AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE eemlander" OPLEIDING examens. ST. EfHILION tij 1.1. SCHUURMAN 4 In., Iltr.str. 17. Tel. 145 Fontein Schippers. GELEGENHEID Nstsspaarbank [igenyemaskte Kindeikleeding. Het Verloren Telinis. HANDELS INSTITUUT „VAN haarlem" langestraat 83 b, amersfoort. Per fïesch f 1.75, per anker f 72-. Menbileeringen- Kunsthandel- Behangerü en Stoffeerderij Langestraat 24. Tel. Int. 496. AMERSrOOFïT. TWEEDE BLAD. BINNENLAND. nviLlem groenhuizen ZIE ETALAGE AISlo KLAS «REU Amersfoort Utrechtscheweg 9. Htëagaz. „D@ Dom" FEUILLETON. 20ste Jaargang No. 174 21 Januari 1922 Directeur: G. TAN 1IAARLÏN Jr. HT GRATIS PROSPECTUS- "W mmmhmm Bordeaux, gewas 1917 Verkiezingsjaar. De belangstelling in 's lands politiek is in Nederland nooit groot geweest Slechts ééns Sn de vier jaren, als de stembus roept, is het h— en nog niet eens altijd mogelijk, bet trage kiezerscorps in beweging te zetten, voor volle zalen te spreken, voor politieke lectuur liefhebbers te vinden. Toch schijnt de weinige belangstelling in «le laatste jaren nog weer te zijn verminderd. Openbare politieke vergaderingen, weinig in aantal, zijn slecht bezocht en in de onder onsjes, die men huishoudelijke vergaderin gen noemt, is de animo al even gering. Men geeft van dit verschijnsel tweeërlei verklaring. De eene is deze, dat de belang stelling der menschen zich in deze moeilijke lijden vooral concentreert op het eigen ik. Op eigen familie, op eigen zaken. De alge- meene malaise zou -dan de oorzaak ziin van de politieke malaise, die er even zeker is als de handelscrisis. Een andere verklaring is deze: Het evenredig kiesstelsel is de oor saak van de lusteloosheid. Men weet, dat grocte verschuivingen niet mogelijk zijn; de jpolilieke verhoudingen in de Kamers zullen jaren lang blijven zooals ze nu zijn. Met een geweldig stembus-élan, waarmee men vroe ger de meerderheid in ééns kon verplaatsen, is niets meer te bereiken. Gebeurtenissen tuis in 1901, toen de Rechterzijde met 60 snan in de Kamer van -honderd kwam en als fln 1905 toen die meerderheid van 60 ver anderde in eene minderheid van 48, zijn Oiet meer denkbaar. Waarom zou men zich dan het vuur uit de sloffen 1-oopen? Zij, die, zonder aan de zoo leelijke poli tiek erij te doen, de noodzakelijkheid van een gezond politiek partij-leven inzien, hebben met een bezorgd hart het groeiend gemis Ban belangstelling voor 's lands zaken waar genomen. Zij hebben goed begrepen, dat ons volk ten aanzien van de beteekenis van rrde politiek" van vele zijden verkeerd wordt voorgelicht, dat ons volk door de z.g. neu trale en de anti-politieke pers gewoonweg firs misleid. Zij hebben leeren inzien, dat tegen ihet gif der anti-politiekers tegengif moet iworden gegeven. Daarom hebben mannen van hoog karak- iter en van hoog aanzien zich vereenigd om, bij alle verschil van politieke overtuiging, tot I bet Nederlandsche volk te gaan om te zeg gen, dat politiek eerste eisch is voor een A. VAM DE WEG. goed bestuur, voor de welvaart van het land. Zij hopen de menschen, tot nu toe opgehitst door belanghebbende „neutralen", te over tuigen van d-e zedelijke noodzakelijkheid om zich te bemoeien met 's lands zaken- Zij doen dit op een goed oogenblik. Want nooit nog is het volk tot een stembus ge roepen, van zooveel gewicht als de komen de stembus van 1922. En nooit was er, in verhouding tot dit gewicht, minder belang stelling. Zeker: de evenredige vertegenwoordiging maakt groote en plotselinge verschuivingen onmogelijk. Verrassingen, als 1901 en 1905 brachten, zijn ondenkbaar. Maar men zie niet vooibij, dat er nu slechts eene geringe verschuiving noodig is, om de Kamer „om" I te zetten. Er is niet zoo heel veel noodig om van 5248 te komen tot 4852. En ómzetting der Kamer moet toch het doel zijn van allen, die hebben leeren in