AMERSFOORTSCH DAGBLAD „DE EEMLANDER" ILION Badkamer Installaties Prima Bad- en Hanpjser f 140 Firma FonteinS Schippers - LangestraatM Per flesch f 1.60, per anker f 65-. bij J. S. SCHOTERMAK S In., Iltntr. 17. Tel. U§ TWEEDE BLAD. "binnenland. KUNSTMATIG VICTORIA WATER PER FLESCH 14 CENT. A. v. d. Weg, LasigesSr. 23 EVIattaz. „De Dom" EinennemgsktB Kinderlip-eÉn. ri s Electro Tpclrlsch l ftmiteir BuroBU v.h.t-, A. V£l\" RUE Co. LANGESTRAAT 79 - TEL. 291 Deze soysers zijn In circzaakiu werking le zien. WILLEM GROENHUIZEN Het aangewezen adres voor Zilveren Kransen, Takken en alle soorten mecfaitles. FEUILLETON. DE GENEZER g. y.m duin, ipeolaa! aires war IPTiEl last Uwe RACKETS reparmetii 20e Jaargang No. 285 Zatèrdag 3 Jun! 1922 Behanger!) Stoffeerder!) BeddenmakerU Bijzonderheden ZONZEILEN EN MARKIEZEN ORIGINEELE zeer aan te bevelen^ Bordeaux, gewas 1917 DE HAAGSCHE CONFERENTIE. Het oordeel van een diplomaat. De Haagsche briefschrijver van De T ij d fceeft een oud-diplomaat gesproken, die, vol gens hem, nog al eens. in de gelegenhied is jachter de schermen te kijken. Deze gaf als zijn meening te kennen dat minister Van Karne beek op de Haagsche Conferentie absoluut niet verzot is geweest, doch „bonne mine mau- (irois jeu" gemaakt heeft. Vraagt gij mij, aldus voornoemde diplo maatdan zijn er trouwens uiterlijke teekenen genoeg, dat de Nederlandsche regeering op de ze conferentie niet happig is geweest. Ik heb bijv. zeer sterk het gevoel, dat Van Karnebeek de uitnoodiging heeft zien aankomen en de Nederlandsche -delegatie zich opzettelijk verre van de Russen heeft gehouden, om te zorgen, dot dezen, zooals zij gedaan hebben, tegen de iccuze van Den Haag zouden opkomen. Moge lijk zijn er enkelen slim genoeg geweest, om dit fijn spel te doorzien en hebben zij Neder land anders zoo bijzonder niet genegen ge meend het daarom juist de kool te moeten sto ven, de conferentie naar den Haag over te bren gen. Men kan zoo het best verklaren, dat te Genua de partijen, die het nooit eens zijn, een stemmig zich voor Den Haag als zetel der con ferentie uitspraken. De een, zooals bijv. Lloyd George, optimist zonder weerga, was er voor, omdat hij in het neutrale Nederland, in Den Haag 'n goede atmosfeer meende te hebben voor zijn plannen de ander, omdat hij geen land hartelijker dan Nederland gunde straks de woestijn te worden ingejaagd, min of meer met he£ odium der mislukking. Bijgeloof tiert nu ewyimaal in alle kringen. De meest breede di plomaat zal ertegen waken, dat men bij hem met dertien aan tafel zit. Hij weet dan ook zeer goed, dat, al kan de plaats niets er aan doen, zoo een conferentie mislukt, men niet spoedig terugkeert naar een stad, waar de conferentie tot slechte uitkomst leidde. Het gaat daarmede trouwens als met iemand, die op reis is. Een stad, waar hij mooi weer had, blijft zijn geheele leven lang voor hem gaan boven de veel mooie re, waar het, tijdens zijri' verblijf, voortdurend •-egende. De staatsman, die van een conferentie terugkeert, met de uitkomsten, die hij hoopte, ziet alles, hetgeen met de conferentie in ver band staat, door een rose bril terwijl hij, die op een conferentie zijn doel misschoot, er niets vindt te prijzennoch de hotels, noch het eten, noch de ontvangst, noch de regeling en zeker niet de stad, waar hij zoo'n pech had. Men zal dan ook zien, dat Cannes en Genua in de eerste tientallen van jaren als plaats voor bijeenkomst van een internationale conferentie niet meer .worden gekozen. Nederland heeft nu wel eenige vrienden, die zoo altruïstisch zijn, dat zij aan dit land meer nog dan aan hun eigen land deze conferentie gunnen, als zij kans hebben in de liefkoozing, waarmede zij deze vriendelijkheid bewijzen, 's-Gravenhage als conferentiestad in de toe komst dood te drukken. De