Hockey Sticks ""stim" amersfoortsch dagblad „de eemlander" 2ao«r.M9« Flnantltel Overaioht. DERDE BLAD. BrltriB lit da Hofstad. WH ïfMG RO EKHUÏZEMiiwëïïër Gouden Trouw- en Verlovingsringen. JUWEELENRJNGEN. feuilleton" In den üVlaaEsiroom Drie dingen om niet te vergeten Scheurleer Ballen Voetballen «n Schoenen JOH. VAN DIJK, Langestraat 116 - Tel. 70. cain, nog een bijzonder rijk materiaal, het „crêpe imprèmé". Men brengt de veelkleurigste patronen, door middel van drukken op de bekende crèpesoorten aan en ontleent die voornamelijk aan Indische, Chineesche en Japansche motieven. Het Iaat zich hooren, dat men van dergelijke opzichtige stof fen slechts kleine métrages ter garneering ge bruikt. Toch komt het voor dat voor teagonens en zelfs voor gekleede pijama's naar deze exen- trieke patronen gevraagd wordt. Alvorens af te rekenen met de zijden crêpes moet ik nog melding maken van het buitenge woon effectvolle weefsel dat de nieuwe mode ons biedt in het crêpe Georgelte-Faconnè en in het Velours Faconné. Crèpe-Georgctte Faconné heeft op een effen 'oppervlak prachtige dik-op- tiggende patronen van chenillc-fluwcel. Soms zijn deze in ééne tint, soms in afloopende nuan ces, maar men ziet ze ook in een bont tintelend kleurenspel en dan zijn ze zóó oogverblindend mooi, dat men zich in een feënrijk verplaatst waant. Op de zelfde wijze is effen fluweel, door mid del van hoog-opgelegde Chenillepartonen tot Velours-Faconnè geworden. Men gebruikt dit niet enkel in dunnen kwaliteit voor avondjapon nen, door wendt eene zware soort opgelegd fluweel ook voor mantels aan. Naar verhouding is dit laatste voordeeliger in prijs dan het dunne Faconné-Velours en zal men het ongetwijfeld reeds spoedig tot de gangbare mantelstoffen kunnen rekenen. Van de wollen en halfzijden stoffen, die zich onmiddellijk bij dc Brocés of Faconnés aanslui ten, noem ik het prachtige Damassé. Met zijne, in dwarse lijntjes geweven dessins, die bijzonder mooi afsteken tegen de dunnere draden der eigenlijke stof, doet het wollen damasse zeer voornaam en wonderlijk kleedzaam aan. Omdat door dezijden draden die erdoor loo- .pen, het halfzijden Damassé een gloedvol opper vlak vertoont, is deze beeldige stof nog meer welgevallig aan het oog. Aangezien de lijnen van Damasséstoffen niet op het fond liggen, doch erin schijnen geperst te zijn, haal ik hier nog een paar nieuwe stof fen aan die volgens hetzelfde procédé geweven zijn. Daar is dan het creponachtige weefsel dat men Craquelénoemt als japonstof, en de dikke mantelstof die van gelijkmatige slingerlijntjes als ingeperste figuren is voorzien en die den sierlijken naam van „Olifantshuid" ontvangen heeft. Het is haast overbodig erop te wijzen dat het effen crêpe Marocain in wol en halfzijde nog eene der meest modieuse stoffen voor dunnere winterjaponnetjes is. Tot dezelfde serie behoo- ren nog Popeline„Gabardine" en „Corc- Screw" (een weefsel dat getrokken kurklijntjes vertoont en zeer veel op Gabardine gelijkt). Al deze stoffen zijn van fraaie, degelijke kwali teit en zijn voorradig in een kleursorteering, welke even uitgebreid als aardig is. Zooals mer> voor de nieuwste zomermantels dien zijden matelassé en cloqué verwerkte, zoo worden veel nieuwe wintermantels in eene zware kwaliteit van deze stoffen, soms zelfs met don- zigen achterkant, vervaardigd. Wanneer men het niet aanschouwd heeft, valt het verschil tusschen matelassé en cloqué moeilijk te onderscheiden. De eerste stof is in hooge en lage figuren geperst of geweven. De tweede