Hockey Sticks
""stim" amersfoortsch dagblad „de eemlander" 2ao«r.M9«
Flnantltel Overaioht.
DERDE BLAD.
BrltriB lit da Hofstad.
WH ïfMG RO EKHUÏZEMiiwëïïër
Gouden Trouw- en
Verlovingsringen.
JUWEELENRJNGEN.
feuilleton"
In den üVlaaEsiroom
Drie dingen om niet te vergeten
Scheurleer Ballen
Voetballen «n Schoenen
JOH. VAN DIJK,
Langestraat 116 - Tel. 70.
cain, nog een bijzonder rijk materiaal, het
„crêpe imprèmé".
Men brengt de veelkleurigste patronen, door
middel van drukken op de bekende crèpesoorten
aan en ontleent die voornamelijk aan Indische,
Chineesche en Japansche motieven. Het Iaat zich
hooren, dat men van dergelijke opzichtige stof
fen slechts kleine métrages ter garneering ge
bruikt. Toch komt het voor dat voor teagonens
en zelfs voor gekleede pijama's naar deze exen-
trieke patronen gevraagd wordt.
Alvorens af te rekenen met de zijden crêpes
moet ik nog melding maken van het buitenge
woon effectvolle weefsel dat de nieuwe mode
ons biedt in het crêpe Georgelte-Faconnè en in
het Velours Faconné. Crèpe-Georgctte Faconné
heeft op een effen 'oppervlak prachtige dik-op-
tiggende patronen van chenillc-fluwcel. Soms
zijn deze in ééne tint, soms in afloopende nuan
ces, maar men ziet ze ook in een bont tintelend
kleurenspel en dan zijn ze zóó oogverblindend
mooi, dat men zich in een feënrijk verplaatst
waant.
Op de zelfde wijze is effen fluweel, door mid
del van hoog-opgelegde Chenillepartonen tot
Velours-Faconnè geworden. Men gebruikt dit
niet enkel in dunnen kwaliteit voor avondjapon
nen, door wendt eene zware soort opgelegd
fluweel ook voor mantels aan. Naar verhouding
is dit laatste voordeeliger in prijs dan het dunne
Faconné-Velours en zal men het ongetwijfeld
reeds spoedig tot de gangbare mantelstoffen
kunnen rekenen.
Van de wollen en halfzijden stoffen, die zich
onmiddellijk bij dc Brocés of Faconnés aanslui
ten, noem ik het prachtige Damassé. Met zijne,
in dwarse lijntjes geweven dessins, die bijzonder
mooi afsteken tegen de dunnere draden der
eigenlijke stof, doet het wollen damasse zeer
voornaam en wonderlijk kleedzaam aan.
Omdat door dezijden draden die erdoor loo-
.pen, het halfzijden Damassé een gloedvol opper
vlak vertoont, is deze beeldige stof nog meer
welgevallig aan het oog.
Aangezien de lijnen van Damasséstoffen niet
op het fond liggen, doch erin schijnen geperst
te zijn, haal ik hier nog een paar nieuwe stof
fen aan die volgens hetzelfde procédé geweven
zijn. Daar is dan het creponachtige weefsel dat
men Craquelénoemt als japonstof, en de dikke
mantelstof die van gelijkmatige slingerlijntjes
als ingeperste figuren is voorzien en die den
sierlijken naam van „Olifantshuid" ontvangen
heeft.
Het is haast overbodig erop te wijzen dat het
effen crêpe Marocain in wol en halfzijde nog
eene der meest modieuse stoffen voor dunnere
winterjaponnetjes is. Tot dezelfde serie behoo-
ren nog Popeline„Gabardine" en „Corc-
Screw" (een weefsel dat getrokken kurklijntjes
vertoont en zeer veel op Gabardine gelijkt).
Al deze stoffen zijn van fraaie, degelijke kwali
teit en zijn voorradig in een kleursorteering,
welke even uitgebreid als aardig is.
Zooals mer> voor de nieuwste zomermantels
dien zijden matelassé en cloqué verwerkte, zoo
worden veel nieuwe wintermantels in eene zware
kwaliteit van deze stoffen, soms zelfs met don-
zigen achterkant, vervaardigd.
