ST, OH i H In, Utr.str. II Tsl ill Hi l. L Irma Fonteiiii Schippers - Lsngse!ri)3t24 VOOR AMERSFOORT TOT FABRIEKSPRIJS BIJ: a y SVSaison de Coiffure 53 OR5GSWEELE zssr aan te fcaavoBen Bordeaux, göwas 1917 Fer fSescfo f 1.60, per anker 650- STÖFFEERDER1J VERHUIZINGEN FELEPH. 49®. BEHAfMGERIJ ^lEUSELEERING LANGESTRAAT 24 BI20\ UEBHKDEX Prima Eiken verstelbars Fauleail, mei Creionne Kussens, Cerspleet,f 29.50 «■aarne rrocgOjrti". uw orders, inwachtend in verhand dc Terickcrric met SINX-JVICOLA AS. uitkeering van eenigermate belangrijke divi denden sprake zal kunnen zijn. De stemming voor cultuurwaarden ter beurze blijft dan ook vorshands gei'eserveerd; zelfs is, ondanks de berichten betreffende de limiet-verhooging. ecnige reactie in de koersen ingetreden, mede in verband met een lagere noteering voor Cuba- suiker te New York. Petroleurawaarden zijn slechts weinig veran derd. Borlchten betreffende een verdere uit breiding .iler Koninklijke-Shellgroep door een overeenkomst met de British Controlled Oil fields Ltd. voor het verwerven van nieuwe con cessies in Venezuela hebben niet tot een koers- verbetering van aandeden Koninklijke geleid. Men geeft er zich rekenschap van, dat een ver dere uitbreiding nieuwe kapitaalsuitgaven met zich moet brengen, en de tijd, toen de Konink- 30 door tc voeren. Dit zou dan van f 25 tot f 17 Vz millioen worden teruggebracht, door afstempeling van f 300 op ieder aandeel van f 1000, en van f 60 op ieder aandeel van f 200. In het jaarverslag wordt nog medegedeeld, dat de bedrijfsresultaten van het per 1 Juli 1922 aangevangen boekjaar tot tevredenheid stem men, en dat de directie dus geen reden heeft, aan de toekomst der instelling te twijfelen. Op de beurs heeft het feit, dat het bankbestuur het kwaad niet wenscht tc laten voortwoekeren, doch onmiddellijk het mes diep erin wenscht te zetten, teneinde de zieke plekken uit te snyden, een gunstigen indruk gemaakt. Dat de toe stand der instelling allesbehalve rooskleurig was, was reeds lang bekend, en dan ook reeds in den koers der aandcelen, die zich op een niveau \an ca. ^0 bewegen, verdisconteerd. Op dit peil heeft dc noteering zich dan ook levering ijkc-Shellgroep, die enorme kapitalen juist in Mexico heeft belegd, beteekent deze gang van zaken een groote schadepost. Scheepvaartaandeelen hebben c veneen1 3833S£5gSg£22 I slechts weinig gefluctueerd. Tegenover een ver laging der passagierstaricven door de Noord- Atlantische Scheepvaartconf-rentie staat eenig L r-\n na - ■'Erai.T.ajur.vTigiicsssr herstel in de vrachttarieven in het verkeer op SANA i ©GEH ENF©R6¥&AN1§NT j Noord-Amerika, dank zij goede lijke gemakkelijk op de open markt nieuwe middelen kon verkrijgen, behoort thans tot het i kunnen blijven handhaven verleden. Bovendien bljjven de berichten betref- J Het koersverloop in de verschillende afdec- fende den toestand der petroleumindustrie in Hngen in de afgeloopen week blijkt uit onder- Mexifc'o ongunstig. Nieuw aangeboorde bron- j staand lijstje, nen moeten wegens het binnendringen van zout j vater weder worden verlaten. Voor de Konink- BINNENLANDS De doodslrarf. V. B. LANGESTNAAT 23. „De Nederlander" meldt: De voorloopige condidoten voor de Staten zijn v a xur-r 2ekozen. De secretaris leidde in de jongst ge- rVa"? houden vergadering het onderwerp: „De dood- Uil. „Serbadjadi" heeft zcli" een ai-uoemng tot, - rol, T- /-I slral in, wat tot een gezellige bespreking oan- i stand gebracht voor 72\z cent per. h.Iv.G.'loco, f r-, i Tj j r b ri i-r» i hiding gaf. De