ROIl's Brandstaffenhande! Mtscimg 71 Tel. 539 - kslmj-spoor.
ST.Ernmon
Bestel THANS uwe brandstoffen, wij hebben anihraoiet vanaf f 2.75 per H.L. tot de beste soorten.
Gietcokes in 3 afmetingen voor eik systeem centrale verwarming. VRAAGT ONZE PRIJZEN.
Per flesch f 1.75, per ank^r f 72-.
oi j. s. snmimi Zn., m. u. x Til. ws
POLDERMAN,
3
GORTEPA,
GEBRUIKT
lEMTIH PA?
Hebt U een
Taxi of Auto noodig
Bei dan i$@, 42
Fa. VAN NIEUWKERK ELZENAAR,™
Berichten.
CRtGIWEELE
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1917
13
Accountant en Leeraar M. 0. Boekhouden. Acoa Panlownalaan 1.
Opmaken van Balansen en verdere Accountantswerkzaamheden. - Telsf..33l.
Bereidt uit primft
GORT- en RGOiSK&RNEMELK
OverheeHIjk van smaak
MACHINEKAMIBR-
BEHOËFTEN
C DRIJFWERK
daarenboven m de opsomming, die in de
Troonrede volgt, het werkprogram voor
het komende jaar, eens eenige aanwijzin
gen hadden gekregen, hoe, door welke
wettelijke en administratieve maatregelen,
de regeering aan haar gedachte wenscht
iritvoering te geven.
De troonrede aldus eindigt het Rotter-
tfamsche orgaan houdt geen oogenblfk
vast, en het, zij het eemgszms onbeholpen
opgezet lied verloopt in enkele geluiden
zonder slot of samenhang. Het matte stuk
zal nergens bezieling opwekken.
De Nieuwe Courant (vrijz.) schrijft:
Arbeiden en spaarzaam zijn, dat is de
hoofdinhoud van de troonrede, die het
laatste jaaT dezer parlementaire zittings
periode inleidt.
Werken en zuinig zijn, de regeering is
op de dringende noodzakelijkheid daarvan
gewezen reeds terstond na haar optreden.
De noodzakelijkheid daartoe zou minder
dringend ziin thans, indien zij en de Ka-
jner naar die raadgevingen tijdig hadden
geluisterd.
Het is heter te elfder ure nog te ieeren
don ten einde toe ie dwalen en wij moe
ten ons dus verheucen, dat de zorgwek
kende toestand van de schatkist het inzicht
heeft gebracht, dat wij de tering naar de
nering zullen hebben te zetten en alles zul
len moeten doen, wat in ons vermogen is
om deze nering te verlevendigen.
De algemeene ontwrichting der econo
mische verhoudingen, dat is, wat in bedel
briefstijl heet: „de samenloop der omstan
digheden Een groot deel dezer omstan
digheden had inderdaad en uit den aard
der zaak de regeering evenmin in haar
macht als t parlement, wat beide zich zelf
te wijten hebben is, dat zij niet hebben wil
len luisteren naar de Cossandro-profe-
tieën, van hen, die met klem van Tedenen
betoogden, dat de toestand zou intreden,
die thans inderdaad ingetreden is, die tel
kens en telkens weer er op hebben gewe
zen dat de weg, dien wij gmgen, ons on
herroepelijk moest leiden tn een moeras.
Thans zullen wij keert maken, maar al
vorens weer vasten grond onder de voeten
te kunnen krijgen, zullen wij althans voor
een deel moeten terugkeeren op onze
schreden, zij het om spoediger den sprong
te kunnen wegen naar terrein, dat stevi
ger steun biedt.
Era lichtpunt ziet 'het blad in den toestand
en de troonrede brengt dat op gelukkige
wijze naar voren de verhouding tot het bui
tenland.
