AMERSFOORTSCH DAGBLAD „de eemlander" 23 September MF&2 DERDE BLAD. Regserlnkjs spelen. Do Toren. £l« «Jaargang i No. 72 LWf Den 19en September wxi de troonrede a-den uitgesproken. Bn nog altijd was ijs de Beerenbrouck zoekende naar over- nstemming tusschen de drie partijen, die ns heetten te stoelen op den zelfden wor- des geloofs. Eindelijk was die overeen stemming zegge voor één jaar bereikt zocht Ruijs naar nieuwe ministers, l Blijkbaar vond hij ze niet. Want het 13 September aangekondigde nieuwe kabinet op twee ministers na, het oude. Eigen tijk op één minister naalleen de minister yan Landbouw enz. varen. Toch kwamen er twee nieuwe mannen prof. van Swaay treedtt op als minister van (Waterstaat, de heer Westerveld als minister tyanMarine f Jawel, waarde lezers. Het afgetreden mi nisterie heeft eenigen tijd geleden een wets ontwerp ingediend tot vereeniging van de departementen van Oorlog en van Marine lot één departement van Defensie, welke reorganisatie als volgt werd verdedigd. r,Zij (de Regeering) achtte de samenvoeging fcoo van zelf sprekend, dat zij meende met een korte toelichting te kunnen volstaan/ Bn het gevolg hiervan zal zijn, dat de be langen beter worden behartigd en dat ver- eenvoud i ging kan worden ingevoerd, die noodzakelijke bezuiniging zal medebren gen." Blijkbaar wilde minister Van Dijk het de partement van Marjne niet langer waarne men of eischte de Anti-Revolliitionaire Ka merolub behoud van de twee militaire de partementen. En de kabinetsformateur gaat 'direct over stag en geeft toe. Dit is méér dan een vermoeden. In de Troonde liever gezegd: de openingsrede, want H. M. de Koningin sprak (gelukkig voor Haar I) deze rede niet uit wordt ons verzekerd, dat „Vermindering van het aan tal Departementen van Algemeen Bestuur noodig werd geacht." Daarna volgt: „Het departement van Landbouw, Nijverheid en Handel zal met dat van Arbeid worden samengesmolten, terwijl de behartiging van de Landbouw-aangelegenheden voorshands zal worden toevertrouwd aan dén Minister van Binnenlandsche Zaken". AL'een op deze eene plaats is de rede uit voerig. Blijkbaar heeft er eerst wat anders gestaan, b.v. iets als: „De plannen tot ver eeniging van de departementen van Oorlog cn van Marine zijn in reeds ingediende voorstellen van wet belichaamd". Maar toen men geen man kon vinden, bereid om aan het hoofd te staan van „defensie" of toen de Anti-Revolutionaire Kamerclub deed blij ken van haar verlangen naar bezuiniging door te eische-n dat van de geprojecteerde samenvoeging van Oorlog en Marine zou worden afgezien, heeft men dit geschrapt en vervangen door eene nadere uiteenzetting yan de opheffing van „Landbouw". Mis schien in de hoop, dat het Nederlandsche yolk dan niet zou merken, dat het aantal ministers even groot blijft als het was, dat de hoorders en lezers er niet aan zouden den ken, dat deze nu aangekondigde verminde ring van het aantal departementen feitelijk geene vermindering is, omdat ze in de plaats komt van eene vroegere vermindering, die weer te niet is gedaan I Het is nog al doorzichtig en het bewijst opnieuw, dat de Rechtsche Regeering een loopje neemt met de beste parlementaire en constitutioneele gebruiken, die wij in ons land kennen. De oplossing van de crisis die dus geen crisis was na voorafgaand overleg met de Kamerfracties, kon al niet door den beugel In stede van de vorming van een kabinet op een program, waarmee de Kamermeer derheid het in beginsel eens moet ziin, een binnenkamers-politiek, die de meerderheid vastlegt op bepaalde programpunten en hef werk der oppositie te voren tot onvrucht baarheid doemt. De heer Ruijs en de zijnen moeten het weten. Dit bederf van het parlementaire stel sel leidt