Wanneer men het niet aanschouwd heeft,
valt het verschil tusschen matelassé en cloqué
moeilijk te onderscheiden. De eerste stof is in
hooge en lage figuren geperst of geweven. De
tweede is, door middel van een netwerk van
draden aan den verkeerden kant of door bijeen
getrokken stiksels in golvende lijnen getrokken.
Het cloqué bestaat in fluweel en zijde en is op
zichzelf dun van kwaliteit. Het matelassé koint
voor in zware wol en is dan even prachtig als
degelijk voor wintermantels. Ook in zijde is
matelassé een solieder weefsel dan cloquc, om
dat het niet aleen vaster, doch ook zwaarder
van draad is. Geperst matelassé is minder sterk
dan ingeweven matelassé, omdat uit het eerste,
door het dragen, op den duur de figuren ver
dwijnen.
Tot de zware mantelstoffen rekent men zijden
en wollen Colelé, (ribbelstof) waarvan de laat
ste ook Raillaine genoemd wordt.
Stoffen als: Velour-deLaine, Dufeline-de-
Laine en Perllainc zijn voor den fijnen winterjas
nog even gewild als in het seizoen van hun ver
schijnen, dat thans reeds een tijdje achter ons
ligt.
Met Velours-Ciselè, eene Velours-de Lainestof
met ingeperste figuren, Tcddij Bear Pluche!te
en Velours Breitschwang is de lijst der nieuwe
winterstoffen, (zooals men ze meestal alleen in
de fijne huizen aantreft,) zeker wel compleet of
althans nagenoeg compleet.
Do algeheele frontverandering, die zich in de
laatste weken op de Amsterdamsche beurs heeft
voltrokken, wordt wel duidelijk geïllustreerd
door h »t dezer dagen gepubliceerde bericht, dat
de 5' 2 -leening der gemeente Amsterdum ad
f 14.62 millioen slechts ten deele is geslaagd
cn dat met de onderhondsche plaatsing van
liet restant voortgang zal worden gemaakt.
Toen h*t gemeentebestuur van Amsterdam ruim
een maand geleden besloot tot aflossing van het
nog uitstaande gedeelte der 7 %-leening ad
15 millioen, deelde het tegelijkertijd mede,
dat de uitgifte van een nieuwe leening tot ioger
rentevoet nog niet onmiddellijk zou plaats vin
den. Blijkbaar was men van mecning, da! de
ruimte op de geldmorkt nog wel ecnigen tijd
zou oonhouden en wilde men nog even de kat
uit den boom zien ten opzichte van do voor
waarden, waarop de nieuwe leening onderge
bracht zou kunnen worden.
Inderdaad zog het er destijds niet naar uit,
alsof de toestond op de geldmarkt zich spoedig
ten nadcele der geldnemers zou veranderen. De
voortdurende malaise in handel en nijverheid
beperkte de geldbehoefte van het zakenleven.
De uiterst geringe omvang van zaken op de
fondsenmarkt maakte, dat ook hier belangrijke
bedragen vrijkwamen, zoodat de prolongatie-
koers zich longen tijd op een niveau van 2^
heeft kunnen hondhaven.
Hoe gering de omzetten ter beurze geweest
zijn, blijkt o.o. wel daaruit, dat de Beursbelas-
ting, volgens den jongst gepubliceerden maand
staat der rijksmiddelen, in de eerste negen
roaunden van het loopende jaar slechts 1.70
millioen heeft opgebracht, wat bijna een mil
lioen gulden minder is don in de overeenkom
stige periode van het vorige iaar cn wel een heel
droevig figuur maakt tegen'wer het recordjaar
1920, topn in de eerste drie kwartalen bijna
f 5Y: millioen aan beursbelasting ontvangen
werd.
Behalve door de, door bovenbedoelde om
standigheden teweeggebrachte ruimte op de
geldmarkt werd de vraag naar beleggingswaar
den bovendien gestimuleerd door het feit, dot
na de op verschillende aanceelen geleden zware
verliezen het publiek de voorkeur ging geven
aan fondsen met een vasten rentevoet. Een en
ander gaf aanleiding tot een scherpe rijzing van
beleggingswoorden, waardoor de 7 gemeen-
teleeningen, waaronder die van de hoofdstad,
welke bij de uitgifte niet geheel geplaatst kon
worden, tot belangrijk boven pari zijn gestegen.
