a
AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander'
Firma fontein Schippers Lamstraal M f
EMILION
A. v. d. Weg, Langesfr. 23
Willem ÖroBiihiiizeii, luwelisr
Eigengemaakte Kinderkleeding.
L
laelsf?
Per flesch f 1.60, per anker f 65-.
bij J. L SGIOTERMAN 8 Zn., Btr.str. 17. Iel. 145
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
KUNSTMATIG VICTORIA WATER
PER FLESCH 14 CE^T,
Magaz.
De Dom
dURGENS'
PL, ANTA
PLANTENBOTER
Gero Zilver
Jamlepels
Fmêtlepels
Suikerstrooiers
FEUILLETON.
EE BELEZER
la KSas Goederen.
G. YAN DUIN, Jowelier-Optician.
UitMjil!T§ RpsrefRB j
20* Jaarga
No. 296
Zaterdag
17 Juni 1922
BebangsrU StoffeerdsrU BeddenmakerU
BUzonderheden
ZONZEILEN EN MARKIEZEN I
ORIGINEELS
xeer aan t© bevelen
Bordeaux, gewas 1917
Uit de Pers.
HET GEBEURDE IN DE NIEUWE
KATHOLIEKE PARTIJ.
e Nieuwe Katholieke Partij heeft besloten,
hoofd in den schoot te leggen (van de
gelijkheid) en haar verkiezingsactie te sta»*
i aldus de hoefijzer-redacteur van het
tndelsblad.
Of ze zichzelve ook formeel zal ontbin
den, komt er nu weinig meer op aan't
doet er ook niet toe dat haar lijsten nu
eenmaal zijn ingediend Wie daarop
stemt, weet nu dat hij even goed blanco
kan stemmen. Maar de meeste Nieuwe Ka
tholieken zullen nu wel zoo verstandig zijn
om thans de lijsten van den Vi ijheidsbond
te kiezen. Die partij staat hun, gezien de
'hardnekkigheid van hun verzet tegen de
oude Roomsche Por tij, nu waarschijnlijk het
naast.
Want wel is de Rooms» he geestelijkheid
zeer machtig over de geioovigen en wel
blijkt zij heel een reeds in ac ie zijnde or
ganisatie met één slag te kunnen bieken
hoe verbijsterend en beangstigend is zoo
iets toch voor niet-Katholieken, zulk een
Kadavergehorsamï maar de
levende ziel te breken dat is wat
inders. En al is dc Nieuwe Katholieke Pertij
nu dood, de Nieuwe Katholieken le
ven. Hun geest zal niet opeens verdwenen
zijn. De bisschoppen zeiven zullen wel niet
verwachten dot al die politieke malconten
ten nu ineens weer politieke kuddedieren
zijn geworden. Ze zullen 't anders wol mer
ken, naar we verwachten.
Maar de Nieuwe Katholieke Partij is
dood. IS ootmoedig dood geguan.
We herinneren ons, van jaren her, een
tooneel van Louis Bouwmeester (was 't niet
in De Fabrieksbaas?) waarin hij een
slecht gebakken vaas misprijzend ophoudt
en dan zegt„Ik had het wel gedaent- Je
kon het vuut niet verdragen... Week als
was!" En met die woorden laat hij het ding
vallenKopot.
Er werd toen natuurlijk een nieuwe vans
gemaakt. Naar hetzelfde model, dat i m-
mers bewaard bleef. En die nieu
we vaas was wél tegen 't vuur bestand.
Zoo zal er ook te eeniger tijd wel een ster
kere Nieuwe Katholieke Partij ontstaan. Bene
die bestand is tegen het vuur van het woord
der bisschoppen. Want de conseptie blijft be
waard.
Doch de materie was ditmaal nog te zwak.
„Week als was".
Het merkwaardige besluit van de N. K.
Partij om haar actie te staken, naar aanleiding
van den aandrong van de bisschoppen, heeft,
zoo schrijft de Middelburgsche Ct.,
ten eerste een groote beteekenis ten opzichte
ven de geestesdiscipline in de Katholieke krin
gen. Maar daarover zal voor een oordeel eerst
nog dienen afgewacht hoe de toegezegde na
dere mededeelingen zullen luiden.
