TWEEDE BLAD.
'buitenland.
FEUILLETON.
Langs den grooten weg
AMERSFOQRTSCH DAGBLAD „de eemlander
1922.;
ÏOe Jaargang
<0 39
Maandag
15 Augustus I92f
ajfcSEB
^y^HKÜOrtBa vacMrttes voorbij zullen
Tjiv eiv de wintercwnpegive met de daaraan
ftafscheidelijk verbonden vergaderingen en
pnferenties gaat beginnen, dan zal bij de
plïtieke groepen in den lande de „verkie-
van 1022" no. 1 vain bet werkprogram
^Vie rioh vroegere verkiezingen berin-
Hert, ral onmiddellijk vragen „Cry" bij deze
ïömende verkiezingen„waarom zal bet
Jean?" vraagt men dan.
j Dan zal bem te binnen schieten, hoe we
jjèn eens ter stembus zijn getrokken vóór
Ègemeen kiesrecht, dan weer tegen de an-
Khese", nog al eens ook „vóór vrijhandel."
En thans Plus ce change, plus ca reste
io même chose. Voor algemeen kiesrecht
tehoeven we niet meer te stri jden, maar de
Soor niets gefundeerde, maar tod\ volge
houden antithese-politiek is gebleven en
zal ons verplichten op het oneerlijke en on
vruchtbare van die antithese te blijven wij-
oen. Bovendien worden we opnieuw be-
creigd door protectieplannen, zoodat de
Verdediging van den vrijen handel ook dit-
tnaal noodzakelijk zal blijken.
Er is nQg een derde onderwerp, dat voor
<Jen zooveelsten keer onze aandacht zal vra
gen het legervraagstuk.
Ten aanzien van den weg, dien de tegen
woordige regeering met leger en vloot op
\vil, tasten we op dit oogen'b'lik nog in het
duister. De z.g. kabinets-crisis, die eer een
crisis in de reohter zijde was, is wel opge
lost door de benoeming van een nieuwen
minister van Justitie op wiens program
„bezuiniging" vooraan staat en door de
benoeming van een nieuwen minister van
Oorlog, maar het Nederlandsche volk is ab
soluut onkundig gelaten van de beteekenis
die het aan deze oplossing van de crisis
moet hechten.
De nieuwe minister van oorlog is een on
politiek man. Wel weet men van hem, dat
hij anti-revolutionair is, dat hij een werk
zaam lid was van de Christen-Officieren-
vereeniging, maar van zijne denkbeelden
op het gebied van 's land's defensie weet
men niets.
Hij was jaren lang op ander gebied werk
zaam dan dat der militaire organisatiehij
is vooral werkzaam geweest als krijgsman-
jurist en daarna als directeur van de topo
grafische inlichting. Wij, die den nieuwen
bewindsman persoonlijk kennen, weten van
hem alleen, dat hij over bijzondere be
kwaamheden beschikt, dat.hij een helderen
kop heeft en een stevigen wil. Als hij eigen
denkbeelden op militair gebied heeft, dan
zal hij ze stellig weten te verwezenlijken,
Wij zullen dus moeten afwachten, welken
koers hij uit wil, om daarna te bepalen of
.we hem kunnen steunen. De te wachten re-
geeringsverklaring over de reconstructie
van het kabinet of w,el de debatten bij de
begrooting van oorlog zullen ons tijdig
leeren, wat we aan van Dijk hebben.
Dit is maar goed. Want, bedriegen we ons
niet, dan zal het defensie-Araagstuk één der
meest gewichtige onderwerpen zijn, waarom
het bij de verkiezing van 1922 zal gaan.
Men weet, dat er ten opzichte van dit
vraagstuk in de volksvertegenwoordiging
geen meerderheid bestaat. De militairisten
zijn ver in de minderheid in de Tweede
Kamer. Maar ook de middengroep, die wil
„geven en nemen" is in de minderheid.