noodwendig tot versterking van den drang naar invoering van het vólks-referen dum, dat zij niet willen. De nieuwe ministers zijn bekwame, zéér bekwame mannen, zoo goed als de meeste ministers, die zijn blijven zitten. Maar de nieuwe parlementaire periode zal al spoedig bewijzen, dat een aantal ook buitengewoon knappe menschen nog geen regeering vor- Wellicht zal er bezuiniging zitten in de voorstellen tot vereenvoudiging van de On derwijs- en de Verzekeringswetgeving. Dit alles of liever dit weinige is dan het succes va/n het (zoo ongewenschte) ge pleegde overleg met de Kamerfracties van Rechts. Het is pover I Een 60—40 regeering, die, als ze steunde op een principieel-eensgezin- de meerderheid, in staat zou zijn een forsch program te ontvouwen in deze dagen een kloek program van bezuiniging en van op bouw komt thans met eene openingsrede, waarin matheid en lusteloosheid grond- en boventoon is. Zóó regeert men niet, zoo speelt men regeerinkje. Het eerste beunjs is er al. De Troonrede rniet alle kracht en heerlijkheid De rede spreekt van de onvermijdelijkheid van „in grijpende beperking van publieke uitgaven, mede te hererken door wettelijke voorzie ningen. Hoe men zal bezuinigen, weet het ';i inet hlijkbaar nog niet. In elk geval ver zuimt zij het aan te duiden. Zoo beteekent immers de zinsnede, dat „de bedrijven van den Staat" „zóó zullen zijn te beheeren, dat nadeelige sloten zullen worden vermeden" niets, zoolang we niet weten of de Reveering de begrootingen van Hie bedrijven sluitende wil maken door ta riefsverlaging en het doen op altijd volgen- He meerdere gebruik dat van de diensten Hier bedrijven wordt gemaakt, dan wel door tariefsverhooging. Alleen volgt uit de opsomming van 3e fn te dienen en te overwegen wetsontwer pen, dat de Regeering vooral met goed- Koope maatregelen zal komengemeente wet-herziening, geleidelijke afschaffing van öe Huurwetten, herziening van de Drank- *et, van de wet op de besmettelijke ziekten v?ü van het belastingwezen. Vier en een half jaar is het geleden, dat in dit blad de restauratie van den L. V.-toren werd behandeld. Het nog vastgebonden zijn aan de oorlogsellende doet den tiid na 1019 uit het oog verliezen en we stelden die eerste beklim ming van het toren-steigerwerk ons voor als liggende slechts twee jaar achter ons. We zien nog die schrikwekkende gaping van weggebroken pijlers in het achtkantige, derde torendeel tusschen de 2e en 3e omloop, in de z.g'. lantaarn. We begrepen wel, alles was soliede gestut. Maar toch beklemmend dat gezichtzoo'n steenkolom van twintig meter en een paar meter doorsnee, weggekapt zoo ver boven den ver trouwbaren vasten grond. Wat is toen op den ollerhoogsten tijd inge grepen? Tn plaats van met de bindende kalk tot rots to zijn vergroeid, was de baksteenkern van zoo'n pijler met een zandstcenmantel vergaan tot pulver. Met bakken vol kon het steengruis, neen, de steenpoeder worden weggeschept. De toren zou niet veel jaren meer storm en regen hebben weerstaan. De rijksarchitect Mulder sloeg alarm in 1905 en de heer Kam, toentertijd hoofd van Publieke Werken, onderzocht en ontwierp een plan van restauratie, hetwelk tot uitvoering kwam onder diens opvolger Ir. Beltman. Van breken komt breken, zegt men. Het eerste plan van herstel is in den loop van 't werk ver uitgebreid moeten worden, zeer ver. Men wilde zich niet bepalen tot een lap-restauratie als in I860. Bovendien, daarvoor was de zieke patient te ver heen. We kunnen spreken van Restauratie eerste deel. 3 Mei 1912 ving de firma Hugon en de Vries uit De Rijp aan met het opstellen van den steiger tusschen le en 2e omloop aan de Sin gelzijde. 