is, door middel van een netwerk van draden aan den verkeerden kant of door bijeen getrokken stiksels in golvende lijnen getrokken. Het cloqué bestaat in fluweel en zijde en is op zichzelf dun van kwaliteit. Het matelassé koint voor in zware wol en is dan even prachtig als degelijk voor wintermantels. Ook in zijde is matelassé een solieder weefsel dan cloquc, om dat het niet aleen vaster, doch ook zwaarder van draad is. Geperst matelassé is minder sterk dan ingeweven matelassé, omdat uit het eerste, door het dragen, op den duur de figuren ver dwijnen. Tot de zware mantelstoffen rekent men zijden en wollen Colelé, (ribbelstof) waarvan de laat ste ook Raillaine genoemd wordt. Stoffen als: Velour-deLaine, Dufeline-de- Laine en Perllainc zijn voor den fijnen winterjas nog even gewild als in het seizoen van hun ver schijnen, dat thans reeds een tijdje achter ons ligt. Met Velours-Ciselè, eene Velours-de Lainestof met ingeperste figuren, Tcddij Bear Pluche!te en Velours Breitschwang is de lijst der nieuwe winterstoffen, (zooals men ze meestal alleen in de fijne huizen aantreft,) zeker wel compleet of althans nagenoeg compleet. Do algeheele frontverandering, die zich in de laatste weken op de Amsterdamsche beurs heeft voltrokken, wordt wel duidelijk geïllustreerd door h »t dezer dagen gepubliceerde bericht, dat de 5' 2 -leening der gemeente Amsterdum ad f 14.62 millioen slechts ten deele is geslaagd cn dat met de onderhondsche plaatsing van liet restant voortgang zal worden gemaakt. Toen h*t gemeentebestuur van Amsterdam ruim een maand geleden besloot tot aflossing van het nog uitstaande gedeelte der 7 %-leening ad 15 millioen, deelde het tegelijkertijd mede, dat de uitgifte van een nieuwe leening tot ioger rentevoet nog niet onmiddellijk zou plaats vin den. Blijkbaar was men van mecning, da! de ruimte op de geldmorkt nog wel ecnigen tijd zou oonhouden en wilde men nog even de kat uit den boom zien ten opzichte van do voor waarden, waarop de nieuwe leening onderge bracht zou kunnen worden. Inderdaad zog het er destijds niet naar uit, alsof de toestond op de geldmarkt zich spoedig ten nadcele der geldnemers zou veranderen. De voortdurende malaise in handel en nijverheid beperkte de geldbehoefte van het zakenleven. De uiterst geringe omvang van zaken op de fondsenmarkt maakte, dat ook hier belangrijke bedragen vrijkwamen, zoodat de prolongatie- koers zich longen tijd op een niveau van 2^ heeft kunnen hondhaven. Hoe gering de omzetten ter beurze geweest zijn, blijkt o.o. wel daaruit, dat de Beursbelas- ting, volgens den jongst gepubliceerden maand staat der rijksmiddelen, in de eerste negen roaunden van het loopende jaar slechts 1.70 millioen heeft opgebracht, wat bijna een mil lioen gulden minder is don in de overeenkom stige periode van het vorige iaar cn wel een heel droevig figuur maakt tegen'wer het recordjaar 1920, topn in de eerste drie kwartalen bijna f 5Y: millioen aan beursbelasting ontvangen werd. Behalve door de, door bovenbedoelde om standigheden teweeggebrachte ruimte op de geldmarkt werd de vraag naar beleggingswaar den bovendien gestimuleerd door het feit, dot na de op verschillende aanceelen geleden zware verliezen het publiek de voorkeur ging geven aan fondsen met een vasten rentevoet. Een en ander gaf aanleiding tot een scherpe rijzing van beleggingswoorden, waardoor de 7 gemeen- teleeningen, waaronder die van de hoofdstad, welke bij de uitgifte niet geheel geplaatst kon worden, tot belangrijk boven pari zijn gestegen. In