Firma Fontein S Schippers - Langsstraat24 AM ERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander5" 23 September 1922 ST. EÜSÏLSOM 1. SCHOTERÜN X Zn, ütr.sïr. II. Tel. M TOILET-ARTIKEI EM. A. v. d. Weg, Langestr, 23 Willem Oroenhiiizen, juwelier jüepairatiSn BINNENLAND, H. BUI 8 Eigengemaakte Kinderkleedinn. Per flesch f 1.60, per anker f 85.- TWEEDE BLAD. „A M I C I T A" SKMDMMUIII ,,'t SPSRTKIliS." IVSagaz. „De Dom" Gero ZÊiver Jamnlepe! Fmitlepels Suikerstrooiers FEUILLETON. In den taalstroom Drie dingen om aist te vergeten aan Tennis-Raciteis JOH. VAM DiJK. "Tl" 21© <tea qang No. 72 Bijzonderheden Toor de moderne woning. X Onze Eetkamer „Lydia" In mahonie- ebbenkleur. Buffet, tafel, theetafel, 2 fauteuils. 4 stoelen, compleet f 450. - en ORIGINEELS zeer aan te bevelen Bordeaux, gewas 1917 's LANDS FINANCIEN. In de nota betreffende den toestand van Jands financiën merkt de minister betreffende de fcewonen dienst het volgende op „Bij de voorbereiding der begrooling heeft vooropgestaan, dat een sluitend budget der ge- iivone uitgaven en ontvangsten onafwijsbare eisch is en ten koste ook van zeer groote offers moet bereikt worden. Daar de aanvankelijk door de departementen ingediende begrootingen, hoewel ook deze steeds blijk gaven van ernstige pogingen tot besnoeiing, feen totaalcijfer van gewone uitgaven aanwe zen, dat vermeerderd met het tekort op het postbedrijf en het spoorwegbedrijf zeer verre te boven ging het totaal van de voor 1923 ge raamde ontvangsten, werd ^besloten den weg van rentsoeneering in te slaan. En wel in dien zin, dat als basis werd genomen eenerzijds het be drag der voor 1923 geraamde ontvangsten, anderzijds het bedrag der voor 1922 toegestane uitgaven, terwijl dan het surplus van het tweede bedrag boven het eerste percentsgewijze over de verschillende hoofdstukken ter besnoeiing verdeeld werd. Op zichzelf was deze maatregel voor critiek .vatbaar, omdat het mogelijk en zelfs waar schijnlijk was, dat een doeltrcflendo bezuini ging op het ééne hoofdstuk verder kon gaan ^n op het andere. Doch daar reeds spoedig Sleek, dat het vrij hooge percentage van be snoeiing, dat gesteld moest worden, bij geen en kel departement anders dan met de grootste anoeite kon gereikt worden, werd de gestelde Zegel gehandhaafd. Dat het percentage van besnoeiing hoog moest Uitvallen is alleszins begrijpelijk. Do middelen raming voor 1923 was uiteraard aanmerkelijk lager dan die voor 1922. Bovendien was op 1922 reeds een aanzienlijk tekort geraamd. En ten Overvloede werkte nog als nadeelige fac tor, dat enkele hoofdstukken, met name i, a en VIIA niet alleen niet gerantsoeneerd konden worden, doch hooger. VIIA zelfs aanzienlijk het overgroote deel der bevolking te voorkomen. elementen zijn, die een einde maken aan het nadeelig saldo. Over de rest van het Rijksper soneel zal deze maatregel een bate geven van ongeveer 15 millioen. 3. Ook voor 1923 zullen de uitkomsten van het leeningsfonds 1914 voor zoover dezo overtref fen het bedrag, verschuldigd aan rente en ver plichte aflossingen, worden tegoed geschreven aan de gewone middelen, zoodat de vroeger voorgenomen extra-aflossingen zullen achter wege blijven. Do bate hiervan wordt geraamd op 10 millioen. Na verwerking van al de deels gunstig, deels ongunstig beïnvloedende factoren, moet het bc- snoeiïngspercentage vastgesteld worden op 17 pet. van de op elk hoofdstuk voor 1922 toe gestane gewone uitgaven. Het op de begrooting voor 1923 geraamde tekort is tengevolge van een en ander 42 H mil- liogen, waarvan 37millioen bij doorzetting van de beoogde en ten deeïc reeds in werking gebrachte bezuinigingsmaatregelen zal verdwij nen. De Minister verwacht, dat de noodige mede werking van de Staten-Generaal tot de voorge nomen maatregelen zal worden verkregen dat ook de bij deze begrooting reeds