zien, dat met het einde van de coalitie-poli tiek waarvan de heeren van Rechts nu zelf de onmogelijkheid toegeven ook het einde moet zijn gekomen van een regeeren op grond van de theoretisch en practisch veroordeelde scheidingslijn tusschen de z.g. religie use groepen en de groepen der Lin kerzijde. Men ga zorgvuldig na wat zich in de laatste jaren in het parlement heeft afge speeld. Men herinnere zich, dat de Roomsch-Katholieke partij, die altijd de par tij geweest is van de bezuiniging op „oor- log", alleen om een aanblijven van de Rechtsche Regeering mogelijk te maken, gestemd heeft voor de wet-van Dijk, die méér millioenen zal vorderen, dan de hee ren ons hebben willen voorrekenen. Men herinnere zich, dat de katholieken schoon er in de Tweede Kamer eene meerderheid is, die hun de vrijheid van processie wil ge ven zich hebben neergelegd bij den tegenzin van een groepje protestantsche oithodoxen tegen die processie-vrijheid, zonder dat nog is gebleken wat de katho lieken voor deze toegeeflijkheid wel hebben bedongen. Men herinnere zich, hoe deze Rechtsche regeering een finantieel beleid heeL ge voerd, dat van alle zijden is bestreden; hoe gemaakt voor een bezuiniger, wiens streven afstuit op het gemis aan medewerking van zijne collega's. Men vergete niet, dat deze Regeering heeft geweigerd de rationeele „heffing in eens" door te voeren in een tijd, toen de omstandigheden daarvoor gunstig waren. De combinatie van Rechtsche partijen slikt alles: de onmogelijkste voorstellen wor den wet, als de Regeering een beroep doet op de ongemotiveerde! eenheid dier partijen. Ook de niet-^partijman, die de zaken ob jectief beziet, moet toegeven, dat ons land nooit slechter is geregeerd als thans, nu juist regeerkracht en regeeringsbekwaamheid meer dan ooit noodig zijn. Is het dan niet eenige inspanning waoid, mede te helpen aan verplaatsing van de parlementaire meerderheid, eene verplaat sing die ook onder de vigueur van Even redige Vertegenwoordiging heel goed mogelijk is Nooit is door de heeren van Rechts zoo openlijk als in den laatsten tijd erkend, dat de drie partijen der Rechterzijde slechts daarom samen werken, omdat zij gelooven, dat gecne regeerings-meerderheid op an dere wijze is te vormen. Aan alle man van Links daarom te toonen, dat er andere par tij-combinaties denkbaar zijn en in 's Lands belang nóodig zijn. De stembusstrijd van 1922 zal het moge lijk maken, de partij-combinatie, die nu ruim 20 jaren onze politiek heeft beheerscht, in de minderheid te brengen, zal het mogelijk maken de partij-groepeering te hernieuwen en daardoor 's lands politiek weer te basee ren op het program van eene regeerings- partij met eene oppositie, wier practische jjolitieke verlangens daartegenover staan. Om dat te bereiken, zal eene krachtige in spanning noodig zijn. Niet zoozeer om de politiek-geschoolden naar een stembus te krijgen, ook niet om de middenstaf van Rechts te vervreemden (daarvoor heeFt de Regeering en heeft de Rechterzijde zelf ge- zorgdl) maar om bij de velen, die geen belang stellen in s lands zaken, de overtui ging te wekken, dat die belangstelling een van hunne belangrijkste staatsburger-plich ten is. Lukt het ons, die belangstelling te wek ken, dan zal tweeërlei worden bereikt: de z.g. neutraliteit zal in den hoek worden ge drongen, waar ze hoort en de Rechter zijde zal in de minderheid worden gebracht. BEZOLDIGING BURGEMEESTERS EN GE MEENTEAMBTENAREN EN -WERKLIEDEN. Verschenen is thans het tweede en laatste deel van het vei slag van de staatscommissie, in gesteld om te onderzoeken, welke bezoldiging worden genoten door de burgemeesters en de ambtenaren en werklieden in dienst der gemeen ten. Aon het eind van het voorloopig verslag gaf de staatscommissie aan, welke taak hoor nog restte. Daartoe behoorden: a. voorstellen omtrent de salarieering