ST. EM ILRON
bij I. A. SG1ÖTERMAN A Zn., Utr.str. 17. Tel. 145
II vergat uw vulpenhouder, Gelukkig stond Uw naam er cp.
Dank I, ik liet dit deen bij, KRAMER'S KANTOORBOEKHANDEL
LAHGESTRAAT 65 VOOR 50 CENT.
koloniën!
BINNENLAND.
Per flesch f 1.60, per anker f 65-.
fpecteur-generaal van de drie kostelijke proving
tries en die van hooge commissaris van Mongo
lië wordt afgeschaft, terwijl de verdediging van
(de drie provincies voortaan zal komen onder
echtstreeksch beheer van het kabinet. Feng Joe
jSjang, de militaire gouverneur van Sjenzi, is be
noemd in diezelfde functie voor de provincie
in de plaats van den ontslagen Tzjaoti.
Verspreide Berichten.
De Jaarbeurs tc Brussel.
Men meldt aan de N. R. Ct. uit Brussel, dat
£bet Jonrbeurscoinité aldaar er over denkt, om
paar het voorbeeld van Utrecht, een vast jaar
beursgebouw op te richten, waardoor van het
feebniik van houten stands zou kunnen worden
afgezien. Dit nieuwe gebouw zou in de nabij-
beid van het Cinquantenairepark worden opge
trokken. De jaarbeurs zou voortaan niet meer
fa April, maar 15 April worden geopend, dit met
[bet oog op het weder.
Anderzijds wordt ook nog gemeld, dat mpn te
JAntwerpen plannen heeft tot het houden van
'een jaarbeurs in den zomer, welke, om de beurt,
pp de Noprder - en Zuiderboulevards zou plaats
tinden.
Honderdvijftig arbeidcrsleiders te Chicago
gearresteerd.
Blijkens een bericht uit Chicago zijn de voorij
otter van den vakbond van werklieden in het
«bouwbedrijf, alsmede honderd vijftig andere sr-
«Peidersleiders door de politie gearresteerd in
verband met den moord op twee politieagenten
bij een Dinsdagavond plaats gehad 1.ebbend ge
vecht. Dit gevecht volgde op een bomaanslag
pp twee gebouwen, door de politie omschreven
pis een symptoom van arbeidersoorlog. Het
ftioofd der politie zou verklaard hebben, dat de
ferbeidersleiders schuldig zijn aan moord en be
handeld zullen worden als gewone gevangenen.
lEenigen dezer leiders vertegenwoordigden, vol-
\gens het hoofd der politie niet den eerlijken ar-
vbeid. Zij wilden oorlog met de politie en zij zou-
V3er dien hebben.
De petroleumbronnen van Bakoe in brand.
Naar de Prawda uit den Kaukasus verneemt,
Btaan de petroleumbronnen te Bakoe in brand.
Volgens de Excelsior was de petroleumproduc-
lie in het Grosny Maikor Embadistrict, welke
ïn 1915 9.160.000 ton bedroeg, in 1921 ver
minderd tot 4.320.000 ton. Bakoe bracht in
3921 bijna en Grosny van de totale op
brengst op.
Ook melden berichten uit Kopenhagen, dat
jop de petroleumvelden van Bakoe een reusach-
Jtige brand uitgebroken is. Bovenmenschelijke
Kracht, aldus wordt er aan toegevoegd, zal
Itoodig zijn om uitbreiding van den brand over
fiet geheele district van Sirrachany te vermijden.
Verschillende bronnen zijn reeds geheel ver-
JWoest. Men gelooft, dat de brand door sociaal-
yevolutionoiren gesticht is.
Oost-lndlë.
DE BEGROOTING VAN INDIË.