Die passage klinkt ditmaal heel wat aan
genamer, dan sedert jaren het geval kon
zijn de schaduw, Se verleden jaar hierop
nog viel, is thans veel lichter geworden. In
een periode van wereldherstel met al de
gevaren daarvan is uit den aard der zaak de
verhouding van een kleine mogendheid tot
de groote zeer moeilijk, maar de ervaring
van tot nu toe geeft hoop, dat van de mo
gelijkheden, die onze positie ons biedt, het
volle gebruik wordt gemaakt en de erken
ning daarvan door het buitenland is door de
benoeming van onzen minister van Buiten-
landsche Zaken tot voorzitter der Volken
bondsvergadering op zeer verheugende wijze
aan den dag getreden.
Dat de Arbeidswet in haar tegenwooidi-
gen vorm niet te handliaven is, is wederom
iets, dat boven eiken twijfel verheven is. Of
het evenwel zal gelukken dat zoo te doen,
dot een belangrijk deel van het reeds aange
richte kwaad wordt geneutraliseerd, is he
laas een open vraag. Het gezond verstand
heeft zijn rechten nog niet ten volle herkre
gen en het feit, dat Invaliditeits- en Ouder
domswet dreigen te worden gewijzigd in een
zin, die het verantwoordelijkheidsgevoel eer-
der zal verzwakken dan versterken, stemt
niet optimistisch ten aanzien van de ge
neigdheid om uit de Arbeidswet te verwij
deren, wat daar de buitenlandsche nijverheid
bevoordeelt boven die van het eigen land.
lei blad besluit met te zeggen
Summa summarum eén troonrede, die tot
ernstig nadenken stemt, al komt ze in ver
schillend opzicht een paar jaren te laat, die
het bewustzijn ken verlevendigen, dat er zal
moeten worden geworsteld, willen wij in den
economischen stormvloed niet ondergaan.
Wij hadden in overeenstemming daarmede
gaarne ronduit erkend gezien, dat de regee
ring zelf mede schuldig staat aan de malaise
en dat schuldbewustzijn gaarne zien spre
ken in een moedig terugkomen op de dwa
lingen haars weegs, waar het sociale maat
regelen geldt, die een hoogst onmaatschap
pelijk gevolg hebben. Zoolang de regeering
den moed daartoe niet heeft, blijft haar werk
voor een groot deel gedoemd tot onvrucht
baarheid.
Het Vaderland (vrijz.), hoezeer in
stemming betuigend met meer dan één
paragraaf der troonrede, noemt deze niette
min een mat £tuk.
En al is het wijs beleid de onmiskenbare
zwakte van de Coalitie niet nog erger naar
voren te doen komen dari zij is, door klink
klank des opgesraukten woords, 't teekent
toch, dat het sluitstuk van deze parlemen
taire campagne, dat de laatste Troonrede
vóór de algemeene verkiezingen in den
regel is en behoort te zijn, ons zoo duide
lijk toeroept, dat een Regeering uit de
Rechterzijde met alle gezonde partijforma-
tie spot, en de lezing van de Troonrede
maakte ons ons dan ook den indruk van
het: Ave Caesar, moriturri te selutant.
De Arnhemsche Courant (vrijz.)
schrijft:
Evenals verleden jaar, is ook de Troon
rede waarmede de Koningin Dinsdagmid
dag de gewone zitting der Staten-Gene-
real heeft geopend, kort van inhoud en
sober van vorm, ontdaan van alle franje,
die vroeger Staatsstukken als dit placht
te versieren. En evenals verleden jaar. treft
ook in deze Troonrede de matheid van
toon, waarin zij is gesteld, evenals toen is
zij ten aanzien van enkele onderdeden
zeer vaag, terwijl zij geen groote perspec
tieven van wetgevenden arbeid opent Dat
laatste mocht wellicht van deze troonrede,
de laatste van een parlementaire periode,
niet verwacht worden, maar de aankondi
ging van wat de regeering buiten de
Grondwetsherziening om, nog op haar
programma heeft voor het komende jaar,
is toch wel zeer weinig. Dat zij, nu de
Grondwetsherziening de mogelijkheid van
een korter parlementair jaar dan een nor
maal voor oogen moet hebben gesteld,
niet met een uitvoerig program komt, is
zeker te prijzen, maar daarnaast wordt
door deze Troonrede den indruk gewekt,
dat de regeering haar taak in het groote
als afgedaan beschouwt, dat zij en de
gebeurtenissen van het afgeloopen jaar
zullen daaraan wel niet vreemd zijn
eenigen twijfel koestert aan de werkelijke
regeerkracht van een regeering, die steunt
op partijen, die „in politicis" eenigermate
met kunst- en vliegwerk bij elkaar gehou
den moeten worden.
