ROIl's Brandstaffenhande! Mtscimg 71 Tel. 539 - kslmj-spoor. ST.Ernmon Bestel THANS uwe brandstoffen, wij hebben anihraoiet vanaf f 2.75 per H.L. tot de beste soorten. Gietcokes in 3 afmetingen voor eik systeem centrale verwarming. VRAAGT ONZE PRIJZEN. Per flesch f 1.75, per ank^r f 72-. oi j. s. snmimi Zn., m. u. x Til. ws POLDERMAN, 3 GORTEPA, GEBRUIKT lEMTIH PA? Hebt U een Taxi of Auto noodig Bei dan i$@, 42 Fa. VAN NIEUWKERK ELZENAAR,™ Berichten. CRtGIWEELE zeer aan te bevelen Bordeaux, gewas 1917 13 Accountant en Leeraar M. 0. Boekhouden. Acoa Panlownalaan 1. Opmaken van Balansen en verdere Accountantswerkzaamheden. - Telsf..33l. Bereidt uit primft GORT- en RGOiSK&RNEMELK OverheeHIjk van smaak MACHINEKAMIBR- BEHOËFTEN C DRIJFWERK daarenboven m de opsomming, die in de Troonrede volgt, het werkprogram voor het komende jaar, eens eenige aanwijzin gen hadden gekregen, hoe, door welke wettelijke en administratieve maatregelen, de regeering aan haar gedachte wenscht iritvoering te geven. De troonrede aldus eindigt het Rotter- tfamsche orgaan houdt geen oogenblfk vast, en het, zij het eemgszms onbeholpen opgezet lied verloopt in enkele geluiden zonder slot of samenhang. Het matte stuk zal nergens bezieling opwekken. De Nieuwe Courant (vrijz.) schrijft: Arbeiden en spaarzaam zijn, dat is de hoofdinhoud van de troonrede, die het laatste jaaT dezer parlementaire zittings periode inleidt. Werken en zuinig zijn, de regeering is op de dringende noodzakelijkheid daarvan gewezen reeds terstond na haar optreden. De noodzakelijkheid daartoe zou minder dringend ziin thans, indien zij en de Ka- jner naar die raadgevingen tijdig hadden geluisterd. Het is heter te elfder ure nog te ieeren don ten einde toe ie dwalen en wij moe ten ons dus verheucen, dat de zorgwek kende toestand van de schatkist het inzicht heeft gebracht, dat wij de tering naar de nering zullen hebben te zetten en alles zul len moeten doen, wat in ons vermogen is om deze nering te verlevendigen. De algemeene ontwrichting der econo mische verhoudingen, dat is, wat in bedel briefstijl heet: „de samenloop der omstan digheden Een groot deel dezer omstan digheden had inderdaad en uit den aard der zaak de regeering evenmin in haar macht als t parlement, wat beide zich zelf te wijten hebben is, dat zij niet hebben wil len luisteren naar de Cossandro-profe- tieën, van hen, die met klem van Tedenen betoogden, dat de toestand zou intreden, die thans inderdaad ingetreden is, die tel kens en telkens weer er op hebben gewe zen dat de weg, dien wij gmgen, ons on herroepelijk moest leiden tn een moeras. Thans zullen wij keert maken, maar al vorens weer vasten grond onder de voeten te kunnen krijgen, zullen wij althans voor een deel moeten terugkeeren op onze schreden, zij het om spoediger den sprong te kunnen wegen naar terrein, dat stevi ger steun biedt. Era lichtpunt ziet 'het blad in den toestand en de troonrede brengt dat op gelukkige wijze naar voren de verhouding tot het bui tenland. Die passage klinkt ditmaal heel wat aan genamer, dan sedert jaren het geval kon zijn de schaduw, Se verleden jaar hierop nog viel, is thans veel lichter geworden. In een periode van wereldherstel met al de gevaren daarvan is uit den aard der zaak de verhouding van een kleine mogendheid tot de groote zeer moeilijk, maar de ervaring van tot nu toe geeft hoop, dat van de mo gelijkheden, die onze positie ons biedt, het volle gebruik wordt gemaakt en de erken ning daarvan door het buitenland is door de benoeming van onzen minister van Buiten- landsche Zaken tot voorzitter der Volken bondsvergadering op zeer verheugende wijze aan den dag getreden. Dat de Arbeidswet in haar tegenwooidi- gen vorm niet te handliaven is, is wederom iets, dat boven eiken twijfel verheven is. Of het evenwel zal gelukken dat zoo te doen, dot