a AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander' Firma fontein Schippers Lamstraal M f EMILION A. v. d. Weg, Langesfr. 23 Willem ÖroBiihiiizeii, luwelisr Eigengemaakte Kinderkleeding. L laelsf? Per flesch f 1.60, per anker f 65-. bij J. L SGIOTERMAN 8 Zn., Btr.str. 17. Iel. 145 TWEEDE BLAD. BINNENLAND. KUNSTMATIG VICTORIA WATER PER FLESCH 14 CE^T, Magaz. De Dom dURGENS' PL, ANTA PLANTENBOTER Gero Zilver Jamlepels Fmêtlepels Suikerstrooiers FEUILLETON. EE BELEZER la KSas Goederen. G. YAN DUIN, Jowelier-Optician. UitMjil!T§ RpsrefRB j 20* Jaarga No. 296 Zaterdag 17 Juni 1922 BebangsrU StoffeerdsrU BeddenmakerU BUzonderheden ZONZEILEN EN MARKIEZEN I ORIGINEELS xeer aan t© bevelen Bordeaux, gewas 1917 Uit de Pers. HET GEBEURDE IN DE NIEUWE KATHOLIEKE PARTIJ. e Nieuwe Katholieke Partij heeft besloten, hoofd in den schoot te leggen (van de gelijkheid) en haar verkiezingsactie te sta»* i aldus de hoefijzer-redacteur van het tndelsblad. Of ze zichzelve ook formeel zal ontbin den, komt er nu weinig meer op aan't doet er ook niet toe dat haar lijsten nu eenmaal zijn ingediend Wie daarop stemt, weet nu dat hij even goed blanco kan stemmen. Maar de meeste Nieuwe Ka tholieken zullen nu wel zoo verstandig zijn om thans de lijsten van den Vi ijheidsbond te kiezen. Die partij staat hun, gezien de 'hardnekkigheid van hun verzet tegen de oude Roomsche Por tij, nu waarschijnlijk het naast. Want wel is de Rooms» he geestelijkheid zeer machtig over de geioovigen en wel blijkt zij heel een reeds in ac ie zijnde or ganisatie met één slag te kunnen bieken hoe verbijsterend en beangstigend is zoo iets toch voor niet-Katholieken, zulk een Kadavergehorsamï maar de levende ziel te breken dat is wat inders. En al is dc Nieuwe Katholieke Pertij nu dood, de Nieuwe Katholieken le ven. Hun geest zal niet opeens verdwenen zijn. De bisschoppen zeiven zullen wel niet verwachten dot al die politieke malconten ten nu ineens weer politieke kuddedieren zijn geworden. Ze zullen 't anders wol mer ken, naar we verwachten. Maar de Nieuwe Katholieke Partij is dood. IS ootmoedig dood geguan. We herinneren ons, van jaren her, een tooneel van Louis Bouwmeester (was 't niet in De Fabrieksbaas?) waarin hij een slecht gebakken vaas misprijzend ophoudt en dan zegt„Ik had het wel gedaent- Je kon het vuut niet verdragen... Week als was!" En met die woorden laat hij het ding vallenKopot. Er werd toen natuurlijk een nieuwe vans gemaakt. Naar hetzelfde model, dat i m- mers bewaard bleef. En die nieu we vaas was wél tegen 't vuur bestand. Zoo zal er ook te eeniger tijd wel een ster kere Nieuwe Katholieke Partij ontstaan. Bene die bestand is tegen het vuur van het woord der bisschoppen. Want de conseptie blijft be waard. Doch de materie was ditmaal nog te zwak. „Week als was". Het merkwaardige besluit van de N. K. Partij om haar actie te staken, naar aanleiding van den aandrong van de bisschoppen, heeft, zoo schrijft de Middelburgsche Ct., ten eerste een groote beteekenis ten opzichte ven de geestesdiscipline in de Katholieke krin gen. Maar daarover zal voor een oordeel eerst nog dienen afgewacht hoe de toegezegde na dere mededeelingen zullen luiden. Maar wèl kan nu reeds overwogen worden wat de gevolgen zijn voor de practijk bij de e.s. verkiezingen en later. Als de N. K. Partij haar actie staakt, en dus haar eigen lijsten ongebruikt laat, dan zullen