Eioeniewto KinMIeeiin!). A. v. d. Weg, Langestr. 23 MH1ÜIS VOOR MIE SOSRTEH UURWERKEN EMILION kiA. SCHOTERMAN S In., Ifr.str. 17. Til. 145 BINNENLAND. Het Verloren Tehuis. Per flesch f 1.60, per anker f 65-. TWEEDE BLAD. Uit' de Pers. Magaz. De Dom" WILLEM GROENHUIZEN FEUILLETON. "eDBNi*a234nfl AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" 1 April 1922. ORIGINEELE zeer aan te bevelen Bordeaux, gewas 1917 DE MARQUé. <~T>ë~ „Marqué". Dat is, zegt de hoefijzer-re- necteur van het Handelsblad, in deze pmstnndigheden de heer Aalbersc. man, die Idrie jaar lang de paladijn der arbeiders in het Kabinet is geweest en die nu hun verrader ^ordt gescholden. De verkiezingen zoo voorspelt de-ze schrij- >er zullen worden bcheerscht door de vraag: Vóór of tegen Aalberse. Wij zullen zeker niet zeggen, dat van de ^ele harde en onaangename dingen, welke «de heer Aalberse reeds te lezen kreeg en welke hij nog te lezen en te hooren zal krij gen, niets verdiend is. Al wat er beweerd wordt over de veranderde houding van den Minister tegenover de feiten, is juist. Alleen Wordt daarbij vergeten dat ook de fei len zijn veranderd. Maar toch heeft de heer Aalberso herhaaldelijk, vooral bij het be handelen van zijn Achturen-wet en nog vrij kort geleden bij de interpellotie-Drion, zich feóó algemeen en zóó absoluut uitgesproken, Idat hij zich op een verandering in de fei len alléén niet kan beroepen. In den meest stelligen vorm en op zeer hoogen toon heeft de Minister, tegenover de heeren Dressel- tvuys en Drion, verklaard, dat hij nooit zo~ terugkomen van den ochturendag, dat hij hooit te vinden zou zijn voor eenigc verlen ging. Met spot en sarcasme heeft Mj zelfs •de bedenkingen bejegend, die de*ze heeren «opperden tegen den stringenten opzet van 1de wet, en later, tegen de uitvoering ervan. Hun vroegere woorden hield hij hun voor om te betocgen, dat ze waren „gedraaid" en waren overgeloopen naar de „React'*e". Maar wat de heer Aalberse zelf thans heeft moeten vertooren on 't stuk van ver andering van houding, var strijd met vroe gere woorden, dat is waarlijk n<"»g heel wat anders. En wonneer de heeren Dresselhuys en Drion zich het genoegen mochten willen gunnen om den Minister r.u eens zijn „oude plunje" onder den neus te houden, zooals hij het met de hunne heeft gedaan, dan zal Z. E. dat hébhen te gedongen els een ver diende bestraffing van zijn te hoogen toon van destijds. Hoogmoed komt vóór den val. - Maar er is een verwijt, dot thans, hij herhaling, dezen Minister wordt toegeslin",erd, en dat hij b i e t verdiend heeft, zegt de schrijver. Dat is het verwijt van Reactie" Hetzelfde, dat hij, even onverd'cnd, bij de interpellotie-Drion gijnen tegenstanders heeft toegeworpen. Een reactionaire ge i n d h ei d, blijkt in 't geheel niet uit het gansche ontwerp van Minis ter Aalberse. Het is niets don eén reactie in feite. Een wijken voor de omstandighe den. Niet voor personen. Niet voor een jjrecstelüke strooming. 1 En het is zelfs niet heel snugger en alleen to verklaren uit politiek vooroordeel, dat men van den Minister onderstelt, dat hij ge weken is voor de groen-van Cranenhurgh. IToudt men den heer Aalberse voor zóó on ervaren in de politiek, dat h;' niet zou heb ben bcgiepen, vc?l m^er nrbeiders-lrezers voor zijn partij te kunren verspelen met zijn wetswijziging, dan hij er aan Cra- ner.burghers mee kon vinnen? Nog gezwe gen van de kans. dat hij wellicht kon voor zien, dat deze enkele wetswijziging h<*m het verloren vertrouwen van die „roep niet zou