Pop viel door de samenwerking van hen,
die hem te weinig militsiristisch vonden en
van hen, die hem nog veel te erg militai-
ristisch achtten.
Hoe het kabinet den puzzle om den nieu
wen minister van oorlog eene meerderheid
te verschaffen heeft ops Host, zullen we dus
wellicht spoedig vernemen. Maar vermoe
delijk zal in het laatste kamer-jaar geen ge
legenheid meer bestaan om de militaire
q '.estie op te lossen, zoodat de verrassen
de oplossing van de puzzle wellicht eerst
tegen Juni 1922 zal worden voorgelegd, om
als verkiezings-kreet dienst te doen.
In elk geval echter zullen wij bii de ko
mende verkiezing over het defensie -waag
stuk nic-t zwijgenwe hebben te meer recht
er over tc spreken, nu onzerzijds een wel
overwogen, democratisch en goedkoop Ie-
gerstelsel is aanbevolen, nu wij, vrijzinnig-
democraten, hebben getoond, dat op mili
taire uitgaven kan worden bezuinigd, zon
der een de weerkracht van ons volk te kort
te doen.
Het komende jaar kan on» verrassingen
brengen, juist ten aanzien varv het defensie
waagstuk. Gedurende den oorlog hebben
wij de militairisten, die uit de gebeurtenis
sen de conclusie meenden te mogen trek
ken, dat er geen sprake kan zijn van ver
mindering van militaire lasten, op afstand
gehouden door te wijzen op de waarschijn
lijkheid, dat deze oorlog door de Entente
gevoerd als oorlog tegen den oorlog I
zou eindigen met internationale overeen
komsten ten gunste van beperking der be
wapening. Het scheen, alsof we èl te opti
mistisch waren geweest.
Maar nu is Harding gekomen met zijn
voorstel tot het houden van een congres,
om aart den drukkenden last van het mili-
tairisme een einde te maken. Den 11 No
vember a.s., 3 jaar na de beëindiging van
den wereldoorlog, zal de conferentie bijeen
komen.
Bij geen enkel ander vraagstuk spelen
de internationale verhoudingen zulk een
rol als bij het leger-vraarrstuk. Als Har-
dinig's plannen slagen, zullen ook in ons
land de militairisten een toontje lager moe
ten zingen en zullen de voorstanders van
een eenvoudig bewapend volksleger aan
kracht winnen.
Nu het militaire vraagstuk bij de a.s. ver
kiezingen stellig onderwerp van strijd zal
zijn, hebben wij, Vrijzinnig-democraten, een
reden te meer om den verkiezingsstrijd met
élan tegemoet te gaan.
Politiek Overzicht.
Het scheen, dat na een week vergaderen,
de Opperste Raad hoegenaamd niets zou
hebben bereiktin de Opper-Silezische
kwestie wist hij geen weg meer en aan
het einde van zijn raad verwees de rade-
looze Opperste Raad de aangelegenheid
naar den Volkenbond, waar representanten
dierzelfde krachtelooze Ententestaten te
eeniger tijd over het belangrijke vraagstuk
zullen beslissen. De Volkenbondsraad toch
bestaat uit vertegenwoordigers van Enge
land, Frankrijk, Italië en Japan, alsmede
van België, Brazilië, China en Spanje.