De Arnhemsche Courant betoogt dat de
regeering zélve met spaarzaamheid zal heb
ben te beginnen.
Zoolang zij meent aan alle ooren doof
ELECTRISCHE MEUBELFABRIEK
IN AMEUBLEMENTEN EN KANTOORMEUBELEN.
labrtsk AldegondMtr. 105-105i-i07. Winkil-Magazün: Langestr. 84 Tel. 528-543
VRAAGT PRIJSOPGAAF
te moeten blijven voor de zeer ernstige
klachten en bezwaren, die door handel en
industrie schier dag aan dag geuit worden
tegen de sociale wetten, waarmee dezelf
de regeering ons land heeft gezegend, en
zdolang niet ^angstvallig spaarzaamheid
betracht wordt bij de uitvoering van die
en andere wetten door de regeering en
haar ambtenaren, zoolong niet in de aller
eerste plaats in de regeeringsbureaux in
Den Haag, en op instigatie daarvan in alle
andere bestuurskringen, duidelijk naar
buiten bDjkt van een ernstig streven naar
bezuiniging, zeggen dergelijke algemeen
heden nog minder don niets. Zij kunnen
zelfs niet de kracht van een waarschuwing
hebben.
De Nieuwe Arnhemsche Cou
rant (vrijz.) zegt spottend dat deze troon
rede welhaast moet opgesteld zijn door Theo
(Heemskerk), want die is de eenige guit
in het kabinet.
„Want wie durft ernstig de burgers
op te wekken: met noesten ijver aan het
herstel van de welvaart te arbeiden, waar
de regeering systematisch en met een
cynische consequentie alle m o g e 1 ij k-
heden om tot die welvaart te komen,
buiten het bereik'der Nederlandschc in-
dustrieelen en kooplieden brengt.
Zoolang de heer Aalberse dc marht
blijft houden om zijn huiten dezer wereld-
sche werkelijkheid staande conceptie van
arbeidsregeling koppig en zonder eenige
nuanceering door te voeren, zóólang zal
ieder beroep op den noesten ijver van de
Nederlandsche burgerij een aanfluiting
blijven.
Do Nederlandsche industrieelen zijn
ijverig genoeg. Zij wenschcn niets liever
dan stug er. straf te werken. Zij zullen dag
en nacht in touw zijn. Maar w i e belet
hun zoo te werken als zij willen: een re
geering, die hoor regeerkracht put uit haar
door angst geboren onderworpenheid aan
df> arbeidersklasse.
Wij zullen de spaarzaamheid in het da-
gelijksch leven wel betrachten, wij burgers
worden gedwongen door een fiscus,
die bij het innen der gelden bij voorkeur
de minst elegante methoden kiest. Wij zul-
len wel spaarzaam zijn, al zullen wij,
helaas, niet sparen kunnen.
Maar van eenige spaarzaamheid in het
openbaar beheer bemerken wij nog el te
weinig.
„Het publieke leven op meer bescheiden
voet den tot dusver in te richten zal nood
zakelijk blijken".
Maar, welnu, -dat is reeds drie jaar lang
broodnoodzakelijk gebleken. En nu ont
dekt men in den Haag pas dat het nood
zakelijk z a 1 blijken r
Laten wij de schoone beloften laten
voor wat ze zijn: luchtspiegelingen die het
Jijden van den dorstige in de woestijn nog
slechts verscherpen.