een belangrijk deel van het reeds aange richte kwaad wordt geneutraliseerd, is he laas een open vraag. Het gezond verstand heeft zijn rechten nog niet ten volle herkre gen en het feit, dat Invaliditeits- en Ouder domswet dreigen te worden gewijzigd in een zin, die het verantwoordelijkheidsgevoel eer- der zal verzwakken dan versterken, stemt niet optimistisch ten aanzien van de ge neigdheid om uit de Arbeidswet te verwij deren, wat daar de buitenlandsche nijverheid bevoordeelt boven die van het eigen land. lei blad besluit met te zeggen Summa summarum eén troonrede, die tot ernstig nadenken stemt, al komt ze in ver schillend opzicht een paar jaren te laat, die het bewustzijn ken verlevendigen, dat er zal moeten worden geworsteld, willen wij in den economischen stormvloed niet ondergaan. Wij hadden in overeenstemming daarmede gaarne ronduit erkend gezien, dat de regee ring zelf mede schuldig staat aan de malaise en dat schuldbewustzijn gaarne zien spre ken in een moedig terugkomen op de dwa lingen haars weegs, waar het sociale maat regelen geldt, die een hoogst onmaatschap pelijk gevolg hebben. Zoolang de regeering den moed daartoe niet heeft, blijft haar werk voor een groot deel gedoemd tot onvrucht baarheid. Het Vaderland (vrijz.), hoezeer in stemming betuigend met meer dan één paragraaf der troonrede, noemt deze niette min een mat £tuk. En al is het wijs beleid de onmiskenbare zwakte van de Coalitie niet nog erger naar voren te doen komen dari zij is, door klink klank des opgesraukten woords, 't teekent toch, dat het sluitstuk van deze parlemen taire campagne, dat de laatste Troonrede vóór de algemeene verkiezingen in den regel is en behoort te zijn, ons zoo duide lijk toeroept, dat een Regeering uit de Rechterzijde met alle gezonde partijforma- tie spot, en de lezing van de Troonrede maakte ons ons dan ook den indruk van het: Ave Caesar, moriturri te selutant. De Arnhemsche Courant (vrijz.) schrijft: Evenals verleden jaar, is ook de Troon rede waarmede de Koningin Dinsdagmid dag de gewone zitting der Staten-Gene- real heeft geopend, kort van inhoud en sober van vorm, ontdaan van alle franje, die vroeger Staatsstukken als dit placht te versieren. En evenals verleden jaar. treft ook in deze Troonrede de matheid van toon, waarin zij is gesteld, evenals toen is zij ten aanzien van enkele onderdeden zeer vaag, terwijl zij geen groote perspec tieven van wetgevenden arbeid opent Dat laatste mocht wellicht van deze troonrede, de laatste van een parlementaire periode, niet verwacht worden, maar de aankondi ging van wat de regeering buiten de Grondwetsherziening om, nog op haar programma heeft voor het komende jaar, is toch wel zeer weinig. Dat zij, nu de Grondwetsherziening de mogelijkheid van een korter parlementair jaar dan een nor maal voor oogen moet hebben gesteld, niet met een uitvoerig program komt, is zeker te prijzen, maar daarnaast wordt door deze Troonrede den indruk gewekt, dat de regeering haar taak in het groote als afgedaan beschouwt, dat zij en de gebeurtenissen van het afgeloopen jaar zullen daaraan wel niet vreemd zijn eenigen twijfel koestert aan de werkelijke regeerkracht van een regeering, die steunt op partijen, die „in politicis" eenigermate met kunst- en vliegwerk bij elkaar gehou den moeten worden. De Arnhemsche Courant betoogt dat de regeering zélve met spaarzaamheid zal heb ben te beginnen. Zoolang zij meent aan alle ooren doof ELECTRISCHE MEUBELFABRIEK IN AMEUBLEMENTEN EN KANTOORMEUBELEN. labrtsk AldegondMtr. 105-105i-i07. Winkil-Magazün: Langestr. 