AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlanper" OPLEIDING EXAMES.N Fontein Schippers. P ST. EmiLION tij J. 4. SCüeifRKItN l h, Utr.str. 17. Tel 145 Nutsspaarb^nk GELEGENHEIDS GESCHENKEN BINNENLAND. Eigengemaakte Kinderkleeding. Het Verloren TeM HANDELS INSTITUUT „VAN HAARLEM" LANGESTRAAT 38 B, AMERSFOORT. 1 Meubileringen- Kunsthandel- Behangerü en Stoffeerderu Langestraat 24. Tel. Int. 496. - AMERSFOORT. Per fSesch f 1.75per anker f 72-. V' TWEEDE BLAD. Frans Jozef Etterwater oer fS. 50 cent Emserwater per kruik 75 cent. A. VAM DE WEG. Lanaestraa! 23. Magaz. „De Dom1* rscsasagoHB. a] ZIE ETALAGE AIS STEE"S fe KLAS GOEDEREN FEUILLETON. 20ste Jaargang No. 180 Zaterdag 28 Januari I9Ü2 PlrectenrG. VAlf HAARLEM Jr. GRATIS PROSPECTUS. "9a ORIGINEEIE zeer aan te bevelen Bordeaux, gewas 1317 „Matschudding". Een leelijk maar teekenend woord, naast de gele andere uitdrukkingen voor dezelfde zaak pjTUzie", „herrie", „heibel" en zoovele meer. Helaas slaat deze expressie ditmaal op de ver houdingen in onze eigene partijde partijge noot en de buitenstaander moeten uit de berich ten van den laatsten tijd wel den indruk krijgen, dat de Vrijzinnig-Democratische Bond lijdt aan inwendige beroering, aan disharmonie, aan twist en krakeel. Sprak de Telegraaf die onpartijdig is in de politiek, maar de democratie een goed hart toe draagt niet al van „Ernstige ontstemming" om daarna een artikel te schrijven onder het op schrift harakiri" Zeggen niet velen in den lan de op grond van de berichten, dut de V. D. B. zijn eigen graf graaft door het nu blijkend ge kibbel onder zijn voormannen Beginnen wij met te verk'aren, dat de berich ten der laatste dagen ons smartelijk hebben ge troffen. Hebben wij zoo vroegen wij ons af twintig jaar long voor ons program gestreden, om onze partij, die de draogster is van onze beginselen, te laten vernielen door enkelen van onze voormannen Maar na den eersten schok, die ons een oogen- blik deed duizelen, vinden we al spoedig ons „tramontane" terug wat is er eigenliik gebeurd? En areigt der partij ernstig gevaar? Laat ons eens zien: Van Brresteyn is uit de Kamerfractie getreden en daarna ook uit de par tij. Volgens Marchant en Oud staat het vast, (dat hij dit deed omdat hij ontevreden was over de plaats, die hij op de candidatenlijst heeft ge kregen, d. w. z. omdat hit zoo goed als geen kans heeft (had) op een Kamerzetel. Volgens Van Bere^teyn's eigen verklaring ging hij heen, omdat hij niet met Merchant kon opschieten. Omtrent het bedanken voor eene candidatuuT door Teenstra vernemen wif, dat hij heen gantj omdat Oud bij het referendum over de candi- datenlijsten ten eigen gunste invloed zou heb ben uitgeoefend, waardoor Oud een betere plaats kreeg dan Teenstra. Ook Ko^t^r bedankte voor eene candidatuur. Naar verluidt op denzelfden grond. En zou nu onze partij werkelijk „in ontbin ding" verkeeren, zou zij „harakiri" (zelfmoord) plegen, nu een drietal heeren in het gezicht van de verkiezingen haar aanzien poogt te ondermij nen Wij gelooven er niets van. Slechts blijkt, dat zelfs in onze partij, dat in den Vrijzinnig-Demo- cratischen Bond, wien het altijd to doen ge weest is om het beginsel, waar nooit politiekerij heerschte, waar men niet aan baantjes-jngerij en streven naar persoonlijk voordeel deed, waar men geen vriendjesmakerij door baantjes te ver geven kende, bij sommige leden helaas zijn