Het Grieksch-Turksche bloedige geschil,
ten aanzien waarvan de Volkenbond (meer
of minder, althans in de practijk, een du
plicaat van den Oppersten Raad), wanneer
hij een moreele macht van beteekenis was,
ten bate der menschheid prachtigen en
practischen arbeid behoorde te verrichten,
d. w. z. een einde maken aan dezen kleinen,
feilen oorlog na den Grooten Oorlog, stond
mede op de agenda van den Oppersten
Raad. Men herinnert zich het genomen be
sluit er zou een volkomen neutraliteit
worden betrachtalleen de particuliere
handel mocht op den ouden voet zijn zaakje
blijven voortzetten den oorlogvoerenden
voorzien van 't benoodigde materiaal f God
beter 't I
Om Rusland te redden uit zijn wreeden
nood, is men overgegaan" tot het benoemen
van een commissie. De hemel geve, dat
deze commissie geen commissie blij ft, om
dat in Oost-Europa niet kan worden ge
wacht geen dag cn geen nacht. Met den
uitersten spoed dient de internationale, niet-
geallieerde, commissie, tot welker stichting
door den Oppersten Raad is besloten en
waarvan de kern zal worden uitgemaakt
door de Entente-mogendheden, over te gaan
tot het inviteeren der andere mogendheden
en instellingen van liefdadigheid, orn een
hongerend volk niet de steenen der belofte,
maar de reëelste brooden te brengen.
Oostenrijk is voorloopig geholpen met
een resolutie waarin de Opperste Raad „uit
drukking geeft aan zijn volkomen vertrou
wen, dat de steun, waarop Oostenrijk wacht
binnen den kortst mogelijken tijd aan dat
land zal worden verleend." Ook hier post
de opmerking de daad heeft Oostenrijk
van noode, geen gewekte verwachtingen
het financiewezen wordt -niet gezond door
resoluties en de kortst mogelijke tijd mag
geen verkapte eeuwigheid zijn.
Deze kritiek is een weinig rauw, maar
wordt zij niet gewettigd door de foits et
gestes van den Conseil suprème Wij
zullen hem gaarne de eer geven, wanneer
deze hem toekomt en daarom is het een
genoegen vast te stellen, dat hij besloten
heeft de economische sancties op te heffen,
althans wanneer door Duitschland ultimo
Augustus één milliard mark zal zijn gestort.
Voor het oogenblik worden echter de mili
taire sancties gehandhaafd. Hieruit volgt
dus, dat Duitschland niet meer den last zal
hebben te dragen van de economische
strafmaatregelen, waartoe te Londen inder
tijd door den Oppersten Raad werd beslo
ten, wanneer het de bewuste som nog deze
maand betaalt. Der Deutsche bevatte nog
onlangs een bericht, waarin werd te ver
staan gegeven, dat de storting van vermeld
bedrag tegen 31 Aug. verzekerd was. Trou
wens de serieuse wijze, waarop het kabinet-
Wirth zich beijvert om de verplichtingen,
die het op zich nam, na te komen, moti
veerden alleszins den thans eindelijk geno
men maatregelde aankondiging van vele
nieuwe Duitsche belastingwetten wijst
voorts op den ernstigen wil der Duitsche
regeering, die er echter voor 't oogenblik
nog genoegen mee zal moeten nemen, dat
de bezetting van Dusseldorp, Duisburg en
Ruhrort wordt gehandhaafd.
Berichten.
Parijs, 13 Aug. (R.) De Oppeste Raad
heeft besloten de economische sancties op
te heffen, mits Duitschland zorgt het ver
schuldigde milliard gouden mark op 31 Aug.
te hebben betaald.
P a r ij s, 1 3 A u g. (H. R.) Na een krachtig
betoog van Rriand heeft de Opperste Raad
besloten de militaire sancties voorloopig nog
te handhaven.
P a r ij s, 13 Aug. (H. R.) Bij de bespre
king over de sancties in Duitschland ver
klaarde Curzon, dat deze veel geld kosten
en het nationale gevoel der Duitschers prik
kelen. Aan het slot van zijn rede verzocht
hij den Oppersten Raqd de geleidelijke op
heffing van de militaire sancties te over
wegen.
Briand zette daarop/uiteen, dat de Fron-
sche regêering geensains-tot in het onein
dige de militaire bezetting van Dusseldorp,
Ruhrort en Duisburg- wenscht te handhaven.
Hij wenscht zoo spoedig mogelijk de troe
pen uit die steden te kunnen terugtrekken
en zou reeds het initiatief hebben genomen
tot de terugtrekking, als de omstandigheden
dit hadden veroorloofd.
