FONTEIN SCHIPPERS I
l
A. v. d. Weg, Langestr. 23
DE GENEZER
AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
Meubileerinoen, Kunsthandel. Behsngerij en Stoffeerdsrlj.
ST. EM ILION
Per flesch f 1.60, per anker f 65-.
bij A. SCHOTERMAN S Zn., ütr.str. II Ie!. 145
TWEEDE BLAD.
KOLONIËN.
BINNENLAND.
PRI MA EI^GELSGHE BADMUTSEN,
VANAF 1 GULDEN
Rfiagaz. „De Dom''
Eimemaalte Kinderkleedina.
Electro Tettaiscli 8 Suitiir luim
v.h.L. A. VAN RUE Co.
LANGESTRAAT 79 - TEL. 29
Badkamer Installaties
Prima Bad- en Kanggeijser f 140
I
WILLEM GROENHUIZEN
Het aan gewezen atires
voor Zilveren Kransen,
Takken en aüe soorten
medailles.
FEUILLETON.
JOH. VAN DIJK,
G. VAM ÖUI^ï
Speciaal idres ragr OPTIE!
^20» Jaargang
No. 274
zaïeraag
20 Mol 1922
I
LANGESTRAAT 24. Tel. Int. 496. Amersfoort g!
ORIGINEELE
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1917
Oost-lndlè.
Een Atjeh-figuur.
Zoo langzamerhand begint het aantal per
soonlijkheden uit den ouden Atjeh-tijd te slin
ken.
Thans is niet een der voorvechters heenge
gaan, die eertijds met het zwaard in de vuist
de onderwerping van de Atjehsche landen heb
ben afgedwongen, doch een man zoo lezen
Wij i de Preanger Bode die juist door zijn
viedelievenden arbeid zooveel heeft bijgedragen
om de pacificatie van Atjeh ten slotte tot een
vc-ldongen feit te maken.
De uit de bange Atjehdagen zoo bekende ma
joor-titulair der Chineezen Lie A Sie is in de
feerste helft van Maart op 93-jorigen leeftijd in
het militaire hospitaal te Koeta Radja overleden.
Lie A Sie heeft den geheelen Atjehoorlog
vrijwel van af het begin medegemaakt aan onze
«ijde.
Ondernemend man als h'j was, begreep hij,
Hat er in de dagen van de At jeh-expc-ditiën, toen
al'es nog geregeld en georganiseerd moest wor
den, wat te verdienen zou zi;n en zoo werd hij
gedurende lange jaren als het ware de hoofd
intendant van de Atjehsche troepenmacht. Aan
zijn onverdroten ijver en werkkracht, maar vor
a' aan zijn durf was het meermalen te de-
dat de verpleging der troepen ongestoo^
gtng kon hebben. De groote invloed, t hij
had op zijn landgenooten, werd door hem steeds
belangeloos ten bate van het gouvernement aan
gewend en niemand deed in die dagen tever
geefs een beroep op ziin steun.
Nr°t alleen heeft hij een werkzaam aandeel
gehad in verzorging van de verpleging van dn
Atjehsche troepen, maar ook als aannemer cn
bouwmeester heeft hij ziin sporen verdiend.
Geheele lijnstukken van de Atjeh-stoomtraro
zijn door hem als het ware onder het vijandelijk
vuur aarjelegd en ondanks de gioote moeilijk
heden. die hij te overwinnen hadi, kwam hij zijn
contrartueele verplichtingen Jegenover het gou-
veTT^irem getrouw no met nis gevolg, dat de
eertijds schatrijke Chinees bij dien aanleg a' zijn
geld verloor en ten slotte als een beroofd man
zijn levensavond tegemoet moest zien.
Het gouvernement herinnerde zich evenwe' de
talrijke diensten door hem bewezen en beloonde
h«m niet a'^en met d^ foud.eu eeremecaille en
het eereteeken voor belengriike kriigsverrich-
tingen, maar kende hem bovendien een maon-
deliiksch 'oensicen toe van virfhonderd gulden,
teneinde hem een onbezorgden ouden dag te
verzekeren, waarop hij zoozeer rechten kon doen
gelden.