dezen toestond hebben verschillende ge meenten cn lichamen, waaronder in de eerste plaats de hoofdstad en vervolgens de Staots- en de Hollondsche spoor, aanleiding gevonden tot aflossing der leeningen van het hooge 7 rente-type, en tot uitgifte van leeningen tot een logeren rentevoet. De spoorwegmaat schappijen hebben hun 5%-Ieeningen tot den koers van 95 kunnen p'aatsen. Alvorens ech ter de gemeente Amsterdam aan haar besluit tot conversie uitvoering heeft gegeven, is in den toestand der geld- en beleggingsmarkt een merkwaardige wijziging betreden. Tengevolge van de grootero levendigheid ter beurze is de prolongatiekoers tot 4 gestegen. Het publiek dat zich langen tijd afkeerig had getoond van het koopen van eenigszins speculatieve fondsen, begint langzamerhand weer grootere belang stelling voor aandeel en aan den dag te leggen. Nu de verbetering ter beurze zulke aanmerke lijke vorderingen heeft gemaakt, hoopt men, de in het voiig jaar geleden verliezen, zij het ook ten deele, op deze wijze weder te kunnen inhalen. Wij zien dan ook thans het begin van een be weging, welke juist tegenovergesteld is aan die, welke tijdens de malaise ter beurze viel waar te nemen. Ruimde men destijds tot eiken prijs aan- deelen op, om het vrijkomende bedrag in fond sen met een vasten rentevoet om te zetten, thons gaat men tot verkoop van beleggingswaarden over, om daarvoor in de plaats meer speculatie ve waarden, die bij de stijgende tendenz der markt kans op koerswinst geven, aan te koopen. Door aflossing vrijkomende bedragen worden thons eerder in aandeelen, of in industrieele obligation von een hooger rente-type belegd, dan in gemeenteleeningen. Dit heeft Amsterdam tot haar schade moeten ondervinden. Haar poging, om het onderste uit de kan te krijgen door de nieuwe 5 %-leening tot nog een lageren koers dan de Staats- cn Hollandsche Spoor uit te geven is, als boven gezegd, jammerlijk mislukt. Welk bedrag bij Het rechtsgeding tegen het vijftal Haag- |k:he gentlemen-boefjes heeft natuurlijk de hoodige aandacht van het publiek gehad. ï)e tribune in de rechtszaal zat goed vol en 1de bladen zijn aan de nieuwsgierigheid van fcet publiek tegemoet gekomen door uitvoe rig mede te deelen hoe het oordeel van de ïechters over de jongelui was. Malsch wns 'dat niet en hetgeen over de huiselijke mi lieus werd gezegd waarin enkele dior jon gelui waren opgevoed was al evenmin gun- Btig. De ouders treft hier natuurlijk heel veel «chuld, maar daarover wordt wel in de pu blieke opinie gesproken doch in do juridi- Bche constructie van de schuld niet. Van één van het vijftal is ons van zeer nabij bekend dat hij als zeven, achtjarige al zeer slecht gerenommeerd was en den naam had van keer oneerlijk. Of hier de ingeschapen aard slecht is dan wel of de opvoeding hier alle schuld heeft, is moeilijk uit te maken. I-Iet .was altijd in dat gezin een janboel, een vrij gevochten bende, omdat het toezicht van de ouders niet bestond. De harmonie tusschen de ouders was nergens te vinden; iedei op zijn (haar) beurt zocht elders de harmonie !des echtelijken staats'. Het eenige waarmede in dit rechtsgeding Wel niemand vrede zal hebben, dat is de aard van de straf. Waarlijk, wat is het toch ongelukkig in onze rechtspraak gesteld dat voor welk misdrijf ook, voor welk vergrijp ook, niets anders aan straf staat dan vrij- heidsberooving. Juist bij gevallen als deze vraagt men zich weer af: wat wil men toch met deze straf? Verwacht men ervan dat zij verbeterend zal werken? Dat is toch waar- Hjk