aange brachte bezuinigingen zullen worden bezien in het licht van de volstrekte noodzakelijkheid om te komen tot een sluitend budget. Te ontken nen valt *niet, dat belangen van allerlei aard, cultureele, hygiënische, sociale, defensieve, daar door minder afdoende zullen worden behartigd dan in normale omstandigheden het geval had kunnen zijn. Doch bedacht behoort te worden, dat het grootste cultureele, hygiënische, sociale en defensieve belang op dit oogenblik is de vei ligste van den gulden. Wonneer deze zijn gaaf heid verliest, cn don om de bekende redenen in steeds sneller tempo, zullen al die bejangen, en vele andere bovendien, binnen ofziénbaren tijd op de meest benauwde wijze in het gedrang ko men. De „moral restraint", waartoe thans de Regeering, parlement en volk oproept bij de bepaling der collectieve behoeften, is de onmis bare grondslag om in de toekomst hoogere wen- schen te kunnen vervullen; de volstrekte voor waarde ook om in het heden, althans in een zeer nobijzijnden tijd, een geweldige automatische verslechtering van bestaansvoorwaarden voor zijds zal de hevigheid en de lange duur van de huidige depressie in komende jaren hoogst waarschijnlijk tot een nog verderen teruggang van de middelen, met name van de opbrepgst der inkomstenbelasting, leiden dan reeds thans geraamd moest worden. Anderzijds zal onder verlaging van sommige al to drukkende belas tingen een blijvend herstel van het economisch leven bezwaarlijk zijn te bereiken. Op voort gaande versobering van den publicken dienst zal dan ook in de eerstvolgende jaren de volle aandacht der Regeering zijn gevestigd. Ten slotte doet de Minister nog eenige mede- deelingen omtrent den stand der - kas en omtrent de crisisuitgaven en haar dekking. Daaruit blijkt dat per saldo voor rekenin van 's Rijks schatkist uitstond een bedrog van 212.480.733.94 Bij de beoordeeling van dit cijfer dient nog in het oog te worden gehou den, dat de Staat aanspraak heeft op het niet onbelangrijke winstsaldo van de Nederl. Uit voer Mij. Hoewel dit saldo nog niet vaststaat, meent do Minister uit dezen hoofde een bate van omsreeks 45.000.000 te mogen ver wachten. Met betrekking tot de crisisnitgoven wordt medegedeeld dat de tekorten op de crisisdien sten van de jaren 1914 tot en mot T92T een totaal bedroegen van f 1.044.398.476.44. Tot dekking van tekorten op den crisisdienst is tot dusver uit leening verkregen 1.350.250.000. Na aftrek van bovengenoemde bedrog van 1.044.398.476.44 blijft dus nog beschikbaar 305.851.523.56. Voorts zal een tekort op den crisisdienst 1922 zijn te ramen van 234.570.908. In do ontwerp-begrooting voor 1923 is tot bestrijding van crisisuitgaven begrepen 3.828.700. Op grond van de vooraanstaande gegevens komt men tot de conclusie, dat, met ingang van den dienst 1923 tot dekking van crisislasten be schikbaar is een bedrog van 305.851.523.56 234.570.908 71.280.615.56, waarbij in aanmerking moet worden genomen, dat ten loste van den crisisdienst 1923 zal moeten wor den gebracht de bijbetaling over 1922 oen de Nedcrlandsche Spoorwegmaatschappijen. hooger moesten worden uitgetrokken dan voor 1922; de beide eersten omdat zij grootendeels £rondwettelijke uitgaven betreffen, het laatste fcmdat het bevat de obligo's van den staat. Alvorens het percentage van besnoeiing te be palen, werd tot de volgende maatregelen beslo ten, die dit percentage althans binnen zekere grenzen konden houden. 1. Aan het tekort op het spoorweg- en het (postbedrijf moft een volstrekt einde gemaakt ivorderi, opdat althans hiervoor geen bedrag op Öe gewone begrooting behoeft te worden uitge trokken. 