TWEEDE BLAD. 'buitenland. FEUILLETON. Langs den grooten weg AMERSFOQRTSCH DAGBLAD „de eemlander 1922.; ÏOe Jaargang <0 39 Maandag 15 Augustus I92f ajfcSEB ^y^HKÜOrtBa vacMrttes voorbij zullen Tjiv eiv de wintercwnpegive met de daaraan ftafscheidelijk verbonden vergaderingen en pnferenties gaat beginnen, dan zal bij de plïtieke groepen in den lande de „verkie- van 1022" no. 1 vain bet werkprogram ^Vie rioh vroegere verkiezingen berin- Hert, ral onmiddellijk vragen „Cry" bij deze ïömende verkiezingen„waarom zal bet Jean?" vraagt men dan. j Dan zal bem te binnen schieten, hoe we jjèn eens ter stembus zijn getrokken vóór Ègemeen kiesrecht, dan weer tegen de an- Khese", nog al eens ook „vóór vrijhandel." En thans Plus ce change, plus ca reste io même chose. Voor algemeen kiesrecht tehoeven we niet meer te stri jden, maar de Soor niets gefundeerde, maar tod\ volge houden antithese-politiek is gebleven en zal ons verplichten op het oneerlijke en on vruchtbare van die antithese te blijven wij- oen. Bovendien worden we opnieuw be- creigd door protectieplannen, zoodat de Verdediging van den vrijen handel ook dit- tnaal noodzakelijk zal blijken. Er is nQg een derde onderwerp, dat voor <Jen zooveelsten keer onze aandacht zal vra gen het legervraagstuk. Ten aanzien van den weg, dien de tegen woordige regeering met leger en vloot op \vil, tasten we op dit oogen'b'lik nog in het duister. De z.g. kabinets-crisis, die eer een crisis in de reohter zijde was, is wel opge lost door de benoeming van een nieuwen minister van Justitie op wiens program „bezuiniging" vooraan staat en door de benoeming van een nieuwen minister van Oorlog, maar het Nederlandsche volk is ab soluut onkundig gelaten van de beteekenis die het aan deze oplossing van de crisis moet hechten. De nieuwe minister van oorlog is een on politiek man. Wel weet men van hem, dat hij anti-revolutionair is, dat hij een werk zaam lid was van de Christen-Officieren- vereeniging, maar van zijne denkbeelden op het gebied van 's land's defensie weet men niets. Hij was jaren lang op ander gebied werk zaam dan dat der militaire organisatiehij is vooral werkzaam geweest als krijgsman- jurist en daarna als directeur van de topo grafische inlichting. Wij, die den nieuwen bewindsman persoonlijk kennen, weten van hem alleen, dat hij over bijzondere be kwaamheden beschikt, dat.hij een helderen kop heeft en een stevigen wil. Als hij eigen denkbeelden op militair gebied heeft, dan zal hij ze stellig weten te verwezenlijken, Wij zullen dus moeten afwachten, welken koers hij uit wil, om daarna te bepalen of .we hem kunnen steunen. De te wachten re- geeringsverklaring over de reconstructie van het kabinet of w,el de debatten bij de begrooting van oorlog zullen ons tijdig leeren, wat we aan van Dijk hebben. Dit is maar goed. Want, bedriegen we ons niet, dan zal het defensie-Araagstuk één der meest gewichtige onderwerpen zijn, waarom het bij de verkiezing van 1922 zal gaan. Men weet, dat er ten opzichte van dit vraagstuk in de volksvertegenwoordiging geen meerderheid bestaat. De militairisten zijn ver in de minderheid in de Tweede Kamer. Maar ook de middengroep, die wil „geven en nemen" is in de minderheid. Pop viel door de samenwerking van hen, die hem te weinig militsiristisch vonden en van hen, die hem nog veel te erg militai- ristisch achtten. Hoe het kabinet den puzzle om den nieu wen minister van oorlog eene meerderheid te verschaffen heeft ops Host, zullen we dus wellicht spoedig vernemen. Maar vermoe delijk zal in het laatste kamer-jaar geen ge legenheid meer bestaan om de militaire q '.estie op te lossen, zoodat de verrassen de oplossing van de puzzle wellicht eerst tegen Juni 1922 zal worden voorgelegd, om als verkiezings-kreet dienst te doen. In elk geval