Briand rechtvaardigde de houding van de
Fransche regeering door te wijzen op den
toestand, waarin zij zich bevond en herin
nerde aan de omstandigheden, waarin men
tot de sancties besloten had op dat tijd
stip meenden de geallieerden, dat het ver
drag van Versailles nimmer, zonder dwang
van de zijde der geallieerden, door Duitsch- j
land zou worden nagekomen. Toen zij op 9
Maart jl. tot de sancties besloten, verklaar
den de geallieerden, dot deze maatregelen
niet zouden worden opgeheven, eerdat zij
zouden hebben geleid tot een bevredigende
regeling van de kwestie der schadeloosstel
ling ontwapening en bestraffing der oorlogs
misdadigers. De tekst van dit besluit werd
door Lloyd George persoonlijk gecorri
geerd.
Toen de geallieerden in Mei j.l. oordeel
den, dat Duitschland volhrr 'de en de beta
ling der schadeolosstelling bleef weigeren,
stelde Frankrijk voor de sancties uit te brei
den door de bezetting van het Roergebied.
De Duitsche openbare meening in haar ge
heel begrijpt nog niet, dat de oorlog door
de geallieerden gewonnen is. Om de beta
ling der schadeloosstelling te verkrijgen is
machtsvertoon noodzakelijk. De mobilisatie
van één Fransche lichting had onmiddellijk
uitwerking. Simons ging heen en werd ver
vangen door Wirth, die zich beijverde om
loyaal de verplichtingen van zijn regeering
na te komen.
Briand zeide verder, dat de energieke
houding van Frankrijk en zijn geallieerden
onmiddellijk een gunstig resultaat had op
geleverd. Volgens de meening der Fransche
regeering vormden de sancties geen doel en
wanneer alle resultaten, die ze in Maart jl.
motiveerden waren bereikt, zou Frankrijk
voorstellen de milPrire sancties, evenals de
economische, op te heffen. Als de politi3k
der Duitsche regeering in den laatsten tijd
gewijzigd scheen, was dat wellicht, omdat
Duitschland geloofde, dat tusschen de geal
lieerden niet meer dezelfde samenwerking
bestaat als op het oogenblik, dat tot de
sancties werd besloten en zij overeen kwa
men de bezetting van het Roer-bekken in
overweging te nemen, maar de geallieerde
regeeringen mogen niet vergeten, dat in
Duitschland een element van verzet aan
wezig is en dat de Duitschers binnen den
tijd van veertien dagen een 40,000 man
sterk leger hebben bijeengebracht, dat rij
kelijk voorzien was van wapenen en muni
tie. Het groote gevaar bestaat dus nog
steeds en het kabinet-Wirth kan door een
reactionnair kabinet worden vervangen.
Onder deze omstandigheden zou een voor
harige opheffing der sancties in plaats van
een verbetering der Fransch-Duitsche be
trekkingen, een verscherping daarvan ten
gevolge hebben. De geallieerde regeerin
gen zouden zich daardoor zelf ontwapenen
tegen den slechten wil van eventueele nieu-
we bewindvoerders in het Duitsche rijk.
Frankrijk koestert geen bijgedachten. Se
dert twee jaar wacht het Fransche volk op
de rechtvaardige vergoeding voor de scha
de, die de oorlog, door Duitschland uitg2'
lokt, haar toebracht. Frankrijk heeft de ge'
heele lichting gemobiliseerd, zonder er ge
bruik van te maken, maar het Fransche volk,
rustig en edelmoedig, zou niet kunnen be
grijpen, dat onmiddellijk nadat zijn juridi
sche vertegenwoordigers beleedigd worden
te Leipzig, de Duitsche regeering gedaan
zou krijgen, dat alle sanctiqs worden opge
heven. Daar echter de Duitsche regeering
in zekeren zin tracht haar verplichtingen
van Mei na te komen, stelt de Fransche re»
geering zelve voor de economische sanc
ties op te heffen, op de voorwaarden, dio
Loucheur aangaf. Wat betreft de opheffing
van de militaire sancties, daarvoor is de tijd
nog niet gekomen; die zal pas komen als
Duitschland zijn verplichtingen, voortvloei
ende uit de schadeloosstelling, nakomt en
den arbeid van de commissie, die de ont
wapening controleert, vergemakkelijkt. De
kwestie van de militaire sancties zou op do
eerstvolgende zitting van den Oppersten
Raad andermaal ter sprake gebracht kun
nen worden.
