borstelwerk, Sponsen en Zeemen
AMERSFOORTSCH DAGBLAD ,,DE eemlander"
Fontein Schippers.
st. EroaiiQN
bil 1.1SCHOTEIMAN Zn., Itr.ttr. 17. Til. 14!
Eigengemaekie Kinderhleeding.
Het zonnetje van 't
FEUILLETON.
Meubileerlngen- Kunsthandel- Behangerij en Stoffeerderii
Harte!
m m
Korte Gracht 6
Per flesch f 1.75, per anker f 72--
TWEEDE BLAD.
BUITENLAND.
WAIN! DE WEG. Langestraat 23.
Tiaagaz. „Dé Dom"
zijn JE
SOe Jaargang
No «7
Zaterdag
17 September 1921
Langestraat 24. Tel. Int. 496. - AMERSFOORT.
(Regenmantels
Wol en Flanel Blouses.
ORIGINEELE
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1917
De vrijzinnige partijen.
Sinds in den politieken strijd meer en
Itveer sociale en oeconomisdie vraagstuk
ken op den voorgrond traden, was de een
heid van elk der politieke partijen, links en
rechts, in gevaar gekomen.
Geen wonder, de politieke partijen wa
ren ontstaan uit de behoefte van hare leden
in samenwerking kracht te zoeken bij die op
lossing van de politieke vraagstukken. De
meeste van deze politieke vraagstukken wa
ren sinds lang- opgelost, andere, sociale en
oeconomische problemen vroegen om eene
oplossing.
De mensch, ook de partijanensch, is
rijn hart conservatief e»n het kostte jaren en
jaren tijd om hen, die in eene partij ver-
eenigd waren, tot het inzicht te brengen, dat
ze feitelijk niet bij elkaar behoorden, dat
uitééngaan noodzakelijk was geworden.
Niet iedereen weet, dat partij-vorming geen
doel is, maar middel, middel n.l. voor ge
lijkgezinden om op grond van gem eenschap-
->e'ijke beginselen bepaalde maatregelen tot
stand te brengen. Men blijft graag „trouw
aan zijn partij".
Bn zoo kwam en komt de zoo broodnoo*
dige nieuwe partijvorming en partijgroe-
peering slechts uiterst langzaam tot stand.
Het uiteenvallen van de anti-revolutio
naire partij in volgelingen van Kuyper en
van Löhman mocht schijnbaar vooral een
re'igieuse ondergrond hebben, inderdaad
werkte hierbij de nieuwe antithese krachtig
mede. De conservatieven wilden de toén
nog democratische leiding van Kuyper niet
er volgen.
in het vrijzinnig kamp is de partijband al
tijd losser geweest dan ter Rechterzijde. Er
was al lang een groep liberalen, die de Li
berale Unie te rood vonden, maar deze
groep was niet krachtig georganiseerd. Ve
en van deze conservatief-liberalen bleven
n de Unie hangen. Zoo moest de Unie de
conservatieven te veel in het gevlei komen
en dit veroorzaakte in 19CV1 de ontbinding
van de vrijzinnig-democraten. Een poos
daarna kwam de Bond van Vrije Liberalen
to* stand.
Ook in het katholieke kamp heeft een
streven naar splitsing in democraten en con
servatieven bestaan, reeds ten tijde van
Schaepman, maar de kerkelijke discipline
heeft de eenheid van de Roomsch-Katholie-
ke partij tot nu toe weten te bewaren.
De wijzigingen waren, bij den noodwendi-
gen gang van zaken, er het slechtst afgeko
rven. In plaats van in twee partijen, demo-
cru een en conservatieven, waren ze in drie
partij-en gesplitst, waarvan de middelste, de
Liberale Unie, steunende op haar naam, in
haar beleid altijd weer poogde de eenheid
in de vrijzinnige gelederen te herstellen,
wat natuurlijk moest mishikken.Wel werkten
de vrijzinnigen in 1905 en in 1913 samen
ter afwering van het gemeenschappelijk ge
vaar, maar van herstel van de ééne groote
liberale partij wilden nóch de Vrije Libera
len, noch de Vrijzinnig-Democraten weten.