,Oit Weltevreden wordt geseind:
Volgens het ^Batavia's Nieuwsblad" zijn dc
definitieve eindcijfers van de begrooting, zooals
.die bij deiv Volksraad ingediend zullen worden,
als volgt: gewone dienstuitgaven 713.349,000,
'Inkomsten 509,338,000, tekort 104,011,000.
buitengewone uitgaven f 88,777,000, inkom
sten 328,000. Tekort 88,449,000. Vlootirit-
boven 12,369,000, Inkomsten f 5,100,000.
tekort 7,269,000.
Algemeen tekort 199,739.000.
Kameroverzicht.
Eerste Kamer.
Zitting van 11 Mei.
Grondwetsherziening.
De heer M e n d e 1 s zegt, dat alle merg dat
nog in de oorspronkelijke voorstellen zat, er nu
«rit is. Spr. verdedigt nader de evenredige ver
tegenwoordiging.
De heer De Waal M a 1 e f ij t vindt den ter
mijn binnen welken de evenredige vertegen-
jwoordiging moet worden ingevoerd te kort, doch
Kal zijn stem niet onthouden.
De heer V an der Hoeven zal tegen de
hoofdstukken 3 en 4 stemmen om dat hij van
evenredige vertegenwoordiging niets moet heb
ben en de band met de provinciën nog slapper
3s gemaakt.
Minister R u y s ontkent dat hij de voorstel
len in eerste instantie niet met overtuiging heeft
/verdedigd. Echter verkeerde hij niet in een toe
stand van politieke opwinding noch solliciteerde
hij naar het baantje van politieke Cocadorus.
'Als voorstander van het behoud der Eerste Ka
mer heeft spr. gezocht naar een oompromis dat
/apaiseert; echter heeft hij als deugdelijke basis
Jgeëischt evenredige vertegenwoordiging.
Als de Regeering tot Kamerontbinding had
[besloten, zouden er slechts 14 dagen over zijn
^geweest om de voorstellen te behandelen. Hoofd
stuk m wordt aangenomen met 39 stemmen
tegen 1. Tegen de heer Van der Hoeven.
Hoofdstuk IV wordt aangenomen met alle
'40 stemmen.
De additioneele artikelen worden aangenomen
toet alle 40 stemmen. De wijziging van art 73
hoofdstuk II wordt zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Landbouwbegrooting.
De heer S m e e n g e dringt aan op wettelijke
«egeling van het binnénschcepvaartbedrijf.
Minister Aalberse stelt de vraag of de ge
organiseerde landbouw niet zelf de oorzaak is
/wanneer de wet van 3 Augustus 1914 wordt
toegepast. Het is sprekers bedoeling niet om
j>i ijs regel end op te treden.
De begrooting van landbouw enz. wordt zonder
hoofdelijke stemming aangenomen, evenals eeni
ge andere kleine ontwerpen.
trent 17 vrije Zondagen per jaar wordt verwor
pen met 51 tegen 23 stemmen.
Het amen dement-Drion om ioonsbepaling uit
te sluiten van de voorwaarden voor overwerk-
vergunning wordt verworpen met 63 tegen 17
st.; het amendement-Drion om te laten verval
len: a. de bepaling dat afwijkingsveTgunningen
kunnen worden ingetrokken op verzoek der vak-
vereenógingen als de belangen der arbeiders
worden geschaad, wordt verworpen met 65 tegen
13 st.; het amendement-Kuijper om voor collec
tieve oveTwerkver gunningen -overleg met de or
ganisaties te vorderen, door den Minister
aanbevolen, wordt aangenomen met 65 tegen 15
stemmen.
Na comité generaal ter behandeling van
de huishoudelijke raming der Kamer wordt de
wijziging der Arbeidswet aangenomen met 54
tegen 23 stemmen.
De voorzitter stelt voor eenige wijziging te
brengen in de agenda.
De heer Braat stelt voor de Landbouwonge-
vallenwet van de agenda af te voeren. Dit voor
stel wordt niet gesteund.
De heer Braat vraagt nu stemming over het
voorstel-voorzitter, dat wordt aangenomen met
80 stemmen tegen één.