Berlijn, 13 Aug. (W. B.) Te Tarnowitz
drongen Vrijdag 83 man Pcolsche troepen
binnen, die bestemd waren voor de bescher
ming der grens. Zij wilden een optocht door
de s ad houden, maar (ie Bngelsohen belet
ten het. Dezen namen een gedeelte der
Polen gevangen. Burgers zoowel a's verte
genwoordigers van organisaties protesteer
den bij den d'istrictscon'.ToleuT tegen zulk
een grensbescherming. De Engelsche
djstrictscontroleur begaf zich met deputa
ties naar Oppeln om protest- aan te teeke
nen. Ook de Duische commissie te Tarno
witz protesteerde telegrafisch tegen het op
treden der Polen.
Ber 1 ij n, 13 Aug. (W. B.) Naar het Ber
liner Ta.geblatt uit Beuthen verneemt, is
Vrijdagavond het arb ei de-rslogement te
Hohenzollern Gru'be door Polen aangeval-
Ion, die imet geweren, (handgranaten en gumjj
mistokken gewapend waren. De bewoner®
werden mishandeld en moesten vluchten*
Het Hbl. heeft Zaterdagmorgen te bevocgJ
der plaatse in Berlijn inlichtingen intfêwonl
nen omtrent de meening, die men daar nan^
aanleiding van het besluit van den Opper*
sten Raad is toegedaan. Voor zoover dit boJ
sluit Duitschland betreft, kan men slechts)
twee punten ontdekken die het kunnen be
vredigen. Duitschlands rechtmatige aanspra
ken op Opper-SileriÖ worden door de ver
klaringen van de Britsche. Italioansche eiv
Japansche gedelegeerden zoo sterk beves
tigd, dat de rechtspositie voor de geheele
wereld than9 onomstootelijk ten gunste van
Duitschland vaststaat. Verder zal de behan
deling vu dc kwestie door den Volkenbond
het noocuakelijk maken, ook de partijen te
hooren. Er zal dus eindelijk ook een Duitsch'
vertegenwoordiger voor het forum van de
wereld worden gehoord, terwijl tot nu toe
Duitschland in het geheel niet werd ge«'
vraagd. Maar dat is dan ook alles. Als het
grootste nadeel van het besluit beschouwt
men het uitstel van de beslissing, en wel
een uitstel van vele maanden. Want men
gelooft niet, dot de raad van den Volken-
band zijn oordeel' zoo spoedig zal uitspre
ken. Er zal eerst een rapporteur worden be
noemd, die na vele weken van studie een
rapport zal uitbrengen om over dit rapport
zijn oordeel uit to spreken. Dan zal hij een
bgin maken met het proces en de partijen
dagvaarden en hooren, en eerst na langdu
rige studie zal hij zijn advies uitbrengen.
Men verwacht, dat dit alles vele maanden zal
duren.
Intusschen gaan de onkosten voor de ge
allieerde bezetting in Opper-Silezië door.
Daar de Entente-parlementen dc midde
len daarvoor nog niet hebben toegestaan,
vreest men dat er een middel gezocht zal
worden om die kosten door Duitschland to
doen betalen. Ook d-e toestond van spon
ning, die de industrie vernietigt, duurt intus
schen in Oppcr-SUezië voort.
