FONTEIN SCHIPPERS I l A. v. d. Weg, Langestr. 23 DE GENEZER AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" Meubileerinoen, Kunsthandel. Behsngerij en Stoffeerdsrlj. ST. EM ILION Per flesch f 1.60, per anker f 65-. bij A. SCHOTERMAN S Zn., ütr.str. II Ie!. 145 TWEEDE BLAD. KOLONIËN. BINNENLAND. PRI MA EI^GELSGHE BADMUTSEN, VANAF 1 GULDEN Rfiagaz. „De Dom'' Eimemaalte Kinderkleedina. Electro Tettaiscli 8 Suitiir luim v.h.L. A. VAN RUE Co. LANGESTRAAT 79 - TEL. 29 Badkamer Installaties Prima Bad- en Kanggeijser f 140 I WILLEM GROENHUIZEN Het aan gewezen atires voor Zilveren Kransen, Takken en aüe soorten medailles. FEUILLETON. JOH. VAN DIJK, G. VAM ÖUI^ï Speciaal idres ragr OPTIE! ^20» Jaargang No. 274 zaïeraag 20 Mol 1922 I LANGESTRAAT 24. Tel. Int. 496. Amersfoort g! ORIGINEELE zeer aan te bevelen Bordeaux, gewas 1917 Oost-lndlè. Een Atjeh-figuur. Zoo langzamerhand begint het aantal per soonlijkheden uit den ouden Atjeh-tijd te slin ken. Thans is niet een der voorvechters heenge gaan, die eertijds met het zwaard in de vuist de onderwerping van de Atjehsche landen heb ben afgedwongen, doch een man zoo lezen Wij i de Preanger Bode die juist door zijn viedelievenden arbeid zooveel heeft bijgedragen om de pacificatie van Atjeh ten slotte tot een vc-ldongen feit te maken. De uit de bange Atjehdagen zoo bekende ma joor-titulair der Chineezen Lie A Sie is in de feerste helft van Maart op 93-jorigen leeftijd in het militaire hospitaal te Koeta Radja overleden. Lie A Sie heeft den geheelen Atjehoorlog vrijwel van af het begin medegemaakt aan onze «ijde. Ondernemend man als h'j was, begreep hij, Hat er in de dagen van de At jeh-expc-ditiën, toen al'es nog geregeld en georganiseerd moest wor den, wat te verdienen zou zi;n en zoo werd hij gedurende lange jaren als het ware de hoofd intendant van de Atjehsche troepenmacht. Aan zijn onverdroten ijver en werkkracht, maar vor a' aan zijn durf was het meermalen te de- dat de verpleging der troepen ongestoo^ gtng kon hebben. De groote invloed, t hij had op zijn landgenooten, werd door hem steeds belangeloos ten bate van het gouvernement aan gewend en niemand deed in die dagen tever geefs een beroep op ziin steun. Nr°t alleen heeft hij een werkzaam aandeel gehad in verzorging van de verpleging van dn Atjehsche troepen, maar ook als aannemer cn bouwmeester heeft hij ziin sporen verdiend. Geheele lijnstukken van de Atjeh-stoomtraro zijn door hem als het ware onder het vijandelijk vuur aarjelegd en ondanks de gioote moeilijk heden. die hij te overwinnen hadi, kwam hij zijn contrartueele verplichtingen Jegenover het gou- veTT^irem getrouw no met nis gevolg, dat de eertijds schatrijke Chinees bij dien aanleg a' zijn geld verloor en ten slotte als een beroofd man zijn levensavond tegemoet moest zien. Het gouvernement herinnerde zich evenwe' de talrijke diensten door hem bewezen en beloonde h«m niet a'^en met d^ foud.eu eeremecaille en het eereteeken voor belengriike kriigsverrich- tingen, maar kende hem bovendien een maon- deliiksch 'oensicen toe van virfhonderd gulden, teneinde hem een onbezorgden ouden dag te verzekeren, waarop hij zoozeer rechten kon doen gelden. Het Indische gekkenhuis. Op een der gewestelijke hoofdplaateen heeft zich volgens het Soer. Hbld. het volgende his torische feit voorgedaan Nnar het hospitaal werd door den cioier der gevangenis ren inlandsche vrouw gezonden met het schriftelijk verzoek aan den dokter haar vier met goud geplombeerde kiezen te doen trekken, want de voorschriften verboden het bezit van preciosn in de gevangenis. De dokter voldeed natuurlijk niet aan het ver zoek, doch stuurde de vrouw terug met een briefje, waarin in overweging gegeven werd den verzoeker ter observatie naar het hospitaal te zenden, daar er vermoedelijk met ziin geestver mogens iets niet 'n orde was. De directeur van 's lands gevangenis vend daarin