Het Indische gekkenhuis.
Op een der gewestelijke hoofdplaateen heeft
zich volgens het Soer. Hbld. het volgende his
torische feit voorgedaan
Nnar het hospitaal werd door den cioier der
gevangenis ren inlandsche vrouw gezonden met
het schriftelijk verzoek aan den dokter haar vier
met goud geplombeerde kiezen te doen trekken,
want de voorschriften verboden het bezit van
preciosn in de gevangenis.
De dokter voldeed natuurlijk niet aan het ver
zoek, doch stuurde de vrouw terug met een
briefje, waarin in overweging gegeven werd den
verzoeker ter observatie naar het hospitaal te
zenden, daar er vermoedelijk met ziin geestver
mogens iets niet 'n orde was. De directeur van
's lands gevangenis vend daarin weder aanlei
ding een k'acht tegen den dokter in te dienen,
vermoedelijk wegens majesteitsschennis.
Als men het in een venhaal las, vindt het Soer.
HblcL, zou men 't overdreven vinden, doch 't
is een ware geschiedenis van 't jaar 19221 Wij
vragen ons af, wie gevaarlijker zijn, de gevan
genen of dergelijke gevangenbewaarders.
Tijgerplaog.
Aan Java's zuidkust, in het district Boeng-
boelang, ondervindt men in den laatsten tijd
weer sterken overlast van tijgers. De beesten
treden brutaal op en maakten al heel wot
slachtoffers onder den veestapel. Mcnschen
werden er tot dusver niét aangevallen, maar een
der roofdieren ging toch al zoo ver, dat het
onder d$ woning van een inlandsch hoofd de
honden weghaalde
De assistent-resident van Garoet stelde voor,
premies uit te loven voor het neerleggen van
de tijgers, doch daarop werd van hoogerhond
niet ingegaan. Een beteren maatregel tot be
strijding achtte men het zenden van een deta
chement militairen uit Tjimahi naar het zwaar
bezochte district.
Een expeditie werd dus op touw gezet. De
Loc. vertelt van dien tocht.
Onder kapitein van den Berg's commando
kinderen luisteren met open mond naar hare
wijstheid. Plotseling springt pardoen door het
open raam een tijger naar binnen. Hij springt
over het hoofd van de doodelijl; verschrikte juf
frouw en komt midden in de klasse terecht. Ge
weldige consternatie. De kinderen stuiven naar
alle kanten uiteen. Maar spoedig ontdekt men,
dat het roofdier (een jong beest) niemand ach
terna zit, doch integendeel zelf wegloopt. Nu
worden de bordjes vcrhangen en weldra ziet men
een algomeene jacht op het beest, dat inmiddels
de wijk heeft genomen naar het erf. In strijd met
het spreekwoord vele honden zijn der hazen
dood, blijft de tijger ongedeerd bij de algemeen©
vervolging. Kij slipt door de heg naar het nabu
rige erf. Doch hier stuit hij op een Indiaan, die
hem met zijn pijlen doorboort. Dezelfde Indiaan
had reeds buiten jacht gemaakt op het dier cn
het was bij de achtervolging, dot het hier in
doodsangst de school binnensprong.
Wij hopen, dat de huid ven den 1 ven tijger
voor de school bewaard blijft ols een herinnering
aan dit zeldzaam avontuur, eindigt het blad.
Uit de Pers.
DE KATHOLIEKEN ON DE KABINETS
FORMATIE.
Gelijk men weet stelde op de Zaterdag te
Utrecht gehouden vergadering van den bond
van R.-K. Rijkskieskringorganisaties het be
stuur eene motie voor, waarvan de kern was,
dot in het volgend vierjarig tijdperk „eene sa
menwerking van katholieken en sociaal-demo
craten op den grondslag van een coalitie of
regeerprogram onder geen voorwaarde of be
ding in overweging kan worden genomen".