echter zullen wij bii de ko mende verkiezing over het defensie -waag stuk nic-t zwijgenwe hebben te meer recht er over tc spreken, nu onzerzijds een wel overwogen, democratisch en goedkoop Ie- gerstelsel is aanbevolen, nu wij, vrijzinnig- democraten, hebben getoond, dat op mili taire uitgaven kan worden bezuinigd, zon der een de weerkracht van ons volk te kort te doen. Het komende jaar kan on» verrassingen brengen, juist ten aanzien varv het defensie waagstuk. Gedurende den oorlog hebben wij de militairisten, die uit de gebeurtenis sen de conclusie meenden te mogen trek ken, dat er geen sprake kan zijn van ver mindering van militaire lasten, op afstand gehouden door te wijzen op de waarschijn lijkheid, dat deze oorlog door de Entente gevoerd als oorlog tegen den oorlog I zou eindigen met internationale overeen komsten ten gunste van beperking der be wapening. Het scheen, alsof we èl te opti mistisch waren geweest. Maar nu is Harding gekomen met zijn voorstel tot het houden van een congres, om aart den drukkenden last van het mili- tairisme een einde te maken. Den 11 No vember a.s., 3 jaar na de beëindiging van den wereldoorlog, zal de conferentie bijeen komen. Bij geen enkel ander vraagstuk spelen de internationale verhoudingen zulk een rol als bij het leger-vraarrstuk. Als Har- dinig's plannen slagen, zullen ook in ons land de militairisten een toontje lager moe ten zingen en zullen de voorstanders van een eenvoudig bewapend volksleger aan kracht winnen. Nu het militaire vraagstuk bij de a.s. ver kiezingen stellig onderwerp van strijd zal zijn, hebben wij, Vrijzinnig-democraten, een reden te meer om den verkiezingsstrijd met élan tegemoet te gaan. Politiek Overzicht. Het scheen, dat na een week vergaderen, de Opperste Raad hoegenaamd niets zou hebben bereiktin de Opper-Silezische kwestie wist hij geen weg meer en aan het einde van zijn raad verwees de rade- looze Opperste Raad de aangelegenheid naar den Volkenbond, waar representanten dierzelfde krachtelooze Ententestaten te eeniger tijd over het belangrijke vraagstuk zullen beslissen. De Volkenbondsraad toch bestaat uit vertegenwoordigers van Enge land, Frankrijk, Italië en Japan, alsmede van België, Brazilië, China en Spanje. Het Grieksch-Turksche bloedige geschil, ten aanzien waarvan de Volkenbond (meer of minder, althans in de practijk, een du plicaat van den Oppersten Raad), wanneer hij een moreele macht van beteekenis was, ten bate der menschheid prachtigen en practischen arbeid behoorde te verrichten, d. w. z. een einde maken aan dezen kleinen, feilen oorlog na den Grooten Oorlog, stond mede op de agenda van den Oppersten Raad. Men herinnert zich het genomen be sluit er zou een volkomen neutraliteit worden betrachtalleen de particuliere handel mocht op den ouden voet zijn zaakje blijven voortzetten den oorlogvoerenden voorzien van 't benoodigde materiaal f God beter 't I Om Rusland te redden uit zijn wreeden nood, is men overgegaan" tot het benoemen van een commissie. De hemel geve, dat deze commissie geen commissie blij ft, om dat in Oost-Europa niet kan worden ge wacht geen dag cn geen nacht. Met den uitersten spoed dient de internationale, niet- geallieerde, commissie, tot welker stichting door den Oppersten Raad is besloten en waarvan de kern zal worden uitgemaakt door de Entente-mogendheden, over te gaan tot het inviteeren der andere mogendheden en instellingen van liefdadigheid, orn een hongerend volk niet de steenen der belofte, maar de reëelste brooden te brengen. Oostenrijk is voorloopig geholpen met een resolutie waarin de Opperste Raad „uit drukking geeft aan zijn volkomen vertrou wen, dat de steun, waarop Oostenrijk wacht binnen den kortst mogelijken tijd aan dat land zal worden verleend." Ook hier post de opmerking de