Frans Jozef Bitferwater
AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander"
ST. E MIL ION
i
A. v. d. Weg, Langestr. 23
|Reparatiën
Firma Fontein Schippers - LaijestawtM
bij I. li. SCHOTERMAN Zn., Itr.str. 17. Tel. 145
Eigengemaakte Kinderkleeding.
Per flesch f 1.60, per anker f 65-.
TWEEDE BLAD^
BINNENLAND.
Magaz. „De Dom1',
i
per flesch
45 Cent.
Willen! OrsenliiizenJiEwelier
Gero Zilver
Jamlepels
Fruitlepels
Suikerstrooiers
FEUILLETON.
DE GSEMEZEK
Is Klas Goederen.
G. VAN DOIN, Jowelier-Qpticien.
aan Tennis- üackets
JOH. VAN DIJK.
Langestraat 116 Tel. 70
21 e Jaargang.
No. 25
Zaterdag
29 Juli 1922
BUionderheden
Voor «le moderne woninc.
Onze Eetkamer „Lydia" in mahonie-en
ebbenkieur.
Buffet, tafel, theetafel, 2 fauteuils.
4 stoelen, compleet f 450.
ORIGINEELE
zeer aan te bevelen
Bordeaux, gewas 1917
Uit de Per9.
STAATKUNDIGE BRIEF
VAN MR. S. VAN HOUTEN.
In No. I eener nieuwe serie Staatkundige
Ojieven schrijft mr. von Houten o. m.:
t Napleiten heeft geen nut.
De nieuwe Kamer moet voor beter fi
nancieel beleid en een betere kieswet zor
gen en mag geen Regeering dulden, die
deze naaste taak niet met alle kracht ter
hand neemt.
Of de nipuwe ministers naar een kerk
gaan en naar welke, doet niets ter zake.
Ons volk wordt door Christeliike en niet-
Christelijke ambtenarij gelijkelijk geplaagd
'en uitgezogen en de overmatige en ver
keerde belastingen drukken gelijkelijk op
de burgerij van elke gezindheid.
't Zal zeker niet zonder strijd gaan en
de liberalen moeten zich op zulken strijd
ook bij de stembus voorbereiden. Niemand
kan zelfs voorspellen of deze niet wellicht
door Kamerontbinding vóór 1925 opnieuw
zal worden geopend.
De grootste voldoening was voor ons
comité de erkenning, dat wij de hoofdza
ken juist aanwezen, waarop groote bezui
niging mogelijk is en die ik hier nog eens
recapituleer.
Men knn al dadelijk beginnen met op-
Veffing der huurwetten. Zij hebben alle
jfcronde verhoudingen in het bouwbedrijf
n alle regelmatigheid in de koopprijzen
Ier huurhuizen vernietigd.
Veorftj moeten de bemoeiingen van
>teat fïemeente met den bouw van
ïmtiwe beiden zich bepalen tot de afwer
king van 't neen onder handen is.
De S'->-t beeft er meer dan
700.000 ^OO. zegge /«venhonderd miT-
lioen o"Jden. ingestoken, terwiil er door
duren bouw en opgedreven loonen mis
schien niet eens de bnlve verkoopwaarde
voor geproduceerd is. Er is geen bedrijf
waarin het aanbod zich zou nauw naar de
vraag moet richten, als de speculatieve
huizenbouw en dit kan alleen de onderne
mer zelf in verband ook met den prijs der
materialen en de loonen van geschikte
werkkrachten.
Wat er voor verzorging van- validen
wordt gedaan, moet niet uitgestrekt wor
den tot hen die wel arbeid kunnen vindm,
maar tot lager loon, dan zij willen aan
nemen of bun vakvereenigingen veroor
loven aan te nemen. Wat die vokvereeni-
gingen uit eigen middelen willen doen,
gaat de overheid naluurliik niet aan, maar
't is oen verkeerde politiek als de over
heid hen steunt. Kunstmatig opgedreven
leonen verminderen de totale productie,
die toch den graad van welvaart van een
volk aangeeft.
Dit zelfde is het gevolg van de beper
kingen van den arbeidsduur, te meer om
dat de jaargetijden en de afwisselende
vraag de behoefte aan werkkrachten in
zoo goed als alle bedrijven onregelmatig
maken.
De vakvereenigingen zijn mans genoeg
geworden, om het vroegere overwicht dat
de ondernemers uitoefenden, niet te doen
herleven.
