De roman van een studente. DE EEMLANDER" FOTO- Het Marktwezen. VAN DE WEG. Langestraa> 23. ^tOe Jaargang No. Ill lUMHUSFOB *'™n tZ! fpn pott f J.—, pet week (met gratis TOiekerm» Wgcn ongelukken) f 0XI*, «(rnnrlfrlljke nummer» AMERSFOORTSCH DAGBLAD DIRECTEUR-UITGEVERi J. VALKHOFF. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWAI TEl. INT 61X Uinsdag 8 November 1921 PRIJS DER ADVERTENTIE» inbegrip van eei bewijsnummer, elke regel meer f 0.25, dienstaanbiea dingen en Lictd.idiqhcids-adveitenticn voor de held der prijs. Voor handel en bedrijf bestaan zeef Voordeeiige bcpalingeo voor bet adverlccrco. hen« circulaire, bevattende de voorwaarden, wordt op aanvraag toegezonden. Met meer dan gewone belangstelling hebben fo leennis genomen van het voorstel van Burg. n Wethouders inzake het marktwezen. Waar wij n ons nummer van 15 Aug. een ongeveer ge- Ijke regeling als thans wordt voorgesteld be- ileitten, zal het zeker niemand verwonderen, dat het voorstel ten zeerste toejuichen en we lopen dan ook, dat de Raad er zich mee ver- lenigen zal en dat daarmee spoedig een einde pal worden gemaakt aan een toestand, welke hoe langer hoe meer als onhoudbaar wordt gevoeld. [)e Varkensmarkt toch, als punt van samenkomst fran eenige drukke verkeerswegen, is o. i. al Rijster ongeschikt als marktplaats. Afgezien van ^esthetische bezwaren tegen het houden van een Verkoopplaats van varkens in een druk verkeers- centrum, meenen wij ook, dat het voor een goeden handel geen aanbeveling verdient deze te doen geschieden op een plaats waar zoo her haaldelijk de aandacht wordt getrokken door an dere zaken dan de handelswaar. Een rustiger (omgeving is daarvoor alleszins aanbevelens- wa"~ En waar we in Amersfoort nog eenige pk ^es midden in de stad hebben, waar dit bezwaar zoo goed als niet bestaal, achten wij het den aangewezen- weg zoo spoedig mogelijk de Verplaatsing daarheen te doen gesöhieden. Be zwaren voor de verkoopers zijn daar zeker niet aan verbonden, daar het al bitter weinig uit maakt of zij hun koopwaar naar de Varkens- markt of naar het L. Vr. kerkhof brengen. En aangezien zij daar een heel betere standplaats zullen krijgen, niet zoo dicht opeengepakt, en met veel betere gelegenheid voor af- en opla den, gelooven wij zeker, dat van deze zijde een eventueele verplaatsing met vreugde zal worden tegemoet gezien. En ook de koopers, die zich daar veel vrijer zullen kunnen bewegen, zullen zich er ongetwij feld opperbest in schikken. Hetzefde gedt zoo ongeveer voor de Zaterdag- evondmarkt. Zeker, die roezemoezige drukte, daar bij het begin onzer Winkelstraat heeft ook een onmiskenbare bekoring, biedt een eigenaar dig soort gezelligheid aan het stadsbeeld, wel ker gemis daar aanvankelijk als een bepaalde leegte zal gevoeld worden. Maar daar staat te genover, dat de Zaterdagavondmarkt toch feite lijk is ontgroeid aan zoo'n klein pleintje als de Varkensmarkt. Steeds drukker is het er gewor den en kon er nog meer bij, dan zouden waar schijnlijk nog meerdere handelaars er met hun waren en artikelen komen. In den loop der jaren is de Zaterdagavondmarkt meer geworden dan een verkoopgelegenheid voor kleine venters, zoodat uitbreiding a. h. w. door de markt zelve gevraagd wordt. En die uitbreiding kan daar niet gegeven worden; kan slechts gegeven wor den door verplaatsing naar een grooter plein. De Hof is o. L daarvoor de aangewezen plaats en het zou ons dan ook niet verwonderen als daar deze markt langzamerhand nog een aan zienlijke