84 Tel. 528-543 VRAAGT PRIJSOPGAAF te moeten blijven voor de zeer ernstige klachten en bezwaren, die door handel en industrie schier dag aan dag geuit worden tegen de sociale wetten, waarmee dezelf de regeering ons land heeft gezegend, en zdolang niet ^angstvallig spaarzaamheid betracht wordt bij de uitvoering van die en andere wetten door de regeering en haar ambtenaren, zoolong niet in de aller eerste plaats in de regeeringsbureaux in Den Haag, en op instigatie daarvan in alle andere bestuurskringen, duidelijk naar buiten bDjkt van een ernstig streven naar bezuiniging, zeggen dergelijke algemeen heden nog minder don niets. Zij kunnen zelfs niet de kracht van een waarschuwing hebben. De Nieuwe Arnhemsche Cou rant (vrijz.) zegt spottend dat deze troon rede welhaast moet opgesteld zijn door Theo (Heemskerk), want die is de eenige guit in het kabinet. „Want wie durft ernstig de burgers op te wekken: met noesten ijver aan het herstel van de welvaart te arbeiden, waar de regeering systematisch en met een cynische consequentie alle m o g e 1 ij k- heden om tot die welvaart te komen, buiten het bereik'der Nederlandschc in- dustrieelen en kooplieden brengt. Zoolang de heer Aalberse dc marht blijft houden om zijn huiten dezer wereld- sche werkelijkheid staande conceptie van arbeidsregeling koppig en zonder eenige nuanceering door te voeren, zóólang zal ieder beroep op den noesten ijver van de Nederlandsche burgerij een aanfluiting blijven. Do Nederlandsche industrieelen zijn ijverig genoeg. Zij wenschcn niets liever dan stug er. straf te werken. Zij zullen dag en nacht in touw zijn. Maar w i e belet hun zoo te werken als zij willen: een re geering, die hoor regeerkracht put uit haar door angst geboren onderworpenheid aan df> arbeidersklasse. Wij zullen de spaarzaamheid in het da- gelijksch leven wel betrachten, wij burgers worden gedwongen door een fiscus, die bij het innen der gelden bij voorkeur de minst elegante methoden kiest. Wij zul- len wel spaarzaam zijn, al zullen wij, helaas, niet sparen kunnen. Maar van eenige spaarzaamheid in het openbaar beheer bemerken wij nog el te weinig. „Het publieke leven op meer bescheiden voet den tot dusver in te richten zal nood zakelijk blijken". Maar, welnu, -dat is reeds drie jaar lang broodnoodzakelijk gebleken. En nu ont dekt men in den Haag pas dat het nood zakelijk z a 1 blijken r Laten wij de schoone beloften laten voor wat ze zijn: luchtspiegelingen die het Jijden van den dorstige in de woestijn nog slechts verscherpen. En in ons hoofd blijft nadreunen de klassieke volzin: „Zorgwekkend is de toestand der schat kist." De Middelburgsche Courant (vrijz.) noemt deze troonrede een zeer pes simistische. Zóó erg is nog nooit over de financiën gesproken, 't Is waar, dat ook in de vorige troonreden steeds van een zorgwekkenden toestand werd gerept. Maar de troonrede van 1918 ging niet verder danzooveel mogelijke beperking der uitgaven, en ingrijpende maatregelen tot versterking der middelen die van 1919beperking der nieuwe uit gaven tot het uiterste, enxversterking der middelen die van T920 uiterste spaarzaamheid en versterking der rijksinkomsten. En nu Het is een heel ander woord nauwelijks te denken aan een belangrijke opvoering van de belastingen en dan vooralnoodzakelijkheid om het publieke leven op meer bescheiden voet dan tot dusver in te richten. Dat kan niet anders beteekenen dan in krimping der staatsbemoeiing dan het neer hingen der lijn, die tot nu toe stéeds hooger steeg. Er wordt nu niet alleen .gesproken over „nieuwe" uilgaven. Het geheele pu blieke leven wordt erin gemengd. We zijn er benieuwd naar te hooren in hoever, die aankondiging reeds in daden zal blijken te zijn omgezet in de heden in te dienen staatsbegrooting." Ook de passage omtrent de buitenland sche bedekkingen noemt de Middelburg- sche pessimistisch klinkend. Er is een nuance-verschil tuschen de alge meene voldoening die verleden jaar werd uitgesproken al werd toen de toestand van Europa onzeker genoemd, en de „ernstige aandacht", die nu gevorderd wordt door den internationalen toestand, met