ST,
OH
i H In, Utr.str. II Tsl ill
Hi l. L
Irma Fonteiiii Schippers - Lsngse!ri)3t24
VOOR AMERSFOORT TOT FABRIEKSPRIJS BIJ:
a
y
SVSaison de Coiffure
53
OR5GSWEELE
zssr aan te fcaavoBen
Bordeaux, göwas 1917
Fer fSescfo f 1.60, per anker 650-
STÖFFEERDER1J
VERHUIZINGEN
FELEPH. 49®.
BEHAfMGERIJ
^lEUSELEERING
LANGESTRAAT 24
BI20\ UEBHKDEX
Prima Eiken verstelbars Fauleail, mei Creionne Kussens, Cerspleet,f 29.50
«■aarne rrocgOjrti". uw orders, inwachtend in verhand dc Terickcrric
met SINX-JVICOLA AS.
uitkeering van eenigermate belangrijke divi
denden sprake zal kunnen zijn. De stemming
voor cultuurwaarden ter beurze blijft dan ook
vorshands gei'eserveerd; zelfs is, ondanks de
berichten betreffende de limiet-verhooging.
ecnige reactie in de koersen ingetreden, mede
in verband met een lagere noteering voor Cuba-
suiker te New York.
Petroleurawaarden zijn slechts weinig veran
derd. Borlchten betreffende een verdere uit
breiding .iler Koninklijke-Shellgroep door een
overeenkomst met de British Controlled Oil
fields Ltd. voor het verwerven van nieuwe con
cessies in Venezuela hebben niet tot een koers-
verbetering van aandeden Koninklijke geleid.
Men geeft er zich rekenschap van, dat een ver
dere uitbreiding nieuwe kapitaalsuitgaven met
zich moet brengen, en de tijd, toen de Konink-
30 door tc voeren. Dit zou dan van f 25 tot
f 17 Vz millioen worden teruggebracht, door
afstempeling van f 300 op ieder aandeel van
f 1000, en van f 60 op ieder aandeel van f 200.
In het jaarverslag wordt nog medegedeeld, dat
de bedrijfsresultaten van het per 1 Juli 1922
aangevangen boekjaar tot tevredenheid stem
men, en dat de directie dus geen reden heeft,
aan de toekomst der instelling te twijfelen. Op
de beurs heeft het feit, dat het bankbestuur het
kwaad niet wenscht tc laten voortwoekeren,
doch onmiddellijk het mes diep erin wenscht te
zetten, teneinde de zieke plekken uit te snyden,
een gunstigen indruk gemaakt. Dat de toe
stand der instelling allesbehalve rooskleurig
was, was reeds lang bekend, en dan ook reeds
in den koers der aandcelen, die zich op een
niveau \an ca. ^0 bewegen, verdisconteerd.
Op dit peil heeft dc noteering zich dan ook
levering
ijkc-Shellgroep, die enorme kapitalen juist in
Mexico heeft belegd, beteekent deze gang van
zaken een groote schadepost.
Scheepvaartaandeelen hebben c veneen1
3833S£5gSg£22 I slechts weinig gefluctueerd. Tegenover een ver
laging der passagierstaricven door de Noord-
Atlantische Scheepvaartconf-rentie staat eenig
L r-\n na - ■'Erai.T.ajur.vTigiicsssr herstel in de vrachttarieven in het verkeer op
SANA i ©GEH ENF©R6¥&AN1§NT j Noord-Amerika, dank zij goede
lijke gemakkelijk op de open markt nieuwe
middelen kon verkrijgen, behoort thans tot het i kunnen blijven handhaven
verleden. Bovendien bljjven de berichten betref- J Het koersverloop in de verschillende afdec-
fende den toestand der petroleumindustrie in Hngen in de afgeloopen week blijkt uit onder-
Mexifc'o ongunstig. Nieuw aangeboorde bron- j staand lijstje,
nen moeten wegens het binnendringen van zout j
vater weder worden verlaten. Voor de Konink-
BINNENLANDS
De doodslrarf.
