borstelwerk, Sponsen en Zeemen AMERSFOORTSCH DAGBLAD ,,DE eemlander" Fontein Schippers. st. EroaiiQN bil 1.1SCHOTEIMAN Zn., Itr.ttr. 17. Til. 14! Eigengemaekie Kinderhleeding. Het zonnetje van 't FEUILLETON. Meubileerlngen- Kunsthandel- Behangerij en Stoffeerderii Harte! m m Korte Gracht 6 Per flesch f 1.75, per anker f 72-- TWEEDE BLAD. BUITENLAND. WAIN! DE WEG. Langestraat 23. Tiaagaz. „Dé Dom" zijn JE SOe Jaargang No «7 Zaterdag 17 September 1921 Langestraat 24. Tel. Int. 496. - AMERSFOORT. (Regenmantels Wol en Flanel Blouses. ORIGINEELE zeer aan te bevelen Bordeaux, gewas 1917 De vrijzinnige partijen. Sinds in den politieken strijd meer en Itveer sociale en oeconomisdie vraagstuk ken op den voorgrond traden, was de een heid van elk der politieke partijen, links en rechts, in gevaar gekomen. Geen wonder, de politieke partijen wa ren ontstaan uit de behoefte van hare leden in samenwerking kracht te zoeken bij die op lossing van de politieke vraagstukken. De meeste van deze politieke vraagstukken wa ren sinds lang- opgelost, andere, sociale en oeconomische problemen vroegen om eene oplossing. De mensch, ook de partijanensch, is rijn hart conservatief e»n het kostte jaren en jaren tijd om hen, die in eene partij ver- eenigd waren, tot het inzicht te brengen, dat ze feitelijk niet bij elkaar behoorden, dat uitééngaan noodzakelijk was geworden. Niet iedereen weet, dat partij-vorming geen doel is, maar middel, middel n.l. voor ge lijkgezinden om op grond van gem eenschap- ->e'ijke beginselen bepaalde maatregelen tot stand te brengen. Men blijft graag „trouw aan zijn partij". Bn zoo kwam en komt de zoo broodnoo* dige nieuwe partijvorming en partijgroe- peering slechts uiterst langzaam tot stand. Het uiteenvallen van de anti-revolutio naire partij in volgelingen van Kuyper en van Löhman mocht schijnbaar vooral een re'igieuse ondergrond hebben, inderdaad werkte hierbij de nieuwe antithese krachtig mede. De conservatieven wilden de toén nog democratische leiding van Kuyper niet er volgen. in het vrijzinnig kamp is de partijband al tijd losser geweest dan ter Rechterzijde. Er was al lang een groep liberalen, die de Li berale Unie te rood vonden, maar deze groep was niet krachtig georganiseerd. Ve en van deze conservatief-liberalen bleven n de Unie hangen. Zoo moest de Unie de conservatieven te veel in het gevlei komen en dit veroorzaakte in 19CV1 de ontbinding van de vrijzinnig-democraten. Een poos daarna kwam de Bond van Vrije Liberalen to* stand. Ook in het katholieke kamp heeft een streven naar splitsing in democraten en con servatieven bestaan, reeds ten tijde van Schaepman, maar de kerkelijke discipline heeft de eenheid van de Roomsch-Katholie- ke partij tot nu toe weten te bewaren. De wijzigingen waren, bij den noodwendi- gen gang van zaken, er het slechtst afgeko rven. In plaats van in twee partijen, demo- cru een en conservatieven, waren ze in drie partij-en gesplitst, waarvan de middelste, de Liberale Unie, steunende op haar naam, in haar beleid altijd weer poogde de eenheid in de vrijzinnige gelederen te herstellen, wat natuurlijk moest mishikken.Wel werkten de vrijzinnigen in 1905 en in 1913 samen ter afwering van het gemeenschappelijk ge vaar, maar van herstel van de ééne groote liberale partij wilden nóch de Vrije Libera len, noch de Vrijzinnig-Democraten weten. Toch begreep men, dat het voortbestaan van drie vrijzinnige partijen ongewenscht was en zoo werd bij herhaling aangedron gen op eene zoodanige verandering Links, dat er slechts twee vrijzinnige partijen, eene conservatieve en eene democratische, zouden blijven bestaan. Wij zelf hebben in een ander orgaan indertijd aanbe