al te dol, want als de eenzaamheid is doorgemaakt cn men weet welk oordeel de wereld over den geschandvlekte heeft, dan kan de arme stakkerd, die tegen de normale levenstaak al niet opgewassen was zich gaan inspannen tegen een veel zwaardere. Aan de ze jongens ontbrak één ding: zij waren niet pasklaar voor het maatschappelijk leven en de taak van de overheid moet thans deze lijn dat zij van de ouders, die getoond heb ben niet in staat te zijn om hun zoons in de goede richting op te voeden, deze taak over- neme en trachtte in te halen wat zij zijn achter gebleven. Maar dat gaat stellig niet met het systeem van opsluiting. Men spreekt wel eens met een dik woord ,van het rechtsgevoel der menigte. Dit is wel zeker dat het rechtsgevoel niet is bavredigo met do wijze waarop de Staat zijn taak ver- ,vult In een geval als van deze vijf jongens. MUachicn geeft dit geval den rechtsgeleer den eindelijk eens aanleiding om over de taak der overheid in dergelijke aangelegen heden na te denken. De uitkomsten van het Scheveningsche botelbedrijf zijn thans voor een goed deel bekend en gelijk te verwachten viel, verre van gunstig. Nog altijd blijft het aantal gas ten zeer gering. Eigenlijk is dat niet juist uitgedrukt. liet aantal personen dat gelo geerd heeft op de badplaats is niet minder, eer iets meer dan verleden jaar maar het typische verschijnsel valt te constateeren dat de gasten veel korter blijven dan vroe ger het geval was. Zij die vóór den oorlog een maand of zes weken aan één stuk op de badplaats bleven, komen nu voor de helft van dien tijd. Dit verschijnsel staat natuur lijk in direct verband met de algemeene fi- nanciecle malaise; het is een gevolg van de hetzij noodzakelijke, hetzij als noodzakelijk gepredikte soberheid en bezuiniging. Men vergeet bij het propagceren van de zuinigheidsbeginselen maar al te slecht, dat een groot deel van het volk juist moet be staan van de niet-zuinigheid. Een badplaats zeer zeker heeft noodig dat het publiek vrat "losser is van zijn geld dan misschien vol gens de economische beginselen wel wensche lijk is. Scheveningen had dit jaar zijn prij zen gematigd cn al is niet na te gaan in hoe verre dit van invloed is geweest, dat is ten slotte het resultaat, dat thans het badplaats- bezoek tot bijna dc helft van vóór den ooe- locr is gedaald. Men behoeft van koopman schap niet veel verstand te hebben om te kunnen begrijpen dat dit onhoudbaar is. De kosten zijn eer gestegen dan gedaald en alle ach tern if enne gnat dus onmiddellijk van de Elk kunnen moet geleerd worden ook het zedelijk kunnen. Groote keuze Roman van OLGA WOHLBRüCK. Geautoriseerde vertaling van Mevrouw W esse linkvan Rossum. 45 Graebner verborg den harden glimlach niet, d:e zijn smalle lippen vertrok. Van dien helper zou hij zonder meer hebben afgezien. Tegenover den wil van den ten doode gedoemde stond het leven van de gezonde I Zijn rechtspraak was een andere dan die van den professor. Maar hij zweeg. Slechts de aders op zijn slapen zwollen dik op onder de huid, en zijn slanke, blanke h md streek tweemaal over de vierkanten, ener- ghche kin. £:n hij zei ook niets, toen Ertzky de deur, naur de amer er naast opende en de heer von Glidiën stijf, met ver van elkaar staande beenen binnen trad en met beleefde ironie glimlachend vroeg „Nu, wat hebben de heeren voer mijn corpus besloten winst af. Trouwens het begrip „winst" is al tijd slechts bij name bekend geweest. Zelfs vóór den oorlog was de toestand niet roos kleurig meer. Het stelselmatig weren