V. B. LANGESTNAAT 23.
„De Nederlander" meldt:
De voorloopige condidoten voor de Staten zijn
v a xur-r 2ekozen. De secretaris leidde in de jongst ge-
rVa"? houden vergadering het onderwerp: „De dood-
Uil. „Serbadjadi" heeft zcli" een ai-uoemng tot, -
rol, T- /-I slral in, wat tot een gezellige bespreking oan-
i stand gebracht voor 72\z cent per. h.Iv.G.'loco, f r-, i Tj j r
b ri i-r» i hiding gaf. De volgende motie werd geiormu-
I cn later zelfs een voor 77 cent per h.K.G.; de i n m i „a „ï-
■p, ,T.. f leerd, die zoowel aan „De Nederlander als aan
Padang Rubber Mij. heeft ec-n contract geslo-
t,-, c. r-ii- dr. Schokking zal gezonden worden:
t-n voor 71 cent, de Silau Sumatra voor iS cent.n_ ru
üi
(j W JU ER SST £5 A AT 11. - Tel. 203
[j Speciale hchan felhig tegen uit
vallen eti afbreken van liet haar.
Hanrzali - Haar zeep voorkomt
«1e ro;»s en het vet worden
tan het baar.
vermindering der crediteuren, tengevolge van
ken over het vorige jaar werd gewézen op de
het onttrekken van groote bedragen buitcr.-
iandsch tegoed, welke naar dc Duitschc bank
filialen zijn overgegaan. Voor het uitvoeren
van effectcnorders voor hun clientèle zyn de
buitenlandsche banken echter aangewezen op
de leden der Vcreeniging voor den Effecten
handel, van welke Vcreeniging buitenlanders
geen'lid kunnen zyn.
Het bestuur der Vcreeniging had thans voor
gesteld, de statuten zoodanig te wijzigen, dat
ook vpor buitenlanders het lidmaatschap zou
zyn opengesteld. De kwestie heeft de gemoe
deren heftig in beroering gebracht. Voor- en
tegenstanders hebben hun argumenten naar
voren gebracht. De voorstanders meenden, dat
door het toelaten van vreemdelingen het inter
nationaal karakter onzer markt weder kan
worden hersteld, omdat in dat geval meer dan
tot dusverre orders uit het buitenland zullen
binnenkomen, terwijl z'y' het voorts o.a. niet
wenschelyk achtten, dat de vreemdelingen in
liet geheel niet aan de controle van het beurs-
fcestuur zouden worden onderworpen, en dus
met provisie-tarief e. d. zouden kunnen
„knoeien".
gaat het in onzen tijd niet evenzoo? Hebben
ook in onzen tijd niet de componisten, die wil
len breken met de oude vormen der muziek cn
nieuwe denkbeelden over rhythmüs of tonali
teit in hunne werken villen toepassen, een
harden strijd te voeren^ cn worden hunne eer
lijke pogingen niet dikwijls uitgekreten voor
waanzin cn wat dic-s meer zy Hier is zeker
cok het: „l'histoire se rcpète" van toepassing:
::ooals het Weber verging, is het ook later
Berlioz en Wagner vergaan, en zoo zal het
zeker altijd bi y ven vergaan aan al degenen
die pioniersarbied verrichten.
H.
Laten wy' nu eens zien hoe dichter en com
ponist de oude sage, welke onder liet Duitschc
volk leefde en die zij in het Gespensterbuch
hadden aangetroffen tot eene opera hebben
verwerkt. De hoofdinhoud is natuurlijk door
den dichter behouden, maar daarnaast zijn
vnieuwe motieven ingevoerd cn het hcogst tra-
vische slot heeft plaats gemaakt voor een ge
lukkig einde, zich aldus aanpassende aan den
teen heerschendcn smaak van het publiek.