volen over te gaan tot ontbinding van alle drie de bestaande vrijzinnige partijen, maar de Liberale Unie-menschen wilden dat niet, omdat zij begrepen, dat de Vrije Liberalen zoowel als de Vrijzinnig-democraten weer in eigen kring zouden samenkomen, terwijl de Unie hare leden zou zien verdeeld over de beide, uit natuurlijke oorzaak blijvende partijen. Toen kwarh de Evenredige Vertegen woordiging en met haar de niet-politieke groepen, die vooral uit het liberale kamp kiezers trokken. Er kwamen feitelijk eenige liberale partijen bijde middenstandspartij, die Economische Bond, en nog meer. Van het groote aantal liberale zetels ging een groot deel verloren en nu begrepen de leid-ers der liberale partijen, dat er iets an ders moest worden gedaan. Men begon dus met een poging om alle vrijzinnigen te vereenigen; men trok er een democratische jas bij aan, maar wij, Vrij- zin-nig-democatenvlogen er niet in. De overige vrijzinnigen vormden den Vrijheids bond. Natuurlijk wilden die leden van den Vrij heidsbond, die vroeger Unie-Liberaal waren geweest, niet erkennen, dat de nieuwe vrij zinnige partij eene zuiver conservatieve was of anders zou word-en. Intusscben kregen Treub en Dresselhiris dé leidingde laatste was een der voorman nen van de Vrije Liberale geweest en men wist dus wat men aan hem had. Maar Treub dan, de vroegere radicaal, de vroegere Vrij zinnig-democraat Reeds van de oprichting van den Econo misch en Bond af wras het duidelijk, dat Treub's oeconomie vooral geridht zou zijn op steviging van de positie der groot-kapi talisten. En thans, nu Treub de politiek ver laat om het belang der Indische geldmag naten te dienen (natuurlijk op een hooger planl), nu zal men wel inzien, dat wij niet te veel hebben gezegd, toen we bij de op richting van den Vrijheidsbond dezen als de conservatief-liberale partij hebben aan gewezen. Een aantal vrijzinnigen weet nu een po litiek tehuis, n.l. zij, die onlangs niet mee hebben willen doen aan de oprichting van den Vrijheidsbond, benevens zij, die thans eerst inzien, dat deze vrijzinnige partij bij uitsluiting conservatief is en die haar dus hebben verlaten of w'illen verlaten. N Prof. Heeres, een der vroegere leiders van de Liberale Unie, blaast voor deze wilde vrijzinnigen verzamelen. Hij zou wel met hen in onzen Vrijzinnig-democratischen Bond willen komen, maar hij heeft tegen dezen stap een ongeformuleerden weerzin, voor welke hij tevergeefs om eenige argumen ten zoekt. Hij ziet de noodzakelijkheid van vereeniging van alle democratische vrijzin nigen in, maar hij aarzelt nog. Voor hem, die eenig inzicht Ln de verhou dingen heeft, is inmiddels reeds duidelijk wat gaat gebeuren. Of Prof. Heeres besluit de zijnen op te roepen tot aansluiting bij den V.-D. B. óf hij zal pogen met hen een nieuwe partij te stichten. Dit laatste is bij voorbaat tot mislukking gedoemd. Gaat hij dus dezen weg, dan zal, indirect, de veree niging van de democraten onder de vrijzin nigen tóch gebeuren. Zoo zal eindelijk, na een te langen tijd van onjuist ageeren en van spelen met de belangen van de vrijzinnigen, de hergioe- peering van de vrijzinnigen in twee partijen een feit worden. En zoo wordt eindelijk het pad verbreed, dat leidt naar de vervanging van de theo logische antithse, naar de gezonde poëti- sohe scheiding tusschen democraten en con servatisme. Wij ontvanoen de Mei-Juni-aflevering (le Jaargang) n Die Gegenrechnung, dat zich een maai :.d voor waarheid en recht noemt. Het doel van de periodiek kan men leeren kennen uit een op de kaft afgedruk- ten oproep aan de Duitsche pers, waarvan de twee eerste alinea's luiden „De schuld van Duitschland aan den oor log is