haar aanhangers moeten stemmen op de offi- cieele lijsten of op onderen. Maar de ergernis over de somenstelling dier officieele Katholieke lijsten was juist een der redenen van het verzet. Ze waren naar het oordeel van de onte vreden katholieken te eenzijdig samenge steld, te democratisch; te veel overwicht ge vend aan de arbeidersgroepen. Aan die lijs ten is thans niets meer te veranderen. Zal nu het bisschoppelijk vermaan al de onte vredenen werkelijk er toe brengen op die door hen niet gewilde lijsten hun stem uit tc brengen? Het politiek stemmen is nog altijd iets anders dan het actie-voeren tegen de officieele partij in. En waar de ontevredenen der N. K. Partij werkelijk voor katholieken zéér ver waren gegaan in hun verzet, be twijfelen we of zij allen nu ook zich zullen vereenigingen met die candidaatlijsten der officieele partij. D. w. z. dat velen zullen doen wat vóór de oprichting dier partij van allerlei zijden werd voorspeld, n.l. dat zij öf niet zullen stemmen, óf zullen stemmen op een andere partij. Dot was tot nu toe altijd geen zaak van „het geweten". Wellicht van nog grooter beteekenis zal het echter zijn, wat tengevolge van deze gebeurte nissen onvermijdelijk móet plants hebben in de groote katholieke partij. Wanneer dergelijke elementen als die rebelleerende katholieken weer bewogen of gedwongen worden zich in de groote partij te voegen, dan kèn deze niet zon der meer voorbij gaan wat die ontevredenen tot verzet prikkelen. Daarvoor waren de per sonen die er aan deelnamen van te veel maat schappelijke beteekenis. En dat kan geen an dere uitwerking hebben dan dat aandacht wordt geschonken aan de bezwaren van die zijde zoo duidelijk en heftig uitgesproken tegen de eenzijdig-democratische richting van de offi- den regel negen Ministers tegenover zich en met 9 tegen 1 stem wordt hot voorstel dan ver worpen. Zoo iets is niet vol te houden. In zulke omstandigheden zit er voor den Minister van Financiën niets unders op don heen te gaan. Zoo ging het mij in 1916, ing het Minister Do Vries evenzeer, hem echt r onder nog tra gischer omstandigheden dan bij mij zich voor deden. Minister De Vries is er door zijn eigen kornuiten uitgeduwd, met het verwijl dat hij te weinig bezuinigdeterwijl nota ben ijn eigen medeleden eerst voorstellen van De Vries lot bezuiniging mede hadden om hols ge- br acht I—K inderdood, de Minister van Financiën heeft het ondankbaarste boontje. Alleen: in het vol gende Ministerie zal dit niet zoo het geval zijn! Hoe zoo, professor? Men raakt nu algemeen wel tot de over tuiging, dat er overal bezuinigd moot worden. Voorstellen in die richting zijn reeds gereed gemaakt, men weet nu, dot het in de richting van bezuinigen en nog eens bezuinigen moet gaan. Men voelt als het ware dot het steeds dieper afschuiven op do baan moet eindigen. En die overtuiging komt straks Ongetwijfeld den nieuwen Minister ten goede. De Indische Dl portem^ntshoofden hebben goed gezien, toen zij er zelf op uit gingen om in onderling overleg hun begrootingen te ver minderen. Er moet voor do bezuiniging op de Departementen geen „commissie" of een „in spectie" noodig zijn. De Minister zelf heeft te zeggen: zoo moet het. En wat niet kon, kan nietr De huidige Minister van Financiën, do heer De Geer, weet te bezuinigen. Inderdaad. Maar de meest noodige vctmindering van het budget negeerend, stelt hij de