De ouverture, is zooals wij reeds aanstipten
opgebouwd uit thematisch materiaal, aan dc
opera zelf ontleend. Een liefelijk adagio, door
rer horens ingezet, brengt ons eene idyllische
woudstemming,' welke plotseling wordt ver
stoord door een demonisch motief, vergezeld
van doffe paukenslagen, en dat later ook tel
kens weer optreedt als leitmotiv. Hierbij sluit
zich onmiddellijk in het molto vivace een mo
tief aan, dat we het verHvyfelir.gsmotief zou
den kunnen noemen en dat met een enorm
cresendo voert tot het overweldigende Wolfs-
schlucht-motief. Steeds wilder wordt dc mu
ziek, die ons de wilde jacht maalt en het woe
den der elementen, tot plotseling met een lang
aangehouden noot der klarinetten er een zon
nestraal doordringt, en al spoedig een liefe
lijker beeld ons toelacht, dat van Agathe, wier
groots aria het motief heeft opgeleverd voor
dit gedeelte. Dan ontstaat er een strijd tus-
schcn de beide machten, die der duisternis en
die van de louterende liefde; schitterend van
bewerking is deze doorvoering, en van buiten
gewone schoonheid het na dezen bangen stryd
plotseling optredende en stralende c-dur ac-
coord, dat nog eens herhaald in hoogeren glans,
tot het juichende slot voert cn den trionjph
der liefde bezingt.
Als het gordijn is opgegaan zien we (Tp het
tooneel een vroolyk tafereel van boeten, die
aan het vogelschieten zijn; luide vreugde
heerscht er, daar zoo juist dc boer Kilian
prachtig heeft getroffen, terwyl de jonge
ager Max het doel heeft gemist. In optocht
rekken dan de boeren, terwijl dorpsmuzikan-
en een boerendans doen hooren, voorbij den
ngelukkigen schutter; met spotgelach wordt
dj begroet, terwijl Kilian hem ook honend toe-
ngt. Na dit toonceltje, dat werkelijk een
eesterstuk van introductie vormt, hooren wij
x uiting geven aan zijn misnoegen en aan
nnhoop, terwijl Cuno, dc houtvester er
"laals op wyst, dat hij slechts door
Varkensmarè.2
Bedenkt men, dat nog nauwclyks enkele maan
den geleden slechts een prijs van 40 cent per
h.K.G. f.o.b. gemaakt kon worden, dan springt
het plaats gevonden herstel wel duidelijk in
het oog.
Ook op de suikermarkt is de laatste weken
eenige verbetering ingetreden. Do V. I. S. P.
heeft haar limiet met f 0.25 per picol vcr-
AltlCrsfCOrS. 'hoogd, en tot de nieuwe pry zen vrij aanzien
lijke hoeveelheden afgedaan. In totaal is thans
van den nieuwen oogst ad ca. 26 millioen picol
omstreeks de helft verkocht, tot een doorsnêe-
i prijs, die voor de goed beheerde maatschap-
pijen eenige winst laat. De suikerprijs zal cch-
ter nog aanzienlijk verder moeten sty gen, al-
vorens de finaneiëele resultaten der onderne-
mingen zoodanig zullen worden, dat van dë
I>J de tegenstanders gmg het er yoorr.araebjk
J rxncepsruimte vpor het vervoer van graan naar
wel om, dat bij toelating van vreemdelingen
deze van de ruif zouden moeten meeëten, ter
wijl voorts werd gewezen óp de mogelijkheid
van het binnendringen van overwegenden bui
tenlandsche invloed bij enze nationale ónder-
nemingen. De tegenstanders hebben glaiisrijk
het pleit gewonnen. In de dezet* dagen gehou
den ledenvergadering der Vcreeniging voor den
Effectenhandel (welke, als demonstratie tegen
dc vreemdelingen geopend werd met het zin
gen van „Wien Neérlandsch Bloed") is het
voorstel met slechts enkele stemmen vóór ver
werpen. Overwogen zal echter worden, de bui
tenlandsche bankinstellingen teg?n een lager
provisie-tarief dan dat, hetwelk aan particulie
ren berekend wordt, te bedienen, hetgeen trou-
wens> in de practijlc thans reeds geschiedt, zoo
dat men feitelijk van den nood een deugd
maakt
Wat de stemming ter beurze in de afgeloo
pen week betreft, deze is niet ongunstig ge
weest. De mee3te belangstelling hebben wéder
rubberwaarden getrokken, op de verdere prijs
verbetering van hot. product, én het afsluiten
van belangryke contracten op levering uit den
nieuwen oogst. De Sumatra Rubber Cultuur
Europa.