En in ons hoofd blijft nadreunen de
klassieke volzin:
„Zorgwekkend is de toestand der schat
kist."
De Middelburgsche Courant
(vrijz.) noemt deze troonrede een zeer pes
simistische.
Zóó erg is nog nooit over de financiën
gesproken, 't Is waar, dat ook in de vorige
troonreden steeds van een zorgwekkenden
toestand werd gerept.
Maar de troonrede van 1918 ging niet
verder danzooveel mogelijke beperking
der uitgaven, en ingrijpende maatregelen
tot versterking der middelen
die van 1919beperking der nieuwe uit
gaven tot het uiterste, enxversterking der
middelen
die van T920 uiterste spaarzaamheid en
versterking der rijksinkomsten.
En nu Het is een heel ander woord
nauwelijks te denken aan een belangrijke
opvoering van de belastingen
en dan vooralnoodzakelijkheid om het
publieke leven op meer bescheiden voet dan
tot dusver in te richten.
Dat kan niet anders beteekenen dan in
krimping der staatsbemoeiing dan het neer
hingen der lijn, die tot nu toe stéeds hooger
steeg. Er wordt nu niet alleen .gesproken
over „nieuwe" uilgaven. Het geheele pu
blieke leven wordt erin gemengd.
We zijn er benieuwd naar te hooren in
hoever, die aankondiging reeds in daden zal
blijken te zijn omgezet in de heden in te
dienen staatsbegrooting."
Ook de passage omtrent de buitenland
sche bedekkingen noemt de Middelburg-
sche pessimistisch klinkend.
Er is een nuance-verschil tuschen de alge
meene voldoening die verleden jaar werd
uitgesproken al werd toen de toestand
van Europa onzeker genoemd, en de
„ernstige aandacht", die nu gevorderd wordt
door den internationalen toestand, met de
toevoeging dat de betrekkingen met vreem
de mogendheden „in velerlei opzicht" reden
tot voldoening geeft.
Waar doelt dat op? Wat is er gaande,
dat ons land meer dan 't vorig jaar in het
bijzonder betreft We kunnen er geen ant
woord op geven.
De Zutphensche Courant (vrijz.)
noemt de rede kort, maar veelzeggendze
geeft blijk van ernstigen kijk op den ernsti-
gen toestand van ons land.
Wanneer de Sta ten-Generaal daarvan óók
mogen worden doordrongen, kan dit laatste
zittingsjaar nog rijke vruchten dragen. Want
dan zullen zij zich bij de klimmende bemoei
zucht van den Staat tot ingetogenheid ge
noopt zien.
De Provinciale Groninger Cou
rant resumeerteen somber gestemde rede
met iweinig bemoedigends.
Een zoo ernstige vermaning, een zoo xorg-
^vftJJcend» toon is in tal van jaren niet ge
hoord in de troonrede. Ze waren te verwach
ten. In allerlei toonaarden, in alle bladen en
tijdschriften, op tal van congressen en ver
gaderingen is in den laatsten tijd aangedron
gen op hard werken en uiterste spaarzaam
heid. Het is wel bedroevend dat -deze ver
maningen niet overal den indruk maken,
dien zij moesten-hebben.
De Standaard (a.-r.) schrijft o. m.^:
Het inzicht, in de Troonrede tot uiting ge
bracht, dat niet alleen ijver en spaarzaam
heid ons uit de moeilijkheid moeten bren
gen, maar 't ook zal noodig zijn 'ons publieke
leven op bescheidener voet in te richten,
doet verwachten, dat de Regeering wel ter
dege zal toezien dat op den weg der uitbrei
ding van Staatsbemoeiing niet dan met de
allergrootste behoedzaamheid mag worden
voortgegaan zoo we ten minste niet ge
noodzaakt zijn een eindweegs terug te
keeren.
