AMÊRSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander
Fontein Schippers,
ST. EmiLIOM
ilijA. SGHOTERMAN Zn., ütr.str. 17. Tel. 145
S? FOTO-ARTIKELEN
BINNENLAND.
tr/?yQWü£fl\
l
V FEUILLETON.
Lanes dan spoten wen
xoe jaargang
No 55
Menbileerlngen- Kunsthandel- Behangertj en StoffeerderU
Langestraat 24. Tei. Int. 496. - AMERSFOORT.
Per flesch f 1.75, per anker ff 72-.
TWEEDE BLAD.
L. A. VAN RfJE k Co.
Prima Geëmailleerd Bad en
Geyser
ff 185.-.
A. VAM DE WEG. Langestraat 23.
Rflagaz.
D© Dom"
ZATERDAG na 1!L2 uur
worden GEEN bestellingen
meer aan huis bezorgd.
Magazijn „DE GOUDEN KLOK"
Jouden Trouw- en Verloringringen
ff Zaterdag
3 September 1921
zeer aan te bevelen
ORIGINEELE
Bordeaux, gewas 1917
Stalen-Generaal.
Nadere regeling ïan den
dienstplicht.
Aan de tweede nota van wijzigingen op het
Wetsontwerp tot nadere regeling van den dienst
plicht ontleenen wij nog het volgende
Het contingent.
Het voorstèl houdt in een verlaging van het
contingent van 23000 tot 19500 man. Behalve
deze 19500 man zal nog ingelijfd worden een
zeker getal manschappen ter goedmaking van
Ihet in het eerste dienstjaar op de lichtingsterkte
te lijden verlies. Laatstbedoeld getal wordt ge
schat op 2000, zoodat te rekenen valt op een
jaarlijksohe inlijving vein 21,500 jongemannen.
Deze lichtingsterkte zal, nu daaraan verbonden
wordt de maatregel om de dienstplichtigen ge
lijkwaardig te oefenen, gelegenheid geven bij
mobilisatie reeds dadelijk te kunnen beschikken
over een paraat veldleger van 72 infanterie ba
taljons en daarnevens over eveneens volledig
geoefende troepen van stelling- en territoriaal
gebruik, terwijl daarachter ook reeds dadeb'jk
aanwezig zijn geoefende troepen voor eerste
aanvulling en reserve, die nog naar behoefte uit
'de aanvuUingsreserve cn uit de in oorlogstijd ie
oefenen dienstplichtigen kunnen worden ver
strekt.
De verdeeling van de lichtingsterkte over de
onderscheidene wapens en korpsen is als volgt
gedachtzeemacht 1000 man, infanterie 13500;
wiclrijden 500; cavalerie 800; bereden artillerie
2130; vestingartillerie (met inbegrip van kust
en van luchtafweer-artillerie) 1500; genietroe
pen (met inbegrip van pontonniers en torpedis-
ten) 1100, hospitaalpersoneel 500, motordienst
90, intendancetroepen 240, luchtvaartdienst
140, totaal 21,500.
Voor de infanterie, de wielrijders, de onbe-
redenen der artillerie, de genietroepen (inbegre
pen pontonniers en torpedisten), de ziekendra
gers, de motor-afdeeling en de intendancelroe-
pcn zal met een eerste oefeningstijd van 5}<
maand kunnen worden volstaan, doordat de
oefvningsvoorwaarden zoo gunstig mogelijk zijn
gemaakt en van den beschikbaren tijd het meest
«mogelijke nut wordt getrokken.
Voor het verrichten van huishoudelijke dien
sten, waavan nadeel zou kunnen uitgaan voor
de opleiding, zullen uitsluitend burgercorveeörs
en alzoo voortaan geen militaire werkers worden
bestemd. Wel zullen hierdoor de overigens
zooveel mogelijk te beperken kosten voor bur
ger personeel stijgen, maar daartegenover staat
het groole voordeel, dat geen militairen worden
aangewezen vooi^diensten, welke met het ont-
-vangen van een opleiding als militair geen ver
band houden. Het vervallen van de militaire
werkerr opent voorts de mogelijkheid het con
tingent "te verminderen, wat in zijn gevolg me-
ïebrengjt, dat minder jongemannen aan de natio
nale voortbrenging worden onttrokken en dat
mede voor de kosten van het verblijf onder de
Wapenen en voor kostwinnersvergoedingen met
lagere bedragen kon worden volstaan.