Maar wèl kan nu reeds overwogen worden
wat de gevolgen zijn voor de practijk bij de
e.s. verkiezingen en later.
Als de N. K. Partij haar actie staakt, en dus
haar eigen lijsten ongebruikt laat, dan zullen
haar aanhangers moeten stemmen op de offi-
cieele lijsten of op onderen.
Maar de ergernis over de somenstelling dier
officieele Katholieke lijsten was juist een der
redenen van het verzet.
Ze waren naar het oordeel van de onte
vreden katholieken te eenzijdig samenge
steld, te democratisch; te veel overwicht ge
vend aan de arbeidersgroepen. Aan die lijs
ten is thans niets meer te veranderen. Zal
nu het bisschoppelijk vermaan al de onte
vredenen werkelijk er toe brengen op die
door hen niet gewilde lijsten hun stem uit tc
brengen? Het politiek stemmen is nog altijd
iets anders dan het actie-voeren tegen de
officieele partij in. En waar de ontevredenen
der N. K. Partij werkelijk voor katholieken
zéér ver waren gegaan in hun verzet, be
twijfelen we of zij allen nu ook zich zullen
vereenigingen met die candidaatlijsten der
officieele partij. D. w. z. dat velen zullen
doen wat vóór de oprichting dier partij van
allerlei zijden werd voorspeld, n.l. dat zij
öf niet zullen stemmen, óf zullen stemmen
op een andere partij. Dot was tot nu toe
altijd geen zaak van „het geweten".
Wellicht van nog grooter beteekenis zal het
echter zijn, wat tengevolge van deze gebeurte
nissen onvermijdelijk móet plants hebben in de
groote katholieke partij. Wanneer dergelijke
elementen als die rebelleerende katholieken
weer bewogen of gedwongen worden zich in de
groote partij te voegen, dan kèn deze niet zon
der meer voorbij gaan wat die ontevredenen
tot verzet prikkelen. Daarvoor waren de per
sonen die er aan deelnamen van te veel maat
schappelijke beteekenis. En dat kan geen an
dere uitwerking hebben dan dat aandacht
wordt geschonken aan de bezwaren van die
zijde zoo duidelijk en heftig uitgesproken tegen
de eenzijdig-democratische richting van de offi-
den regel negen Ministers tegenover zich en
met 9 tegen 1 stem wordt hot voorstel dan ver
worpen. Zoo iets is niet vol te houden. In zulke
omstandigheden zit er voor den Minister van
Financiën niets unders op don heen te gaan.
Zoo ging het mij in 1916, ing het Minister
Do Vries evenzeer, hem echt r onder nog tra
gischer omstandigheden dan bij mij zich voor
deden. Minister De Vries is er door zijn eigen
kornuiten uitgeduwd, met het verwijl dat hij te
weinig bezuinigdeterwijl nota ben ijn
eigen medeleden eerst voorstellen van De Vries
lot bezuiniging mede hadden om hols ge-
br acht I—K
inderdood, de Minister van Financiën heeft
het ondankbaarste boontje. Alleen: in het vol
gende Ministerie zal dit niet zoo het geval
zijn!
Hoe zoo, professor?
Men raakt nu algemeen wel tot de over
tuiging, dat er overal bezuinigd moot worden.
Voorstellen in die richting zijn reeds gereed
gemaakt, men weet nu, dot het in de richting
van bezuinigen en nog eens bezuinigen moet
gaan. Men voelt als het ware dot het steeds
dieper afschuiven op do baan moet eindigen.
En die overtuiging komt straks Ongetwijfeld
den nieuwen Minister ten goede.
De Indische Dl portem^ntshoofden hebben
goed gezien, toen zij er zelf op uit gingen om
in onderling overleg hun begrootingen te ver
minderen. Er moet voor do bezuiniging op de
Departementen geen „commissie" of een „in
spectie" noodig zijn. De Minister zelf heeft te
zeggen: zoo moet het. En wat niet kon, kan
nietr De huidige Minister van Financiën, do
heer De Geer, weet te bezuinigen. Inderdaad.