In dezen toestond hebben verschillende ge
meenten cn lichamen, waaronder in de eerste
plaats de hoofdstad en vervolgens de Staots-
en de Hollondsche spoor, aanleiding gevonden
tot aflossing der leeningen van het hooge 7
rente-type, en tot uitgifte van leeningen tot
een logeren rentevoet. De spoorwegmaat
schappijen hebben hun 5%-Ieeningen tot den
koers van 95 kunnen p'aatsen. Alvorens ech
ter de gemeente Amsterdam aan haar besluit
tot conversie uitvoering heeft gegeven, is in den
toestand der geld- en beleggingsmarkt een
merkwaardige wijziging betreden. Tengevolge
van de grootero levendigheid ter beurze is de
prolongatiekoers tot 4 gestegen. Het publiek
dat zich langen tijd afkeerig had getoond van
het koopen van eenigszins speculatieve fondsen,
begint langzamerhand weer grootere belang
stelling voor aandeel en aan den dag te leggen.
Nu de verbetering ter beurze zulke aanmerke
lijke vorderingen heeft gemaakt, hoopt men,
de in het voiig jaar geleden verliezen, zij het
ook ten deele, op deze wijze weder te kunnen
inhalen.
Wij zien dan ook thans het begin van een be
weging, welke juist tegenovergesteld is aan die,
welke tijdens de malaise ter beurze viel waar te
nemen. Ruimde men destijds tot eiken prijs aan-
deelen op, om het vrijkomende bedrag in fond
sen met een vasten rentevoet om te zetten, thons
gaat men tot verkoop van beleggingswaarden
over, om daarvoor in de plaats meer speculatie
ve waarden, die bij de stijgende tendenz der
markt kans op koerswinst geven, aan te koopen.
Door aflossing vrijkomende bedragen worden
thons eerder in aandeelen, of in industrieele
obligation von een hooger rente-type belegd,
dan in gemeenteleeningen.
Dit heeft Amsterdam tot haar schade moeten
ondervinden. Haar poging, om het onderste uit
de kan te krijgen door de nieuwe 5 %-leening
tot nog een lageren koers dan de Staats- cn
Hollandsche Spoor uit te geven is, als boven
gezegd, jammerlijk mislukt. Welk bedrag bij
Het rechtsgeding tegen het vijftal Haag-
|k:he gentlemen-boefjes heeft natuurlijk de
hoodige aandacht van het publiek gehad.
ï)e tribune in de rechtszaal zat goed vol en
1de bladen zijn aan de nieuwsgierigheid van
fcet publiek tegemoet gekomen door uitvoe
rig mede te deelen hoe het oordeel van de
ïechters over de jongelui was. Malsch wns
'dat niet en hetgeen over de huiselijke mi
lieus werd gezegd waarin enkele dior jon
gelui waren opgevoed was al evenmin gun-
Btig. De ouders treft hier natuurlijk heel veel
«chuld, maar daarover wordt wel in de pu
blieke opinie gesproken doch in do juridi-
Bche constructie van de schuld niet. Van één
van het vijftal is ons van zeer nabij bekend
dat hij als zeven, achtjarige al zeer slecht
gerenommeerd was en den naam had van
keer oneerlijk. Of hier de ingeschapen aard
slecht is dan wel of de opvoeding hier alle
schuld heeft, is moeilijk uit te maken. I-Iet
.was altijd in dat gezin een janboel, een vrij
gevochten bende, omdat het toezicht van de
ouders niet bestond. De harmonie tusschen
de ouders was nergens te vinden; iedei op
zijn (haar) beurt zocht elders de harmonie
!des echtelijken staats'.
