DE EEMLANDER" "BUITENLAND. bHsïnën land~ EERSTE BLAD. Deposito-Rente: «O® Jaargang No. 198 'miiHiüiisraisc.'TSrzïi: jptr post 1 V—por week (roet gratis wickering i Wgen ongelukken) 0J7», gfrondrrlyke nummm Cj05. Zaterdag i« Februari 1922 PRIJS M ADyERTESÏStH »9 DIRECTEUR-UITGEVER» J. VALKHOFF. BUREAU: ARNHEMSCHE POORTWM.. t INT 613- van 1 —4 regels f LOf met inbegrip van cea bewijsnummer, elke regel meer 0.25, dicnst.ionbie> dingen en Lictdadifibeids-advcitenticn voor de laelfü der prQa Voor handel en bedrijf bestaan zee* Tooracelige bepalingen *oor hel advertecren. licna ciicuuirc. bevattende da voorwaaxden. wordt op aanvraag toegezonden. Politiek Overzicht. Een der belangrijkste gebeurtenissen in de Chiitsche politiek was het feit, dat de rijksdag Woensdag een motie van vertrouwen heeft qüit- genomen in het kabinet-Wirth. De meerderheid bleek bij de stemming niet bizonder gTOOt te «ijn: tusschen de 30 en 40 stemmen, maar toch fiog grooter dan algemeen werd verwacht. Dot jdit betrekelijk gunstige resultaat is bereikt, moet ite donken zijn aan de omstandigheid, dat ten •erste een deel der onafhankelijken tijdens de 9temming de zaal verliet en ten tweede een pantal leden van de Beiersche volkspartij,, die tangekondigd hadden zich van stemming te ont houden, nochtans vóór de motie van vertrouwen ptemden. Dit laatste geschiedde tevens door de liociaal-democroten, het centrum en de demo- 'croten. Hierbij kwamen nog een half dozijn étemmen van de zooevein genoemde Beiersche Volkspartij, verder de vier stemmen van den jBoerenbond en twee stemmen van de Honnove- IFonen (Welfen). Tegen de motie verklaarden jfcich de Duitsch-nationalen, de Duitsche Volks- |>artij, de communisten en, voor zoover zij te genwoordig waren, (van de 61 ontbraken er 27) Öe onafhankelijken. Dr. Wirth blijft dus zijn ambt bekleeden, omdat hij een parlementaire meerderheid achter zich heeft, al vormt deze geen volstrekte meerderheid. De rijksdag toch telt 469 leden; de absolute meerderheid be draagt dus 235 en hieraan ontbraken enkele stemmen; er zou daar natuurlijk nog meer aan hebben ontbroken, wanneer de onafhankelijken tijdens de stemming trouwer waren opgekomen. Heel flotteerend en schitterend is dus de behaal de overwinning niet. Wij hebben wel eens eerder opgemerkt, dat, ^ooral in de tegenwoordige situatie van Duitschland, een kabinetscrisis zeer fataal zou EÜn geweest; een heengaan van Wirth had even» tueel vooral moeten worden betreurd, omdat het itigenlijk pos de eerste Duitsche regecring was, waarin het vijandelijke buitenland vertrou wen stelde. Nu Wirth dus aanblijft, is althans iroor 't oogenblik voorkomen, dat Duitschland in een moeilijke positie geraakt tegenover 't bui tenland. Het succes der stemming is vooral vrr belang, omdat twee belangrijke kwesties op het oogenblik zeer actueel zijn: het vraagstuk der Duitsche schadeloosstelling en dat van de con ferentie van Genua. Wanneer loet kobinet-Wirth ten val was ge bracht aldus een beschouwing, die wij in de Deutsche Allg. Ztg. lezen dan hadden na tuurlijk de partijen, die thans de coalitie von» men, geen nieuw kabinet kunnen vormen. Noch .echts noch links afgezien ervan, dat noch een kabinet van rechts noch een van links op 't oogenblik mogelijk schimt beschikt over een meerderheid in den rijksdag. Men zou dus hebben moeten zoeken naar een nieuwe