't Was een buiiensteiger beslaande een enkel torenvlak, welke later naar den noordkant en naar den zuidkant werd verplaatst. De heer Radstake, thans Hoofdinspecteur van Woningtoezicht, werd benoemd als opzichter- teekenaar speciaal voor dit torenherstel. We kunnen hem tevens als uitvoerder beschouwen van dit eerste werk onder wien het personeel der firma J. Wildeman voor het metselwerk en de firma van Dijk voor do steenhouwerij ar beidden. Deze laatste firma maakt ook het tweede deel der restauratie mee. Aldus is afgemaakt het herstel van de Ie naar de 2e omloopvernieuwing van 8 M3 muur aan de twee bovenhoeken Singelzijde, van traceering (versiering) der blinde ramen, van borstwering der 2e omloop. Acht M3 nieuw muurwerk, waar gedacht was met drie te kunnen volstaan. Zoo is het met alles gegaan; steeds kwam er een nieuw manke ment aan het licht, en hel werk van 1912, '13 en '14 mogen we gevoegelijk noemen hoe forsch en groot het werk ook is geweest: de klein restauratie, gezien wat nog te doen bleef. Vier en een halve eeuw had de regen ge slagen en had ingewerkt op den kern van bak steen en steeds moei kreeg hij vrijen toegang de vorst had het ingedrongen water tot persing uitgezetde lucht had verweerd. En zoo was de regenzijde, de westkant aan 't Singel in dezen lamentobelen toestand geraakt. De toren was doodziek. Een eerste onderzoek of latere ontdekkingen brachten aan het licht dat vier der acht pijlers van de lantaarn (derde torenstuk), volkomen voos waren en geheele ver nieuwing vroegen, terwijl nummer vijf zich dit voor de helft moest laten welgevallen dat tusschenliggende open raam togen met windbergen (kopstuk), traceeringen (versiering) en montants (staande spijl) uiteenhingen en brok ken misten dat op verschillende plaatsen stukken lei tus schen het zandsteen van de pijlerommanteling waren gestoken om den loodrechten stand te kunnen verkrijgen dat de lood- en zwavelverbinding tusschen ijzer en steen het roesten niet had voorkomen, zoodot het daardoor opgezette ijzer der ankers en stangen de steen had stuk gewrongen dat de loodbekleeding van de spits niet water dicht afsloot dat de torenspits (22 M. hoog) veel eischte, daar zelfs het houtwerk onder 't lood en 't koper voor een deelzelfs niet meer aanwezig was. Sommige eiken stijlen van het open gedeelte onder het leiendak bleken van 25 bij 25 geredu ceerd tot 10 bij 10. Bij het openmaken ven het koperdek op de peer onder de kroon zag men molm en vezels maar geen hout. In verband hiermee schrijven we Een stukje vol dubbelpunten. Wie dragen de groote schuld van deze ge vaarlijke houtverwoesting Gekken en dwazen schrijven hun namen op muren en glazen. Hon derden en nogmaals honderden namen stonden daar boven ingekerfd, ja ingehakt. In vroeger jaren jubelde de toren in de Mei maand driemaal per week van vijf tot zes. En in dat uur van klokkenspel was er vrije klim. 't Krioelde dêarboven, heel boven liefst in de kroon, 't Staat ons nog voor den geest, er jon gens te hebben zien slingeren en draaien om de kroonstangen heen. Werkelijk was 't het sta ving van het volkswoord God bewaart kinderen en dronken menschen. Als zoo iets nu nog plaats had, zou men op het voorhoofd wijzen en zeggen De .Overheid mankeert het hier wijzen, moeten de gekken prijzen. Er bestond toen vermoedelijk geen plaatselijk blad of één dat slechts als bidkleedje diende om te stamelen: Allah is groot I Restauratie Tweede deck Nu ging het groote werk beginnen en de lei der Ir. Beltman kreeg ter beschikking de' firma J. Groencndaal (Breda), de aangewezen zaak voor zulk werk in den lande. Dezo heeft vanaf den aanvang den heer F. Willems als uitvoerder. Do leiding had achtereenvolgens den steun als opzichter-teekenaar van wijlen d-n heer H. Verhaaff en den heer E. Maats. Voor men overging tot het stellen van den reuzensteiger binnen cn buiten van twee naar drie en de acht draakstukken elk van zes mas ten, moest er eerst een steunvloer worden ge legd wat bestond zou onmogelijk den grooten last kunnen torschen. Hiermee werd aangevan gen Juli 1916. Die steunvloer van gewapend beton is gewor den meer dan een meter dik met mounierbalken van 90 c.M. en een draagvermogen van 150,000 kilo. 