Het eenige waarmede in dit rechtsgeding
Wel niemand vrede zal hebben, dat is de
aard van de straf. Waarlijk, wat is het toch
ongelukkig in onze rechtspraak gesteld dat
voor welk misdrijf ook, voor welk vergrijp
ook, niets anders aan straf staat dan vrij-
heidsberooving. Juist bij gevallen als deze
vraagt men zich weer af: wat wil men toch
met deze straf? Verwacht men ervan dat zij
verbeterend zal werken? Dat is toch waar-
Hjk al te dol, want als de eenzaamheid is
doorgemaakt cn men weet welk oordeel de
wereld over den geschandvlekte heeft, dan
kan de arme stakkerd, die tegen de normale
levenstaak al niet opgewassen was zich gaan
inspannen tegen een veel zwaardere. Aan de
ze jongens ontbrak één ding: zij waren niet
pasklaar voor het maatschappelijk leven en
de taak van de overheid moet thans deze
lijn dat zij van de ouders, die getoond heb
ben niet in staat te zijn om hun zoons in de
goede richting op te voeden, deze taak over-
neme en trachtte in te halen wat zij zijn
achter gebleven. Maar dat gaat stellig niet
met het systeem van opsluiting.
Men spreekt wel eens met een dik woord
,van het rechtsgevoel der menigte. Dit is wel
zeker dat het rechtsgevoel niet is bavredigo
met do wijze waarop de Staat zijn taak ver-
,vult In een geval als van deze vijf jongens.
MUachicn geeft dit geval den rechtsgeleer
den eindelijk eens aanleiding om over de
taak der overheid in dergelijke aangelegen
heden na te denken.
De uitkomsten van het Scheveningsche
botelbedrijf zijn thans voor een goed deel
bekend en gelijk te verwachten viel, verre
van gunstig. Nog altijd blijft het aantal gas
ten zeer gering. Eigenlijk is dat niet juist
uitgedrukt. liet aantal personen dat gelo
geerd heeft op de badplaats is niet minder,
eer iets meer dan verleden jaar maar het
typische verschijnsel valt te constateeren
dat de gasten veel korter blijven dan vroe
ger het geval was. Zij die vóór den oorlog
een maand of zes weken aan één stuk op de
badplaats bleven, komen nu voor de helft
van dien tijd. Dit verschijnsel staat natuur
lijk in direct verband met de algemeene fi-
nanciecle malaise; het is een gevolg van de
hetzij noodzakelijke, hetzij als noodzakelijk
gepredikte soberheid en bezuiniging.
Men vergeet bij het propagceren van de
zuinigheidsbeginselen maar al te slecht, dat
een groot deel van het volk juist moet be
staan van de niet-zuinigheid. Een badplaats
zeer zeker heeft noodig dat het publiek vrat
"losser is van zijn geld dan misschien vol
gens de economische beginselen wel wensche
lijk is. Scheveningen had dit jaar zijn prij
zen gematigd cn al is niet na te gaan in hoe
verre dit van invloed is geweest, dat is ten
slotte het resultaat, dat thans het badplaats-
bezoek tot bijna dc helft van vóór den ooe-
locr is gedaald. Men behoeft van koopman
schap niet veel verstand te hebben om te
kunnen begrijpen dat dit onhoudbaar is. De
kosten zijn eer gestegen dan gedaald en alle
ach tern if enne gnat dus onmiddellijk van de
Elk kunnen moet geleerd worden ook het
zedelijk kunnen.
Groote keuze
Roman van
OLGA WOHLBRüCK.
Geautoriseerde vertaling van Mevrouw
W esse linkvan Rossum.
45
Graebner verborg den harden glimlach niet,
d:e zijn smalle lippen vertrok. Van dien helper
zou hij zonder meer hebben afgezien. Tegenover
den wil van den ten doode gedoemde stond het
leven van de gezonde I Zijn rechtspraak was een
andere dan die van den professor. Maar hij
zweeg. Slechts de aders op zijn slapen zwollen
dik op onder de huid, en zijn slanke, blanke
h md streek tweemaal over de vierkanten, ener-
ghche kin.
£:n hij zei ook niets, toen Ertzky de deur, naur
de amer er naast opende en de heer von Glidiën
stijf, met ver van elkaar staande beenen binnen
trad en met beleefde ironie glimlachend vroeg
„Nu, wat hebben de heeren voer mijn corpus
besloten
winst af. Trouwens het begrip „winst" is al
tijd slechts bij name bekend geweest. Zelfs
vóór den oorlog was de toestand niet roos
kleurig meer. Het stelselmatig weren van
allerlei vermaken die nu eenmaal juist bij
een badplaats behooren, heeft het mondaine
karakter aan Scheveningen ontnomen, met
het gevolg dat de rijksten elders heen gin
gen.