terne bezorgen. Zooals nu al is gebleken. - Het is dom en 'eelijk om den heer Aal berse, wegens deze dead d;t wijken voor de feiten, „reactionair" te heeten. Hoe benauwd moet het toch wezen in de hersenen dergenen, die van dezen man, die zich sinds jaren een sociaal-radicaal heeft getoond en die aan den Achturendag zijn levnstriomf heeft y e h a d, onders.ellen, dat hij, om een poovere stembusspTiilatie, zoo grif een stuk van zijn eigen monument kapot kon slaan. Be grijpt en voelt men don niet, hoe ellendig de noodzakelijkheid van het indienen dezer wetswijziging voor den heer Aalberse moet zijn geweest, hoe hij, nog afgescheiden van al den spot en den smaad dien hij tegen zich in aantocht moest zien, beseffen moest dat hij iets af ging breken van zijn eigen levenswerk? Meent men, dat iemand, die getoond heeft, wat meer to wezen, dan een demagoogje of een propagandise, zulk een miserabele taak aanvaardt. om een stembuskansje? Wij beklagen den heer Aalberse. Niet om het sarcasme, dat hem misschien to wachten staat van den Vrijheidsbond. Dat zal hij volkomen hebben verdiend. Maar om de bittere noodzakelijkheid waarin de horde economische werkelijkheid hem, den sociaal-radicalen idealist, nu heeft gebracht. Doch wij bewonderen hem tevens. Om den moed, waarmee hij deze, voor hem wel zeer wreede noodzakelijkheid heeft aanvaard. Want hij had anders kunnen handelen. En een Fronsch ministci de staatslieden daarginds plegen nog al eens meer om him eigen figuur dan om het belang des lands te denken zou allicht anders hebben ge handeld. Die zou misschien, staande tegen- overover de wreede werkelijkheid.met c 1 a t zijn weggeloopen. We'k een aureool van roode stralen zou de heer Aalberse om 't hoofd hebben ge kregen- indien hij zijn ontslag had geno men en als weldra het bericht zou zijn ver spreid. Het ministerie wilde de Achturenwet afbreken, maar Aalberse heeft geweigerd en is heengegaanl Alles zou stuk gespron gen zijn, de Roomsche partij, het ministerie al onze politieke verhoudingen. Er zou, een paar maanden vóór de verkiezingen een chaos zijn ontstaan, waarin de communis ten en wellidht ook de socialisten zich be- hagelijk zouden hebben gevoeld. Maar de heer Aalberse zou de held van de arbei ders zijn geworden. Een prachtrol voor een demagoogl Inderdaad echter zou hij din gebrek aan moed hebben getoond en dón verraad heb ben gepleegd. Maar voor zijn figuur tegenover de massa, die naar 't uiterlijk oordeelt, ware hij de groote man geworden. Dat hij dien weg niet heeft gekozen, dat hij den bitteren beker heeft willen ledigen, die de feiten hem voorhielden, dot is het, wat wij in hem eeren. Waarlijk, deze Minister is voor zijn hoog moed al gestraft. En wat hij nu deed, is niet de daad van een „verrader" of van een „reactionair". Maar die van een moedig en plichtsgetrouw man. Die zich buigt voor de regie der feiten. En die de hem door haar toebedeelde rol aanvaardt. Ook al is ze die van den marqué. UIT DE WERELD DER BEZUINIGING?. Onder dit hoofd vindt men in hot Tijd schrift der Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel eene bespreking over de hezufnigings-actic: de bezwaren tegen de vlootwet, de burgerlijke pensioenwetten, enz. Op dc noodzakelijkheid om, nu de opbrengst der belastingen weldra een aanmerkelijken teruggang zal vertoonen, het algemeen totaal der staatsuitgaven belangrijk te verminde ren, wordt nog eens nadrukkelijk gewezen. Er is alle aanleiding om nu reeds maatrege len te nemen, opdat bij do samenstelling der nieuwe