het voormannen dit politiek vergif is bin nengeslopen. Laat ons een oogenblik veronderstellen, dat Van Beresteyn terecht klaagt over Marchant's despotisme, dot Teenstra en Koster den secre taris Oud terecht beschuldigen van het uitoefe nen van invloed te eigen bate. Wat was dan hun plicht geweest In stede van onze porflj in den rug aan te vallen eenige maanden vóór de verkiezingen, haddén zij den weg moeten volgen, die voor ieder partij-lid open staat, als hij grieven heeft. Zij hadden zich kunnen en moeten wenden tot het hoofdbestuur en desnoods tot de Algemeene Vergadering. Het zou dit geven wij grif toe v. Bere steyn weinig hebben gebaat. Reeds bij eene vroegere gelegenheid is gebleken, dat hij zich niet kan voegen in het partij-verband en uit de mededeelingen van Marchant blijkt, dnt van Be resteyn die „beterschap had beloofd" weer in zijn oude fout is vervollen. In het conflict TeenstraKosteT contro Oud zou het hoofdbestuur of de algemeene vergade ring gemakkelijk hebben kunnen uitmaken (en het zal ook nu uitgemaakt moeten worden) of Oud zich heeft schuldig gemaakt aan prak tijken, die slechts konden dienen om hom zelf een gunstige plaats op de candidatenlijst te ver schaffen. Zoo joN dan zou Oud tot heengaan zijn genoopt en zouden de heeren Teenstra en Koster hun doel hebben bereiktzoo neen, dan zou zijn gebleken, dot er voor een optreden tegen Oud geen reden was. In elk geval zou de partij bij zulk een onder zoek zijn gebaat. Thans is haar aanzien ge schaad door het optreden van deze beide con- didaten voor de Tweede Kamer, die eventueel weer geroepen zouden worden hare beginselen in de volksvertegenwoordiging te verdedigen. En ook wanneer mocht worden uitgemaakt, dat Oud niet vrij uitgaat en we zeiden reeds, dat dit met ernst zal moeten worden onder zocht dan nog hebben Teenstro en Koster zich jegens onze partij en dus jegens onze be ginselen niet gedragen op de wijze, die wij van hen hadden mogen verwachten. Indien blijkt en wij hebben geen reden daar aan te twijfelen dat zij Oud ten onrechte heb ben beschuldigd, dan is er ten slotte niets an ders geschied don dat drie van onze voormannen zich van een zeer ongunstige zijde hebben doen kennen zij zullen daarmee het vertrouwen van den Bond hebben verloren en daarmee hunne pleatsen als voormannen in onze partij. Zij zullen worden vervangen door onderen, die onze beginselen zullen uitdragen in den lande en onze partij zal dezelfde blijven, die zij altijd is geweesteene kleine partij van politielc-eens- willcnden, die zich niet ophouden met de kon- kelarijcn en intrigues, die de politiek bij velen een slechten naam heeft bezorgd. Wij zullen de elementen, die ons altijd hebben gesteund, ook nu achter ons houden, ja we zul len cr als organisatie door worden gesterkt, als in het openbaar zal blijken, dat wij het onkruid ècA in eigen tuin weten te wieden en uit te rcrien. Uit de Pers. WIE ZICH AAN EEN ANDER SPIEGELT.... In de Tribune behandelt de heer V(on) R(avensteijn) Mr. Troelstra's liebaugeln naar de Katholieken. „Heel Nederland wist het van dat moment of, kon het althans weten indien het naar Troelstra's wcnsch gaat, beleven wij binnen enkele maanden reeds een frontverandering der politiek hier te landein plaats ven Rome en Dordt, in min of meer los verbond met de partij der Groote Kerk, treedt de coalitie von Rome met de S. D. A. P., waar zien* misschien, bij