Maar de meest noodige vctmindering van het
budget negeerend, stelt hij de portefeuillekwes-
tie, zooals onlangs, indien de Kamer niet zijn
voorstel tot verhooging van de pensioenen zou
aanvaarden! Dat gaat toch niet op! Ik wil
daarmee niet zeggen, dot die verhooging van
de pensioenen onbillijk is. In geencn deele.
MaaT het kon nietl
En wat nu Indië betreft, ik ben er van over
tuigd. dat er pprsonen zijn aan te wijzen, die
destijds voor het financieel beleid van onze ko
loniën verantwoordelijk, feitelijk nu nog in
staat van beschuldiging zouden moeten worden
gesteld. Er is in Indië op onv- rantwoordelijke
wijze financieel huisgehouden. En dat wreekt
zich nu.
De achterstond op het terrein van de Indi
sche belastingen is, u weet het wellicht beter
dan ik, onrustbarend. En wat zal men van dien
achterstond nog binnen krijgen? Geen vierde
deel van hetgeen anders ontvangen zou zijn.
Het moet ook in Indië dezen weg op: moet
er tien procent op de salarissen van de ambte
naren word bezuinigd, don moet het ookï Is er
een overcompleet non personeel, on kan er te
dezen opzichte met minder worden volstaan,
ke constellatie der Tweede Kamer zijn aanblij
ven wettigen.
Weet u dit wel zeker, professor?
Absoluut zekrrl Minister De Graaff blijft
geen Minister van Koloniën!
Heeft de Minister u dit wellicht persoonlijk
verzekerd?
Neen, antwoordde lachend prof. Van Gijn.
Ik weet het niet van hem zelfmaar van zijn
vrouw!!
cieele partij. Er zijn daarvan al symptomen x
J ij» dan moet er ook geschrapt worden. Het is de
zichtbaar geworden, maar nu zal dat nog sier- r? j-
j r\ v »i. i- i u harde no«>dzake!MkheicL En eerst wanneer die
ker worden. De Kutholieke partii is over h'iar
-ii i. wt noodzakelijkheid onder de oogen wordt gezien,
/lomArTo+iorh KAArrlflnïtn* Koon \Y/OT%# lllicl o^n
zal er verandering komen. Zoo in Indië als m
democratisch hoogtepunt heen. Want juist een
partij als zij kan zich nog niet eens blootstel
len aan een splitsingsgevaar dat nu slechts cp
het uiterste oogenblik is afgeweerd.
Berichten.
EEN ONDERHOUD MET OUD-MIN.
VAN GIJN.
Een vertegenwoordiger van de Java-bode en
het Soer. Hbl. in Nederland heeft een onder
houd gehad met oud-Minister prof. mr. dr.
Ant. van Gijn over de Indische financiën. De
Tel. is in de gelegenheid gesteld een en onder
aan dit interview te ontleenen.
Men is thans, zoowel wat in Indië betreft als
Nederland, op een steeds m-=v,r naar beneden
schuivende baan geraakt, zei prof. Van Gijn.
En daaraan moet een einde worden gemaakt.
Dat is in de eerste plaats de tank van den Mi
nister van Financiën, en u kunt zich wellicht
beg-rijpen, dat juist daarom de plaats, die een
Minister van Financiën in een kabinet inneemt,
zoo moeilijk houdbaar is. Ik heb het nog veer
tien maanden kunnen volhouden hoe het mo
gelijk is geweest, weet ik zelf niet.
Want, weet ge hoe het gaat op zoo'n Minis
terraad? Als de Minister van Financiën een
voorstel indient, en vooral een voorstel, dat in
de richting van bezuiniging gaat, vindt hij in
Holland.
Hoe denkt u over een Indische vertegen
woordiging in de Tweede Kamer?