Aon de orde wetsontwerp tot wijziging van de
Wetten op middelbaar en hooger onderwijs.
(Voorloopige verbeterde regeling van subsidi-
eering openbare en bijzondere hoogere burger
scholen en gymnasia).
De heer Van der Molen, verdedigt een
amendement tot instelling van beroep op de
Kroon voor toekenning van subsidie.
De Minister heeft bezwaar tegen dit wijzi
gingsvoorstel. Het wordt verworpen met 34 te
gen 27 stemmen. Het artikel waarbij aan provin
cie en gemeente vrijheid wordt gegeven om
bijzondere gymnasia, M. U. L. O. en H. B. Scho
len te subsidieeren wordt aangenomen met 35
tegen 24 stemmen. Het ontwerp wordt aange
nomen met 49 tegen 11 stemmen.
Avondvergadering van Donderdag 11 Mei.
Interpellatie-Keteloar.
Aan de orde is de interpellatie van den heer
Ketelaar betreffende het voornemen der Regee
ring tot wijziging van het Bezoldigingsbesluit
Burgerlijke Rijksambtenaren 1920.
De heer Ketelaar (V. D.) meent dot het
niet aangaat bij de eerste de beste gelegen
heid de salarissen der ambtenaren te gaan ver
minderen, speciaal van de onderwijzers. Spr.
becijfert dat de salarissen van alle Rijksambte
naren te zamen niet meer bedragen dan
236.123.955 en niet 500 millioen.
Spr. vraagt of de Regeering bereid is mede te
deelen op welke gronden hij intrekking van art.
40 overweegt van het bezoldigingsbesluit, of de
Minister die intrekking niet in strijd acht met
de rechten, door de thans in dienst zijnde amb
tenaren verkregen en of de Minister bereid is
mede te deelen of de Regeering verlaging der
ambtenaren-salarissen overweegt, zoo ja, op
welke wijze zij die vermindering denkt toe te
passen.
De Minister van Financiën, de heer
de Geer, is den heer Ketelaar zeer dankbaar
voor zijn interpellatie, daar zij hem in staat stelt
een einde te maken aan wilde ongerijmde ge
ruchten. De Regeering denkt er niet aan, terug
werkende kracht te geven aan eventueele intrek
king van art. 40 en dus de bestaande wedden
te verminderen. Die intrekking zou alleen gel
den voor de daarna aan te stellen ambtenaren,
alsmede voor de periodieke verhoogingen der
wedden, ook van de thans bestaande ambtena
ren.
De 500 millioen waarvan de heer Ketelaar
sprak, zijn de salarissen en pensioenen van alle
ambtenaren van Rijk, provincie en gemeenten
te zamen; voor het Rijk bedragen de salarissen
der burgerlijke en militaire ambtenaren 280 mil
lioen te zamen. Tot verhaal van de premies
voor het pensioen op de salarissen bestaat bii
de Regeering noch het voornemen, noch het be
sluit.
De Keer Ketelaar repliceert. Spr. zou wen-
schen dat voor de in dienst zijnde ambtenaren
niet alleen de wedden, maar de geheele salaris-
positie van kracht bleef. Hij vraagt den Minister
of deze bereid is alvorens een besluit te nemen
aan de Kamer het Tesultaat over te leggen van
het overleg in de Centrale Commissie voor Ge-
or^ani^erd Overleg.
De Minister dupliceert, dat de Regeering
geen bezwaar heeft om hij intrekking van OTt.
40 te bepalen, dat de thans eenet^n salaris^n
der ambtenaren hun gewaarborgd blijven. Ook
omtrent herziening van de norm°n van het sala-
risbesluit bestaat op het ooff^rW'k noch het
voornemen, noch het besluit bij de Regeering.
Maar omtrent de toekomst kan spreker zich
niet binden.