van allerlei vermaken die nu eenmaal juist bij een badplaats behooren, heeft het mondaine karakter aan Scheveningen ontnomen, met het gevolg dat de rijksten elders heen gin gen. Wanneer er niet een zeer groote vcrande ring komt in de wijze van exploitatie van de badplaats ,dan blijft er op het laatst niets meer van ~de glorie van Scheveningen ovei Een andere bedreiging voor Scheveningen is dezer dagen aan het licht gekomen. Het is weer een poging tot een aanslag op hel schoon van het duinlandschap. Misschien is de poging reeds verijdeld door de plotse linge alarmeering die wel dringend noodza kelijk bleek want bet bureaucratische pro ces was al aardig op gang. Het loopt hier over het afgraven van de duinen. Herhaal delijk zit men aan de duinen te knibbelen; het ééne heuveltje voor, het andere na, wordt in kipkarren weggevoerd en met dat al gaat een stuk van ons lands-schoon verloren. Nu scheen men weer een soortgelijko aanval in den zin te hebben, maar gelukkig heeft de publiciteit de aandacht van het publiek er op gevestigd, zelfs zóó dat een Kamerlid er wakker van geworden is en aan de Regee ring een schriftelijke vraag heeft gesteld om trent haar plannen. Waarschijnlijk was het niet de bedoeling op het verzoek tot afgra ving (door particulieren tot de regeering ge richt), in te gaan, maar we weten hoe lang zaam een bureaucratisch proces ten slotte kan doorvreten juist waar het gaat om de kwestie van het natuurschoon. Plotseling ontdekt men de een of andere noodzakelijk heid en dan is men er om het vandalisme bot te vieren. Thans echter zal de regeering rekening hebben te houden met het feit, dat het pu bliek al is ingelicht. Al veel te veel is er van het duinlandschap vernield en gestadig breidt het bebouwde gedeelte van dc stad zich uit op het duin. Des te meer reden om hardnekkig weerstand te bieden nu er geen noodzakelijkheid bestaat. Modepraatje. DE NIEUWE STOFFEN DER WINTERMODE. De wintermode van dit seizoen trekt op bijzon dere wijze onze aandacht door de veelheid en de verscheidenheid van hare stoffen. Het heeft er bovendien veel van alsof men nu voor goed afgerekend heeft met al den rommel die wij in en na den oorlogstijd te slikken kre gen. En het is of men zich daarvoor schadeloos wil stellen, door eene tot nu to schier ongekende fraaiheid en originaliteit van weefsels en dessins. Het zijn niet alleen de matelassé stoffen die direct door hunne decoratieve figuren en hunne groote kleedzaamheid het hart der vrouwen winnen. Men ziet thans ook in zijdenstoffen ontstellend rijke dessins en men vraagt zich alleen maar af, v/ie in 's hemelsnaam een tijd van malaise als den onzen, brocaatstoffen van 20 gulden en hoo ger per Meter wel dragen moet. Maar, het blijkt dan ook, dat deze kostbare, met goud en zilver dobrweven stoffen, enkel dienen ter garneering en dat men in gekleede toiletten hoogstens een paar mouwen en een vestje, of een paar panden van brocaat of larné- weefsel noodig heeft. Doch laat ik beginnen bij het begin, en U eens eene opsomming geven van de prachtige Fran- sche zijdenstoffen, waarmede thans elke eerste klas zaak hare clientèle tot koopen noodt. Voor avondjaponnen en verdere kleedij van gekleed allooi, zijn er doffe crèpestoffen met eene opwerking van geglansde figuren, die even prachtig van weefsel als van dessin zijn. Men noemt ze, daar het patroon op het effen fond gebrocheerd is, Zijden Brochés, doch de Fransche stoffenfabrikanten die dit fraaie arti kel in den handel brachten, hebben er den naam aan gegeven