Van bedoelde 514 maand worden de eerste
maanden besteed aan individueel© opleiding
■en oefeningen in klein verbahd. De verdere op
leiding die „vervolgoefening" zou kunnen hee-
ten geschiedt voor de infanterie, de wielrijders
èn de genietroepen in handgranaten, voor de
Vesting-artillerie op de forten.
Deze kampementen zullen doelmatig worden
Ingericht en voorzien worden van hetgeen noo-
tfig is om ze* tot een aantrekkelijke verblijf
plaats te maken.
Herhalingsoefeningen.
Het ligt in het voornemen de herhalings
oefeningen voor wat de infanterie en de wielrij
ders betreft, per divisie eenmaal in de twee jaar
te deen plaats hebben. Vier lichtingen kunnen
dan tegelijk onder de wapenen komen, waar
door een ook voor het houden van groote oefe
ningen doelmatige sterkte wordt bereikt.
De herhalingsoefeningen zullen in den regel
gehouden worden in de maand September. In
die maand zal dan mede gebruik kunnen wor
den gemaakt van de kampementen, die van
half Juli tot einde Augustus in gebruik waren
voor de vervolgoefeningen.
De regeling van de opkomst voor herhalings
oefeningen bij de overige wapens en dienstvak
ken zal in beginsel op soortgelijke wijze plaats
hebben.
De opleiding.
De opleiding tot verlofsofficier zal, gelijk
thans, plaats hebben aan de scholen voor ver
lofsofficieren. De scholen voor de cavalerie en
voor de bereden artillerie zullen worden over
gebracht naar Breda. Van de scholen voor ver
lofsofficieren der infanterie worden alleen ge
handhaafd die te Breda en te Amersfoort.
Nevens de herhalingsoefeningen zullen de ver
volgoefeningen een goede gelegenheid bieden
voor de verdere ontwikkeling van den verlofs
officier.
De opleiding tot onderofifcier zal bij de korp
sen met 5M-maandsche eerste oefeningstijd 9
maanden duren. Deze opleiding zal zoodanig ge
schieden, dat in het eerste dienstjaar 7 14 maand
wordt gediend en in het tweede Ï14 maand,
waardoor 't voordeel wordt verkregen, dat twee
periodes van vervolkoefeningen worden mede
gemaakt
De oorlogsorganisatic.
Omtrent de oorlogsorganisatie van de Land
macht wordt o.a. het volgende medegedeeld:
De artilleristische bewapening telt, in verge
lijking met de aanvankelijke voornemens, twee
maal zooveel lichte houwitsers. Nieuw zijn toe
gevoegd een aantal zware bommenwerpers en
artillerie voor de lichte brigade (verkenningsor
gaan).
Verdere afwijkingen.
Verdere afwijkingen betreffen
de toedeeling aan de infanterie van een mo
dern licht kanon in plaats van het voor dat
doel minder bruikbare kanon van 6 cM., en van
moderne lichte bommenwerpers, inplaast van de I
aanwezige, hetgeen met betrekkelijk geringe uit
gaven mogelijk is
de indeeling van de artillerie in divisie-artil
lerie, divisie-gToep-artillerie en leger-artillerie,
welke echelonneering een meer economisch ge
bruik en hooger rendement geeft (o.a. mogelijk
geworden door de groepeering der 8 divisiën in
4 divisiegroepen).
Aldus zullen per T000 man van het veldleger
ruim 6 vuurmonden aanwezig zijn tegen &14 vol
gens de aanvankelijke voornemens, waarbij ech
ter in aanmerking is te nemen, dat geen artil
leriebewapening was uitgetrokken voor de 36
reserve-bataljons van het veldleger, zoodat
slechts over 4 14 kanon per 1000 man beschikt
zou kunnen worden.