De overige afdeelingen geven geen aanlei
ding tot een afzonderlijke bespreking. Vermel
ding verdient echter nog het dezer dagen ver
schenen jaarverslag van de Hcllandschc Bank
voor Zuid-Amerika, een dochterinstelling der
Eotterdamsche Bankverceniging. Blijkens dit
verslag is het jaar 1021 in verband met den
cconomischen toestand in de Zuid-Amerikaan-
sche Staten uiterst ongunstig geweest. Wel is
op het gewone bedrijf nog een netto-winst ge
maakt ven f 1.970.725, doch hier staan zooda
nige verliezen, tengevolge van het niet nako
men van verplichtingen der cliënten etc. tegen
over, dat de directie, na afschrijving van de
wjnst, een verdere afschrijving van f 3,352,811
noodzakelijk acht. Voorts stelt de directie een
afschrijving van f 993,280 voor op de gebouwen
tè Amsterdam, Hamburg, Buenos Aires, Rio
de Janeiro en Santiago de Chili. Teneinde niet
j met de door deze noodzakelijke afschrijvingen,
waarmede, naar de directie uitdrukkelijk be
toogt, volkomen schoon schip is gemaakt, <?en
nieuw jaar in te gaan, wordt voorgesteld, een
reductie van het gewone aandcelenkapitaal met
een goed gelukt schot de hand zijner dochter
al kunnen winnen; daartusschen in klinkt lolc-
keji-.l de stem van Caspar, den jongen reeds in
de strikken van den boozen geest gevallen
jager, welke hem aanraadt niet te versagen.
Max blijft echter aan vertwijfeling ten prooi,
hoewel Cuno hem nog? rnet een krachtig: „Wer
Gott- vertra ut baut gut" moed tracht in te
spreken. Dan trekken de jagers onder het
zingen van een frisch geschreven jagerkoor
weg, waarna de landlieden onder de tonen van
ccn~ eenvoudig landelyk walsje naar binnen
dansen in do herberg (opmerking verdient dat
ook het motief van deze wals door V'ober als
leitmotiv wordt aangewend, om uitdrukking tc
geven aan het gevoel van landelijke vroolijk-
hcid, en als zoodanig ook reods voorkomt aan
het einde van het eerste koor). Na een kort'
energisch recitatief bezingt dan Max cp roe-
rende wijze de herinneringen aan zyn vroeger
zoo gelukkig leven: „Duren die Walder, durch
die Auen", tot we plotseling weer het demoni- j
sche motief uit de ouverture hooren, dat den
boozen geest Sam iel aankondigt, cn hy zich
anstig afvraagt: „Hat denn der Himmel mich I
verlassen?" Nog één oogenblik komt weer het
lieflijke beeld ven Agathe hem voor den geest,
maar dan komt met het onrustige allegro-
motief uit de ouverture weer de vertwijfeling J
hem folteren, steeds in heviger mate. Deze
stemming is Caspar gunstig om hem tot zijn
prooi te maken; in een diabolisch klinkend
drinklied, met in dc instrumenten een zeer
karakteristiek motief, dat in 't vervolg als
leitmotiv voor Caspar optreedt, weet hij hem I
aan te vuren. Hij heeft hem reeds verteld van
de vrijkogels, die in den Wolfsschlucht ge
goten worden, en weet nu den ongclukkigcn
jongel in over te halen ook daarheen te gaan.
HU heeft nu den gehaten medeminnaar (want
ook hy heeft naar de hand- van Agathe ge
dongen) in zijne macht en in wilde vreugde
barst hy dan los met een „Triumph, die Rache
gelingt". Op schitterende wijze heeft Webcr
hier de diabolische figuur van Caspar voor ons
deen leven; Beethoven heeft dat zoo kern
achtig uitgedrukt ,toen hij ervan zeide: „Der
Caspar, das Uutier, steht da wie c-in Haus". j
Het tweede bedrijf biedt ons bij zijn aan
vang een weldadige tegenstelling met het
woeste slot van de vorige afdesling: op bet,
tooneel, dat een vertrek in het huis van den j
houtvester voorstelt, zien we twee bekoorlijke
meisjesgestalten, n.l. Agathe en have vriendin
Aennchen. Er is een portret van d^n muur
gevallen en schertsenxle tracht Aennchen de
sombere gedachten van Agathe te verjagen,
die in dat voorval een slecht voorteeken ziet i
voor haar liefdesgeluk. Opmerking verdient
hier zeker de wijze, waarop de componist den
gemoedstoestand van beide meisjes heeft ge-
teek end: vroolyk, levendig'is het rhythmus van
den zang van Aennchen, ernstig daarentegen
dat van de party van Agathe. Meesterlijk is
dit volgehouden niet,alleen in het gehceic duet, j
maar ook in de daarop volgende aria's. Eerst
hooren wy Aennchen, die op schalk sche wyze
ons het verloop gaat schilderen van eene lan-
1 delijke vrijage („Kommt ein schlanker Bursch
i gegangen")het vroolijke gezang harer vrien-
din montert'Agathe weer wat op, waarby nog
1 komt, dat zy ook versterkt is door een bezoek
bij een vromen kluizenaar, die haar gewijde
rozen heeft geschonken, welke van haar een
onbekend, dreigend gevaar kunnen afwenden.