Het valt het blad op, dat de aan buiten
landsche betrekkingen gewijde paragraaf
niet zoo beslist klinkt als anders wel het ge
val is.
„Ernstige aandacht" vordert de internatio
nale toestandde ontwikkeling van de be
trekkingen die met vreemde mogendheden
wofden onderhouden, geeft in „velerlei op
zicht" „reden tot voldoening." Hier hoort
men de voorzichtige taal van den diplomaat,
die tot Voorzitter van den Volkenbond werd.
gekozen. Zooals we zeiden, hier ook klinkt
de toon van de Rede ietwat meer omfloerst,
dan dot in den regel het geval pleegt te zijn.
•Het blad geeft ten slotte als zijn indruk
van de troonredeeen zorgvolle rede.
De Rotterdammer (a.-r.) zegt, dat de
troonrede nog korter had kunnen zijn zon
der aan belangrijkheid en actualiteit te ver
liezen
Zij ontleent haar belang toch zeker niet
aan de vage aankondiging van verdere
„partieele herziening van verschillende on
zer wetboeken" en van „wijziging en aan
vulling" der arbeidswet, invaliditeitswet en
ouderdomswet; en ook niet aan duidelijke
mededeeling dat omtrent het levensverze-
keringbedrijf, de ruilverkaveling en de
pachtovereenkomst voorstellen zullen in
komen. Het is toch niet te verwachten dat
deze voorstellen in het komende zittings
jaar nog zullen worden afgedaan.
Van greoter beteekenis zijn de mede-
deelingen die het buitenlandsch beleid ra
ken.
Optimisten, die meeneo zouden dat het
bestaan- van den Volkenbond Nederland
van internationale zorgen ontheft, vinden
zich ontnuchterd door de mededeeling, dat
de internationale toestand ernstige aan
dacht blijft vorderen. In de mededeeling
omtrent de betrekkingen met vreemde mo
gendheden, kan men lezen dat die niet in
elk opzicht reden tot voldoening geven.
Welken kijk de Regeering in het algemeen
op den internationalen toestand heeft,
blijkt uit het aangekondigde voorstel tot
versterking der zeemacht, vooral met het
oog op de verdediging van Nederlandsch-
Inaië. Gelijk men weet heeft de Indische
Volksraad reeds zijn goedkeuring gehecht
aan de plannen der Regeering. Ongetwij
feld worden de Indische vlootplannen al
leen ingegeven door den algemeencn kijk
op den internationalen toestand en niet
doordat er iets zou ontbreken aan de
goede verstandhouding met de mogend
heden, die in het verre oosten van betee
kenis zijn.
Warme instemming betuigt het -blad met
de bezuinigings- en arbeidzaamheidspara-
graf en. Het zou aan de regeering willen vra
gen: druk die twee uitspraken in tienduizen
den exemplaren en hang ze op in alle pu
blieke plaatsen.
Uit De Nederlander (c. h.) ctteeren
.we als essentieele passage:
„Er ligt over de troonrede een waas van
ernst, doch niet van somberheid en aller
minst ven moedeloosheid. Integendeel: de
toestand wordt klaar en met bewustheid
gezien; maar het blijkt evenzeer, dat de
regeering wil aanvatten en handelen.
Ven de Staten-Generaal verwacht ons
volk hetzelfde."
Voor het laatste jaar een-er parlementaire
periode pleegt de rede, waarmede de zitting
der Staten-Generaal geopend wordt, uit te
munten door kortheid zegt de M a a s-
bode (r.-k.) Wat voor de hand ligt. Een
meer sobere dan de huidige zagen wij niette
min nimmer.
Wanneer de M s b\ het meer descriptieve
deel der Troonrede, gewijd aan de nationale
en internationale verhoudingen naast de aan
kondiging van de versterking onzer Zee
macht, speciaal ter verdediging van Indië,
legt, dan schijnt haar de sombere toon,
welke uit meer genoemd deel opklinkt, nog
ernstiger te manen dan eerst.