van verschillende afzonderlijke groepen, welke niet rechtstreeks door de reeds geleverde groepen- omschrijvingen werden bestreken; b. de salarieering van het onderwijzend per soneel bij middelbaar en gymnasiaal onderwijs; c. de beiekening van de kosten, voortvloei end uit een verwezenlijking der voorstellen; d. ontwerpen van wet en algemeenen maat regel van bestuur, waardoor de voorstellen de noodige bindende kracht zouden kunnen erlan gen. Alvorens haar arbeid voort te zetlefi, wilde dé de vorige minister van finantiën heeft plaats j staatscommissie haar voordeel doen met de cri- De arbeid houdt drie slechte dingen van ©ns verwijderdVerveling, laster en honger. JUWELIER - AMEP.'.FOORT Groote keuze tiek, welke op haar voorloopig verslag werd geoefend. Aan de behandeling der vier zoo juist ge noemde onderdeeicn hnrer taak wijdt de staats commissie in dit haar eindrapport achtereen volgens een hoofdstuk. Doch niet dan na in een afzonderlijk hoofdstuk aandacht te heb ben geschonken aan de tot haar kennis ge brachte criliek.. Mede aan de hand dier critiek wilde de Staatscommissie don inhoud von het voorloopig verslag op enkele onderdeden r* zien. Wat bij deze herziening bleek wijziging te verdienen, zoomede de aanvullingen, welke noo dig bleken bij de behandeling van verschillende afzonderlijke groepen, alsook de voorstellen uit het voorloopig verslag geïncorporeerd in de door de Staatscommissie ontworpen wet en al gemeenen maatregel voor de bezoldiging der gemeente-ambtenaren. Voor een goede organi satie van de behartiging der ambtenanrsbelan- gen achtte de Staatscommissie een regeling van het overleg ter zake van die belangen in den vorm van een algemeenen muotregel noodzake lijk. Ook in dien algemeenen maatregel legde de Staatscommissie in ontwerp neer in dit verslag. Door de omstandigheden word de Staatscom missie ertoe gebracht, zich ook nog de vraag te stellen, of handhaving van het algemeene peil der voorgestelde salarissen gewcnscht was. De commissie meent, dat inwilliging van den wensch, dat aan de wettelijke regeling terugwer kende kracht worde gegeven tot 1 Januari 1920 te ver zou gaan; zij heeft de door haar voorge stelde salarissen niet vastgesteld naar den toe stand op 1 Januari 1920, maar hun uitvoering gedocht op een later tijdstip, evenals de vrij stelling van betaling van pensioenbijdragen. Bovendien zijn sedert de. vaststelling van het eerste rapport in vele gemeenten de salarissen verhoogd. Ook acht de staatscommissie het niet ge- wenscht in hare voorstellen ten opzichte van de gemeente-ontvangers eenige wijziging te brengen. Ten aanzien van de klussenindeeüng der ge meenten meent de staatscommissie aan het door haar voorgestane stelsel te moeten vasthouden. Dat in vele gemeenten toelagen voor diploma's worden gegeven, is aan de commissie bekend Zij kon evenwel niet inzien, dat bij de door haar voorgestelde scholen de noodzakelijkheid daar toe blijft bestaan, ook niet wat betreft de kleine gemeenten, waar de kans op bevordering gering is. Bovendien ligt het verstrekken van toelagen niet in het stelsel der commissie, omdat zij al leen de eischcn voor de vervulling van het ambt als maatstaf voor de bezoldiging laat gel den. De Staatscommissie meent, dat een aanvangs salaris van 1600 voor iemand, die nog geheel in de theorie, zoowel als in de praktijk der ge meente-administratie moet worden ingewijd, al lerminst laag is. De commissie meent ook, dat men bij de be oordeeling van het grondloon voor de ambte naren te veel acht sloot op het minimumloon en te weinig op de geheele positie. Het maximum salaris van den ongeschoolden, volwassen arbei der wordt gesteld op 38 per week, dat is 1976 per jaar, terwijl het maximum salaris van den laagst bezoldigden ambtenaar is be paald op f 2500. Ongetwijfeld staat dus de po sitie van den