portefeuillekwes- tie, zooals onlangs, indien de Kamer niet zijn voorstel tot verhooging van de pensioenen zou aanvaarden! Dat gaat toch niet op! Ik wil daarmee niet zeggen, dot die verhooging van de pensioenen onbillijk is. In geencn deele. MaaT het kon nietl En wat nu Indië betreft, ik ben er van over tuigd. dat er pprsonen zijn aan te wijzen, die destijds voor het financieel beleid van onze ko loniën verantwoordelijk, feitelijk nu nog in staat van beschuldiging zouden moeten worden gesteld. Er is in Indië op onv- rantwoordelijke wijze financieel huisgehouden. En dat wreekt zich nu. De achterstond op het terrein van de Indi sche belastingen is, u weet het wellicht beter dan ik, onrustbarend. En wat zal men van dien achterstond nog binnen krijgen? Geen vierde deel van hetgeen anders ontvangen zou zijn. Het moet ook in Indië dezen weg op: moet er tien procent op de salarissen van de ambte naren word bezuinigd, don moet het ookï Is er een overcompleet non personeel, on kan er te dezen opzichte met minder worden volstaan, ke constellatie der Tweede Kamer zijn aanblij ven wettigen. Weet u dit wel zeker, professor? Absoluut zekrrl Minister De Graaff blijft geen Minister van Koloniën! Heeft de Minister u dit wellicht persoonlijk verzekerd? Neen, antwoordde lachend prof. Van Gijn. Ik weet het niet van hem zelfmaar van zijn vrouw!! cieele partij. Er zijn daarvan al symptomen x J ij» dan moet er ook geschrapt worden. Het is de zichtbaar geworden, maar nu zal dat nog sier- r? j- j r\ v »i. i- i u harde no«>dzake!MkheicL En eerst wanneer die ker worden. De Kutholieke partii is over h'iar -ii i. wt noodzakelijkheid onder de oogen wordt gezien, /lomArTo+iorh KAArrlflnïtn* Koon \Y/OT%# lllicl o^n zal er verandering komen. Zoo in Indië als m democratisch hoogtepunt heen. Want juist een partij als zij kan zich nog niet eens blootstel len aan een splitsingsgevaar dat nu slechts cp het uiterste oogenblik is afgeweerd. Berichten. EEN ONDERHOUD MET OUD-MIN. VAN GIJN. Een vertegenwoordiger van de Java-bode en het Soer. Hbl. in Nederland heeft een onder houd gehad met oud-Minister prof. mr. dr. Ant. van Gijn over de Indische financiën. De Tel. is in de gelegenheid gesteld een en onder aan dit interview te ontleenen. Men is thans, zoowel wat in Indië betreft als Nederland, op een steeds m-=v,r naar beneden schuivende baan geraakt, zei prof. Van Gijn. En daaraan moet een einde worden gemaakt. Dat is in de eerste plaats de tank van den Mi nister van Financiën, en u kunt zich wellicht beg-rijpen, dat juist daarom de plaats, die een Minister van Financiën in een kabinet inneemt, zoo moeilijk houdbaar is. Ik heb het nog veer tien maanden kunnen volhouden hoe het mo gelijk is geweest, weet ik zelf niet. Want, weet ge hoe het gaat op zoo'n Minis terraad? Als de Minister van Financiën een voorstel indient, en vooral een voorstel, dat in de richting van bezuiniging gaat, vindt hij in Holland. Hoe denkt u over een Indische vertegen woordiging in de Tweede Kamer? Laat ik als miji\ vaste overtuiging vertel len, dat een Indische vertegenwoordiging, onder de omstandigheden die thans hecrschen, on mogelijk zal blijken. Hoe noodzakelijk ook cn hoezeer ik de wenschelijkheid van die verte genwoordiging irV" zij zal niet eerder werke lijkheid kunnen worden of de Ned. Tweede Ka mer zal minstens tweehonderd leden moeten tellen. Indië staat in dezen niet