2. Gebruik zal gemaakt worden van de in de (pensioenwet gegeven bevoegdheid tot korting ,Van 5% pet. der wedden, tot een maximum van f 3000 voor 't weduwen- en weezenpensioen en 'ivan 3 pet. der volle wedden voor het eigen pen sioen, wat dit laatste aangaat met inachtne ming van do reeds vroeger toegepaste afloo- ipende kortingen. Deze maatregel, die ook voor het postbedrijf zal werken, zal daar één der Het schijnt nauwelijks noodig, aan het boven staande toe te voegen, dat tegen het scheppen van nieuwe uitgaven met de meeste angstvallig heid zal dienen te worden gewaakt. Ook wan neer deze worden vermeden, zal de bezuini- gingsnoodzaok met het voorafgaande allerminst zijn uitgeput. Afgezien van het tekort van 5 millioen, dat ook bij den bovengeschetsten loop van zaken zal overblijven en dat trouwens' op zichzelf onrustbarend is, omdat in die schets nog niet is rekening gehouden met som mige nieuwe bezuinigingsapparaten, als de cen tralisatie van den gebouwendienst, waarvan de zeer gunstige werking zich reeds begint af te teekenen, dient met tweërlei gerekend. Eener- STAATSBEGROOTING. Hoofdstuk I. Huis der Koningin. Dit hoofdstuk wordt vastgesteld tot een be drag van 1.700.000, waaronder een bedrag van 100.000 voor veidere werkzaamheden rakende de restauratie van het Koninklijk Paleis op den Dam te Amsterdam, speciaal voor het herstel van dak en koepel. Hoofdstuk II. Hooge Colleges van Staat en Kabinet der Koningin. Voor 1923 wordt geraamd 2,119,905.95, zoodat 122,870.35 meer wordt aangevraagd dan voor 1922 is toegestaan. Dit voorstel ontstaat door de volgende ver meerderingen de Staten-Generaal 135,628.50 pensioenen, wachtgelden enz.* 10,378.33, tegenover eene lagere raming voor: den JRaad van State 1211; de Algemeene Rekenkamer 19,7^0.50; de Kanselarij der Nederlandsche Orden 1015 en het Kabinet der Koningin 1209.98. Wat de vermeerdering aangaat, wordt in de Memorie v»n Toelichting opgemerkt, dat ii aanmerking is te nemen dat bij de roming reke ning is gehouden met de in overweging geno men verandering van artikel 89 der Grondwet. Hoofdstuk II!. Buitcnlandsche Zaken. Voor dit hoofdstuk wordt voor 1923 een bedrog geroomd van 4.757.506, terwijl voor 1922 is toegestaan 5.706.520, alzoo een ver mindering van 949.014. Deze vermindering is verkregen door een tot in het uiterste doorgevoerde bezuiniging en is o. a. gevonden door een verlaging van de pos ten voor Bureel- en lokaolbehoeften met 114.400, voor jaarwedden, verblijfsvergoe ding en toelagen van consulaire ambtenaren met 150.200, voor uitgoven ten bate van den dienst van voorlichting omtrent het buitenland en der verbreiding in den vreemde van kennis omtrent Nederland in het algemeene met 169.000, door opheffing der betrekkingen van militaire attaché en marine-attaché 40.500, voor kosten van Jauitengewone zendingen met f 175.000 voor dienst-uiftrnven vnn diplomatieke ambte naren met 50.000 voor dienstiritgaven van consulaire ambtenaren met 50.000, voor kos ten van onderhoud van gezantschapsgebouwen enz. met 50.000, voor aandeel van Neder land in de kosten van den Volkenbond met 25.000 en door opheffing der pospoorten- bureaux in het buitenland 40.000. Hoofdstuk IV. (Justitie). De raming der kosten voor hoofdstuk IV der Staatsbegrooting voor 1923 bedraagt 30,541,573.23, zijnde 7,775,640.13 min der dan voor 1922 is toegestaan. Kosten van Rijkspolitic. Hoewel art. 40 948,080 minder aanwijst, dan voor 1922 is toegestaan, had dc minister gaarne een groo- tcre bezuiniging voorgesteld, ware het niet, dat met het oog op de bewaking van de grenzen, de dienst der politictToepen nog steeds onont beerlijk is. Writ betreft de regeling van de subsidiën aan vereenigingen, stichtingen of instellingen van weldadigheid als bedoeld bij do artikelen 12 cn 15 der wet van 12 Februari 1901, is bet op dit artikel uitgetrokken bedrag met 400.000 verminderd, van welke vermindering 350.000 komt ten laste der gewone vcrplegingsstibsidie ■n 50.000 ten laste van de z. g. algemeene ubsidie, voor welke laatste dus op deze bc- grooting 550.000 is uitgetrokken. Voor een deel zal deze vermindering der subsidiën vol gens den minister ongetwijfeld worden opge wogen door eenigen teruggang van de ten loste van bedoelde vereenigingen enz. vollende ver- plogingskosten nis gevolg van de algemeene prijsdaling. De subsidie van den Alg Ned. Politiebond is eveneens aanmerkelijk verminderd. Voot de op richting van nieuwe politie-vakcursussen is geen bedrag uitgetrokken. Hoofdstuk V. Binncnlondschc fflaison VAN EIMEREN. Coiffeur PostJclienr Cottfeuse VIT.