Luxemburg, 12 Aug. (B. T. A.) Het
internationaal vredescongres heeft een reso
lutie aangenomen, waarin gezegd wordt, dat
het voor de opheffing van het recht tol oor
logvoeren noodzakelijk is dat het permanent
internationaal gerechtshof zich met elk con
flict zal kunnen bezig houden en er mede zal
worden belast een vreedzame en definitieve
oplossing er aan te geven. Ook was het
noodzakelijk, dat een internationaal wetboek
werd' opgesteld en ter goedkeuring aan de
volleen voorgelegd.
Het congres zal de aandacht der a.s. Vol-
keivbondsvergadering op een en ander ves
tigen en drong ann op de noodzakelijkheid
eener uitgebreide propaganda om aan den
Volkenbond een zoo democratisch mogelijk
karakter te geven. Ook werd opnieuw aan
gedrongen op een zoo democratisch mo .n-
Kjke wijze van verkiezing der gedelegeerden
ter Volkenbondsvergadering van alle landen.
Het congres herinnerde aön de beginselen,
die door de in België gehouden vergadering
waren uitgesproken en wilde, dat deze aan
het hoofd van het Volke'nbn'dsverdrag zou
den worden geplaatst als de grondbeginse
len, waarop de bond moet rusten, met norne
het onaantastbare zelfbeschikkingsrecht oer
volken.
Voorts verklaarde het congres zich voor
afschaffing van de doodstraf, terwijl het ver
zocht, met handhaving der vrijheid van druk
pers, het verspreiden van leugenberichten te
verhinderen door middel van de pers enf
openbare bijeenkomsten, lep einde daardoor
te voorkomen, dat de haat tusschen de vol
ken wordt aangewakkerd.
Bovendien wenschte h-et congres, dot de
Volkenbond volledig zal worden gemaakt
door de toelating van alle staten, dié er nog
geen deel van uitmaken, opdat de bond ur.i-
verseel zal worden. Ten slotte nam het con
gres nog een reskitie aan, waarin wordt
voorgesteld de oprichting van een perma
nente, internationale organisatie van dent
intellectueelen arbeid, terwijl wordt aang'>
Ben raadsel dat geen antwoord vraagt,
•blijft een raadsel evenzoogoed.
Naar het Engels oh van
JEFFERY FARNOL.
121
„Bij mijn ziel I" zei hij, terwijl hij mij weer
'door zijn monocie bekeek, „bij mijn ziel, je lijkt,
wal je gezicht betreft, duivelsch veel op mij I"
„Ja, duivelsch veel I" zei ik.
Hij keek mij scherp aan, en lachte.
„Mijn knecht, Parks heet de kerel," zei hij,
terwijl hij de gespoorde laars langs het aam
beeld liet slingeren, „heeft mij in de meening
gebracht, dat ik hier iemand zou vinden een
smidsknecht
„Je knecht heeft je don goed ingelicht," zei
ik, „waar kan ik je mee van dienst zijn
„Alle duivels I riep Sir Maurice, hoofdschud
dend „maar neen je bent, als ik 't wel heb,
wat anders als andere menschen, maar ik kan
me niet voorstellen dat je zoo iets wanhopigs
gedaan zoudt hebben om
„Smidsknecht te worden viel ik in.
„Juist I" 7
„Helaas, Sir Maurice, ik schaam mij je te
moeien zeggen, dat ik, liever dan een beginscl-
looze avonturier te worden, of een klaplooper
•n kruiper voor rijke familieleden en kennissen,
geroeend heb niet bang te moeten zijn om mijn
handen in eerlijken arbeid vuil te maken, cn
^aorom een vier of vijf mannden geleden smids-
iimcht ben creworden."
,,'t Is waarlijk om wanhopig te worden, wan
neer men ziet in welke diepte van ellende
Deugd iemand storten kan I Je bent een waar
monstei van deugd en eerlijkheid en rechtscha
penheid 1" riep Sir "Maurice„ik sta werkelijk
verstomd I Maar ik moet je toch eerlijk zeggen,
dat ik het alles behalve prettig vindt dat mijn
bloedeigen neef een smid
„Smidsknecht geworden is 1" viel ik in.