van „crêpe Faconné'\ Men onderscheidt vooral twee soorten crêpe Faconné, te weten Marocuim- en crêpe- de Chine Faconné. Een schitterend nieuw artikel is ook het Crêpe-Faille-Pekin. Het bestaat uit strepen van crêpe Marocain en zwaar Faille (dat ziet er uit als faillelint) en ontleent zijn derde prea- dicaat aan de Fransche benaming „pekinés" voor strepen.) Dan is er behalve de groote mode van effen crèpes-de-Chjne en crèpes-Maro- Allecn Graebner hoorde den toon van sidde rende engst onder de woorden door klinken, hij liet zich door het elegante scepticisme van de Ibseniaansche school niet misleiden. Graag liet hij het woord aan den professor over. Die was voor zooiets» onbetaalbaar, ver stond de kunst,gelcofwaardig te liegen, en den dood weg te moffelen als een goochelaar. De heer von Glidiën echter zette zich eenigs zins bedachtzaam in den leunstoel, dien de professor hem handig en zonder dat het opviel, had toegeschovenen zijn gepolijste nagels staken bloedrood af tegenden witten zakdoek, dien hij in zijn klammehand hield. Zijn donke re, langwerpige oogen richtten' zich onrustig flikkerend naar de deur. „Karola, kom je Zij zou er tenminste bij zijn, als hij iets te hooren kreeg, dat hem het 'even versperde en hem den adem afsneel. Daar was ze voor. Daarom had hij haar getrouwd, daarom had hij haar lief. Nu stond ze achter zijn stoel, en hij reikte haar over zijn schouder de hand, hield de hare vast en zijn angst verdween, toen hij haar rus tige, volle polsslag voelde. Het licht uit de twee breede ramen viel juist op haar smalle, bleeke gezicht, Graebner merk te nu voor het eerst, dat een breede lok zil verwit haar door de donkere, golvende haar massa liep en dat diepe donkere schaduwen on der de donkere oogen logen. Het liefst was hij de kamer uitgegaan, die de professor nu met zijn zachte, vertroostende leu gens vervulde. Zelfs de schertsende toon ont brak niet, die den zieken zooveel moed geeft. „Mijn waarde Heer von Glidiën, dit alles is nog heel goed te genezen, heel ongevaarlijk, hoofdzakelijk een overspanning" van zenuwen, die plaatselijke, voorbijgaande storingen ver oorzaakt, die bij een juiste levenswijze en be handeling beslist te genezen zijn." Hij sprak twintig minuten na elkaar, in afge ronde zinnen, zonder een enkele maal te blijven steken of zijn woorden te verbeteren. Met schitterend redenaarstalent haastte hij zich over de plaatsen heen, die den patiënt angst konden aonjagen of hij laschte een paar Latijnsche woorden in, als de Duitsche uitdruk king hem te duidelijk toescheen. Zijn manier, om zich daarbij nog meer tot de doktoren, dan tot den zieke zelf te wenden, gaf aan zijn woor den den schijn van kalmeerende objectiviteit. Dat was de elegante, oude school, waarvoor Ertsky's buigzaum slavisme zich bij alle veree ring voor Graebner boog. 1. Goud, Zilver en Medailles 2. Brillen So-Easy's 3. G. van DOIN Dtrecfatschsst: aal. „Ja, beste vriend, dat moet geleerd worden," zei Graebner, nadat hij met Ertsky den ouden heer de trap afgeleid had. „Dat moet men leeren," zei Ertzky tot zich zelf. Hij voelde wat voor de virtuositeit in de we tenschap en Berlijn had alle sluimerende eer zucht in hem wakker geroepen. Graebner was niets verwonderd, toen Mevr. von Glidiën zicji 's middags gedurende het spreekuur in zijn kliniek liet aanmelden. Hij moest haar laten wachten, mocht haar niet laten voorgaan voor de anderen, die eer der gekomen waren. „Niemand meer binnenlaten," riep hij den bediende toe. Het uur zou hem tenminste niet