coali tie. Maar hoe cn waar? De sociaal-democraten wezen in principe een coalitie met de Duitsche Volkspartij van de hand; centrum en democra ten weigerden samen te gaan met de onafhan kelijken. Een zuiver burgerlijke meerderheid Van Duitsch-nationalen tot democraten was zoo goed als uitgesloten. Duitschland zou dus voor een absoluut „vacuum" hebben gestaan en dat op een oogenblik, dat Genua en de schadeloos- «telling alle inspanning en kracht vergden. Het blijven van Wirth was dus voor 't oogenblik ide eenige uitweg. De medewerker van het Duitsche blad be> treurt het, dat er geen weg was om een sterke en compacte meerderheid van 't parlement om een kabinet te scharen, dat dan te Genua en op ander gebied der buitenlondsche politiek veel oeter en fermer had kunnen optreden. Maar de vorming van de groote coalitie, die ook thans weer tfer sprake was gebracht, moest mislukken, omdat de sociaal-democraten a priori weiger den de opneming van de Duitsche volkspartij in de coalitie ook maar te overwegen. Vooral legt de schrijver er den nadruk op, dat twee dracht en partijruzies de kracht van Duitschland naar buiten versnipperen. En dat terwijl groote vraagstukken aan de orde zijn en de wereldpoli tiek het noodzakelijk maakte eensgezind te zijn en door eensgezindheid krachtig. NI fliddsnstsnds Credietbank UMCÜT Ho. i TïlïP3M1 h 33 flen jaar vast zes maanflsa opzegging esn dag LIPS' SAFE ïis s «O A I2 O 3 1 '3 0 o i Berichte». DE DUITSCHE SCHADELOOSSTELLING. P a r ij s, 17 F e b r. (Havas). Officieel. Duitschland heeft den 13en de vierde decade storting van 31 millioen volgen? de bepalingen van Cannes gedaan. P a r ij s, 17 F e b r. (Havas). Nopens het vraagstuk der schadeloosstelling hebebn de En- gelsche regeering en de andere geallieerden zich vereenigd met het verlangen der Fransche regeering om het onderzoek van het vraagstuk van een moratorium voor DuitschlarKl aan de commissie van herstel over te halen. De verdee ling van de bedragen der reeds geschiede en nog te volgen betalingen zal geregeld werden in besprekingen tussch.cn de ministers van finan ciën der betrokken landen. Wapens in Duitschland ontdekt. P a r ij s, 1 7 F e b r. (B. T. A.) Naar de Matin uit Berlijn verneemt, heeft men andermaal een clandestien wapendepót ontdekt m de buurt van Wamstau in Opper-Silezië. Hierin bevon den zich o.a. 8 bommenwerpers en een vijftal veldkanonnen, waarvan 3 Fransche. DE IERSCHE KWESTIE. Londen, 17 Febr. (N. T. A. Draadloos). Aan het slot van zijn rede over de wet inzake het Iersche verdrag in het Lagerhuis heeft Churchill gewezen op de wijziging, die geko men was in het aspect der Iersche/ zonk in de laatste zes maanden. Het komt mij voor, zeide hij, alsof de rollen omgekeerd zijn. Ierland en niet Brittannië staat voor de vierschaar van de naties der wereld. Zes maanden geleden waren wij het, die ons hadden te rechtvaardigen tegen eiken vorm van aanval. Nu heeft het Iersche volk eindelijk de gelegenheid te toonen, welk soort regeering het aan zijn land kan geven en te doen zien, welke positie het kan innemen on der de naties der wereld. Londen, 17 Febr. (R.). Nadat in het La gerhuis hot amendement vnn Ulster op het Ier sche verdrag, waarin werd verklaard, dat de instelling van een grenscommissie krachtens het verdrag het beknotten van de rechten van Ulster zou beteekenen, met 302 tegen 