in 231 van 't vredesverdrag vast gelegd en het erkennen dezer schuld is on ze regeering afgeperst. Thans bezitten wij een enorm materiaal, dat ontegensprekelijk aantoont, dat Duitsch land geen schuld aan den oorlog draagt en daarom is het onze zedelijke plicht dit ma teriaal openbaar te maken". Het ons toegezonden dubbele no. bevat een ruim twintigtal L_bijdragen. Eén dier ar tikelen geven wij te dezer plaatse weer het is geschreven door Woebimger en geti teld „Uber Militarismus". Achtereenvolgens worden het Duitsche en het Fransche militai risme behandeld. Schrijver begint met op te merken dat, daar de Ententemogendhe- den er tegenover hun volkeren groot be lang bij hadden wijl zij zelf wisten de schuld te zijn van het uitbreken van den wereldoorlog zij in het Duitsche kamp een zondebok als veroorzaker van den oor log moesten opschommelen. En daar men, aldus schrijver, in verband met het feit, dat men nog niet wist hoe de oorlog zou af- loopen den Duitschen keizer nog. niet als zoodanig durfde qualificeeren, werd hèt Duitsche militarisme tot gevleugeld Sc'hlag- wort gestempeld en als de oorzaak van den oorlog voorgesteld. Het artikel vervolgt dan: „Onder militarisme verstaat men in con- crlianter zin bevordering en begunstiging van den soldatenstand, in radicaler zin over- heersohing hiervan en soldatenheerschap pijen ronduit Het is juist, dat Pruisen's koningen, tc be ginnen met Frederik I, don soldatenkoning van alle zijd-en door vijanden waren om ringd, van oudsher erop waren bedacht de zen door de vorming van een first class le ger, uit dc beste elementen bestaande, effec tief het hoofd te biedenzij hadden tegen over dit leger een beschermende, ja zelfs familiare houding aangenomen. Frederik II noemde uitdrukkelijk de officieren ven zijn leger steunpilaren van den troon, begiftigde hen met rijke latifundia en stelde hen op één lij<n met den adel. Dezelfde verhouding bleef ook bestaan na de "bevrijdingsoorlogen en toen met de In voering van den a-lgemeenen dienstplicht het nog slechts nominaal koninklijke leger in werkelijkheid een volksleger was gewor den, bleven de officieren als opvoeders, on derwijzers en leiders der Pruisische jeugd voor den vijand typische dragers van 't mi litarisme. In weerwil van dit militarisme, dat zich ook na 1866 uitstrekte tot de Zuid- Duitsche bondstaten, die er tot dusver bui ten waren gebleven, werd echter geen an dere stand achteruitgezetlandbouw en be drijf, handel en industrie, kunsten en weten schoppen bereikten den hoogsten bloei. Jo, onder de soldatenkeizers, begonnen twee voor het Duitsche wezen karakteristieke richtingslijnen zich of te teekenen, die tot den tegenwoordigen tijd toe geen andere staat in een zoodanige ontwikkeling bij machte was na te volgen, n.l. de algemeene volksontwikkeling, berustend op den alge- meenen leerplicht op school, zoodot van de ÏOOOO zielen hoogstens één analfabeet is deze algemeene volksontwikkeling nu, de basis van d"e militaire opleiding, werd mede een oorzaak der volkswelvaart, en de twee de, hoofdzakelijk de financieel zwakker krin gen er bovenop brengend, waren de zeer uitnemende wetten nopens sociale voorzorg, die zelfs door de revolutie-regeer ing als zoodanig erkend, gerespecteerd en verder uitgebreid werden". Een voorname factor echter voor de po litieke appreciatie van 't Duitsche militaris me noemt Woebinger de erkende omstan digheid, dat het in zij-n streven naar een eersteklasse-leger en marine niet buiten de perken is gegaan, andere staten niet lastig heeft gevallen noch een veroeverings- of insluitingspolitiek heeft gevoerd. Ten be wijze, hoe deugdzaam het Duitsch-e milita risme steeds is