't Speelhuisje en pinnenklovier werden opge borgen. In geen jaren dan ook heeft het carillon geklonken en vermoedelijk komt spoedig de tijd, dot wo ook den „rammel" moeten missen, zoo- als straks zal blijken. Dit mooie woord is de Vlaamsche naam voor heel- en halfslog. We hoorden 't voor de eerste maal van Jef Denijn den grooten Belgischen beiaardier, toen we het buitenkansje hadden met hem op onzen toren te zijn bij ziin klokkenspel op een October- avond von T9T5. Hier nemen we de vrijheid een Einlage in te schuiven in betrekking tot dat avondspel en kiezen doorvoor als opschrift Wat liegt er meer dan menschen! In het mooie boekje „De torens zingen" van v. d. Ven troffen we het volgende gesptek aan over het Ameisfoortsch carrillon. gevoerd tus schen Vincent den bekenden carnllonspeler te Amsterdam en Jef Denijn op 15 October 1915, daags na diens verblijf alhier Vincent zei: „'n Paardenwcrk, daar in Amcrsfoortsch beioord spelen." „Dat is wel hel juiste wooid lachte Denijn. „Ik heb er even 'n Brabon^onne gespeeld ter eere ven mijn geïnterneerde landgenooten, maar ik verzeke u, dot ik het nog geen half uur zou hebben volgehouden! Het zijn daar allemaal Hemonyklokken, maar op 'n onmo gelijke manier aangespannen." Nu een aanhaling uit ons verslag over dat avondconcert van Jef op onzen L. V. toren, waarvan we daareven spraken. Daar waren we nu boven. Dcr.ijn zet zich op de bank voor de pinnen van het klavier. Eeist echter moet overjas en jas uit. En nu de klophondschoenen aan? Mis. Dot handschoeisel belemmert hot vlugge werken. Slechts een zeemleer huisje om dc pinken moet beschermen tegen klupkwetsuur. Naast den kunstenaar de torensmid met op geheven lantaarn. En daar ging: Le valeureux Liégeois. En daar kwam aan het eind de prach tig doorgewerkte Vlaamsche Leeuw, gevolgd van Wien Neerlandsch Bloed en Broban^onne. In den voormiddag was reeds door Denijn een torenspel gegeven. We meenen zelfs dat hij driemaal zijn kunst hier heeft doen bewon deren. Zooals men boven ziet, kon Jefkc nog meer den beiaardspelen. Hoe ver is men thans? De vier en 'n halve pijlen zijn vernieuwd. De foulen van vroegeren bouw zijn vermeden. Er is uitstekend materiaal gebruikt. In plaats van lood en zwavel diende thans cement verbinding om ijzer en steen aaneen te voegen. Zoo ook zijn de ijzeren stangen, die de raambogen ver binden, met koper omkleed waar ze door de staande steenen pijlen dringen. Elk der vijf vernieuwde pijlers kreeg een luchtkapioot me roosters. Een onderzoek heeft doen zien, dat de drie andere pijlers nog volkomen gezonden kern bezaten; de mantel van twee daarvan heeft echter nog herstel noodig gehad. Evenzoo zijn vernieuwd of hersteld de tus- schengelegen raamkoppen en onder steenwerk en zoo ook de ballustrode van derde omloop. De eenigszins doorgezakte spits is niet op geheveld, zooals eerst het plan was, maar 'zwdre' ijzeren differingbinten zijn onder h^t houten zweardennet geschoven om verder doorzakken te voorkomen en den druk der spits regelmatig over de pijlers te verdeelen. Het houtwerk in de spits is vernieuwd, even zoo het steenenonderstuk daarvan. Dit laat ste en de vloer van de omloop weid afgedekt met specie, vcmengd met Ceresit, om water- indringen te weren. Dit herstellen a.h.w. vernieuwen van