Laat ik als miji\ vaste overtuiging vertel
len, dat een Indische vertegenwoordiging, onder
de omstandigheden die thans hecrschen, on
mogelijk zal blijken. Hoe noodzakelijk ook cn
hoezeer ik de wenschelijkheid van die verte
genwoordiging irV" zij zal niet eerder werke
lijkheid kunnen worden of de Ned. Tweede Ka
mer zal minstens tweehonderd leden moeten
tellen. Indië staat in dezen niet alleen Er zijn
ook in ons land zooveel andere pnrtijgroepee-
ringen, die vertegenwoordiging wenschen. En
ook zij hebben daar recht op. Maar onder het
huidige stelsel van honderd leden is dit een
voudig onbereikbaur. Om die groepen, wien een
vertegenwoordiger in de Tweede Kamer toe
komt, heb ik reeds jaren achtereen gestreefd
naar de uitbreiding van het ledental der Kamer.
Eerst dan zal ook voor Indië in het Lagerhuis
plaats blijken.
Om ton slotte nog even op de Indische finan
ciën terug te komen: ik geloof dat Indië in den
heer Bodcnhausen een uitstekend directeur van
het financieele departement getroffen heeft.
En wat Minister De Graoff betreft. Zijn 1 ang
sten tijd is hij Minister van Koloniën geweest.
Hij zal .straks aftreden, ook al zou de politie-
GEDWONGEN INTERCOMMUNALE
SAMENWERKING.
D.» praeadviezen vun mr. Jr. J. H. P. M. v. d.
Grinten en van den heer J. J. Tnlsma zijn ver
schenen over dc op het congres der Vereeni-
ging van Nederlandschc Gemeenten 29 Juni
a.s. tc behandelen vraag
„Wanneer voor uitvoering van Rijkswetten,
strekkende om een algemeen belang binnen den
kring der staatszorg tc brengen gemeentelijke
medewerking wordt verlangd, op welke wijze
moet dan do uitvoering organisatorisch en fi
nancieel worden geregeld, indien deze wegens
den aard van het onderwerp of uit economische
overwegingen niet door de gemeenten indivi
dueel doch in combinatie behoort te geschie
den?"
Mr. Van der Grinten vat zijn opvatting
ten aanzien van het vraagstuk der gedwongen
intercommunale samwenerking in de volgende
stellingen somen
I. Een olgemecne regeling vnn gedwongen in
tercommunale samenwerking is slechts toelaat
baar, voorzoovcr zij de strekking heeft, door
toepassing van dwong onder behoorlijke waar-
boigen, een gemeenschappelijke regeling (zoo
wel op het terrein der autonomie als op dat van
het zelfbestuur) mogelijk te maken, welke we
gens gebrek aan medewerking van oen deel der
betrokken gemeenten anders niet zoude tot
standkomen, (c.f. de door dc stontscommissie-
Oppcnheim voorgestelde regeling).
II. In de gevallen, waarbij voor do uitvoering
van een Rijkstaak een intercommunale somen
werking niet in het geheele gebied van het rijk
behoeft tot stand tc komen, behoort de wet
gever te volstaan met het scheppen van de be
voegdheid voor een bovcngemecntelijk orgaan
om de gewenschto samenwerking door dwong
tc verwezenlijken (c.f. art. 9 der Woningwet).
Het is in het algemeen gewenscht, dat als
dan het beheer van den gemeenschappelijken
dienst aan één der samenwerkende gemeen
ten wordt opgedrogen, opdat het in het leven
roepen van nieuwe beheersorganep wo de
vermeden (c.f. de Vlecschkeuringswet-novelle)
daarbij moet echter zorg worden gedragen,
dat de belangen der andere gemeenten niet
worden verwaarloosd.
IIT. In vele gevallen kon het doel, dat met
de samenwerking wordt beoogd, worden be
reikt, doordat aan de gemeenten, die in het fcc-
zit zijn van een dienst, belast met de uitvoering
van een Rijkstaak, bij of krachtens de wet de
verplichting wordt opgelegd naburige gemeen
ten tegen betaling het genot daarvan te ver
schaffen (c.f. de regeling voor de ontsmettings
diensten en de in verschillende onderwijswetten
getroffen regeling) of door „kringgemeenten"
te verplichten tegen vergoeding van de in een
„centrale gemeente" bestaande instelling ge
bruik te maken (c.f. de regeling omtrent de
huurcommissiën.).