de toevoeging dat de betrekkingen met vreem de mogendheden „in velerlei opzicht" reden tot voldoening geeft. Waar doelt dat op? Wat is er gaande, dat ons land meer dan 't vorig jaar in het bijzonder betreft We kunnen er geen ant woord op geven. De Zutphensche Courant (vrijz.) noemt de rede kort, maar veelzeggendze geeft blijk van ernstigen kijk op den ernsti- gen toestand van ons land. Wanneer de Sta ten-Generaal daarvan óók mogen worden doordrongen, kan dit laatste zittingsjaar nog rijke vruchten dragen. Want dan zullen zij zich bij de klimmende bemoei zucht van den Staat tot ingetogenheid ge noopt zien. De Provinciale Groninger Cou rant resumeerteen somber gestemde rede met iweinig bemoedigends. Een zoo ernstige vermaning, een zoo xorg- ^vftJJcend» toon is in tal van jaren niet ge hoord in de troonrede. Ze waren te verwach ten. In allerlei toonaarden, in alle bladen en tijdschriften, op tal van congressen en ver gaderingen is in den laatsten tijd aangedron gen op hard werken en uiterste spaarzaam heid. Het is wel bedroevend dat -deze ver maningen niet overal den indruk maken, dien zij moesten-hebben. De Standaard (a.-r.) schrijft o. m.^: Het inzicht, in de Troonrede tot uiting ge bracht, dat niet alleen ijver en spaarzaam heid ons uit de moeilijkheid moeten bren gen, maar 't ook zal noodig zijn 'ons publieke leven op bescheidener voet in te richten, doet verwachten, dat de Regeering wel ter dege zal toezien dat op den weg der uitbrei ding van Staatsbemoeiing niet dan met de allergrootste behoedzaamheid mag worden voortgegaan zoo we ten minste niet ge noodzaakt zijn een eindweegs terug te keeren. Het valt het blad op, dat de aan buiten landsche betrekkingen gewijde paragraaf niet zoo beslist klinkt als anders wel het ge val is. „Ernstige aandacht" vordert de internatio nale toestandde ontwikkeling van de be trekkingen die met vreemde mogendheden wofden onderhouden, geeft in „velerlei op zicht" „reden tot voldoening." Hier hoort men de voorzichtige taal van den diplomaat, die tot Voorzitter van den Volkenbond werd. gekozen. Zooals we zeiden, hier ook klinkt de toon van de Rede ietwat meer omfloerst, dan dot in den regel het geval pleegt te zijn. •Het blad geeft ten slotte als zijn indruk van de troonredeeen zorgvolle rede. De Rotterdammer (a.-r.) zegt, dat de troonrede nog korter had kunnen zijn zon der aan belangrijkheid en actualiteit te ver liezen Zij ontleent haar belang toch zeker niet aan de vage aankondiging van verdere „partieele herziening van verschillende on zer wetboeken" en van „wijziging en aan vulling" der arbeidswet, invaliditeitswet en ouderdomswet; en ook niet aan duidelijke mededeeling dat omtrent het levensverze- keringbedrijf, de ruilverkaveling en de pachtovereenkomst voorstellen zullen in komen. Het is toch niet te verwachten dat deze voorstellen in het komende zittings jaar nog zullen worden afgedaan. Van greoter beteekenis zijn de mede- deelingen die het buitenlandsch beleid ra ken. Optimisten, die meeneo zouden dat het bestaan- van den Volkenbond Nederland van internationale zorgen ontheft, vinden zich ontnuchterd door de mededeeling, dat de internationale toestand ernstige aan dacht blijft vorderen. In de mededeeling omtrent de betrekkingen met vreemde mo gendheden, kan men lezen dat die niet in elk opzicht reden tot voldoening geven. Welken kijk de Regeering in het algemeen op den internationalen toestand heeft, blijkt uit het aangekondigde voorstel tot versterking der zeemacht, vooral met het oog op de verdediging van Nederlandsch- Inaië. Gelijk men weet heeft de Indische Volksraad reeds zijn goedkeuring gehecht aan de plannen der Regeering. Ongetwij feld worden de Indische vlootplannen al leen ingegeven door den algemeencn kijk op den internationalen toestand en niet doordat er iets zou ontbreken aan