volgende motie werd geiormu- I cn later zelfs een voor 77 cent per h.K.G.; de i n m i „a „ï- ■p, ,T.. f leerd, die zoowel aan „De Nederlander als aan Padang Rubber Mij. heeft ec-n contract geslo- t,-, c. r-ii- dr. Schokking zal gezonden worden: t-n voor 71 cent, de Silau Sumatra voor iS cent.n_ ru üi (j W JU ER SST £5 A AT 11. - Tel. 203 [j Speciale hchan felhig tegen uit vallen eti afbreken van liet haar. Hanrzali - Haar zeep voorkomt «1e ro;»s en het vet worden tan het baar. vermindering der crediteuren, tengevolge van ken over het vorige jaar werd gewézen op de het onttrekken van groote bedragen buitcr.- iandsch tegoed, welke naar dc Duitschc bank filialen zijn overgegaan. Voor het uitvoeren van effectcnorders voor hun clientèle zyn de buitenlandsche banken echter aangewezen op de leden der Vcreeniging voor den Effecten handel, van welke Vcreeniging buitenlanders geen'lid kunnen zyn. Het bestuur der Vcreeniging had thans voor gesteld, de statuten zoodanig te wijzigen, dat ook vpor buitenlanders het lidmaatschap zou zyn opengesteld. De kwestie heeft de gemoe deren heftig in beroering gebracht. Voor- en tegenstanders hebben hun argumenten naar voren gebracht. De voorstanders meenden, dat door het toelaten van vreemdelingen het inter nationaal karakter onzer markt weder kan worden hersteld, omdat in dat geval meer dan tot dusverre orders uit het buitenland zullen binnenkomen, terwijl z'y' het voorts o.a. niet wenschelyk achtten, dat de vreemdelingen in liet geheel niet aan de controle van het beurs- fcestuur zouden worden onderworpen, en dus met provisie-tarief e. d. zouden kunnen „knoeien". gaat het in onzen tijd niet evenzoo? Hebben ook in onzen tijd niet de componisten, die wil len breken met de oude vormen der muziek cn nieuwe denkbeelden over rhythmüs of tonali teit in hunne werken villen toepassen, een harden strijd te voeren^ cn worden hunne eer lijke pogingen niet dikwijls uitgekreten voor waanzin cn wat dic-s meer zy Hier is zeker cok het: „l'histoire se rcpète" van toepassing: ::ooals het Weber verging, is het ook later Berlioz en Wagner vergaan, en zoo zal het zeker altijd bi y ven vergaan aan al degenen die pioniersarbied verrichten. H. Laten wy' nu eens zien hoe dichter en com ponist de oude sage, welke onder liet Duitschc volk leefde en die zij in het Gespensterbuch hadden aangetroffen tot eene opera hebben verwerkt. De hoofdinhoud is natuurlijk door den dichter behouden, maar daarnaast zijn vnieuwe motieven ingevoerd cn het hcogst tra- vische slot heeft plaats gemaakt voor een ge lukkig einde, zich aldus aanpassende aan den teen heerschendcn smaak van het publiek. De ouverture, is zooals wij reeds aanstipten opgebouwd uit thematisch materiaal, aan dc opera zelf ontleend. Een liefelijk adagio, door rer horens ingezet, brengt ons eene idyllische woudstemming,' welke plotseling wordt ver stoord door een demonisch motief, vergezeld van doffe paukenslagen, en dat later ook tel kens weer optreedt als leitmotiv. Hierbij sluit zich onmiddellijk in het molto vivace een mo tief aan, dat we het verHvyfelir.gsmotief zou den kunnen noemen en dat met een enorm cresendo voert tot het overweldigende Wolfs- schlucht-motief. Steeds wilder wordt dc mu ziek, die ons de wilde jacht maalt en het woe den der elementen, tot plotseling met een lang aangehouden noot der klarinetten er een zon nestraal doordringt, en al spoedig een liefe lijker beeld ons toelacht, dat van Agathe, wier groots aria het motief heeft opgeleverd voor dit gedeelte. Dan ontstaat er een