnheer Peter, wat is cr met u Gauwzeg me I" zei ik, zijn hand grij pend, „ben je hier vóór deze keer dikwijls ge weest „Ja zeker, mijnheer Peter, maar „Gauw I" zei ik, „heeft ze je vroeger eens in de hut gehaald daarginds en je een boek la ten zienen heb je er over haar schouder heen in gekeken u „Ja mijnheer, maar „Wat voor boek was het „Ebs> oud boek, mijnheer, met een «rescheurdj kaft, en uw naam binnen inzoo kwam ze er achter wie u was „O Adam I" riep ik. „O Adam, nu moge God mij helpen I" Ik liet zijn hand los en snel de terug, totdat ik de hut bereikt had. Maar ze was leegCharmian was heengegaan. Met koortsachtige haast zocht ik haar langs de beek, tusschen struiken en boomen, zelfs langs den weg. En onder het zoeken viel de duisternis in, en in de donkerte was overal zwaï te wanhoop. Ik zocht de vallei door, van het eene eind tot het andere, haar naam roepend, maar geen ge luid drong tot mij door, behalve het gekras van een uil, en het ververwijderde, sombere geroep van een kwortelkoning. Met een zwakke hoop, dat ze misschien naar de hut was terug gekeerd, haastte ik mij ein delijk weer daarheendoch ik vond haar ver laten en donker. O blinde, zelfmislcide dwaas Dat had ze gezegd, en ze had gelijk gehadzooals al tijd. Ze had me een egoist genoemdik was een egoist, een verwaande, verblinde, zelfmis- leide dwaas, die moedwillig alle ftoop op geluk verwoest had, die hoop, waaraan de gedachte mij zoo dikwijls had doen beven,en nu had ze mij verlatenwas ze heengegaan I De wereldmijn wereldwas een leege ruimtede verlatenheid er van joeg mij vrees aan. Hoe moest ik leven zonder Charmian, de- vrouw, wier beeld mij altijd voor oogen zweefde, wier zachte, lieflijke, stem mij altijd in" de ooren klonk 'En ik had zoo mijn best gedaan haar te be hagen f Ik, die mijn verstand had gesteld als wachter voor mijn tong, om haar toch maar liet met een woord of blik te beleedigen I En dit was nu het einde f Dc zonk neer bij de tafel en yoor*wercrebofl:en. mijn hoofd tegen het harde hout drukkend, bleef ik zoo geruimen tijd zitten. Eindelijk stond ik op, zocht in h«t donker de kandelaar, ;tuk de kaars aan, en bleef toen bij hnor bed staan. I'Ict zug er zeer wit en helder uit en toch deed t mij goed te zien, dat het gladde laken gc7 rcukeld wa^ op de plek, waar ik haar had neergelegd, en de kuil in het kus sen te zien waar haar hóófd gelegen had. En terwijl ik daar zoo stond, steeg een zwakke geur naar mij op, als de geur van viooltjes in een bosch bij avondtoon zonk ik op mijn knieën neer naast het bed. En als een overweldigende stroom kwam nu het volle bewustzijn over mij van de krankzin nige dwaasheid, die ik had begaan moor bij dit gevoel van rampzaligheid voegde zich een groote machtige* vreugde, want nu wist ik dal zij alle achting, eerbied en aanbidding waard was, om hoor verstand, haar fiere deugdzaam heid en vlekkelooze reinheid. En met deze vreugde kwam het Berouw, en met het Be rouw een nieuw verdriet. En langzaamaan bogen mijn armen zich om het kussen, waarop haar hoofd zoo dikwijls ge- ust had, en ik kuste de plek en legde er mijn hoofd op neer en kreunde. En zoo viel ik einde lijk in een onrustigen slaap. HOOFDSTUK XXXV. Hoe Zwarte George Prudence in de morgen schemering vond. Toen ik ontwaakte, voelde ik de kilte van den morgen in de lucht, en het duurde eenigc oogenblikken, voor lk mij met een schok her- j innerde, dat ik naast Charmian's bed knielde. Het vuur was uit en ik had geen lust het nnnt te maken, want ik was in. geen stemming om KJ ontbijten, ofschoon al het noodjge klaar stoncv zooals haar vaardige hand het had neergezet en de borden en schalen wenkten mij too uit lui kostje, dat ik er voor getimmerd hadec* kastje waarvan ze het ontstaan met kritisch oo(^ had gevolgd. En ik herinnerde mij. hoe ze ei^ op gestaan had er zelf drie spijkers in te slaanik mocht ze alleen met mijn vinger^ vusthouden hoe ze voorzichtig de spijkers c»l in geslagen had, bang om mis te sluun hoof mooi ze geweest was in haar grof katoenen schort en de opgestroopte mouwen over do blanke ronde armenhoe in-vrouw.-l.|k> en liefelijk en toch had ik het gewaagd te den« henhad ik het gewaagd haareen Mos^ saina te noemen! O, dat mijn tong voor altijd verlamd ware geworden, vóór ik zulk een rrnii en edel wezen in één adem had genoemd <n gelijkgesteld met zulk een loog, gemeen schep< se'l Ik zuchtte, en ging noor buiten in dc moiy o« schemering; toen ik de deur ochtcr mij sloo^ trof mij de doffe slog, en ik herinnerde me, hoe ze het een leelijke, slecht-slu.tende dettf hod genoemd. En dot was ze ook. j Neerslachtig en mcf'hongend hoofd ging op weg noor Sissinghurstwont, nu ik tocM op wos, kon ik even goed werken, er er woj veel te doen. Onder het voortgnon hoorde i» in de verte een torenklok vier slean. (Wordt vervolgd), Huiverend stond ik op en liep op en neer om de stijfheid van miin leden te doen verdwijnen.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 5