het in wendige der spits alleen reeds is een reuzen taak geweest. AI200 is het groote werk, voorzoover bo ven is aangegeven, ten einde gebracht. Reeds werd de bovenste buitcnstciger verwijderd en eveneens de hcischstelling op den 3e omloop. Een eeresaluut voor den leider Ir. Beltman cn de opzichters die hem achtereenvolgens heb ben bijgestaan, voor den uitvoerder en de ■werklieden. Maar al zijn pijlers en spits klaar, veel bij werk wacht nog. Zoo is het met den ontworpen klokkenstoel. Voorheen hingen de vier groote klokken aan een eiken draagbalk, welke steunde in de pij lers. Deze heeft men nu van dien last ontheven en de bolk rust heden op draagstutten, totdat een ijzeren stoel die vier groote klokken zal opnemen en nog een paar kleinere tusschen de pijlers vandaan, waar de andere bellen van het carrillon zullen blijven hangen. Het wach ten is slechts op de goedkeuring van uit Den Haag, want men weet dat Rijk cn Gemeente elk de helft dragen der restauratiekosten. Zoolang dit werk niet achter den rug is, moet ook het verdere deel van 't steigerwerk blijven staan. Het uurwerk krijgt een inrichting voor auto matisch opwinden, maar of het pinnenklavier door een moderne constructie zal vervangen worden, dat betwijfelen we, nu de aanspanning der bellen, (technische naam voor die carril- lonklokken) met verbazend lange draden in wezen blijft. De omvang van het carrillon be draagt drie octaven. Het middelste bezit alle vijf tusschentonen, 't laagste heeft daarvan slechts de bes, welke weer gemist wordt lijk is aan de twee muren, tusschen 1 en 2, die bij d" voorrestauratie geen beurs hebben ge had. In ieder geval moet men daar tusschen 1 en 2 aan den gang voor het vernieuwen der naar buiten uitstekende klankborden bovert de galmgaten. Die klonkbordcn steken daar thans maar voor statie uit, want de luiklokken, wel ker galm zij moesten neerwerpen over dc stad, zijn er niet meer. Vermoerleliik waren het dc- gecn, waai op Nupoloon beslag heeft gelegd voor kanonnenmetaol. Dc bcneden-torenruimte, welke wij aanzien als de Genndekapel van voor 1579, krijgt ver nieuwing van de omloopendc balustrade. Deze balustrade heeft open bogen; slechts de drie in het midden zijn dicht. Die bevinden zich boven het thans nog aanwezige drnag- heeldje, voorstellende den engel Gabriel der Blijde Boodschap. Daar stond het „miracu leuze beeldje" en daaronder bevond zich het altaar. Bovenstaand resteerend werk toont aan, dat de volledige restauratie nog een paar jaar zal vragen. Als slot van dit artikel vermelden we een historische merkwaardigheid over do wijze, waarop in vroeger tijd non 't bcnoodigde geld werd gekomen. In 1651 is.de toren voor de zooveelstc maal door den bliksem gelroffen, en de spits brand- de 40 voet of- In 1655 begon men ze te ver nieuwen en zooals nog te zien is,kwam een Romoonsche top den gotischcn toren bekro nen. Om de kosten te dekken werd geld opge nomen en dit vond rente cn aflossing in een belasting, (oxcijs noemde men dot) op dood kisten. Elk sterfgevol bracht dus een offertje mee voor dc torenspits. In 1760 was dit nog in "van?- C. A. H. Finantlêel Overzloht. Veertig jaar geleden heerschte waarschijn! i het bovenoctaaf. Is ook dit werk ten einde, dan aeer algemeen de denkwijze "SVat de Heeienis 't mogelijk dat hersteld wordt, v;at wensche- De internationale fondsenmarkt i? in dc nf- geloopen acht dugen grootendcels bchccrscht ioor dc berichten betreffende den politieken toestand, in verbond m°t dc gebeurtenissen in het nabije Oosten. In den aanvang der week, toen de kans op een conflict tusschen de „bond- genooten" Engeland en Frankrijk volstrekt niet denkbeeldig scheen, was de houding allerwegen gedeprimeerd. Nauwelijks echter