Het wordt mogelijk geacht de kosten voor de
noodig geachte versterking der bewapening, on
danks de belangrijke uitbreiding, slechts weinig
hooger te doen worden dan het bedrag, genoemd
in het overzicht, ter griffie van de Kamer ne-
•dergelcgd, door de eerste uitrusting met munitie
binnen lagere grenzen te houden don aanvan
kelijk was voorgenomen. In aanmerking is ge
nomen, dat indien het nieuw aan te schaffen
materieel zooals in de bedoeling ligt groo-
tendeels hier te lande wordt vervaardigd, de hier
bij betrokken fabrieken in stuat zullen blijven om
in oorlogstijd in de aanvulling van munitie te
voorzien.
Dat op deze wijze aanmerkelijk bezuinigd kan
worden, volgt uit de verhouding, waarin de kos
ten der munitie tot de totale kosten staan. Zoo
kost die munitie der lange kanonnen van 10
cM. bij een eerste uitrusting van 4000 schoten
per vuurmond ongeveer van de totale kosten
dezer artillerie.
Het ligt in het voornemen weldra de instel
ling van een bewapeningsfonds voor te stellen,
ter verzekering van een behoorlijke en spoedige
bewapening van het leger.
De 24 reserve-regimenten infanterie worden
deels bestemd voor Stelling en territoriolen
dienst en blijven deels beschikbaar als algemee-
ne reserve.
De vredesorganisatie bepaalt zich tot de voor
de mobilisatie-voorbereiding onontbeerlijke sta
ven en de school (ocfenings) eenheden.
Ten behoeve van de recrutecring zal het Rijk
worden verdeeld in 24 districten.
De vredeseenheden zullen zoodanig worden
geëncadreerd, dat de'mobilisatie-voorbereidin
gen en de goede opleiding der dienstplichtigen
gewaarborgd blijven. In verhouding tot thans zal
het beroepspersoneel echter zeer aanzienlijk wor
den ingekrompen. Een regeling zal worden ont
worpen voor de afvloeiing van het overcom
plete personeel. Omtrent deze regeling zal met
de orgonisaties van het personeel overleg wor
den gepleegd.
In een bij deze toelichting gevoegde schets
is een overzicht gegeven van de wijze, waarop
uit de vredesorganisatie wordt overgegaan in
de oorlogsorganisatie.
Bezuiniging zal in hoofdzaak worden verkre
gen door
a. Beperking van het aantal mandagen. Het
vroegere en het thans voorgedragen stelsel wij
zen geheel doorgevoerd, een totaal verschil aan
van 980,000 mandagen in het voordeel van
het nieuwe voorstel, vertegenwoordigende een
geldelijk bedrog van bijna 2 millioen gulden.
Voor het dienstjaar T922 zal hel voordeclig
verschil iets minder zijn, omstreeks 850.000
mandagen in geldswaarde uitgedrukt f 1,750000.
b. Inkrimping van het beroepspersoneel. Een
maal doorgevoerd, zal de hierdoor te verkrij
gen bezuiniging een jaarlijksche besparing van
ten minste 5 millioen gulden geven.
c. Vermindering der cavalerie, waardoor jaar
lijks circa 3K millioen kan worden bespaard.
d. Inkrimping van de aantallen paarden bij de
artillerie.
Inperking van het aantal garnizoenen (bij
zondere belangen van sommige gemeenten bij
behoud van garnizoen zullen moeten achterstaan
bij het algemeen belang).
f. Vei eenvoudigd legerbeheer door opheffing
van niet strikt onmisbare declen.
Uit de Pers.
Het gewijzigde dienstplicht-ontwerp
De Tij-d (r.'fc.) schrijft hierover:
„Een diepgaande studie van deze voor
stellen is noodig om na te gaan de geheele
draagkracht, de volle beteekenis voor onze
nationale verdediging van de voorgenomen
legerorganisatie. Maar, na de opsomming
van de hoofdpunten, zal een ieder 't met
ons eens zijn om te zeggende eerste in
druk is uitstekend!