uitbreiding kreeg. De bezwaren zullen o. i. gering zijn en zeker jdet opwegen tegen de groote voordeelen. Het verkeer eischt de vrijmaking van de Varkens markt maar ook het marktwezen zelf maakt het noodig, dat de marktgelegenheid een dusdanige zij, dat alle factoren aanwezig zijn voor behoor lijk markten voor kooper en verkooper beiden. "buitenland. Politiek Overzicht. Tegelijk wijden twee Fransche bladen van ge zag, de Temps en 't Journal des Dëbats, een hoofdartikel aan de Hongaarsche aangelegen heid van beide opstellen is de strekking in hoofdzaak dezelfde: zoowel do Temps nis de Débats wijzen op 't onoprechte en dubbelzinnige van 't Hongaarsche onttroningsontwerp en bil lijken het wantrouwen der Kleine Entente. De JTongaarsche regeering, vindt Gauvain, heeft in de Karlistiche affaire een dubbel spel gespeeld haar vertegenwoordigers te Oedenburg en de twee duizend gendarmen, belast met het hand haven van de orde in 't Burgenland, hadden Karl IV toegejuicht, toen hij uit vliegtuig stapte de geregelde troepen der Hongaarsche regeering hadden zich gevoegd bij de ongere gelde troepen van verschillende herkomst om den monarch naar Boedapest te vergezellen en haar vertrouwensmannen waren toegetreden tot het kabinet, hetwelk Karl had gevormd twee dagen lang hadden de regent Horthy en zijn mi nisters zich traag betoond en pas na de uitvaar diging van 't mobilisatiebevel door Tsjecho-Slo- wakije, gingen ze er toe over troepen te laten aanrukken. Zij wachtten af, oordeelt Gauvain. welken keer de gebeurtenissen zouden nemen om daarnaar hun houding te bepalen en bo vendien had het kabinet te Boedapest, na de eerste poging van Karl, niet verklaard, dat het hem nog steeds als wettigen koning van Hon garije beschouwde en had het de Zwitsersche regeering niet verzocht als zoodanig den sou- verein te behandelen, die voor 't oogenblik van zijn staten was verwijderd. Het is om deze rede nen. dat Gauvain in 't Journal des Dëbats het onttroningsontwerp, dat het kabinet van Boeda pest aan de Hongaarsche Nat. Verg. heeft voor- •gelegd om zich te voegen naar 't bevel van de conferentie van ambassadeurs (raad van ge zanten), wat meer op den keper beschouwt, Hij neemt aan, dat de naar Parijs geseinde tekst, nauwkeurig is maar don is ze, z. i., dub belzinnig. Volgens art. 1 toch „houden de rech ten van Karl IV door de onderhavige wet»OD te bestaan." Een andere wet zou dus kunnen her stellen, wat deze te niet doet. Ten overvloede is er slechts sprake in van den persoon Karl IV. Van zijn nakomelingschap werd niet gewaagd. Wel trok art. 2 de pragmatieke sanctie in van de domus Austrioe, maar het kwam erop aan te weten, of deze uitdrukking doelde op het ko ninklijk statuut van Hongarije. Bovendien door ditzelfdé art. 2 behield de natie zich het recht voor een koning te kiezen. De natie zou derhal- ven koning Karl IV kunnen verkiezen of een zijner nakomelingen krachtens haar recht, onaf hankelijk van de pragmatieke sanctie. Gauvain weidt uit „Wanneer men heeft gezien, hoe in Hongarije verkiezingen worden gehouden en wanneer men de mannen kent, die thans in Boedapest aan 't bewind zijn, kan men zich niet weerhouden bij bedoelingen aan 't kabinet-^Torthy toe te schrij ven. Art. 3 wettigt dezen achterdocht. Wanneer gestiouleerd wordt, dot de monarchie blijft ge handhaafd en de verkiezing van den monarch wordt uitgesteld, behoudt het aan de regecring de bevoegdheid voor een candidaat van zijn keuze voor te stellen, die een Hobsburger zou kunnen