minst bezoldigden ambtenaar bo ven die van den minst bezoldigden werkman. De "meerderheid der staatscommissie meent, dat de salarisschalen voor burgemeesters en voor secretarissen moeten worden gehandhaafd in den vorm van het voorloopig verslag. Ver meld worde, dat een groote minderheid stemde vóór het laatste der bovenbedoelde tusschen- voorstellen. De staatscommissie kan niet toegeven, dot zij den arbeid van de technici niet voldoende heeft gewaardeerd en evenmin, dat de belangen der technici alleen door hen zelf voldoende te ver dedigen zijn. Een indeeling van het technisch personeel in zeven groepen acht de staatscommissie niet mo gelijk. Is de staatscommissie derhalve niet geneigd Hare voorstellen in het algemeen te verhoogen, één wijziging in den zin van verhooging meent zij bij nadere overweging te moeten aanbrengen. Reeds bij de behandeling van de salarieering der technici bij de vaststelling von haar eerste rapport is uit den boezem der Staatscommissie een voorstel gekomen om in de hoogste rongen eenige wijziging te brengen. Gemeend werd, dat een maximum-salaris van 7400 voor een er- Overzicht 1921. Ingelegd: 512.314.67 Terugbetaald: 255.886.40 Weer ingelegd: 256.428.27 Nieuwe boekjes: 590. Effecten in bewaring: 37.310.r-« Geopend: eiken werk dag 10—1; 3— 5>/2; 7—8. Zaterdagavond 6V28V2! Zaterdagmiddag geslo ten. Maison VAN EIMEREN. Coilleiir Posticlieur Colfteuse WIJERSSTKAAT l i- - Tel. 205 Hoogst Modorno Salons voor DAMES cn I!EF.RF,1V Manicure Mngnzijn van PnrfumuriotEn on Toilet-Artikolon. BADINRICHTING Varkensmarht Amersfoort Speciale aMeeüng varen ingenieur, voor iemand dus, die den direc teur van een groot modern technisch bedrijf zal hebben te vervangen, te laag is. Voor dergelijke» ambtenaren zal een salaris moeten worden vast gesteld, dat gelijk staat met het salaris, voorge steld voor groep VII van de administratieve ambtenaren. Ook in verband met de salarissen, thans voorgesteld voor de leerkrachten bij het middelbaar onderwijs, is dot noodig. Na rijp beraad heeft de Staatscommissie dezo meening tot de hare gemaakt, waurom zij in haar eerste rapport een aantal wijzigingen aan brengt. In haar eerste rapport deelde de staatscom missie mede, dot er verschillende factoren zijn, welke het ambt van commissaris van politie be ïnvloeden, maar dot het inwonertal den belang rijksten maatstaf biedt. Uitgaande hiervun komt haar bij nadere overweging een verschil van 40.000 inw. (20,000 tot 60,CO0) te gróót voor om ééne groep te vormen. Zij stelt daarom de volgende nieuwe schaal voor: Gemeenten tot 10.000 inwoners f 3C0Q f 5000, gemeenten van 10,001 tot 20,000 gemeenten met meer dan 70,0vebebcvebbtgtgi inwoners f 4500—f 5000, gemeenten vont 20.001 tot 40,000 inwoners 5500—6500, gemeenten van 40,001 tot 70,000 inwoners f 55007000, gemeenten met meer dan 70,000 f 60007500. Het salaris van den hoofdcommissaris van po litic te Groningen ware in verband hiermede op f 8000 te stellen. Eindelijk neemt de staatscommissie de over gangsregeling, voorkomend in het voorloopig. verslag, terug. Hoewel de groepsomschrijvingen van het vol ledig rapport de r.oodige indeeling van het per soneel der gemeenten in hoofdliinen vastleggen, waren nog niet alle functies voldoende bereikt. Rechtstreeksche indeeling van verschillende, zich vrij scherp afteekenende soorten van amb tenaren onder de groepsomschrijvingen van het vooiloopig verslag, bleek de Staatscommissie! bij nader/ overleg niet goed doenlijk, zoodat voor, door DAVID LYALL. Uit het Engelsch door Mevr. J. P. WESSELINK-VAN ROSSUM. 