Wanneer er niet een zeer groote vcrande
ring komt in de wijze van exploitatie van
de badplaats ,dan blijft er op het laatst niets
meer van ~de glorie van Scheveningen ovei
Een andere bedreiging voor Scheveningen
is dezer dagen aan het licht gekomen. Het is
weer een poging tot een aanslag op hel
schoon van het duinlandschap. Misschien is
de poging reeds verijdeld door de plotse
linge alarmeering die wel dringend noodza
kelijk bleek want bet bureaucratische pro
ces was al aardig op gang. Het loopt hier
over het afgraven van de duinen. Herhaal
delijk zit men aan de duinen te knibbelen;
het ééne heuveltje voor, het andere na, wordt
in kipkarren weggevoerd en met dat al gaat
een stuk van ons lands-schoon verloren. Nu
scheen men weer een soortgelijko aanval in
den zin te hebben, maar gelukkig heeft de
publiciteit de aandacht van het publiek er
op gevestigd, zelfs zóó dat een Kamerlid er
wakker van geworden is en aan de Regee
ring een schriftelijke vraag heeft gesteld om
trent haar plannen. Waarschijnlijk was het
niet de bedoeling op het verzoek tot afgra
ving (door particulieren tot de regeering ge
richt), in te gaan, maar we weten hoe lang
zaam een bureaucratisch proces ten slotte
kan doorvreten juist waar het gaat om de
kwestie van het natuurschoon. Plotseling
ontdekt men de een of andere noodzakelijk
heid en dan is men er om het vandalisme
bot te vieren.
Thans echter zal de regeering rekening
hebben te houden met het feit, dat het pu
bliek al is ingelicht. Al veel te veel is er van
het duinlandschap vernield en gestadig
breidt het bebouwde gedeelte van dc stad
zich uit op het duin. Des te meer reden om
hardnekkig weerstand te bieden nu er geen
noodzakelijkheid bestaat.
Modepraatje.
DE NIEUWE STOFFEN DER WINTERMODE.
De wintermode van dit seizoen trekt op bijzon
dere wijze onze aandacht door de veelheid en
de verscheidenheid van hare stoffen.
Het heeft er bovendien veel van alsof men nu
voor goed afgerekend heeft met al den rommel
die wij in en na den oorlogstijd te slikken kre
gen. En het is of men zich daarvoor schadeloos
wil stellen, door eene tot nu to schier ongekende
fraaiheid en originaliteit van weefsels en dessins.
Het zijn niet alleen de matelassé stoffen die
direct door hunne decoratieve figuren en hunne
groote kleedzaamheid het hart der vrouwen
winnen.
Men ziet thans ook in zijdenstoffen ontstellend
rijke dessins en men vraagt zich alleen maar af,
v/ie in 's hemelsnaam een tijd van malaise als
den onzen, brocaatstoffen van 20 gulden en hoo
ger per Meter wel dragen moet.
Maar, het blijkt dan ook, dat deze kostbare,
met goud en zilver dobrweven stoffen, enkel
dienen ter garneering en dat men in gekleede
toiletten hoogstens een paar mouwen en een
vestje, of een paar panden van brocaat of larné-
weefsel noodig heeft.
Doch laat ik beginnen bij het begin, en U eens
eene opsomming geven van de prachtige Fran-
sche zijdenstoffen, waarmede thans elke eerste
klas zaak hare clientèle tot koopen noodt.
Voor avondjaponnen en verdere kleedij van
gekleed allooi, zijn er doffe crèpestoffen met
eene opwerking van geglansde figuren, die even
prachtig van weefsel als van dessin zijn.