En toch zullen ook deze voorstellen on
getwijfeld aanleiding geven tot felle cri-
tiek. Het geheel droogt te sterk het karak
ter van een zij het dan ook mooi-ingn-
kleed compromis, om velen geestdriftig
te stemmen. De voorstanders van een sterk
leger zullen, evenals de ontwapenings-1
propagandisten, betoogen, dat wij er op
achteruitgaan. De eersten zullen volhoa- j
den, dat de legersterkte wordt verzwakt,
omdat, in vergelijking met de huidige Mi-
tiewet-Colijn, het contingent met 1500
man vermindert en de diensttijd van Q14 i
op 5 14 maand wordt g'ebracht. En de so
ciaal-democraten zullen te keer gaan tegen
de „reactie", tegen het „militarisme" der
Regeering, omdat -het tijdelijk op 13,000
man verminderde contingent opgevoerd en
nieuw urtillerie-matcriaal wordt aange
kocht.
Aan deze laatste critick behoeft niemand
zich te storen. Sedert de S. D. A. P. de
demagogische leuze voor onmiddellijke,
algehecle ontwapening in haar programma
heeft geschreven, een leuze, waarvan de
heer Schaper moet toegeven, dat hij haar
als Minister niet zou kunnen toepassen,
heeft de partij van mr. Troelstra alle
recht tot critick in dit opzicht verloren.
Zoolang de hecren sociaal-democraten,
die zoo prat gaan op de anti-militaristische
mocht hunner interna t ionaal-georgani
seerde vak-organisaties, niet eens genoeg
invloed hebben om de medewerking hun
ner portijgenooten in België aan een vijf
maal sterkere legerorganisatie te doen op
houden, kan el him geschreeuw tegen de
meer don gematigde organisatie in Neder
land niet ou sérieux worden genomen.
Wanneer België, met de medewerking
van socialistische ministers, elk jaar hon
derdduizend mon voor tien, twaalf en der
tien maanden onder de wapenen roept,
waarvan 19,964 onderofficieren, die geza
menlijk over honderden vuurmonden, tanks
en vlicgmaterieel beschikken, kunnen de
Hollandsche sociaal-democraten waarlijk
over deze plannen onzer Christelijke Re
geering moeilijk zich beklagen.
Door deze voorstellen in te dienen, heeft
onze Regeering nogmaals het bewijs ge
leverd, dot zij, hoezeer het belang der na
tionale verdediging al de Christelijke par
tijen ter harte gaat, ernstig streeft naar de
beloofde beperking der persoonlijke en fi-
noncieelc lasten van den militairen dienst.
%vc-ü* door 21.000 arisen erkend I
aio tiet ceste versterkingsmiddel .J
voor Teinuwon on Lichaam.
LAMGESTRAAT 79 - TEL. 291
XX
APDKRI,I.\G SANITAIR
Berichten.
Een Noorsch l>lnd over de Koningin
De aankomst van H. M. Koningin Wilhel-
mina, Prinses Juliana en gevolg in Anndals-
nes heeft het Noorsche blad „Romsdal" ge
ïnspireerd tot eenige beschouwingen, welke
de Msb. curiositeitshalve ongeveer woordelijk
vertaald weergeeft
„Het is juist niet onze koningsgezindheid,
die ons ertoe drijft iets te schrijven over Ne
derland, in haar land zoo hooggeacht staats
hoofd, Koningin Wilhelmiria. H. M. landde
met haar dochtertje en gevolg. Dinsdag te
Aandalsnes en de geheele stoet maakte in
rijtuigen een tocht door het dal. Men is er
hier niet zeker van, of de Prins er ook bij
was. Er waren verscheidene heeren in het
gevolg. De heer, die de leiding had. noemde
zich kapitein. De PTins kon ook wel kapi
tein in het Hollandsche leger zijn. Deze ka
pitein reed alleen voorop in een rijtuig, daar
achter de Koningin met dochter in een twee
de, vervolgens het overige gevolg in drie rij
tuigen. Natuurlijk had ieder paard zijn voer
man. Bij het vertrek waren slechts weinig
menschen aanwezig. Maar bij de terugkomst
was er een massa volk bijeengekomen om
de Koningin te bekijken. En ze kregen een
tamelijk groote, niet oude, gezette dame te
zien, met een gevuld en tamelijk germaansch
uiterlijk. De dochter leek op de moeder. De
Koningin maakte den indruk van gezond en
krachtig te zijn.