de goede verstandhouding met de mogend heden, die in het verre oosten van betee kenis zijn. Warme instemming betuigt het -blad met de bezuinigings- en arbeidzaamheidspara- graf en. Het zou aan de regeering willen vra gen: druk die twee uitspraken in tienduizen den exemplaren en hang ze op in alle pu blieke plaatsen. Uit De Nederlander (c. h.) ctteeren .we als essentieele passage: „Er ligt over de troonrede een waas van ernst, doch niet van somberheid en aller minst ven moedeloosheid. Integendeel: de toestand wordt klaar en met bewustheid gezien; maar het blijkt evenzeer, dat de regeering wil aanvatten en handelen. Ven de Staten-Generaal verwacht ons volk hetzelfde." Voor het laatste jaar een-er parlementaire periode pleegt de rede, waarmede de zitting der Staten-Generaal geopend wordt, uit te munten door kortheid zegt de M a a s- bode (r.-k.) Wat voor de hand ligt. Een meer sobere dan de huidige zagen wij niette min nimmer. Wanneer de M s b\ het meer descriptieve deel der Troonrede, gewijd aan de nationale en internationale verhoudingen naast de aan kondiging van de versterking onzer Zee macht, speciaal ter verdediging van Indië, legt, dan schijnt haar de sombere toon, welke uit meer genoemd deel opklinkt, nog ernstiger te manen dan eerst. Terwijl de drie eerste alinea's geheel in mineur gecomponeerd staan, zoodat over den economischen toestand van het land, den toestand der schatkist en het zorgvol verschiet voor de Koloniën geen enkel hoop vol geluid vernomen wordt, terwijl boven dien, gegeven de onmogelijkheid om de be- lastingschroef nog straffer aan te zetten, in richting op meer bescheiden voet van het publieke leven (zoo goed als van het indivi- dueele) als onafwijsbare eisch wordt gesteld; zien we tegelijkertijd aan den donkeren horizon een nieuwe donderkop verschijnen, 'die aan defensie-uitgaven voor de eerstvol gende twaalf jaar wel niet weinig minder dan een 400-millioen offer van het zuinig- levende Nederland en zijn koloniën vorde ren zal. Inderdaad „zorgwekkend" zou zulke nood zakelijkheid zijn. Moeten we een aanduiding dier noodzake lijkheid zien in de buitenlandsche paragraaf. welke behoedzaam spreekt van „velerlei reden tot voldoening"? In elk geval zal deze Jobstijding ons land de volle zwaarte doen gevoelen van der tijden ongunst, waarvan dit staatsstuk zoo talrijke sporen draagt. Bij de klemmende noodzakelijkheid van angstvallige spaar zaamheid en zuinig beheer zou men geneigd zijn, zulke plannen, hoe gewenscht op zich* zelf ook, voorloopig maar te laten rusten, Ook degenen, die na het politiek debat der vorige week voor de Regeringsverkla ring enkel dankbaar, maar niet voldaan zijn, zullen thans, volgens De T ij d (r.-k.) met groote ingenomenheid vernemen, dat de Troonrede het alles beheerschend-e vraag stuk der economische verhoudingen op den' voorgrond stelt. O. m. zegt het blad: - In een zuinig beheer ook in de overzee- sche deelen van den Staat, door het pu>* blieke leven hier zoowel als daar op meel bescheiden voet, dan tot dusver, in te rich» ten, zal de oplossing van het financieel probleem worden gezocht en het verbro ken evenwicht dienen hersteld. Maar be zuiniging op de Staatsuitgaven alléén is niet voldoende om ons nationaal vermo gen en onzen levensstandaard op peil te houden. De overheid kan en zal voorgaan^ maar geheel het volk heeft haar op dien: weg te volgen; „met noesten ijver onn het herstel van de welvaart te arbeiden, angst vallig de spaarzaamheid te betrachten, is o n s a 11 e r plicht", zegt de Troonrede zeer juist Arbeiden en zuinig zijn, mocht dit parool weerklank vinden bij al de stan den der bevolking, dan, maar ook dan alléén, kunnen de gevolgen van oorlog, kan de dreigende ramp der economische ontwrichting worden gekeerd. De Staatscoui ant van 20 September bevat o.a. de volgende