zijn, op een oogenblik, dat, hetzij door binnenlandsche, hetzij buitenlnndsche moeilijk heden het voor de staten der Entente bezwaar lijk zoude zijn zich te gelegener tijd te verzet ten tegen een restauratie. Er zijn zelfs redenen aan te nemen, dot Karl IV en vele magnaten dachten, dat in October de zaken in Midden- Europa zoo verword zouden zijn, dat een tweede Habsburgs:he Putsch zou kunnen slagen. Men moet dus wel tot de slotsom komen, dat de stemming over de onttroningswet, zooals men die thans publiceert, alleen een denkbeeldige!' waarborg zou bieden tegen een meer of minde' gecamoufleerd herstel." Dit gevaar scheen men nu te Praag meer te duchten dan te Belgrado en Boekorest. En dn» vindt Gauvain vanzelfsprekend van alle vroe gere, thans onafhankelijk geworden, Hnbsburg- sche onderdanen, kenden de Tsjechen het best de politiek, de maoeuvres en de tradities van de ten val gebrachte dynastie. Donk zii hun hard nekkig verzet had het „orermnnisme" in Bohe- men schipbreuk geleden. Zij waren 't, die tijdens den oorlog elke regeering te Weenen onmogi - liik maakten zij waren 't, die in den herfs» ven 1918, voor den aftócht der Oostenrijksch-Ho?;- gaarsche legers uit Venetië, te Praag him onaf hankelijkheid proclameerden. De Kroaien en nog minder de Zevenbergers waren ooit in de gele genheid geweest een directen invloed uit te oefe nen op de staatkunde van den keizer-koning, zelfs niét om er zich in te mengen de Tsjechen daarentegen, waren sterk genoeg dan dat men A. tegen hen kon regeeren zij hadden vertegen woordigers gehad in verschillende kabinetten van Frans Jozef en de mannen die thans Tsje- cho-Slowokije regeerden, kenden door en door het mechanisme van de Habsburgsche machine, Deze feiten geven Gauvain aanleiding te notee- ren „Men begrijpt derhalve, dot zij zich niet laten verblinden door mooie woorden van den regent Horthy, graaf Bethlen en magnaten die slechts er naar streven in Hongarije een semi-feodnal régime te handhaven, gegrondvest op een inder daad absolute monarchie." Gauvain zet dan verder uiteen, dot sinds T867 heel het politieke leven in Hongarije heeft be staan in strijd tusschen de aristocratische en democratische elementenFrons Jozef liet schijnbaar het bewind nu een"? aan dezen, dan weer aan genen over, maar hij zelf behield de werkeliike macht en was op de hand der mag naten. Dit systeem had diepe sporen nagelaten. De feodolen hadden voordeel getrokken van de reactie tegen dc roode tirannie van Bela Kun om een witte terreur uit te oefenen en zich meester te maken van alle middelen ter over- heersching. Het artikel besluit,,Zij roepen het rood' spook op, zoodra zij zich bedreigd voelen. Zij spelen met het bolsjewisme in Boedapest en in 't Westen. Zij zinnen op middelen om 't ver drag van Trianon te ondermiinen. Zij zochten allerlei uitvluchten om de ontwanening, hun door 't verdrag opgelegd, uit te stel'en. Zij waren ii den wean, dot onlusten in Opper-Silezië de groote Entente zou verlammen, dat de ogitatie der Kroatische republikeinen de Zuid-Slaven zou tegenhouden en dat de bolsjewisten de Pneme- niërs zouden bezig houden. Zij zijn bereid de eerste gelegenheid aan te grijpen teneinde Ccn- tronl-Europa in beroering te hrengen. Zij hpbben medeplichtigen te Sofia, te Münchon en elders De raad van gezanten dient dit wel te beden ken." Berichten. BRAUN AANVAARDT ZI'N BENOEMING. B e r 1 ij n, 7 Nov. (W. B.). Dc Zaterdag door den Pruisichen landdag tot minister-president gekozen soc.