daad heeft Oostenrijk van noode, geen gewekte verwachtingen het financiewezen wordt -niet gezond door resoluties en de kortst mogelijke tijd mag geen verkapte eeuwigheid zijn. Deze kritiek is een weinig rauw, maar wordt zij niet gewettigd door de foits et gestes van den Conseil suprème Wij zullen hem gaarne de eer geven, wanneer deze hem toekomt en daarom is het een genoegen vast te stellen, dat hij besloten heeft de economische sancties op te heffen, althans wanneer door Duitschland ultimo Augustus één milliard mark zal zijn gestort. Voor het oogenblik worden echter de mili taire sancties gehandhaafd. Hieruit volgt dus, dat Duitschland niet meer den last zal hebben te dragen van de economische strafmaatregelen, waartoe te Londen inder tijd door den Oppersten Raad werd beslo ten, wanneer het de bewuste som nog deze maand betaalt. Der Deutsche bevatte nog onlangs een bericht, waarin werd te ver staan gegeven, dat de storting van vermeld bedrag tegen 31 Aug. verzekerd was. Trou wens de serieuse wijze, waarop het kabinet- Wirth zich beijvert om de verplichtingen, die het op zich nam, na te komen, moti veerden alleszins den thans eindelijk geno men maatregelde aankondiging van vele nieuwe Duitsche belastingwetten wijst voorts op den ernstigen wil der Duitsche regeering, die er echter voor 't oogenblik nog genoegen mee zal moeten nemen, dat de bezetting van Dusseldorp, Duisburg en Ruhrort wordt gehandhaafd. Berichten. Parijs, 13 Aug. (R.) De Oppeste Raad heeft besloten de economische sancties op te heffen, mits Duitschland zorgt het ver schuldigde milliard gouden mark op 31 Aug. te hebben betaald. P a r ij s, 1 3 A u g. (H. R.) Na een krachtig betoog van Rriand heeft de Opperste Raad besloten de militaire sancties voorloopig nog te handhaven. P a r ij s, 13 Aug. (H. R.) Bij de bespre king over de sancties in Duitschland ver klaarde Curzon, dat deze veel geld kosten en het nationale gevoel der Duitschers prik kelen. Aan het slot van zijn rede verzocht hij den Oppersten Raqd de geleidelijke op heffing van de militaire sancties te over wegen. Briand zette daarop/uiteen, dat de Fron- sche regêering geensains-tot in het onein dige de militaire bezetting van Dusseldorp, Ruhrort en Duisburg- wenscht te handhaven. Hij wenscht zoo spoedig mogelijk de troe pen uit die steden te kunnen terugtrekken en zou reeds het initiatief hebben genomen tot de terugtrekking, als de omstandigheden dit hadden veroorloofd. Briand rechtvaardigde de houding van de Fransche regeering door te wijzen op den toestand, waarin zij zich bevond en herin nerde aan de omstandigheden, waarin men tot de sancties besloten had op dat tijd stip meenden de geallieerden, dat het ver drag van Versailles nimmer, zonder dwang van de zijde der geallieerden, door Duitsch- j land zou worden nagekomen. Toen zij op 9 Maart jl. tot de sancties besloten, verklaar den de geallieerden, dot deze maatregelen niet zouden worden opgeheven, eerdat zij zouden hebben geleid tot een bevredigende regeling van de kwestie der schadeloosstel ling ontwapening en bestraffing der oorlogs misdadigers. De tekst van dit besluit werd door Lloyd George persoonlijk gecorri geerd. Toen de geallieerden in Mei j.l. oordeel den, dat Duitschland volhrr 'de en de beta ling der schadeolosstelling bleef weigeren, stelde Frankrijk voor de sancties uit te brei den door de bezetting van het Roergebied. De Duitsche openbare meening in haar ge heel begrijpt nog niet, dat de oorlog door de geallieerden gewonnen is. Om de beta ling der schadeloosstelling te verkrijgen is machtsvertoon noodzakelijk. De mobilisatie van één Fransche lichting had onmiddellijk uitwerking. Simons ging heen en werd ver vangen door Wirth, die zich beijverde om loyaal de verplichtingen van zijn regeering na te