begrooting bet eindcijfer ten minste en 100 millioon gulden lager wordt dan nu. Een uitvoerig artikel is gewijd aan mogelijke bezuiniging bij den dienst der Ar beidsinspectie. Do schrijver betreurt dc ver werping van het voorstelDrion c.s. in d« Tweede Kamer om nog niet over te gaan tot uitbreiding der Arbeidsinspectie met een nieuw, elfde district „Wanneer men eens let op de reus achtige stijging der onkosten, die dc overigens zoo nuttige instelling der Arbeidsinspectie heeft medegebracht deze bedroegen het eerste iaar na dc in stelling 23.516.bij de invoering der veiligheidswet 115.900.en worden thans geraamd op 963.600.dan krijgt men toch den indruk, dat men hier alleen gevraagd heeft naar wat wenschelijk was, zonder nauwlettend na te gaan of de geldmiddelen dit wel toelieten." Bezuiniging in den eigenlijken dienst wil schrijver in dc eerste plaats zoeken in stelselmatige vermindering van bet aantal hoogere ambtenaren, dus in ver grooting der districten. Verder zal de centrale dienst der Arbeidsinspectie, die thans veel meer personeel telt dan eenig district, eenvoudiger moeten wof- den opgezet. Is het bijv. afgescheiden van het wenscbelijke, zoo dringend noodzake lijk, steeds meer doctoren aan te stel len voor onderzoekingen, die in het buitenland op veel grootcr schaal kun nen worden verricht en reeds verricht zijn, terwijl toch niet gezegd kan wor den, dat de gezondheidstoestand van onze arbeiders zoo bijzonder slecht is: is het zoo dringend noodig, dat de in spectie er een afzonderlijk laboratoria op na houdt, terwijl cr reeds hij zoo veel andere verwante diensten labora toria zijn, ia. de scheikundige der in spectie er zelf *wg een ander laborato rium op na houdt voor de waterveront reiniging? Nog eens, al deze dingen zijn hijzon der nuttig en fraai, doch kunnen wij ons in alios dezelfde luxe veroorloven als andere landen? Bezuiniging eischt, naast vereenvou diging der administratie, ook vereen voudiging der wetgeving. Ook de buitengewoon uitvoerige jaar verslagen zullen beperkt moeten wor den. De Arbeidsinspectie moge, door deze besparingen wellicht wat aan luister inboeten, ze behoeft daarom nog vol strekt n'ets te verliezen van het nut. dat zij voor werkgevers cn werknemers heeft gehad." Het Rijks Centraal Tnkoon-Burcau wordt in een volgend artikel besproken. Dit orgaan is nog te kort in werking om thans reeds een oordeel er over uit te spre ken. Men moet het. eenigen tijd van voorbe reiding laten en dan zien of de verkregen resultaten aan de verwachtingen hebben be antwoord. En in de eerste plaats is open haarheid noodig. De instelling mag echter vooraf geen Rijks- bedrijf worden voor inkoop pn distributie van goederen, met eigen geldelijk beheer, op slagplaatsen, en... een staf van. dure ambte naren. Het moet een soort van bemiddelings bureau zün voor het doen van de meest voor- deelige aankoonen en nimmer mag uit het oog verloren worden, dat het hoofddoel is be zuiniging te verkrijgen. LIBERALEN EN VRIJHEIDSBOND. Naar mr. S. van Houten in ziin jongslcn Staatkundigen Brief mededeelde, heeft hot door hem geleide verkiezingscomité zich geconsti tueerd nis voorloopig comité voor verkiezing van liberalen met den hoer H. E. Hoven in Den Heng als secretaris. De brief wekt op tot het vormen van comi- té's, welke zich met het Hnagsche zullen verbin den. Tegenover de opmerking, dat leiders van den Vrijheidsbond, zoools deze thans optreedt, ook de liberale politiek vert-^r-mwoordigen en verdedigen, schrijft mr. S. vnn Houten „Ik geloof