de gratie van de beide echtvrienden, de vrijzinnig-democraat als derde bij zou mogen aansluiten. Het is waar, dnt Troeistra's liefdesbetui gingen op uitermate koele ontvangst van de aangebedene stuitten. Het hoofdorgaan van dc Roomsche Staatspartij, De T ij d schreef, zonder, even min als monseigneur Nolens zelf, het denk beeld van een regeeringshuwelijk met de S. D .A. P. ganschelijk te verwerpen, dot daartoe in ieder geval één ding noodig zou ziinde bruidegom zou alsnog zich van «enige smetten zijner onfatsoenlijke en los bandige jeugd hebben te reinigen. Het episcopaat, wel verre van in ts mans armen te vollen, ontwoortHe, gelijk men dat van gewiekste en geschoolde poli tici eener instelling, bijna zooveel eeuwen oud als de S. D. A. P. jaren, mocht ver wachtennoch ,met ja, noch met neen. Doch met de opmerkingwij zullen eens kiiken, hoe de omstandigheden loopen. En dat de compagnon van Rome sinds zooveel jaren, dat Dordt zich nog niet on gerust maakte, dat het, na den afloop der verkiez-ngen, maar zoo een, twee, drie aan <Ien dijk zou worden gezet, bleek o.a. uit de lichtelijk spottorde wijze, waarop zijn bladen zich over Troelstra's vrijerij uitlie ten. Dordt en Colijn, m. a. w. Opperste der Petroleumknpitalisten, zien nog zoo snel niet een eind aan wat mr. Van de Laar zoo snedig en telecht gepubliceerd heeft als een „baantjestrust" de coalitie. Dit neemt niet weg, dat omnium con sensu (naar aller meening) sinds dezen win ter het verbond van de S. D. A. P. met Rome ook in dit land binnen het bereik der politieke mogelijkheden is gekomen. Met Rome en niet met de Roomsche arbei ders. Want Troelstra, die jaren lang beurtelings op twee kaarten zette de link- sche „democraten", d. w. z. bourgeois, of de rechtsche 'arbeiders, is, nu de S. D. A. P. eindelijk zoover denkt of hoopt te zijn, dat het regeeringskasteel zijn poorten binnen ofzienbaren tijd voor haar zal openen, mede zoover, dat hij ook dien droom van een sa mengaan met rechtsche arbeiders alleen heeft loten varen. Hier, gelijk elders, zal bij het huwelijk moeten sluiten met heel de Roomschef partij, de kapitalisten, de mid denstanders, de groote boeren ingesloten, of hij zal buiten blijven staan. In die omstandigheden nu is het goed om zich alvast weer eens te spiegelen aan het voorbeeld hoe het elders is gegaan, waar de politieke ontwikkeling analoge (overeen komstige) banen is ingeslagen. In Duitschland vond dezer dogen lvt con gres van de machtige Roomsche Staats partij, daar, zooals men weet Centrum ge- heeten, plaats. Een onrtij, nagenoeg geheel in sociale samenstelling en ook wel in his torische wording met de Nederlandsche R.-K. Staatspartij te vergelijken. Daar, op dien partijdag, maakten de Roomsche leiders uitteraard de balans op van de coalitie, die, door de macht der po litieke omstandigheden, nu reeds jaar en dag tusschcn Roomschen en S. D. A. P. be stoat. De voorzitter der Rijksdagfractie, die den naam van Marx droogt, behandelde er ii de eerste plaats de vraag, of de Centrum partij haar karakter als geestelijke gemeen schap op positief christelijken grondslag door de somenwerking met de sociaal-demo' era'ie in gevaar bracht. De heer M. beantwoordde, natuurlijk, deze vraag m^t nadruk ontkennend, op grond van de ervaringen gedurende de driejarige coa litie. En ten bewijze, dnt het Centrum niet al leen wèl voor bij het huwelijk met de*S. D A. P., moor