De. heer L e 1 y (V. B.l zegt dat men de sala
rissen der bestaer.de ambtenar^rn alleen had
kunnen verlagen door him vooraf ontslag te ce-
vpr. waarvan Ttatuurlük <re*>n sprake kan ziin.
Z. i. Is de Minister niet bevoegd de verhoo
gingen te verminderen, daar deze te beschouwen
ziin als inhaerent van het tractement.
De heer J. ter Laan (S. D.) meent dat het
minder juist was, dat deze interpellatie werd
gehouden voordat het georganiseerd overleg
deze zaak had behandeld. Ook meent spr. dat
ook periodieke verhoogingen moeten worden
beschouwd als deel van het salaris.
De heer Van R a v e s t e ij n (C. P.) acht bet
van belang dat de partij van den heer Lely,
hlijkens diens rede, geen verworven rechten wil
aantasten. Spr. betoogt voorts, dat het reëele
inkomen der ambtenaren niet is vooruitgegaan,
eer gedaald dan gestegen is ten opzichte van
1914. Daarom, hoe ook de conjunctuur zich
ontwikkelt, dient de norm der salarissen behou
den. Moet er bezuinigd worden, dan geschiede
dit door vereenvoudiging, door vermindering
der bureaucratie.
De Voorzitter dringt op bekorting aan
met het oog op de overladen agenda. Anders
komt de Kamer morgen niet gereed.
De heer Ketelaar dupliceert.
Na dupliek van den Minister wordt de
interpellatie gesloten.
Kort verslag.
Aan de orde is de conclusie van de commis
sie voor het Kort verslag- omtrent reorganisatie
ORIGINEELE
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1817
=5
De postiritkeering aan s-Rijksmiddelen we*
gens kapitaalvermindering wordt verhoogd me<
22,000. j
De vele werkzaamheden, ook in den loop vatjl
1921 ten behoeve van de aanmuntingen voof
Ned.-Indië verricht, waarvan de uitgebreidheid
niet m die mate was te voorzien, hebben d*
winst aanmerkelijk boven het geroomde bedrag
van het betreffende artikel doen stijgen. Eenf
verhooging met f 514,0C0 is nu nog noodig.
Voor vergoeding ten beloope van het totaal
der verschuldigde pensioenkortingen wor<K
16,200 aangevraagd, terwijl enkele anderef
posten met verschillende bedragen kunnen woor
den verminderd; in totaalmet f 66,800.
Tweede Kamer.
Zitting van 11 Mei.
Voortgegaan wordt met de
wijziging der arbeidswet
Het amendement-Bij level d om toe te laten dat of afschaffing daarvan.
■Jeugdige personen van 16 jaar en ouder op Zon- acaes***,
dag werkzaam zijn in koffiehuizen en hotels
wordt verworpen met 63 tegen 2 stemmen; het li!-.., mnHltA/ij' llin()Qn
amendement-Bijleveld om toe te laten dat jeug- j ||ly!« EIIe'ÜIIuCS JUIEvUBtj
Jdige personen tot 9 uur in plaats van tot 8 uur
werken in hotels en koffiehuizen en mogelijk
te maken dat jeugdige personen van 16 jaar
en ouder nog langer werkzaam zijn wordt ver-
(worpen met 37 tegen 29 stemmen; het amende-
|nent-Bijleveld om mogelijk te maken dat voor
fciannen en vrouwen werkzaam in hotels en kof-
lUhiriTr- wordt afeeweken van da hireling om-
De conclusie strekt tot voortzetting van de
uitgaaf.
De heer Van R a v e s t e ij n (C. P.) betoogt
dat noch de Handelingen, noch de bladen vol
doende zijn om bekendheid te geven aan het
hier verhandelde.