Terwijl nu Aennchen zich ter rust gaat be
geven, zal zij nog wat blijven om haren ge
liefde te wachten, en de aanblik van den schoo-
nen sterrenhemel doet dan uit het diepst van
hare ziel een innig gebed oprijzen (..Leise,
leise, fromme Weise"). Als dit geëindigd is,
spiedt zij weer in den nacht om te zien of Max
nog niet komt; eindelijk meent zij hem te be
speuren en zelfs een bloemruiker op zyn hoed
tc zien als zegeteeken van een goed gelukt
schot, en clan barst zij los in een jubelzang,
waarvan wy het motief reeds uit de ouverture
kennen. Eindelijk treedt Max binnen, gevolgd
door Agathe: hij vertelt van zijn voornemen
om nogmaals naar den Wolfsschlucht te gaan,
terwijl de meisjes trachten hem van dat on
zalige plan af to brengen; ook hier blijft de
zang van Aennchen steeds het lichtere, vroo-
lyker element dat zich mengt in den ernstigere
samc-nzang van de beide geliefden.
Het nu volgende tooneel brengt ons in den
nacht der verschrikkingen; onheilspellende en
sombere tonen klinken in het orkest en al spec-
dig doet zich dan het woeste geestenkoor hoo
ren met het kryschendo „Uhui" der vrouwen
stemmen. Het middernachtelijke uur slaat en
Gaspar roept den boozen geest Samiel op, die
dan uit een rots te voorschijn treedt, terwijl
in het orkest zijn leitmotiv optreedt. Hij I
vraagt nog eenmaal angstig sidderend om uit- I
stel voor het lot dat hem wacht, in ruil voor
een nieuw slachtoffer, dat hij hem zal bren-
gen. Dan .ontwikkelt zich een samenspraak
tussehon beiden, waarbij het gesproken woord
van Samiel zeer eigenaardig afwisselt met het
gezongene van Caspar (ook voor dezen treedt
een leitmotiv op, ontleend aan het Vroeger
door hem gezongen drinklied). Samiel stemt j
toe. Max zal de vrijkogels krygen, maar de j
zevende zal in dc macht van Caspar zijn;
zoodra Max dien kogel afschiet, zal Caspar
dezen Agathe kunnen doen treffen en zoo den j
jongeling tot waanzin brengen. Onder dof ge-
rommel verdwijnt dc booze geest en spoedig
daarna verschijnt Max aan den rand van den
afgrond en vol afgrijzen staart hij naar be- j
neden. Vreeselijke beelden rijzen daar voor
hem op: hy ziet eerst zijne moeder in doods- J
gewaad ,die hem met haren blik smeekt terug
te keeren, dan zijne bruid, die aan waanzin
ten prooi, zioh in het water wil storten. Tocli
laat de ongelukkige zich niet weerhouden om
nf te dalen en dan begint al spoedig het kogel-
gieten; we hooren het ruischen van het vloei
bare metaal, terv jjl bij het gieten van den
tweetien kogel ccn zwart everzwijn wild voor
bij stormt, daarna een stormwind door do
Schlucht vaart en eindelijk zweepgeknal en
paardengetrappel de wilde jacht aankondigen.