eenstemmigheid, waarmede men Nederland koos, zegt dan ook meer kwaad dan goed. Nederland heeft in den laatsten tijd betrekkelijk te veel kleine succes ses gehad bij vergelijking met anderen, om plotseling zoo algemeen geliefd te zijn. Succes geeft jaloezie en jaloezie geeft geen vrienden. Men kan dan ook zeker zijn, dat Van Karne beek dit niet anders inziet. Het is dan ook wel opmerkelijk, dat hij, toen het gevaar, dot de conferentie naar Den Haag werd verplaatst, erg begon te dreigen, Genua plotseling heeft verlaten. Hij heeft vermoedelijk gehoopt daar door zijn land nog voor dit ongeluk te bewaren. Indien hij er prijs op had gesteld de conferen tie tot eiken prijs te 's-Gravenhage te zien da gen, dan was hij nooit heengegaan en had hij de verdediging van zijn begrooting in de Eer ste Kamer wel aan een collega overgelaten. Hoe zou men, trouwens, indien niet iets achter dit alles stak, bij mogelijkheid ertoe hebben kunnen komen om, ondanks het verzet van Rusland, de keuze van 's-Gravenhage door te zetten, een stad, voor een groot getal deelnemers slecht gelegen, die op het gebied van hotels geen al te besten naam heeft, maar vooral die, bij den stand van den gulden een conferentie daar voo' het meerendeel niet te betalen valt Men vond Genua in dit opzicht al reeds te duur, wat dan te zeggen van een stad in Holland. Zonder bij bedoeling had men Rusland, dat zal moeien toe wat te doen Om er rustig uit tew erken dat gene, waarover men het eens was geworden Wel neon, om van elkaar los te komen op het oogenblik, dot men het minder dan ooit met el kander eens was. De conferentie te 's-Graven- hage mist dan ook niet alleen een program, maar elke basis en eiken grondslag, waarop kan worden gewerkt. Het eenige, waarover men het eens is, is dat men het gloeiend oneens is. De groote mannen komen don ook niet, moor alleen deskundigen, d.i. zaakgelastigden. Waar om niet Wilt gij weten, wat men daarover on der ons zegt Om het echec, dat vaststond te Genua, maar daar geboekt op hunne rekening zou zijn geworden, te endosseeren aan de des kundigen, die zij naar den Haag sturen. De groo te mannen kunnen bijna niet anders wenschen. Kunt gij grooter echec voor hun denken, don dat waar, met hen erbij, Genua slechts verwar ring bracht, zonder hen, 's-Gravenhage helder heid zou verschaffen Ncen7 indien men iets van Den Haag hoopte na het echec van Genua, dan hadden Lloyd George e.a. niet bij voorbaat den weg daarheen voor zich afgesloten. Men komt dus eigenlijk naar Den Haag om den dood zieke een andere plek te geven, om te sterven. REDEVOERINGEN VAN PROF. ANT. VAN GIJN. Oorlog cn Wclvoart. Prof. dr. Ant. van Gijn heeft tc Delft voor de afd. Delft van den Vrijheidsbond een lezing ge houden over Oorlog en Welvaart. De betcekcnis van het woord welvaart werd door spr. uitvoerig toegelicht. Hij ging daar bij terug tot den oermensch, die door jacht en visscherij in zijn onderhoud voorzag en lang zamerhand tot betrekkelijke welvaart was ge komen. Stel u voor zegt spr. dot twee van die wilden, in 't bezit van een boot, vischgerei, een hut etc., mot elkaar ruzie krijgen en elkan ders eigendommen vernielen, 't Is duidelijk, dat daardoor hun welvaart weg is cn zij weei van voren af aan moeten beginnen om denzelfden geven, niet een zetel der conferentie opgedron gen waartegen het van zijn standpunt gegronde bezwaren had. Maar al zou de heer Van Karnebeek daarover anders denken zooals hij trouwens, het zij nog wel eens herhaald, wel verplicht is te zegp. gen en zonder te jokken mag zeggen, omdat wij allen weten, wat dit zusje van „niet thuis wil zeggen dan staat hij in dit opzicht onder de diplomaten alleen. Zij zijn, voor zooverre ik ze ken, allen diep overtuigd, dat de Minister van Buitenlondsche Zaken van Genua met deze