ÏFRSSTRAAT 14. - Tel. 205 Hoogst Modorno Salons voor DAMES en HEEKEN - Manicure Magazijn van Parfumurioën on Toilot-Artikolon BADINRICHTING Rookt ons seriemerk Samatra Zandbladslpar. Voor 1923 wordt ,d 9,687,312. Hier van is een bedrag van 007.500 als crisis uitgaaf te beschouwen, n. 1. f 2.000.00Q we gens subsidiën aan gemeenten in de kosten van armenzorg in verband met de opheffing van het Koninklijk Nationaal Steuncomité 1914 en 7500 .wegens kosten van onderhoud van ten gevolge voa 'cp oorlogstoestand uit het bui tenland nn Nederland uitgewekenen; 2,007,500. Blijf zoo 7,679,812. Voor 1922 werd preventief toegestaan 11,763,758, waarvan voor het bovenom schreven doel alsmede wegens kosten der staatscommissie in zake de Crisis-cnquête-wet eveneens als crisis-uitgaaf moet worden aange merkt 2,522,000, blijft 9,241.758. Derhalve minder: voor gewone uitgaven 1,561,946, voor crisis-uitgaven*/ 514,500, totaal minder 2,076,446. Hoofdstuk X o (Arbeid). Van het bedrag ad 1,600,000, uitgetrokken voor de vergoeding der administratiekosten, voortvloeiende uit de Ouderdomswet 1919, wordt geraamd, dat f 400,000 zal noodig zijn voor de Rijksverzekeringsbank en 1,200,000 voor de Raden van Arbeid. Bij de vaststelling van die bedrogen is er op gerekend, dat het aanhangige wetsontwerp tot wijziging van de Ouderdomswet 1919 wet zol worden, waardoor de beslissing omtrent de toelating tot de vrij willige ouderdomsverzekering van de Rijksver zekeringsbank naar de Raden van Arbeid zal overgaan. Dit zal in" het algemeen vermindering van werkzaamheden medebrengen. Verwacht mag worden, dat in 1922 en 1923 vele werkloozenkassen hare bijdragen zullen verhoogen, om de uitkeeringen te kunnen ver strekken. Daarmede wordt het subsidie evenredig ver hoogd. Het in 1922 vermoedelijk uit te keeren subsidiebedrag (voor rijk en gemeenten samen) is plm. 4,000,000. Op grond van de vermoedelijke verhooging der bijdragen wordt dit bedrog voor 1923 hoo ger geraamd. De mogelijkheid moet voorts worden open gelaten, om in hoogst enkele gevallen het sub sidiepercentage in 1923 hooger te stellen don 100, zoodot ook daarom het subsidiebedrag voor 1923 nog hooger wordt geraamd. De post bijdragen enz. in de kosten voor ver ruiming van werkgelegenheid, is overgebracht naar de begrooting van het departement van binnenlondsche zaken. Hieruit werden naast uit gaven ten behoeve van werkverschaffingen ge teisterde vakken en voor bevordering van pogin gen om de werkgelegenheid in sommige bedrij ven meer regelmatig te verdeelen. Ten einde Varkensmarkt - Amersfoort Speciale aWeclInu laatstbedoelde uitgaven ook in de toekomst mo* gelijk to doen zijn, is hiervoor ten loste van do begrooting van het departement vun arbeid 10.000 uitgetrokken. Xldc Hoofdstuk. (Koloniën.) Het Xlde Hoofdstuk der Staatsbegrooting vooi het dienstjaar 1922 is bij de wet van 6 Me( 1922 (St. bid. no. 264) vastgesteld oq 7,826,872. Voor 1923 wordt geraamd 6,530,450, alzoo minder voor '23 1,296.414. Deze vermindering is in hoofdzaak het gevolg van de omstandigheid, dat niet meer behoeft t4 worden gerekend op ccno bijdrage in de bouw< kosten van het gebouw van het Koloniaal In»! stituut te Amsterdam ad 500,000. Hoofdstuk XIL (Onvoorziene uitgaven^ Het eenig artikel van dit hoofdstuk is uitgc< trokken tot een bedrag van 