Hetgeen ons trof bij het beschouwen van
deze zeer hoogstaande dame, waren haar
eenvoudige, natuurlijke bewegingen en klee
ding, zij leed niet aan grootdoenerij. Zij
scheen ook geheel vrij en gelukkig te zijn.
Zij was geen modedame. Haar kleeding was
eenvoudig gewone zijde zonder kunstige
plooitjes en tierlantijntjes. Zij had onder
haar schoenen lage breede hakken. Haar
hoed was kaal zonder veeren. En gemakke
lijk stapte zij in den wagen. Zii was kortweg
een voordbeeld tor navolging voor onze Noor
sche dames van heel wat minder afkomst.
Het zou werkelijk nuttig voor Noorwegens
dames zijn, als ons land bezoek gehad had
van veel zulke koninginnen. Om deze rede
nen waren wij zoo vrij deze hooggeplaatste
persoon nader te bespreken. En dat is de
vrouw, die van Europa de opdracht gekre
gen heeft om de bewakingspapieren te on
derteekenen betreffende Keizer Wilhelm en
den gewezen Duitschen Kroonprins, die zich
Maison VAN EIMEREN.
Contour Postlclieur Coltfciiae
WIJEKSSTRAAT I I. - Tel. 205
Hoogst Moderne Salons voor
DANCES en HEEREN - Manicure
Magazijn van Parfuinurioën on
Toilot-Artikolen.
BADINRICHTING
Varkensmarkt
- Amersfoort
Speciale af«9eeling
J. J. v. HAMERSVELD
Hoofdagent ..Anistel"-bisran.
beiden op Hollandsch grondgebied ophou
den."
Aan dit met dubbele tusschenruimte tus-
schen de regels gedrukte hoofdartikel volgt
verderop in de courant nog het volgende
supplement
„Het kan heel goed het geval zijn, dot do
kapitein, die als haar begeleider optrad, de
officieele adjudant van de Koningin .was, en
dot haar gemaal, de Prins, een minder op
vallende plaats innam tusschen de overige
heeren van het gevolg, omdat het de per
soon van de Koningin is, die Hollands staats
hoofd is en niet haar gemaal, die slechts
prins genoemd wordt. De dochter van de Ko
ningin is kroonprinses en ingevolge Hol
lands grondwet aan de kroon verbonden,
evenals hare moeder de Koningin. Daarom
zat de kroonprinses naast de koningin.
De liiternsailonatl© Hxinncleclc en
economische loMtfuul.
Een rapport van prof. mr. Trcul*
Zooals reeds in de verslagen over de Inter*
parlementaire Conferentie tc Stockholm is ver*
meld, heeft prof. mr. M. W. F. Treub aldaar een
rapport uitgebracht over den internationalen
financieelen en economischen toestand. De rap
porteur had zijn betoog in 11 stellingen samen
gevat, welke luiden als volgt
I. Opdnt Europa zich zal kunnen opheffen
uit den staat van economische uitputting, waar
in het door don oorlog is gebracht, is het van
Een dag, dat men niet gelachen heeft,
és verloren.
LANGESTRAAT 43 - AMERSFOORT
Eet a.Zres «oor:
De Juiste modellen
WILLEM GROENHUIZEN
Naar het Emgelsch van
JEFFERY FARNOL.
136
„Be moet u gelukwenschen, Sir Peter," begon
Lij, „niet alleen met uw pas gesloten huwelijk
er. vermeerdering van fortuin maar ook met het
feit, dat hmdat het onaangename, in
Jerband met een zekeren Peter Smith en het
ongelukkig uiteinde van uw neef volkomen is
opgeheven door een geschreven bekentenis van
Jen moordenaar, mij eenige dagen geleden
overhandigd door Lady Sophia
„Een geschreven bekentenis.... en zij heeft
die gebracht
5 „Aan één stuk doorgereden te paard von Ton-
bridge naar hier I" knikte Sir Richard.