Dat is duidelijk zult gij zeggen aldus
de Nieuwe Rotterdamsche Cou
rant
Inderdaad, maar het ging voor onder-
schcidcnen in de vergadering veel te ver, en
na cenig debat werd dun ook de motie
eenigszins verzacht. In dezen zin, dat nu
niet een samengaan van Roomsch Katho
begaf zich het detachement, waarbij zich ook de
luitenant baron Van Hardenbroek bevond, naar
Boen-boelang. De troep bestond uit 50 man en
was samengesteld uit een Europeesche, een
Menndoneesche en een Javannsche brigade.
De militairen hebben in het oerwoud niet veel
kunnen uitrichten. Wel paften zo er varkens en
vogels neer, doch geen enkele tijger werd ge
schoten, wat niet te verwonderen is, daar deze
roofdieren speciaal des nachts op buit uitgaan
en men bij het zenden van het detachement ver
zuimd had, rekening te houden met den stand
der maan. In de donkere nachten konden de
soldaten hun eigen geweerkorrel niet zien, laat
staan een tijger neerleggen.
Deze dure expeditie leidde dus tot niets.
West-In<1ië.
Een tijger in een schooL
"Het onderstaande sensationeele verhaal leest
men in De West
Hét volgend tooneel, dat schier een sprookje
lijkt, heeft zich Dinsdag in werkelijkheid afge
speeld in de goede stad onzer inwoning.
In de bewaarschoolklasse der Rust en Vrede-
êchool zit de juffrouw voor het open raam. De
beken en sociaal-democraten zonder meer
werd onmogelijk verklaard, maar dat slechts
een samengaan „uitsluitend" van sociaal-de
mocraten en. Roomsch Katholieken in de
ban werd gedaan.
Onder algemeen applaus werd toen de
motie aangenomen.
Is nu hiermede voldoende kleur bekend?
Inderdaad gelooven wij het.
Indien men in aanmerking neemt, dat het,
wanneer in het parlement twee of meer par
tijen samenwerken of samengaan, niet in de
eerste plaats te doen is om eene zekere
combinatie van partijgroepen, doch om
eene bepaalde richting in de po
litiek te verwezenlijken, dan heeft nu met de
uitspraak van Zaterdag de Roomsch Katho
lieke staatspartij voor de meest vergaande
linker richting, waarop eene „burger-
Ljke" partij zich stellen kan, gekozen. Eene
combinatie uitsluitend met de socialisten
acht zij te compromitteerend, maar leidt de
verkiezing er toe, dat de Roomschen ook
aan b.v. de vrijzinnig democraten hun anker
kunnen vastslaan, dan is de zaak gezond en
kan, volgens de motie, partij worden ge
maakt.
Wij zouden het erbij kunnen laten, dit in
het licht tc stellen, indien de motie niets an
ders bevatte, dan hetgeen wij eruit hebben
congehonld. Zij bevat echter eene inleiding,
die haar ietwat dubbelzinnig kon doen schij
nen. „Bijaldien onverhoopt", aldus lezen
wij, „de vorming van een rcchtsch kabinet
om welke reden don ook tot de onmogelijk
heden mocht bchooren", don kon eene sa
menwerking uitsluitend van kothob'eken cn
socialisten onder geen beding worden in
overweging genomen. Met andere woorden:
het socialistisch getinte kabinet zol voor de
Roomsch kothobcke staatspartij eerst in de
tweede plaats in aanmerking komen. Wij
houden dit een oogenblik vost.