De Chr.-Hist. kiesvereeniging te Hoogkerk,
enz., gelezen hebbende het verslag van de rede
j van den heer mr. W. G. Klomp te Bussum, die
I streeft naar de wederinvoering van de doodstraf
i en de A.-R. hiertoe opwekt, om dit bij de nu aan
dp orde zijnde behandeling van „Justitie" in dien
zin te wijzigen.
spreekt als hare meening uit, dat alle partijen,
en inzonderheid de Chr.-Hist. Kamerfractie,
hiertegen stelling zullen nemen, en gaat over
i tot de orde van den dag.
leden der fractie waarvan men deel uitmaakt,
I die van andere onderwerpen uitstekend op de
hoogte zijn.
Ervaringen van een vrouwelijk Kamerlid.
In „Femina" beschrijft mevr. Joh. Wester
man enkele harer ervaringen als lid der Twee
de Kamer.
„Het verbijsterende van het werk, dat men
als nieuweling in de Kamer te doen vindt is,
zegt zij, veel meer gelegen in de bestudccring
van al het gedrukte popier, dat men onder de
oogen krijgt, dan in den omgang met de Ka
merleden. „Aan dien omgang bon ik betrekke
lijk gauw gewend en voor de tegemoetkomend
heid der medeleden heb ik niets dan lof
Maar al het papier I Wat al wetten en bepa
lingen worden in de Kamer voorbereid. Wat al
beslissingen moeten er genomen worden, waar
van een groot aantal Kamerleden niets begrijpt!
Vnn hoe ontzettend veel wetsontwerpen wordt
bestudecring verlangd I Het is zóó overweldi
gend veel, dat men al heel gauw moet gaan
schiften bij het bepalen van dc belangstelling cn
zich beslist moet voornemen niet van alles ver
stand te willen krijgen en zich zoodoende gron
dig in den punt te werken, zooals eens een
Kamerlid, jaren geleden een man dus ge
daan heeft. Men moet tenminste de eerste jaren
zijn aandacht bij speciale onderwerpen bepa
len en daarvan een grondiger studie maken, cn
verder vertrouwen op de voorlichting van die
Onder het donderend voorbystormen van dc
woeste horde giet Caspar den zesden en ten
slotte den zevenden kogel, waarna plotseling
de klok van een verwijderd dorpje één uur
slaat en alles tot de diepste stilte terugkeert.
De Wolfsschlucht-scènc behoort zeker wel tot
het schoonste, wat Weber gecomponeerd heeft,
en zal ten allen tijde bewondering blijven op
wekken, niet aleen door hare schitterende
harmonische en orkestrale klankmengelingen,
maar ook door de betrekkelijk eenvoudige mid
delen, waarvan de componist zich heeft be
diend om zulke groote effecten te weeg te
brengen.
De derde acte wordt geopend met het frisch
geschreven en overbekende jachikoor, door het
orkest ten gehoorc gebracht, waarna we weer,
evenals aan het begin van het tweede verblijf,
verplaatst worden in de houtvesterswening cn
Agathe in een innig lied uiting hooren geven
aait haar onwankelbaar vertrouwen in eene
hcogere maeht („Und ob die Wolke sie ver-
hülle). En dan zien wij ook weer Aemiechen,
de vroolijke, levenslustige vriendin verschijnen,
en als nu Agathe haar vertelt, van een bangen
droom, dien zc heeft gehad, gaat Aennchen
haar op schalksche wyze vertellen, hoe haar
nicht zaliger ook eens droomde van een boo
zen geest die haar bed naderde, welke geest
bleek te zyn, Nero, de waakhond. Maar als
Agathe niet vatbaar blijkt te zijn voor deze
vroolijke scherts, slaat zy een anderen toon
aan en in een bekoorlijke (maar slecht gede
clameerde) aria „Trübe Augcn, Liebchen,
taugen einem holden Brautqhen nicht", raadt
zij dan verder hare vriendin aan niet te ver
sagen, waarna zij heengaat om den bruids
krans voor haar te halen. Nadat het vrouwen
koor het overbekende „Wir winden dir den
Jimgf ernkranz" heeft aangeheven, opent
Aennchen dan de doos, waarin Agathe tot hare
ontzetting in plaats van een bruidskrans een
grafkrans ziet liggen. Dan is plotseling dc
vroolijke stemming verdwenen, schuchter her
haalt het koor, weggaande, nog eens het re
frein en pianissimo sterft ten slcttc alles uit.