weder aanlei ding een k'acht tegen den dokter in te dienen, vermoedelijk wegens majesteitsschennis. Als men het in een venhaal las, vindt het Soer. HblcL, zou men 't overdreven vinden, doch 't is een ware geschiedenis van 't jaar 19221 Wij vragen ons af, wie gevaarlijker zijn, de gevan genen of dergelijke gevangenbewaarders. Tijgerplaog. Aan Java's zuidkust, in het district Boeng- boelang, ondervindt men in den laatsten tijd weer sterken overlast van tijgers. De beesten treden brutaal op en maakten al heel wot slachtoffers onder den veestapel. Mcnschen werden er tot dusver niét aangevallen, maar een der roofdieren ging toch al zoo ver, dat het onder d$ woning van een inlandsch hoofd de honden weghaalde De assistent-resident van Garoet stelde voor, premies uit te loven voor het neerleggen van de tijgers, doch daarop werd van hoogerhond niet ingegaan. Een beteren maatregel tot be strijding achtte men het zenden van een deta chement militairen uit Tjimahi naar het zwaar bezochte district. Een expeditie werd dus op touw gezet. De Loc. vertelt van dien tocht. Onder kapitein van den Berg's commando kinderen luisteren met open mond naar hare wijstheid. Plotseling springt pardoen door het open raam een tijger naar binnen. Hij springt over het hoofd van de doodelijl; verschrikte juf frouw en komt midden in de klasse terecht. Ge weldige consternatie. De kinderen stuiven naar alle kanten uiteen. Maar spoedig ontdekt men, dat het roofdier (een jong beest) niemand ach terna zit, doch integendeel zelf wegloopt. Nu worden de bordjes vcrhangen en weldra ziet men een algomeene jacht op het beest, dat inmiddels de wijk heeft genomen naar het erf. In strijd met het spreekwoord vele honden zijn der hazen dood, blijft de tijger ongedeerd bij de algemeen© vervolging. Kij slipt door de heg naar het nabu rige erf. Doch hier stuit hij op een Indiaan, die hem met zijn pijlen doorboort. Dezelfde Indiaan had reeds buiten jacht gemaakt op het dier cn het was bij de achtervolging, dot het hier in doodsangst de school binnensprong. Wij hopen, dat de huid ven den 1 ven tijger voor de school bewaard blijft ols een herinnering aan dit zeldzaam avontuur, eindigt het blad. Uit de Pers. DE KATHOLIEKEN ON DE KABINETS FORMATIE. Gelijk men weet stelde op de Zaterdag te Utrecht gehouden vergadering van den bond van R.-K. Rijkskieskringorganisaties het be stuur eene motie voor, waarvan de kern was, dot in het volgend vierjarig tijdperk „eene sa menwerking van katholieken en sociaal-demo craten op den grondslag van een coalitie of regeerprogram onder geen voorwaarde of be ding in overweging kan worden genomen". Dat is duidelijk zult gij zeggen aldus de Nieuwe Rotterdamsche Cou rant Inderdaad, maar het ging voor onder- schcidcnen in de vergadering veel te ver, en na cenig debat werd dun ook de motie eenigszins verzacht. In dezen zin, dat nu niet een samengaan van Roomsch Katho begaf zich het detachement, waarbij zich ook de luitenant baron Van Hardenbroek bevond, naar Boen-boelang. De troep bestond uit 50 man en was samengesteld uit een Europeesche, een Menndoneesche en een Javannsche brigade. De militairen hebben in het oerwoud niet veel kunnen uitrichten. Wel paften zo er varkens en vogels neer, doch geen enkele tijger werd ge schoten, wat niet te verwonderen is, daar deze roofdieren speciaal des nachts op buit uitgaan en men bij het zenden van het detachement ver zuimd had, rekening te houden met den stand der maan. In de donkere nachten konden de soldaten hun eigen geweerkorrel niet zien, laat staan een tijger neerleggen. Deze dure expeditie leidde dus tot niets. West-In<1ië. Een tijger in een schooL "Het onderstaande sensationeele verhaal leest men in De West Hét volgend tooneel, dat schier een sprookje lijkt, heeft zich Dinsdag in werkelijkheid afge speeld in de goede stad onzer inwoning. In de bewaarschoolklasse der Rust en