ook ten volle de groote prin- cinieele zaken, waar het voor de Room schen in de eerste plaats om gaat, kon handhaven, betoogde spreker de noodza kelijkheid van de handhaving der confessio- neele school als het hoofdprincipe van het Duitsche schoolwezen ter waarborging van do godsdienstige opvoeding der kinderen. Wij hebbon hier niet nieuw, moor opnieuw de bevestiging von het feit, waar het bij het huwelijk „van dc S. D. A. P. met Rome het tijdelijke politieke verbond" op zou neer komen de S. D. A. P. zou bij zulk een verbond n'efs zijn dan de voetveeg van Rome en Rome zou al haar beginselen en alles, waar het voor Rome principieel op aan komt, behouden en uitbouwen. Troelstrn, de vrijer, zou in de practijk de huisknecht worden. ARBEIDSTIJD IN DE DUITSCHE INDUSTRIE. Wij hebben de conclusies meegedeeld, van de commissie ingesteld ten einde in Duitschland een onderzoek te doen naar de arbeidstijden in dc Duitsche industrie. Een commissie, waarin zitting hadden naast een inspecteur van den ar beid een paar vertegenwoordigers van werkge vers en van vnkvereenigingen. Een, wat men pleegt te noemen, „onpartijdige" commissie dus. Deze conclusies hebben bij de redactie van „Het Volk" groote blijdschap gewekt. Omdat er in staat te lezen, dat in Duitschland niet maar een achturendn«r op popier bestaat, maar dat dit voorschrift er strikt gehandhaafd wordt. „Ja veel strikter dan bij ons". De oppositie tegen de acht- urenwet krijgt slechts in één opzicht het rapport gelijk. „Inderdaad blijkt dot de Duitsche regeling „leniger" is don de onze. Er is daar minder bu reaucratische omslag noodig dan hier om een overwerk-vergunning te krijgen." En ten slotte noemt „Het Volk" dit ambtelijke rapport te eencn male vernietigend voor de dc- magogisch-reaktionairc agitatie tegen de acht- urenwet." Naar aanleiding hiervan schrijft het Han delsblad: Wie alleen de conclusies leest en aan de grootere „lenigheid" van de Duitsche regeling niet die waorde hecht, welke ze stellig verdient I is geneigd eenige re den te vinden voor sociaal-democratische blijdschap. Zij het dan ook niet in die mote als zich van „Het Volk" heeft meester ge maakt. Doch wie het rapport zelfs leest, merkt dot er zeker ook mededeelingen in staan gunstig voor het stondp'uP. ingenomen door de „demagogisch-reaktionaire agita- tie". t We lezen onder den titel „Overwerk", dot de geheele Duitsche verordening sterk wordt beheerscht door den wensch niet al leen den arbeidsdag op zich zelf te bekor ten, maar deze bekorting ook te gebruiken als middel tot bestrijding der werkeloos heid. „Het geheele arbeidsrecht, dat na de revolutie tot stand is gekomen, is van de zen geest doortrokken." De achturendag dus niet als principe alleen, doch ook als middel om werkloos heid te bestrijden. En juist deze opvatting omtrent het fundament van het arbeids recht maakt het plausibel, wat steeds uit Duitschland wordt gemeld door onbevooT- oordeelden, die er naar den werkelijkcn werktijd een onderzoek instelden, dat er met den achturendag met de bepalingen omtrent het overwerk de hand wordt ge licht, zoodra het gevaar voor werkloosheid klein of denkbeeldig is. Een waarneming, Varkensmarkt - Amersfoort. Speciale afvleeling Maison VAN EIMEREN. 