De heer Beuraer (A.-R.) bespreekt de na
dere becijferingen van den Directeur der lands
drukkerij van de kosten van het Kort verslag
ten betooge dat die kosten niet zoo hoog waren
als hij aanvankelijk had medegedeeld. De Direc
teur dier drukkerij kwam tot die conclusie, no-
dat een particuliere drukkerij had aangeboden
het Verslag voor lager prijs te drukken. Spr.
hoopt dat de Kamer zich in het vervolg niet
weder om den tuin zal laten leiden.
De heer Schokking (C.-H.), namens de
commissie sprekende, zegt, dat, wil men het
Kort verslag in stand houden, de kosten zooveel
mogelijk dienen te worden beperkt.
De heer Van Ravesteijn repliceert en
dient een motie in om den "abonnementsprijs
terug te brengen tot zijn vroeger bedrag.
De stemming wordt bepaald o pmorgen na de
pauze.
Wijziging- reglement van orde.
Zonder stemming wordt het voorstel aange
nomen tot wijziging van het reglement van orde
der Kamer,
Verbouwing van de Kamer.
Aan de orde is het wetsontwerp aanvulling en
verhooging van het negende hoofdstuk der
Staatsbegrooting voor 1922 (huisvesting der
Tweede Kamer).
De heer Van Beresteijn (V. D.) meent,
dat hier de zuinigheid de wijsheid zal bedrie
gen. Spr. acht deze plannen zeer kostbaar en
onpractisch en wcnscht de verbouwing tot het
strikt noodzakelijke te beperken. Hij komt er
tegen op, dat men het Tweede Kamergebouw wil
berileisteren.
De Minister van Waterstaat, de
heer König, kan hier zonder teekeningen onmo
gelijk in discussie treden over deze verbouwing.
Spr. zal de denkbeelden van den heer Van
Beresteijn overwegen.
Het wetsontwerp wordt aangenomen z. h. s.
Luchtvaart.
Aan de orde ziin twee wetsontwerpen tot wij
ziging van het TXde Hoofdstuk der Staatsbe
grooting voor 1921 en 1922 (Luchtvaart).
De heer Van R a v e s t e ij n (C. P.) bestrijdt
deze subsidie.
De heer Lely (V. B.) verdedigt de wetsont
werpen.
De heer Gerhard (S. D.) bestrijdt den heer
Van Ravesteijn.
De Minister van Waterstaat betoogt
dat wij voor het luchtverkeer niet geheel af
hankelijk mogen worden van het buitenland.
Over de wetsontwerpen zal heden worden ge
stemd.
Sooorwcglijnen.
Z. h. o. wordt aangenomen een wetsontwero
tot toekenning van een renteloos voorschot uit
's Rirks schatkist ten behoeve van verbetering
van de spoonveglijnen naar Heerenveen en van
Joure naar Lemmer.
Zuiderzeefonds.
Aan de orde is het wetsontwerp tot instelling
van de begrooting van inkomsten en uitgaven
voor het Zuiderzeefonds voor 1922.
De heer Teenstra (wild) meent, dat de Re
geering met de drooglegging der Zuiderzee zoo
langzamerhand verlegen begint te geraken. Men
houdt de zaak maar zoowat gaande, terwijl men
nog steeds niet de kosten van de drooglegging
heeft weten te berekenen. Hoe staat het met het
rapport over de kostenberekening
De Minist ervan W a terstaat, de heer
König, zegt, dat de toestand der financiën niet
toelaat thans voor de drooglegging meer uit te
geven. Maar zoolang de groote afsliritdirk niet
gelegd is, zou men de eerste 4 jaren toch niet
meer kurnen doen. Onderzocht wor^t thans wat
de grond zal kunnen opbrengen. De indirecte
baten zijn echter niet onder cijfers te brengen.
In ieder geval, aan de de zaak wordt gewerkt.
En de arbeid der drooedegginor zal in 's lands
belang met kracht worden voortgezet.
De heer Teenstro repliceert.
Spr. wil geacht worden te hebben tegenge
stemd.
De heer Lely bepleit krachtige uitvoering
van het werk.
De heer Teenstra dupliceert. De Minis
ter repliceert.