Terwijl de drie eerste alinea's geheel in
mineur gecomponeerd staan, zoodat over
den economischen toestand van het land,
den toestand der schatkist en het zorgvol
verschiet voor de Koloniën geen enkel hoop
vol geluid vernomen wordt, terwijl boven
dien, gegeven de onmogelijkheid om de be-
lastingschroef nog straffer aan te zetten, in
richting op meer bescheiden voet van het
publieke leven (zoo goed als van het indivi-
dueele) als onafwijsbare eisch wordt gesteld;
zien we tegelijkertijd aan den donkeren
horizon een nieuwe donderkop verschijnen,
'die aan defensie-uitgaven voor de eerstvol
gende twaalf jaar wel niet weinig minder
dan een 400-millioen offer van het zuinig-
levende Nederland en zijn koloniën vorde
ren zal.
Inderdaad „zorgwekkend" zou zulke nood
zakelijkheid zijn.
Moeten we een aanduiding dier noodzake
lijkheid zien in de buitenlandsche paragraaf.
welke behoedzaam spreekt van „velerlei
reden tot voldoening"?
In elk geval zal deze Jobstijding ons land
de volle zwaarte doen gevoelen van der
tijden ongunst, waarvan dit staatsstuk zoo
talrijke sporen draagt. Bij de klemmende
noodzakelijkheid van angstvallige spaar
zaamheid en zuinig beheer zou men geneigd
zijn, zulke plannen, hoe gewenscht op zich*
zelf ook, voorloopig maar te laten rusten,
Ook degenen, die na het politiek debat
der vorige week voor de Regeringsverkla
ring enkel dankbaar, maar niet voldaan zijn,
zullen thans, volgens De T ij d (r.-k.) met
groote ingenomenheid vernemen, dat de
Troonrede het alles beheerschend-e vraag
stuk der economische verhoudingen op den'
voorgrond stelt.
O. m. zegt het blad:
- In een zuinig beheer ook in de overzee-
sche deelen van den Staat, door het pu>*
blieke leven hier zoowel als daar op meel
bescheiden voet, dan tot dusver, in te rich»
ten, zal de oplossing van het financieel
probleem worden gezocht en het verbro
ken evenwicht dienen hersteld. Maar be
zuiniging op de Staatsuitgaven alléén is
niet voldoende om ons nationaal vermo
gen en onzen levensstandaard op peil te
houden. De overheid kan en zal voorgaan^
maar geheel het volk heeft haar op dien:
weg te volgen; „met noesten ijver onn het
herstel van de welvaart te arbeiden, angst
vallig de spaarzaamheid te betrachten, is
o n s a 11 e r plicht", zegt de Troonrede
zeer juist Arbeiden en zuinig zijn, mocht
dit parool weerklank vinden bij al de stan
den der bevolking, dan, maar ook dan
alléén, kunnen de gevolgen van oorlog,
kan de dreigende ramp der economische
ontwrichting worden gekeerd.
De Staatscoui ant van 20 September bevat
o.a. de volgende Koninklijke besluiten:
benoemd lot burgemeester van Meyel F. Li
Sanders, secretaris dier gemeente;
ingetrokken de benoeming van mr. H. Frans-
sen tot griffier van het kantongerecht te Zurid*
horn en benoemd als zoodanig mr. S. Zpey,
advocaat en waarnemend griffier bij het kan
tongerecht te Leeuwarden;
benoemd tot raadsheer-plaatsvervanger in
het gerechtshof te Leeuwarden mr. W. H. de
Greve, directeur van de Friesche Bank, wonende
te Leeuwarden;
op verzoek eervol ontslagen mr. dr. J. W,
Eijsten, als schoolopziener in de inspectie Zut*
phen;
benoemt, aan de R. H. B. S. te Assen tot leer*
aar J. Marwitz, J. H. A. Krees en J. Petersen,
allen thans tijdelijk; te Appingedam tot leeraar
P. M. Cevaal, thans tijdelijk;
te Heerenveen tot leeraar J. Busquet te
Amersfoort; te Steenwijk tot leeraar W. Li
Förch, thans tijdelijk;
tot leerares mej. T. A. Bekkering én tot leeraar
R. de Vries, beiden thans tijdelijk;
eervol ontslagen wegens opheffing der betrek*
king J. C. Wienecke, stempelsnijder aan 's Rijks
Munt;
benoemd tot ontvanger der registratie van
kantoor no. 1 en der successierechten te 's-Her*
togenbosch J. C. Versluijs, thans registratie*
entvanger te Groenlo; tot registratie-ontvanger,
te Sittard M. R. Verkerk, thans te Helder; tö
Woerden H. Sillevis, thans te Oirschot; te Beet*
sterzwaag J. H. de Ruiter, thans te* Hol werd;
herbenoemd tot burgemeesier van Loosdrecht
jhr. Q. J. van Swinderen.