5 Coiffeur Po.Htlclicur Coitteuse 7| WIJKllSSTRAAT M. - Tel. £08 Hoogst Moderns Salons voor DAMES en HEEHEM - Manicure Magazijn van Parfumurioön on Toilot-Arlikolon. I BADSN RICHTING Amersfoort Utrrchtscheweg 9. Overzicht 1921. Ingelegd: 512.314.67 Terugbetaald: „255.88G.iO Meer ingelegd: 256.428.27 Nieuwe boekjes: 590. Effecten in bewaring: 37.310- Geopcnd: eiken werk dag 10—1; 3—4V2; 7—8. Zaterdagavond 8V218V£ Zaterdagmiddag geslo ten. bevestigd in.... het rapport der commis* sip. Daarin staat b.v. bij de resultaten naar den arbeid van stokers, machinisten, be* wakers, enz. „Een zeer groot deel van do betrokken arbeiders maakt een 9- of 10 urirren arbeidsdag, zonder vergunning." Daarin staat ook, dnt men een ruimere toepassing geeft onn het begrip „Not* stnndsarbeiten" die verricht mogen worden zonder inmenging van de over* heid dan de gebruikelijke: haast- of reporatiewerk, dot het gevold is van brc- kage of bedrijfsstoringen. Daarin staat, dnt indien de bedrijfsraad het overwerk! toestaat, in de overgroote meerderiv-id der gevallen dat ook door de nrbeidsin* spoctie wordt gedaan, vonk zelfs zonder nader onderzoek. En dc reden van een afa wijking is vnok deze: „dot men aanneemt dat de arbeiders zich door den drang! meer tc verdienen, voor het overwerW hebben laten vinden, maar dat dc posit ia van dc industrie in hoor geheel, bijvoor* beeld met bet oog op eene reeds dreigend* werkloosheid, geen overwerk wenschelijl maakt." In het rapport stoot ook, dnt voor bul* ten'andsche opdrachten men zeer bereid willig is overwerk te verlopen, 7^ó dat steeds vergunning voor overwerk wordt! gegeven, indien een buitenlandsche order, oan een bepaalden leveringstermijn gebon* den, verloren zou gaan. En deze vergun ningen worden verleend voor ten hoogstel vier weken achtereen, met de mogelijkheid van verlenging. Legaal overwerk dus. Wat het niet-legale betreft: „In een Zuid-Du t- schen Staat werd von de zijde der Arbeids* inspectie de veronderstelling uilgesprok ent dot het niet-legale overwerk vermoedelijk! belangrijker zou zijn dan dat krachtens of* ficfaele vergunning." Van „strikt naleven" gesproken. „Ja, veel strikter dan bij ons 1".... Wie niet streeft naar vooruitgang, heeft geen ernstige levensopvatting. WILLEM GROENHUIZEN jllWEIJEK AMERSFOORT Groote keuze o fJm door DAVID LYALL. Uit het Engelsch door Mevr. J. P. WESSELENK-VAN ROSSUM. 10 Zijn tweede vrouw, die in de diepste schuil plaatsen van haar teruggetrokken natuur hem hartstochtelijk beminde, had nooit eenigen weer klonk bij hem gevonden. Het was vriendelijk en edelmoedig jegens haar, maar zij was niet lang met hem getrouwd, toen zij bemerkte, dat zijn hart begraven lag in het graf zijner eerste vrouw. H t strekt haar tot eer, dat zij hem nooit haar otndekking mededeelde misschien hoopte Tij nog tegen beter weten in, dat zij zijn hart langen tijd later nog zou kunnen vinden. Zij koesterde die hoop nu niet meer, maar zij deed haar plicht met die hardnekkige plichts betrachting, die de Schotsche vrouw kenmerkt #n die grootgebracht is, den plicht cis een god te beschouwen. Haar hart, op zichzelf aangewe zen, had zich om haar dochter gewonden met hartstochtelijke ranken en voor die het geluk te veroveren, dat haar ontzegd was, werd de wcnsch van haar leven. Het leven van Thomas Speed was bizonder eenzaam en hij leed jegens deze vreemde aan- - eenschakeling van omstandigheden onder een persoonlijke eenzaamheid, wot een minder sterk man knorrig en zwiigzaam gemaakt zou hebben. Maar niets van dat alles was het geval met Speed. Hij