Toch begreep men, dat het voortbestaan
van drie vrijzinnige partijen ongewenscht
was en zoo werd bij herhaling aangedron
gen op eene zoodanige verandering Links,
dat er slechts twee vrijzinnige partijen,
eene conservatieve en eene democratische,
zouden blijven bestaan. Wij zelf hebben
in een ander orgaan indertijd aanbe
volen over te gaan tot ontbinding van alle
drie de bestaande vrijzinnige partijen, maar
de Liberale Unie-menschen wilden dat niet,
omdat zij begrepen, dat de Vrije Liberalen
zoowel als de Vrijzinnig-democraten weer in
eigen kring zouden samenkomen, terwijl de
Unie hare leden zou zien verdeeld over de
beide, uit natuurlijke oorzaak blijvende
partijen.
Toen kwarh de Evenredige Vertegen
woordiging en met haar de niet-politieke
groepen, die vooral uit het liberale kamp
kiezers trokken. Er kwamen feitelijk eenige
liberale partijen bijde middenstandspartij,
die Economische Bond, en nog meer.
Van het groote aantal liberale zetels ging
een groot deel verloren en nu begrepen de
leid-ers der liberale partijen, dat er iets an
ders moest worden gedaan.
Men begon dus met een poging om alle
vrijzinnigen te vereenigen; men trok er een
democratische jas bij aan, maar wij, Vrij-
zin-nig-democatenvlogen er niet in. De
overige vrijzinnigen vormden den Vrijheids
bond.
Natuurlijk wilden die leden van den Vrij
heidsbond, die vroeger Unie-Liberaal waren
geweest, niet erkennen, dat de nieuwe vrij
zinnige partij eene zuiver conservatieve
was of anders zou word-en.
Intusscben kregen Treub en Dresselhiris
dé leidingde laatste was een der voorman
nen van de Vrije Liberale geweest en men
wist dus wat men aan hem had. Maar Treub
dan, de vroegere radicaal, de vroegere Vrij
zinnig-democraat
Reeds van de oprichting van den Econo
misch en Bond af wras het duidelijk, dat
Treub's oeconomie vooral geridht zou zijn
op steviging van de positie der groot-kapi
talisten. En thans, nu Treub de politiek ver
laat om het belang der Indische geldmag
naten te dienen (natuurlijk op een hooger
planl), nu zal men wel inzien, dat wij niet
te veel hebben gezegd, toen we bij de op
richting van den Vrijheidsbond dezen als
de conservatief-liberale partij hebben aan
gewezen.
Een aantal vrijzinnigen weet nu een po
litiek tehuis, n.l. zij, die onlangs niet mee
hebben willen doen aan de oprichting van
den Vrijheidsbond, benevens zij, die thans
eerst inzien, dat deze vrijzinnige partij bij
uitsluiting conservatief is en die haar dus
hebben verlaten of w'illen verlaten. N
Prof. Heeres, een der vroegere leiders
van de Liberale Unie, blaast voor deze wilde
vrijzinnigen verzamelen. Hij zou wel met hen
in onzen Vrijzinnig-democratischen Bond
willen komen, maar hij heeft tegen dezen
stap een ongeformuleerden weerzin, voor
welke hij tevergeefs om eenige argumen
ten zoekt. Hij ziet de noodzakelijkheid van
vereeniging van alle democratische vrijzin
nigen in, maar hij aarzelt nog.
Voor hem, die eenig inzicht Ln de verhou
dingen heeft, is inmiddels reeds duidelijk
wat gaat gebeuren. Of Prof. Heeres besluit
de zijnen op te roepen tot aansluiting bij
den V.-D. B. óf hij zal pogen met hen een
nieuwe partij te stichten. Dit laatste is bij
voorbaat tot mislukking gedoemd. Gaat hij
dus dezen weg, dan zal, indirect, de veree
niging van de democraten onder de vrijzin
nigen tóch gebeuren.
Zoo zal eindelijk, na een te langen tijd
van onjuist ageeren en van spelen met de
belangen van de vrijzinnigen, de hergioe-
peering van de vrijzinnigen in twee partijen
een feit worden.
En zoo wordt eindelijk het pad verbreed,
dat leidt naar de vervanging van de theo
logische antithse, naar de gezonde poëti-
sohe scheiding tusschen democraten en con
servatisme.
Wij ontvanoen de Mei-Juni-aflevering
(le Jaargang) n Die Gegenrechnung, dat
zich een maai :.d voor waarheid en recht
noemt. Het doel van de periodiek kan men
leeren kennen uit een op de kaft afgedruk-
ten oproep aan de Duitsche pers, waarvan
de twee eerste alinea's luiden
„De schuld van Duitschland aan den oor
log is in 231 van 't vredesverdrag vast
gelegd en het erkennen dezer schuld is on
ze regeering afgeperst.