Vrede- êchool zit de juffrouw voor het open raam. De beken en sociaal-democraten zonder meer werd onmogelijk verklaard, maar dat slechts een samengaan „uitsluitend" van sociaal-de mocraten en. Roomsch Katholieken in de ban werd gedaan. Onder algemeen applaus werd toen de motie aangenomen. Is nu hiermede voldoende kleur bekend? Inderdaad gelooven wij het. Indien men in aanmerking neemt, dat het, wanneer in het parlement twee of meer par tijen samenwerken of samengaan, niet in de eerste plaats te doen is om eene zekere combinatie van partijgroepen, doch om eene bepaalde richting in de po litiek te verwezenlijken, dan heeft nu met de uitspraak van Zaterdag de Roomsch Katho lieke staatspartij voor de meest vergaande linker richting, waarop eene „burger- Ljke" partij zich stellen kan, gekozen. Eene combinatie uitsluitend met de socialisten acht zij te compromitteerend, maar leidt de verkiezing er toe, dat de Roomschen ook aan b.v. de vrijzinnig democraten hun anker kunnen vastslaan, dan is de zaak gezond en kan, volgens de motie, partij worden ge maakt. Wij zouden het erbij kunnen laten, dit in het licht tc stellen, indien de motie niets an ders bevatte, dan hetgeen wij eruit hebben congehonld. Zij bevat echter eene inleiding, die haar ietwat dubbelzinnig kon doen schij nen. „Bijaldien onverhoopt", aldus lezen wij, „de vorming van een rcchtsch kabinet om welke reden don ook tot de onmogelijk heden mocht bchooren", don kon eene sa menwerking uitsluitend van kothob'eken cn socialisten onder geen beding worden in overweging genomen. Met andere woorden: het socialistisch getinte kabinet zol voor de Roomsch kothobcke staatspartij eerst in de tweede plaats in aanmerking komen. Wij houden dit een oogenblik vost. In de staatkunde knn men niet van twee wollen eten. Indien de Roomsch-kntholieke beginselen, de Roomsch-katholicke menta liteit zich combineeren loten met een kabinet waarin sociaal-democraten zitting hebben, wil dit zeggen, dat de Roomsch-katholipkc stoa'spartij niet voor alles bezuiniging in, cn versobering von het staatsbestuur in haar voandel heef» geschreven. Er zijn, zette de voo>2itter ven de vergadering uiteen, op het oogenblik slechts twee combinaties moge lijk rood en zwart. Daar nu dc staart van de motie gelijk zij na de wijziging, die het bestuursvüoistel onderging de roode rich ting aanvaardt d.w.z. daar de motie, zoools zij aangenomen is, medewerking van de Roomsch-katholickcn in eene radicale com binotie zij het er don een niet uitsluitend met socialisten in uitzicht stelt, dot eene combinatie, wanrbij van bezuiniging niet komen zol, en dit dus dc richting is, waarin de Roomschen zich thuis zullen ge voelen, kon eene „zwarte" combinatie niet er eene zijn van tegenovergetelde richting. Dit mogen de kiezers goed begrijpen. De bedoeling van de motie kan niet zijn„wij gaan bij voorkeur in een bezuinigingscombi natie zitten, doch ols het geval er toe leidt treden we ook wel in een combinotie, die onn bezuiniging zich niet gelegen loot lig gen" dot zou eene in een politieke partij onduldbare dubbelzinnigheid zijn. De motie kan niet nnders beteekenen, don „wij voe len niet zoo veel voor bezuiniging, wij gaan dc radicale richting uit, zoo mogelijk in eene „zwarte" combinatie, en anders met eene combinatie, waarin desnoods ook so cialisten deel hebben". Kort gezegd, do motie kiest zoo ver mo gelijk naar links en laat den bezuinigings- eisch vallen. Eene andere opvatting van de motie is niet mogelijk, zoolang men niet wil aannemen, dat de partij uit twee monden spreekt. Het Voderland herinnert er aan hoe in de vergadering van Zaterdag op voorstel van niemand minder dan den president van de Twee de Kamer, Mr. Kooien van de ongewenschte samenwerking van Katholieken en sociaal-de mocraten seen samenwerking van uitslui tend Katholieken gemaakt is, en zegt dan Wij zijn er. Dot wil zeggen dat wij