Tk voor mij heb overheidsbemoeiing met
de nijverheid nevens ontwikkelde vnkver-
ernigingen steeds onnoodig geacht, be
halve voor olgemeene gezondheidsbelan
gen en tot tegengang van misbruik van
ouders van hun gezag over hunne kinde
ren. Eenige olgemeene beperkingen, die
noch goed noch kwaad doen, zijn tot ge
ruststelling van hen, die bang zijn voor
herleving van misbruiken toelaatbaar. Ik
de olgemeene
heb grootere vrees voor
schadelijk© gevolgen van de overheidsbe
moeiingen, die den ondernemers allen lustnetto-korenopbrengst als huur.
ken het ontbindingsbeslirit in den zak
heeft.
Er moet verandering komen, cn spoedig
ook.
Bfrichfen.
Huurwijzen in Drente.
Het huren van boerenplaatsen, zijnde een
boerc-nbehuizing met landerijen, van landerijen
zonder huis en van huizen zonder land was
vroeger veel meer algemeen in Drente dan in
dezen tijd, schrijft de Asser Ct.
Voor het bestaan van een veel grooter aantal
boerenplaatsen zijn dfe oorzaken wel te ver
moeden, doch niet altijd met zekerheid bekend.
Een eigenaar met b.v. 80 tot 100 H.A. land, die-
zelf een boerderij had, kon al dat land grooten-
deels in natuurstaat liggende, niet bewerken.
Een boerenzoon, de tweede of volgende van een
echtpaar, kreeg bij overlijden der ouders bij
erfopvolging geen vost goed, hetwelk alleen dc
oudste broeder bekwam. Hij kreeg wel zijn aan
deel van het roerend vermogen evenals de zus
ters, zoo die er waren. Boven die zusters kreeg
hij als zoon nog een geldsom voor vast goed.
Trad nu zoo iemand in het huwelijk met een
boerendochter, die ook hoor aandeel uit het
roerend vermogen van haar ouders ontving, dan
huurde deze tweede of derde zoon een boeven-
plaats. De eerstgenoemde grondeigenaar bouw
de voor den huurder van een gedeelte van zijn
land, een boerenhuis Dot ging langzaam en ge
makkelijk. Eikenhout was er oudtijds genoeg,
maar het moest al heel wat werk kosten door
het te zagen. Was het houtwerk voor een nieuw
huis opgericht, don werd de bekapping met
stroo gedekt, cn wanneer dit werk voltooid was,
werden de muren, zijnde dc leemen wanden
•ondom het huis, aangebracht. Dit alles kostte
veel werk doch weinig geld. Voor verfwerk nnn
die huizen werden geen uitgavn gedaan. Het
eikenhout was zoo duurzaam, dot het zonder
verf wel 100 jaar duren kon.
De huurder, die het woeste land deels ontgin
nen moest, betaalde in de 5 eerste jaren geen
huur. Alleen van het bouwland, dot hij niet be
hoefde te ontginnen, betaalde hij het von do
Van de vaak
aan hun bedrijf ontnemen. ruime korenoogsten was dat 1A deel geen to
Niet licht zal tegenwoordig iemand zijn hooge huurprijs. Mislukte het gewas of was
zoon opleiden en kapitaal verschaffen voor het een slecht korenjaar, dan was dat V,deel
een moatsohappelijken werkkring, waarin ook zeer gering. Als de eerste 5 jaren om wa-
hij veel werkvolk noodig heeft en tussohen rCn, don betaalde hij het Ys deel van zijn ge-
ambtenaren en vakbonden platgedrukt heele korenopbrengst, benevens eon kleine geld-
wordt som, 50 tot 80, als huur van het huis en
van het hooi- en weiland, veld en veen dat hij
De ernstigste fout der regeering is ge- jn huur had.
weest, dot zij met ruime hand tractemen- Die huwrwijze heeft meer don twee ecuwen in
ten en pensioenen heeft verhoogd wegens Drente bestaan. In tijden van eenige welvaart
de daling van de waarde van den gulden, waren er genoeg huurders, in tijden van achter-
Zij kon voorzien, dat bij goede muntpoli- uitgang te weinig. Een goede huurder (meier),
tiek die dn ling tijdelijk zou zijn en. dus die het land goed onderhield en bewerkte cn
slechts aanleiding had behooren te ziin rot zijn huur behoorlijk betaalde, werd door den
een t ij d e l ij k e n bijslag. Ook de Kamer verhuurder (heerschop) zeer geacht en er zijn
had haar op den verkeerden weg niet be- meiers geweest, die, met hunne zonen en klein
zonen als huuropvolgers, 100 jaar dezelfde
boerenplaats hebben bewoond en gebruikt. Al
tijd bestond de huur uit „voorhuur", d. i. eenc
geldsom voor huis, groenland enz. als boven
vermeld, en uit „de derde", d. i. het derde deel
van den korenopbrengst.