In de staatkunde knn men niet van twee
wollen eten. Indien de Roomsch-kntholieke
beginselen, de Roomsch-katholicke menta
liteit zich combineeren loten met een kabinet
waarin sociaal-democraten zitting hebben,
wil dit zeggen, dat de Roomsch-katholipkc
stoa'spartij niet voor alles bezuiniging in,
cn versobering von het staatsbestuur in haar
voandel heef» geschreven. Er zijn, zette de
voo>2itter ven de vergadering uiteen, op het
oogenblik slechts twee combinaties moge
lijk rood en zwart. Daar nu dc staart van
de motie gelijk zij na de wijziging, die het
bestuursvüoistel onderging de roode rich
ting aanvaardt d.w.z. daar de motie, zoools
zij aangenomen is, medewerking van de
Roomsch-katholickcn in eene radicale com
binotie zij het er don een niet uitsluitend
met socialisten in uitzicht stelt, dot
eene combinatie, wanrbij van bezuiniging
niet komen zol, en dit dus dc richting is,
waarin de Roomschen zich thuis zullen ge
voelen, kon eene „zwarte" combinatie niet
er eene zijn van tegenovergetelde richting.
Dit mogen de kiezers goed begrijpen. De
bedoeling van de motie kan niet zijn„wij
gaan bij voorkeur in een bezuinigingscombi
natie zitten, doch ols het geval er toe leidt
treden we ook wel in een combinotie, die
onn bezuiniging zich niet gelegen loot lig
gen" dot zou eene in een politieke partij
onduldbare dubbelzinnigheid zijn. De motie
kan niet nnders beteekenen, don „wij voe
len niet zoo veel voor bezuiniging, wij gaan
dc radicale richting uit, zoo mogelijk in
eene „zwarte" combinatie, en anders met
eene combinatie, waarin desnoods ook so
cialisten deel hebben".
Kort gezegd, do motie kiest zoo ver mo
gelijk naar links en laat den bezuinigings-
eisch vallen. Eene andere opvatting van de
motie is niet mogelijk, zoolang men niet wil
aannemen, dat de partij uit twee monden
spreekt.
Het Voderland herinnert er aan hoe in
de vergadering van Zaterdag op voorstel van
niemand minder dan den president van de Twee
de Kamer, Mr. Kooien van de ongewenschte
samenwerking van Katholieken en sociaal-de
mocraten seen samenwerking van uitslui
tend Katholieken gemaakt is, en zegt dan
Wij zijn er. Dot wil zeggen dat wij door
dit amendement van Mr. Kooien in een
gansch nieuwe fase van de politiek zijn aan
geland; dit amendement is om zoo te zeg
gen de officieele erkenning von Roomsche
zijde, dat zij de Coalitie als beschermster
von Gods Woord ten opzichte van ons
Staatsleven als niet meer dan een mystifi
catie beschouwt. Tegen de socialisten ging in
hoofdzaak van Katholieke zijde de strijd, en
niet alleen van de Katholieken, maar van
gansch de Rechterzijde; dat waren toch do
mannen, die met Viviani juichten, dat zij de
fakkels aan den hemel hadden uitgedoofd,
anathema, en dat niet alleen met hen, maar
met allen, die zich met hen verbonden.
Jarenlongyis den liberalen onder de districts-
indeeling als brandmerk opgedrukt, dat zij
bij herstemming tusschen den clericaal en
den sociaal-democraat aan den laatste de
voorkeur gaven, net als of eene herstemming
de partij die niet in het geding is, voor iets
anders zou zetten, dan voor de vraag welko
van de twee kwaden zij het minste vindt,
net alsof bij eene herstemming ooit nog
eigen beginsel aan het woord komt.
Het is altijd een buitengewoon oneerlijk
spel van Rechts geweest, en speciaal van
de anti-revolutionairen, om den liberalen
van himne houding bij de herstemmingen,
toen eenmaal de Coalitie de Nederlandsche
bevolking in schapen en bokken verdeelde,
een verwijt te maken. Want de anti-revolu
tionairen steunden stelselmatig den sociaal
democraat, als hij met den liberaal in her
stemming kwam.
Varkensmarkt Amersfoort.'
Spcclnlo nlilorlln;
D8ze goysers z(]n In onze zaak In werklnf
to zien.
Maison VAN EIMEREN.