Het wetsontwerp wordt aangenomen
z. h. s.
Na aanneming van eenige conclusiën en klei
nere wetsontwerpen bepleit de heer Gerhard
(S. D.) wijziging in de inrichting van het school-
verslag.
Verdrogen van Washington.
Aan de orde zijn de wetsontwerpen tot goed
keuring van de verdragen van Washington be
treffende nachtarbeid van vrouwen, toelatings-
leeftijd van kinderen in nijverheidsondernemin
gen en nachtarbeid van jeugdige personen in de
nijverheid. Aangenomen z. h. s.
Wctsvoorstcl-Rutgers.
Aan de orde is het wetsvoorstel-Rutgers en
Van der Molen tot wijziging der Lager-onder-
wijswet 1920.
De heer Gerhard (S. D.) bestrijdt dit wets
voorstel.
De heer Rutgers (A. R.) verdedigt het
ontwerp.
Morden stemming.
Voorzieningen ten aanzien van de
buitenhaven te Scheveningen.
Aan de orde is het wetsontwerp aanvulling
en verhooging van Hoofdstuk II der Staatsbe
grooting voor 1922.
De heeren Duymaer van Twist (A.-R.)
en Lely danken den Minister voor de indie
ning van dit ontwerp. Het wordt aange
nomen z. h. s., evenals een suppletoire Oor-
logsbegrooting voor 1921.
De vergadering wordt te 12 uur verdaagd tot
hedenochtend half 11.
Berichte*.
De Roemeensche gezant.
Naar wij vernemen zal de Roem e ens cKe ge
zant te 's Gravenhage, de heer
Mitilesai, of
schoon deze week reeds door de Koningin in nf-
scheidsaudiëntie is ontvancren, mog eenigen tijd
op zijn post werkzaam bliiven. Intusschen zal
de gezant met ziin familie het gezantschapsge-
bouw aan den Bezuidenhout veriaten en zich van
12 dezer af in het hotel des Indes vestigen.
Weduwen- en weezenfonds voor burgerlijk"*
f ambtenoren.
Ingediend fs een wetsontwerp tot wijziging
van de begrooting van uitgaven van het Wedul
wen- en Weezenfonds voor burgerlijke ambtena*
ren voor het jaar 1922. Blijkens de Memorie^
van Toelichting zal de nieuwe Pensioenraad
moeten beschikken over een volledig overzichj
van de ambtelijke loopbaan der pensioenge*
rechtigde ambtenaren, alsook, met het oog op
de pensioenaanspraken hunner weduwen eï>
weezen, over gegevens betreffende hun socialer
staat. Ten aanzien van ieder hunner moet nauw*-
keurig aanteekening worden gehouden van ver'
andering in den ambtelijken staat, van onderbre*
kingen van dienst, van inkoop van diensttijd
van verhoogingen en verlagingen van bezoldl*
ging en, voor zooveel de gehuwden betreft, o.a><
van geboorten en sterfgevallen in den gezïny
kring.
Aangevraagd wordt nu een bedrag van
62500 voor belooningen wegens voorberew
dende werkzaamheden in verband met de invoer
ring van de Pensioenwet 1922, kosten van aaiw
schoffing van materieel en kosten van drulc^
werk.
De San José-schildluis.
Ingediend is een wetsontwerp tot intrekking^
von dc wet van 23 Mei T899, houdende bcpalin*
gen tot wering van de Son José-schildluis (As*i
pidiotus p^rniciosus).
De onzekerheid, waarin men nog aan he^
eind der vorige eeuw verkeerde, heeft plaats ge-4
maakt voor een prakt'>ch voldoende zekerheid,,
dot dit .insect in het West-Europeesche klimaat
geen grootere beteekerus zal kunnen verkrijgen!
dan andere reeds larg hier voorkomende ei>
we'nig schade veroorzakende schildluizen.