conferentie een oli fant mede naar huis heeft gebracht. Denk daar over zelf maar eens een oogenblikje na. Te Genua is de zaak vastgeloopen, hopeloos vast, zoodat er feitelijk maar écn uitkomst mo gelijk waszonder resultaat naar huis te gaan. Was men langer gebleven dan had men elkaar in de haren gevlogen. Er zijn er zelfs die zeg gen, dat dan niet alleen de diplomaten elkaor in de haren zouden zijn gevlogen, maar de volke ren zelf. Om den schijn te redden, maar ook niet meer dan om den schijn, heeft men toen besloten de conferentie te verdagen, ze te ver plaatsen naar 's-Gravenhage en ze om te zet ten in een conferentie van deskundigen. Om er rijkdom te hebben als die, voor dat ze kwestie kregen. Hun koopkracht is weg, met welke pri mitieve voorwerpen zij ook handel dreven. Wat voor den mensch in het klein geldt, gaat ook op voor de volkeren; dit is de oorzaak der huidige malaise. Dat dit niet eerder tot de regeerders is door gedrongen, komt, omdat men geld is gaan be schouwen als welvoart Vóór den oorlog bezat ons volk ongeveer 7 Yi millioen; in 1920 werd ons nationaal vermogen geraamd op 13milliard. Inmiddels is er een schuld gemaakt van 1200 millioen, zoodat als we aannemen, dat de waarde van 't geld gedaald is tot op pl. m. de helft, we thans 5% milliard rijk zijn. De oorlogst winst van drie milliard is niet uitsluitend gemaakt op de inwoners van de oorlogvoerende landen, maar in hoofdzaak op gebracht door het Nederlandsche volk, zoodat hier feitelijk niet van winst gesproken kan wor den, terwijl wat die op vreemdelingen aangaat, er zulke reusachtige verliezen zijn geleden op Russische, Duitsche, Oostenrijksche, Fransche en andere papieren, dot het de vraag zal wezen, of er nog niet meer verloren is dan winst ge maakt. De regeering hier te lande heeft er ook maar op los geleefd cn gedacht, dat non de stijging der inkomsten nimmer een einde zou komen. Veel later dan bij de particulieren kwam men tot het besef, dat men bij de uitgaven rekening mcrtst houden met de inkomsten. Om uit de impasse te komen, is het noodig, dut iedereen in het algemeen cn dc Staat in het bijzonder, bezuinigt. 't Is een dwaasheid, de mcening van vele ar beiders, dat door korter werktijden en minder arboiduilvoering de loonen zullen stijgen. Het tegendeel is woor door goedkooperen orbeid stijgt de koopkracht en kan de productie groo ter worden. Door inkrimping der productie stijgt de woarde von het geproduceerde en knn er dus minder van verkocht worden en het ge volg is, dat de werkloosheid steeds grooter wordt. In dit verband wijst spr. er nog op, dnt de goedbedoelde wcikloosheidsverzckcring thans niets anders is dan ormenzorg onder een ande ren naam. Daar moet een einde aan komen, ook aan hei geven vnn subsidies voor woningbouw waardoor sommigen bevoordeeld worden ten koste van onderen, ongeacht of ze het noodig hebben ondersteund te worden of niet. Knn men geen dure woning betalen, fiat, maar nimmer mag zoover gegaan worden om hen, die dit wel kunnen, goedkoop tc laten wonen. Eerst onder zoeken zegt spr. voor dat men ondersteu ning geeft, onder welken vorm ook. Komt men niet terug op den thans ingeslagen weg, don kon het niet uitblijven, of ons volk volgt het voorbeeld van de Russen, Duitschcrs en Oostenrijkers. Vrijheid moet er zijn, zoowel voor werkgever als werknemer. Zij mogen niet rekenen op staatshulp. Slechts d o t kunnen we genieten wat we in vrijheid genieten. Spr. wees er nog op, dot het verbrokkelen der stemmen op de kleine partijtjes slechts ten gevolge zal hebben, dnt rood cn zwart zullen triumfeeren, zij toch blijven en bloc cn laten zich niet verdeelen zoonis de vrijzinnigen. „Bedenkelijke misvattingen". In het Clubgebouw voor vrouwen te den Haag heeft prof. mr. dr. A. v a n G ij n voor de vrou