Weer een sterke tegenstelling met het vorige
vormt het vroolyke tooneel, dat zich nu aan
ons voordoet; talrijke jagers zijn vereenigd om
het proef schot van Max by te wonen en zelfs
de vorst van het land vereert de plechtigheid
met zijne tegenwoordigheid. Een jubelend
jachtkoor, ock een der meest populaire ge
deelten van de opera, verkondigt ons de vroo
lijke stemming, die er heerscht, doch die we
derom niet lang zal duren. Want, als het gc-
zang geëindigd is, geeft de vorSt het teeken
voor het proefschot, w aarvoor Max als doel een
witte duif wordt aangewezen. Hij doet den
laatsten vrij kogel in den loop van zijn geweer
en is op het pun'. van te schieten, als plotse
ling Agathe te voorschijn treedt en hem toe-
roept: „schiet niet, ik l)en de duif". Te yer- f
gcefs; het schot knalt cn Agathe stort ter
aarde en tegelijk met haar de booswicht Cas-
Om deze reden ook lijkt hef mij een bijna on
doenlijke tank een éénling-fractie in het parle
ment le vormen.
De slotsom der schrijfster is, dat nieuwelin
gen in de politiek natuurlijk de buitenge
woon bekwamen uitgezonderdeerst na eeni
ge jaren hard werken kans hebben goede Ka
merleden tc worden. Zij raadt aan iedereen
't zij man of vrouw zich het werk niet te ge
makkelijk voor te stellch.
Zeker zullen weinigen dadelijk het gevoel
hebben nuttigen arbeid te doen cn menigmaal
hoort men door hen, die niet in staat zijn on
der de hand ander werk te doen, de verzuchting
slaken „Wat had ik mijn middag nuttiger kun
nen besteden Het zou er te huiselijk uitzien,
als wij vrouwen, bijvoorbeeld zaten te hand
werken, terwijl \ye luisterden, maar cr zou eco
nomisch voor ons tijd zijn uit te sparen.
Men moet echter dc groote lijn van het werk
in het oog houden cn aan zal men na eenigen
tijd in staat zijn aan hef schip van staat een
klein duwtje te helpen geven in de richting,
waarin men het wenscht te deen voortgaan".
Keuring van visch in blik.
„Volksvoeding" schrijft:
„Wanneer van ccn gesloten blik conserven c!e
deksel bol staat, kan men vlij zeker zijn, dat de
inhoud bedorven is. En zoo zijn cr nog enkele
andere kenteekenen aan de gesloten blikken, die
op bcdref van don inhoud wijzen, o. a. ccn ab
normaal geluid bij het schudden van het blik.
Met zekerheid kan men bederf zoo echter niet
herkennen. Aan den eenen kant is het heel wel
mogelijk dat een blik bedorven is, dat gesloten
goed leek aan den anderen kant kan een ver
dacht blik nog wel smakelijk blijken, terwijl ten
slotte ook een uiterlijk onverdacht blik, waar
men ook niets abnormaals a3n proeft, wel in
ernstige mate bedorven kon zijn en daardoor
zv.are vergiftingen kon veroorzaken.
In Engeland is een onderzoek ingesteld in
hoeverre de yitcvhjke beoordeeling van visch in
blik zekerheid geeft over den toestond van den
inhoud. Bij de uiterlijke beoordeeling werd reke
ning gehouden met de wetenschap, dat bol staan
van bodem of deksel van het blik twee verschil
lende oorzaken kan hebben, waarven cr maar
één op bederf wijst. De inhoud kon bedorven
zijn door de werking" van bacteriën, die in het
blik gas hebben ontwikkeld dat een zocdanigen
druk uitoefent, dat het deksel bol gaat staan
bij krachtig indrukken met den duim veert het
deksel dan weer terug, of wel het bol staon
wordt alleen veroorzaakt doordat het blik, toen
het in de fabriek gesloten werd, iets te vol was.
Een ervaren hand kan het verschil in spanning
met een. bedqrvcn blik veelal onderscheiden.
Er werden 150 blikken visch onderzocht.