Sedert 1870 zijn armere huurwijzen in zwang
gekomen.
hooren te volgen.
De verhouding van het deel der bevol
king, dot de schatkist moet vuTTen en zijn
belastingen in guldens van steeds toene
mende waarde moet betalen, tegenover
ben die ze uit de schatkist ontvangen is te
scheef geworden. De verhoogingen van
tractementen en pensioenen, welke geen
ander motief hebben don de daling van
waarde van den gulden, zullen als b ij-
slag moeten worden behandeld cn ver
minderd naarmate de gulden aan koop
kracht wint, óf de muntpolitiek die de
volle goudwaarde van den gulden hersteld
wil zien, stuit af op het toenemend defi
cit op de staatsbegrooting en ook ons land
zal in toenemende mate met papiergeld
overstroomd worden.
Dit is het alternatief: ik althans zie geen
anderen weg.
't Goede van de afgeloopen verkiezin
gen is, dat de partijen den financieelen
janboel moeten redderen, wier ministerie
dien heeft veroorzaakt. Kunnen zij het
niet, dan moet er een bezuinigingsministe
rie komen, dat voor het geval dat de Ka
mer niet medewerkt bij wijze van spre-
De hertjes op Sonsbeek.
Onderstaand aardig instontanétje vinden wij
in de Amsterdamsche Courant.
Ze zijn er weer, de jonge hertjes op Sonsbeek.
Kleine, onevenredig gebouwde diertjes, met
veel te lange pooten, met groote, schrikachti
ge vraagoogen, met steeds in actie zijnde oor
schelpen cn een klein wit konijnenstaartje. Die
ooien en dot staartje vormen de taal van het
jonge hertje, doormede drukt het uit zijn angst,
verbazing, vreugde en verdriet. Ziet ze liggen,
dicht bij de moederhinde, nietige hoopjes le
ven in een fraai gedoalderd bruin huidje, ziet
hoe de lange ooren heen en weer flappen, hoe
zij gekeerd en gewend worden naar ieder geluid,
dat uit de geheimzinnige wonderwereld, waar
van het hertje het middelpunt uitmaakt, tot het
jonge ding doordringt. Een kind dot lacht, een
kraai die krast, een hond die blaft, een auto, die
langs 't park ronkt, op alles reogecrcn do be
wegelijke ooren. Klinkt het geluid al te angst
aanjagend, dan richten de groote vochtige oogen
zich op de moeder, maar, die, oud en levens
wijs, toont niet de minste ongerustheid, en het
jonge hertje voelt zijn angst wijken. Dit demon
streert het met zijn staartje. Evenals de ooren
is ook dot voortdurend in beweging. Als een wit
seinvlogje zwaait het heen en weer, cn voor wie
tracht door te dringen in de geheimen van het
hertcnleven, wordt het spoedig duidelijk, dot ook
dat staartstompje een voorname factr is in het
leven der dieren.
Zoo liggen daar op Sonsbeek do jonge hert
jes weer. Zoo leeren zij zich aanpassen aan het
leven in hun kamp, leeren zij dc neigingen, wel
ke zij hebben geërfd von een lange, lange rij
voorouders, cn die hun zeggen, dat iedere be
weging, ieder geluid gevaar bcteckcnt, onder-
di ukken, leeren zij den mensch, hun natuurlij
ken viinnd, als vriend kennen, die zij straks na-
loopen langs het hek, bedelend blatend om een
stukje brood.
Een merkwaardige eetbare paddestoel.
In afl. 3 van „Tropische Cultuur" geeft de
heer C. van Ovcreem een met teekeningen cn
foto's voorzien artikel over de door dc Chincc-
zen veel gekweekte en gegeten roodsporige
Agaricocee: Volvoria volvncen Buil. Het is een
paddestoel, die in de tropen ongecultiveerd
voorkomt op weggeworpen rijsthalmen, ook op
rottende resten van andere planten. De kweeke-
rijen van dezen paddenstoel zijn bij de Chince-
sche rijslpellerijcn om Buitenzorg overal te vin
den en zijn zeer primitief ingericht Zij zijn
Varkensmarkt - Amersfoor*.