sprak vlug en snoevend, en drukte zich uit met luide eenigszins rauwe stem en een gemeenzaamheid, aie hij somtijds aannam om een vreemde verlegenheid of onzekerheid te verbergen. De stem en de gemeenzaamheid hadden Nugent Ferrars altijd hoogst onaangenaam be roerd, want hij bezat de ingetogen manieren van een vorst, gevoegd bij de hoffelijkheid van een geestelijke, kortom, zij hadden niets ge meen had. Sp^ed floot, terwijl hij liep op dien morgen, toevallig een Zaterdagmorgen in de Paaschweek, en had het aangename voorkomen van voor spoed en zelfvertrouwen, dat een vreemdeling in het oog zou moeten vallen. Maar het voorkomen en de stem werden onwillekeurig gematigder, toen hij in de schaduw der taxisboomen van de Pastorie kwam. Een nieuwe pastorie was eenige jaren geleden gebouwd op een gemakkelijk bereikbare plek in het dorp, terwijl de Oude Pastorie als weduw- goed aan de Ferrars bleef. Zoo werd ze door Thomas Speed geschonken aan de weduwe van Nugent Ferrars bij den dood van den laatste. Het was een aardig, oud huis met overhan gend afdak en kleine getraliede vensters, van binnen niet erg geschikt, daar alle moderne ge makken ontbraken. Maar al de Ferrars hielden er van; binnen was de woning ook mooi door de heerliike niet te beschrijven bekoring, die vrouwen zooals Lucy Ferrars oan de meest een voudige omgeving kunnen geven. Speed was niet in staat het verschil te verkla ren of te beschrijven tusschen zijn schoonzuster en zijn vrouw, maar hij wist, dat Lucy heel anders was. Zij gehoorde tot dégenen, tot welke ook zijn eerste vrouw had behoord. Zij had al haar zachtheid en veel van het bekoorlijke en bizondere in haar. En om al die redenen werd zijn manier bedaarder en verloor zijn stem veel van haar hardheid, toen hij haar begroette bij de deur harer zitkamer, waar zij met haar brie ven bezig was. „Hoe gaat het met je, Thomas? Ik hoorde, dot je overgekomen waart. Er is een telegram van Henry, dat meldt, dat hij onverwachts een plaats vervanger voor morgen heeft gekregen en dat hij dus Paaschzondag bij ons zal zijn." „Goed! Maar denk erom, dat Stubbs het niet te weten komt, anders haalt die hem over, morgen t? preeken," merkte Speed grappig op. „O, neen. dat zal hij niet doen. Je kunt er op rekenen, dat Henry voelt dat hij behoefte aan rust heeft, anders zou hij zijn eigen parochie op Paaschzondag niet verlaten hebben. Ik zal hem morgenochtend naar den vroegdienst laten gaan en h m in-zijn bed houden voor de rest van den dag. ïk wilde dat Geoffrey ook gekomen zou zijn Hoe maken Mary en Naomi het toch goed, naar ik hoop". Zij legde het telegram op de lage eikenhouten schrijftafel, die over het raam stond en ver zocht hem met haar oogen plaats te nemen in een stoel dicht bij den haard, waar een blokkenvuur zorgde voor voldoende warmte en een gloed, die aangenaam aandeed op den scherpen Maartochtend. „Dc ben altijd wat bedroefd, als wij zoo een erg vroege Pasohen hebben. Tom, jij niet? En de dingen in den tuin schijnen later dan ge woonlijk dit jaar te zijn." „Dat maakt voor mij zoo'n groot verschil niet uit, beste", antwoordde Speed. „Dc ben gekomen, om je wat nieuws te vertellen. Raad eens, Lucy." Hij vond het heerlijk, dat hij het voorrecht had, haar bij haar voornaam te noemen. Toen hij daartoe verlof gevraagd had, had Lucy het hem niet geweigerd, ofschoon haar echtgenoot haar gezegd had, het te doen. Zij