Men noemt ze, daar het patroon op het effen
fond gebrocheerd is, Zijden Brochés, doch de
Fransche stoffenfabrikanten die dit fraaie arti
kel in den handel brachten, hebben er den naam
aan gegeven van „crêpe Faconné'\
Men onderscheidt vooral twee soorten crêpe
Faconné, te weten Marocuim- en crêpe- de Chine
Faconné. Een schitterend nieuw artikel is ook
het Crêpe-Faille-Pekin. Het bestaat uit strepen
van crêpe Marocain en zwaar Faille (dat ziet
er uit als faillelint) en ontleent zijn derde prea-
dicaat aan de Fransche benaming „pekinés"
voor strepen.) Dan is er behalve de groote
mode van effen crèpes-de-Chjne en crèpes-Maro-
Allecn Graebner hoorde den toon van sidde
rende engst onder de woorden door klinken, hij
liet zich door het elegante scepticisme van de
Ibseniaansche school niet misleiden.
Graag liet hij het woord aan den professor
over. Die was voor zooiets» onbetaalbaar, ver
stond de kunst,gelcofwaardig te liegen, en den
dood weg te moffelen als een goochelaar.
De heer von Glidiën echter zette zich eenigs
zins bedachtzaam in den leunstoel, dien de
professor hem handig en zonder dat het opviel,
had toegeschovenen zijn gepolijste nagels
staken bloedrood af tegenden witten zakdoek,
dien hij in zijn klammehand hield. Zijn donke
re, langwerpige oogen richtten' zich onrustig
flikkerend naar de deur.
„Karola, kom je
Zij zou er tenminste bij zijn, als hij iets te
hooren kreeg, dat hem het 'even versperde en
hem den adem afsneel.
Daar was ze voor.
Daarom had hij haar getrouwd, daarom had
hij haar lief.
Nu stond ze achter zijn stoel, en hij reikte
haar over zijn schouder de hand, hield de hare
vast en zijn angst verdween, toen hij haar rus
tige, volle polsslag voelde.
Het licht uit de twee breede ramen viel juist
op haar smalle, bleeke gezicht, Graebner merk
te nu voor het eerst, dat een breede lok zil
verwit haar door de donkere, golvende haar
massa liep en dat diepe donkere schaduwen on
der de donkere oogen logen.
Het liefst was hij de kamer uitgegaan, die de
professor nu met zijn zachte, vertroostende leu
gens vervulde. Zelfs de schertsende toon ont
brak niet, die den zieken zooveel moed geeft.
„Mijn waarde Heer von Glidiën, dit alles is
nog heel goed te genezen, heel ongevaarlijk,
hoofdzakelijk een overspanning" van zenuwen,
die plaatselijke, voorbijgaande storingen ver
oorzaakt, die bij een juiste levenswijze en be
handeling beslist te genezen zijn."
Hij sprak twintig minuten na elkaar, in afge
ronde zinnen, zonder een enkele maal te blijven
steken of zijn woorden te verbeteren.
Met schitterend redenaarstalent haastte hij
zich over de plaatsen heen, die den patiënt
angst konden aonjagen of hij laschte een paar
Latijnsche woorden in, als de Duitsche uitdruk
king hem te duidelijk toescheen. Zijn manier,
om zich daarbij nog meer tot de doktoren, dan
tot den zieke zelf te wenden, gaf aan zijn woor
den den schijn van kalmeerende objectiviteit.
Dat was de elegante, oude school, waarvoor
Ertsky's buigzaum slavisme zich bij alle veree
ring voor Graebner boog.
1. Goud, Zilver en Medailles
2. Brillen So-Easy's
3. G. van DOIN Dtrecfatschsst: aal.
„Ja, beste vriend, dat moet geleerd worden,"
zei Graebner, nadat hij met Ertsky den ouden
heer de trap afgeleid had.
„Dat moet men leeren," zei Ertzky tot zich
zelf.
Hij voelde wat voor de virtuositeit in de we
tenschap en Berlijn had alle sluimerende eer
zucht in hem wakker geroepen.
Graebner was niets verwonderd, toen Mevr.
von Glidiën zicji 's middags gedurende het
spreekuur in zijn kliniek liet aanmelden.
Hij moest haar laten wachten, mocht haar
niet laten voorgaan voor de anderen, die eer
der gekomen waren.
„Niemand meer binnenlaten," riep hij den
bediende toe.
Het uur zou hem tenminste niet verkort
worden, het uur, waarin hij iets van haar en
haar leven zou mogen hooren.