door dit amendement van Mr. Kooien in een gansch nieuwe fase van de politiek zijn aan geland; dit amendement is om zoo te zeg gen de officieele erkenning von Roomsche zijde, dat zij de Coalitie als beschermster von Gods Woord ten opzichte van ons Staatsleven als niet meer dan een mystifi catie beschouwt. Tegen de socialisten ging in hoofdzaak van Katholieke zijde de strijd, en niet alleen van de Katholieken, maar van gansch de Rechterzijde; dat waren toch do mannen, die met Viviani juichten, dat zij de fakkels aan den hemel hadden uitgedoofd, anathema, en dat niet alleen met hen, maar met allen, die zich met hen verbonden. Jarenlongyis den liberalen onder de districts- indeeling als brandmerk opgedrukt, dat zij bij herstemming tusschen den clericaal en den sociaal-democraat aan den laatste de voorkeur gaven, net als of eene herstemming de partij die niet in het geding is, voor iets anders zou zetten, dan voor de vraag welko van de twee kwaden zij het minste vindt, net alsof bij eene herstemming ooit nog eigen beginsel aan het woord komt. Het is altijd een buitengewoon oneerlijk spel van Rechts geweest, en speciaal van de anti-revolutionairen, om den liberalen van himne houding bij de herstemmingen, toen eenmaal de Coalitie de Nederlandsche bevolking in schapen en bokken verdeelde, een verwijt te maken. Want de anti-revolu tionairen steunden stelselmatig den sociaal democraat, als hij met den liberaal in her stemming kwam. Varkensmarkt Amersfoort.' Spcclnlo nlilorlln; D8ze goysers z(]n In onze zaak In werklnf to zien. Maison VAN EIMEREN. Coiffeur Posticlieur ('olffeiiHC WIJFRSSTICAAT I I. - Tel. 205 Iloogst Modorno Salons voor DAMES on lIEKRF.iV Manicure Magazijn van ParfumurioCn on Toilot-Artikolon. BADINRICHTING i Het Vaderland toont dit met verschik lende voorbeelden aan. Het blad zegt dit niet te Hoen uit leedvermaak. Want wij verheugen ons te veel or over, dat door deze motie twee onwaorachtighei den in do politiek feitelijk do nekslag wordt toegebracht. In de eerste plaats deze, dat de Coalitie de schutswacht zou kunnen zijn voor de eere Gods, in de tweede plaats dot er een soort Christendom boven gcloofs- vedreeldeid zou kunnen bestaan, die het den Roomschen onmogelijk zou maken met anderen dan de anti-revolutionairen en Christclijk-Historischen samen te gaan. Zelfs de voorzitter van den Bond, Buron van Wijnbergen, heeft zich aan den nieuwen toestand aangepast. Was hij tot nog toe d« rara avis onder de Katholieken die de poli tieke antithese met de.Kuypcrinanschc fras eologie verdedigde de Katholieken zijn altijd uiterst voorzichtig geweest met het hantceren von dit wapen in de rede, waarmede hij de Bondsvergadering opendo was hij ditmaal buitengewoon, althans voor hem buitengewoon voorzichtig. Wel kregen wij te hooren, dot het verleden leert, dot de ontwikkeling van de Christelijke Staat kunde voor de Katholieken alleen maar to bereiken is in samenwerking met dc Antk revolutionaire en Christclijk-Hi torische por-, tij. En ook werd vernomen, dat dan ooit noodig is in de komende jaren dat ter hondhoving von dc orde, én Regeering én Volksvertegenwoordiging én het Volk zich klaar voor den geest brengen cn hou den, wat de Christelijke beginselen hun voorschrijven te doen en tc verdragen. Maar het woord bleef onuitgesproken, dot de Katholieken nooit eene andere stoatkunde hier te landezouden kunnen volgen dan de Christelijke. En dat kon moeilijk onders waar hij natuurlijk wist, Hat zooHra hij uitgesproken hod Mr. Kooi len met zijn anundement de lont zou ste ken in het kruitvat der Coalitie. En zoo is, het niet onmogelijk, dat wij over weiniga maanden den Hr. van Wijnbergen zullen zien plaats nemen in een ministerie, dat voo r een deel mogelijk is geworden dooi" dat „canaille, dat altijd Links stemt." Het blad concludeert Zoo worden er in de politiek thans twéé groote dingen verkregen. Ten eerste, dat de Coalitiepolitiek, door de grootste portif nog wel van de Coalitie als onwaarachtig, gesignaleerd wordt, ten tweede dat de S. D. A. P. in haar ware karakter, dot ze reeds, lang heeft, n.l. van radicale burgerlijke her- vormingspartij. bloot zol kunnen komen. En' daarom is He Katholieke Bondsvergadering, te Utrecht op 13 Mei 1922 gehouden, een allergewichtigste mijlpaal in onze politiekfl geschiedenis. 