Coiffeur Posticlieur ('olffeiiHC
WIJFRSSTICAAT I I. - Tel. 205
Iloogst Modorno Salons voor
DAMES on lIEKRF.iV Manicure
Magazijn van ParfumurioCn on
Toilot-Artikolon.
BADINRICHTING
i
Het Vaderland toont dit met verschik
lende voorbeelden aan. Het blad zegt dit niet
te Hoen uit leedvermaak.
Want wij verheugen ons te veel or over,
dat door deze motie twee onwaorachtighei
den in do politiek feitelijk do nekslag
wordt toegebracht. In de eerste plaats deze,
dat de Coalitie de schutswacht zou kunnen
zijn voor de eere Gods, in de tweede plaats
dot er een soort Christendom boven gcloofs-
vedreeldeid zou kunnen bestaan, die het
den Roomschen onmogelijk zou maken met
anderen dan de anti-revolutionairen en
Christclijk-Historischen samen te gaan.
Zelfs de voorzitter van den Bond, Buron
van Wijnbergen, heeft zich aan den nieuwen
toestand aangepast. Was hij tot nog toe d«
rara avis onder de Katholieken die de poli
tieke antithese met de.Kuypcrinanschc fras
eologie verdedigde de Katholieken zijn
altijd uiterst voorzichtig geweest met het
hantceren von dit wapen in de rede,
waarmede hij de Bondsvergadering opendo
was hij ditmaal buitengewoon, althans voor
hem buitengewoon voorzichtig. Wel kregen
wij te hooren, dot het verleden leert, dot
de ontwikkeling van de Christelijke Staat
kunde voor de Katholieken alleen maar to
bereiken is in samenwerking met dc Antk
revolutionaire en Christclijk-Hi torische por-,
tij. En ook werd vernomen, dat
dan ooit noodig is in de komende jaren dat
ter hondhoving von dc orde, én Regeering
én Volksvertegenwoordiging én het Volk
zich klaar voor den geest brengen cn hou
den, wat de Christelijke beginselen hun
voorschrijven te doen en tc verdragen.
Maar het woord bleef onuitgesproken,
dot de Katholieken nooit eene andere
stoatkunde hier te landezouden kunnen
volgen dan de Christelijke. En dat kon
moeilijk onders waar hij natuurlijk wist,
Hat zooHra hij uitgesproken hod Mr. Kooi
len met zijn anundement de lont zou ste
ken in het kruitvat der Coalitie. En zoo is,
het niet onmogelijk, dat wij over weiniga
maanden den Hr. van Wijnbergen zullen
zien plaats nemen in een ministerie, dat
voo r een deel mogelijk is geworden dooi"
dat „canaille, dat altijd Links stemt."
Het blad concludeert
Zoo worden er in de politiek thans twéé
groote dingen verkregen. Ten eerste, dat
de Coalitiepolitiek, door de grootste portif
nog wel van de Coalitie als onwaarachtig,
gesignaleerd wordt, ten tweede dat de S. D.
A. P. in haar ware karakter, dot ze reeds,
lang heeft, n.l. van radicale burgerlijke her-
vormingspartij. bloot zol kunnen komen. En'
daarom is He Katholieke Bondsvergadering,
te Utrecht op 13 Mei 1922 gehouden, een
allergewichtigste mijlpaal in onze politiekfl
geschiedenis.
10
door
ROBERT HERRICK.
„Het doet er ook niet toe of het de schei
kunde is of het geloof, of allebei samen. Om
He kuur is het toch te Hoen, is het niet
„Natuurlijk 1 Zouden we op dien rand
Haar kunnen komen
wees naar het kleine vooruitspringende
gedeelte van de rots waar de roode tintelende
espeboom stond.
rflx geloof het wel. We zullen het probee-
ren Er is een oud verhaal aan die plek ver
bonden."
Het meisje hield haar hoofd even op zijde
öls een luisterend vogeltje.
IV.