50,000. DE ONDERWUSBEGROOTING. j Verschenen is hoofdstuk V A (onderwijs^ kunsten en wetenschappen) van de Stoatsbe* grooting voor 1923. De onderwijsbegrooting is ruim 3M millioen hooger geraamd don /oor 1922 was toegestaun. De beperking van de onderwijzersopleidingen zal nader worden geregeld; met i krimping van het toelagen- cn berrzenstelsel kon aanstonds begonnen worden. Do minister wil bezuinigen op de uitgaven voor lichamelijke opvoeding; voorts wil hij be« zuinigen op de uitgoven voor het instundhou* den cn herstellen van monumenten en de sub sidies voor openbare leeszalen. WATERSTAATSBEGROOTING. Voor waterstaat wordt ƒ9,980,394 minder aangevraagd dan voor 1922 is toegestaan. Op de begrooting is o.m. uitgetrokken voor verbreeding van de Noord 2% ton (v. j. 4 ton); de bochtomlegging boven en beneden Mans- Niemand wordt zonder gebreken geboren hij is de beste, die met de minste behept is. Roman van OLGA WOHLBRüCK. - Geautoriseerde vertaling van Mevrouw W esse linkvan Rossum. 15 Iedereen wedde tochf Was ze nooit in Karls horst geweest of in het Granewald? Hij zwierf ■eiken zomer in Karlshorst en zoo, kende de [jockeys, kwam binnen zonder entree te beta len, kreeg ook wel eens een goeden tip. En den Rrorigen zomer had hij bijna vijfhonderd mark Baar mee verdiend. Nou ja, hij niet natuurlijk, izij waren er met een heele troep jongens, de lden hun zakgeld bij elkaar, de grootste koos het paard uit, als het gewonnen had, dan werd Ier gedeeld. Wie gemeen deed, kreeg slaag. Maar dat was maar één keer gebeurd. Toen had <een van de troep een tip voor zich gehouden _«n voor zich alleen gebruikt. Als men niet uit >on, nou, don wedde men maar in de stad op de Fransche paarden. Waar in een sigarenwin kel de startenlijst hing, kon men gerust binnen gaan en bracht er eenvoudig een briefje mee dot en dat paard in dat en dat concours, zoo of zooveel plaats of overwinning, -de het geld op de toonbank, kocht in elk geval nog een doosje sigaretten, als er iemand in den winkel kwam. Den volgenden morgen haalde men zijn geld en klaar was Kees! Susanne zat met koortsheete wangen en schit terende oogen. Dat was wérkelijk een sprookje, het sprookje, waarop zij altijd gewacht had. En het moest tot haar komen door een jongen, die met korte broek en boeken onder den arm naar school gingl Zij trok aan haar handschoenen, aan haar kraag. Als dat alles zoo was, dan was er immer geen nood meer, dan konden de armsten zich geld verschaffen, dan „Hans," je liegt mij wat voor, dat kan niet waar zijn, dat zouHans Graebner haalde de schouders op. Als zij hem niet geioofde, ook goed. Hij had haar uit de rats willen helpen. Zij kon immers ook onder de hand bij andere menschen informeerenl Hij wou er ook heele- maal niets meer mee te doen hebben! Hij stond op, haalde zijn jas van den kapstok. Susanne bewoog zich niet. Wat waren die jon gens toch licht geraaktl „Je moet toch met je laten praten, Honsl Als ik je nu die tien mark geef Hij werd driftig. „U geeft ze mij immers heelemaal niet. Ik wil ze immers heelemaal niet hebben. Denkt u, tante Susel, dat ik iets geef om uw tien mark? Gaat u voor mijn part zelf naar den sigarenvent. Be zal u den winkel wijzen meer ken ik niet deen." Hij knoopte zijn jas dicht, raapte energiek met zijn lange jongensachtig roode vingers de j boeken öp. Susanne stond op 'het punt te gaan huilen. Een kwade duivel leek haar de jongen. En kleintjes vroeg zij „Is het dan ook heel zeker, dat ik zestig mark win?" Hij keek mismoedig en strak. „Ik wed twintig mar1-. Meer kan ik u niet zeg gen. Als het beest volt, dan is het geld naar de maan. Maar waarom moet het dan vallen? Evengoed ken ik onder de auto komen, als ik nu over den rijweg ga. Of er kon ook een verschui ving zijn dot komt ook voor!" Hij keek zonder belangstelling door het bree- de glazen raam