Hij had haar sedert den vorigen avond, toen
ze naast haar man in den ontvangkamer van
het sanatorium binnenkwam, nauwlijks eenige
minuten alleen gesproken. Haar moeheid was
hem opgevallen en de zachte toon van haar
stem. Ook haar strakke gezicht, dat geen be
paalde uitdrukking getoond had, bij de uit
spraak von den professor. Geen enkele maal was
haar blik naar hem afgedwaald, niets had hem
in de wijze, waarop ze zich gedroeg, herinnerd
aan den dag op Glidiën, toen ze voor hem ge
staan had, door angst en droefheid overmand.
En toch verwonderde het hem niet, dat ze
kwam. Hij keek naar de klok, binnen een half
uur zou ze tegenover hem zitten, zou hij met
haar spreken als toen.
Geen van de patiënten zou de koortsachtige
onrust aan hem gemerkt hebben. Belangstel
lend als altijd luisterde hij, zijn onderzoek was
even nauwkeurig als altijd.
„Hoeveel zijn er nog buiten vroeg hij den
bediende.
„Nog slechts een vrouw en dan"
„Vraag de dame, of ze nog vijf minuten ge
duld heeft."
Hij moest haar een boodschap zenden, ze
mocht niet denken, dat hij haar vergat. Hij wil
de met die vrouw ook gauw zien klaar te ko
men nog liever zou hij haar zeggen dat
ze morgen weerkwam. Hij drukte de bijziende
oogen halfdicht, toen de vrouw plotseling voor
hem stond„Ik ben vrouw Séiler, dokter, de
vrouw van den slotenmaker Seiler
„Ja, juist wat wenscht u
Zij zet^e haar verbogen zwarten stroohoed
rechtop liet spichtige blonde haar en trok aan
de einden van een versleten mantille, waarvan
gescheurde kanten als franjes neerhingen. Ze
glimlachte brutaal en zoetelijk tegelijk.
dc inschrijving genomen is, is niet medegedeeld
Belangrijk kan.het echter in geen geval zijn, geJ
zien het feit, dat de leeningen der Staats- en
Hollandsche spoor, ondanks hun vlotte piuoM
sing, tijdelijk tot 93^ waren gedaald en dvqj(
moeilijk kon worden aangenomen, dat veel
animo zou bestaan voor het nemen van gemeen*
te-obligatiën tot een aanmerkelijk hoogerert
koers don dien, waartoe de gelijkstaande stuk*
ken der spoorwegmaatschappijen op do markt
konden worden gekocht.
Hoewel de grondstemming op de Amster
damsche beurs ook in de nfgeloopcn weck nog*
vast is gebleken, vielen cr toch tcckcnen van
vermoeidheid waar te nemen, waurdoor in ver
schillende nfdeelingen de hoogste koersen niet
gehandhaafd konden blijven. Eencrzijds drukten
winstnemingen de markt. Daarnaast deden ech
ter ook factoren van andoren aard hun invloed
gevoelen. Zoo werkte de gestadige teruggang
van den koers von den Fronschcn en Bclgisr■hen-
franc ontstemmend. Met het voorbeeld van da
Duitsche Mark voor oogen, vreest men dat het
afbrokkclingsproces, eenmaal begonnen, niet
meer gemakkelijk te stuiten zal zijn.
Nu is de toestand zooals deze zich in Dui:-ch-
land heeft ontwikkeld, natuurlijk heel wat ern
stiger don dc positie von Frankrijk. De ontzag
lijke betalingen van Duitschlond op rekerv g
der oorlogsschatting, de uitgaven voor ko* tem
van onderhoud van het bezettingsleger, de v -
goedingen aan de schoepvaortmaatschappii-iY
voor de aan de Entente afgestane vloot, de -
talingen aan de industrieele ondernem i ;em
voor kolen- en andere leveringen-aan den v.oe-
geren vijand, dit alles cn nog zooveel iv.eor
vormt zulk een zware belasting voor het Duit
sche budget, dat de aanzienlijk verhoogde be
lastingen hiervoor geen tegenwicht kunnen vor
men, vooral ook, omdat de Staatsinkomsten
belangrijk verminderd zijn door den afstand
van. Elzas-Lofcharingen, het Saaigebied en eeni
deel van Opper-Silezië.