-dem. Braun heeft in een brief aan den voorzitter van den landdag (Leinert) ver klaard de verkiezing non te nemen. Stegcrwald aanvaardt zijn portefeuille niet. B c r 1 ij n7 Nov. (N. T. A. Draadloos). Ste~ gerwold heeft bedankt voor het ambt van mi nister van volkswelvaart in het nieuwe Pruisi sche kabinet. Sociale maatregelen in Duitschlend. B e r 1 ij n 7 Nov. (N. T. A.) Volgens een mechdeeling von den minister van arbeid Braun in de rijksdagcommissie betrekken in Duitsch lend tegenwoordig ongeveer 4 millioen men- schen inkomen uit de sociale verzekering, van wie uit de invalieden-verzekering 28 millioen en uit de ongevallen-verzekering bijna een mil lioen. De toestand der Duïtsch industrie. Berlijn, 7 Nov. (N. T. A. Draadloos). In Oct. j.l. is van de zijde der Pruisische industrie aan het ministerie van handel een pessimistisch- gesteld rapport uitgebracht over de toekomstige ontwikkeling der industrie, in verbond met de beslissing in zake Opper-Silezië en den nood- lottigen markenkoers. De staalindustrie meldt thans, dat er schaorschte heerscht aan grondstoffen. De uit voering der bestellingen wordt in alle takken der industrie bedreigd door de hooge loonei- schen en door de onzekerheid ten gevolge der mark-depreciatie Duitsche landverhuizes. B e r 1 ij n7 N o v. (N. T. A. Draadloos). Vol gens officieele berichten verlieten in het eerste halfjaar van 1921 7592 Duitschers hun vader land, van wie 4356 mannelijke personen. De meeste landverhuizers waren uit Homburg, Sleeswijk-Holstein en Bremen. Het doel wns voornamelijk Zuid-Amerika, dat thans reeds voor den stroom van Tuitsche landverhuizes naar overzeesche lan^' dezelfde be'eekenis heeft als de Ver. Stal* i vóór den oorlog. In 1914 vei huisden uii Duitschiand in 't geheel TT 803 personen. HET RUWE WEER IN DUITSCHÏ.AND. Berlijn, 7 N o v. (W. B.). Tengevolge van storm zijn groote bedrijfsmoeilijkheden in het telelonisch en telegrafisch verkeer, inzonderheid met West-Duitschland cn het buitenland, ont staan tengevolge van stoornis op de lijnen, wel ke voortvloeide uit het omwaaien der telegraof- en telefoonpolen. Berlijn, 7 Nov. (W. B.). Uit alle declen van Duitschlond komen berichten binnen over de verwoestingen, die door het ruwe weer zijn aangericht. Te Kiel ging de storm met bizondc hoog water gepoerd, dot in de stad cn de plaat sen van de Kieler Föhrde aanzienlijke schade to- weegbrocht. Een aantal visschersbooten is ge zonken. Enkele stoombooten zijn gestrnnd in Westelijk deel van de Oostzee, waaromtrent nadere bizonderheden nog ontbreken. Een sneeuwstorm heerschte in Hannover cn Dres den. Talrijke telegraaf- en telefoongeleidingen zijn gestoord. In Meissen is de clectrischo stroomvoorziening verbroken. De stad cn 't land- district zit voor 't grootste deel zonder licht en kracht. In 't Reuzengebergte ligt de sneeuw een Meter hoog. De Fransche Kamer en Briond's afwezigheid. P a r ij s 7 Nov. (H. R.) De bladen schrij ven, dot tal van afgevaardigden, tot alle groepen behoorendc, het ongewcnscht achten tiidens do afwezigheid van Briand discussies te beginnen erver de binnen- of huitenlondscho politiek. Men meent te weten, dat Donnerov zich in de Kamer tot tolk vnn dit gevoelen zal maken cn verda ging van het debat vragen. I.andru. Versailles, 7 Nov. (B. T. A.), Heden is de openbare behandeling begonnen van het ge ding te^-en Lnndru. De oonklocht omvot behol ve de elf moorden, T3 gevallen van diefstal en twee gevallen avn vnlschheid in geschrifte. Nn het voorlezen