VL Wanneer de uitvoering van een Rijks
taak een grooter verzorgingsgebied eischt dan
dat der individuccle gemeente cn dus een alge-
meene intercommunale somenwerking tot stond
moet komen, behoort het zelfbestuur aan een
„centrale gemeente" te worden opgedragen. De
oplossing, welke te dezen aanzien in de Waren
wet 1979, St. bl. no. 581, is gegeven, is zoowel
uit organisatorisch als uit financieel oogpunt
aannemelijk.
De heer J. J. Tolsma komt tot de volgende
conclusion
I. De wijze, waarop in de laatste jaren bij
incident ecl-wettclijke regelingen gedwongen
samenwerking aan gemeenten wordt opgelegd,
is in strijd met het grondwettelijk stelsel van
autonomie en zelfbestuur, met de zelfstandig
heid cler gemeente en het algemeen belang.
Wenschèlijk is een wijziging en aanvul
ling der Grondwet in den zin van het thans
vèorgestelde art. I48bis en art. 191.
III. Voorts is het gewenscht te komen tot een
algemcene regeling in de wet van de samen
werking van gemeenten in den geest als voor
gesteld door de commissie voor de herziening
der Gemeentewet, echter, wat de toepassing
van dwong betreft, gewijzigd in den zin van hef
voorstel van de commissie uit de Vereeniging
van Nederlandsche Gemeenten, die rapport
Varkensmarkt
Amersfoort*,
Spednle nfderllne
1 Malenn VAN FIHFRFN.
Maison VAN EIMEREN.
ColHciir Postlclienr i Colilciino
WIJERSSTKAAT IA. - Tel. S05
Hoogst Modorno Snlons voor
DAMES cn DIEEKEN - Mnnlcnro
Magazijn van Parlumurio£n on
Toilot-Artikolon.
BADINRICHTING
VOEDZAAM
HEERLIJK
l/OQRDEEUQ
pvg
heeft uitgebracht over het wetsontwerp van
T9T5.
IV. Deze regeling behoort zoowel te gelden
voor onderwerpen vnn „zelfbestuur" als andere^
j terwijl daurvan niet bij speciale regeling worda
afgeweken.
Alleen zou in het geval van zelfbestuur d6
voorafgaande verklnring bij dc wet achterwege
kunnen blijven. a De administratieve procedure
blijve echtor onverkort gehandhaafd, terwijl
aan den eisch, dat het initiatief der gemeenten
om te komen tot opgelegde samenwerking,
trede in de plants van het ambtelijk initiatief,
ook voor regelingen betreffende gemeenschap*
pelijke uitvoering van wetten, ctc„ worde voste
gehouden.
DE DREIGENDE SCHENDING VAN
HET GOOI.
De schrijver van „On/der de Menschen" im da
N. R*. C. is in het Gooi geweest om zich 't be
loop van het bekende vcrnielingsplan der spoor
wegen te laten aanwijzen. Hij zet boven z'n
feuilleton in .„Een onaangenaam mensch in...*
't Gooi". Wij citee-ren er uit
„En zoo waarachtig is daar nu ook zoo'n...„*
onaangenaam mensch in 't Gooi verschenen,
dien 't verlokt wreede sneden cn krassen te trek
ken door nog de mooiste partijen van dezef
achtliende-ceuwsch voorname schilderij. Eenl
die de tractie door 't Gooi wil electrificeeren ert
er liefst één groote kermesse d'été vol bonta
bouwsels, met drommen van allemaal d'r dub
beltjes en kwartjes verterende stods-joppera
van zou willen maken. Eén tuin van vermaak,
één Luna-pork, één lolkoet waarheen ze 't
volk uit Amsterdam haast niet aangevoerd!'
zullen kunnen krijgen, naar dien rarekdek vort
't kermisachtig joelend en woelig en barbaarsch'
opgetuigde Gooi van allemaal kokelbonte vil
latjes en koffiehuizen cn lunch-rooms en bios
copen en dansvloeren cn cabarets, waar da
grondspeculantcn en weet ik al wat voor ver*
dero gocheme lieden hun slaatjes uit zullen
slaan, in één belangcr-gemeenschap met do
spoorwegmaatschappij, die voor de Montert
zorgt."