dat het voldoende is de in no. 3 (der Staatkundige brieven) genoemde voorloopig geformuleerde punten van een QC'.uee1 liberaal progrem te herhalen met toevoeging van een paar woorden om het verschil te doen uitkomen. Ik noem daar de volgende vier, die door menigeen met birval ziin ontvangen cn aan niemand tot bedenking aanleiding hebben gegeven. Te. TTar7>>ning der kieswet, zoodat we der volksvertegenwoordigers in de Twee de Kamer zitting nemen, die tegenover een bepaalden kiezerskring verantwoordelijk- held gevoelen: 2e. vrijheid van werktijd voor volwas senen, behalve in uit den aard van den ar beid ongezonden bedrijven 3e. geen overheidsbemoeiing met huur prijzen en met den houw van woonhuizen slechts krochtens de gewone beginselen ven politie-toezicht 4e. terugkeer ten aanzien van armen zorg tot de vóór den oorlog geldende praktijk. „Nu voeg ik mijnerzijds duaraan eerst de vraag toe of deze punten niet behooren, en wel zonder eenige beknibbeling, op een flink liberaal program „En dan als tweede, of iemand de verwe zenlijking daarvan verwacht door de lei ders van den Vrijheidsbond. „Wie twijfelt moge hun de overname dier punten op het progrom van den Vrij heidsbond vragen. „Overigens begrijp ik volkomen, dat de geTragsliin, welke door de leden van den Vrijheidsbond wordt aangenomen, van grooten invloed is op den verderen loop van mijn poging om in de Kamer een krachtige groep liberale leden to krijgen. „Juist terwijl ik dezen schrijf schijnt er zelfs sprake van te zijn, uit de leden vnn den Vrijheidsbond tweo lijsten samen te stellen. Als de werkelijke liberalen, die nog in den Vrijheidsbond hun heil zoeken, een liist van liberale candidaten krijgen met een program dat met het mijne in hoofd zaak overeenstemt, is verdere oclie mij nerzijds overbodig. Maar de tijd dringt. Mijn geestverwanten en ik die tot dus ver in den Vrijheidsbond een gemengd gezelschop zagen, op welks geestverwante candidaten zij nmt kunnen stemmen, omdat zij niet zeker ziin met him stemme^ geen felle tegenstanders in de Kamer te bren gen, kurncn niet wachten of hun wellicht uit den Vrijheidsbond een liist van wer kelijke liberalen wordt voorgelegd". Maison VAN EIMEREN-, /j ColIJcur Bostlcheur t follfcnito ÏJ 1TIJRRSSTKAAT I I. - Tel. 205 I p* Hoogst Modorno Salons voor •1 DAMKSeift HEEREN - Manicure i ra Magazijn van Pnrfumuriofln on A Toilet-Artikelen. gj BADINRICHTING :-i J Varkensmarkt - Amersfoort, Speciale afdeellng MEDEZEGGENSCHAP VAN WERKLIEDEN. De heer C. F. Stork bespreekt in Econo mise h-S tatistische Berichten het me- dezeggenschap van werklieden naar aanleiding van de artikelen van den heer Smeenk. Hij meent, dot alle werkgevers, die een systeem van medezeggenschap hebben ingevoerd, over eenkwamen in de opvatting, dat de werkge ver moet medewerken en er voor moet strij den om zijn werklieden op een hooger maat schappelijk en geestelijk peil te brengen. Zij werkten daarom ten deele in dezelfde richting als de vokverecnigingen. De schrijver betreurt het, dat iemand als de heer Smeenk de door werkgevers ingevoerde medezeggenschap een der middelen noemt, die z(j trachten te gebruiken of te misbruiken om den vooruitgang van de vakvereenigingen te stuiten. De ontwikkeling der medezeggenschap zou thans heel wot verder zijn gevorderd, wan neer men van de zijde der leiders van de vak vereenigingen niet zulk een strijd van verdacht making had gevoerd tegen hen, die langzamer hand invoeren daarvan als een deel van hun voor de gohecle arbeidersbeweging wat meet