alleen Er zijn ook in ons land zooveel andere pnrtijgroepee- ringen, die vertegenwoordiging wenschen. En ook zij hebben daar recht op. Maar onder het huidige stelsel van honderd leden is dit een voudig onbereikbaur. Om die groepen, wien een vertegenwoordiger in de Tweede Kamer toe komt, heb ik reeds jaren achtereen gestreefd naar de uitbreiding van het ledental der Kamer. Eerst dan zal ook voor Indië in het Lagerhuis plaats blijken. Om ton slotte nog even op de Indische finan ciën terug te komen: ik geloof dat Indië in den heer Bodcnhausen een uitstekend directeur van het financieele departement getroffen heeft. En wat Minister De Graoff betreft. Zijn 1 ang sten tijd is hij Minister van Koloniën geweest. Hij zal .straks aftreden, ook al zou de politie- GEDWONGEN INTERCOMMUNALE SAMENWERKING. D.» praeadviezen vun mr. Jr. J. H. P. M. v. d. Grinten en van den heer J. J. Tnlsma zijn ver schenen over dc op het congres der Vereeni- ging van Nederlandschc Gemeenten 29 Juni a.s. tc behandelen vraag „Wanneer voor uitvoering van Rijkswetten, strekkende om een algemeen belang binnen den kring der staatszorg tc brengen gemeentelijke medewerking wordt verlangd, op welke wijze moet dan do uitvoering organisatorisch en fi nancieel worden geregeld, indien deze wegens den aard van het onderwerp of uit economische overwegingen niet door de gemeenten indivi dueel doch in combinatie behoort te geschie den?" Mr. Van der Grinten vat zijn opvatting ten aanzien van het vraagstuk der gedwongen intercommunale samwenerking in de volgende stellingen somen I. Een olgemecne regeling vnn gedwongen in tercommunale samenwerking is slechts toelaat baar, voorzoovcr zij de strekking heeft, door toepassing van dwong onder behoorlijke waar- boigen, een gemeenschappelijke regeling (zoo wel op het terrein der autonomie als op dat van het zelfbestuur) mogelijk te maken, welke we gens gebrek aan medewerking van oen deel der betrokken gemeenten anders niet zoude tot standkomen, (c.f. de door dc stontscommissie- Oppcnheim voorgestelde regeling). II. In de gevallen, waarbij voor do uitvoering van een Rijkstaak een intercommunale somen werking niet in het geheele gebied van het rijk behoeft tot stand tc komen, behoort de wet gever te volstaan met het scheppen van de be voegdheid voor een bovcngemecntelijk orgaan om de gewenschto samenwerking door dwong tc verwezenlijken (c.f. art. 9 der Woningwet). Het is in het algemeen gewenscht, dat als dan het beheer van den gemeenschappelijken dienst aan één der samenwerkende gemeen ten wordt opgedrogen, opdat het in het leven roepen van nieuwe beheersorganep wo de vermeden (c.f. de Vlecschkeuringswet-novelle) daarbij moet echter zorg worden gedragen, dat de belangen der andere gemeenten niet worden verwaarloosd. IIT. In vele gevallen kon het doel, dat met de samenwerking wordt beoogd, worden be reikt, doordat aan de gemeenten, die in het fcc- zit zijn van een dienst, belast met de uitvoering van een Rijkstaak, bij of krachtens de wet de verplichting wordt opgelegd naburige gemeen ten tegen betaling het genot daarvan te ver schaffen (c.f. de regeling voor de ontsmettings diensten en de in verschillende onderwijswetten getroffen regeling) of door „kringgemeenten" te verplichten tegen vergoeding van de in een „centrale gemeente" bestaande instelling ge bruik te maken (c.f. de regeling omtrent de huurcommissiën.). VL