wengroep uit den Vrijheidshond te 's-Grovcn- hago gesproken over het onderwerp „Bedenke lijke misvattingen". Hij besprak o.a. de kwestie „Vraag en aan bod". Vraag is niet alleen een kwestie van aan vrage der verbruikers. Vraag houdt verband met aanvrage zoowel als met prijs. Vraag houdt verband met de behoefte allereerst, doch ook met de opoffering die men voor het vervullen der behoeften over heeft. De koopman zegt: de vraag neemt toe naarmate de prijs geringer wordt. Dit is allerminst woor. De aanvrage wordt grooter doch de vraag niet Wanneer de vraag grooter wordt wil dit zeggen dat de ge heele schaal omhoog gaat. Wonnecr de prijs stijgt en tevens de aanvrage van het publiek, dón stijgt de vraag. Een van de meest groote fouten in de kwestie van viaag en aanbod is de gedachte dat bij ver lengden arbeidsduur de werkloosheid nog groo ter zou worden want er zijn al zooveel werk- loozen! Ook bij orbeid is de aanvraag grooter naarmate de prijs lager is. Spreker zeide dat de bouwvakarbeiders door hun langzaam arbeiden, terwijl de woningen er moeten komen, geld uit de zakken der bur gers klopten door subsidies waaraon belastin gen vastzitten. Het resultaat daarvan is dus ei genlijk dat de bouwvakarbeiders de arbeiders van andere vakken benodeelcn, wont bij hooge- re uitgaven voor bouwvokken geeft men min der geld uit aan andere zaken. Sprekende over de werkloosheid van dit oogenblik zeide prof. van Gijn dot er eigenlijk 3 remedie's zijn: I. lager loon bij gelijken arbeid (waaraan na tuurlijk geen enkele arbeider wil medewerken); II. meer werk bij gelijk loon (waarvoor ook wei nig gevoeld woidt) en tenslotte ID. minder men- schen in één gelijk vak. Dit is het derde en éénigst remedie als de beide eerste niet kunnen worden toegepast. De beste oplossing ocht spreker langer en in tenser werken voor hetzelfde loon. Nu wordt wel eens de vraag gedaan of de vtouw, die haar eigen geld bekomt uit cou pons, pachten enz., goed doet, ook op de we reldmarkt haor arbeidskrachten aan te bieden, daar zij dan zonder geld concurrentie aandoet aan hen, die juist het geld wèl noodig hebben. Spr. meent dot dit niet het geval is. Hoe meer arbeidskrachten er zijn, hoe sneller de hooge levensstandaard tot daling geneigd zal zijn. De stijging van de prijzen was een gevolg van de vermindering van de waarde von het H Varkensmarkt Amersfoort. Special*» nf«lce11»ig re** vr&.vr Mai«:nn VAN FIPAFISFM. 3 f Marsen VAN EIMEREN. Oolllciir C'osthiVnir MTJERSSTKAAT I I 4'OlivCllRC - Tel. 205 Hoogst Modomo Salons voor DAMES en HEEltEN Jtfa?» Magazijn van PprfiimuricPn 011 Toilet-Art ikolon. BADINRICHTING I BADINRICHTING 0 CSjV. e geld, dacht men cn daarom hief men overal grootere prijzenvroeg men groctcre loonen. De arbeiders meenden dit te kunnen bereiken door te dreigen met staking. Do regeer ing- meende het te kunnen deen door een 8- urendag te bepalen tegen gelijk loon, woordoor schijn baar het uurloon stijgt. Alsof economie aan macht onderworpen is inploats von aan wet ten. Voorts gaf spr. als een dor grootste misvat"* tingen aan het geld. Het geld sticht veel kwaadwant men ziet in het geld c'cn rijk dom terwijl het eigenlijk niet meer is don een ruilmiddel. Ten slotte zette spr. uileen dot de meest© mcnschen denken dot die menschen die veel geld loten rollen, orbeid veroorzaken. En men denkt dat zij die het geld nnar den bonkiet brengen, het geld aan de circulatie onttrekken. Dit is onwaar. Hij die zijn geld verteert doet het zichtbnor, hij die zijn geld hij den bon«" kier brengt doet het onzichtbaar. Zijn geld goa von den bankier tegen rente uit naar kantoren, handelsondernemingen enz. NedcrI. Adelsverccniging# De Nederl. Adelsvereeniging hield 27 Mei j.l. hare jaorlijksche algemccne vergadering in een der zalen vnn Pulchri Studio. Na een woord von welkom von den Voorzit ter, G. C. baron van Asbeck, werd door den secretaris jhr. A. G. Sickinghe verslag uitere, bracht over het ofgeloopen jaar. Uit dit verslag blijkt, dnt het ledental uit. Dcc. 1921 bedroeg 482, tegen 490 op uil December 1920. Verschillende giften mocht de verecniging ontvangen, waaronder een zeer aanzienlijke van de Koninklijke beschermvrouwe der verecniging. De rekening en vcrontwoording werd goedge keurd, nadat door de commissie, benoemd lot ICWEUEB door ROBERT HERRICK. 