60 stemmen was verworpen, werd het wetsontwerp met betrekking tot het verdrag in tweede lezing aengenomen. De minderheid bestond uit Ul ster-leden en Unionistische „diehards." Bij de bespreking der grenskwestie zeide Chamber lain, dat Lioyd George nooit de woorden „groo te gebieden" heeft gebezigd in zijn besprekin gen met Collins over de herziening der gren zen. Hij herhaalde, dat de interprestatie der grensclausule in het verdrag een kwestie der grenscommissie is. Chamberlain deelde mede, dat 42 van de ontvoerde lieden in vrijheid zijn gesteld ten gevolge van de voortdurende po gingen van Collins, die besloten is de vrijlating van alle ontvoerden te verkrijgen. Londen, 17 Febr. (R.) Een der Britsche officieren, die sinds Woensdag vermist was, is heden te Cork doodgeschoten, toen hij aan zijn ontvoerders trachtte te ontsnappen. De vorst in 't buitenland. Stockholm, 17 Febr. (N. T. A. Draad loos). Het drijfijs, dat zich voor de westkust van Zweden bevindt, is ontzaglijk dik. Daar de he vige wind het ijs naar de kust blijft drijven, wor den de schepen telkens weer bedreigd. Reeds zijn twee stoomschepen gezonken en twintig an dere verkeeren nog steeds in ernstig gevaar. Zelfs de ijsbrekers zitten in het ijs bekneld. HET KABINET BONOML Rome, 17 Febr. (R.) Bij de stemming in de Kamer heeft het kabniet met 297 tegen 107 stemmen de naderleag geleden. Italië en Zirid-Slavië. P a r ij s, 17 Febr. (B. T. A.) Naar de Ma- tin uit Belgrado meldt, bevat de regeerings- pers aldaar een bericht, dat tusschen Italië cn Zuid-Slavië een overeenkomst is gesloten aan gaande het ontruimen der Dalmatische zóne* Van het Votïcaa.n R o m e, 1 7 Febr. (B. T. A.). De paus be paalde, dat het eucharistisch congres zal plaats hebben op 24 Mei. DE CREDIETEN VOOR OOSTENRIJK. B e r 1 ij n, 17 Febr. (N. T. A. Draadloos). De Ttaliannscne gezant te Weoncn heeft gisteren een nota overhandigd, dat ook Italië in principe be sloten heeft een lecning aan Oostenrijk te ver strekken. Men venvacht, dat het eenzelfde be drag zal geven als Frankrijk (55 millioen francs). Het totale crediet can de vier landen (Enge land, Frankrijk, Tsjecho-Slowakijc en Italië) zou don circa 5 millioen pond sterling bedrogen. Hulpverleening aan Hongarije. Boedapest, 17 Febr. (W. B.) Gisteren heeft Gaal, bij het sluiten van de Nat. Verg., nog dank gebracht nnn het buitenland voor do leniging von den nood in Hongarije. Uit Rusland. Reval, 16 Febr. (B. T. A.). Uit Moskou wordt gemeld, dat 7ebolski, de aanvoerder der partijgangers van Petljoera, alsmede de gene' rale staf gearresteerd ziin. Verspreide Berichten. LANDRU. Ter dood veroordeeld, geen revisie van het proces en Landru blijft optimist I Nu Barthou, minister von justitie, heeft geoordeeld, dat er geen termen aanwezig zijn om het geding te herzien, is het dossier aan den president der re> publiek toegezonden. De volgende week zal mr. Moro-Ginfferri, Landru's verdediger, door den president worden ontvangen. Tot op het laatste oogenblik echter nldus het Kbld. schijnt- de zaak hoar sensationeel karakter te zullen behouden. Telkens weer dui ken geruchten op, dat er sporen zijn gevonden van een van Landru's verloofden en geheimzin nige brieven met aanwijzingen bereiken zoo nu en dan het parket. Zoo mankt het Petit Jour nal melding vnn een schrijven uit Montreal, waarin wordt gezegd „Een zekere