„Zooals ik al zei, is dit stellig al gedurende
vele geslachten een kampeerplaats van India
nen geweest. De overblijfselen er van liggen
overal verspreid op de smalle kreek tusschen
®e rotsen. En we weten, dat zij geneeskrachtige
Wateren gebruikten Maar nu het verhaal!
In den eersten tijd, dat de Fransohe zende
lingen dit land doorkruisten, heeft één van He
priesters bij deze bron zijn hoofdkwartier ©p*
geslagen en Hat wel boven op dat uitsteken
de. gedeelte zijn hut gebouwd. Tusschen zijn
lange reizen door de wildernis in, leefde hij
hier bij zijn bron. Aon Hen onderen kant van
het meer, daar waar nu de nederzetting is, was
een plaats, waar handel gedreven werd. Het
was een van die grensposten, waar de Indianen
uit de bosschen bij elkaar kwamen met al de
huiden, die zij dien winter hadden buit ge
maakt. De warme maanden bleven ze daar han
gen cn hielden zich bezig met visschen en
kibbelen.
Deze man ze noemden hem Penanguishine
in hun welluidende taal, dat beteekent de ge
nezer had onder de wilden een groote ver
maardheid als medicijn-meester. Eens op een
dag vluchtte een Indiaan naar hem toe om be
scherming te zoeken. Hij werd vervolgd door
een paar Franscne kooplieden, die hij belee-
digd had. Een van de mannen van de grens
post had de vrouw van den Indiaan geroofd en
hij had hem uit wraak gedood. De Franschman
zat den Indiaan achterna, het heele meer rond,
maar het gelukte den kerel om op de rots
punt te klimmen. De priester nam hem in zijn
hut en beloofde hem te beschermen tegen zijn
vervolgers. Toen kwam de heele dronken bende
uit het fort en eischtcn den man op. Toen de
priester weigerde om den Indiaan uit te leve
ren, schoten ze hem dood zooals hij daar stond
in de deur van zijn hut. Zijn lichaam viel voor
over zjjn bloed druppelde in het warme wa
ter van de bron. Van af dien tijd heeft deze
plek bij de Indianen altijd Sanguishine gehee-
ten, dat beteekent bron van den genezer en
langzamerhand heeft het heele meer dien
naam gekregenZij geloofden, dat de bron
nadat zij het bloed van den verinoorden priester
had opgevangen, een nog veel sterker genezen
de kracht had maar alleen voor Indianenl"
„Wat een mooi verhaal!" riep het meisje
Uit. -
„Er zijn nog genoeg sporen van de hut over
om een schijn van waarheid aan het verhaal te
geven, als je het gelooven wilt.... Laten we
maar eens gaan kijken".
Hij ging haar voor door het kreupelhout be
neden om de rots heen, en toen zij naar het
vooruitstekende gedeelte van de rots, dot niet
meer dan 20 voet in 't vierkant was en volko
men overschaduwd werd door den berg-eik en
de zware takken van een ouden den, die in de
spleet van een hoogere rots groeide. De dok
ter wees naar een rechthoekige verhevenheid
van aarde en imos tegen don rand van de
rots.
Onderhond nw Tennisrackeli
Persen en Hcadcorers.
ETUS's RACKETOLIE
Ï3i USE. NOT IN ESP.
116 Langestr. - TM. 70 - „VEDEA"
„Hier heeft de hut gestaan. Het mos is ver
gaan, er is niets dan wat aarde over".
Toen hij er tegen schopte zag hij een splin
ter van een vergaan stuk hout.
„In ieder geval heeft hier iemand gewoond,
en niet eens zooveel honderden jaren gele
den fhet is een mooie plek voor een klui
zenaar, vindt u niet?"
„Ik denk, dat hij hier gekomen was om alleen
te zijn om te bidden cn te denken", zei het
meisje sentimenteel.