van de acte vnn beschuldiging gaf Lnndru te kennen onschuldig te zijn. De internationale orbeidsconfcrentic. Genève, 7 Nov. (B. T. A.) De internatio nale orbeid«conforentie heeft een motie aange nomen tot het tegengaan van de werkloosheid in den landbouw, maar gegeven de zeer uiteen- loonende arbeidsvoorwaarden en den economi- schen en socialen toestand in den landbouw van de onderscheiden landen, besloot hij aon de re geeringen aan te hevelen de opportuniteit te onderzoeken van €?e aangegeven maatregelen of alle andere, die de werkloosheid kunnen be strijden en de oroductie vermeerderen. Het Icrschc vraagstuk. Londen, 7 Nov. (R.). Het schijnt, dot er voorloopigc memoranda zijn gewisseld tusschen het kabinet en de afgevoordigden van Sinn Fein en dat daaruit de noodzakelijkheid voor den eer sten minister is voortgevloeid om Croig te raad plegen. Ulster's toestemming voor de betrokken voorstellen is nog niet verkregen, zoodot de toe stand nog steeds ernstig is. De Westminster Gazette zegt, dat een stilstond schijnt bereikt te zijn ten aanzien van do Iersche onderhandelingen tengevolge van Craig's tus- schcnkomst. Het blad voegt er aan toe, dat Ul ster halsstarrig blijft weigeren zijn standpunt in zake de handhaving van de Home Rulewet van 1020 loten varen. Heden zou een belangrijke ka- binetszitting plaats vinden. Aan den anderen kant zegt de Daily Mail weer, dat het vermel ding verdient dot zoowel bij Ulster ols bij Sinn Fein de goede wil de overhand heeft en dat elkp zijde alle mogelijke pogingen worden aangewend om tot samenwerking te komen. Een Oostenrijksche leening. Weenen, 7 Nov. (W. B.). De Neue Freie Presse bericht, dat naar verluidt een lee ning van 250 millioen mark voor Oostenrijk haar beslag heeft gekregen. Karl cn Zita te Galatz aangekomen. Boedapest, 7 Nov. (B. T. A.). Ex-koning Karl en zijn gemalin, alsmede hun gevolg, zijn gistermorgen te half een per extra-trein uit Mo- lowa (nabij Orsowa) naar Galatz vertrokken, waar zij vandaag zijn aangekomen. De gewezen monarch heeft in de Katholieke Kerk aldaar ge beden. Do Engelsche kruiser Cardiff is in de haven van Galatz aangekomen om den ex-ko- ning te vervoeren. Androssy vrijgelaten. Geme'd wordt uit Weenen, dat Andrassy, daar uit het onderzoek is gebleken, dat hij slechts door het toeval bij den aanslag van den ex-keizer er betrokken is geworden, in vrijheid gesteld is. Wcst-Hongarijc. "Jl Boedapest, 6 Nov. (B. T. A.) Volgens berichten uit Wcst-Hongorije ontruimen dc op- standclingen de stellingen aon het zuidelijk? front. Majoor Hojos, het hoofd der opstandelin gen in het Noorden, zond een parlementair met\ voorstellen voor een wapenstilstand. Koning Alexander legt den ce<i op do grondwet of. B e r 1 ij n, 7 Nov. (N. T. A. Draadloos^ Zondag j.l. heeft koning Alexander van Zuid« Slovië ten overstaan van het parlement don eed op de grondwet afgelegd. Frankrijk cn Sovjet-Ruslnnd. P a r ij s, 7 Nov. (H.-R.). Vnn dc La Fnyettfl heeft Brinnd het antwoord nonr Parijs gezonden op de nota van Tsjitsjerin omtrent de erkenning,j der sovjet-regeering door do geallieerden. Hai vos meent te welen, dat de Fransche regeering, j onder het betuigen van hanr erkentelijkheid voor i dc erkenning van de vroegere Russische schul den, ols voorwaarde voor een* eventueele hervat ting der normale betrekkingen, ernstige juridi« schc en economische waarborgen zal eischen van de Russische machthebbers 'voor het in acht nemen van de internationale gebruiken tusschen beschaafde