heer Forget, uit Fronkrijk afkomstig, die in de Rue du Pare Lafontoine 280 hier in Montreal woont, heeft uit goede bron vernomen, dat mevr. Héon, een der vermeende slachtoffers van Landru, eenige maanden geleden op het kerkhof van de Cóte- cles-Neigcs alhier begraven is." rk zegt, dat Mettemich (den eisch, dat de dienstplichtige, totdat omtren{ „LIIÜNDELLE" 44 LANSESTRSAT AMERSFOORT IN WOL 2.35 1.50 SN KATOEN 0.05 0.50 0.35 E35Ï CSBSSCTSC23 De brief is natuurlijk aanstonds aan mr. Moro ter hand gesteld deze verklaarde met betrek king tot Landru zelf': „Von Landru weet ik niets meer af dan gij kunt weten. De man is een on doordringbare muur. Zelfs mij, zijn verdediger, zegt hij niets. De laatste maal, dot ik hem in zijn cel zag, heb ik hem in zijn belang gesmeekt mij niets to verbergen". „Dat is goed", ant woordde hij, „ik zal u alles, absoluut alles biech ten. Ga zitten en luisterIk heb elf vrouwen genomen en ze met een waslucifer verbrand, hetgeen bewijst dat het staatsregiem voor de lu cifers goed werkt I" Intusschen schrijft Landru ijverig aan zijn me moires. Kameroverzicht. Eerste Kamer. Zitting van Vrijdag 17 Febr. Het verbod van hertrouwen. Z. h. st. wordt aangenomen het ontwerp tot beperking van het verbod van hertrouwen. Naturalisatie Wolff Mettemich. 'Bij (het ontwerp tot naturalisatie van Wolff Mettemich opperen de heeren Fokker en Mendels bezwaren, omdat genoemde persoon als officier in het Duitsche leger de rol heeft gespeeld von verrader en spion door zich aan het hoofd eener spartacistische afdeeling stellen. Minister H e e ra zich op verzoek van de Duitsche regeering uan het hoofd der Spartacisten heeft gesteld om deze beweging in goede banen te leiden. Het ontwerp wordt aangenomen met 31 tegen 6 stemmen. Plnalselirke keuze. Bij het voorstel-Rutgers voor plaatselijke keu ze ontwikkelt de heer Verheijen nog eenige bezwaren. Een verbod zal z. i. het tegenover gestelde teweeg brengen van hetgeen gewcnscht wordt. Na verdediging door den heer Rutger wordt zijn voorstel verworpen met 18 tegen 17 stemmen. Z. h. st. worden eenige kleine ontwerpen aan genomen. De vergadering wordt verdaagd tot 7 Maart, Tweede Kamer Zitting von Vrijdag 17 Februari. De interpellatie-aanvragen Duijs (fnillisse- menis-aanvrage Wormerveer) en Van Stapele (burgerlijke pensioenwetten) werden toegestaan, Deze interpellaties zullen op nader te bepa len dag worden gehouden. J usl i t i ebegr o oting. De Minister van Justitie beant woordt verschillende opmerkingen. (Spreker is evenwel vrijwel" steeds onverstaanbaar). De her ziening von het zeerecht hoopt spreker in veilige hoven te brengen. Partieele wijzigingen inzake rechterlijke indeeling zijn te wachten. De Minister zal met den Nederlandschen Journalistenkring zeer spoedig overleggen over samenwerking tusschen pers en politie. De Minister heeft bezwaar tegen de motie Kleerekoper inzake de benoembaarheid der vrouw tot rechterlijke functies. Wel acht hij de vrouw in het algemeen niet ongeschikt voor publieke functies, maar er zijn vele praktische bezwaren vooral ten aanzien der gehuwde vrouw en niet het minst bij het rechtersombt. Bij de replieken verklaart de heer S n o e c k Henkemans te zullen stemmen voor de motie-Kleerekoper, betreffende benoembaarheid van de vrouw tot rechterlijke omibten. Over de motie wordt Dinsdag gestemd. De heer Kleerekoper klaagt over spion- nage op last der justitie, op geheime vergade ringen. De heer Schoper vestigt de aandacht van den minister op het ruwe optreden der maré- chaussée tegen betoogende werkloozen in de veenstreken. De heer W ij n k o o p sluit zich bij deze klacht aan. De heer Van Schaik meent dat de kosten van toezicht op verkeer niet door de gemeen ten, doch door het Rijk moeten worden gedra gen voor zoover zij rijksbelangen betreffen. 