verkort worden, het uur, waarin hij iets van haar en haar leven zou mogen hooren. Hij had haar sedert den vorigen avond, toen ze naast haar man in den ontvangkamer van het sanatorium binnenkwam, nauwlijks eenige minuten alleen gesproken. Haar moeheid was hem opgevallen en de zachte toon van haar stem. Ook haar strakke gezicht, dat geen be paalde uitdrukking getoond had, bij de uit spraak von den professor. Geen enkele maal was haar blik naar hem afgedwaald, niets had hem in de wijze, waarop ze zich gedroeg, herinnerd aan den dag op Glidiën, toen ze voor hem ge staan had, door angst en droefheid overmand. En toch verwonderde het hem niet, dat ze kwam. Hij keek naar de klok, binnen een half uur zou ze tegenover hem zitten, zou hij met haar spreken als toen. Geen van de patiënten zou de koortsachtige onrust aan hem gemerkt hebben. Belangstel lend als altijd luisterde hij, zijn onderzoek was even nauwkeurig als altijd. „Hoeveel zijn er nog buiten vroeg hij den bediende. „Nog slechts een vrouw en dan" „Vraag de dame, of ze nog vijf minuten ge duld heeft." Hij moest haar een boodschap zenden, ze mocht niet denken, dat hij haar vergat. Hij wil de met die vrouw ook gauw zien klaar te ko men nog liever zou hij haar zeggen dat ze morgen weerkwam. Hij drukte de bijziende oogen halfdicht, toen de vrouw plotseling voor hem stond„Ik ben vrouw Séiler, dokter, de vrouw van den slotenmaker Seiler „Ja, juist wat wenscht u Zij zet^e haar verbogen zwarten stroohoed rechtop liet spichtige blonde haar en trok aan de einden van een versleten mantille, waarvan gescheurde kanten als franjes neerhingen. Ze glimlachte brutaal en zoetelijk tegelijk. dc inschrijving genomen is, is niet medegedeeld Belangrijk kan.het echter in geen geval zijn, geJ zien het feit, dat de leeningen der Staats- en Hollandsche spoor, ondanks hun vlotte piuoM sing, tijdelijk tot 93^ waren gedaald en dvqj( moeilijk kon worden aangenomen, dat veel animo zou bestaan voor het nemen van gemeen* te-obligatiën tot een aanmerkelijk hoogerert koers don dien, waartoe de gelijkstaande stuk* ken der spoorwegmaatschappijen op do markt konden worden gekocht. Hoewel de grondstemming op de Amster damsche beurs ook in de nfgeloopcn weck nog* vast is gebleken, vielen cr toch tcckcnen van vermoeidheid waar te nemen, waurdoor in ver schillende nfdeelingen de hoogste koersen niet gehandhaafd konden blijven. Eencrzijds drukten winstnemingen de markt. Daarnaast deden ech ter ook factoren van andoren aard hun invloed gevoelen. Zoo werkte de gestadige teruggang van den koers von den Fronschcn en Bclgisr■hen- franc ontstemmend. Met het voorbeeld van da Duitsche Mark voor oogen, vreest men dat het afbrokkclingsproces, eenmaal begonnen, niet meer gemakkelijk te stuiten zal zijn. Nu is de toestand zooals deze zich in Dui:-ch- land heeft ontwikkeld, natuurlijk heel wat ern stiger don dc positie von Frankrijk. De ontzag lijke betalingen van Duitschlond op rekerv g der oorlogsschatting, de uitgaven voor ko* tem van onderhoud van het bezettingsleger, de v - goedingen aan de schoepvaortmaatschappii-iY voor de aan de Entente afgestane vloot, de - talingen aan de industrieele ondernem i ;em voor kolen- en andere leveringen-aan den v.oe- geren vijand, dit alles cn nog zooveel iv.eor vormt zulk een zware belasting voor het Duit sche budget, dat de aanzienlijk verhoogde be lastingen hiervoor geen tegenwicht kunnen vor men, vooral ook, omdat de Staatsinkomsten belangrijk verminderd zijn door den afstand van. Elzas-Lofcharingen, het Saaigebied en eeni deel van Opper-Silezië. Met dergelijke factoren heeft de Fransche rc- geering geen rekening te houden. In Frankrijk, fcijn echter oveneens enorme bcdrugen noodig: voor den wederopbouw van dc verwoeste ge- bicden, do oorlogspeivsioenen e. d. Tot dusver ra heeft men nog steeds vastgehouden aan cla hoop, dat de hiervoor benoodigde miadc em door den overwonnen vijand verschaft zou cn worden. De voor dit doel gedane uitgaven zijn dan ook niet door een stijging der inkonv.'