rijken. Bolsjewistische propaganda in Polen. K o 11 o w i t z, 6 N o v. (P. T. A.). Mot de goud* zendingen van de uitvoerende commissie dor derde internationale aan de bij deze internatio nale aangesloten organisaties in Midden- en West-Europa, is thans een basis gemankt. Men heeft kunnen vaststellen dot de communistische koerier Koboth op 29 Sept. te Kottowitz een stuk zuiver goud bij oen der bnnken heeft ge deponeerd. Men zegt, dut dit goud moot dienen om in Opper-Silezië cn Polen een communisti sche revolutie te doen ontketenen, niet zon der medewerking der bolsjewistische legatie to Warschau. Daar men nog meer goudzendingen verwacht, heeft de Poolsche veiligheidsdienst do noodige maatregelen getroffen. DE NIEUWE OPSTAND VAN PETLJOERA. Praag, 7 Nov. (W. B.) Over den jongstcn opstand van Pctljocra berichten do Gnlicischo bluden: de opstandelingen vollen van RoemeniS uit aan en moeten Kamenctz-Podolsk, Polskirow cn andere gemeenten bezet cn de sovjetambtc- noren vermoord hebben. In Skola en Zbroetsj (Sbrucz) moeten al geen bolsjewisten meer zijn. De opstandelingen zou den zich bevinden in 't Russische Husiatin. Dezo opstand moet in verbond met dien in de gou vernementen Kief cn Cherson staan. Pctljocra moet den opstand leiden cn een voorloopigo regeering in Kamenctz Podolsk hebben ge vormd. Oproeping van lichtingen. Loibach, 7 Nov. (W. B.). Overeenkomstig een bevel van de militaire autoriteiten alhier worden de lichtingen 1896'99, die in 't Servii sche of in 't vroegere Oostenrijksclv-Hongaar- sche leger dienden, onverwijld voor een zes- weeksche oefening onder de wapens geroepen. EEN FINSCH SCHIP VERGAAN. 28 PERSONEN VERDRONKEN. Helsingfors, 7 Nov. (W. B.). Voor dc haveninvaart sloeg tengevolge von den wind- en sneeuwstorm de stoomboot Kustawi uit Abo om, die dertig personen aan boord had, van wie maar twee levend aan dc kust zijn gespoeld. De an dere 28 zijn verdronken. De strijd tusschen Turken cn Grieken. A t h e n e6 Nov. (B. T. A.) Stafbcricht van 4 Nov.: Zwak infenterie-vuur tegen de Griek- schc linies. Op het front van Esld Sjchir cn el- öeTS enkele vijandelijke troepenbewegingen. Kons t a n t i n o p e y, 7 N o v. (B. T. A.) Do 'sjagadamnre verneemt uit Turksche kringen, dot Kemol zijn troepen heeft somengetrokken cn voorbereidselen heeft getroffen voor oen winter offensief. Men verwacht nog doze maand be langrijke krijgsverrichtingen. De Spanjaarden in Marokko. M e 1 i 11 a, 7 N o v. (B. T. A.) Dc troepen heb ben de krijgsverrichtingen hervat en vanochtend de stellingen genomen van Zoechad Jozanen op de hoogvlakte van Igemon, die thans wordt versterkt. Vóóroordeelen zijn meestal oordeelen, idie een paar honderd of een paar duizend ■jaar ten achter zijn. FEUILLETON. door RUDOLPH STRATZ uit het Duitsch door Mevtouw A. E. NUIJS-POSTHUMUS. 80 Hij wist niets meer aon te voeten, en zeide ihu eenvoudig, op drogen, stelligen toon „Nu dan, kort en goed dames behooren niet .op de hoogeschool I" Daarbij verscheen er een boosaardig lachje bp zijn mager gelaat, dat nog nauwelijks eenig jpoor van knevel of baard vertoonde. Die was taak. Zijn corpsbroeders zouden zien, dat hij, Ie beste vechter van het corps, zich niet door èen vrouw liet overbluffen. Maar tot zijn verbazing bleef Erna volkomen bedaard. Het was, alsof zij zich wel tot hem richtte, maar hoog over hem heen tot de an deren sprak. „Dus wij behooren niet op de hoogeschool, en u welzeide zij. „Ik zal het u beter uit-' leggen, graaf. Luister eens naar