luidden de be richten gunstiger, of ook op de fondsenmarkt is de stemming gekeerd cn de buitenlondsthe beurscentra hebben dc laatste dogen zelfs een bepaald willige tendenz aan den dag gelegd. Inmiddels blijkt -it de gebeurtenissen in 'het nabije Oosten wel, hoe onzeker de politieke verhoudingen nog steeds blijven, cn hoe ver wij nog verwijderd zijn van normale toestanden, waarin de vrede in Europa niet telkens weder verstoord dreigt te worden door nieuwe conflic ten, nu van dezen, dan weder van genen aard. Het is intusschen bevredigend, dat althans één belungrijke kwestie, die tot nieuwe strub belingen op politiek gebied aanleiding had kun nen geven, in de laatste weck een bevredigende oplossing heeft gevonden. Dank zij een over eenkomst tusschen den president der Duitsche Rijksbank, dr. Havenstein, met de directie der Engelsche Bunk, is dc Rijksbank thans in staat geweest, de zesmaandelijksche schatkistwissels, w< lke Duitschland aon België op rekening der schadevergoeding te betalen heeft, te garandee ren. Met deze garantie door de Rijksbank heeft de Belgische regeering genoegen genomen, zoo dat althans deze kwestie voorloopig van de baan is. Wel is de kanS* groot, dat na verloop van den zesmaandelijkschen termijn de moei lijkheden opnieuw zullen beginnen. Men troost zich echter met het oude gezegde, dot tijd rood bicngt en hoopt, dat de zesmaandelijksche rust Duilschlond nieuwe krachten zal geven om op den vervaltijd aan zijn verplichtingen te vol doen. Of dit inderdaad het geval zal zijn, zal na tuurlijk geheel afhangen van de wijze, waarop het economisch leven in Duitschland zich ver tier ontwikkelt. Voorshonds ziet het er in dit op zicht wei- ig hoopvol uit. Ecnerzijds wordt de concurrentie op do wereldmarkt voor de Duit sche industrie steeds moeilijker, nu de arbeids- loonen etc. zich steeds in sneller tempo bij de daling in de geldswaarde aanpassen, en nu ook de prijzen van grondstoffen de dep.eciatie der Duitsche valuta steeds meor op den voet vol den. Zoo werden, ingevolge een besluit van den Deutschen Eisenwirtschafshund, de ruw ijzer prijzen in Duitschland thans elke tien dagen op- nifuw vastgesteld, met het oog op de stijging der prijzen \c.n buitenlandsch erts, de verhoo ging der cokesprijzen, der vrachten etc. Voor de loalste tien dagen van September zijn dan ook voor de ruwijzerprijzen nieuwe verhoogin gen ingetreden, en dit weerspiegelt zich natuur lijk tevens in de prijzen van verschillende fabri katen. Een andere, zeer ernstige moeilijkheid^ waar mede het Duitsche bedrijfsleven thans ie kam pen heeft, is de geldschaarschte, die voortdu rend scherpere vormen aanneemt. Hoe zeer deze geldnood zich doet gevoelen, blijkt wel uit het besluit der regeering, om de ondernemingen uitstel te verleenen voor de betaling der kolen- be'asting, omdat hiervoor geen voldoende mid delen aanwezig waren. De oorzaak van de geld schaarschte is natuurlijk te zoeken in de depre ciatie van de Mark, waardoor met den tankoop van grondstoffen, vooral van die, welke vit bet buitenland moeten worden betrokken, steeds grootere bedragen gemoeid zijn, terwijl tevens de uitgaven voor arbeidsloonen otc. ontzaglijk gestegen zijn. Zoo is medegedeeld, dot de om. z^t van het Duitsche kolensyndicoat thans ca. 40 h 50 milliard Mark per maand bedraagt. Dat de' beschikbare middelen tegen een der gelijke snelle toeneming der uitgaven niet zijn opgewassen, ligt voor de hond. Handel en in dustrie doen dan ook in steeds grooteren om vang een beroep op de banken, welke echter op hun beurt evenmin bestand zijn tegen een dergel ijken aandrang en naar middelen moet grijpen, om den stormloop om crediet te we ren. Niet alleen worden thons niet of nauwe