waarde had gehecht. Voorts betoogt de heer Stork, dat de werk» gevers, die krachtig trachten mede te arbei' cn tot verbetering der maatschappelijke toestanden-, medezeggenschap niet bescl >u\ven als een mid del om den invloed der vakvereeniging tegen te gaan, manr wèl als een middel om bij do werklieden ecner onderneming de liefde voor hun werk, dut is dus in de eerste plaats de dm beidsvreugde maar in dc tweede plaats een deel van hun levensvreugde, aan te kweeken Nu de wijziging van de Arbeidswet bekend is geworden acht de heer Stork 't zeer betreu ren, dot de minister bij de samenstelling vun dit ontwerp niet den rand van de Verecnigingj van Nederlandsche werkgevers heeft gevolgcL Deze ruod bestond daarin, dot niet alleen bc» drijfsgowijze moor overal ondernemingsgewijze! afwijkingen von de Arbeidswet op het stuk van verlenging von werktijd binnen bepaalde gren» zen zouden moeten worden toegestaan, wan» neer die verlenging in onderling overleg met do werklieden is vastgesteld. Daardoor ook zou do zaak van het medezeggenschap in goede banen kunnen worden geleid. Berichten. VERKEERSWENSCHELUKHEDBN', Het Tucht-Unic-rupport. De Algemeene Verkeerscommissie, door do Tucht-Unie ingesteld geeft de volgende deside rata betreffende het verkeer. 1. Eenstemmig heerschte ten aanzien von do wenschelijkheid, de Motor- cn Rijwielwot to vervangen door een Algemeene Wegen- w e t (A.W.W.) voor het geheelc Rijk, waarbij ook het verkeer met nndcre voertuigen don mo torrijtuigen cn rijwielen, in vetbond met het voetgangersverkeer geregeld wordt. Voorts behoort zulk een algemeene rijks-re» geling te omvollen bepalingen betreffende ge wicht cn snelheid von vrachtauto's. Bij elke weggeld-regeling worde uniformiteit betracht. 2. Als grondslag van een reglement op het wogenyerkeer in Nederland worde genomen da „Code de la route", het nieuwe Fronsche de creet van 27 Mei 1021, opdat de nieuw in t® voeren maatregelen zich, zooveel met dc eigen» aardige gesteldheid van ons lond overeenkomt, aanpassen bij internationaal vost te stellen nor men. 3. De volgende wijzigingen in de ihaas gel dende reglementeering worden bijzonderlijk aanbevolen a. Als „bestuurder" is niet te beschouwen hij die het voertuig onder zijn onmiddellijk toe zicht doet besturen. (Von de bestaande bepa» ling wordt misbruik gemaakt, vooral in die ge- vollen waarbij iemand de bevoegdheid tot t be sturen van motorrijtuigen ontzegd is.) b. Het moet verboden worden een ander rij tuig voorbij te rijden, zoolang de veiligheid vat* het verkeer dourdoor in gevaar wordt gebracht. c. Alle vrochtrijtuigen (ook vrachtauto's) be hooren voorzien te zijn van een spiegel, zóo sociale taak beschouwen. Diezelfde werkgevers geplaatst, dat de bestuurder kan woornem -n zouden thans zeker minder bezwaar behoeven wat achter hem voorvalt, of von een apparaat te hebben tegen de bevoegdheden, die velen tot geluidsoverbrcnging, zoodat dc bestuurder thans voor fahrieksraden wenschen, indien men I in staat is de nadering vnn een hem inhalend aan de opvoedende krocht van hun vroeger werk voertuig te constoteeren. Eenzaamheid is voor den geest, wat diëet fs voor het lichaam. JUT EI.IER AMERSFOORT door DAVID L7ALL. Uit het Engelsch door Mevr. J. P. WESSELINK-VAN ROSSUM. 