A „Hat schijnt," ging mijnheer Grainger voort,
„dat die.... hmdie man, John Strickland
•genaamd, verblijf hield bij een zekeren prediker,
«an wien hij, in tegenwoordigheid van Lady
(Vibart, zijn misdaad bekende, en -dat hij bereid
flvag een schrifteliika.^orklarincr hiAcomtrent afte
leggen. Het schijnt ook, dat de man, ziek als hij
was, wegging van de hut van den prediker, en
ergens op den weg gevonden is en nu op ster
ven ligt in de gevangenis te Maidstone."
Toevallig viel mijn blik door het raam, waar
ik een groom zag, die een paard heen en weer
liet stappen voor het huis en de groom was
Adam, en het paard mijn Wings.
Ik opendo het raam, en naar buiten leunend,
riep ik een naam. Bij het hooren van mijn stem
glimlachte de man en sloeg aan, en de merrie
hield plotseling op met het krabben met den
voorpoot en kauwen op het gebit, en keerde een
paar groote, zachte oogen naar mij toe, snoof
in de lucht en hinnekte. Toen sprong ik door het
raam naar buiten, liep de tTappen van het ter
ras af, en zoo zagen Wings en ik elkander terug,
„Ze is uitstekend in orde, Sir," zei Adam
trotsch„Sir Richard kocht haar
„Voor een prikje I" voegde de baron er aan
toe, die die mij met mijnheer Grainger was ge
volgd, om mij goeden dag te zeggen.''
„Ik kreeg haar waarlijk heel goedkoop," zei
hij, zijn vuisten diep in zijn zakken stekend, en
met gefronsd gelaat mijn dank afwerend. Maar
toen ik mij zelf in het zadel had geworpen, kwam
hij naar mij toe en legde zijn hand op mijn knie
„Ga jehaar zoeken, Peter
„Ja sir."
„En weet jewaar je zoeken moet
„Ik geloof het wel
„Want, als je het niet weetdan kan ik mis
schien
„Ik ga naar een hutje ergens," zei ik half vra
gend.
„Ga dan mijn jongende merrie is een en
al Llijdgchapdag Peter wat maak je dat
grimpadjongen!" Hij
stak den'arm int en greep mijn hand heel stevig
en keek me strak aan, ofschoon de tranen hem
in de oogen stonden. „Ik heb je altijd zulk een
vaderlijk gevoel toesredracren. Peter..,, en....
zul jé den eenzamen ouden man niet vergeten
kom me zoo nu en dan eens opzoeken.jullie al
lebei. want het is hier soms duivelsch eenzaam
en verduiveldVaarwel beste jongen."
Toen keerde hij zich om, en ging de treden op
van het terras en verdween in zijn groot, een
zaam huis.
„O Wings I met je slanke, bevallige lijf en on
vermoeide kracht, als je vroeger ooit gegallop-
peerd hebt, doe dan vandaag je best I Vertreed
met je snelle hoeven het stof van den weg, rek
je fraaien Arabischen nek, draag mij fier van
daag, want o Wings, nooit weer zullen jij en ik
een dag beleven als deze I"
Pijlsnel vlogen we voort, den wind voor, het
stof achter, langs herbergen waarvoor mannen
in kielen diepzinnige gesprekken stonden te hou
den en zich omkeerden om ons na te kijken
voorbij lachende velden en schaduwrijke bosch-
jesvoorbij eenzame huisjes en groene dorpjes
door Sevenoaks en Tonbridge, zonder stilhou
den; den Pembry-heuvel op, en weer af, zoo
licht, zoo gemakkelijk galoppeercnd over den
harden, bekenden weg; en zoo, tegen het vallen
van den avond, bereikte ik Sissinghurst.
Sissinghurst is een droomcrig, stil plaatsje,
want de weinige huisjes en ook de herberg, zijn
zeer oud, en hooge leeftijd stemt tot droomen.