lijks geen nieuwe credieten meer verleend, doch vroeger verleende voorschotten worden opge vraagd. Op effecten worden geen voorschotten meer verstrekt, die op goederen worden be langrijk ingekrompen. Do provisie- en rente tarieven worden telkens opnieuw verhoogd, wat een nieuwe last op het zakenleven legt. De Rijksbank verhoogde deze week haar disconto wederom met 1 tot 8 Het gevolg van de zen oredietnood zal onvermijdelijk moeten zijn, dat de productie op veleilei gebied zal moeten woiden ingekrompen. Welk een romp dit voor het tegenwoordige Duitschland zou beteekenen, dat tot nu toe zijn kracht heeft gevonden in de levendigheid van ziin industrl.*, behoeft wel nauwelijks betoog. Men hoopt aan de heefS schenden credietnood eenigermate tegemoet kunnen komen, door op ruimere schaal gebruik te maken van hondelswrasets, woTVc durende vele jaren uit het Duitsche handclv verkeer waren verdwenen. Voorts heeft de Duit^ scho regeering besloten, om het bankjgeheiin^ dat destijds was opgeheven om belastingonttj duiking to voorkomen, weder in te voeren in de hoop, dot deze maatregel tot gevolg zal. hebben, dat de gehamsterde bankbiljetten al-( thans ten deele weder naar de bonken zullen te rugvloeien. In tegenstelling met de geldschaarschte !n Duitschland staat de ruimte op de geldmarkt hier te lande. De vorige week maakten wij reed* melding van de aflossing d«r 7 leening Amster dam, cn de conversie der 7 l ening Den Bosch in een 5'A lecning. Behalve de ge meente Eindhoven, die haar 7 en 6M fcc- ningen ad totaal 5 millioen eveneens in een 5leening van f 4 millioen cn een tijdelijke leaning ad 4 omzet, gaan thans ook da Hollandsche cn de Staatsspoor tot aflossing van hun 7 leeningen von TQ20. resp. 1921, tot een gezamenlijk bedrag van f 45 millioen over, cn tot uitgifte van een nieuwe leening van f 25 millioen elk, tot oei rentevoet van 5' j cn tot een koers vni 95 op welker inschrijving de 7 obligation voorkeursrecht hebben. Voor de spoorwegmaatschappijen beteeken? deze transactie een besparing van co. 400,00c per jaar, die echter tegenover het totale gc^ ronmde deficit der spoorwegen, wanneer de exploitatie op de tegenwoordige wijze zou wor* den voortgezet, nog niet veel uitmaakt. Im mers zou in dot geval het tekort, blijkens een mededeeling fn dc millioenen-nota voor 1923, niet minder dan 33 millioen bedragen. Dc re geering stelt zich echter voor, door het treffen -»rzJeningon (loonsverlagingen etc.) dit tekort te kunnen 'doch v, 'wijnen, en heeft in deze verwachting het deficit dei spoorwegen onder de buitengewone uitgaven géL"3e)*! Of de regeering in deze en andere pogingen' tot bezuiniging, welke in dé Millioenen-nota zijn neergelegd, zal slagen, is een vraag, die dc tijd zal moeten beantwoorden. Hoe dringend nood zakelijk bezuiniging op elk gebied is, is uit de cijfers der nieuwe bcgrooting wel wederom zeer duidelijk gebleken. Het deficit op den gewo nen dienst alleen bedraagt 52'j millioen, on- danks verschillende bezuinigingen, die reeds in het nieuwe jaar zullen worden ingevoerd, Het tekort van f52'A millioen hoopt de regee- ring grootendcels door verdere besparingen, tot een totaal bedrog van 37k? millioen, tc kimnen dekken. Tot dekking van de resteerende 15 millioen zullen ƒ10 millioen aangewend worden uit de opbrengst der opcentbn ten bute van het 1 eeningsfonds, zijnde het bedrag, dot, naar verwacht wordt, uit het leeningsfonds zal overblijven, nodat de gewone rentebetaling op de leeningcn heeft plants gevonden. Tot nu toe werd dit overschot aangewend voor buitengewone aflossing der oorlogsschul den. Deze buitengewone delging komt dus thans te vervallen, hetgeen beteekent, dot voor aflos sing der oude leeningen nog