63 Beiden gevoelden zonder twijfel de spanning, jÖe het met elkaar zijn bracht en de tête-è- tête maaltijd, ofschoon allersmakelijkst, had j>est een maaltijd van kruiden kunnen zijn, wat Kaar betrof. Zij at zonder te proeven en de vingers op het mes en de vork beefden meer fcjan eens. „Merk je iets van de Speeds, als zij hier zijn?" irroeg hij, blijde met een onderwerp, dat hun (gedachten kon afleiden. „Zij komen hier telkens IPp het einde der week, niet?" „Zij zijn niet hier geweest, sinds ik gekomen pen, maar juffrouw Osgood, die hier 's morgens perkt; heeft mjj verteld, dat zij vaodaag ver pacht werden." „Ferguson zal waarschijnlijk ook wel komen. Ik ben er niet zeker van, hoe die zaak zal af- loopen, Jcanie. Ferguson is plotseling traag geworden." „Zoo Maar dot is een heel goed iets voor hem," Zeide zij een weinig hard. „Hij heeft mij er niets van verteld, anders zou ik hem dat gezegd hebben." „Ik zal je eens zeggen, wat ik geloof hij houdt niet genoeg van haar, Jeanie. En ik vrees juist, dat hij iemand gezien heeft van wie hij meer denkt te houden. Hij heeft zich erg in het nauw gebracht, geloof je niet?" „Dat kan zijn." „Het spijt mij voor haar." „Dat is niet noodig indien hij zich bijtijds terugtrekt. Het zou daarna gebeurd kunnen zijn en dat zou het voor haar veel ernstiger ge maakt hebben." „Ja, dat is waar ook. Daaraan heb ik niet ge dacht. Ja ik geloof toch, dat ik het gedaan heb en hem gewaarschuwd heb. Maar Don is zeer met zichzelf ingenomen, Jeanie. Hij neemt van niemand raad aan." „Nu raad is niet dikwijls van groote waarde," zeide zij, stond toen op en begon alles weg te ruimen. Heriot sloeg haar een paar oogenblikken in stilte gade, en merkte de flinke vlugheid barer bewegingen op, de zenuwachtige siddering van haar gelaatstrekken. Nooit had hij haar zorgvuldiger bestudeerd en hij was plotseling getroffen door het feit, dat zij er in het geheel niet oud, maar verwonder lijk jong voor haar jaren uitzag. Haar wangen waren een weinig gevulder en haar gestalte scheen vlugger. Zij bewoog zich als een vrouw, die haar belangstelling in het leven opg«frischt had. En dit alles was gebeurd sedert zij zich van hem had vrijgemaakt, hetgeen een vernederend® gedachte voor hem was, maar tevens een, die hem veel verklaarde. Hij ging, zeer bedaard van geest: naar de ver anda terug, waar de heerlijke Meischemering begon te vallen en het geroep van den koekoek helder en duidelijk uit het kieuoelhout klonk. In ongeveer twintig minuien tijd was olies rustig in huis. Hij ging terug naar de keuken en vond haar ïittend bij de tafel, met haar ormen er op en haar banden samengevouwen. Het was daar bijna donker, zoo donker, dat hij dc uit drukking van haar gelaat niet onderscheiden kon „Wil je niet meekomen naar de veranda en naast mij komen zitten Het is daar zeer aan genaam. Het is daar of men zich aan den rand der wereld bevindt." Zij duwde haar stoel^nchteruit en volgde hem door de tochtdeur naar de studeerkamer en door het open raam. Hij zette een stoel voor hanr neer en stond zelf tegen een van de pilar waartegen de klimroos kroop, die reeds dik in knop zat. „Het is vreemd, dat wij hier ziin, Jeanie, jij en ik want het was b:er, op déze plaats tenminste in ginclsche kerk dot ik tot mij zelf gekomen ben." Zij gaf geen antwoord, ofschoon hij zich ver beeldde, dat baar handen in han«- schoot tril den. „Ik ben hier gekomen, om met je te spreken. Mag ik spreken, Jeanie Mag ik alles uitstorten wat in mij is „Ik kan je niet beletten te spreken, als je daarvoor gekomen bent, maar ik ben er bang voor, Duncan. Woorden, wor 'anl Er zijn er veel te veel in deze wereld. Zij vergiftigen en dooden alles." „Maar zij hebben ook hun nut. Somtijds gene zen zij. Weet je wat voor kwaad er al dien tijd in ons huis geweest