5 Hij was een zeer innemende persoonlijkheid Optimistisch, gevoelig, oprecht en net. Hij was «'oor niemand een verschrikking. Zelfs de kwaad doeners waren niet bevreesd voor zijn verwijten. Heriot had van vele 'kanten gehoord, dat de /predikant van St. Bede meer christelijk leefde in zijn dagelijksch leven dan eenig ander man In dat groote stadsdeel. Hij gevoelde daarom eerbied voor hem en hield inderdaad veel van hem ofschoon hij niet door zijn geestelijke oogen *ag. De dokter, groot en mager en een bizonder triatig mensch, met een scherp, vroolijk gezicht •n oogen als van een student, leun-Ie diep achter over in den kalen, ouden stoel en luisterde klaarblijkelijk met zijn beide ooren en zijn hart. De derde was Heriot persoonlijk onbekend, ofschoon hij zich verbeeldde, 'dat hij diens gelaat reeds meer gezien had; hij maakte daaruit de gevolgtrekking, dat hij hem wel eens ontmoet zou hebben in een omnibus of ondergrondschen trein, van en naar de City gaande. Hij was zeer jong, niet ouder dan vier- of vijf-en-twintig jaar, had een slanke, goed gebouwde gestalte, een aardig frisch gezicht en was keurig gekleed ii avondtoilet. Heriot's oog zag een grooten dia mant in het plastron van zijn overhemd schitte ren. Toen de jongen kwam, vroeg Heriot, of hij dr. Ferguson kon spreken. Binnen een minuut ver scheen deze. „O, ben jij het, Heriot? Er scheelt thuis toch niets, naar ik hoop?" en zijn gelaat nam de uit drukking aan, die verraadde, hoeveel hij voor zijn beroep voelde en dat hij het nooit te druk had, om daaraan al zijn aandacht te wijden. „O, het is niet erg," antwoordde Heriot. „Een van de kleinen is wat koortsig. Het is Margie. U weet, hoe haar moeder is. U zult wel weten, geloof ik, of het noodig is, dat u dit gezelschap verlaat: maar ik moest hierheen gaan terwille van den lieven vrede." „Be zal nu met je meegaan. Mevrouw Heriot valt iemand niet lastig met noodeloozen angst," antwoordde Ferguson en teen kwam de predi kant, vroolijk glimlachend naar buitert. „Wilt u niet binenkomen, Mr. Heriot? Wij waren midden in een druk gesprek. U wilt toch niet zeggen, dat ge slechts gekomen zijt, om Ferguson weg te halen?" rBc zal niet lang wegblijven," 'haastte de dok ter zich, te zeggen. rGa naar binei%.Heriot: ik zal van je huis wel in twintig minuten terug zijn." Heriot scheen een oogenblik besluiteloos. Het werk en geen vaderlijke angst wachtte hem maar de warm verlichte kamer, het vooruitzicht van een prettig gesprek trokken hem onweer staanbaar aan. Ferguson trok zijn lichte overjas aan, zette zijn pet op, knikte vroolijk en stapte weg in den avond met een opgewekten, grooten pas, die toonde, dot zijn hart bij zijn werk was. „Wij hebben elkaar geruimen tijd niet ont moet, Heriot," zeide de predikant vroolijk, toen de nieuw aangekomene over den dremoel stap te, „niet geloof ik, sedert d'en avond in Janua ri, toen gij mijn staf van kleine ïongens in Al- cock Mews hebt toegesproken. Zij hebben het nooit vergeten. II moet ze nog een een avond schenken, als ge er een kunt missen." „Vonden ze het aardig? Ik ben heelcmaal ver geten, wat ik dien avond verteld heb. Ja, ik zou liever later eens komen. Op het oogenblik val len mijn oogen bijna toe. Journalistiek wordt hoe langer hoe meer een zware taak, dominee. Som tijds walg ik ervan." „Kom, kom, ge hebt frissche geestkrocht noo dig. Misschien kunnen wij u hier wat geven. Mijn neef, Geoffrey Ferrars is binnen. Ik zou wel willen, dat 11 eens met hem sprak. Hij heeft hier drie jaar bij mij gewoond, maar dot was voor ik het genoegen had, u te kennen." „Ik wil hem gaarne spreken," zeide Heriot har telijk, en nu traden zij de groote kale kamer bin nen, die op geen overvloedige pracht kon bo gen en meer de verblijfplaats van den studee- rende en den werker was, dan van den sybariet, wat zooveel vrijgezellen toch worden. Onderwijl spoedde de andere man, de genees heer, zich naar het huis, waar zijn hulp noodig was. Het moet hier gezegd worden, dat hoewel Ferguson Heriot wel mocht als kennis, er toch karaktertrekken van hem waren en dingen in zijn persoon, die de dokter