Thans bezitten wij een enorm materiaal,
dat ontegensprekelijk aantoont, dat Duitsch
land geen schuld aan den oorlog draagt en
daarom is het onze zedelijke plicht dit ma
teriaal openbaar te maken".
Het ons toegezonden dubbele no. bevat
een ruim twintigtal L_bijdragen. Eén dier ar
tikelen geven wij te dezer plaatse weer
het is geschreven door Woebimger en geti
teld „Uber Militarismus". Achtereenvolgens
worden het Duitsche en het Fransche militai
risme behandeld. Schrijver begint met op
te merken dat, daar de Ententemogendhe-
den er tegenover hun volkeren groot be
lang bij hadden wijl zij zelf wisten de
schuld te zijn van het uitbreken van den
wereldoorlog zij in het Duitsche kamp
een zondebok als veroorzaker van den oor
log moesten opschommelen. En daar men,
aldus schrijver, in verband met het feit, dat
men nog niet wist hoe de oorlog zou af-
loopen den Duitschen keizer nog. niet als
zoodanig durfde qualificeeren, werd hèt
Duitsche militarisme tot gevleugeld Sc'hlag-
wort gestempeld en als de oorzaak van den
oorlog voorgesteld. Het artikel vervolgt
dan:
„Onder militarisme verstaat men in con-
crlianter zin bevordering en begunstiging
van den soldatenstand, in radicaler zin over-
heersohing hiervan en soldatenheerschap
pijen ronduit
Het is juist, dat Pruisen's koningen, tc be
ginnen met Frederik I, don soldatenkoning
van alle zijd-en door vijanden waren om
ringd, van oudsher erop waren bedacht de
zen door de vorming van een first class le
ger, uit dc beste elementen bestaande, effec
tief het hoofd te biedenzij hadden tegen
over dit leger een beschermende, ja zelfs
familiare houding aangenomen. Frederik II
noemde uitdrukkelijk de officieren ven zijn
leger steunpilaren van den troon, begiftigde
hen met rijke latifundia en stelde hen op
één lij<n met den adel.
Dezelfde verhouding bleef ook bestaan na
de "bevrijdingsoorlogen en toen met de In
voering van den a-lgemeenen dienstplicht
het nog slechts nominaal koninklijke leger
in werkelijkheid een volksleger was gewor
den, bleven de officieren als opvoeders, on
derwijzers en leiders der Pruisische jeugd
voor den vijand typische dragers van 't mi
litarisme. In weerwil van dit militarisme,
dat zich ook na 1866 uitstrekte tot de Zuid-
Duitsche bondstaten, die er tot dusver bui
ten waren gebleven, werd echter geen an
dere stand achteruitgezetlandbouw en be
drijf, handel en industrie, kunsten en weten
schoppen bereikten den hoogsten bloei. Jo,
onder de soldatenkeizers, begonnen twee
voor het Duitsche wezen karakteristieke
richtingslijnen zich of te teekenen, die tot
den tegenwoordigen tijd toe geen andere
staat in een zoodanige ontwikkeling bij
machte was na te volgen, n.l. de algemeene
volksontwikkeling, berustend op den alge-
meenen leerplicht op school, zoodot van de
ÏOOOO zielen hoogstens één analfabeet is
deze algemeene volksontwikkeling nu, de
basis van d"e militaire opleiding, werd mede
een oorzaak der volkswelvaart, en de twee
de, hoofdzakelijk de financieel zwakker krin
gen er bovenop brengend, waren de zeer
uitnemende wetten nopens sociale voorzorg,
die zelfs door de revolutie-regeer ing als
zoodanig erkend, gerespecteerd en verder
uitgebreid werden".