wist, met die god delijke ingeving, die haar nooit ontbrak, dat die vriendschappelijke omgang hem op zijn gemak zette en hem deed voelen, of hij tot de haren behoorde. En hij was zoo goed in stoffelijke dingen voor haar geweest, dat zij hem dit geringe voorrecht niet kon of wilde ontnemen. „Ik heb geen flauw vermoeden, maar het is klaarblijkelijk iets, dat je niet mishaagt." „Neen, ik geloof, dat ik het erg prettig vind. Naomi (hij sprak den naam uit met den vollen klemtoon op de laatste letter) heeft zich ver loofd." Hij genoot ten volle van de verrassing, waar mede deze tijding ontvangen werd. „Naomi I Maar wat verrukkelijk f Zeg mij eens vlug, wie is de man I Ik ben dol op Defdes- zaken. Ik hoor veel liever iets >van een geluk kige liefdeszaak dan van een kroning I" „En dat behoort ook zoo", zei Speed hartelijk. „Iedere vrouw moest trouwen. Als dat zou kun nen gebeuren, zouden wij niets meer hooren van het stenuecht voor vrouwen." Mevrouw Ferrars liet deze bewering glim lachend onweerlegd voorbijgaan. „Het is een jonge, Schotsche dokter onze eigen dokter", ging Speed verder. „Ofschoon ik naar het Zuiden ben getrokken, om fortuin te maken, geloof ik, dat men de eigen nijverheid moet ondersteunen", antwoordde hij grappig. „Ik teehen op alle liefdadigheidslijsten voor Schotland en ik brerg mijn grondbeginselen j over op mijn naasten. Ik heb in noorderlijk Londen gewoond, toen ik voor het e rst naar Londen was gekomen en ik vischte daar een Schotsche dokter op in Oakley Square, Wal* lace genaamd Die is nu natuurlijk dood; doz* is opvolger, ziin naam is Ferguson cn hij is eert van de bestenl Standvastig, werkzaam en won* hopig knap! Ik heb dien jongen man gadege slagen. Hij is er een naar mijn eigen hart. Hi| heeft niemand gehad die hem hielp. Zijn vadcfl is schoolmeester geweest in Ayrshire. Gij En* gelschen," (hij gebruikte die uitdrukking opi geen beleedigende wijze, maar alleen om eenI bewering te uiten), „gij Engelschen behandelt olies wat den schoolmeester betreft cn alles wal daarmede in betrekking staat uitgezonderd misschien uw groote volksscholen alsof hel de kleermakerij betrof, eigenlijk nauwelijks mei denzelfden eerbied. In Schotland zijn wij anders^ Een schoolmeester is een koning en de oudd schoolmeester eerier parochie vertegenwoordigd*! de adem van hun beroep. Dat was, omdat /.i| geleerden waren echte geleerden, niet tetl| wille van het geld, maar uit liefde voor hurt beroep. Ferguson's vader behoorde tot de laat* steen van die bizonder heldere sterren. De jon* gen kieeg op veer tien jarigen leeftijd een boi»sl en heeft sedert dien tijd steeds voor zijn ei; m onderhoud gezorgd. Hii is altijd belemmerd ge* worden door zijn gebrek enn geld." „Maar Naomi kon toch niet met een arm mart trouwen, TomI Zij heeft nooit geweten, wat hel is, zich te moeten behelpen. „Ik zal je dat ook vertellen, mijn beste. Geel mij wat den tijd. Ik heb hem dus gadegeslagen,, zooals ik al gezegd heb. Ik heb mij tot taak ge* steld, een onderzoek naar hem te doen en hij js de beste vriend der armen van St. Pancras. J«; broeder, de predikant, weet ook wel iets van herrt af, ofschoon ik nooit over hem gesproken beU met den eerwaarden Vickary. Waarom? Omcat hij de v>oroordeelen van zijn stand heeft, di< hier in Engeland wanhopig langzaam verdwijn nen, indien zij ooit verdwijnen." 'Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 5