komen. Briand zeide verder, dat de energieke houding van Frankrijk en zijn geallieerden onmiddellijk een gunstig resultaat had op geleverd. Volgens de meening der Fransche regeering vormden de sancties geen doel en wanneer alle resultaten, die ze in Maart jl. motiveerden waren bereikt, zou Frankrijk voorstellen de milPrire sancties, evenals de economische, op te heffen. Als de politi3k der Duitsche regeering in den laatsten tijd gewijzigd scheen, was dat wellicht, omdat Duitschland geloofde, dat tusschen de geal lieerden niet meer dezelfde samenwerking bestaat als op het oogenblik, dat tot de sancties werd besloten en zij overeen kwa men de bezetting van het Roer-bekken in overweging te nemen, maar de geallieerde regeeringen mogen niet vergeten, dat in Duitschland een element van verzet aan wezig is en dat de Duitschers binnen den tijd van veertien dagen een 40,000 man sterk leger hebben bijeengebracht, dat rij kelijk voorzien was van wapenen en muni tie. Het groote gevaar bestaat dus nog steeds en het kabinet-Wirth kan door een reactionnair kabinet worden vervangen. Onder deze omstandigheden zou een voor harige opheffing der sancties in plaats van een verbetering der Fransch-Duitsche be trekkingen, een verscherping daarvan ten gevolge hebben. De geallieerde regeerin gen zouden zich daardoor zelf ontwapenen tegen den slechten wil van eventueele nieu- we bewindvoerders in het Duitsche rijk. Frankrijk koestert geen bijgedachten. Se dert twee jaar wacht het Fransche volk op de rechtvaardige vergoeding voor de scha de, die de oorlog, door Duitschland uitg2' lokt, haar toebracht. Frankrijk heeft de ge' heele lichting gemobiliseerd, zonder er ge bruik van te maken, maar het Fransche volk, rustig en edelmoedig, zou niet kunnen be grijpen, dat onmiddellijk nadat zijn juridi sche vertegenwoordigers beleedigd worden te Leipzig, de Duitsche regeering gedaan zou krijgen, dat alle sanctiqs worden opge heven. Daar echter de Duitsche regeering in zekeren zin tracht haar verplichtingen van Mei na te komen, stelt de Fransche re» geering zelve voor de economische sanc ties op te heffen, op de voorwaarden, dio Loucheur aangaf. Wat betreft de opheffing van de militaire sancties, daarvoor is de tijd nog niet gekomen; die zal pas komen als Duitschland zijn verplichtingen, voortvloei ende uit de schadeloosstelling, nakomt en den arbeid van de commissie, die de ont wapening controleert, vergemakkelijkt. De kwestie van de militaire sancties zou op do eerstvolgende zitting van den Oppersten Raad andermaal ter sprake gebracht kun nen worden. Berlijn, 13 Aug. (W. B.) Te Tarnowitz drongen Vrijdag 83 man Pcolsche troepen binnen, die bestemd waren voor de bescher ming der grens. Zij wilden een optocht door de s ad houden, maar (ie Bngelsohen belet ten het. Dezen namen een gedeelte der Polen gevangen. Burgers zoowel a's verte genwoordigers van organisaties protesteer den bij den d'istrictscon'.ToleuT tegen zulk een grensbescherming. De Engelsche djstrictscontroleur begaf zich met deputa ties naar Oppeln om protest- aan te teeke nen. Ook de Duische commissie te Tarno witz protesteerde telegrafisch tegen het op treden der Polen. Ber 1 ij n, 13 Aug. (W. B.) Naar het Ber liner Ta.geblatt uit Beuthen verneemt, is Vrijdagavond het arb ei de-rslogement te Hohenzollern Gru'be door Polen aangeval- Ion, die imet geweren, (handgranaten en gumjj mistokken gewapend waren. De bewoner® werden mishandeld en moesten vluchten* Het Hbl. heeft Zaterdagmorgen te bevocgJ der plaatse in Berlijn inlichtingen intfêwonl nen omtrent de meening, die men daar nan^ aanleiding van het besluit van den Opper* sten Raad is toegedaan. Voor zoover dit boJ sluit Duitschland betreft, kan men slechts) twee punten ontdekken die het kunnen be vredigen. Duitschlands