Wanneer de uitvoering van een Rijks taak een grooter verzorgingsgebied eischt dan dat der individuccle gemeente cn dus een alge- meene intercommunale somenwerking tot stond moet komen, behoort het zelfbestuur aan een „centrale gemeente" te worden opgedragen. De oplossing, welke te dezen aanzien in de Waren wet 1979, St. bl. no. 581, is gegeven, is zoowel uit organisatorisch als uit financieel oogpunt aannemelijk. De heer J. J. Tolsma komt tot de volgende conclusion I. De wijze, waarop in de laatste jaren bij incident ecl-wettclijke regelingen gedwongen samenwerking aan gemeenten wordt opgelegd, is in strijd met het grondwettelijk stelsel van autonomie en zelfbestuur, met de zelfstandig heid cler gemeente en het algemeen belang. Wenschèlijk is een wijziging en aanvul ling der Grondwet in den zin van het thans vèorgestelde art. I48bis en art. 191. III. Voorts is het gewenscht te komen tot een algemcene regeling in de wet van de samen werking van gemeenten in den geest als voor gesteld door de commissie voor de herziening der Gemeentewet, echter, wat de toepassing van dwong betreft, gewijzigd in den zin van hef voorstel van de commissie uit de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten, die rapport Varkensmarkt Amersfoort*, Spednle nfderllne 1 Malenn VAN FIHFRFN. Maison VAN EIMEREN. ColHciir Postlclienr i Colilciino WIJERSSTKAAT IA. - Tel. S05 Hoogst Modorno Snlons voor DAMES cn DIEEKEN - Mnnlcnro Magazijn van Parlumurio£n on Toilot-Artikolon. BADINRICHTING VOEDZAAM HEERLIJK l/OQRDEEUQ pvg heeft uitgebracht over het wetsontwerp van T9T5. IV. Deze regeling behoort zoowel te gelden voor onderwerpen vnn „zelfbestuur" als andere^ j terwijl daurvan niet bij speciale regeling worda afgeweken. Alleen zou in het geval van zelfbestuur d6 voorafgaande verklnring bij dc wet achterwege kunnen blijven. a De administratieve procedure blijve echtor onverkort gehandhaafd, terwijl aan den eisch, dat het initiatief der gemeenten om te komen tot opgelegde samenwerking, trede in de plants van het ambtelijk initiatief, ook voor regelingen betreffende gemeenschap* pelijke uitvoering van wetten, ctc„ worde voste gehouden. DE DREIGENDE SCHENDING VAN HET GOOI. De schrijver van „On/der de Menschen" im da N. R*. C. is in het Gooi geweest om zich 't be loop van het bekende vcrnielingsplan der spoor wegen te laten aanwijzen. Hij zet boven z'n feuilleton in .„Een onaangenaam mensch in...* 't Gooi". Wij citee-ren er uit „En zoo waarachtig is daar nu ook zoo'n...„* onaangenaam mensch in 't Gooi verschenen, dien 't verlokt wreede sneden cn krassen te trek ken door nog de mooiste partijen van dezef achtliende-ceuwsch voorname schilderij. Eenl die de tractie door 't Gooi wil electrificeeren ert er liefst één groote kermesse d'été vol bonta bouwsels, met drommen van allemaal d'r dub beltjes en kwartjes verterende stods-joppera van zou willen maken. Eén tuin van vermaak, één Luna-pork, één lolkoet waarheen ze 't volk uit Amsterdam haast niet aangevoerd!' zullen kunnen krijgen, naar dien rarekdek vort 't kermisachtig joelend en woelig en barbaarsch' opgetuigde Gooi van allemaal kokelbonte vil latjes en koffiehuizen cn lunch-rooms en bios copen en dansvloeren cn cabarets, waar da grondspeculantcn en weet ik al wat voor ver* dero gocheme lieden hun slaatjes uit zullen slaan, in één belangcr-gemeenschap met do spoorwegmaatschappij, die