Koninklijke besluiten: benoemd lot burgemeester van Meyel F. Li Sanders, secretaris dier gemeente; ingetrokken de benoeming van mr. H. Frans- sen tot griffier van het kantongerecht te Zurid* horn en benoemd als zoodanig mr. S. Zpey, advocaat en waarnemend griffier bij het kan tongerecht te Leeuwarden; benoemd tot raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof te Leeuwarden mr. W. H. de Greve, directeur van de Friesche Bank, wonende te Leeuwarden; op verzoek eervol ontslagen mr. dr. J. W, Eijsten, als schoolopziener in de inspectie Zut* phen; benoemt, aan de R. H. B. S. te Assen tot leer* aar J. Marwitz, J. H. A. Krees en J. Petersen, allen thans tijdelijk; te Appingedam tot leeraar P. M. Cevaal, thans tijdelijk; te Heerenveen tot leeraar J. Busquet te Amersfoort; te Steenwijk tot leeraar W. Li Förch, thans tijdelijk; tot leerares mej. T. A. Bekkering én tot leeraar R. de Vries, beiden thans tijdelijk; eervol ontslagen wegens opheffing der betrek* king J. C. Wienecke, stempelsnijder aan 's Rijks Munt; benoemd tot ontvanger der registratie van kantoor no. 1 en der successierechten te 's-Her* togenbosch J. C. Versluijs, thans registratie* entvanger te Groenlo; tot registratie-ontvanger, te Sittard M. R. Verkerk, thans te Helder; tö Woerden H. Sillevis, thans te Oirschot; te Beet* sterzwaag J. H. de Ruiter, thans te* Hol werd; herbenoemd tot burgemeesier van Loosdrecht jhr. Q. J. van Swinderen. benoemd bij het wapen der infanterie tot 2e luit. bij het Ie reg. de vaandrig-titulair C. Gott* schal; bij het Gde de vaandrig-tit. W. Coppoolse; bij he,t 7de de vaandrig-tit. W. A. J. Roelof* sen en N. D. Nammensma; bij het 8ste de vaan* drig-titulair P. van der Heide; bij het I3de de vaandrig-titulair P. G. M. Vlamings; bij het I4dö d~ vaandrigs-titulair M. J. LI. S. Romper en J. G. Warringa; bij het I7de de vaandrig-tit* A. den Boer; bij het 20ste de vaandrig-titulair F. W. Groennewegen; bij het 22ste de vaan* drig-titulair J. L. Uytterschout, allen leerlingen! ven het tweede studiejaar van den hoofdcursus; 2o. bij hetd ienstvak der militaire admini* stratie tot 2de luit. bij het 4de reg. inf. de vaan* drig-titulair H. P. L. van Gestel; bij het 5de de vaandrig-titulair A. J. M. van Gulïck; bij het 20ste de vaandrig-titulair J. Pal land; bij het 22ste de cadet-vaandrig-titulair A. L. Willems,. allen leerlingen van het tweede studiejaar van! den hoofdeur us; De opening der Kamers. De Commissie uit de Vereenigde Vergode* ring van de beide Kamers der Staten-Generoa^ welke Hare Majesteit de Koningin heden in di< vergadering in- en uitleidde, bestond uit dl ledenDojes (voorzitter), van Basten Baten burg, van der Maesen de Sombreff, de Boer el Diepenhorst, van de Eerste Kameren Mai\ chant. Schokking, van der Voort van Zijp, df Kanter, Soheurer, Drion, de Groot, Swane, Wini termans en Reymer, van de Tweede Kamer. Men meldt ons uit Den Haag: Begunstigd door prachtig weder heeft hedefl de Koningin om half twee in de Ridderzaal dei nieuwe zitting der Staten-Generaal geopend* Allerwege langs den weg dien de stoet nam wew den de Koningin en Prins hartelijk toegejuicht* De groote Ridderzaal bood wederom dene zelfden aanblik als vorige jaren. Onder de gezanten in hun kleurrijke uniforsf men, was ook de nieuwe internuntius, monseig* neur Vicentini. Onder de Kamerleden was voor het eerst eeij damemej. Westerman. Als naar gewoonte^ waren de sociaal-democraten en de communis* ten niet verschenen. De ministers-uniform droegen de heeren D^ Waal Malefijt, Rink, Lely, Kraus en Cremer. hl rok waren de heeren Ter Hall, Wijk, Stule* meyer, Henri Hermans, Oud, Ketelaar, Teeivf stra, Abr. Staalman, Schouten, Colijn, Bijlerel<V Zijlstra, Van de Biltin gekleede jas kwameiJ de heeren Weitkomp, Bakker, Van Rtfzewift

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 2