Het gansche leven is één opwerpen van
deze penning kruis of munt.
Emerson.
door
ROBERT HERRICK.
SI
De nieuwe ziekenbarak was gere'ed vóór El-
port wegging. Het was eon punt voor hem om er
de laatste hand aan gelegd te zien, vóór hij af
scheid nam. Hij had den dokter overgehaald om
oft de nederzetting meer werklieden timmer*
Beden en metselaars mee te brengen opdat
het binnenwerk vlug gereed zou zijn. Helen ver
moedde, dat Elport het geld voor die uitgaven
verstrekt had en op die manier zijn lastigen
gastheer voor zijn edelmoedig bewezen dien
sten beloond had.
De spoorwegman had een groote verrassing
voor hemde vrouw van den dokter was inge
wijd in de geheimen. Dr. Percy was naar de
Stad gestuurd om voor. het kleine hospitaaL du
allerbeste moderne uitrusting aan te schaffen
alle instrumenten, die maar voor geld te krij
gen waren. y
In groote kisten werd alles naar de nederzet
ting gezonden en op een avond brachten Dr.
Percy, Elport en oude Jack ze in het nieuwe
gebouw.
Den volgenden morgen ging Helen met haar
man mee naar d~ bron om mede te genieten van
zijn verrassing. Ze was er echter niet heelemaal
gerust op, hoe hij die prachtige gift zou aan
vaarden. Toen ze het lage steenen gebouw na
derde, hoorde ze de monncn vroolijk lachen.
De „Wilde" had het beste deel gekozen en het
geschenk aangenomen zooals het bedoeld was
en maakte er gekheid over opzijn eigen
aardige grimmige manier.
,Jk zie het wel, jullie wilt een kwakzalver van
me maken en het kamp tot een badplaats in
richten met al de nieuwerwctsche kunstjes om
de zieken voor den gek te houden. Maar nooit
zal er een van jullie soort in die mooie bedden
liggen. Ik zal ze vullen met houthakkers en vie
ze kleurlingen, of ze mogen voor mijn part
leeg staan."
Dr. Percy trok een scheef gezicht, maar El
port zei luchtig
„Het kan me niets schelen, wat je met ze
doet ze zullen eenmaal wel te pas komen."
Helen zag wel, dat haar Wilde meer ingeno
men was met die keurige ijzeren kribben, rol
stoelen, operatietafel en glinsterende instru
menten, dan hij wilde toonen.
„En nu de baden nog I" riep hij uit. „Die kun
nen best gemaakt worden achter langs den lan
gen muur en het water van de bron kan er ge
makkelijk met pijpen naar toe gebracht wor
den."
Elport keek Helen glimlachend aan.
„Dat wacht me dan, els ik in het voorjaar
terugkom P..
Toen sloten zij het nette nieuwe gebouwtje
met de rij van zes bedden tegenover den zuid-
wand achter zich dicht cn met hun vieren gin
gen zij naar het steenen huis, waar Helen en
grijze Jack ter eere van dien dag een feestmaal
aanrichtten van forellen en patrijzen en ge
braad.
„Hier heb ik nog iets goeds uit de stad I"
fluisterde Dr. Percy Helen stilletjes in, terwijl
hij handig de kurk trok uit een dikke wijnflesch.
VI.
Elport vertrok op een lintelenden helderen
herfstdag in het laatst van October en nam den
jongen dokter mee. De spoorwegman sproedel-
de van nieuwe levenskracht en was zoo vroolijk
Hebt IJ hI eens feenuis gemaakt met
onije artikelen. Bij een billijken
prijs verkonpen wij iiitsliiiiend
als een jongen, die naar een stad gaat, waar hij
nog nooit geweest is.
„Je ziet me nog eens weerverklaarde hij.