voor de Montert zorgt." Het gansche leven is één opwerpen van deze penning kruis of munt. Emerson. door ROBERT HERRICK. SI De nieuwe ziekenbarak was gere'ed vóór El- port wegging. Het was eon punt voor hem om er de laatste hand aan gelegd te zien, vóór hij af scheid nam. Hij had den dokter overgehaald om oft de nederzetting meer werklieden timmer* Beden en metselaars mee te brengen opdat het binnenwerk vlug gereed zou zijn. Helen ver moedde, dat Elport het geld voor die uitgaven verstrekt had en op die manier zijn lastigen gastheer voor zijn edelmoedig bewezen dien sten beloond had. De spoorwegman had een groote verrassing voor hemde vrouw van den dokter was inge wijd in de geheimen. Dr. Percy was naar de Stad gestuurd om voor. het kleine hospitaaL du allerbeste moderne uitrusting aan te schaffen alle instrumenten, die maar voor geld te krij gen waren. y In groote kisten werd alles naar de nederzet ting gezonden en op een avond brachten Dr. Percy, Elport en oude Jack ze in het nieuwe gebouw. Den volgenden morgen ging Helen met haar man mee naar d~ bron om mede te genieten van zijn verrassing. Ze was er echter niet heelemaal gerust op, hoe hij die prachtige gift zou aan vaarden. Toen ze het lage steenen gebouw na derde, hoorde ze de monncn vroolijk lachen. De „Wilde" had het beste deel gekozen en het geschenk aangenomen zooals het bedoeld was en maakte er gekheid over opzijn eigen aardige grimmige manier. ,Jk zie het wel, jullie wilt een kwakzalver van me maken en het kamp tot een badplaats in richten met al de nieuwerwctsche kunstjes om de zieken voor den gek te houden. Maar nooit zal er een van jullie soort in die mooie bedden liggen. Ik zal ze vullen met houthakkers en vie ze kleurlingen, of ze mogen voor mijn part leeg staan." Dr. Percy trok een scheef gezicht, maar El port zei luchtig „Het kan me niets schelen, wat je met ze doet ze zullen eenmaal wel te pas komen." Helen zag wel, dat haar Wilde meer ingeno men was met die keurige ijzeren kribben, rol stoelen, operatietafel en glinsterende instru menten, dan hij wilde toonen. „En nu de baden nog I" riep hij uit. „Die kun nen best gemaakt worden achter langs den lan gen muur en het water van de bron kan er ge makkelijk met pijpen naar toe gebracht wor den." Elport keek Helen glimlachend aan. „Dat wacht me dan, els ik in het voorjaar terugkom P.. Toen sloten zij het nette nieuwe gebouwtje met de rij van zes bedden tegenover den zuid- wand achter zich dicht cn met hun vieren gin gen zij naar het steenen huis, waar Helen en grijze Jack ter eere van dien dag een feestmaal aanrichtten van forellen en patrijzen en ge braad. „Hier heb ik nog iets goeds uit de stad I" fluisterde Dr. Percy Helen stilletjes in, terwijl hij handig de kurk trok uit een dikke wijnflesch. VI. Elport vertrok op een lintelenden helderen herfstdag in het laatst van October en nam den jongen dokter mee. De spoorwegman sproedel- de van nieuwe levenskracht en was zoo vroolijk Hebt IJ hI eens feenuis gemaakt met onije artikelen. Bij een billijken prijs verkonpen wij iiitsliiiiend als een jongen, die naar een stad gaat, waar hij nog nooit geweest is. „Je ziet me nog eens weerverklaarde hij. „Ik kom terug in mijn eigen trein, en ik zal reclame maken voor die oude Genezende bron van jullie en daar zal je niets aan kunnen doen, kluizenaar I" Zij roeidlen hun gasten naar de aanlegplaats aan