Met dergelijke factoren heeft de Fransche rc-
geering geen rekening te houden. In Frankrijk,
fcijn echter oveneens enorme bcdrugen noodig:
voor den wederopbouw van dc verwoeste ge-
bicden, do oorlogspeivsioenen e. d. Tot dusver ra
heeft men nog steeds vastgehouden aan cla
hoop, dat de hiervoor benoodigde miadc em
door den overwonnen vijand verschaft zou cn
worden. De voor dit doel gedane uitgaven zijn
dan ook niet door een stijging der inkonv.'.em
gedekt, doch zijn geput uit leeningen welko
hiervoor in het binnenland zijn uitgegeven. In
1921 heeft de Fransche schatkist alleen al vun
het publiek 25 milliard francs aan leeningen
opgenomen; in 1922 zol waarschijnlijk een
verder bedrag van 31 milliard worden ge
vraagd.
De rentebetaling op deze leeningen brengt
natuurlijk een zwure belasting van het Fran-*
scho Staatsbudget met zich. Op het oogcnb'.ik
is reeds voor do betaling van interest op d«
publieke schuld een bedrag van Fr. 13 milliard
per jaar noodig, terwijl de gewone staatsont-
vangsten voor 1923 in het budget op Fr. 13
milliard geraamd worden. Daar de Fransche
regeering nog Fr. 55 milliard heeft te foumee*
ren voor het herstel der verwoeste gebieden^
en daar het budget met Fr. 36 milliard per
jaar bolast is voor oorlogspcnsioencn, zul het
extra bedrag uit nieuwe lecningen gevonden
moeten worden. Dit beteekent, dat de Franscho
belastingbetaler aan het einde van 1925 teke*
ning zal hebben te houden met een totale jaar*
lijksche uitgave van Fr. 30 milliard, waarvan)
Fr. 19 milliard interest op publieke schuld zal
vertegenwoordigen.
Met het uitgeven van nieuwe leeningen zal
men natuurlijk niet tot in het oneindige kunnen
doorgaan. De kans op het binnenkomen van
belangrijke bedragen uit de Duitsche oorlog»
schatting wordt bij de verdere doling van den
Markenkoers hoe langer hoe geringer. Op der
duur zullen de voor de rentebetaling en anders
extra uitgaven benoodigde middelen dus wel
op dezelfde wijze verschaft moeten worden, als
waarop men ze in Duiischland tot nu toe heeft
verkregen, nl. door de biljettenpers sneller lo
laten draaien. Deze vrees voor inflatie oefent
natuurlijk een druk uit op den koers van het
Fransche geld. Ook de ongunstige stand van
de Franschen handelsbalans werkt in dezclfdtf
richting. Terwijl de Fransche invoer in de
eerste 9 maanden van het loopende jaar ad
Fr. 16.520 millioen Fr. 895 millioen mee. be*
draagt dar verleden jaar, is de waarde van deq
uitvoer ad Fr. 14.219 millioen met Fr_ 603
millioen verminderd. Het invoersaldo in <1$
„Dokter zal het wel weten Mijn maU
ligt hier nu al drie weken."
Zoo ja, nu wist hij het Hij was alleen
maar even, toen zijn gedochten bij Karola wa*
ren, den naam vergeten.
„Nu en wat scheelt er dan oon, Juffrouw Sew
Ier
Plotseling zag hij den stekenden blik vatf
haar kleine, lichte oogen.
„Mij scheelt niets, dokter nee mij
niet I Ik ben ook niet voor mijzelf gekomen*
Als ik ziek ben, dan ga ik naar de Charity,
daar word ik erg goed behandeld, niets düK
Professors en allen onder toezicht en zooa!$
het hoort. Men plakt zijn zegels toch ook nie*
voor niets I"
Er was iets uitdagends in haar toon. Graeb*
ner maakte oen halven draai met zijn draait
stoeltje naar haar toe en vroeg kortaf
„Nu, vrouwtje, wat wou je nu eigenlijk V Ij
Eerst scheen ze een beetje te zijn geschrok*
ken. Maar dadelijk daarop verscheen het zoete*
lijke lachje weer om haar verdorden mond. 1
(Wordt vervolgd).