strijd tus- schcn de beide machten, die der duisternis en die van de louterende liefde; schitterend van bewerking is deze doorvoering, en van buiten gewone schoonheid het na dezen bangen stryd plotseling optredende en stralende c-dur ac- coord, dat nog eens herhaald in hoogeren glans, tot het juichende slot voert cn den trionjph der liefde bezingt. Als het gordijn is opgegaan zien we (Tp het tooneel een vroolyk tafereel van boeten, die aan het vogelschieten zijn; luide vreugde heerscht er, daar zoo juist dc boer Kilian prachtig heeft getroffen, terwyl de jonge ager Max het doel heeft gemist. In optocht rekken dan de boeren, terwijl dorpsmuzikan- en een boerendans doen hooren, voorbij den ngelukkigen schutter; met spotgelach wordt dj begroet, terwijl Kilian hem ook honend toe- ngt. Na dit toonceltje, dat werkelijk een eesterstuk van introductie vormt, hooren wij x uiting geven aan zijn misnoegen en aan nnhoop, terwijl Cuno, dc houtvester er "laals op wyst, dat hij slechts door Varkensmarè.2 Bedenkt men, dat nog nauwclyks enkele maan den geleden slechts een prijs van 40 cent per h.K.G. f.o.b. gemaakt kon worden, dan springt het plaats gevonden herstel wel duidelijk in het oog. Ook op de suikermarkt is de laatste weken eenige verbetering ingetreden. Do V. I. S. P. heeft haar limiet met f 0.25 per picol vcr- AltlCrsfCOrS. 'hoogd, en tot de nieuwe pry zen vrij aanzien lijke hoeveelheden afgedaan. In totaal is thans van den nieuwen oogst ad ca. 26 millioen picol omstreeks de helft verkocht, tot een doorsnêe- i prijs, die voor de goed beheerde maatschap- pijen eenige winst laat. De suikerprijs zal cch- ter nog aanzienlijk verder moeten sty gen, al- vorens de finaneiëele resultaten der onderne- mingen zoodanig zullen worden, dat van dë I>J de tegenstanders gmg het er yoorr.araebjk J rxncepsruimte vpor het vervoer van graan naar wel om, dat bij toelating van vreemdelingen deze van de ruif zouden moeten meeëten, ter wijl voorts werd gewezen óp de mogelijkheid van het binnendringen van overwegenden bui tenlandsche invloed bij enze nationale ónder- nemingen. De tegenstanders hebben glaiisrijk het pleit gewonnen. In de dezet* dagen gehou den ledenvergadering der Vcreeniging voor den Effectenhandel (welke, als demonstratie tegen dc vreemdelingen geopend werd met het zin gen van „Wien Neérlandsch Bloed") is het voorstel met slechts enkele stemmen vóór ver werpen. Overwogen zal echter worden, de bui tenlandsche bankinstellingen teg?n een lager provisie-tarief dan dat, hetwelk aan particulie ren berekend wordt, te bedienen, hetgeen trou- wens> in de practijlc thans reeds geschiedt, zoo dat men feitelijk van den nood een deugd maakt Wat de stemming ter beurze in de afgeloo pen week betreft, deze is niet ongunstig ge weest. De mee3te belangstelling hebben wéder rubberwaarden getrokken, op de verdere prijs verbetering van hot. product, én het afsluiten van belangryke contracten op levering uit den nieuwen oogst. De Sumatra Rubber Cultuur Europa. De overige afdeelingen geven geen aanlei ding tot een afzonderlijke bespreking. Vermel ding verdient echter nog het dezer dagen ver schenen jaarverslag van de Hcllandschc Bank voor Zuid-Amerika, een dochterinstelling der Eotterdamsche Bankverceniging. Blijkens dit verslag is het jaar 1021 in verband met den cconomischen toestand in de Zuid-Amerikaan- sche Staten uiterst ongunstig geweest. Wel is op het gewone bedrijf nog een netto-winst ge maakt ven f 1.970.725, doch hier staan zooda nige verliezen, tengevolge van het niet