•Speciale afdeelliig
Maison VAN EIMEREN.
I
1
1
Coiffeur Posflclieur Colffense
VHJERSSTRAAT 14. - Tel. 205
Hoogst Modorno Salons voor
DAMES cn IIEERRN - Manicure
Magazijn van Farfumurioön on
Toilot-Artikolon.
BADINRICHTING
BMi/ninii/n i inu
wordt, gaf hij aan deze Volvoria Volvoceo dot
variëteit edulis, waarmee hij tevens dc voronM'
woordelijkheid voor de eetbaarheid von dc**
Europcoschen vorm van zich afschudt.
reeds vroeger door de hecrcn dr. Rutgers cn
Deinum en ook door Van Gorcum beschreven.
De kweekbedden zelve hebben den vorm von
„mcules" of champignonbedden, liggen in de
open lucht vlak bij de plaats waar de podi-ofval
wordt gedeponeerd en bestaan uit rijststroo, dat
in lagen ligt, wanrtusschen asch van padistroo
en rijstzemelen (dédek) gestrooid wordt. Een cn
ander wordt geregeld natgehouden. De bedden
worden van zelve geinfecteerd door de sporen
van de verlangde soort, die in de nabijheid on
gecultiveerd voorkomt. Voor broed behoeft dus
niet gezorgd te worden.
Ongeveer een dag of veertien na het berei
den van zoo'n kweekerij verschijnen op den
buitenkant der bedden de vruchtlichamen, die
iederen avond cn morgen worden geoogst. Dit
duurt zoo enkele maanden en daarna worden de
bedden op dezelfde plaatsen door nieuw mate
riaal vervangen.
Eigenaardig is het dat de Volvario-soorten
in Europa meest alle als giftig te boek staan.
Waar nu deze zwam naar hem uit de meest
betrouwbare bronnen bleek algemeen gegeten
Stand der landbouwgewassen op 20 Juli.
Door landbouwnutoriteitcn cn het mctcorolo^
chisch instituut is een overzicht samengesteld
van den stand der landbouwgewassen op 20
Juli jl.
Daaruit blijkt, dat de hoeveelheid regen in dal
laatste week van Juni het dubbele bedroeg cn ir%
het Noorden des lands het drievoudige. De mees
te zomergewassen, welken den nadccligcn invloed
der droogte duchtig begonnen te 'gevoelen, gingj
tot hernieuwden groei over, ofschoon de regeni
voor dc haver vooral op dc hoogere gron-
den wel wat laat kwam cn ann do eerste snci
de van het hooigras in de meeste gevallen geen
nut meer kon doen.
In een deel van Zeelund deed tegen het eind
der maand Juni een hagelbui veel schade aan
dc veldvruchten.
Ofschoon de gewone aardappelziekte tot he-
den zich weinig of niet vertoont, wordt uit vela
streken geklaagd over het optreden der z.g. dc-
generatieziektcn der aardappelen als „topbont^
„krulziekte". Gewassen, welke niet in meer
dere of mindere mate door deze ziekten zijn
aangetast, komen slechts weinig voor.
Overigens leveren de eetaardappelen een be
vredigend gewas. Zoo ook de fabrieksaardappe
len.
De haver heeft veel te lijden van het optre
den der fritvlieg; in sommige streken is deze
plaag zoo hevig, dat sommige pcrccelcn er door
mislukken cn worden omgeploegd.
Het vlos, <lat in het Noorden des lands een
bevredigenden stond vertoont, is in de Zuidelij
ke provinciën voor bet grootste deel mislukt;
dc perceelen, welke niet zijn omgeploegd, ver-
tooncn een slechten stand.
De stond van de tarwe is vrij goed, die von do
rogge eveneens. Zoo ook van winter- en zomcr-
gerst.
Boekweit staat vrij goed in Utrecht, Brobont cn
Limburg; matig in de Oostelijke provinciën.
De stand von konnriezood is algemeen vrij
goed.
Blouwmnanzaod stoat overal goed, behalve in
Westelijk Noord-Brabant, woar de stand vrij
goed is.
Karwij stoat vrij goed in Zuid-Holland, Zee
land en Noord-Brabant en matig in Groningen
en Noord-Holland.
Koolzaad is goed in Zuid-Holland cn Zeeland;
vrij goed in Friesland cn matig in Groningen,,
Noord-Holland en Noord-Brabant.
De stand van de tabak in Gelderland en
Utrecht is vrij goed.