21 Verleden Vrijdag verscheen H ij op het too- neel, ik vermoed onverwacht, en uiterlijk ondanks zijn pogingen om er steedsch uit te zien nog op en top de man urt de wildernis. Maar hij leek ,r,eusachtig", zelfs in Tantes salon je Weet ik heb altijd een soort bewondering voor hem gehad. Ik vond, dot er iets nieuws over hem tvas gekomen een soort kalme maar toch vu rige vastberadenheid. Dat is zeker, hij wist zich te eenenmale te beheerschen en maakte den bes ten indruk van allemaal Het schijnt, dat Nel en hij elkaar eerst ontmoet en uren samen gewandeld hebben vóór ze hem mee» naar huis durfde nemen misschien was hij ook maar zoo Verschenen. "Hij vertelde Tante heel kalmpjes, •dat hij om haar dochter kwam. Stel je voor I .Toen zij allerlei tegenwerpingen maakte, gaf hij Wel eenvoudig de zaak in handen cn zij nam de beslissing net als dien vorigen keer met de ope ratie. Je zou zoo zeggen, dat hij een soort ge heimzinnige macht over haor uitoefent, oS- "tehoon het de schim heeft, alsof ze het doet uit vrijen wil ik geloof, dat ze in haar hart bang is. Nu dan, de storm was losgebroken net vóór mijn komst. Onder de hand was de kolonel bin nengekomen en ik vermoed, dat hij door „den Wilde" op de een of andere manier beleedigd is geworden. Beleedigingen vielen alsof het niets was. Toen ik binnenkwam had de storm zijn hoogtepunt bereikt. Tante maakte van haar hart geen moordkuil, gaf kleine steken op avontu riers, gelukzoekers enz., en de kolonel viel haar telkens bij met krachtige uitroepen als „onzin," „verdomde brutaliteit," of „een beroerde ge schiedenis." Natuurlijk bracht Tante het, ook op het verschil hoe zal ik het noemen -1- in stand, maar daar scheen de Wilde zich even min iets van aan te trekken als van al het an dere, dat ze zei. Hij bleef staan zonder blijk te geven, dat hij naar haar luisterde 7net alsof ze een lastige vlieg was, die vervelend hard gons de, maar waarvan hij het gegons nu eenmaal een poos moest verdragen. Ik vind, dat Tante niet zoo op dat verschil van stand had moeten drukken. Zij was toch immers ook maar een domince's dochter uit eeTv klein plaatsje, die les moest geven, toen die goede oom John haar trouwde en meenam naar de stad en den rijkdom tegemoet voerde. Hij was toen klerk op een bank. Oom kwam voor uit en werd rijk hij was een, van die men schen, die persé vooruit komen. Maar tante, on danks al haar geld, en de positie, die ze door hem gekregen heeft, doet nog altijd denken aan haar dorpje, aan thee-partijtjes en kopjes om- wasschen. Het is juist dat soort, zie je, dat die vree- selijke sociale kloof wil houden en bang is voor het volgende geslacht, dat op zijn beurt weer opkomt zonder iets te bezit'cn dan hoop en energie. Het heeft me in ons land altüd getrof- 1 fen als iets heel geks, dat plotseling ontdekken 1 van een groot standsverschil. De eenige maat staf, die we ooit hebben gehad, is geld, en oom John's bescheiden millioen of twee plaatst Tan te nog maar ternauwernood in de hoogste klas se (ofschoon ze zeggen dat de kolonel verba zend rijk wordt). Dat gedeelte van de groote ruzie vond ik eerlijk gezegd vulgair. Als Tante gehoopt had dat ze eenigen indruk zou maken door met haar dollars te rammelen voor den neus van „den Wilde", dan moet dat een