Bovendien bezit ons land nu een plarienziekb
tenkimdigen d""en<?t, terwijl wij thans beschikken1
over veel doeltreffender middelen om schildlui*
zen op levende planten te dooden.
Is handhaving van bedoelde wet oo grondj
hiervan niet mo«r noodi"\ zü werkt oo den efzet'
van onze boomkweekerifgewassen zelfs belemn
merend. Bij pogingen toch van Nederlandschef
belanghebbenden, om gedaan tc krijgen, dat def
thans voor den invoer in Amerika uitgesloten/
boomkweekerü-artiko'en wederom zouden wor*
den-toegelaten, werd van de zijde der AmerI*
kaansche autoriteiten steeds gewezen op onaef
San José-schildlubwe_t, waarbij de invoer van
©11e boomen en heesters uit Amerika is verbod
den.
Voorloopige aanslagen in de inkomsten
belasting.
Zooals bekPTtd is, hebben de Kamers onlangs*
eene wet aangenomen, waardoor het mogelijk
wordt voorloopi"© onns'eo-fvn jn indirecte be*
lestmgen op te leggen. Naar de Msb. verneemt,
heeft de minister van financiën voorgeschreven,
dat zoodanige aanslagen worden opgei°gd nan
allen, wier inkomen 7500 of meer ^"draagt,
jDeze aanslag betreft niet alleen de riiksinkonw
Uitstel van eerste oefening. stenbeiosting, doch ook de gemeentebeiasting^
Minister van Oorlog heeft do volgende1 H<" is ie b'oordceling van de inspeot
om ook voor inkomens be*
op tti
leggen.
De voorloopige aanslagen worden geheel ovem
eenkomstig de gedane aangifte opgelegd. Zoo*
dxa de aanslag definitief is vastgesteld, krijgt del
belastingplichtige hiervan bericht. Het meerder*
of mindere bedrag aan belasting wordt alsdanK
verrekend.
De Minister van Oorlog heeft dc volgende' UU1 -
anschrijvinu gericht tot de inspecteurs der In- °Y%"c±,cn' ook voor .nkome
/I. alitor,O en die circulaire tergen 7500— voorloop.ge aanslagen
aan?
fanterie en der Artillerie en die circulaire ter
kennis van de burgemeesters gebracht.
Hef bepa'/ce, in het zesde li"d van a-\ 32
der Lienstnlichtwet sluit niet ui», dat dienst
plichtigen vóór den datum, waarop zij voor eer
ste oefening zouden moeten opkomen, zich be
schikbaar karnen stellen voor de opleiding +ot
ofr'cier. (lm nu te voorkomen dit deze dienst
plichtigen 'ndien zij voor de opleiding we.d.ii
bestemd nersoci ijk ter Inlijving zouden moe-
Een IJselbrug bij Katerveer.
Op de vragen van den heer Weitkamp beH
ten verschijnen, om óadeiijk daarna wed'-- met treffende de plannen voor den bouw van de
groot verlof te worden gezonden tot lit het tijd
vak waarin de opleiding begint, zal desge-.
wenscht aan deze voor de opleiding bestemde
dienstDÜchtigen door den korpscommandant
namens den Minister van Oorlog uitstel van
eerste oefening behooren te worden verleend
tot den datum waarop de opleiding aanvangt.
Ik heb de eer u te verzoeken, de commandeeren-
de officieren van de desbetreffende korpsen, nvet
het vorenstaande in kennis te stellen
U gelieve hen daarbij uit te noodigen, den
dienstplichtigen aan wien op grond van het vo-
ensiaandc uitstel van eerste oefening wordt ve
leend, mede te deelen dat he* oitstel eindigt en
hij zich derhalve onverwijld bij l tt depot van
zijn korps zal hebben te vervoegen, indien gedu
rende het aan hem verleende uitstel de verlof
gangers van land- en zeemacht door de burge
meesters bij openbare kennisgeving in werkelij-
ken dienst worden geroepen en voorts van het
eventueel verleende uitstel dadelijk kennis to
geven aan den burgemeester van de gemeente,
voor welk de inlijving moet geschieden, en aan
den desbetreffenden indeelings-districts-com-
mandant
Detacheering van officieren.