rechtmatige aanspra ken op Opper-SileriÖ worden door de ver klaringen van de Britsche. Italioansche eiv Japansche gedelegeerden zoo sterk beves tigd, dat de rechtspositie voor de geheele wereld than9 onomstootelijk ten gunste van Duitschland vaststaat. Verder zal de behan deling vu dc kwestie door den Volkenbond het noocuakelijk maken, ook de partijen te hooren. Er zal dus eindelijk ook een Duitsch' vertegenwoordiger voor het forum van de wereld worden gehoord, terwijl tot nu toe Duitschland in het geheel niet werd ge«' vraagd. Maar dat is dan ook alles. Als het grootste nadeel van het besluit beschouwt men het uitstel van de beslissing, en wel een uitstel van vele maanden. Want men gelooft niet, dot de raad van den Volken- band zijn oordeel' zoo spoedig zal uitspre ken. Er zal eerst een rapporteur worden be noemd, die na vele weken van studie een rapport zal uitbrengen om over dit rapport zijn oordeel uit to spreken. Dan zal hij een bgin maken met het proces en de partijen dagvaarden en hooren, en eerst na langdu rige studie zal hij zijn advies uitbrengen. Men verwacht, dat dit alles vele maanden zal duren. Intusschen gaan de onkosten voor de ge allieerde bezetting in Opper-Silezië door. Daar de Entente-parlementen dc midde len daarvoor nog niet hebben toegestaan, vreest men dat er een middel gezocht zal worden om die kosten door Duitschland to doen betalen. Ook d-e toestond van spon ning, die de industrie vernietigt, duurt intus schen in Oppcr-SUezië voort. Luxemburg, 12 Aug. (B. T. A.) Het internationaal vredescongres heeft een reso lutie aangenomen, waarin gezegd wordt, dat het voor de opheffing van het recht tol oor logvoeren noodzakelijk is dat het permanent internationaal gerechtshof zich met elk con flict zal kunnen bezig houden en er mede zal worden belast een vreedzame en definitieve oplossing er aan te geven. Ook was het noodzakelijk, dat een internationaal wetboek werd' opgesteld en ter goedkeuring aan de volleen voorgelegd. Het congres zal de aandacht der a.s. Vol- keivbondsvergadering op een en ander ves tigen en drong ann op de noodzakelijkheid eener uitgebreide propaganda om aan den Volkenbond een zoo democratisch mogelijk karakter te geven. Ook werd opnieuw aan gedrongen op een zoo democratisch mo .n- Kjke wijze van verkiezing der gedelegeerden ter Volkenbondsvergadering van alle landen. Het congres herinnerde aön de beginselen, die door de in België gehouden vergadering waren uitgesproken en wilde, dat deze aan het hoofd van het Volke'nbn'dsverdrag zou den worden geplaatst als de grondbeginse len, waarop de bond moet rusten, met norne het onaantastbare zelfbeschikkingsrecht oer volken. Voorts verklaarde het congres zich voor afschaffing van de doodstraf, terwijl het ver zocht, met handhaving der vrijheid van druk pers, het verspreiden van leugenberichten te verhinderen door middel van de pers enf openbare bijeenkomsten, lep einde daardoor te voorkomen, dat de haat tusschen de vol ken wordt aangewakkerd. Bovendien wenschte h-et congres, dot de Volkenbond volledig zal worden gemaakt door de toelating van alle staten, dié er nog geen deel van uitmaken, opdat de bond ur.i- verseel zal worden. Ten slotte nam het con gres nog een reskitie aan, waarin wordt voorgesteld de oprichting van een perma nente, internationale organisatie van dent intellectueelen arbeid, terwijl wordt aang'> Ben raadsel dat geen antwoord vraagt, •blijft een raadsel evenzoogoed. Naar het Engels oh van JEFFERY FARNOL. 