naar buiten. Hij had zich de tong wel willen afbijten, omdat hij zijn tante iets had gezegd. Als de andere jongens het wisten! Uitlachen zouden zij hem cn afrossen 1. Goud, Zilver en Medailles 2. Brillen en So-Easy's 3. G. van DDIS ötreGötscheslraat. nog toe. En als zij het niet deden, dan was het alleen maar omdat hij bij den jockey Percy Well, die zoo licht als een veertje was, daar ginds in Karlshorst in en uitliep en don van alles te hooren kreeg. Vader had Percy Well eens een sleutelbeen gezet en later was hij er eens heen gereden naar de mooie villa. Het piepjonge vrouwtje van den Jockey was vree- selijk aardig geweest, had hem laten rijden op haar hengst en vader had er niets tegen gehad dat hij nu cn dan Well eens opzocht. Hoe dikwijls hij er daarna kwam, wist vader niet! Maar alles hoefde men zijn ouden heer ook niet te vertellen. Susanne deed een aarzelende greep in haap beurs. „Ik _al je tien mark meegeven, Hans.11. Hij was nog altijd geërgerd, nam het geld aan, zonder haar, aan te kijken, bijna met tegen zin en alleen omdat het hem onbekoorlijlr scheen zich nu terug te trekken. „Dus onthoud het paard: Le Miracle heet het, Auteuil, de derde wedloop." Zij hief met afwernd gebaar haar hand op. „Neen, Hans, daar begrijp ik niets van. Je moet het mij zeggen, bel mij even op." Voorzichtig vroeg hij: „Is u dan ook zelf aan het toestel? Wat moet ik dan zeggen, als oom komt? Hij zal tooh verwonderd zijn, ik bel toch anders nooit op!" Zij was gewend aan kleine noodleugens en zei: „Ik zal zeggen, dat ik mijn nieuwe hand schoenen bij julie vergeten heb. Als alles goed is, zeg je, dat je ze gevonden hebt enan ders „Heb ik ze niet gevonden, goed!" Het was toch heel gemakkelijk elkaar te be grijpen. Dankbaar glimlachte zij tegen hem. „Én hoe krijg ik dan mijn hondschoenen, als je ze vindt!" „Tot morgen zult u moeten wachten. U kunt immers bij ons komen. Of, als u wilt, tante Susel, kunnen wij elkaar om half een aan de bocht van de ondergrondsche ontmoeten. Ik moet morgen vroeger naar huis. Eiken dag kan ik mij door mijn vrienden ook niet laten uitnoodigenï" Hij lachte haar weer toe, met kwajongens achtige oogen, en zijn schitterend witte, een beetje over elkaar geg jeide tanden gaven zijn jong gezicht een zeldzame, bijna manne lijke aantrekkelijkheid Zij liepen naast elkaar naar buiten. „Ziet u, tante Susel, daar ginds, links, ga ik met uw tien markjes binnen." Maar zij keek schuw langs den winkel heen, terwijl zij snel naar de naastbij gelegen halte liep. Mevrouw Alma Frank maakte s morgens na de partij de voor hnnr man bestemde ka mer in het sanatorium zelf in orde. Zij had een dozijn lakens meegebracht cn eigen kussens. Zij betastte dc matras, keek achter de donkerblauwe jutegoidijnen, of er ook stof in de hoeken log, veegde met do vlakke hand over de loden der waschlafel cn knikte voldaan, dat «Hes zoo pijnlijk netjes en goed in orde was. Zij ergerde zich alleen, toen de zuster haar verzocht het beddegoed weer mee te nemen. De kussens mochten echter wel blijven, als mijnheer er aan gewend was. „Zeker is mijn man er aan gewend, zuster, wat u hier kussens noemt, is treurigZij laten zich in één hond samendrukken. Voelt u eens^ zuster, hoe mijn kussens gevuld zijn De zustor voelde. Togen de Glogouer kus^ sens was werkelijk niets in te brengen Mevrouw Frank sponde omslachtig de pnnta< lons van haar man in de spanners, hing ze irf de kast en de jassen over de beugels. „Mijn man is erg precies op zijn kleeren. Da pantalons strijk ik hem om de paar dogen op, een betere strijkplooi krijgt ook dé kleermaker er niet in. Ook de dassen strijk Ik elke week. Mijn God, hoe zal dit allemaal hier gaan!" Ze telde de zakdoeken en toen de boorden* (Wordt vervolgd), SPOEDIO JllETOHM. Lengestraai 116 Tel. 70

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 5