6£&!S8EL0e «TUKKER. HET DIENSTWEIGERINGSONTWORP. Ingediend is het reeds meermalen aangekon digde, desbetreffende wetsvoorstel, In de Memorie van Toelichting wordt gezegd, dat bij een te ontwerpen wettelijke regeling twee wegen open stonden: een aanvulling van do militaire strafwetten, door bij de artikelen, waarin de dienstweigeraar strafbaar wordt gesteld, een nieuwe bepaling in te Iasschen, waarbij wordt bepaald, dat hij, die zich schuldig heeft gemaakt nan dienstweigering, zich op gewetens bezwaren kan beroepen. Het onderzoek naar de gewetensbezwaren zou als dan door den militai ren rechter plaats hebben, die den overtreder zou kunnen vrijspreken, wanneer bij onderzoek bleek, dat zij onoverkomelijke bezwaren voor dienst vervulling medebrachten. Daargelaten, dat door deze regeling geen af doende oplossing verkregen wordt, immers de vrijgesprokene blijft daarbij verplicht militairen dienst te vervullen, geldt daartegen voor onder- geteekenden het bezwaar, dat aan dit vrijspreken gerechtelijk onderzoek met arres voorafgaat, het welk hem, die ernstige gewetensbezwaren heeft, moet worden bespaard; b. een regeling bij een speciale wet. Hoewel de regeering van oordeel is, dat de Legerorder van den toenmaligen minister jhr. De Jonge een belangrijke stap is geweest in de richting van een bevredigende oplossing van het dienstweigeringsvraagstuk, en verschillende per sonen, die onoverkomelijke gewetensbezwaren hebben, daarmede geholpen kunnen worden, heeft zij gemeend, dat de daarin opgenomen te regeling toch in eenige opzichten uitbreiding be- 1 hoeft. Zoo stelt die regeling in de eerste plaats zijn bezwaren zal zijn beslist, zijn dienst moef vervullen. En vervolgens houdt zij geen reke^ ning met het bestaan van personen, die tegen eiken militairen dienst, dus ook voor zoover die/ als b.v. de hospitcaldicnst, niet bepaaldelijk gc* richt is op strijd met de wapenen, gowetensbe* zworen gevoelen. Nadere regeling is derhalve gc-t wervscht. Als uitgangspunt heeft de regeering genomen, het hebben vnn „gewetensbezwaren", waarbij ccnf' breedere schare wordt omvat don door da Zweeclsche wet van 21 Mei 1920, die allecni vrijstelling von militairen dienst verleent aart' hen, die cp godsdienstige overtuiging berusten*, de bezwaren te berde brengen; zij wil m. n. w, in aansluiting met de op 9 November 1917 uit*' gevaardigde L. O. in het ontwerp een andcré. wijze vnn dienstvervulling* openstellen voor hen, die tegen de Vervulling von den militairen dienst gewetensbezwaren hebben, hetzij van godsdienstigen hetzij van zedclijkcn uard, mitf' die gewetensbezwaren voortvloeien uit hun over* tuiging, dat zij den evenmcnsch niet mogen doo* den, ook wanneer dit ingevolge overheidsbevel rechtmatig is. Uitgaande van dit beginsel, zijn dus uiige* sloten de politieke dienstweigeraars, zij, di^ de dienstweigering aks propngonda-middel ge* bruiken, om aldus tot geheele