121 „Bij mijn ziel I" zei hij, terwijl hij mij weer 'door zijn monocie bekeek, „bij mijn ziel, je lijkt, wal je gezicht betreft, duivelsch veel op mij I" „Ja, duivelsch veel I" zei ik. Hij keek mij scherp aan, en lachte. „Mijn knecht, Parks heet de kerel," zei hij, terwijl hij de gespoorde laars langs het aam beeld liet slingeren, „heeft mij in de meening gebracht, dat ik hier iemand zou vinden een smidsknecht „Je knecht heeft je don goed ingelicht," zei ik, „waar kan ik je mee van dienst zijn „Alle duivels I riep Sir Maurice, hoofdschud dend „maar neen je bent, als ik 't wel heb, wat anders als andere menschen, maar ik kan me niet voorstellen dat je zoo iets wanhopigs gedaan zoudt hebben om „Smidsknecht te worden viel ik in. „Juist I" 7 „Helaas, Sir Maurice, ik schaam mij je te moeien zeggen, dat ik, liever dan een beginscl- looze avonturier te worden, of een klaplooper •n kruiper voor rijke familieleden en kennissen, geroeend heb niet bang te moeten zijn om mijn handen in eerlijken arbeid vuil te maken, cn ^aorom een vier of vijf mannden geleden smids- iimcht ben creworden." ,,'t Is waarlijk om wanhopig te worden, wan neer men ziet in welke diepte van ellende Deugd iemand storten kan I Je bent een waar monstei van deugd en eerlijkheid en rechtscha penheid 1" riep Sir "Maurice„ik sta werkelijk verstomd I Maar ik moet je toch eerlijk zeggen, dat ik het alles behalve prettig vindt dat mijn bloedeigen neef een smid „Smidsknecht geworden is 1" viel ik in. „Ja, waarachtig, een smidsknecht I Alle dui vels I te denken, dat mijn neef zich heeft ver laagd om te werken met hamer en zaag „Niet met de zaag," verbeterde ik. „Ook goed, met een beitel dan een Vibart, die met hamer en beitel werkt de duivel mo ge mij halen I 't Is allerberoerdst! En, als ik het je zoo eens zeggen mug, het schijnt, dat het jc met die hamers en beitels niet eens al te best gaatniemand zal zeggen, dat je er floris sant uitziet I" „Waaide heer, mag ik je even opmerken, dot ik nog veel werk te doen heb „Toch een allemachtig interessante plaats hiei," glimlachte hij, onverstoorbaar door zijn monocle de smidse opnemend„Zoo warm zoo verduiveld smerig, en vuil en vies en je hebt hier nog een massa hoefijzers ook, zie ik. Wil je wel gelooven, neef, dat ik vroeger nooit heb opgelet, hoeveel gaatjes er in een hoefijzer waren I Een mensch is toch nooit te oud om wat te leeren I" Hij zweeg een oogen blik om op de meest bevallige wijze een snuifje te nemen uit een met diamanten omzette doos Het is toch eigenlijk wonderlijk", ging luj daarna voort, terwijl hij zijn vingers zorgvuldig en voorzichtig met zijn zakdoekje afstofte, „het is toch wel wonderlijk, dat wij, die toch volle neven zijn, elkaar vroeger nooit heb ben ontmoet en dat terwiil ik toch zooveel van ie gehoord had I'! „Och kom," zei ik, „hoe kun je zooveel ge hoord hebben, over zoo'n onbeduidend en onbe? teekenend persoon als ik ben „O, wal dat betreft, ze vertelden me al van mijn goeden neef Peter, toen ik nog maar een dreumes van een jongen was I" Zei glimla chend. „Neef Peter was de kaart, waarop ik tusschen de ondiepten der kwajongenstreken moest varen, om bij oom George in de gunst te komen. Ja, waarachtig, ik heb veel over jc gehoord, neef, van lieve, brave, welmeenende familieleden en vrienden dat de duivel ze al len moge halen I Die zongen allemaal een lof lied op jou in mijn oor, 's morgens, 's middags en 's avonds. En waarom? Alleen opdat ik je zou overtreffen in deugd, leergierigheid, ver stand en uiterlijk voorkomen, om zoo oom Ge orge s gunst te winnen, en tegelijk daarmede diens erfenis. Maar ik was een jonge duivel, die ravotte met de stalknechts, terwijl jij een jong engeltje was, dat vlijtig in zijn boeken studeer de. Terwijl ik ondeugende streken zonder eind uithaalde in Harrow, won jij het ecne fraaie getuigenis na het- andere in Etontoen jij cum laude haalde in Oxford, werd ik te Cambridge weggejaagd. Geen wonder, dat ik den naam Pe ter allerslechtst uitstaan kon en je zult me overigens ook toe moeien geven, dat 't een veiduiveld ordinaire