Klaver voor zood stoat vrij goed.
Voldbooncn staan cr goed voor. Bruins
boonen eveneens. Erwten staan er zeer goed tot
vrij goed voor. De stand von dc suikerbieten
is goed tot zeer goed. Cichoi ei stoot er zeer goed
voor in Friesland cn goed in Zuid-Hollond cn
Brabant. Uien vertoonen een zeer goeden stond
in Zuid-Holland. Overal elders is de 9tond goed
tot vrij goed. De voederbieten vertoonen een
goeden stond. Dc klaverstand is slecht. In Lim
burg is hij zelfs mislukt. De stand van lucerne i5
vrij goed tot goed.
Op de lagere veengronden is de stond van hel
weiland thans weder vrij goed tot goed; ook op
de klei begint de stond weder vrij goed te wor
den, terwijl op het zond, waar de toestand vóór
de regen nijpend was, thans de toestand weder:
ij boeten voor onze geboorte ten eerste
üoo te leven, en in de tweede plaats door te
sterven.
SCHOPENHAUER.
67
door
ROBERT HERRICK.
?JQ, hij zei, dat ik rust moest nemen, en
'Mj £Taf m'j een drankje, om mij op te wekken.
Maar rusten kon ik niet en de drank hielp
me niet. Ik ging naar een anderen dokter en
die gaf mij weei wat anders. Dat hielp me
voor een paar dagen toen ging ik weer naar
een ander, ik was zoo zwak geworden. Die
zond me naar een ziekenhuis en de dokters
daar hebben me geopereerd. Het heeft me niet
geholpen. Ik ging weer naar huisik wou maar
dood, maar dot kon ik niet er was zooveel
te doen 1 Daar was het oogenbli'k nog niet
iroor gekomen," zei ze zacht. „B\ toen ik
sterk genoeg was om op te staan $n te loo-
pen, ben ik hierheen gekomen."
„Waarom
„In het ziekenhuis lag een vrouw In het bed
Iteast mij en die heeft me van uw Genezende
bron verteld. Ze was hier in het Noorden ge
feest en zei ,f haar het loven gered hadt
dat was jaren geledenZe zeiHij is de
eenige dokter, die zieken kan beter maken
hij is een Genezer 1"
Ze keek naar Holden met een uitdrukking van
zegevierende overtuiging en haar lippen krul
den zich tot een gelukkig lachje, zoodat hoar
gezicht jonger leek, minder vervollen en uit
geput.
De dokter schoof ongeduldig heen en weer.
„Dus op die paar woorden van een vreemde
fn het ziekenhuis bent u die duizenden mijlen
hierheen gereisd, naar een man van wien u
eigenlijk niets wist Dat is niet heel verstan
dig."
De vrouw glimlachte weer.
„Hoe wist u, dat ik iets voor u zou kunnen
doen
„Omdat ik u zoo noodig had I"
Dê dokter liep in gedachten heen en weer.
„Ze had me den naam van het meer gezegd
Sanguishine. Ik heb het opgezocht op de
kaart Sanguishine I" Ze sprak den naam
zacht liefkoozend uit.
„Hoe wist u, dat ik hier zijn zou U zei,
dot het een paar jaar geleden was, dat <üe
vrouw onder mijn behandeling was."
„Ik had u zoo noodig," herhaalde ze
„Het is hier heel anders dan ze vertelde, heel
andersZe hield op, ze had bijna gezegd,
dat de Genezer zelf niet de man was, dien zij
haar beschreven had.
„Hoe anders
„Het is hier net als op andere plaatsen, waar
je wel beschrijvingen van leest, met mooie hui
zen, en lanen en bloemen, en overal irtensohen."
„Wat hadt u dan verwacht?"
„Dat weet ik niet het moest hier wijd en
stil en eenzaam zijn ze zei, het was de echte
wildernis I"
„Lang geleden was dot zoo nu is er niets
meer over van die wildernis^,'
„O, is dat de redenmaar u bent er toch
nog I"
„Hoe weet u, dat ik nog dezelfde ben dat
ik voor u kan doen, wat ik voor die vrouw
gedaan heb
Ze keek hem angstig aan, en haar gezicht
betrok toen ze fluisterde„Ja, dot weet ik
niet I"
De dokter fronste zijn wenkbrauwen en keer
de zich af.