Hiervan waren cr 50 uiterlijk onverdacht, en
bleken ook bij openen deugdelijk, d. w. z. sma
kelijk. Geheel vrij van bacteriën waren ook de
meeste dezer blikken niet, enkele bevatten zelfs
eiwit-splitsende soorten. Voorts waren er 57
blikken duidelijk „opgeblazen." Bij openen ble
ken deze alle gas tc bevatten en de inhoud van
de meeste was duidelijk bedorven. De overige
blikken waren verdacht, hetzij op grond van den
klank bij schudden of het bol staan van het
deksl of van beide kenteekenen. Van deze blik
ken bleek bij openen maar do helft werkelijk be
dorven te zijn, van die met alleen een abnorma-
len klank was een derde slecht.
Practisch blijkt dus dat een typisch opgebla
zen aanvoelend blik zeker slecht is, dat een bli'
met bollen bodem of deksel meestal slecht is.
een blik met een abnormalen klank kans geeK
op bedorven inhoud."
A
tooneel, maar al spoedig blijkt, dat Agathe
slechts van schrik in onmacht is gevallen, ter
wyl Caspar dcodeüjk gewond in zijn bloe4
baadt. Dan verschijnt Samiel, die nu Caspar
als zijn prooi komt opeischen; stervende ver
vloekte deze den hemel en den boozen geest,
die hem ten verderve heeft gevoerd. Nadat de
vorst bevel heeft gegeven het monster, in de
Wolfsschlucht te werpen, circht hij van Max
eene verklaring van het gebeurde. Innig be
rouwvol bekent deze dan het door hem be*
tlrevene, maar noch zijn berouw, noch de drin*
gende bede van Agathe vermag het strenge
oordeel van den \*oi*st te wijzigen, die den
zondaar uit zijn land wil verbannen. Daar doen
zich plechtige akkoorden hooren en verschijnt
de vrome kluizenaar, die de stem van de
hemelsche barmhartigheid doet hooren tegen
over die van het menschelijke recht; hij wil
een jongen jager in plaats van een proefschot
een proefjaar opleggen, waarmee de vorst zich
vereeni&t. Max onderwerpt zich daaraan na
tuurlijk gaarne, eri drukt dit uit in eene sclioo-
nc melodie „Die Zukunft soil mein Herz be-
wahren", waarbij zich achtereenvolgens andere
solostemmen aansluiten tot een sextet, en
vervolgens ook het koor zich voegt. Nadat de
Iduizenaar nogmaals heeft gewezen op Hem,
clie de beschermer der onschuld is, spreken
allen krachtig hun kinderlijk vertrouwen in
Gods barmhartigheid uit, en met een machti
gen climax, in het orkest ondersteund door
het triemfmoiief van het einde der ouverture, i
wordt dan liet werk besloten.
Reusachtig is de populariteit, welke do
Freischütz zich al spoedig na hare eerste op
voering by het Duitsche volk heeft verworven./
Hoeren v e nogmaals hoe Richard Wagner zich
daarover uitspreekt: „In der Bewnnderung der
KJange dieser reinen un* tiefen Elegie ver-;
cir.igten sich seine Landslcute vom Norden:
und vom Süden, von dem Anhanger der „Kri
tik der reinen Vernunft" Kants bis zu den-'
Lcsern des Wiener Modejoumals. Es lallte der
Berliner Philosoph: „Wir vrinden dir den
Jvmgfernkranz". der Polizeidircktor wieder
holte mit Bcgeisterung: „Durch die Walder,
durch die Auen", wahrend der Ifofiakei mit
lieisercr Stiramc sang: „Was gleicht woh auf
Erden?" Der österreichische Grenadier mar-
schirte nach dem Jagerchor, Fürst Metternich'
tanztc nach dem Lftndler der böhmischcn
Bauern und die Jenaer Studenten sangen ihren
Professoren den Spottchor vor. Von .einem
Ende Dcutschlands zum andern wurdo der
Freischütz gehort, gesungen, getanzt."
En in de herberg van een dorpje in het
Schwarzwald wordt nog soms het volgende
aardige lettergrepenraadsel opgegeven:
„Die erste mccht' ein Jeder sein,
..Die zweite streift durch Flur und
„Das Ganzc hat ein Kind erdacht,
„Ein Weber hat's beriihmt gemachil*
J) Kind is, zooals men weet, -ftofeter
var. het libretto. - - -
par, die zich naast haar verdekt had opgesteld, f
Ontzetting vervult dc menigte bij dit t.agi r