groote teleurstelling voor haar geweest zijn. Zijn oogen waren al dien tijd niet van Nel af, het was of hij lezen wilde wat er in haar omging mis schien was het een poging om haar standvastig te doen blijven. Ik geloof, dat het begrip geld nooit bij hem UTRECHTSCHESTRAAT 23, Modern® Sliipinriohting. is opgekomen er bestaan van die mannen, zelfs nog in dezen tijd. Toen de kolonel hem spottend vroeg, hoe hij zijn vrouw dacht te on derhouden, was het eenvoudige antwoord„Net als u de uwe door mijn werk." „Door te practiseeren daar midden in de bos- schen „Zeker waarom niet „Een mooi vooruitzicht voor een beschaafd meisje I" „Het is m ij n werk dat leven is goed ge noeg voor iedereen," zei hij waardig. „Viez? kleurlingen behandelen," zei de kolo- j nel smalend- „O? het heele bosch te vernielen. Wat is be- ter I „Ik geef haar geen cent als ze met u trouwt," riep Tante opeens. „Gelukkig heeft haar vader nl zijn geld aan mij nagelalen." „Ik hoop, dat u het houden zultik kom om Nel cn niet om uw geld." Het kwam er zoo flink uit, dot je onwillekeu rig voor hem ging voelen. Maar hij had niet zoo onhandelbaar hoeven te zijn. Maar trouwens, ze waren eigenlijk allemaal even koppig? Ze wei gerden eenvoudig om de zaak verstandig te be kijken en er van te maken, wat er van te maken was. De kolonel kent verscheidene steunpilaren van de universiteit en Dr. Jenks heeft grooten invloed bij de medische faculteit. Met hun allen zouden ze Nels „genie" gemakkelijk een meer gewonen en toch ochtenswaardigen werkkring kunnen scheppen. Waarschijnlijk zal zoo iets, als de gemoederen tot rust zijn gekomen, ook wel gebeuren. Ik weet, dat Dr. Jenks een hoo- gen dunk he "ft van de kunde van den Wilde, ik zal hem, zoodra ik in de gelegenheid ben, de heële geschiedenis vertellen. Maar nu zal ik weer verder gaan met mijn verhaal „Bij den laatsten uitval over het geld ging hij naar Nol toe en zei kalm „Het heeft geen nut voor mij hier langer te blijven. Dc wacht op je in de stad. Je vindt me in het ziekenhuis," en zonder de anderen met een blik te verwaardigen ging hij naar de deur. Hij had zijn hon<^ al aan den knop, toen Nel riep: „Wacht even!" Ze slipte tusschen Tante cn den kolonel door ik dacht, dat ze met hem mee wilde gaan maar dat deed ze niet. Ze sloeg haar armen om hem heen, hief haar hoofd op en kuste hem een lange kus terwijl wij er allemaal bij wa ren. „Morgen," hoorde ik haar fluisteren. Toen ze zich afwendde, stonden haar oogen vol tranen. Op haar gezichtje was dezelfde gelukkige uit drukking van dien keer toen zij zich over had gegeven aan zijn mes, en hij hij had de uit drukking van iemand, die zijn engel van gloriö ziet neerdalen. Ja, zoo (vos het. Het was echte ware liefde. Maar zal ze blijven bestaan ilc bedoel, zal ze zoo romantisch, zoo hoog ge stemd blijven Toen hij weg was, sloeg ze hoar arm om me heen cn drukte me legen zich aan. „Zal jij mo helpen. Vera, ik kon er niet tegen om alleen le staan." Het kind trilde, ik geloof, dat ze geschrikt was van zichzelf. Wat er verder gebeurde met Tante en den kolonel, doet er eigenlijk niets toe. Ze warenf druk en schelderig en verweten Nel als aan een' meid, dot ze „dien kerel hod aangemoedigd.'* De kolonel gaf af op zijn kurnkter, zei* dot hi/ een dronkaard was, een kwakzalver, dat hij uil een ziekenhuis in Europa was uitgesmeten, en deed allemaal verhalen, die luj in de neder zetting gehoord had. „Ik wil niet longer naar u luisteren," zei Nel cn stond op om de kamer uit te gaan. „Als hij ten minste maar zijn best deed 01 er wat prescntobeler uit te zien als hij tei minste maar een positie hud," klaagde de arm« tante. (Wordt vervolgd). Magazijn „VEDEA" ILangestraat 116. JOH. v. DIJK] Per snaar f 0.50 en f 0,60

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 5