naam is, die naar zoo iets als visch riekt en dat ik me ergerde elke keer, dat ik hem hoorde. Daarbij kwam, dat ik zonder reef Peter erfgenaam van tienduizend pond 's jaars zou zijnmaar die goede neef Peter hield zooveel van oom George, en oom George was zoo dol op neef Peter, dat Maurice naar den duivel kon loopen I" ,Ik bied je mijn oprechte verontschuldiging en deelneming aan," zei ik. Niettemin ben ik vaak nieuwsgierig geweest om dien neef Peter te ontmoeten, cn hpt is bepaald verwonderlijk, dat dit nooit gebeurd is." „Integendeel begon ik, maar zijn lach deed mij plotseling zwijgen. „O ja, natuurlijk I" zei hij, „onze wegen la gen ver uiteen tot nu jij, een geleerde, het moeilijk pad der wetenschap volgend; ik allemachtig 1 een verschrikkelijk individu, een mauve is sujet, iemand, die gemeden moest wor den. dooi al wat eer- en deugdzaam was I En toch, alles bij elkaur genomen, en achteraf be schouwd, waarde neef, wanneeriemand je van daag daar zoo ziet slaan dan moet iemand toch wel. den indruk krijgen als van het bank roet dei Deugd een droevig beeld van fat soenlijk, eerlijk en deugdzaam leven, dat met een fooi is afgescheept. Werkelijk, het is be paald ontzettend te zien in welke diepte van ellende dc deugd menschen m storten, die overigens niet zoo dom zijn. e lieve, beste brave en welmeenende familieleden en kennis sen van mij moge dc duivel ze halen heb ben zeker noch gehoord, dat terwijl de onver beterlijke Maurice er maar op los bleef le~ yen, tot over de ooien in de schulden, maar overigens algemeen geacht cn geëerd, zijn waarde neef, het modelmensen Peter, zich ver laagde tot hamer en zaag ik bedoel beitel in een vieze, vuile plaats als dit hier. Wer kelijk, ik moet zeggen, onze eerste ontmoeting is ietwat dramatisch. „Je vergist je, wanneer je meent, dut het onze eerste ontmoeting iswij hebben elkaar al eens viocger ontmoet en onder omstandighe den, die misschen nog wat dramatischer wa ren in een storm." „Wat?" riep hij uit, „in een storm, neef?" „Het woei en het regende hard, en hel was erg donker." „Donker, nerf .Jvlaar ik zog je gelaat heel duideliik. ter wijl je op je rug log, in het licht van dert lantaarn van een voorrijder, en ik werd toer getroffen door onze groote gelijkenis op cl» kaai'. „Sir Maurice had zijn monocle weer vooi zijn oog gebracht cn keek mij aandachtig aan en glimlachtedoch hij vermocht niet de plot selinge, hartstochtelijke trilling van zijn dunne neusvleugels te verbergen, noch de boosaar dige flikkering in zijn halfgeopende oogen. Mij stond langzaam op en stapte naar de deur toen hij terugkeerde lachte hij minzaam, doch ook nu nog zug ik hoe zijn neusvleugels trilden en zijn oogen schitterden. „Zoo was iij dat?" mompelde hij. „W t kon het iemand toch verduiveld raar in de were id tegen loop en I Dat ik haar nu juist in jouw armen moest jagen I En te bedenken dut ik iou de rol van vrouwen-ridder moest laten spelen I" Weer lachte hij, doch tegelijk brak de dikke rijzweep in zijn hond in tweeën, als ccn stroohaim. Lij keek naar de beide stukken, en toen naar mij. „Jc ziet, dat ik vrij sterk n mijn honden ben, neef," zei hij, hoofdschud dend, „hoewel ik de laatste keer, toen wij - kaai ontmoettennog niet sterk genoeg was. Maar het was erg donker, zooais je zegt, en ais ik geweten nnd, dol het de keel van mijn waarden neef Peter was, die ik dichtkneep misschien had ik don nóg wat vaster g ne pen." „Neef," zei ik, „ik geloof werkelijk niet, dut je dat mogelijk was geweest." „Ju," zei hij zuchtend, terwijl hij de gebro ken zweep in een hoek slingerde, „Ja, je kunt ook we', gelijk hebbenzie je, ik hield ja voor een boerenpummel, die zich bemoeide me| zaken, die hem niet aangingen (Wordt vervolgd!.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 5