„Het is hier heelemaal vol ik heb net
zooveel patiënten als ik opnemen kan, eigen
lijk al meer.... Bovendien," voegde hij er ruw
bij, „het kost geld om hier te zijn een heele-
boel geld I Hebt it daar aan gedacht
Hebt IJ al eens kenuis gemaakt niet
onze artikelen. Bij een billijken
prijs verkoopen wij uitsluitend
„Die vrouw zei, dat u niets hadt willen aan
nemen voor alles, wat u voor haar gedaan hadt."
Hij maakte een handbeweging alsof hij zeg
gen wilde, dat dit lang geleden was.
„Dc zal werken en u later betalen ieder
keer wat," zei ze verlegen.
,Jk weet niet waar ik u stoppen moet," mom
pelde hij meer tegen zichzelf, dan tegen haar.
„Ze heeft ook verteld die vrouw dat
de zieken in tenten cn in houten hutten lagen,
die ze voor zichzelf moesten maken, als ze
konden ze lagen dicht bij den grond onder
de sterren Ik kon hier toch liggen, beschut
door de boomen I"
En toen hij dit verwierp, smeekte ze„O, neem
me toch I Laat me toch blijven IStuur me
niet weg. Ik m o e t beter worden I"
Hij wendde zich ongeduldig af, alsof hij al
te veel tijd aan haar versoild had.
„Dat huisje is leeg," zei ze, met een blik op
het door wingerd begroeide raam boven haar.
„Lant me hier blijvenl"
De dokter schrikte even.
„Ik kan me niet weer in wanhoop terugslee-
pen, heel dat lange eind dan zou ik nog
liever Ze keek over den rand van de rots
naar het blauwe water beneden, alsof ze zich
van de klip wilde storten en rust zoeken onder
de stalende oppervlakte van het meer.
„Het huis is leeg," mompelde de dokter in
zichzelf. „Het heeft lang leeg gestaan/'
Ze zei niets, ze voelde, dat dit huis op de
een of andere manier herinneringen bij den man
opwekte.
„Het is heet toevallig, dot u me hier van
tmorgen vondt/' zei hij stroef. „Ik kom niet
dikwijls dezen kant uit."
„Het is hier mooi,' zei ze zacht. „Zoo ver
weg van de wereld."
„Kom," zei hij bevelend.
Hij ging haastig naar de venveerde deur van
het kleine huis en bonkte er hevig tegen met
zijn ééne knie. Langzaam gaf de deur toe, het
slot bezweek en eindelijk vloog de dour open.
„Ik heb den sleutel lang geleden verloren,"
legde hij uit.
Ze volgde hem in de groote donkere kamer.
De grijze asch in den haard was bedekt met
stof en reet. Er was een muffe lucht van het
lange dichtzitten, maar alles was in orde de
groote tafel, de lage bank, de sneeuwschoenen
(hingen nog aan de balken. De dokter bleef
midden in de kamer staan, en staarde 'n oogen-
blik om zich heen, verdiept in zijn eigen ge
dachten. Hij was de vreemde vergeten.
„Leeg, leeg," mompelde hij.
De vrouw ging zacht naar het breede raam,
en deed het open. De warme zomerlucht vol
geuren drong de stille kamer binnen.
„We zullen het leven er in laten.'' zei ze
zacht, „dan wordt het een tehuis voor mij/4
De dokter schrikte alsof haar toevallige woor.
den hem troffen. Ze glimlachte tegen hem cr
zooals ze daar stond bij het raam, do dikke
wingerd op zij duwend om lucht en zonne
schijn toe te loten scheen ze al een ander wezen
dun die eenzame in het zwart gekleede vrouw,
die hij een uur geleden gevonden had, ineen
gedoken voor de deur. Ze was grooter dan hij
gedacht had, met een zekere bevalligheid in
haar bewegingen cn het trillend glimlach^ om'
haar dunne lippen sdheen haar gelaat de jeug
dige uitdrukking terug te geven, die ze sinds
long verloren had. Ze was een vrouw, die zeket
eens bemind was geworden. Een droeve uit-f
drukking van onvervuld vrouwzijn log in haat
peinzende oogen.
„Ja I" riep de dokter uit, terwijl hij het room
aan den tegcnovcrgestelden kont opendeed
„het huis heeft veel te lang dicht gezeten*
Het had eerder in gebruik genomen moeten
wordenIk zie, dot er een lek naast den
schoorsteen is dio zal ik laten maken... U
zult hier voorloopig best kunnen blijven. Ils
zal u iemand zenden."
(Wordt vervolgd.)
SPOEDIG RETOUR.