mij. Vijfhon derd jaren lang heeft het eene geslacht na het endere zijn krochten ingespannen om zulk een trotsch gedenkteeken als de Ruperta Carola te voltooien />m een schatkamer der menschelijke ^atenschap op te richten, zooals er hoogstens f*n paar dozijn on de .wereld to vinden zijn. De deuren dier schatkamer staan voor u open de gehoorzalen zijn voor u gereed, de be roemdste geleerden wachten u daar maar u denkt er niet over er heen te gaan. Een glas bier in een rookerig vertrek, of een spelletje met scherpe messen is veel belangrijker voor u. „En dan U stamt uit een oud, voornaam geslacht. Het is het werk van eeuwen geweest, u de vrijheid en den rijkdom en de beschaving te Verschaffen, die de studie vereischt. Geloof mijik weet het, als dochter van een indus trieel, en mijn vader heeft het mij vaak genoeg verteld, welk een zucht naar beschaving er heerscht onder de lagere standen van ons volk. Daar zijn mannen en vrouwen, die hongeren en dorsten naar meer kennis doch hun lot is slechts de eentonige fabrieksarbeid. Voor hen zijn de poorten der universiteit gesloten. Voor u, den door hen veelbenijde, het Zondagskind onder honderden, staan zij wijd open. En wat doet u U zit bij den banketbakker en speelt skat „En ten slotte U is een man I Dc stamhou der van uw geslacht, de trots uwer familiel Toen ik ter wereld kwam, werd er gezegd „Jammer Het is maar een meisje 1" Niet slechts eeuwen lang, maar altijd waart gijlie den de heerschers, en wij vrouwen waren te vreden met het kleine plaatsje, dat gij ons over liet in het leven des geestesl En kijk nu eens rond in de gehoorzaalDaar staan rijen ledige banken, waarop gij moest zittenl En als wij dan beschroomd, op de teenen, binnenkomen, om de plaatsen in te nemen, die gij ons vrij laat, en wij willen iets leeren, terwijl gij op allerlei andere dingen uitgaat, dan roept gij „Er uit F Laat liever alle woorden van wijsheid voor een ledige zaal uitgesproken worden, dan dat een vrouw ze verneemt I" Gij arbeidt dus zelf niet en bovendien wilt gij anderen belet ten te doen, wat uw ©licht was I „O, ik weet wel, wat u wilt zeggen, graaf! Eenmensch is jong en wil zijn leven genieten 1 Maar als ik een man was, zou ik mijn jeugd anders genieten, dan gij doet!" Haar oogen schitterden. Zij raakte in vuur. „Ik zou mijn hart wijd open zetten, zoodat al de zonneschijn, en schoonheid en blijdschap erin kon trekken vooral hier in het Neckardal. En mijn hoofd zou ik heel wijd openzetten, opdat er veel wijsheid van de oude, eerwaardige Ruper ta Carola in kon stroomen en daar werken en goeds te voorschijn roepen en mijn hand zou ik wijd openen, en ze vriendelijk aan de kame raden reiken, om recht veel vrienden te verwer ven voor het leven, in plaats van een paar jon gelui vijandig aan te zien, hun satisfactie te geven, en anderen, die dit weigeren, met ver achting aan te kijken! Dat noem ik jeugd dnt noem ik genieten van de paar jaren van vrijheid, zoodat zij ons later in het leven als een schoone droom voor oogen staan. En daarom, graaf, vergun mij, dat ik lach om het gToote woord: „De vrouw behoort niet in de gehoorzaall" Zii behoort er wel. zij is er en geloof mij zij bliift er ook Erna zweeg. Zij had zich warm gepraat. Achter zich hoorde zij het gedempte mompelen van het gezelschap, dat naar haar geluisterd had, terwijl de drie studenten werktuigelijk met hun wan delstokken speelden, en er duidelijk op hun ge laat te lezen stond: „Daar ziin wij op onbekend terrein gelokt; daar voelt