geweest, merkt schrijver op, dat, wanneer het zou- zijn uitgegroeid tot den radicaalsten vorm van soldatenheer schappij, het geprofiteerd zou kunnen heb ben van de moeilijke positie der Engelschen tijdens den Boerenoorlog en van leer zou kunnen hebben getrokken. Ook tijdens den Russisch-JapansChcn oorlog was er gelegen heid te over aldius Woebinger defini tief met Frankrijk wegens diens revanche bedoelingen af te rekenen en de zeer ver zwakte Russen te nopen van het Fransch- Russische bondgenootschap af te zien. De beschouwing over het Duitsche mili tarisme eindigt „Wqt nu den oorlog 1870—'71 betreft, heeft de geschiedenis reeds haar onpartij dig oordeel geveld in dien geest, dat het uit breken ervan tot den invloed van de Fran sche militaire partij en van keizerin Eugé- nie op den zich, in zijn heerschappij ge schokt voelenden, keizer Napoleon III terug te brengen isen wat het uitbreken van den oorlog in 1914 aangaat, spreken de uit de Russische geheime archieven te voorschijn gehaalde en nadeiband door de Russische revolutieregeering gepubliceerde beschei den zoo'n bewijskrachtige taal met betrek king tot het eigenmachtige mobilisatiebevel van den Russisohen minister van oorlog Soelimmaohof en het verraad van zijn bent- gezellen aan hun keizer, dat verdere bespre kingen daarover in deze richting overbodig ZATERDAG na 122 unr worden GEEN bestellingen meer aan buis bezorgd. J. J. V. UAMEHSVELD Hoofdagent „Araster-bleren. VarUensmarkt - Amersfooii. Speciale «MecTliifj Hotsl Café Restaurant „MOIMOPOLE' De Directie maakt bekend, «lat zij tojen nmler overeen te komen voorwaarden de ACHTERZAAL met GESLO TEN SERRE gedurende liet winterseizoen voor cesloteu dansclubs beschikbaar stelt. Nadere inlichtingen bij Directie (Tel. 41). de in VAN EIMEREN. jjjj Wlaison VAN EIMEREN. C t leur Postleloeur Colllcii.se v ERSSTJRAAT 14. - Tel. 205 - Hoogst Modorno Salons voor DAMES en llEEllEN Manicure P fe Magazijn van Parfumurioën on P Toilot-Artikolon. k I BADINRICHTING 2 schijnen en het Duitsohe militnirisme er niet longer van kan worden besohuldigd de ver wekker van den oorlog te zijn geweest. Het Duitsche militairisme behoort thans tot de geschiedenis, het is met zijn first-class schepping ineengestort, maar niet op het mannen-vermoordende slagveld, doch met het gezicht naar den vijand van achteren' doorstoken door dezulken, die het succes van hun partij hooger aanslaan dan de be langen en het bestaan van 't vaderland". Door dezelfde Duitsche bril wordt ook het Fransche militarisme bekeken, dat, naar do opvatting van genoemden schrijver, op een geheel anderen grondslag rust; z. i. woidt het evenzeer teruggebracht tot het nislo* risch verleden, maar de factoren en momen ten van zijn ontstaan zouden van anderen aard zijn. Woebinger begint met er op te wijzen, dal na den val van de feudale heerschappij in Frankrijk het soevereine volk, volgens hel grondbeginsel der republiek (liberté, frater-' nité, égalité), in al zijn lagen het Fransche leger vormde, dot in de daaropvolgende veldtochten eerst voor de republiek, doorna voor het Napoleontische keizerrijk in zoo hooge mate en van zoo groote beteekenis oorlogssuccessen en oorlogsroem behaalde! als sinds de Romeinsche tijden geen ander volk der wereld. Uit dezen tijd dan zou het Fransche mi* litarisme stammen, dot niet door een feudale begunstiging, zijn ontstaan aan naar buiten' bruisende nationale gevoelens van heel cenf volk had te danken. Woebinger betoogt „Zijn eerste heraut was Napoleon Bona* parte, van wie de gevleugelde woorden af komstig zijn Elk Fronsch soldaat draag( den maarschalkstaf in zijn ransel. De mensch eere zijn handwerk! LANGESTRAAT 