Van bevoegde zijde wordt aan het Haagsche
Aneta-kantoor medegedeeld, dat de Indische
regeering verzocht heeft de detacheering van
beroeps- en verlofsofficieren der infanterie en
artillerie voorloopig te staken.
Het Staatsmuntbedrijf.
Een wetsontwerp is ingediend tot wijziging
en verhooging van de begrooting van het Staats
muntbedrijf voor 1921.
De buitengewoon omvangrijke werkzaamhe
den in 1921 veroorzaakten hoogere uitgaven dan
aanvankelijk verwacht voor loonen van losse
weiklieden, voor belooningen wegens extra en
overwerk en voor kosten voortvloeiende uit de
Invaliditeitswet. De desbetreffende post moet nu
met 39,200 worden verhoogd.
IJselbrug bij Katerveer heeft minister König ge*
antwoord, dat een plan voor den brugbouw thona
wordt uitgewerkt en zoodra het onderzoek is of*
geloopen, kan worden beslist of de toestand van
's Lands financiën zal toelaten den brugbouW.
min of meer spoedig onder handen te nemen*
In het stadium, wanrin deze aangelegenheid zicH
thans bevindt, kan hij hoewel hij zal bevor*
deren, dat de noodige spoed met de vooiberel*
ding van den bouw wordt betracht met Inl
uitzicht stellen, dat met den brugbouw spoedig
een aanvang zal worden gemaakt.
OPHEFFING VAN HET
RIJKSBETAAÏ MEESTERSCHAP.
Wij lezen in Het Vaderland: Vv
Men heeft gelezen, dat de Minister von Fin art**
ciën overweegt, het rijksbetaalmeesterschap 0$
te heffen. Gaarne daar meer ven willende weten,
zijn we eens naar den Thesauri er -Generaal ge*
stapt, maar we kregen dc boodschap, dat dez*
het courantenbericht voorbarig vindt en dat hij
ons niets kon meedeelen, mitsgaders dat hij derl
mond zijner ambtenaren met zeven zegelen ge*
sloten had.
Tot zooveT de boodschap des thesauriers-geK
neraal. Niettemin kregen wij den indruk, dat dé
voorbarigheid van het courantenbericht zoo erg|
niet is en dot ten departemente hard aan hel
vraagstuk wordt gewerkt. Een vraagstuk, wantl
opheffen van oude, overbodig schijnende insteH
lingen is gemakkelijk, derzelver vervanging niefl
ieders werk. j
Men begrijpt, dat de afschaffing van onze 2%
Rijksbetaalmeesters en hun personeel niet d*
groote zode aan den wonkelen dijk van ons tjk
nanciewezen zal zetten. Men wordt gewoonlijk
op zekeren leeftijd pas betaalmeester en toti
aan de Borgtochtenwet van 1898 werd rnenf
door de bank ook geen betaalmeester of merj
had persoonlijk een aardige kes. Bovendien zut4
len de heeren op wachtgeld gesteld moeten
den. Voor het personeel zou opheffing nogfir
wel wat kopzorg kunnen meebrengen. Maar zoq
zal het altijd zijn, bezuiniging zonder slachtoflj
fers is nu eenmaal ondenkbaar.
De groote bezuiniging zal moeten komen val
de afschaffing van den rompslomp, welke he
verouderde betaalmeestersinstituut aankleeft
Men krijgt door een kleine voorsteümg van. all
men overweegt, hoe *t met de openbare gelde!
gaat.
Zooals men. weet mag b.v. een rijksontvangrt
niet meer dan een zeker bedmg in kes hebb«J
(de bedragen loopen naar de standplaatsen