ontwapening t<* geroken, of zij die het Staatsgezag bestrijden^ dot hun plichten oplegt. Alleen hij, die op gron* den, ontleend aan zijne in de voorgaande alinea omschreven overtuiging, gewetensbezwaren ti berde brengt, volt onder de ontworpen wette* lljko regeling. Dit standpunt komt de regeering het eenigf juiste voor en stemt overeen met dat, door den wetgever in Zweden, Noorwegen en Denemar* ken ingenomen. De mcnschclijko overwegingen' mogen in aanmerking komen, de overwegingen! van politieken aard zijn uitgesloten. Verder moet rekening worden gehouden met het feit, dat sommigen geen bezwaren hebbert tegen de vervulling van den op léderen Neder lander rustenden plicht om mede te werken lot handhaving der onafhankelijkheid von het Rijk tot verdediging van zijn grondgebied, doch' wel tegen de uiterste consequentie vnn diert plicht, te welen het dooden van den even* mensoh, dot anderen daarentegen bezwaren hebben tegen welken militairen dienst ook, om* dat door dienst te doen als non-combntfnnt toch middellijk steun wordt verleend aan het oorlogvoeren, hetwelk tot gevolg heeft he* dooden van den evenmensch. Terecht heeft de heer K. ter Laan in ds zitting der Tweede Kamer van 14 Juni jl. ge* zegd, dot wie gemoedsbezwaren heeft, op ondc* re wijze moet worden gebruikt in het alge* meen belong en dot men het den dienstwei* geraar niet ge-makkelijk meet maken, doch dat hun zware arbeid moet worden opgelegd. In het algemeen belang kunnen zij worden gebruikt, wanneer zij werkzaam worden gesteld bij een Staatsbedrijf. Ann den eisch von zwa*. ren arbeid kan niet zoo gemakkelijk worden' voldaan, omdat wat de een zwaar noemt da ander wellicht nis gemakkelijk znl qunlificee* ren, zoodot een betere maatstaf kun worden gc* vonden in het tijdsverloop gedurende hetwelW dienst moet worden gedaan of arbeid moet wor* den verricht. I Aan wien moet de beslissing worden opgedra* gen omtrent het al of niet aanwezig zijn van ge wetensbezwaren T© dien aanzien meent de minister de be staande regeling te moeten bestendigen, waar* bij de beslissing in handen van den betrokken minister is gelegd, na advies te hebben ingewon* nen van een daarvoor aangewezen commissie* Deze regeling heeft geen aanleiding tot kloch* ten gegevenin de veertig gevallen, waarbij een beroep is gedaan op gewetensbezwaren^ hebben de opvolgende ministers steeds goed ge* motiveerde adviezen ontvangen, waarvan niet is behoeven te worden afgeweken. De sub b bedoelde moet financieel in niet be tere conditie komen dan de militairde op brengst van zijn arbeid moet ten voordeele van den Staat komenvoeding, werkkleeding (uni* formkleeding is natuurlijk uitgesloten), huisves* ting, geneeskundige behandeling, enz., moeten hem worden verstrekt op de wijze als aan mi* litairen geschiedt, kortom de materieele verzor* ging moet in het algemeen zijn als die van den militair. En niet alleen wat zijn materieele verzorging) betreft, ook in elk ander opzicht moet hij als militair worden beschouwd, met dien verstand© Manasse. Uitvoering „Toonkunst", 24 Febr; 1922. (Vereenvoudig© spelling). Het zal op 24 Februari a.s. de eerste ma'al ajn dat in Amersfoort een werk van Friedrich Hegar wordt uitgevoerd. In zekere zin kan de hitvoering van dit Oratorium tevens nog een Herdenking zijn van een voor de componist be langrijke datum. Het was toch juist een dag