het benedengedeelte van het meer. De hoo rnen langs den oever hadden hun blad al ver loren. Een stormwind uit het Noordwesten had den vorigen nacht de takken heen en weer ge zwiept en de bladen overal in het rond ver spreid. Onder <L>n hei-blauwen hemel, leek de aarde naakt cn koud, als gereed voor den lan gen winter. De grond was voor de nieuwe spoor gelijk gemaakt tot aan de landingplaats en de stortkarren gaven de jonge vrouw een vreemde gewaarwording. Zij waren hier in de wildernis het symbool van de werkzaamheid van de groo te wereld. Elport wees trotsch op den aangelegden weg. „V/ij komen bijna bij u, dokter." De twee mannen werden met hun bagage op de aanlegplaats achtergelaten. Na een paar mijl schommelen in een wagen zouden zij een specialen trein kunnen nemen over het nieuw aangelegde stuk en dan in een paar uur de moeilijke reis volbrengen, die vroeger een hee- len dag nam. Onwillekeurig sprongen de jonge vrouw de tranen in de oogen toen ze Elport voor het laatst vaarwel wuifde, die op den steiger stond en gekheid maakte tegen den dokter zoo lang zijn stem nog droeg over het water. Ze was ver baasd, dot haar man zoo kalm was over het of- scheid von die twee goede vrienden, met wie ze zulke prettige weken hadden doorgebracht. Hij, scheen het best te vinden, dat ze weggin gen, het was alsof hij de wildernis graag voor zich alleen had met haar en ouden Jack Toén zij de baai inroeiden, lag het nieuwe ge bouw daar voor hen met de groote romen, glin sterend in het lidht van de ondergaande zon. Onder de kale takken van de groote beukeboo- men, lag het daar, vierkant stevig en zonder epnige versiering. Het kleine bosch, dat al deze weken vol leven was geweest, leek nu leeg cn verlaten. Voor het eerst sinds vele maanden wa ren er geen patiënten aan de bron. De laatste de zieke vrouw was de vorige week naar haar familie teruggekeerd. De leege hutten, de tent, waar Elport gewoond had, schenen als verlaten overblijfsels van bet drukke leven van dezen zomer. Holden sloot de romen cn deuren van het nieuwe gebouw en stak de sleutels in zijn zalc. Toen gingen zij het steile pad op naar hun huis. De dokter scheen dat ophouden van alle octi-" vlteit, dat hoor drukte, niet te voelen, hij scheen' niet eens de zieken te missen, waar hij zoo hard: voor gewerkt had. Had hij de belangstelling in zijn werk verloren Of beschouwde hij dezo periode van rust alleen als een overgang tot nieuwe werkzaamheid Hoor was het, als* of de banden, die hoor bonden aan de oude wo* reld opnieuw waren afgesneden door het heen' gaan van de beide mannen? Ze voelde zich rus< teloos'en min of meer eenzaam Holden kwam met een grooten bos hout oai(, en wierp die op den haard. lj „We hebben vnn avond behoefte aan eertj goed vuur," riep hij vroolijk. „De wind steekt weer op." l\, Zijn oogen schitterden toen hij zich plotseling;! naar haar toewendde met uitgestrekte handen. „Wij hebben het van den zomer te druk ge*» had om te leven, kleintje al dat werk cn al die menschen om ons heen maar nu komt def winter. Dat is je wore tijd dan leven wif eerst I Maar we moeten nog alles klaar mokert, Be zal je van top tot teen in bont steken I Don zal je net lijken op de roodbruine bloderen "on' der de sneeuw." fWorat vervolgd). Magazijn „VEö£A" J.angefUraat 116. JOH. v. I>IJK 1 Per snaar O.SO en f 0.60

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 5