4» - AMERSFOORT Het art res voor: Gouden Trouw* en Verloviugringen De jui9te modellen WILLEM GROENHUIZEN door THÉRÈSE HOVEN. a No tien jaren kwam ze terug, Tien lange jaren hadden de ouders van de brieven geleefd, hun als kruimkens toegewor pen ze zagen er een flauw afschijnsel, van Net jes zonnig Teven inals Papa ze voorlas, was het als vingen ze onduidelijke, verminkte echo's op van wat daar, in Indië, als een hooglied, klonk. Zoolang alles goed ging, waren ze er fcvre- den meewerktuigelijk herhaalden ze tot el- kf nder„Als zij maar gelukkig is." L-och, zocaIiq ze een schaduw in 't vroolijkc 1 -nslardschep van -hun kind meenden te ont- K^en of een wanklank in haar levens-sympho- j N* s zoodra zo vreesden, dat er iets aan ha perde, zoodra er tijding uitbleef, juist in dagen van spanning, en als die tijding dan bleek een slechte te zijn ...Of dan voelden ze het ge mis dubbel I Nettie had verdriet, Nettie had met ziekte en onaangenaamheden te kampen, en zij waren machteloos om haar te helpen. Ze leefden hun eng plichtleventje, smaakten hun bescheiden genoegens, en hun lieveling maakte moeielijke tijden door zonder den steun harer ouders. Toen haar eerste kindje komen moest, was Karei op tournéeze woonden op een aller kleinsten buitenpost in Noord-Borneo de stam men in den omtrek, echte Dajaks, waren het onderling oneens, en Karei, als vertegenwoor diger der Hollandsche Regeering. moest er heen om het gezag te doen gelden en verbroe dering in plaats van verdeeldheid te brengen. Zulk een expeditie was niet zonder gevaar. Ook kon de duur er niet van berekend worden. Nettie bleef alleen achter in de bescheiden con troleurs woning met een paar bedienden, waar onder een Kokki, die haar bakeren zou. Op 't plaatsje zelf woonden geen Europeanen, behalve een paar ongetrouwde heeren, ingenieurs, die er voor boringen waren. Als medische hulp had ze enkel een doekoen (Indischen arts) wiens kennis, in haar schatting, zoowat gelijk stond met die van een ouderwet- schen baibier in Holland. De naastbijgelegen nederzetting, waar een Europeesche dokter, een officier van gezond heid, was, lag twee dagreizen verwijderd. Spoor wegen waren er riet, de verkeerswegen hoogst prinvt:?fze zou "'en weg t? water moeten af leggen in f er. open kno*, en 't was juist West- ?*ïoss~on, dit laeteekende zware regenbuien, waar te en men ~vn onmogelijk beveiligen kon. Als 't gee i ging, zcu z.p ;n haar huis wel ge- holpen en. °ok wel zoo wat veróleeffd kunnen worden, doch bij de minste complicatie, als de zeer oppervlakkige technische kundigheden van den doekoen te kort zouden schieten, was haar leven en dat van haar kind in gevaar en zouden ze het een van beiden, of allebei, met den dood bckoopen, tenzij ze nog kracht en energie had om de lange reis te aanvaarden. Het een was zoo erg als 't andere en ze moest er alleen over beslissen, Karei was van huis. Ze besloot te blijven, ook om de hooge kosten aan een dergclijken tocht en een verblijf op een vreemde plaats verbonden. Gelukkig liep het goed of. De natuur was haar genadigze doorstond moedig de smartvolle uren en werd er voor beloond door het ge schrei van haar kindje, dat zijn komst op de wereld aankondigde. De oude Kokki nam 't kind, een lekker, dik meisje, waschte het met lauw water, smeerde het toen, volgens 't gebruik van 't land, met bedak (rijstpoeder) in, behalve de wangetjes, die ze geel mankte. Toen spelde zij de moeder zoowat in, heel goed kon ze er niet mee terechtde Indische vrouwen zijn zoo veerkrachtig, dat ze van zelf herstellen. Kokki was heel verwonderd, dat mevrouw niet dadelijk opstond om een bod te gaan ne men, dat hoorde toch zoo. Zwak en^uitgeput