een mensch zich niet thuis. Laten wij maar liever zwijgen!" Zij voelde, dat er zacht een hand op haar schouder gelegd werd, en keek op. Professor Von Arres stond achter haar, en knikte haar toe ols een goede kameraad. „Ik heb weer teveel gepraat!" zeide Erna min of meer verlegen, omdat aller blikken op haar gericht waren. „Dc ben altijd zoo'n flapuit en dan vergeet ik alles. Be moet het mij werkelijk af wennen. Nu ga ik heel stilletjes naar de omstre ken zitten kijken. Maar geeft mij eerst de hond, heeren Cheruskiërs. Wij zullen ons weer ver zoenen en goede vrienden zijn. Be wensch u ook veel genoegen op uw mensuren en een prachti- gen, echt Duitschen dorst op de kroeg! Ik ben zoo kwaad niet, als ik soms wel lijkl" Zij drukten elkander de hond. „Veel geluk met de studie, freule!" 9prok de kleine graaf. Hij was verreweg de meest ontwik kelde van de drie, en dacht na over haar woorden. De boot was intusschen al verder den Neckar afgedreven, tuschen hooge, begroeide bergen, tegen wier helling de ruine von een roofkastecl- tje hing als een leeggehaald arendsnest, langs wijngaarden en sierlijke villa's, en nu bij de kromming der rivier, rezen aan de linkerzijde geweldige, roodschemerende steenmassa's op. Torens en paleizen, gevels en muren van het slot stonden in den vollen brand der dalende zon, overstroomd von gloed en schijnbaar zelve gloed uitstralend, een toornend bolwerk van ver woeste schoonheid boven de vreedzame stad. waar de droefgeestig luidende klokketorens zich ten hemel verhieven, en op den achtergrond de gezegende Rijnvlakte verdween in de wazige verte. Vlugger schoot de boot voort. Hoorbaar ruischtcn de golfjes. Men v/as midden in den stroom, op het punt, waar Oud-Heidelberg's schoonheid zich nog milder en rijker openbaart dan ergens anders. Hier wilde 't gebruik, dat de voorbijvarenden 't Neckarlied van Scheffel aanhieven, en de stu denten voor op de boot begonnen ook daarmede. Him sremmen klonken echter een weinig omvast en ruw cn zij keken om zich heen, als om hulp te zoeken. Erna kon zich niet inhouden. Zij was opge staan. en staarde met vochtige oogen en uitge breide armen naar het slot, alsof zijn een wonder voor zich zag. En boven het ongeregelde koor der anderen klonk zegevierend haar zilverhelder® goed ontwikkelde soproanstem „Alt-Heidelberg, du Feinel Du Stodt on Ehren reichl Am Neckar und om Rheine Kein' andre koihmt dir gleichl" Zooals zij daar stondt een toonbeeld va* lachende levensvreugde, omgaf haar het zone licht uit het westen weer, evenals gisteren ore dezen tijd onder de witte bloesems in den tuin* met een teere gouden schemering. Slank en jeugdig, hoog opgericht, het mooie hoofdje achterover, stond zij daar, zichzelf en ulles ver getend in het genot van aanschouwing en go- zong. Bij de volgende verzen bleef men nu en don steken, omdat men den tekst niet recht wist. „Ik ken het vanbuitenriep Erna, zonder zich om te keeren, en onder hoor leiding kwam men tot het laatste vers, dat juist op haar en den dag van heden paste „Und stechen mich die Dorncn Und wird's mir drauss' zu kohl, Gib' ich dem Ross die Spornen Und reit' ins Neckarthal I" „Und reit' ins Neckarthal 1" herhaalde zij met zulk een heldere stem, dat de wandelaars aan den over bleven staan om te luisteren. Toen liet zij de armen zinken en keek lachend en min of meer verward, met blozende wangen en schit* terende oogen, om zich heen. (Wordt vervolgduj

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1921 | | pagina 1