nako men van verplichtingen der cliënten etc. tegen over, dat de directie, na afschrijving van de wjnst, een verdere afschrijving van f 3,352,811 noodzakelijk acht. Voorts stelt de directie een afschrijving van f 993,280 voor op de gebouwen tè Amsterdam, Hamburg, Buenos Aires, Rio de Janeiro en Santiago de Chili. Teneinde niet j met de door deze noodzakelijke afschrijvingen, waarmede, naar de directie uitdrukkelijk be toogt, volkomen schoon schip is gemaakt, <?en nieuw jaar in te gaan, wordt voorgesteld, een reductie van het gewone aandcelenkapitaal met een goed gelukt schot de hand zijner dochter al kunnen winnen; daartusschen in klinkt lolc- keji-.l de stem van Caspar, den jongen reeds in de strikken van den boozen geest gevallen jager, welke hem aanraadt niet te versagen. Max blijft echter aan vertwijfeling ten prooi, hoewel Cuno hem nog? rnet een krachtig: „Wer Gott- vertra ut baut gut" moed tracht in te spreken. Dan trekken de jagers onder het zingen van een frisch geschreven jagerkoor weg, waarna de landlieden onder de tonen van ccn~ eenvoudig landelyk walsje naar binnen dansen in do herberg (opmerking verdient dat ook het motief van deze wals door V'ober als leitmotiv wordt aangewend, om uitdrukking tc geven aan het gevoel van landelijke vroolijk- hcid, en als zoodanig ook reods voorkomt aan het einde van het eerste koor). Na een kort' energisch recitatief bezingt dan Max cp roe- rende wijze de herinneringen aan zyn vroeger zoo gelukkig leven: „Duren die Walder, durch die Auen", tot we plotseling weer het demoni- j sche motief uit de ouverture hooren, dat den boozen geest Sam iel aankondigt, cn hy zich anstig afvraagt: „Hat denn der Himmel mich I verlassen?" Nog één oogenblik komt weer het lieflijke beeld ven Agathe hem voor den geest, maar dan komt met het onrustige allegro- motief uit de ouverture weer de vertwijfeling J hem folteren, steeds in heviger mate. Deze stemming is Caspar gunstig om hem tot zijn prooi te maken; in een diabolisch klinkend drinklied, met in dc instrumenten een zeer karakteristiek motief, dat in 't vervolg als leitmotiv voor Caspar optreedt, weet hij hem I aan te vuren. Hij heeft hem reeds verteld van de vrijkogels, die in den Wolfsschlucht ge goten worden, en weet nu den ongclukkigcn jongel in over te halen ook daarheen te gaan. HU heeft nu den gehaten medeminnaar (want ook hy heeft naar de hand- van Agathe ge dongen) in zijne macht en in wilde vreugde barst hy dan los met een „Triumph, die Rache gelingt". Op schitterende wijze heeft Webcr hier de diabolische figuur van Caspar voor ons deen leven; Beethoven heeft dat zoo kern achtig uitgedrukt ,toen hij ervan zeide: „Der Caspar, das Uutier, steht da wie c-in Haus". j Het tweede bedrijf biedt ons bij zijn aan vang een weldadige tegenstelling met het woeste slot van de vorige afdesling: op bet, tooneel, dat een vertrek in het huis van den j houtvester voorstelt, zien we twee bekoorlijke meisjesgestalten, n.l. Agathe en have vriendin Aennchen. Er is een portret van d^n muur gevallen en schertsenxle tracht Aennchen de sombere gedachten van Agathe te verjagen, die in dat voorval een slecht voorteeken ziet i voor haar liefdesgeluk. Opmerking verdient hier zeker de wijze, waarop de componist den gemoedstoestand van beide meisjes heeft ge- teek end: vroolyk, levendig'is het rhythmus van den zang van Aennchen, ernstig daarentegen dat van de party van Agathe. Meesterlijk is dit volgehouden niet,alleen in het gehceic duet, j maar ook in de daarop volgende aria's. Eerst