benoemd bij het wapen der infanterie tot 2e
luit. bij het Ie reg. de vaandrig-titulair C. Gott*
schal; bij het Gde de vaandrig-tit. W. Coppoolse;
bij he,t 7de de vaandrig-tit. W. A. J. Roelof*
sen en N. D. Nammensma; bij het 8ste de vaan*
drig-titulair P. van der Heide; bij het I3de de
vaandrig-titulair P. G. M. Vlamings; bij het I4dö
d~ vaandrigs-titulair M. J. LI. S. Romper en
J. G. Warringa; bij het I7de de vaandrig-tit*
A. den Boer; bij het 20ste de vaandrig-titulair
F. W. Groennewegen; bij het 22ste de vaan*
drig-titulair J. L. Uytterschout, allen leerlingen!
ven het tweede studiejaar van den hoofdcursus;
2o. bij hetd ienstvak der militaire admini*
stratie tot 2de luit. bij het 4de reg. inf. de vaan*
drig-titulair H. P. L. van Gestel; bij het 5de de
vaandrig-titulair A. J. M. van Gulïck; bij het
20ste de vaandrig-titulair J. Pal land; bij het
22ste de cadet-vaandrig-titulair A. L. Willems,.
allen leerlingen van het tweede studiejaar van!
den hoofdeur us;
De opening der Kamers.
De Commissie uit de Vereenigde Vergode*
ring van de beide Kamers der Staten-Generoa^
welke Hare Majesteit de Koningin heden in di<
vergadering in- en uitleidde, bestond uit dl
ledenDojes (voorzitter), van Basten Baten
burg, van der Maesen de Sombreff, de Boer el
Diepenhorst, van de Eerste Kameren Mai\
chant. Schokking, van der Voort van Zijp, df
Kanter, Soheurer, Drion, de Groot, Swane, Wini
termans en Reymer, van de Tweede Kamer.
Men meldt ons uit Den Haag:
Begunstigd door prachtig weder heeft hedefl
de Koningin om half twee in de Ridderzaal dei
nieuwe zitting der Staten-Generaal geopend*
Allerwege langs den weg dien de stoet nam wew
den de Koningin en Prins hartelijk toegejuicht*
De groote Ridderzaal bood wederom dene
zelfden aanblik als vorige jaren.
Onder de gezanten in hun kleurrijke uniforsf
men, was ook de nieuwe internuntius, monseig*
neur Vicentini.
Onder de Kamerleden was voor het eerst eeij
damemej. Westerman. Als naar gewoonte^
waren de sociaal-democraten en de communis*
ten niet verschenen.
De ministers-uniform droegen de heeren D^
Waal Malefijt, Rink, Lely, Kraus en Cremer. hl
rok waren de heeren Ter Hall, Wijk, Stule*
meyer, Henri Hermans, Oud, Ketelaar, Teeivf
stra, Abr. Staalman, Schouten, Colijn, Bijlerel<V
Zijlstra, Van de Biltin gekleede jas kwameiJ
de heeren Weitkomp, Bakker, Van Rtfzewift