dóórdat de grijze musicus te Zurich zijn tach tigste vei jaard ag vierde, toen de studie van zijn belangrijkste werk door de afdeeling Amers foort werd aangevangen. Een Zwitser is hij en in de kracht van zijn leven was hij een van de vooraanstaande musici van zijn vaderland. Te Bazel geboren in 1841, In de muziek opgeleid aan het Leipzigse Con- Beravtonum, daarna als orkest-violist werk- Eaam te Liegnitz, Baden(Baden en Parijs, werd hij te Zürich als Koorleider en directeur van het conservatorium tot een der aanzienlijkste persoonlikheden van Zwitserland op muzikaal gfebied. Als zodanig werd hij ook erkend door Üe universiteit van Zürich, die hem het docto raat in de filosofie,, en door de Kunstakademie le Berlijn, die hem het lidmaatschap aanbood. Btellig heeft het oratorium Manasse meege holpen om hem die eeretitels te verschaffen, /os c Ito on hij zich ook op t gebied van de man nenkoor-compositie een plaats heeft verwor den, strijdende tegen banale sentimentaliteit en Smnatuur. Het gedicht, dat hem impireerde tot zijn com- jPositie, Is een voortbrengsel van de nie zeer bekende Moraviese dichter Joseph Victor Wid- mann, een tijdgenoot van de componist (geb. 1842), in wiens vaderland hij gestorven is (1911). Het is een drama ties gedicht van semi- bijbelse inhoud, da tzich in de meest lyriese passages meermalen tot ware schoonheid ver heft en getuigt van 's dichters fijn gevoel voor het echte en duurzame. Moge een kort overzicht van de inhoud hier volgen. Na ihun terugkeer uit de Babyloniese balling schap, herbouwden de Israëlieten de tempel te Jeruzalem. Ze vonden in hun land velen van de mannen die daar achetrgebleven waren, ge trouwd met vrouwen van niet-Joodse stam men. Ezra, de profeet, riep alle Joden op naar do tempel, om hen, wijzende op de oude wetten, te waarschuwen voor hun afdwalingen. Hij hield hun de straffen voor, die God bracht over hen, die zijn geboden overtraden, de zegeningen voor hen, die ze hielden. De meesten zwoeren in de tempel de vreemde heidense vrouwen te zullen verjagen om zich met God te verzoenen. En kelen weigerden, die vrouwen te verlaten, waar op ze uit de tempel verjaagd en uit de Joodse gemeenschap geworpen werden. I Het gedicht bestaat uit drie „Scenen." De eerste scene plaatst ons in de tempel te Jeruzalem. Ezra zingt een loflied op de God van Israël, die het Joodsche volk uit de bal lingschap verloste, tempel en stad deed op bouwen en hen uit diepe schande ophief. Pries ters en volk stemmen daarmee in en verheer- liken de machtige Koning van Sion. Als Ezra wijst OA dwalinoen. van yeW. voore 1 al hun omgang met vreemde vrouwen, die an dere goden, als Bel cn Astaroth, aanbidden, dan roept het volk als uit één mond„Jehova's vloek treffe hen I" Dan komt Ezra met een aanklacht tegen een der oanzienliksten van het volk, Manasse, zoon van de hogepriester Jojada hij heeft zich nog pas een heidense vrouw uitverkoren. Na beraadslaging met de priesters beveelt Ezra, dat Manasse voor de Hoge Raad worde gedaagd om rekenschap te geven van zijn ge drag. God's vloek moge hem treffen, als hij niet aan het bevel gehoorzaamtwant God al leen is Koning is Sion. Hij duldt geen afdwa lingen en stort de goden der heidenen ter aarde. n Een heerlik vergezicht over de velden voor Manasse's woning. De avond valt. De landlieden keren van het veld terug, zin gende van