10 door ROBERT HERRICK. „Het doet er ook niet toe of het de schei kunde is of het geloof, of allebei samen. Om He kuur is het toch te Hoen, is het niet „Natuurlijk 1 Zouden we op dien rand Haar kunnen komen wees naar het kleine vooruitspringende gedeelte van de rots waar de roode tintelende espeboom stond. rflx geloof het wel. We zullen het probee- ren Er is een oud verhaal aan die plek ver bonden." Het meisje hield haar hoofd even op zijde öls een luisterend vogeltje. IV. „Zooals ik al zei, is dit stellig al gedurende vele geslachten een kampeerplaats van India nen geweest. De overblijfselen er van liggen overal verspreid op de smalle kreek tusschen ®e rotsen. En we weten, dat zij geneeskrachtige Wateren gebruikten Maar nu het verhaal! In den eersten tijd, dat de Fransohe zende lingen dit land doorkruisten, heeft één van He priesters bij deze bron zijn hoofdkwartier ©p* geslagen en Hat wel boven op dat uitsteken de. gedeelte zijn hut gebouwd. Tusschen zijn lange reizen door de wildernis in, leefde hij hier bij zijn bron. Aon Hen onderen kant van het meer, daar waar nu de nederzetting is, was een plaats, waar handel gedreven werd. Het was een van die grensposten, waar de Indianen uit de bosschen bij elkaar kwamen met al de huiden, die zij dien winter hadden buit ge maakt. De warme maanden bleven ze daar han gen cn hielden zich bezig met visschen en kibbelen. Deze man ze noemden hem Penanguishine in hun welluidende taal, dat beteekent de ge nezer had onder de wilden een groote ver maardheid als medicijn-meester. Eens op een dag vluchtte een Indiaan naar hem toe om be scherming te zoeken. Hij werd vervolgd door een paar Franscne kooplieden, die hij belee- digd had. Een van de mannen van de grens post had de vrouw van den Indiaan geroofd en hij had hem uit wraak gedood. De Franschman zat den Indiaan achterna, het heele meer rond, maar het gelukte den kerel om op de rots punt te klimmen. De priester nam hem in zijn hut en beloofde hem te beschermen tegen zijn vervolgers. Toen kwam de heele dronken bende uit het fort en eischtcn den man op. Toen de priester weigerde om den Indiaan uit te leve ren, schoten ze hem dood zooals hij daar stond in de deur van zijn hut. Zijn lichaam viel voor over zjjn bloed druppelde in het warme wa ter van de bron. Van af dien tijd heeft deze plek bij de Indianen altijd Sanguishine gehee- ten, dat beteekent bron van den genezer en langzamerhand heeft het heele meer dien naam gekregenZij geloofden, dat de bron nadat zij het bloed van den verinoorden priester had opgevangen, een nog veel sterker genezen de kracht had maar alleen voor Indianenl" „Wat een mooi verhaal!" riep het meisje Uit. - „Er zijn nog genoeg sporen van de hut over om een schijn van waarheid aan het verhaal te geven, als je het gelooven wilt.... Laten we maar eens gaan kijken". Hij ging haar voor door het kreupelhout be neden om de rots heen, en toen zij naar het vooruitstekende gedeelte van de rots, dot niet meer dan 20 voet in 't vierkant was en volko men overschaduwd werd door den berg-eik en de zware takken van een ouden den, die in de spleet van een hoogere rots groeide. De dok ter wees naar een rechthoekige verhevenheid van aarde en imos tegen don rand van de rots. Onderhond nw Tennisrackeli Persen en Hcadcorers. ETUS's RACKETOLIE Ï3i USE. NOT IN ESP. 116 Langestr. - TM. 70 - „VEDEA" „Hier heeft de hut gestaan. Het mos is ver gaan, er is niets dan wat aarde over". Toen hij er tegen