hooren wy Aennchen, die op schalk sche wyze ons het verloop gaat schilderen van eene lan- 1 delijke vrijage („Kommt ein schlanker Bursch i gegangen")het vroolijke gezang harer vrien- din montert'Agathe weer wat op, waarby nog 1 komt, dat zy ook versterkt is door een bezoek bij een vromen kluizenaar, die haar gewijde rozen heeft geschonken, welke van haar een onbekend, dreigend gevaar kunnen afwenden. Terwijl nu Aennchen zich ter rust gaat be geven, zal zij nog wat blijven om haren ge liefde te wachten, en de aanblik van den schoo- nen sterrenhemel doet dan uit het diepst van hare ziel een innig gebed oprijzen (..Leise, leise, fromme Weise"). Als dit geëindigd is, spiedt zij weer in den nacht om te zien of Max nog niet komt; eindelijk meent zij hem te be speuren en zelfs een bloemruiker op zyn hoed tc zien als zegeteeken van een goed gelukt schot, en clan barst zij los in een jubelzang, waarvan wy het motief reeds uit de ouverture kennen. Eindelijk treedt Max binnen, gevolgd door Agathe: hij vertelt van zijn voornemen om nogmaals naar den Wolfsschlucht te gaan, terwijl de meisjes trachten hem van dat on zalige plan af to brengen; ook hier blijft de zang van Aennchen steeds het lichtere, vroo- lyker element dat zich mengt in den ernstigere samc-nzang van de beide geliefden. Het nu volgende tooneel brengt ons in den nacht der verschrikkingen; onheilspellende en sombere tonen klinken in het orkest en al spec- dig doet zich dan het woeste geestenkoor hoo ren met het kryschendo „Uhui" der vrouwen stemmen. Het middernachtelijke uur slaat en Gaspar roept den boozen geest Samiel op, die dan uit een rots te voorschijn treedt, terwijl in het orkest zijn leitmotiv optreedt. Hij I vraagt nog eenmaal angstig sidderend om uit- I stel voor het lot dat hem wacht, in ruil voor een nieuw slachtoffer, dat hij hem zal bren- gen. Dan .ontwikkelt zich een samenspraak tussehon beiden, waarbij het gesproken woord van Samiel zeer eigenaardig afwisselt met het gezongene van Caspar (ook voor dezen treedt een leitmotiv op, ontleend aan het Vroeger door hem gezongen drinklied). Samiel stemt j toe. Max zal de vrijkogels krygen, maar de j zevende zal in dc macht van Caspar zijn; zoodra Max dien kogel afschiet, zal Caspar dezen Agathe kunnen doen treffen en zoo den j jongeling tot waanzin brengen. Onder dof ge- rommel verdwijnt dc booze geest en spoedig daarna verschijnt Max aan den rand van den afgrond en vol afgrijzen staart hij naar be- j neden. Vreeselijke beelden rijzen daar voor hem op: hy ziet eerst zijne moeder in doods- J gewaad ,die hem met haren blik smeekt terug te keeren, dan zijne bruid, die aan waanzin ten prooi, zioh in het water wil storten. Tocli laat de ongelukkige zich niet weerhouden om nf te dalen en dan begint al spoedig het kogel- gieten; we hooren het ruischen van het vloei bare metaal, terv jjl bij het gieten van den tweetien kogel ccn zwart everzwijn wild voor bij stormt, daarna een stormwind door do Schlucht vaart en eindelijk zweepgeknal en paardengetrappel de wilde jacht aankondigen. De Chr.-Hist. kiesvereeniging te Hoogkerk, enz., gelezen hebbende het verslag van de rede j van den heer mr. W. G. Klomp te Bussum, die I streeft naar de wederinvoering van de doodstraf i en de A.-R. hiertoe opwekt, om dit bij de nu aan dp orde zijnde behandeling van „Justitie" in dien zin te wijzigen. spreekt als hare meening uit, dat alle partijen, en inzonderheid de Chr.