„Ik kom terug in mijn eigen trein, en ik zal
reclame maken voor die oude Genezende bron
van jullie en daar zal je niets aan kunnen doen,
kluizenaar I"
Zij roeidlen hun gasten naar de aanlegplaats
aan het benedengedeelte van het meer. De hoo
rnen langs den oever hadden hun blad al ver
loren. Een stormwind uit het Noordwesten had
den vorigen nacht de takken heen en weer ge
zwiept en de bladen overal in het rond ver
spreid. Onder <L>n hei-blauwen hemel, leek de
aarde naakt cn koud, als gereed voor den lan
gen winter. De grond was voor de nieuwe spoor
gelijk gemaakt tot aan de landingplaats en de
stortkarren gaven de jonge vrouw een vreemde
gewaarwording. Zij waren hier in de wildernis
het symbool van de werkzaamheid van de groo
te wereld.
Elport wees trotsch op den aangelegden weg.
„V/ij komen bijna bij u, dokter."
De twee mannen werden met hun bagage op
de aanlegplaats achtergelaten. Na een paar
mijl schommelen in een wagen zouden zij een
specialen trein kunnen nemen over het nieuw
aangelegde stuk en dan in een paar uur de
moeilijke reis volbrengen, die vroeger een hee-
len dag nam.
Onwillekeurig sprongen de jonge vrouw de
tranen in de oogen toen ze Elport voor het
laatst vaarwel wuifde, die op den steiger stond
en gekheid maakte tegen den dokter zoo lang
zijn stem nog droeg over het water. Ze was ver
baasd, dot haar man zoo kalm was over het of-
scheid von die twee goede vrienden, met wie
ze zulke prettige weken hadden doorgebracht.
Hij, scheen het best te vinden, dat ze weggin
gen, het was alsof hij de wildernis graag voor
zich alleen had met haar en ouden Jack
Toén zij de baai inroeiden, lag het nieuwe ge
bouw daar voor hen met de groote romen, glin
sterend in het lidht van de ondergaande zon.
Onder de kale takken van de groote beukeboo-
men, lag het daar, vierkant stevig en zonder
epnige versiering. Het kleine bosch, dat al deze
weken vol leven was geweest, leek nu leeg cn
verlaten. Voor het eerst sinds vele maanden wa
ren er geen patiënten aan de bron. De laatste
de zieke vrouw was de vorige week naar
haar familie teruggekeerd.
De leege hutten, de tent, waar Elport gewoond
had, schenen als verlaten overblijfsels van bet
drukke leven van dezen zomer.
Holden sloot de romen cn deuren van het
nieuwe gebouw en stak de sleutels in zijn zalc.
Toen gingen zij het steile pad op naar hun huis.
De dokter scheen dat ophouden van alle octi-"
vlteit, dat hoor drukte, niet te voelen, hij scheen'
niet eens de zieken te missen, waar hij zoo hard:
voor gewerkt had. Had hij de belangstelling in
zijn werk verloren Of beschouwde hij dezo
periode van rust alleen als een overgang tot
nieuwe werkzaamheid Hoor was het, als*
of de banden, die hoor bonden aan de oude wo*
reld opnieuw waren afgesneden door het heen'
gaan van de beide mannen? Ze voelde zich rus<
teloos'en min of meer eenzaam
Holden kwam met een grooten bos hout oai(,
en wierp die op den haard. lj
„We hebben vnn avond behoefte aan eertj
goed vuur," riep hij vroolijk. „De wind steekt
weer op." l\,
Zijn oogen schitterden toen hij zich plotseling;!
naar haar toewendde met uitgestrekte handen.
„Wij hebben het van den zomer te druk ge*»
had om te leven, kleintje al dat werk cn al
die menschen om ons heen maar nu komt def
winter. Dat is je wore tijd dan leven wif
eerst I Maar we moeten nog alles klaar mokert,
Be zal je van top tot teen in bont steken I Don
zal je net lijken op de roodbruine bloderen "on'
der de sneeuw."
fWorat vervolgd).
Magazijn „VEö£A"
J.angefUraat 116. JOH. v. I>IJK 1
Per snaar O.SO en f 0.60