langere tijd zal noodig zijn, dan oorspronkelijk was aangeno men. Bovendien zal de regeering het ook in het nieuwe joor niet zonder lecningen kunnen doen. Reeds thans bcdruagt de vlottende schuld des Rijks een kleine f 400 millioen. Hier zal in het nieuwe jaar nog een uanmerkelijk be drag bijkomen, getuige het feit, dot het tekort op den gewonen cn buitengewonen dienst te zamen op ruim f 226 millioen is geroomd. Voorloopig zal d«» Nederlandsche regeering dus niet, evenals de gcmecneen cn andere publieke lichamen, partij kunnen trekken van de ruimte, die thons op de geldmarkt hier te londe bestoet, voor het converteeren horer leeningen. In verbond met den ongunstigen indruk, dien do Millioenen-N*>to gemankt heeft, zijn Neder landsche staatsfondsen eenigszins tcruggeloo- pen, nodat zij de vorige weken in verband met dc ruimte op de geldmarkt, in koers waren ver» beterd. Overigens had de publicatie der begroo., ting op de Amstcrdnmsche fondsenmarkt gec*' nerlei invloed. De beurs sloot zich geheel aan bij de stemming op de buitcnlandsche centra, van welke speciaal New-York voorbijgaand wil lig was op de aanneming van het ontwerp- tariefwet door den Senaat cn het uitspreken van het veto door den president over dc wet tot het toekennen van een bonus aon oud-strij ders. Zooals men zich herinneren zal, heeft de president zich tegen de uitvoering van deze wet verzet, omdat hij vreesde, dat deze een ontred dering der Amerikaanschc financiën met zich zou brengen, aangezien voor de betaling der premiën geen middelen konden worden onngci wezen. Wel waren verschillende plannen ge opperd, zooals het heffen van een omzetbelos- ting, waartegen echter scherp verzet rees uit handel en industrie. Voorts was voorgesteld om de rente, die Engeland aan de Ver. Stoten voor de tijdens den oorlog aangegane schul- den heeft te voldoen, voor het uitbetalen der bonussen aon te wenden. Ook hiermede kor het congres zich echter niet vereenigen. Met het veto van den president was, naar men algemeen verwachtte, deze zook, en doormede de mogelijkheid, dat nieuwe belostingen voor de financiering van het ontwerp zouden worden voorgesteld, van de baan. Volgens de wettelijke bepalingen in de Ver. Staten toch kon een wet, waarover de president zijn veto heeft uitge- sroken, niet doorgevoerd worden, tenzij zoowel het Huis van Afgevaardigden als de Senaat me< twee derden meerderheid toch de wet non- neemt, hetgeen natuurlijk slechts in speciale gevallen zal geschieden. In dit geval is het ech ter, althans reeds voor zoover het Huis van Af gevaardigden betreft, gebeurd. Met 258 tegen 54 stemmen, een overweldigende meerderheid dus, heeft het Representontcnhuis het wetsont werp aangenomen. Welke houding de Senaat aanneemt, is oj het oogenblik, waarop wij dit bericht schrijven, nog niet bekend. Nu echter de olgemeene opinie zoo vóór het wetsontwerp is, als uit dc stem ming in het congres gebleken is, lijkt het alles zins waarschijnlijk, dot het ontwerp ook in den Senaat een meerderheid zal vinden. D< regeering blijft dan met de moeilijke taak zit ten, dekking voor de hierdoor ontstaande uit gaven, die van sommige zijden op 2, door an deren zelfs op 5 milliard dollor per jaar worden geroomd, te vinden. Het bedrog zal uit nieuwe belostingen, of anders door het aangaan van leeningen gevonden moeten "worden. Het eerste" beteekent een verzworing van druk voor het Amerikaansche bedrijfsleven, het andere opent het gevaar voor een inflatie van het ruilmiddel in de Ver. Stoten. Geen wönoder dat de fond senmarkt het lot van het wetsontwerp met de grootste belangstelling gadeslaat/ de veste stemming, die in hei midden del

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 9