Een voorname factor echter voor de po
litieke appreciatie van 't Duitsche militaris
me noemt Woebinger de erkende omstan
digheid, dat het in zij-n streven naar een
eersteklasse-leger en marine niet buiten de
perken is gegaan, andere staten niet lastig
heeft gevallen noch een veroeverings- of
insluitingspolitiek heeft gevoerd. Ten be
wijze, hoe deugdzaam het Duitsch-e milita
risme steeds is geweest, merkt schrijver op,
dat, wanneer het zou- zijn uitgegroeid tot
den radicaalsten vorm van soldatenheer
schappij, het geprofiteerd zou kunnen heb
ben van de moeilijke positie der Engelschen
tijdens den Boerenoorlog en van leer zou
kunnen hebben getrokken. Ook tijdens den
Russisch-JapansChcn oorlog was er gelegen
heid te over aldius Woebinger defini
tief met Frankrijk wegens diens revanche
bedoelingen af te rekenen en de zeer ver
zwakte Russen te nopen van het Fransch-
Russische bondgenootschap af te zien.
De beschouwing over het Duitsche mili
tarisme eindigt
„Wqt nu den oorlog 1870—'71 betreft,
heeft de geschiedenis reeds haar onpartij
dig oordeel geveld in dien geest, dat het uit
breken ervan tot den invloed van de Fran
sche militaire partij en van keizerin Eugé-
nie op den zich, in zijn heerschappij ge
schokt voelenden, keizer Napoleon III terug
te brengen isen wat het uitbreken van den
oorlog in 1914 aangaat, spreken de uit de
Russische geheime archieven te voorschijn
gehaalde en nadeiband door de Russische
revolutieregeering gepubliceerde beschei
den zoo'n bewijskrachtige taal met betrek
king tot het eigenmachtige mobilisatiebevel
van den Russisohen minister van oorlog
Soelimmaohof en het verraad van zijn bent-
gezellen aan hun keizer, dat verdere bespre
kingen daarover in deze richting overbodig
ZATERDAG na 122 unr
worden GEEN bestellingen
meer aan buis bezorgd.
J. J. V. UAMEHSVELD
Hoofdagent „Araster-bleren.
VarUensmarkt - Amersfooii.
Speciale «MecTliifj
Hotsl Café Restaurant
„MOIMOPOLE'
De Directie maakt bekend,
«lat zij tojen nmler overeen
te komen voorwaarden de
ACHTERZAAL met GESLO
TEN SERRE gedurende liet
winterseizoen voor cesloteu
dansclubs beschikbaar stelt.
Nadere inlichtingen bij
Directie (Tel. 41).
de
in VAN EIMEREN. jjjj
Wlaison VAN EIMEREN.
C t leur Postleloeur Colllcii.se
v ERSSTJRAAT 14. - Tel. 205 -
Hoogst Modorno Salons voor
DAMES en llEEllEN Manicure P
fe Magazijn van Parfumurioën on P
Toilot-Artikolon. k
I BADINRICHTING 2
schijnen en het Duitsohe militnirisme er niet
longer van kan worden besohuldigd de ver
wekker van den oorlog te zijn geweest.
Het Duitsche militairisme behoort thans
tot de geschiedenis, het is met zijn first-class
schepping ineengestort, maar niet op het
mannen-vermoordende slagveld, doch met
het gezicht naar den vijand van achteren'
doorstoken door dezulken, die het succes
van hun partij hooger aanslaan dan de be
langen en het bestaan van 't vaderland".
Door dezelfde Duitsche bril wordt ook het
Fransche militarisme bekeken, dat, naar do
opvatting van genoemden schrijver, op een
geheel anderen grondslag rust; z. i. woidt
het evenzeer teruggebracht tot het nislo*
risch verleden, maar de factoren en momen
ten van zijn ontstaan zouden van anderen
aard zijn.
Woebinger begint met er op te wijzen, dal
na den val van de feudale heerschappij in
Frankrijk het soevereine volk, volgens hel
grondbeginsel der republiek (liberté, frater-'
nité, égalité), in al zijn lagen het Fransche
leger vormde, dot in de daaropvolgende
veldtochten eerst voor de republiek, doorna
voor het Napoleontische keizerrijk in zoo
hooge mate en van zoo groote beteekenis
oorlogssuccessen en oorlogsroem behaalde!
als sinds de Romeinsche tijden geen ander
volk der wereld.
Uit dezen tijd dan zou het Fransche mi*
litarisme stammen, dot niet door een feudale
begunstiging, zijn ontstaan aan naar buiten'
bruisende nationale gevoelens van heel cenf
volk had te danken. Woebinger betoogt
„Zijn eerste heraut was Napoleon Bona*
parte, van wie de gevleugelde woorden af
komstig zijn Elk Fronsch soldaat draag(
den maarschalkstaf in zijn ransel.
De mensch eere zijn handwerk!