sterk afkeurde. Hij kwam nu al zes jaar in zijn huisgezin en had de gelegenheid gehad, die elke dokter ge woonlijk heeft, om een juiste gevolgtrekking te maken. Hij bewonderde en eerbiedigde Jeanie Heriot cm juist die hoedanigheden, die haar echtgenoot hmderde-n. Iiij kwam in dagelijksche aanraking met vrouwen, die den moed verloren hadden, maar had nog nooit een van het type van me vrouw Heriot ontmoet. Het was haar zwijgzaam heid, die hij waardeerde; hij was haar er op recht dankbaar voor. De uren aan zijn beroep gewijd, werden hem soms tot een afschuw door de klachten van zijn vrouwelijke patiënten over haar echtgenooten en hij had reeds lang ondervonden, dat uitge sproken grieven eigenlijk niet bestonden terwij' de onuitgesproken klachten het innerlijke wezen ondermijnden. Hij had opgemerkt, hoe langzamerhand de hoop bij Jeartie Heriot verdween, omdat zij machteloos was, dit te verhinderen. Want het is duidelijk, dat wanneer een vrouw geen klacht in een bepaalde richting uit, het zelfs niet echs zaak is voor iemand, die met vriendelijk mede gevoel jegens haar bezield is, een veronderstel ling dienaangaande te uiten. Nog minder kon hij iets zeggen tegen Heriot ofschoon hij somtijds wel de verleiding daartoe voelde. De verbazende blindheid en eigenzinnig heid van den man brachten hem tot wanhoop en hij vroeg zich dikwijls verwonderd af hoe het eindelijk zou afloopen tusschen dat paar, hetwelk oogenschijnlijk zoo slecht bij elkander paste. Dat hot tragisch zou zijn, daaraan twij felde hij geen oogenblik. Jeanie had haar boezelaar niet afgedaan, toen zij antwoordde op het bekende, herhaalde^ klop pen van den dokter en dat bewees, dat zij voor goed van alle vrouwelijke iidelheid afstand ge daan had. Ferguson was dikwijls bedroefd ge weest, die veronachtzaming van haar persoon op io merken, ofschoon hij er minder boos om was, dan cm het wachten, dat hij dikwijls moest doen, omdat sommige vrouwen nog' haastig toi- 'et wilden maken, eer zii hem bij haar toelieten. Zij glimlachte liefelijk, bij den aanblik van zijn vriendelijk scherpzinnig gelaat. „Ik ben zoo blij, dat u gekomen is, dokterl Margie is bijna den gcheclen dag koortsig ge weest cn zij heeft gisteren een slechten nacht gehad; ik wilde niet gaarne zoo een tweeden ingaan. In een klein huis, zooals dit, worden de slapers zoo licht gewekt cn Heriot k>\n den slaap niet missen." „Kom, wij zullen eens naar haar kijken. Mijn heer Heriot is niet mee teruggekomen. De pro« dikant heeft hem binnengenoodigd. Ik was daafl een half uurtje gaan praten." „Het spijt mij, dat ik u moest laten roepen,"* zei zij oprecht. „Ik weet, dat u niet veel viijn avonden heeft." „Nu, dat hindert niet. Ik zal waarschijnlijfcl weer teruggaan," antwoordde hij- gemoedelijk^ terwijl hij haar op de smalle tTap volgde. Jeanie sliep in de voorhamer met de beich* kinderen, terwijl Heriot achter sliep, waar zijrt slaap niet gestoord werd door de ontelbare ge* hiden van de .straat. De kleine, negenjarige jongen was vast int slaap, in zijn bedje in den versten hoek, terwijl Margie, het vijfjarig vlasblondje, onrustig wooi* de in haar moeders groot bed. Haar wongert waren rood en gloeiend, haar joogen stonden groot en koortsachtig glinsterend, maar zij wa$ niet te ziek om zich met een schreeuw van vcr< rukking in de armen van den dokter te werper^ Toen zij haar heete, zachte wang tegen de zijK ne drukte, vloog er een eigenaardig trekje ovei het gelaat harer moeder. Wat zou zij er nie^ voor over hebben, als zij Margie's hoofd zo<j tegen de borst van haar eigen vader had kun>< nen zien rusten? Zij herinnerde zich als een blik« semstroal op dit oogenblik een week, die zi\ nooit vergeten heeft in de oude boerderij op di helling van den heuvel achter Glen Km de© (Wordt vervolgdH

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 5