-Hist. Kamerfractie, hiertegen stelling zullen nemen, en gaat over i tot de orde van den dag. leden der fractie waarvan men deel uitmaakt, I die van andere onderwerpen uitstekend op de hoogte zijn. Ervaringen van een vrouwelijk Kamerlid. In „Femina" beschrijft mevr. Joh. Wester man enkele harer ervaringen als lid der Twee de Kamer. „Het verbijsterende van het werk, dat men als nieuweling in de Kamer te doen vindt is, zegt zij, veel meer gelegen in de bestudccring van al het gedrukte popier, dat men onder de oogen krijgt, dan in den omgang met de Ka merleden. „Aan dien omgang bon ik betrekke lijk gauw gewend en voor de tegemoetkomend heid der medeleden heb ik niets dan lof Maar al het papier I Wat al wetten en bepa lingen worden in de Kamer voorbereid. Wat al beslissingen moeten er genomen worden, waar van een groot aantal Kamerleden niets begrijpt! Vnn hoe ontzettend veel wetsontwerpen wordt bestudecring verlangd I Het is zóó overweldi gend veel, dat men al heel gauw moet gaan schiften bij het bepalen van dc belangstelling cn zich beslist moet voornemen niet van alles ver stand te willen krijgen en zich zoodoende gron dig in den punt te werken, zooals eens een Kamerlid, jaren geleden een man dus ge daan heeft. Men moet tenminste de eerste jaren zijn aandacht bij speciale onderwerpen bepa len en daarvan een grondiger studie maken, cn verder vertrouwen op de voorlichting van die Onder het donderend voorbystormen van dc woeste horde giet Caspar den zesden en ten slotte den zevenden kogel, waarna plotseling de klok van een verwijderd dorpje één uur slaat en alles tot de diepste stilte terugkeert. De Wolfsschlucht-scènc behoort zeker wel tot het schoonste, wat Weber gecomponeerd heeft, en zal ten allen tijde bewondering blijven op wekken, niet aleen door hare schitterende harmonische en orkestrale klankmengelingen, maar ook door de betrekkelijk eenvoudige mid delen, waarvan de componist zich heeft be diend om zulke groote effecten te weeg te brengen. De derde acte wordt geopend met het frisch geschreven en overbekende jachikoor, door het orkest ten gehoorc gebracht, waarna we weer, evenals aan het begin van het tweede verblijf, verplaatst worden in de houtvesterswening cn Agathe in een innig lied uiting hooren geven aait haar onwankelbaar vertrouwen in eene hcogere maeht („Und ob die Wolke sie ver- hülle). En dan zien wij ook weer Aemiechen, de vroolijke, levenslustige vriendin verschijnen, en als nu Agathe haar vertelt, van een bangen droom, dien zc heeft gehad, gaat Aennchen haar op schalksche wyze vertellen, hoe haar nicht zaliger ook eens droomde van een boo zen geest die haar bed naderde, welke geest bleek te zyn, Nero, de waakhond. Maar als Agathe niet vatbaar blijkt te zijn voor deze vroolijke scherts, slaat zy een anderen toon aan en in een bekoorlijke (maar slecht gede clameerde) aria „Trübe Augcn, Liebchen, taugen einem holden Brautqhen nicht", raadt zij dan verder hare vriendin aan niet te ver sagen, waarna zij heengaat om den bruids krans voor haar te halen. Nadat het vrouwen koor het overbekende „Wir winden dir den Jimgf ernkranz" heeft aangeheven, opent Aennchen dan de doos, waarin Agathe tot hare ontzetting in plaats van een bruidskrans een grafkrans ziet liggen. Dan is plotseling dc vroolijke stemming verdwenen, schuchter her haalt het koor, weggaande, nog eens het re frein en pianissimo sterft ten slcttc alles uit. Weer een sterke tegenstelling met het vorige vormt het vroolyke tooneel, dat zich nu aan ons voordoet; talrijke jagers zijn vereenigd om het proef schot van Max by te wonen en zelfs de vorst van het land vereert de