is, Jeanie „O, jo I" antwoordde zij, onverwacht. „Je hadt genoeg van mij je wenschte niet bijzon der graag met me te trouwen, en aan mij ligt de schuld, dat ik je vastgehouden heb. Ik weet zeer goed, waar het kwaad schuilt I Ik vind mij zelf even schuldig als jou en daar je gekomen bent en wij dus de dingen klaarblijkelijk moe ten bespreken, zouden wij misschien kunnen trachten tot een nieuwe regeling te komen. Wij beiden wenschèn vrij te zijn. Ik houd van het landleven. Ik h^b inlichtingen ingewonnen cn ik zou een klein landhuisje in Upleys of et tegen over in Framlingham, dat nog meer dorpsch is, kunnen krijgen tegen een zeer lage huur zes of acht pond per jaar. Als je mij nu wat tege moet komen wilt voor het onderhoud der kinde ren, zou ik alles goed kunnen schikken. Ik heb voor mijzelf niets noodig." Heriot beet op zijn lippen. Je bent hard je gens mij, Jeanie. Herinner je je de gelofte, die ik afgelegd heb, om je voor altijd te houden, in ziekte en in gezondheid en zoo voort „O, zeker, ik herinner mij al je geloften zcer gced I" antwoordde zij. op een weinig spotten- den toon. „Maar zij hebben niets met het leven of met ons nu uit te staan." „God vergeve mij, dat je het recht zou heb ben, dat te zeggen meid!" zeide Herioten te.- wijl hij plotseling op de trede van de veranda ging ziften, zoodat hij door den geringen of- stand, haar gelaatsuitdrukking kon gadeslaan en daardoor misschien geleid zou woiden, be gon hij te praten. Hij ging naar het begin terug. Hi; vertelde hanr elke kleine gebeurtenis uit zijn Londensch lever., die hij voor haar verzwegen hadhij legde de gehee'.e geschiedenis van zijn vriendschap met EÏsa Marsden voor haar bloot. En zij luisterde zonder een woord of beweging. Vervolgens nam zijn stem een haitstochteiijker ^'ank aan, toen hij begon te spreken over de verandering, die over zijn geest cn zijn hort ge» komen was. „Jij en ik weten wat werkelijke godsdienst in Schotland beteekentwij zijn beiden grootge bracht door godvreczende ouders, maar ik liet het anker des geloofs los en dat was het begin van de ramp eigenlijk het begin, het midden cn het eind. Het was Vickary Hunt, die mij wak» kcr geschud heeft. Het is niet zoo gemakkelijk, het onder woorden te brengen, Jeanie, maar ik veronderstel, dnt de werkelijke naakte waarheid van de zaak is, dat ik, wat men noemt, bekeerd ben." Haar lip krulde even minachtend om, maar hij zag het niet. „Ik heb het gehoord cn erover gelezen en het is'onloochenbaar ook voorgekomen in het leven van andere menschen, dat God tot hen gespro ken heeft. Welnu, God heeft tot mij gesproken Jeanie, en ik ben hier vanavond gekomen, om j« vergiffenis te vragen en mij weer een kans tel geven." Zijn oogen waren hongerig toen zij zien op hoor gelaat richtten. Maar het duurde een vol le minuut eer zij antwoordde. Zoo zij ontroerd was door het verhaal en hij vernam eerst lang daarna, hoe diep zij ontroerd was liet zij daarvan niets blijken. „Je hebt jezelf te zwart geschilderd, Duncaa, Sedert ik weg ben, zie ik de dingen duidelijke* en ik ben willig ook mijn aandeel in de schuld op mij te nemen. De vrouw, die den man houdt aan een belofte, waarvan hij afkeerig is, zoo» als ik het jou gedaan heb, is de oorzaak van eeit groot verdriet voor zichzelf. Ik kan niet zeg» gen,'dot ik erg verlangend ben, terug te gaan* maar toch ben ik gewillig. Dus nu behoeven wij er niet meer over te praten Het vermoeit mij en doet geen goed." (Wordt vervolcrdl

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 5