„Ja, waarachtig, een smidsknecht I Alle dui
vels I te denken, dat mijn neef zich heeft ver
laagd om te werken met hamer en zaag
„Niet met de zaag," verbeterde ik.
„Ook goed, met een beitel dan een Vibart,
die met hamer en beitel werkt de duivel mo
ge mij halen I 't Is allerberoerdst! En, als ik
het je zoo eens zeggen mug, het schijnt, dat het
jc met die hamers en beitels niet eens al te
best gaatniemand zal zeggen, dat je er floris
sant uitziet I"
„Waaide heer, mag ik je even opmerken, dot
ik nog veel werk te doen heb
„Toch een allemachtig interessante plaats
hiei," glimlachte hij, onverstoorbaar door zijn
monocle de smidse opnemend„Zoo warm
zoo verduiveld smerig, en vuil en vies
en je hebt hier nog een massa hoefijzers ook,
zie ik. Wil je wel gelooven, neef, dat ik vroeger
nooit heb opgelet, hoeveel gaatjes er in een
hoefijzer waren I Een mensch is toch nooit te
oud om wat te leeren I" Hij zweeg een oogen
blik om op de meest bevallige wijze een snuifje
te nemen uit een met diamanten omzette
doos Het is toch eigenlijk wonderlijk",
ging luj daarna voort, terwijl hij zijn vingers
zorgvuldig en voorzichtig met zijn zakdoekje
afstofte, „het is toch wel wonderlijk, dat wij, die
toch volle neven zijn, elkaar vroeger nooit heb
ben ontmoet en dat terwiil ik toch zooveel
van ie gehoord had I'!
„Och kom," zei ik, „hoe kun je zooveel ge
hoord hebben, over zoo'n onbeduidend en onbe?
teekenend persoon als ik ben
„O, wal dat betreft, ze vertelden me al van
mijn goeden neef Peter, toen ik nog maar een
dreumes van een jongen was I" Zei glimla
chend. „Neef Peter was de kaart, waarop ik
tusschen de ondiepten der kwajongenstreken
moest varen, om bij oom George in de gunst
te komen. Ja, waarachtig, ik heb veel over jc
gehoord, neef, van lieve, brave, welmeenende
familieleden en vrienden dat de duivel ze al
len moge halen I Die zongen allemaal een lof
lied op jou in mijn oor, 's morgens, 's middags
en 's avonds. En waarom? Alleen opdat ik je
zou overtreffen in deugd, leergierigheid, ver
stand en uiterlijk voorkomen, om zoo oom Ge
orge s gunst te winnen, en tegelijk daarmede
diens erfenis. Maar ik was een jonge duivel, die
ravotte met de stalknechts, terwijl jij een jong
engeltje was, dat vlijtig in zijn boeken studeer
de. Terwijl ik ondeugende streken zonder eind
uithaalde in Harrow, won jij het ecne fraaie
getuigenis na het- andere in Etontoen jij cum
laude haalde in Oxford, werd ik te Cambridge
weggejaagd. Geen wonder, dat ik den naam Pe
ter allerslechtst uitstaan kon en je zult me
overigens ook toe moeien geven, dat 't een
veiduiveld ordinaire naam is, die naar zoo iets
als visch riekt en dat ik me ergerde elke
keer, dat ik hem hoorde. Daarbij kwam, dat ik
zonder reef Peter erfgenaam van tienduizend
pond 's jaars zou zijnmaar die goede neef
Peter hield zooveel van oom George, en oom
George was zoo dol op neef Peter, dat Maurice
naar den duivel kon loopen I"
,Ik bied je mijn oprechte verontschuldiging
en deelneming aan," zei ik.
Niettemin ben ik vaak nieuwsgierig geweest
om dien neef Peter te ontmoeten, cn hpt is
bepaald verwonderlijk, dat dit nooit gebeurd is."