.em gedekt, doch zijn geput uit leeningen welko hiervoor in het binnenland zijn uitgegeven. In 1921 heeft de Fransche schatkist alleen al vun het publiek 25 milliard francs aan leeningen opgenomen; in 1922 zol waarschijnlijk een verder bedrag van 31 milliard worden ge vraagd. De rentebetaling op deze leeningen brengt natuurlijk een zwure belasting van het Fran-* scho Staatsbudget met zich. Op het oogcnb'.ik is reeds voor do betaling van interest op d« publieke schuld een bedrag van Fr. 13 milliard per jaar noodig, terwijl de gewone staatsont- vangsten voor 1923 in het budget op Fr. 13 milliard geraamd worden. Daar de Fransche regeering nog Fr. 55 milliard heeft te foumee* ren voor het herstel der verwoeste gebieden^ en daar het budget met Fr. 36 milliard per jaar bolast is voor oorlogspcnsioencn, zul het extra bedrag uit nieuwe lecningen gevonden moeten worden. Dit beteekent, dat de Franscho belastingbetaler aan het einde van 1925 teke* ning zal hebben te houden met een totale jaar* lijksche uitgave van Fr. 30 milliard, waarvan) Fr. 19 milliard interest op publieke schuld zal vertegenwoordigen. Met het uitgeven van nieuwe leeningen zal men natuurlijk niet tot in het oneindige kunnen doorgaan. De kans op het binnenkomen van belangrijke bedragen uit de Duitsche oorlog» schatting wordt bij de verdere doling van den Markenkoers hoe langer hoe geringer. Op der duur zullen de voor de rentebetaling en anders extra uitgaven benoodigde middelen dus wel op dezelfde wijze verschaft moeten worden, als waarop men ze in Duiischland tot nu toe heeft verkregen, nl. door de biljettenpers sneller lo laten draaien. Deze vrees voor inflatie oefent natuurlijk een druk uit op den koers van het Fransche geld. Ook de ongunstige stand van de Franschen handelsbalans werkt in dezclfdtf richting. Terwijl de Fransche invoer in de eerste 9 maanden van het loopende jaar ad Fr. 16.520 millioen Fr. 895 millioen mee. be* draagt dar verleden jaar, is de waarde van deq uitvoer ad Fr. 14.219 millioen met Fr_ 603 millioen verminderd. Het invoersaldo in <1$ „Dokter zal het wel weten Mijn maU ligt hier nu al drie weken." Zoo ja, nu wist hij het Hij was alleen maar even, toen zijn gedochten bij Karola wa* ren, den naam vergeten. „Nu en wat scheelt er dan oon, Juffrouw Sew Ier Plotseling zag hij den stekenden blik vatf haar kleine, lichte oogen. „Mij scheelt niets, dokter nee mij niet I Ik ben ook niet voor mijzelf gekomen* Als ik ziek ben, dan ga ik naar de Charity, daar word ik erg goed behandeld, niets düK Professors en allen onder toezicht en zooa!$ het hoort. Men plakt zijn zegels toch ook nie* voor niets I" Er was iets uitdagends in haar toon. Graeb* ner maakte oen halven draai met zijn draait stoeltje naar haar toe en vroeg kortaf „Nu, vrouwtje, wat wou je nu eigenlijk V Ij Eerst scheen ze een beetje te zijn geschrok* ken. Maar dadelijk daarop verscheen het zoete* lijke lachje weer om haar verdorden mond. 1 (Wordt vervolgd).

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 9