plechtigheid met zijne tegenwoordigheid. Een jubelend jachtkoor, ock een der meest populaire ge deelten van de opera, verkondigt ons de vroo lijke stemming, die er heerscht, doch die we derom niet lang zal duren. Want, als het gc- zang geëindigd is, geeft de vorSt het teeken voor het proefschot, w aarvoor Max als doel een witte duif wordt aangewezen. Hij doet den laatsten vrij kogel in den loop van zijn geweer en is op het pun'. van te schieten, als plotse ling Agathe te voorschijn treedt en hem toe- roept: „schiet niet, ik l)en de duif". Te yer- f gcefs; het schot knalt cn Agathe stort ter aarde en tegelijk met haar de booswicht Cas- Om deze reden ook lijkt hef mij een bijna on doenlijke tank een éénling-fractie in het parle ment le vormen. De slotsom der schrijfster is, dat nieuwelin gen in de politiek natuurlijk de buitenge woon bekwamen uitgezonderdeerst na eeni ge jaren hard werken kans hebben goede Ka merleden tc worden. Zij raadt aan iedereen 't zij man of vrouw zich het werk niet te ge makkelijk voor te stellch. Zeker zullen weinigen dadelijk het gevoel hebben nuttigen arbeid te doen cn menigmaal hoort men door hen, die niet in staat zijn on der de hand ander werk te doen, de verzuchting slaken „Wat had ik mijn middag nuttiger kun nen besteden Het zou er te huiselijk uitzien, als wij vrouwen, bijvoorbeeld zaten te hand werken, terwijl \ye luisterden, maar cr zou eco nomisch voor ons tijd zijn uit te sparen. Men moet echter dc groote lijn van het werk in het oog houden cn aan zal men na eenigen tijd in staat zijn aan hef schip van staat een klein duwtje te helpen geven in de richting, waarin men het wenscht te deen voortgaan". Keuring van visch in blik. „Volksvoeding" schrijft: „Wanneer van ccn gesloten blik conserven c!e deksel bol staat, kan men vlij zeker zijn, dat de inhoud bedorven is. En zoo zijn cr nog enkele andere kenteekenen aan de gesloten blikken, die op bcdref van don inhoud wijzen, o. a. ccn ab normaal geluid bij het schudden van het blik. Met zekerheid kan men bederf zoo echter niet herkennen. Aan den eenen kant is het heel wel mogelijk dat een blik bedorven is, dat gesloten goed leek aan den anderen kant kan een ver dacht blik nog wel smakelijk blijken, terwijl ten slotte ook een uiterlijk onverdacht blik, waar men ook niets abnormaals a3n proeft, wel in ernstige mate bedorven kon zijn en daardoor zv.are vergiftingen kon veroorzaken. In Engeland is een onderzoek ingesteld in hoeverre de yitcvhjke beoordeeling van visch in blik zekerheid geeft over den toestond van den inhoud. Bij de uiterlijke beoordeeling werd reke ning gehouden met de wetenschap, dat bol staan van bodem of deksel van het blik twee verschil lende oorzaken kan hebben, waarven cr maar één op bederf wijst. De inhoud kon bedorven zijn door de werking" van bacteriën, die in het blik gas hebben ontwikkeld dat een zocdanigen druk uitoefent, dat het deksel bol gaat staan bij krachtig indrukken met den duim veert het deksel dan weer terug, of wel het bol staon wordt alleen veroorzaakt doordat het blik, toen het in de fabriek gesloten werd, iets te vol was. Een ervaren hand kan het verschil in spanning met een. bedqrvcn blik veelal onderscheiden. Er werden 150 blikken visch onderzocht. Hiervan waren cr 50 uiterlijk onverdacht, en bleken ook bij openen deugdelijk, d. w. z. sma kelijk. Geheel vrij van bacteriën waren ook de meeste dezer blikken niet, enkele bevatten zelfs eiwit-splitsende soorten. Voorts waren er 57 blikken duidelijk „opgeblazen." Bij openen ble ken deze