Maar als de zon laag gedaald is, en de schadu
wen langer worden, als de oude herberg met
slaperige oogen blikt naar de huisjes, en die
slaperig terugzien naar den herberg, dan is het
of zij oude vrienden zijn; als de koeien in de
verte bij heggen en hekken staan loeien; als de
bellen der schapen zachtkens klingelen; als de
vermoeide arbeider, schrijlings op zijn moe
paard gezeten, naar huis rijdt, met elke doffen
hoefslag slaperig het hoofd knikkend, het alleen
even opheffend om de voorbijgangers een slape
rig „goedenavond" te wenschen, wie kan dan dc
droomerice bekoring van het dorDie weerstaan
behalve don de „Stier" alleen, in hoogc min
achting snuivend neerziend op alles beneden
hem, met rollende oogen, gebogen horens
en stijve staartl
Doch terwijl ik voortschreed, en keek naar
het vallen van den avond om mij, klonk zacht
en helder het vroolijk geklingldang van hamer
en aanbeeld, en het paard zijwaarts wendend
naar de smidse hield ik stil, en het hoofd buk
kend, keek ik door de deur naar binnen.
„George", zei ik, „ken je me niet?"
„Hè Peter stamelde hij, maar
zweeg toen plotseling.
„Heb je geen groet voor me, George?"
„Ja ja ik heb gehoord dot je vrij
was, Peter, en ik was zoo blij zoo blij,
omdat jij de man was waar ik van houden
kon en ik wachtte ik heb aldoor
gewacht of je terug zou komen. Maar nu
je bent zoo veranderd, zoo prachtig en rijk ge
kleed en ik ben heclemaal zwart van het
roet je bent mijn Peter niet meer
„Zeg dat niet, George, zeg dat niet
riep ik, en uit het zadel springend, wilde ik zijn
hand grijpen, maar hij trok ze terug.
„Je bent zoo prachtig en rijk gekleed, Peter,
en ik zit vol roet van het vuur I" herhaalde hij.
„Ik wil liever eerst mijn handen V.asschen."
„O, Zwarte George," zei ik, „beste George!"
„Ben je nu rijk, Peter?"
„Ja, dat geloof ik wel."
„Een edelman met paarden en huizen cn be
dienden
„Nu wat zou dat
„Ik wil liever eerst mijn handen gaan
wasschen, als het je niet kan schelen, Poter."
„George," zei ik, „wees niet dwaas I" En ter
wijl we zoo tegenover elkander in de deurope
ning stonden, hoordq ik een lichten tred achter
mij op den weg, en mij omwendend, zag ik
Prudence staan*
„O Prue, George is bang voor mijn kleere..,
en wil me geen hond gevert I" Een oogenblik
aarzelde ze, cn keek van den een naar den an
der, maar toen plotseling, een weinig,
lachend cn blozend, boog ze zich naar voren en
kuste mij.
„Maar George," zei ze, nog altijd blozend,
„v/at ben je dwaas I Mijnheer Peter was toch in
zijn leeren schootsvel dezelfde als in zijn mooie
jas. George, wat ben je dwaasToen gaf
de trotsche George mij de hand, ruw en vuil als
ze was, zich verheugend omdat ik zoo rijk was,
en het toch betreurend dat nu mijn tijd ols smid
voorbij was.
„Niet waar. Peter, als twee mannen samen
gewerkt hebben, samen verdriet hebben
gehad samen hebben gevochten en elkaar,
hebben neergebeukt zooals jij en ik.
dan is het niet zoo gemakkelijk „vaarwel" t»
zeggen daarom als je ons moet ver
laten laat het dan geen „vaarwel" zijn
„Neen George, voor ons zal cr geen „vaar
wel" bestaan, en ik zal terugkomen spoe
dig I Neem tot zoolang mijn merrie onder id
hoede, laat haar wat rusten cn brinken en eteiV
cr. nu goeden nacht, goeden nochi i
Teen schudde ik beiden dc handen, keerde mij
liaastig om, en ging heen, naar de hut in de
vallei.
Er was geen maan, doch dc hemel schitterde
van sterren, en terwijl ik voor diep, sloeg ik
meerdere malen mijn blikken omhoog, naar „de
v/onderen van de hemelen," en ik vroeg mij af,
welke ster van Charmian cn welke de mijne zijn
zcu.
Bij de vallei gekomen, bleef ik even staan cn
keek om mij heen, zooals ik altijd deed, vóór
ik het donkere pad af ginghet was er thans
zeer donker en een kille wind ritselde door do
bladeren, zoodat ik huiverde, cn mii voor dt