LANGESTRAAT 4» - AMERSFOORT
Het art res voor:
Gouden Trouw* en Verloviugringen
De jui9te modellen
WILLEM GROENHUIZEN
door
THÉRÈSE HOVEN.
a
No tien jaren kwam ze terug,
Tien lange jaren hadden de ouders van de
brieven geleefd, hun als kruimkens toegewor
pen ze zagen er een flauw afschijnsel, van Net
jes zonnig Teven inals Papa ze voorlas, was
het als vingen ze onduidelijke, verminkte echo's
op van wat daar, in Indië, als een hooglied,
klonk.
Zoolang alles goed ging, waren ze er fcvre-
den meewerktuigelijk herhaalden ze tot el-
kf nder„Als zij maar gelukkig is."
L-och, zocaIiq ze een schaduw in 't vroolijkc 1
-nslardschep van -hun kind meenden te ont-
K^en of een wanklank in haar levens-sympho- j
N* s zoodra zo vreesden, dat er iets aan ha
perde, zoodra er tijding uitbleef, juist in dagen
van spanning, en als die tijding dan bleek een
slechte te zijn ...Of dan voelden ze het ge
mis dubbel I
Nettie had verdriet, Nettie had met ziekte en
onaangenaamheden te kampen, en zij waren
machteloos om haar te helpen. Ze leefden hun
eng plichtleventje, smaakten hun bescheiden
genoegens, en hun lieveling maakte moeielijke
tijden door zonder den steun harer ouders.
Toen haar eerste kindje komen moest, was
Karei op tournéeze woonden op een aller
kleinsten buitenpost in Noord-Borneo de stam
men in den omtrek, echte Dajaks, waren het
onderling oneens, en Karei, als vertegenwoor
diger der Hollandsche Regeering. moest er
heen om het gezag te doen gelden en verbroe
dering in plaats van verdeeldheid te brengen.
Zulk een expeditie was niet zonder gevaar.
Ook kon de duur er niet van berekend worden.
Nettie bleef alleen achter in de bescheiden con
troleurs woning met een paar bedienden, waar
onder een Kokki, die haar bakeren zou. Op 't
plaatsje zelf woonden geen Europeanen, behalve
een paar ongetrouwde heeren, ingenieurs, die
er voor boringen waren.
Als medische hulp had ze enkel een doekoen
(Indischen arts) wiens kennis, in haar schatting,
zoowat gelijk stond met die van een ouderwet-
schen baibier in Holland.
De naastbijgelegen nederzetting, waar een
Europeesche dokter, een officier van gezond
heid, was, lag twee dagreizen verwijderd. Spoor
wegen waren er riet, de verkeerswegen hoogst
prinvt:?fze zou "'en weg t? water moeten af
leggen in f er. open kno*, en 't was juist West-
?*ïoss~on, dit laeteekende zware regenbuien, waar
te en men ~vn onmogelijk beveiligen kon.
Als 't gee i ging, zcu z.p ;n haar huis wel ge-
holpen en. °ok wel zoo wat veróleeffd kunnen
worden, doch bij de minste complicatie, als de
zeer oppervlakkige technische kundigheden van
den doekoen te kort zouden schieten, was haar
leven en dat van haar kind in gevaar en zouden
ze het een van beiden, of allebei, met den dood
bckoopen, tenzij ze nog kracht en energie had
om de lange reis te aanvaarden.
Het een was zoo erg als 't andere en ze
moest er alleen over beslissen, Karei was van
huis.
Ze besloot te blijven, ook om de hooge kosten
aan een dergclijken tocht en een verblijf op een
vreemde plaats verbonden.
Gelukkig liep het goed of. De natuur was haar
genadigze doorstond moedig de smartvolle
uren en werd er voor beloond door het ge
schrei van haar kindje, dat zijn komst op de
wereld aankondigde.
De oude Kokki nam 't kind, een lekker, dik
meisje, waschte het met lauw water, smeerde
het toen, volgens 't gebruik van 't land, met
bedak (rijstpoeder) in, behalve de wangetjes,
die ze geel mankte.
Toen spelde zij de moeder zoowat in, heel
goed kon ze er niet mee terechtde Indische
vrouwen zijn zoo veerkrachtig, dat ze van zelf
herstellen.