de afgelopen arbeid en de welver diende rust die hen wacht. Van de bergen strijkt een verfrissende avond wind, voorbode van de nacht, over de door zonnehitte gezengde velden. Ook Manasse en zijn vrouw Nicaso genie ten van de heerlike avondstond en verlustigen zich in de schoonheid der natuur en de prach tige sterrenhemel. Nicaso zingt van haar grote liefde voor Manasse. Hun beider zangen smelten samen tot één gevoelvolle verheerlikirvg van de innigste menselike liefde, waarbij olie schoonheid der aarde verzinkt. Plotseling, daar klinkt in de verte angst- geroepl Onheilskieten naderen. Een bode komt tot Manama, deelt hem Ezra's bevel mee naar Jeruzalem te gaan en te verschijnen voor de Hoge Raad, en vertelt hem het besluit van de priester. Hevige angst overvalt Nicaso, zij wil zich opofferen „Ik zelf verloot u, om mij moogt ge zulk een smaad niet lijden Maar Manasse stelt haar gerust, en ook de anderen, die in spanning zijn besluit afwachten immers ook zij hebben dezelfde misdaad begaan. Hij vraagt allen hem te volgen naar Jeruzalem. Hiertoe besluiten zij„Heil u Manasse I bij u is hulp, bij u is raad en daad I" m Voor de Hoge Raad. Ezra spreekt van de toom Gods voor de af valligen en de zegeningen voor hen, die zich tot Hem wenden. Daar nadert Manasse met zijn vrouw en vol gelingen. Hevige verontwaardiging rijst bij Ezra en de priesters over zooveel vermetelheid, en doet Ezra vragen „Komt gij hier om God te trot seren Manasse antwoordt„Ik eer God I" De pries ters herademen zij menen dat hij zijn vrouw zal verstoten. Maar hij gaat voort„Ik eer God, maar ook de vrouw, door Hem gescha pen, die ik uit duizenden gekozen heb." Die woorden doen de toom der priesters ont vlammen. Nicaso smeekt hen, niet zo hard te zijn. Js uw God dan geen God van liefde Mijn liefde is heilig en brengt mij nader tot God." Manasse stemt in vervoering met haar in maar Ezra legt hun het zwijgen op en waar schuwt het volk niet naar hen te luisteren. Nog eens richt hij de vraag tot Manasse„Wilt gij van die vrouw afstand doen Hij weigert. „Welaan dan, Manasse, dan treffe u Jehova'! vloek I „Wees uitgesloten uit het volk van Israël* „Vervloekt gij zelf uw vrouw en uwe kinde ren. „Vervloekt uw land, de arbeid uwer handen* „Vervloekt uw spijs, uw drank, uw vreugd „Vervloekt uw legerstede, uw grof. „Vervloekt zij uw gebeente, uwe ziel." Manasse wordt uit de temnel verjaagdEzra' en de priesters gaan heen. Dan wordt Manas tot ontsteltenis zijner volgelingen een oogen* blik door de zwaarte van de vloek overmand; hij wankelt. Maar een blik op zijn geliefde Nicaso, die hem trogstend nadert, doet hem zijn kracht weervinden, en geruststellend spreekt hij tot haar en zijn aanhangers. „Vreest niet. God is een God van liefdo, niet gebonden aan deze tempelmuren. Voor mijn geest zie ik, hoog op de rots Garizim, een altaar opgericht Ier ere van Hem, die ook in 't vrije veld zijn heerlik licht over. ons doet schijnen. Wie evenals ik dc liefde tot ziin vrouw hogerstelt dan do vloek van ver dwaasde priesters, die volgo mü. „Niet tussen starre tempelmuren wone voort* aan onze God. Wij zoeken een duurzamer tem* pel don mensenhanden kunnen bouwen. Latei* wij onze ogen opslaan naar de berg van God g daar vinde ons hart, wat het eens verloorDé openbaring der heiligste Liefde."

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 1