„Integendeel begon ik, maar zijn lach
deed mij plotseling zwijgen.
„O ja, natuurlijk I" zei hij, „onze wegen la
gen ver uiteen tot nu jij, een geleerde, het
moeilijk pad der wetenschap volgend; ik
allemachtig 1 een verschrikkelijk individu, een
mauve is sujet, iemand, die gemeden moest wor
den. dooi al wat eer- en deugdzaam was I En
toch, alles bij elkaur genomen, en achteraf be
schouwd, waarde neef, wanneeriemand je van
daag daar zoo ziet slaan dan moet iemand
toch wel. den indruk krijgen als van het bank
roet dei Deugd een droevig beeld van fat
soenlijk, eerlijk en deugdzaam leven, dat met
een fooi is afgescheept. Werkelijk, het is be
paald ontzettend te zien in welke diepte van
ellende dc deugd menschen m storten, die
overigens niet zoo dom zijn. e lieve, beste
brave en welmeenende familieleden en kennis
sen van mij moge dc duivel ze halen heb
ben zeker noch gehoord, dat terwijl de onver
beterlijke Maurice er maar op los bleef le~
yen, tot over de ooien in de schulden, maar
overigens algemeen geacht cn geëerd, zijn
waarde neef, het modelmensen Peter, zich ver
laagde tot hamer en zaag ik bedoel beitel
in een vieze, vuile plaats als dit hier. Wer
kelijk, ik moet zeggen, onze eerste ontmoeting
is ietwat dramatisch.
„Je vergist je, wanneer je meent, dut het
onze eerste ontmoeting iswij hebben elkaar al
eens viocger ontmoet en onder omstandighe
den, die misschen nog wat dramatischer wa
ren in een storm."
„Wat?" riep hij uit, „in een storm, neef?"
„Het woei en het regende hard, en hel was
erg donker."
„Donker, nerf
.Jvlaar ik zog je gelaat heel duideliik. ter
wijl je op je rug log, in het licht van dert
lantaarn van een voorrijder, en ik werd toer
getroffen door onze groote gelijkenis op cl»
kaai'. „Sir Maurice had zijn monocle weer vooi
zijn oog gebracht cn keek mij aandachtig aan
en glimlachtedoch hij vermocht niet de plot
selinge, hartstochtelijke trilling van zijn dunne
neusvleugels te verbergen, noch de boosaar
dige flikkering in zijn halfgeopende oogen. Mij
stond langzaam op en stapte naar de deur
toen hij terugkeerde lachte hij minzaam, doch
ook nu nog zug ik hoe zijn neusvleugels trilden
en zijn oogen schitterden.
„Zoo was iij dat?" mompelde hij. „W t
kon het iemand toch verduiveld raar in de
were id tegen loop en I Dat ik haar nu juist in
jouw armen moest jagen I En te bedenken dut
ik iou de rol van vrouwen-ridder moest laten
spelen I" Weer lachte hij, doch tegelijk brak de
dikke rijzweep in zijn hond in tweeën, als ccn
stroohaim. Lij keek naar de beide stukken, en
toen naar mij. „Jc ziet, dat ik vrij sterk n
mijn honden ben, neef," zei hij, hoofdschud
dend, „hoewel ik de laatste keer, toen wij -
kaai ontmoettennog niet sterk genoeg
was. Maar het was erg donker, zooais je zegt,
en ais ik geweten nnd, dol het de keel van mijn
waarden neef Peter was, die ik dichtkneep
misschien had ik don nóg wat vaster g ne
pen."
„Neef," zei ik, „ik geloof werkelijk niet, dut
je dat mogelijk was geweest."
„Ju," zei hij zuchtend, terwijl hij de gebro
ken zweep in een hoek slingerde, „Ja, je kunt
ook we', gelijk hebbenzie je, ik hield ja
voor een boerenpummel, die zich bemoeide me|
zaken, die hem niet aangingen
(Wordt vervolgd!.