Kokki was heel verwonderd, dat mevrouw
niet dadelijk opstond om een bod te gaan ne
men, dat hoorde toch zoo. Zwak en^uitgeput
als ze was, begreep Nettie toen reeds, dot zij
de leiding der kraamkamer op zich zou moeten
nemen, daar er anders niets van terecht zou
komen.
Ze hield het kindje den geheelen dag bij zich;
want zoodro ze het Kokki in handen gaf, begon
deze het kleine mondje vol te stoppen met rijst.
Als haar moeder niet zoo energiek geweest
was, zou de kieine zeker geheel als een inlan-
dertie ziin behandeld.
Toen de vader terugkwam, was zijn dochter
al een week oud. Zijn eerste indruk was een
weldadigeNettie lag rustig in bed, met haar
baby, die ze zelve voedde, naast zich.
Ze was tevreden en opgeruimd, maar al ras
bleek het, dat ze slecht behandeld en totaal ver
waarloosd was.
Haar man vroeg eerst schriftelijk advies aan
een Europeeschen geneeskundige een persoon
lijk onderzoek bleek noodig, en de arme, jonge
moeder moest, zoo gauw het ecnigszins moge
lijk was, den twee dagen langen boottocht on
dernemen. Al haar flinkheid had niets geholpen,
integendeel. Het zou vrij wat beter, gemakkelij
ker cn verstandiger zijn geweest, als ze vóór de
geboorte van het kind, bekwame hulp had inge
roepen, moor dat had ze vooruit niet geweten,
't Werd een lijdensperiode, allereerst voor 't
gescheiden'echtpaar, want in de crisis, welke het
district doormaakte, moest dc controleur op zijn
post zijnen dan ook voor de ouders in Hol
land.
Karei was te verdrietig en te oprecht van na
tuur om zich niet te houden aan de afspraak
om precies alles te schrijven hoe 't was.
„Had ik toch maar naar haar toe kunnen
gaan," zuchtte Mama steeds. „Als ik er geweest
was, zou ik wel opgepast hebben."
Maar de berichten werden beter Nettie kwam
na een paar maanden, geheel hersteld, bij haar
man terug en deze schreef opgetogen„Het is
alsof we op nieuw getrouwd zijn, mijn vrouwtje
is stralende en ons kleine meisje kijkt met glun
dere oogjes de wereld in."
Na twee jaar kreeg de kleine Elizabeth een
broertje.
Mevrouw Steensma sloeg de schrik om 't
hart, toen ze hoorde, dat er weer een kleine in
aantocht was.
Thuis stil te zitten, je met lusteloosheid en
angst voor te slepen om je dogelijksche bezig*
heden te doen en te weten dat je hulp, daar ini
Indië, zoo hoog noodig zou zijn I
De vreugde van Grootmoeder te zijn wer<l
voor haar in voortdurende zorg en ongerustheid
omgezet.
Ditmaal werden er betere maatregelen getrof<
fen, Nettie was nu ook zooveel wijzer en Karet
had, door den eersten keer, ondervonden wat
de geboorte van zoo'n kindje bcteekent. Ala
den meesten jongen echtgenootcn had zijn on*
ervarenheid hem parten gespeeld en had hij hel
zich zoo erg niet voorgesteld.
En weer zuchtten Nettie's ouders in het va*
derland „Waren wij er maar geweest om hcitl
in te lichten. Brieven hebben lang niet dezelfde
uitwerking."
De jongen kwam maar was geen blijvertjeJ
zooals de bakers 't noemen. Van 't begin i**
was 't tobben, en toen Karei Weverdinge
doodsbericht aan zijn schoonouders zond, voei
de hij er naar waarheid bij „'t Is eigenlijk
geluk voor 't arme kind en voor de moeder
was niets don tobben."
Kort daama werd hij overgeplaatst» 4
„Wij zijn nog steeds op Borneo,"* schreeï
Nettié; „cr groeit hier niets dan wat pisangsJ
Versch rundvleesch krijgen wij enkel, als er
toevallig eens een oorlogsschip hier ligt, hetgeen
hoogst zelden gebeurt. De Chincezen hier slach*
ten wel eens een varken en dan smullen wij zeen
eendrachtelijk met onze gestaarte broeders. Ome
niet altijd vleesch uit blik te eten, houden wijl
kippen en eenden en ganzen, maar vraog nieïj
hoeveel er verdwijnen, hoeveel aanslagen er opj
hun broze levens worden gepleegd door de irW
landers en door do leguanen.
(Wordt vervobrdL