schopte zag hij een splin ter van een vergaan stuk hout. „In ieder geval heeft hier iemand gewoond, en niet eens zooveel honderden jaren gele den fhet is een mooie plek voor een klui zenaar, vindt u niet?" „Ik denk, dat hij hier gekomen was om alleen te zijn om te bidden cn te denken", zei het meisje sentimenteel. „Of om veilig te zijn voor de wolven!" merkte de dokter op met een van die plotse linge overgangen van gedachte, die hem eigen was. „Waarschijnlijk maakte hij gebruik van de vermaardheid, die de bron had bij de bijgeloo- yige indianen *>m macht over ze te krijgen. Er is altijd iets van den fakir in eiken man, die succés heeft. Hij moet altijd klaar zijn om te holen wat er van te halen is", spotte hij Maar al is dat zoo, heeft het verhaal toch veel van een oude heib'gen-legende of een oude mythe, waaruit je altijd weer ziet, dat het men- schelijk hart behoefte heeft aan iets geheimzin nigs en zulke verhalen verzint om den inner- lijken drang naar wonderen te bevredigen. Onze fabel moeten we nu eenmaal hebben om op die manier groote waarheden te verbergen", voegde hij er zachter bij. Het meisje leunde tegen den eik onder de bloedroode bessen. De rotspunt lag zoo hoog, dat men een ruim uitzicht had over de toppen van de boomen en het blauwe water van het meer daar beneden. De peinzende stilte van den herfst lag over het landschap, met- al dc fijne aanduidingen van een veranderd jaarge tijde. Het meisje keek haar metgezel aan met half toegeknepen oogen. Ze had niet alles be grepen wat hij gezegd had, maar ze luisterde vol belangstelling zooals ze gewoonlijk deed als mannen tegen haar spraken over hunzelf en hun gc-dachten. Ze was gevleid, dat hij het prettig scheen te vinden om met haar te pra ten, cn hoewel er geen persoonlijk woord tus schen hen gewisseld werd, was hun intimiteit toch kennelijk grooter geworden sinds ze de oude genezende bron hadden bereikt „De laatste genezer", ging de dokter voort, terwijl hij een trosje roode bessen in het poel tje gooide, „die hier een kamp opsloeg, is een gestudeerd man geweest. Hij verkocht dranken en kruiden aan do Indianen tot het gouverne ment er achter kwam. En toen brachten zc hem met een stoombarkas naar de gevangenis!" ,En dan neg we! op zoo'n prachtige plek", zei hel meisje zacht. De dokter stapte den afstand af van den j aarden wal lot aan hei eind van co rots. „Het i* mogelijk", stelde hij vost. „Als het lichaam van den man recht voorover is geval- len, kan het bloed in de bron zijn gekomen". „Ik zie hem daar liggen 1" riep het meisje uit, terwijl ze over den rand keek. in het grocno poeltje. „Het is een zeldzame plaats voor een gene zer", zei de vreemdeling peinzend terwijl hij, de ajmen gekruist, stil stond te staren naar do' onbewegelijke toppen von de boorr.en. „Hij zou zijn kamp kunnen opslaan aan den oever cn/' daar de zieken om zich hoen verzamelen. Zö' konden dan baden in het warme woter van cc bron en onder de boomen liggen en de natuu< op hen loten inwerken. Het wonder zou dan misschien terugkomen... Wie weet?... Als hi|] een echte genezer was en geen kwakzalver En de zieken zouden hier in de wildernis naar hem toe komen van het onder 'eindje van da wc-reld I" Het meisje keek hem oen alsof ze trachtte to ontdekken of hij in ernst sprak of alleen maar een schertsende fantasie op touw zette. Voor het oogenblik scheen hij haar tegenwoordig heid heelemanl vergeten te zijn, en alleen ta praten tegen zichzelf uit het diepst van zijn hart. Zijn gezicht, dat zoo dikwijls gedwongen vroolijk of spottend was, stond heel ernstig en' zijn oogen schenen gericht te zijn op een punt in de verte. Hij stond hoc opgericht cn strek lat 'ijn hand uit boven de bro n mompelde zon der het zelf te weten „Ja, n'.s hij een genezer is (Wordt vervolgd). UTRECHTSCHESTRAAT 23. Moderne SSijpinriohting.

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 5