„Of om veilig te zijn voor de wolven!"
merkte de dokter op met een van die plotse
linge overgangen van gedachte, die hem eigen
was. „Waarschijnlijk maakte hij gebruik van de
vermaardheid, die de bron had bij de bijgeloo-
yige indianen *>m macht over ze te krijgen. Er
is altijd iets van den fakir in eiken man, die
succés heeft. Hij moet altijd klaar zijn om te
holen wat er van te halen is", spotte hij
Maar al is dat zoo, heeft het verhaal toch veel
van een oude heib'gen-legende of een oude
mythe, waaruit je altijd weer ziet, dat het men-
schelijk hart behoefte heeft aan iets geheimzin
nigs en zulke verhalen verzint om den inner-
lijken drang naar wonderen te bevredigen. Onze
fabel moeten we nu eenmaal hebben om op die
manier groote waarheden te verbergen", voegde
hij er zachter bij.
Het meisje leunde tegen den eik onder de
bloedroode bessen. De rotspunt lag zoo hoog,
dat men een ruim uitzicht had over de toppen
van de boomen en het blauwe water van het
meer daar beneden. De peinzende stilte van
den herfst lag over het landschap, met- al dc
fijne aanduidingen van een veranderd jaarge
tijde. Het meisje keek haar metgezel aan met
half toegeknepen oogen. Ze had niet alles be
grepen wat hij gezegd had, maar ze luisterde
vol belangstelling zooals ze gewoonlijk deed
als mannen tegen haar spraken over hunzelf
en hun gc-dachten. Ze was gevleid, dat hij het
prettig scheen te vinden om met haar te pra
ten, cn hoewel er geen persoonlijk woord tus
schen hen gewisseld werd, was hun intimiteit
toch kennelijk grooter geworden sinds ze de
oude genezende bron hadden bereikt
„De laatste genezer", ging de dokter voort,
terwijl hij een trosje roode bessen in het poel
tje gooide, „die hier een kamp opsloeg, is een
gestudeerd man geweest. Hij verkocht dranken
en kruiden aan do Indianen tot het gouverne
ment er achter kwam. En toen brachten zc
hem met een stoombarkas naar de gevangenis!"
,En dan neg we! op zoo'n prachtige plek",
zei hel meisje zacht.
De dokter stapte den afstand af van den j
aarden wal lot aan hei eind van co rots.
„Het i* mogelijk", stelde hij vost. „Als het
lichaam van den man recht voorover is geval-
len, kan het bloed in de bron zijn gekomen".
„Ik zie hem daar liggen 1" riep het meisje uit,
terwijl ze over den rand keek. in het grocno
poeltje.
„Het is een zeldzame plaats voor een gene
zer", zei de vreemdeling peinzend terwijl hij,
de ajmen gekruist, stil stond te staren naar do'
onbewegelijke toppen von de boorr.en. „Hij zou
zijn kamp kunnen opslaan aan den oever cn/'
daar de zieken om zich hoen verzamelen. Zö'
konden dan baden in het warme woter van cc
bron en onder de boomen liggen en de natuu<
op hen loten inwerken. Het wonder zou dan
misschien terugkomen... Wie weet?... Als hi|]
een echte genezer was en geen kwakzalver
En de zieken zouden hier in de wildernis naar
hem toe komen van het onder 'eindje van da
wc-reld I"
Het meisje keek hem oen alsof ze trachtte to
ontdekken of hij in ernst sprak of alleen maar
een schertsende fantasie op touw zette. Voor
het oogenblik scheen hij haar tegenwoordig
heid heelemanl vergeten te zijn, en alleen ta
praten tegen zichzelf uit het diepst van zijn
hart. Zijn gezicht, dat zoo dikwijls gedwongen
vroolijk of spottend was, stond heel ernstig en'
zijn oogen schenen gericht te zijn op een punt
in de verte. Hij stond hoc opgericht cn strek lat
'ijn hand uit boven de bro n mompelde zon
der het zelf te weten „Ja, n'.s hij een genezer
is
(Wordt vervolgd).
UTRECHTSCHESTRAAT 23.
Moderne SSijpinriohting.