als ze was, begreep Nettie toen reeds, dot zij de leiding der kraamkamer op zich zou moeten nemen, daar er anders niets van terecht zou komen. Ze hield het kindje den geheelen dag bij zich; want zoodro ze het Kokki in handen gaf, begon deze het kleine mondje vol te stoppen met rijst. Als haar moeder niet zoo energiek geweest was, zou de kieine zeker geheel als een inlan- dertie ziin behandeld. Toen de vader terugkwam, was zijn dochter al een week oud. Zijn eerste indruk was een weldadigeNettie lag rustig in bed, met haar baby, die ze zelve voedde, naast zich. Ze was tevreden en opgeruimd, maar al ras bleek het, dat ze slecht behandeld en totaal ver waarloosd was. Haar man vroeg eerst schriftelijk advies aan een Europeeschen geneeskundige een persoon lijk onderzoek bleek noodig, en de arme, jonge moeder moest, zoo gauw het ecnigszins moge lijk was, den twee dagen langen boottocht on dernemen. Al haar flinkheid had niets geholpen, integendeel. Het zou vrij wat beter, gemakkelij ker cn verstandiger zijn geweest, als ze vóór de geboorte van het kind, bekwame hulp had inge roepen, moor dat had ze vooruit niet geweten, 't Werd een lijdensperiode, allereerst voor 't gescheiden'echtpaar, want in de crisis, welke het district doormaakte, moest dc controleur op zijn post zijnen dan ook voor de ouders in Hol land. Karei was te verdrietig en te oprecht van na tuur om zich niet te houden aan de afspraak om precies alles te schrijven hoe 't was. „Had ik toch maar naar haar toe kunnen gaan," zuchtte Mama steeds. „Als ik er geweest was, zou ik wel opgepast hebben." Maar de berichten werden beter Nettie kwam na een paar maanden, geheel hersteld, bij haar man terug en deze schreef opgetogen„Het is alsof we op nieuw getrouwd zijn, mijn vrouwtje is stralende en ons kleine meisje kijkt met glun dere oogjes de wereld in." Na twee jaar kreeg de kleine Elizabeth een broertje. Mevrouw Steensma sloeg de schrik om 't hart, toen ze hoorde, dat er weer een kleine in aantocht was. Thuis stil te zitten, je met lusteloosheid en angst voor te slepen om je dogelijksche bezig* heden te doen en te weten dat je hulp, daar ini Indië, zoo hoog noodig zou zijn I De vreugde van Grootmoeder te zijn wer<l voor haar in voortdurende zorg en ongerustheid omgezet. Ditmaal werden er betere maatregelen getrof< fen, Nettie was nu ook zooveel wijzer en Karet had, door den eersten keer, ondervonden wat de geboorte van zoo'n kindje bcteekent. Ala den meesten jongen echtgenootcn had zijn on* ervarenheid hem parten gespeeld en had hij hel zich zoo erg niet voorgesteld. En weer zuchtten Nettie's ouders in het va* derland „Waren wij er maar geweest om hcitl in te lichten. Brieven hebben lang niet dezelfde uitwerking." De jongen kwam maar was geen blijvertjeJ zooals de bakers 't noemen. Van 't begin i** was 't tobben, en toen Karei Weverdinge doodsbericht aan zijn schoonouders zond, voei de hij er naar waarheid bij „'t Is eigenlijk geluk voor 't arme kind en voor de moeder was niets don tobben." Kort daama werd hij overgeplaatst» 4 „Wij zijn nog steeds op Borneo,"* schreeï Nettié; „cr groeit hier niets dan wat pisangsJ Versch rundvleesch krijgen wij enkel, als er toevallig eens een oorlogsschip hier ligt, hetgeen hoogst zelden gebeurt. De Chincezen hier slach* ten wel eens een varken en dan smullen wij zeen eendrachtelijk met onze gestaarte broeders. Ome niet altijd vleesch uit blik te eten, houden wijl kippen en eenden en ganzen, maar vraog nieïj hoeveel er verdwijnen, hoeveel aanslagen er opj hun broze levens worden gepleegd door de irW landers en door do leguanen. (Wordt vervobrdL

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 5