alle gas tc bevatten en de inhoud van de meeste was duidelijk bedorven. De overige blikken waren verdacht, hetzij op grond van den klank bij schudden of het bol staan van het deksl of van beide kenteekenen. Van deze blik ken bleek bij openen maar do helft werkelijk be dorven te zijn, van die met alleen een abnorma- len klank was een derde slecht. Practisch blijkt dus dat een typisch opgebla zen aanvoelend blik zeker slecht is, dat een bli' met bollen bodem of deksel meestal slecht is. een blik met een abnormalen klank kans geeK op bedorven inhoud." A tooneel, maar al spoedig blijkt, dat Agathe slechts van schrik in onmacht is gevallen, ter wyl Caspar dcodeüjk gewond in zijn bloe4 baadt. Dan verschijnt Samiel, die nu Caspar als zijn prooi komt opeischen; stervende ver vloekte deze den hemel en den boozen geest, die hem ten verderve heeft gevoerd. Nadat de vorst bevel heeft gegeven het monster, in de Wolfsschlucht te werpen, circht hij van Max eene verklaring van het gebeurde. Innig be rouwvol bekent deze dan het door hem be* tlrevene, maar noch zijn berouw, noch de drin* gende bede van Agathe vermag het strenge oordeel van den \*oi*st te wijzigen, die den zondaar uit zijn land wil verbannen. Daar doen zich plechtige akkoorden hooren en verschijnt de vrome kluizenaar, die de stem van de hemelsche barmhartigheid doet hooren tegen over die van het menschelijke recht; hij wil een jongen jager in plaats van een proefschot een proefjaar opleggen, waarmee de vorst zich vereeni&t. Max onderwerpt zich daaraan na tuurlijk gaarne, eri drukt dit uit in eene sclioo- nc melodie „Die Zukunft soil mein Herz be- wahren", waarbij zich achtereenvolgens andere solostemmen aansluiten tot een sextet, en vervolgens ook het koor zich voegt. Nadat de Iduizenaar nogmaals heeft gewezen op Hem, clie de beschermer der onschuld is, spreken allen krachtig hun kinderlijk vertrouwen in Gods barmhartigheid uit, en met een machti gen climax, in het orkest ondersteund door het triemfmoiief van het einde der ouverture, i wordt dan liet werk besloten. Reusachtig is de populariteit, welke do Freischütz zich al spoedig na hare eerste op voering by het Duitsche volk heeft verworven./ Hoeren v e nogmaals hoe Richard Wagner zich daarover uitspreekt: „In der Bewnnderung der KJange dieser reinen un* tiefen Elegie ver-; cir.igten sich seine Landslcute vom Norden: und vom Süden, von dem Anhanger der „Kri tik der reinen Vernunft" Kants bis zu den-' Lcsern des Wiener Modejoumals. Es lallte der Berliner Philosoph: „Wir vrinden dir den Jvmgfernkranz". der Polizeidircktor wieder holte mit Bcgeisterung: „Durch die Walder, durch die Auen", wahrend der Ifofiakei mit lieisercr Stiramc sang: „Was gleicht woh auf Erden?" Der österreichische Grenadier mar- schirte nach dem Jagerchor, Fürst Metternich' tanztc nach dem Lftndler der böhmischcn Bauern und die Jenaer Studenten sangen ihren Professoren den Spottchor vor. Von .einem Ende Dcutschlands zum andern wurdo der Freischütz gehort, gesungen, getanzt." En in de herberg van een dorpje in het Schwarzwald wordt nog soms het volgende aardige lettergrepenraadsel opgegeven: „Die erste mccht' ein Jeder sein, ..Die zweite streift durch Flur und „Das Ganzc hat ein Kind erdacht, „Ein Weber hat's beriihmt gemachil* J) Kind is, zooals men weet, -ftofeter var. het libretto. - - - par, die zich naast haar verdekt had opgesteld, f Ontzetting vervult dc menigte bij dit t.agi r

Historische kranten - Archief Eemland

Amersfoortsch Dagblad / De Eemlander | 1922 | | pagina 10